Inter ENW werkgroep stage
Glossarium praktijkcomponent lerarenopleiding 17 februari 2011 - inter-ENW-werkgroep Situering en ontstaan De inter-ENW-werkgroep ‘Stage’ heeft in november 2009 een gezamenlijke lijst over de “terminologie in verband met stages” opgesteld. Deze lijst was gebaseerd op het werk, dat voordien verricht werd door de expertisenetwerken SoE en BEO. Hierover is door de verschillende expertisenetwerken feedback gegeven. Dit resulteerde in een nieuw voorstel in maart 2010, gevolgd door een volgende feedbackronde. Opnieuw is de bestaande lijst aangepast en uiteindelijk wordt onderstaand, definitief glossarium voorgesteld voor ingebruikname aan alle lerarenopleidingen uit de verschillende expertisenetwerken/regionaal platform over heel Vlaanderen. Doel Dit glossarium heeft tot doel de samenwerking met de stageplaatsen te vereenvoudigen door te werken met een eenduidige en transparante woordenlijst. 1. In de verschillende lerarenopleidingen wordt in de toekomst de terminologie uit deze lijst overgenomen indien deze begrippen inhoudelijk overeenkomen met (eventueel andere) gehanteerde begrippen. Bijvoorbeeld: de term “stageovereenkomst“ wordt gehanteerd, en niet langer “stagecontract”. 2. Andere begrippen, die niet in deze lijst voorkomen, kunnen behouden blijven, maar worden best omschreven aan de hand van de gemeenschappelijke terminologie. Onze filosofie luidt: er kunnen onwennigheden blijven bestaan, maar we roepen iedereen op om deze terminologie te hanteren. We merken hierbij op dat het gebruik van dit glossarium aangewezen, maar niet verplichtend is. Tevens zal er jaarlijks (februari) door deze inter-ENWwerkgroep ‘Stage’ een feedbackronde per expertisenetwerken/regionaal platform worden georganiseerd. Opmerkingen bij ingebruikname •
•
In de derde hoofdrubriek “Activiteiten” is uitgegaan van de volgende “categorisering”: o De praktijkcomponent bestaat uit twee soorten activiteiten: enerzijds praktijkgerichte onderwijsactiviteiten in de opleidingsinstellingen en anderzijds de stageactiviteiten op (een) stageplaats(en). o Onder die stageactiviteiten valt zowel de preservicetraining als de inservicetraining (of LIO-baan). Deze laatste wordt dus als een vorm van stage gezien. o Volgens deze indeling zijn “stage” en “preservicetraining” dan ook geen synoniemen. Om circulaire omschrijvingen te vermijden is er gekozen om in een aantal omschrijvingen niet te spreken van stagiair/LIO maar van student/cursist.
Inter ENW werkgroep stage
INSTELLINGEN EN OPLEIDINGEN OPLEIDINGSINSTELLING
De instelling (universiteit, hogeschool of centrum voor volwassenenonderwijs), die de lerarenopleiding aanbiedt.
SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING (SLO)
Een opleiding georganiseerd door hogescholen, universiteiten en centra voor volwassenenonderwijs die leidt tot het diploma van leraar. De studiebelasting van deze opleiding telt 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten voor de praktijkcomponent. De opleiding kan in twee vormen worden aangeboden: - als een op zich staande opleiding; - als een opleiding die deels is ingebouwd in een masteropleiding: indien een specifieke lerarenopleiding aan een universiteit of hogeschool aansluit bij een master van minstens 120 studiepunten, kan ze voor 30 studiepunten “indalen” in de masteropleiding.
GEÏNTEGREERDE LERARENOPLEIDING (GLO)
Een professionele gerichte bacheloropleiding georganiseerd door hogescholen die leidt tot de graad van bachelor in onderwijs (kleuteronderwijs, lager onderwijs of secundair onderwijs) en het diploma van leraar. De studiebelasting van deze opleiding telt 180 studiepunten, waarvan 45 studiepunten voor de praktijkcomponent.
VOORTGEZETTE LERARENOPLEIDING (BANABA)
Een “bachelor-na-bacheloropleiding” georganiseerd door hogescholen die toegankelijk is voor houders van een bachelor- of masterdiploma. De opleiding leidt tot specifieke competenties (vb.: de graad bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs). De studiebelasting van deze opleiding telt 60 studiepunten.
STAGEPLAATS
Een school, centrum of instelling waar stageactiviteiten plaatsvinden.
Inter ENW werkgroep stage 10-10-27
ACTOREN STAGIAIR
De student/cursist die een stage doet.
LERAAR-IN-OPLEIDING (LIO)
De student/cursist die een inservicetraining doet.
MENTOR
Een personeelslid van de stageplaats, dat zorgt voor de ondersteuning van de stagiair/LIO tijdens de stage. De meest voorkomende benamingen voor mentoren: KLASMENTOR Een leraar van de stageplaats in het basisonderwijs die de directe begeleiding van de stagiair/LIO op zich neemt. VAKMENTOR Een leraar van de stageplaats (meestal in het secundair onderwijs) die de directe begeleiding van de stagiair/LIO in een bepaald vakgebied op zich neemt. SCHOOLMENTOR Een leraar van de stageplaats in het basis- of secundair onderwijs die de stage op de stageplaats coördineert.
STAGEBEGELEIDER
Een personeelslid van de opleidingsinstelling dat de stage begeleidt.
STAGECOÖRDINATOR
Een personeelslid van de opleidingsinstelling dat de stage coördineert.
3
Inter ENW werkgroep stage 10-10-27
ACTIVITEITEN PRAKTIJKCOMPONENT
Het geheel van - praktijkgerichte onderwijsactiviteiten in de opleidingsinstelling en - de stage op (de) stageplaats(en) in de vorm van preservicetraining en/of inservicetraining van een lerarenopleiding.
PRAKTIJKGERICHTE ONDERWIJSACTIVITEITEN
Het deel van de praktijkcomponent van een lerarenopleiding dat plaatsvindt in de opleidingsinstelling.
STAGE
De stage: het deel van de praktijkcomponent van een lerarenopleiding dat plaatsvindt op (de) stageplaats(en) en wordt vervuld in de vorm van preservice- en/of inservicetraining. Een stage: het samenhangend geheel van stageactiviteiten dat de student/cursist van een lerarenopleiding uitvoert, gewoonlijk in één stageperiode op één stageplaats.
PRESERVICETRAINING
Een vorm van stage van de specifieke en geïntegreerde lerarenopleiding die wordt vervuld als student/cursist.
INSERVICETRAINING
Een vorm van stage van de specifieke lerarenopleiding die wordt vervuld als personeelslid (LIO) van een centrum, instelling of school (decretaal LIO-baan genoemd).
STAGEACTIVITEIT
Een activiteit die deel uitmaakt van de stage van een lerarenopleiding en die de student/cursist uitvoert op de stageplaats.
4
Inter ENW werkgroep stage 10-10-27
PROCEDURES EN DOCUMENTEN STAGEOVEREENKOMST
De overeenkomst over een stage van een student/cursist, afgesloten tussen de student/cursist, de opleidingsinstelling en de stageplaats.
LIOBAANOVEREENKOMST
De overeenkomst over een inservicetraining van een LIO, afgesloten tussen de LIO, de opleidingsinstelling en de stageplaats.
RAAMOVEREENKOMST
De overeenkomst over een stage, afgesloten tussen de opleidingsinstelling en de stageplaats voor één of meerdere studenten/cursisten.
STAGEHANDLEIDING
Een informatieve bundel over een/de stage opgesteld door de opleidingsinstelling.
STAGERICHTLIJNEN
De specifieke richtlijnen die stageplaatsen, scholengroepen, of -gemeenschappen opstellen met betrekking tot de stageprocedure.
STAGEPLANNING
Het overzicht waarin aangegeven wordt waar en wanneer de student/cursist welke stageactiviteiten uitvoert.
STAGEPERIODE
Een periode waarin de student/cursist stageactiviteiten uitvoert op de stageplaats.
STAGEBEZOEK
Het bezoek dat een stagebegeleider brengt aan een student/cursist tijdens een stageactiviteit.
BEOORDELING of EVALUATIE
Het uitspreken van een oordeel dat kan gebeuren: - tussentijds of op het einde van de stage, - over een of meerdere stageactiviteiten, - door de mentor en/of stagebegeleider. In de benaming van de beoordeling of evaluatie zit een verwijzing naar deze drie elementen. Bijvoorbeeld: - tussentijdse beoordeling van een stageactiviteit door de vakmentor, - eindevaluatie van een stage door de stagebegeleider.
LIO-ASSESSMENT
Het beoordelingsproces van de inservicetraining van de LIO.
5