094-045
GEMEENTE VALKENSWAARD Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof
NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
5 maart 2013
INHOUD
BLZ
1.
INLEIDING................................................................................. 2
1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Aanleiding....................................................................................... 2 Ligging & begrenzing...................................................................... 2 Vigerend bestemmingsplan............................................................ 3 Leeswijzer ...................................................................................... 4
2.
BESTAANDE SITUATIE ........................................................... 5
2.1. 2.2.
Ruimte en functie ........................................................................... 5 Cultuurhistorie ................................................................................ 6
3.
BELEIDSKADER....................................................................... 8
3.1. 3.2. 3.3.
Rijksbeleid ...................................................................................... 8 Provinciaal beleid ........................................................................... 9 Gemeentelijk beleid...................................................................... 12
4.
PLANBESCHRIJVING ............................................................ 14
5.
MILIEU- & OMGEVINGSASPECTEN..................................... 16
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
Milieu ............................................................................................ 16 Archeologie .................................................................................. 20 Flora & fauna ................................................................................ 23 Waterhuishouding ........................................................................ 24 Verkeer & parkeren ...................................................................... 27
6.
JURIDISCHE PLANOPZET .................................................... 28
7.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID ................................. 29
8.
OVERLEG & INSPRAAK........................................................ 30
8.1. 8.2. 8.3.
Overleg ......................................................................................... 30 Inspraak........................................................................................ 30 Ambtshalve aanpassing ............................................................... 31
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
1
1.
INLEIDING
1.1. Aanleiding Ten zuiden van de kern Valkenswaard ligt aan De Sil begraafplaats Eikenhof. Deze begraafplaats bereikt binnen afzienbare tijd haar maximale capaciteit. De gemeente is derhalve genoodzaakt om de begraafplaats uit te breiden in noordwestelijke richting. De uitbreiding is op deze wijze stedenbouwkundig en landschappelijk goed inpasbaar en leidt tot een ruimtelijk goed afgeronde eenheid met de bestaande begraafplaats. De noodzaak van het voeren van onderhavige procedure voor de uitbreiding van de begraafplaats zit hem in diverse zaken waaronder het bereiken van de maximale capaciteit binnen afzienbare termijn en de doelstelling om op korte termijn de groenstructuur voor de begraafplaats te kunnen aanplanten, zodat deze al tot wasdom kan komen voordat de begraafplaats daadwerkelijk benut zal worden. Op de bestaande begraafplaats is de bewaarplaats voor asurnen reeds vergroot. De bestaande begraafplaats heeft een omvang van 3,2 hectare. De uitbreiding beslaat een terrein van 1,2 hectare. In het vigerende bestemmingsplan is reeds geanticipeerd op deze uitbreiding door het opnemen van een binnenplanse wijzigingsbevoegdheid voor het omzetten van de onderliggende bestemming naar de bestemming begraafplaats.
1.2. Ligging & begrenzing Op onderstaande uitsnede van de luchtfoto (http://maps.google.nl) is de uitbreidingslocatie met een rode contour globaal aangegeven. Daarnaast is de ligging van de bestaande begraafplaats globaal aangegeven met een groene contour.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
2
De begraafplaats Eikenhof grenst aan De Sil en aan het tracé van de oude spoorlijn tussen Winterslag (thans: Genk, in België) en Eindhoven. Noordelijk van het plangebied ligt bedrijventerrein De Schaapsloop. Het plangebied maakt onderdeel uit van een kleinschalig agrarisch gebied. De locatie bestaat uit de oostelijke delen van enkele agrarische percelen.
1.3. Vigerend bestemmingsplan In het plangebied is het vigerende bestemmingsplan “Schaapsloop 2” van toepassing. Dit plan is door GS goedgekeurd op 8 september 1998. In dit plan is, reeds vooruitlopend op een mogelijke uitbreiding van de begraafplaats, een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) opgenomen, waarmee de bestemming “Kernrandgebied” gewijzigd kan worden naar “Begraafplaats”. Daartoe is op de plankaart het wijzigingsgebied opgenomen waarop deze wijzigingsbevoegdheid van toepassing is. Dit wijzigingsgebied komt overeen met de nu voorliggende wijziging. In artikel 11 zijn aan de wijziging de volgende voorwaarden gekoppeld: De uitbreiding dient gelet op de capaciteit noodzakelijk te zijn; De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer 2 bedragen dan 450 m . Aan de eerste voorwaarde wordt voldaan, aangezien de capaciteit van de bestaande begraafplaats vrijwel volledig is benut en ontoereikend zal zijn voor de benodigde extra ruimte in de toekomst. Ook aan de tweede voorwaarde wordt voldaan. Binnen de uitbreiding worden slechts bouwwerken geen gebouwen zijnde voorzien. Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
3
Voor de wijziging van de bestemming dient ingevolge artikel 11 van de WRO (oude procedure) een wijzigingsprocedure doorlopen te worden.
1.4. Leeswijzer Het wijzigingsplan is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt de bestaande situatie beschreven; In hoofdstuk 3 komt het ruimtelijke beleidskader van de verschillende overheden aan bod; In hoofdstuk 4 volgt de beschrijving van het planvoornemen; In hoofdstuk 5 komen vervolgens de milieu- en omgevingsaspecten als geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid en de waterhuishouding aan bod; In hoofdstuk 6 volgt de beschrijving van de opzet van het juridische gedeelte van dit plan; In hoofdstuk 7 wordt de economische uitvoerbaarheid van onderhavig plan behandeld; In hoofdstuk 8 worden de resultaten uit overleg en inspraak behandeld.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
4
2.
BESTAANDE SITUATIE
2.1. Ruimte en functie De bestaande begraafplaats kent een klassieke indeling en is zowel op het terrein als aan de randen voorzien van volgroeide beplanting. De vormgeving en begrenzing van de begraafplaats sluit aan op de landschapsstructuur, waarbij de oude spoorlijn, De Sil en de ontsluitingsweg aan de westzijde van de begraafplaats bepalend zijn. Onderstaande luchtfoto is de meest recente foto; Ondertussen is deze alweer verouderd. Aan de uitbreiding voor de asurnen wordt al invulling gegeven op bestaand terrein.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
5
De interne opzet van de begraafplaats is asymmetrisch. De begraafplaats is ontsloten vanaf De Sil, waar ook een aula staat. Daarachter is een strooiveld voor as en worden asurnen geplaatst. De oostelijke en noordelijke terreindelen zijn benut voor traditionele graven. Dit is hoofdzakelijk een reeds ouder terreindeel, waar graven geruimd zullen worden. Dit kan echter pas plaatsvinden zodra volledige rijen geruimd kunnen worden, waarna conform de hedendaagse eisen nieuwe, ruimere graven ingericht kunnen worden. Vanwege de noodzaak om ruimere graven aan te leggen, is het niet mogelijk om op korte termijn binnen de bestaande begraafplaats te ruimen en graven te vervangen. Vooralsnog zullen nieuwe graven in de uitbreiding gerealiseerd kunnen worden en op langere termijn kan de bestaande begraafplaats worden heringericht.
2.2. Cultuurhistorie De begraafplaats en de uitbreidingslocatie (het feitelijke plangebied) liggen aan de zuidzijde van de kern Valkenswaard en worden omgeven door een aantal structuren van historische waarden. Zo is De Sil een weg van redelijke hoge cultuurhistorische waarden (zie gele aanduiding op nevenstaande kaart). De voormalige spoorlijn en het pad aan de westrand van de begraafplaats hebben de aanduiding hoge waarde (oranje lijnen). Dit zijn reeds oudere ontginningslijnen in het landschap. De begraafplaats is niet als element van cultuurhistorische waarde aangemerkt. Dit geldt wel voor een enkele boomgroep van monumentale zomereiken uit 1860-1870. De 3 zusters (de eiken) staan bij oude spoorlijn aan De Sil (groen symbool op de kaart). Bomen hebben een historische betekenis als markering van de voormalige spoorovergang.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
6
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
7
3.
BELEIDSKADER
3.1. Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota’s zoals: de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit, de agenda Landschap en de agenda Vitaal Platteland. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. In deze structuurvisie schetst het Rijk haar ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): 1. Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk- economische structuur van Nederland; 2. Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; 3. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Een leefbare en veilige samenleving vraagt om een goede milieukwaliteit, waterveiligheid en zoetwatervoorziening, bescherming van cultureel erfgoed, unieke natuurlijke waarden en locaties voor landsverdediging. Naast de hoofddoelen is het Rijk verantwoordelijk voor een goed systeem van ruimtelijke ordening. Hierbij stelt het rijk zich ten doel een duurzaam gebruik van de schaarse ruimte te bevorderen, ondermeer door een ladder voor verstedelijking te introduceren. Daarnaast streeft het Rijk naar regionaal maatwerk. Dit betekent dat de verantwoordelijkheid voor het ruimtelijk beleid meer bij provincies en gemeenten komen te liggen. Afspraken over verstedelijking, groene ruimte en landschap laat het Rijk over aan de provincies en gemeenten. Bij het beheren en ontwikkelen van natuur krijgen boeren en particulieren in het landelijk gebied een grotere rol. Voor het plangebied heeft het beleid uit de structuurvisie geen specifieke consequenties. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte) In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), beter bekend als de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Ruimte, zijn dertien nationale belangen opgenomen die juridische borging vereisen. Het Barro is gericht op doorwerking van de nationale belangen in
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
8
gemeentelijke bestemmingsplannen. Het Barro is op 1 januari 2012 in werking treden en per 1 oktober 2012 zijn er regels bijgevoegd. Het Barro betreft alleen regels afkomstig uit het eerdere ontwerp van de AMvB Ruimte (d.d. 2 juni 2009), die dus reeds aan inspraak is onderworpen. Het betreft onderwerpen die als nationaal belang in de nog vast te stellen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) worden herbevestigd. Dit betreft ondermeer de Mainportontwikkeling Rotterdam, Kustfundament, Grote Rivieren (exclusief Maas), Waddenzee en waddengebied, Defensie en Erfgoederen van universele waarde. De overige in de SVIR opgenomen nationale belangen zijn neergelegd in een wijziging van het Barro, die per 1 oktober van kracht is. Dit betreft onder andere de Rijksvaarwegen, Grote Rivieren (alleen Maas), Hoofdwegen en hoofdspoorwegen, Elektriciteitsvoorziening, Buisleidingen, EHS, Primaire waterkeringen buiten het kustfundament en het IJsselmeergebied. Ook deze aspecten hebben voor onderhavig wijzigingsplan geen gevolgen. Het aspect EHS is in het provinciaal beleid nader uitgewerkt.
3.2. Provinciaal beleid Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Provinciale Staten hebben op 1 oktober 2010 nieuw ruimtelijk beleid vastgesteld: de Structuurvisie ruimtelijke ordening. Deze is op 1 januari 2011 in werking getreden. Deze structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het beleid tot 2025 weer. In de structuurvisie zijn de kwaliteiten van provinciaal belang aangegeven en op basis hiervan zijn keuzes gemaakt voor het provinciale beleid. De locatie is gelegen in de groenblauwe mantel. De groenblauwe mantel bestaat overwegend uit gemengd landelijk gebied met belangrijke nevenfuncties voor natuur en water. Het zijn meestal gebieden grenzend aan het kerngebied natuur en water die bijdragen aan de bescherming van de waarden in het kerngebied. Nieuwe ontwikkelingen binnen de groenblauwe mantel zijn mogelijk, als deze bestaande natuur-, bodem- en waterfuncties respecteren of bijdragen aan een kwaliteitsverbetering van deze functies of het (cultuurhistorisch waardevolle) landschap. De versterking van de binnen de groenblauwe mantel aanwezige leefgebieden voor plant- en diersoorten vraagt daarbij specifieke aandacht.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
9
Uitsnede Kaart Structurenkaart
Mogelijke ontwikkelingen passen qua aard en schaal bij het ontwikkelingsperspectief voor de groenblauwe mantel en houden rekening met omliggende waarden. Dit wordt betrokken bij de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit. Een (verdere) ontwikkeling van kapitaalintensieve functies, zoals stedelijke ontwikkelingen, (bezoekers)intensieve recreatie en concentratiegebieden voor intensieve landbouwfuncties zijn strijdig met de doelen die in de groenblauwe mantel worden nagestreefd. De ontwikkelingsmogelijkheden voor deze intensievere functies zijn dan ook beperkt. Voorliggende ontwikkeling voorziet in de uitbreiding van een begraafplaats. De begraafplaats is niet aan te merken als een intensieve functie en is dus passend binnen de groenblauwe mantel. Daarnaast worden de aanwezige groenstructuren doorgetrokken op de uitbreidingslocatie van de begraafplaats, waardoor er wordt bijgedragen aan de kwaliteit van het landschap. Er worden geen maatregelen genomen welke effect hebben op het aanwezige watersysteem. Daarnaast zorgt de nieuwe inrichting van de begraafplaats voor een heldere inrichting welke bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit. Verordening Ruimte Noord-Brabant De Verordening ruimte Noord-Brabant 2011 is op 17 december 2010 door Provinciale Staten van Noord Brabant vastgesteld en op 1 maart 2011 in werking getreden. In deze planologische verordening zijn regels opgenomen voor verschillende ruimtelijke en planologische onderwerpen, waar de gemeenten rekening mee moeten houden bij het opstellen van bestemmingsplannen. De locatie van de begraafplaats is gelegen in de groenblauwe mantel en in het attentiegebied EHS. Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
10
Uitsnede kaart natuur en landschap, Verordening ruimte Noord-Brabant 2011
Voor de groenblauwe mantel is opgenomen dat ruimtelijke plannen (zoals wijzigings- en bestemmingsplannen) moeten strekken tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken. Daarnaast moet het plan regels stellen ter bescherming van de ecologische, landschappelijke en hydrologische waarden en kenmerken. Voor de attentiegebieden EHS geldt dat er geen bestemmingen mogen worden gerealiseerd die een negatief effect hebben op de waterhuishouding binnen de EHS. Daarnaast moeten er in het ruimtelijke plan een omgevingsvergunningenstelsel worden opgenomen voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden. Ook dient er overlegd te worden met het waterschapsbestuur over dit omgevingsvergunningenstelsel. Voorliggend plan behelst de uitbreiding van een begraafplaats. Deze ontwikkeling past binnen het beleid voor de groenblauwe mantel, want er worden met de ontwikkeling geen ecologische en / of landschappelijke waarden geschaad. Daarnaast worden er geen aanpassingen gedaan op het watersysteem. Voorliggend plan past ook binnen het beleid voor de attentiegebieden EHS, want er worden geen maatregelen genomen die invloed hebben op de waterhuishouding. In het kader van het wettelijk verplicht vooroverleg is er overleg gepleegd met het waterschap. In artikel 2 van de Verordening Ruimte (VR) wordt ingegaan op de zorgplicht en ruimtelijke kwaliteit. De uitbreiding van de begraafplaats zal plaatsvinden met aandacht voor de relevante aspecten van een goede landschappelijke inbedding. In het kader van zuinig ruimtegebruik is geconstateerd dat de huidige begraafplaats vol raakt. Een beperkte uitbreiding is daarom noodzakelijk. Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
11
Deze uitbreiding zal plaatsvinden direct aansluitend aan de bestaande begraafplaats en zal zo compact mogelijk zijn. De uitbreiding leidt ertoe dat de contour van de begraafplaats helder blijft; een rechthoekige basisvorm die qua maat en schaal passend is voor de planlocatie. De uitbreiding is aan de achterzijde gesitueerd, waardoor de ruimtelijke impact beperkt blijft. Door de toepassing van hagen, bomen en andere groenelementen op en aan de rand van het terrein, wordt de uitbreiding een ruimtelijke eenheid met de bestaande begraafplaats. Deze vormt reeds een ruimtelijk waardevol element in zijn omgeving. In het kader van de zorgplicht en ruimtelijke kwaliteit kan worden volstaan met een goede terreininrichting, zo volgt uit overleg dat gemeente en provincie over specifiek dit aspect hebben gevoerd. Zodoende wordt de bestaande begraafplaats met de uitbreiding een heldere eenheid die landschappelijk goed is ingebed en door zijn groene uitstraling ook een bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit.
3.3. Gemeentelijk beleid Structuurvisie Valkenswaard In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de gemeente Valkenswaard een nieuwe Structuurvisie opgesteld. Deze structuurvisie is een update van de StructuurvisiePlus uit 2003 en is benodigd omdat een aantal zaken al ontwikkeld of uitgevoerd zijn en er nieuwe aandachtspunten op de agenda zijn gekomen. Ook heeft de gemeente op diverse punten nieuw beleid geformuleerd en beleidslijnen herzien. Tenslotte ontbreekt een uitvoeringsprogramma. De nieuwe structuurvisie is opgebouwd uit twee delen, deel A en deel B. Deel A bevat een ruimtelijke toetsingskader en visie op hoofdlijnen voor de lange termijn (circa 10-20 jaar). Dit deel formuleert de ontwikkelingskoers voor de lange termijn en biedt het casco voor concrete projecten en plannen. Het is een toetsingskader, maar tegelijkertijd ook een inspiratiekader voor ruimtelijke ontwikkeling. Deel B van de structuurvisie is een ruimtelijk- functioneel programma en uitvoeringsplan voor de (middellange en) korte termijn. In dit deel van de structuurvisie staat beschreven welke concrete projecten en plannen op korte termijn richting uitvoering worden gebracht en hoe deze gerealiseerd gaan worden. Het projectenplan zal periodiek worden geactualiseerd en geeft daarmee steeds voor een bepaalde periode weer op welke wijze de ontwikkelingskoers tot uitvoering wordt gebracht. Deze actualisatie is nodig om kostenverhaal van bovenplanse kosten zeker te stellen en locatie-eisen te kunnen stellen. Bovendien biedt dit deel mogelijkheden om accenten in de ruimtelijke ontwikkeling te verschuiven, zonder daarbij de totale visie (deel A) aan te passen.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
12
In deel A van de structuurvisie is ook een visie beschreven voor de bebouwde kom van Valkenswaard. Valkenswaard is ten opzichte van Dommelen en Borkel en Schaft de meest stedelijke kern. Dit betekent dat er meer mogelijkheden zijn voor nieuwe ontwikkelingen, vooral in het centrum en aan de randen van het centrum. De verbetering van de leefkwaliteit aan de doorgaande wegen heeft prioriteit. Deze linten, waaronder de Leenderweg, heeft te lijden onder de grote verkeersdruk. Als deze druk verminderd wordt, kan de inrichting van deze linten worden aangepast en meer worden gericht op de verblijfskwaliteit. Daarnaast staat in de structuurvisie aangegeven wat de mogelijkheden zijn voor inbreidingsplannen.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
13
4.
PLANBESCHRIJVING
De situatie op de bestaande begraafplaats blijft zoals deze op dit moment is (zie hiervoor de beschrijving in het hoofdstuk bestaande situatie), met dien verstande dat er uiteraard doorlopende paden en groenstructuren zullen worden aangelegd vanaf de bestaande begraafplaats naar de uitbreiding van de begraafplaats. Op de volgende pagina is een afbeelding van de structuur van de bestaande begraafplaats weergegeven. Met een paars kader is de begrenzing van de uitbreiding aangegeven. Met pijlen is aangegeven op welke wijze verbindingen tussen de bestaande begraafplaats en de uitbreiding zullen worden gerealiseerd. De gronden waar de uitbreiding is voorzien, zijn nu nog in agrarisch gebruik. Daarom heeft de gemeente besloten om het noodzakelijke archeologische sleuvenonderzoek pas uit te voeren zodra de gronden verworven zijn. Dit om niet vroegtijdig het agrarische gebruik te beperken. Het gevolg is wel dat de gemeente de terreininrichting nog niet tot in detail kan uitwerken omdat hiervoor afstemming noodzakelijk is op mogelijke archeologische waarden. Daarom is een dubbelbestemming opgenomen, gericht op de bescherming van mogelijk aanwezige archeologische waarden en met een toetsingskader en nadere onderzoeksplicht. Er is een deel van de uitbreiding van de begraafplaats uitgezonderd van deze dubbelbestemming, omdat hier reeds uit bestaand onderzoek is gebleken dat er geen behoudenswaardige archeologische relicten aanwezig zijn. Aan de noord- en westrand zal worden voorzien in een afschermende haag. Binnen de uitbreiding van de begraafplaats zal daarnaast een structuur van hagen en bomen worden aangebracht, vergelijkbaar met de bestaande begraafplaats. De lay-out van de begraafplaats zal worden aangesloten op de bestaande rastervormige structuur van paden. Door de uitbreiding zullen de entree en de aula een meer centrale positie innemen. De uitbreiding leidt aldus tot een evenwichtiger ruimtelijk beeld en een logische afronding van structuren die latent reeds aanwezig zijn. Op dit moment vormt de route aan de westzijde van de bestaande begraafplaats tevens een toegang tot de agrarische percelen ten westen daarvan. Een deel van deze percelen maakt onderdeel uit van de uitbreiding van de begraafplaats; de overige delen blijven hun huidige functie behouden. Om deze percelen ook na uitbreiding van de begraafplaats toegankelijk te houden, zal ook in de nieuwe situatie de huidige oplossing worden gehandhaafd. Daartoe zal een gezamenlijke ontsluiting worden aangelegd voor de begraafplaats en de agrarische percelen ten westen daarvan.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
14
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
15
5.
MILIEU- & OMGEVINGSASPECTEN
5.1. Milieu Bodem e
1 fase verkennend bodemonderzoek Lankelma Geotechniek Zuid bv heeft een verkennend bodemonderzoek (nr. 62365, d.d. 15 september 2008) uitgevoerd ter plaatse van De Sil te Valkenswaard. Aanleiding voor het onderzoek is de door de opdrachtgever voorgenomen uitbreiding van de begraafplaats. Het doel van het verkennend bodemonderzoek is drieledig: 1. het, middels een steekproef, vaststellen van de actuele bodemkwaliteit ter plaatse; 2. vaststellen wat de dikte en het puinpercentage van het puinpad op de locatie is middels het graven van inspectiegaten. In geval het toch bodem betreft (<50% bodemvreemd materiaal) moet de chemische kwaliteit hiervan worden vastgesteld; 3. vaststellen of het asfalt van de parkeerplaats teerhoudend is. Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen zoals beschreven in de Nederlandse norm NEN 5740 (oktober 1999): "Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek". Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden is geen aanvullende informatie naar voren gekomen welke tot een aanpassing van de onderzoeksstrategie heeft geleid. In de bovengrond zijn zware metalen en PAK marginaal verhoogd aangetoond. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aangetroffen. In het grondwater overschrijden de gehalten barium en koper de streefwaarden. Het aangetoonde beeld wijkt niet significant af van hetgeen in de regel wordt aangetroffen in Valkenswaard. De halfverhardingslaag van puin is circa 0,3 m dik. Analytisch is vastgesteld dat de laag als 'bodem' aan te merken is (<50% bodemvreemd materiaal). Analytisch zijn in de puinhoudende bovengrond verhoogde gehalten zware metalen en PAK gemeten. In de onderliggende laag zijn geen verhoogde gehalten gemeten. In het pad zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Daar zware metalen in het grondwater en zware metalen en PAK in de bovengrond de desbetreffende streefwaarden overschrijden dient de onderzoekshypothese te worden verworpen. Formeel gezien is de bodem op de locatie niet geheel vrij van bodemverontreiniging. Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
16
Gezien de aard en mate van de aangetroffen verontreinigingen is nader onderzoek niet noodzakelijk. Er bestaan uit bodemkwaliteitsoogpunt geen beperkingen ten aanzien van de geplande uitbreiding van de begraafplaats. De asfaltverharding ter plaatse van de parkeerplaats van de begraafplaats is circa 12 cm dik. Het asfalt is teerhoudend. Het onderzoek is separaat bij deze toelichting gevoegd. e
2 fase verkennend bodemonderzoek Lankelma Geotechniek Zuid bv heeft een verkennend bodemonderzoek (nr. 62365-2, d.d. 4 november 2008) uitgevoerd ter plaatse van De Sil te Valkenswaard. Aanleiding voor het onderzoek is de door de opdrachtgever voorgenomen uitbreiding van de begraafplaats. Deel van het verkennend bodemonderzoek is het, middels een steekproef, vaststellen van de actuele bodemkwaliteit ter plaatse. Het onderzoek is gefaseerd uitgevoerd. De eerste fase is in augustus 2008 uitgevoerd en gerapporteerd in de gelijknamige rapportage van 15 september 2008. Onderhavige rapportage beschrijft het onderzoek uitgevoerd in de tweede en laatste fase van het onderzoek, Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd overeenkomstip de richtlijnen zoals beschreven in de Nederlandse norm NEN 5740 (oktober 1999): "Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek". Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden is geen aanvullende informatie naar voren gekomen welke tot een aanpassing van de onderzoeksstrategie heeft geleid. In de bovengrond is cadmium marginaal verhoogd aangetoond. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aangetroffen. in het grondwater overschrijden de gehalten barium, cadmium en zink de streefwaarden. Het aangetoonde beeld wijkt niet significant af van hetgeen in de in fase 1 onderzochte percelen is aangetoond of hetgeen in de regel wordt aangetroffen in Valkenswaard. Daar overschrijdingen van de streefwaarden in grond en grondwater zijn aangetroffen dient de onderzoekshypothese te worden verworpen. Formeel gezien is de bodem op de locatie niet geheel vrij van bodemverontreiniging. Gezien de aard en mate van de aangetroffen verontreinigingen is nader onderzoek niet noodzakelijk. Er bestaan uit bodemkwaliteitsoogpunt geen beperkingen ten aanzien van de geplande uitbreiding van de begraafplaats. Het onderzoek is separaat bij deze toelichting gevoegd.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
17
Luchtkwaliteit De Eerste Kamer heeft op 9 oktober 2007 het wetsvoorstel voor de wijziging van de ‘Wet milieubeheer’ goedgekeurd. Deze wet is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het ‘Besluit luchtkwaliteit 2005’. De wet is één van de maatregelen die de overheid heeft getroffen om: negatieve effecten op de volksgezondheid als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging aan te pakken, mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling te creëren ondanks de overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit, De paragraaf luchtkwaliteit in de ‘Wet milieubeheer’ voorziet ondermeer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe ‘Wet luchtkwaliteit’ geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde, een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt, wat wil zeggen dat een project ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan de luchtverontreiniging (meer dan 3% ten opzichte van de grenswaarde). Voor de NIBM-grens woningbouwlocatie geldt het 3% criterium (< 1.500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg, met een gelijkmatige verkeersverdeling, < 3.000 woningen bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling). een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL. Een en ander is vastgelegd in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) en de hierbij behorende Regeling. Voorliggend wijzigingsplan is de basis voor een uitbreiding van een bestaande begraafplaats. Deze uitbreiding betreft uitsluitend een verruiming van de begraafcapaciteit en nagenoeg niet van het aantal parkeerplaatsen en de intensiteit van gebruik. Door de uitbreiding zullen er per saldo hooguit enkele extra autobewegingen naar het plangebied zijn ten opzichte van de huidige situatie. Indien dit wordt beschouwd ten opzichte van het NIBM-criterium (minder dan 3.000 woningen bij tweezijdige ontsluiting, resulterend in minder dat 15.000 verkeersbewegingen per dag), wordt ruim onder deze grens gebleven. Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
18
Omdat de functie van de locatie wijzigt van een groene bestemming naar een maatschappelijke-bestemming (begraafplaats), of te wel van een voor inrichtingen met betrekking tot het aspect luchtkwaliteit niet relevante locatie (geen gevoelige bestemming) naar een eveneens niet relevante locatie, behoeft er geen aandacht te worden besteed aan de zogenaamde omgekeerde werking. Dit betreffen dan de gevolgen (beperkingen) voor nabijgelegen inrichtingen. Voor de gevolgen van het uitbreidingsplan voor de luchtkwaliteit, kan worden geconcludeerd dat de luchtkwaliteit geen belemmering is. Geluid De Wet geluidhinder heeft tot doel de mens te beschermen tegen geluidhinder. Dit is in de wet uitgewerkt in een normenstelsel voor de toelaatbare geluidbelasting in de woonomgeving. Alleen planologisch nieuwe situaties worden getoetst aan de wet. Naast woningen zijn er nog een aantal geluidgevoelige objecten aangewezen zoals scholen en zorginstellingen. De openbare ruimte is in principe niet beschermd. De regels voor geluid binnen de woning zijn opgenomen in het Bouwbesluit en worden getoetst bij de bouwaanvraag. In de Wet geluidhinder staan regels voor weg- en railverkeerslawaai en voor industrielawaai opgenomen. De wet werkt verder met zones: dit zijn aandachtsgebieden rond geluidbronnen waarbinnen regels en normen gelden om de negatieve gevolgen van geluidhinder te beperken. Bij (planologische) wijzigingen moet er akoestisch onderzoek plaatsvinden naar de gevolgen. De bestaande situatie hoeft niet getoetst te worden bij het vaststellen van een bestemmingsplan. De geluidbelasting wordt alleen bepaald ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen. Er van uitgaande dat er binnen het gebied waarvan de bestemming gewijzigd zal worden geen woningen of ander geluidsgevoelige bestemmingen aanwezig zijn, is een toets aan de grenswaarde in de voorliggende situatie niet aan de orde. Een volgende afweging in het kader van een goede ruimtelijke ordening is of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Aangezien hier geen sprake is van een woon- of leefomgeving zijn er geen belemmeringen. Externe veiligheid Voor wat betreft mogelijk gevaar voor gevoelige bestemmingen geldt er voor een begraafplaats geen afstand aangezien er geen voor de omgeving potentieel gevaarlijke activiteiten plaatsvinden. Voor wat betreft externe veiligheid worden geen belemmeringen verwacht.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
19
Bedrijven & milieuzonering Er zijn in de directe omgeving van het plangebied geen bedrijven gelegen met een milieucontour die van invloed is op onderhavig plangebied. Derhalve kan geconcludeerd worden dat er wat betreft het aspect bedrijven en milieuzonering geen belemmeringen zijn. Voor de begraafplaats is op 22 februari 2007 een revisievergunning verleend krachtens de Wet milieubeheer. Daarin is de uitbreiding al meegenomen. Kabels en leidingen De gemeente heeft een klic-melding gedaan voor het plangebied. Hieruit komt naar voren dat er geen kabels en leidingen door het gebied lopen.
5.2. Archeologie Bureau- en inventariserend veldonderzoek RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek (RAAP-NOTITIE 2828, d.d. juli 2008) uitgevoerd in verband met een geplande uitbreiding van begraafplaats Eikenhof te Valkenswaard in de gemeente Valkenswaard. Doel van dit onderzoek was allereerst het middels bureauonderzoek verwerven van informatie over bekende en te verwachten archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Het doel van het veldonderzoek was vervolgens die verwachting te toetsen en, voorzover mogelijk, een eerste indruk te geven van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische vindplaatsen. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen bodemingrepen in het plangebied is vervolgens een advies met betrekking tot archeologisch vervolgonderzoek geformuleerd. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied in een in archeologisch opzicht zeer rijk gebied is gesitueerd. Gezien de (1) gunstige landschappelijke ligging; (2), de aanwezigheid van een beschermend esdek en (3) de aanwezigheid van de vele archeologische resten in de directe nabijheid van het plangebied, is de kans zeer groot dat ook in het plangebied archeologische resten aanwezig zijn. Het betreft mogelijk de resten van landbouwers uit de perioden Neolithicum Middeleeuwen. Daarnaast is er, op basis van vondsten uit de directe omgeving van het plangebied, goede kans op de aanwezigheid van een grafveld uit de Romeinse tijd. Tijdens het veldonderzoek (11 boringen) is in één boring een kleine aardewerkscherf aangetroffen die op een vindplaats uit de Romeinse tijd of Middeleeuwen wijst. De aanwezigheid van een esdek kan betekenen dat archeologische resten nog goed zijn bewaard. Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
20
Er zijn geen resten van het verwachte grafveld uit de Romeinse tijd gevonden, maar dit kan te wijten zijn aan het feit dat grafvelden gekenmerkt worden door puntlocaties (graven), die moeilijk zijn op te sporen met de boor. Op basis van het veldonderzoek kan een dergelijk grafveld daarom niet uitgesloten worden. Het is zelfs waarschijnlijk dat er zich een dergelijk grafveld in het plangebied bevindt. Gezien de onderzoeksresultaten en de voorgenomen ingrepen in het plangebied is geconcludeerd dat bij de uitvoering hiervan er goede kans is dat er archeologische resten zullen worden verstoord. Op basis hiervan wordt aanbevolen om in het plangebied vervolgonderzoek plaats te laten vinden in de vorm van inventariserend veldonderzoek (IVO) karterende fase, bestaande uit proefsleuvenonderzoek. Het onderzoek is separaat bij deze toelichting gevoegd. Proefsleuvenonderzoek BILAN heeft voor een deel van het plangebied een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (rapport 2008, definitief, d.d. 5 november 2008) uitgevoerd. Uit het archeologische vooronderzoek is gebleken dat het plangebied een hoge archeologische verwachting heeft die te relateren is aan het voorkomen van hoge zwarte enkeerdgronden op dekzandruggen. Uit het booronderzoek is gebleken dat in het plangebied een hoge zwarte enkeerdgrond aanwezig was die bestond uit een dikke gelaagde humeuze A-horizont die direct op de C-horizont lag. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werd een aantal nederzettingssporen aangetroffen, bestaande uit paalkuilen. Slechts één spoor bevatte een vondst. In de sporen werd tussen vier paalkuilen een mogelijke structureel verband herkend. De palenrij bestond uit vier palen, noordzuid georiënteerd en kon bij gebrek aan vondstmateriaal niet worden gedateerd. In eerste instantie werden de sporen qua vorm en kleur gedateerd in de Romeinse tijd. Na onderzoek bleek de diepte van de sporen te gering te zijn om deze in de Romeinse tijd te kunnen situeren. Het aardewerk dat in de omgeving van de sporen werd aangetroffen, zou de vindplaats met nederzettingssporen mogelijk kunnen dateren in de periode Neolithicum Vroeg - IJzertijd of Neolithicum Laat - Bronstijd Vroeg maar de vorm van de paalkuilen wijst niet in die richting. Tijdens het onderzoek werden in het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied greppels aangetroffen die op basis van het aardewerk zijn gedateerd in de Middeleeuwen Laat B - Nieuwe Tijd A. De sporen uit deze periode wijzen niet onmiddellijk op bewoning maar vormen eerder restanten van landgebruik.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
21
Bij de aanleg van het vlak werden fragmenten Pingsdorf-aardewerk aangetroffen. Deze vondsten zijn indicatoren voor een mogelijke middeleeuwse nederzetting in of nabij het plangebied. De vindplaats met nederzettingsporen werd vastgesteld in het uiterst zuidelijke deel van het onderzoeksgebied, in en rondom werkput 9. In het onderzoekgebied was een dik esdek aanwezig dat een beschermende werking heeft gehad en ervoor heeft gezorgd dat de archeologische sporen behouden zijn. 2
De vindplaats met een oppervlakte van ruim 1325 m is als behoudenswaardig gewaardeerd. Om deze waarden in situ te behouden zouden beheersmaatregelen kunnen worden getroffen, door de urnenbewaarplaatsen die in het zuidelijke deel van het plangebied worden gegraven niet dieper aan te leggen dan 26,4 m +NAP. Dit zou voor het zuidelijke deel van het plangebied betekenen dat de bovengrond opgehoogd moet worden. Wanneer dit niet mogelijk is, zullen de archeologische waarden ex situ bewaard moeten blijven door middel van een opgraving. Een definitieve opgraving in het plangebied heeft als doel de aanwezige archeologische resten ex situ te behouden. Voorafgaand aan het onderzoek zal een Programma van Eisen moeten worden opgesteld waarin de onderzoeksvragen en methoden worden beschreven. Een overzicht van vrijgegeven gebied en nader te onderzoeken gebied is in onderstaande ‘figuur 10’ opgenomen (bron: onderzoeksrapport Bilan).
Dit advies is een selectieadvies dat de verantwoordelijke overheid moet worden beoordeeld en omgezet in een selectiebesluit.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
22
Het onderzoek is separaat bij deze toelichting gevoegd. Vervolg Op basis van de onderzoeksresultaten dient de gemeente een selectiebesluit te nemen. Dit leidt ertoe dat op de gronden die in gemeentelijk eigendom zijn, onderscheid wordt gemaakt tussen een deel vrij te geven gronden en een deel waar alsnog archeologisch vervolgonderzoek gedaan moet worden, alvorens de gronden vrijgegeven kunnen worden. Daartoe is in dit wijzigingsplan een dubbelbestemming opgenomen. Voor een ander deel van het plangebied (nog niet in het bezit van de gemeente) is ook nader onderzoek (sleuvenonderzoek) noodzakelijk. Dit zal pas plaatsvinden na aankoop gronden om niet nu het agrarisch gebruik reeds te beperken. Het programma van eisen voor dit onderzoek is reeds vastgesteld en gelijk aan dat voor het reeds uitgevoerde proefsleuvenonderzoek. Ook voor dit deel van het plangebied is voornoemde dubbelbestemming opgenomen. De dubbelsbestemming is inhoud gegeven aan de hand van de erfgoedkaart van het SRE en de gemeentelijke standaard die daarop is gebaseerd. Volgens het beleid bij de erfgoedkaart geldt voor gebieden met een hoge archeologische verwachting (categorie 4) het volgende: In deze gebieden geldt op basis van geomorfologische en bodemkundige opbouw en aangetroffen archeologische vondsten en relicten een hoge archeologische verwachting. Dat wil zeggen dat in deze gebieden sprake is van een hoge concentratie archeologische vindplaatsen met goede conserveringsomstandigheden. De kans op het aantreffen van archeologische vondsten bij bodemingrepen is dus zeer groot. Om die reden is een archeologisch onderzoek vereist bij bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten die groter zijn dan 500 m² en dieper gaan dan 0,3 m onder maaiveld of 0,5 m onder maaiveld bij esdek en agrarisch bestemde gronden.
5.3. Flora & fauna Staro bos en natuurbeheer bv heeft een quickscan natuurwaarden (nr. P08-0055, d.d. april 2008) uitgevoerd. Doel van het onderliggende onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het onderzoeksgebied mogelijk leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. Voor soortbescherming is hierbij de Flora- en faunawet van belang, gebiedsbescherming is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
23
Conclusies In het onderzoeksgebied komen mogelijk verschillende beschermde soorten dieren voor die vermeld staan op de lijsten van de Flora- en faunawet (Ff-wet). Soorten van FFlijst 1 (Mogelijk) voorkomende planten, grondgebonden zoogdieren en een aantal soorten amfibieën komen voor op FFlijst 1. Voor soorten van FFlijst 1 geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen is het voor deze soorten niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen. Soorten van FFlijst 2/3 Mogelijk voorkomende vogelsoorten staan vermeld op FFlijst 3 en zijn feitelijk ontheffingsplichtig. Door beplanting vóór het broedseizoen voor vogels te verwijderen wordt voorkomen dat vogels er zullen gaan broeden. Indien zo gehandeld wordt dan treden er geen effecten op ten aanzien van vogels. Wanneer de werkzaamheden in het geheel plaats vinden buiten het broedseizoen worden geen nadelige effecten verwacht op vogels en is het niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen. Mogelijk in het onderzoeksgebied voorkomende vleermuizen staan vermeld op FFlijst 3 en zijn ontheffingsplichtig. Er treden geen effecten op ten aanzien van de groep vleermuizen, het uitvoeren van nader onderzoek of het aanvragen van een ontheffing zijn niet aan de orde. Concluderend kan gesteld worden dat: de aanbevelingen ten aanzien van vogels in acht genomen dienen te worden; de werkzaamheden voor de overige soortgroepen geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben. Het onderzoek is separaat bij deze toelichting gevoegd.
5.4. Waterhuishouding Beleid Om water als één van de principes voor de ruimtelijke ordening verder te ontwikkelen, heeft de Commissie Waterbeheer 21e eeuw de doelstelling geformuleerd om water prominenter in beeld te krijgen. Eén van die doelstellingen is het uitvoeren van een 'Watertoets' bij alle ruimtelijke plannen en besluiten. Hiertoe dient de initiatiefnemer van een plan de waterbeheerder vroegtijdig bij de planvorming te betrekken. Het betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
24
Het doel is om te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De resultaten van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder worden verwoord in de waterparagraaf. In deze paragraaf wordt kort een overzicht gegeven van het beleid ten aanzien van water op rijks-, provinciaal-, regionaal- en lokaal niveau. Rijksbeleid Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de 4e Nota Waterhuishouding en is het rijksplan voor het waterbeleid. Het plan gaat in op de thema's waterveiligheid, wateroverlast, droogte en zoetwatervoorziening, waterkwaliteit en gebruik van water. Het Nationaal Waterplan bevat, naast een langetermijnvisie en een streefbeeld voor 2040, een concreet uitvoeringsprogramma 2009-2015. Het Nationaal Waterplan bevat de stroomgebiedbeheerplannen die op grond van de Kaderrichtlijn Water zijn opgesteld. Deze zijn gelijktijdig in werking getreden met het Nationaal Waterplan. Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Hierin zijn water en ruimtelijke ontwikkelingen geïntegreerd, conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet. Provinciaal beleid Het provinciaal Waterhuishoudingsplan voor Noord-Brabant is gericht op het bereiken en in stand houden van watersystemen, die ruimte bieden aan een gezond leefmilieu voor mens, dier en plant. De waterhuishoudkundige situatie moet zodanig zijn dat de grond- en oppervlaktewatersystemen – in kwalitatief en kwantitatief opzicht – een geschikte basis vormen voor menselijk gebruik en natuurlijke ontwikkelingen. Waterschapsbeleid Uitgangspunt vormt het beleid volgens het Waterbeheerplan 2010-2015 van Waterschap De Dommel. De belangrijkste beleidsuitgangspunten luiden als volgt: (grond-)waterneutraal bouwen: niet aankoppelen; hemelwater behandelen volgens de watertrits; hergebruiken, infiltreren, bergen, afvoeren; gebruik van duurzame, niet uitlogende bouwmaterialen; aansluiting van droogweerafvoer (DWA) op het riool. Bij nieuwbouwplannen heeft de gemeente de randvoorwaarde dat het regenwater moet worden afgekoppeld en geïnfiltreerd in de bodem. Afvalwater Het gebouw op het bestaande complex aan de Sil is aangesloten op het drukrioleringsstelsel van de gemeente Valkenswaard. Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
25
Het vuilwater van het drukrioleringsstelsel wordt geïnjecteerd op het gemengde rioleringsstelsel van de gemeente. Binnen de uitbreiding van het complex zijn geen gebouwen of aanleg van objecten met een vuilwaterafvoer voorzien. De vuilwaterafvoer van het complex blijft daarbij ongewijzigd. Regenwater Nieuw aan te leggen (half-)verhardingen binnen het plangebied betreffen paden, grafstenen e.d. Het grootste deel van het plangebied blijft onverhard. Regenwater zal aldus op het terrein infiltreren. Het plangebied heeft een maaiveldhoogte van circa 26 m + N.A.P. Uit eerder hydrologische onderzoeken en bestaande gegevens van het plangebied heeft de gemeente de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) bepaald op ca. 23,75 m + N.A.P. Deze grondwaterstand is zodanig dat er voor de drooglegging van het gebied geen aanvullende voorzieningen of maatregelen noodzakelijk zijn. Graven in 2 lagen kunnen boven de GHG worden aangelegd. Afwatering Voor de afvoer van het regenwater van de omgeving van de Sil zijn er waterlossingen aangelegd. Binnen het plangebied zijn er geen bestaande en/of nieuwe waterlossingen voorzien. Gezien de hoogte van de GHG, heeft het complex geen nadelige gevolgen voor de afvoer van het regenwater binnen het plangebied. Grondwater In de Wet op de lijkbezorging is bepaald dat begraafplaatsen niet in een grondwaterbeschermingsgebied gelegen mogen zijn. Ook dienen graven minimaal 30 centimeter boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand te liggen. De provincie Noord-Brabant heeft de ligging van de grondwaterbeschermingsgebieden vastgelegd op kaart. Zoals uit onderstaande afbeelding blijkt, is de locatie niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied.
Uitsnede kaart grondwaterbeschermingsgebieden provincie Noord-Brabant Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
26
Graven dienen minimaal 30 centimeter boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) te liggen. Zoals eerder verwoord is de GHG bepaald op circa 23,75 meter boven N.A.P. Het plangebied heeft een maaiveldhoogte van circa 26 m + N.A.P. Er is dus voldoende ruimte om de graven aan te leggen. Voorliggende uitbreiding van de begraafplaats voldoet aan hetgeen is vastgelegd in de Wet op de lijkbezorging. Overleg Onderhavig wijzigingsplan is voorgelegd aan een vertegenwoordiger van het waterschap. Het waterschap heeft aangegeven geen op- en/of aanmerkingen te hebben.
5.5. Verkeer & parkeren Verkeer Voor de verkeersstromen is met name de piekbelasting van belang, die ontstaat tijdens begrafenissen. Daarvoor hanteert de gemeente de landelijke norm van 22,5 voertuigen per begrafenis. De intensiteit waarmee begrafenissen plaatsvinden, zal door de uitbreiding niet veranderen. Nu en in de toekomst wordt uitgegaan van zo’n 80 begrafenissen per jaar. Het verzorgingsgebied van deze begraafplaats blijft immers ongewijzigd, evenals de gebruiker. De toename van het aantal voertuigbewegingen zal aldus beperkt blijven tot een eventuele kleine toename van bezoekers van graven buiten begrafenissen en doordat het aantal graven geleidelijk beperkt zal toenemen. Dit levert echter een zeer gespreid verkeersbeeld op met een zeer lage intensiteit. De verkeerscapaciteit van omliggende wegen komt aldus niet onder druk te staan door de uitbreiding. Parkeren Op basis van bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de parkeercapaciteit bij de begraafplaats niet vergroot behoeft te worden in verband met de uitbreiding. Bij de bestaande begraafplaats zijn 52 parkeerplaatsen aangelegd, wat op basis van de norm van 22,5 per begrafenis voldoende is om 2 begrafenissen tegelijkertijd of kort na elkaar plaats te kunnen laten vinden. In de praktijk blijkt dat er ook geen parkeerproblemen ontstaan bij deze begraafplaats.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
27
6.
JURIDISCHE PLANOPZET
Het vigerende bestemmingsplan “Schaapsloop 2”; vastgesteld door de gemeenteraad van Valkenswaard op 29 januari 1998 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij besluit van 8 september 1998, geeft door gebruik te maken van de op de wijzigingslocatie rustende wijzigingsbevoegdheid op grond van het bepaalde in 11.6 van het bestemmingsplan de mogelijkheid om de bestemmingwijziging planologisch mogelijk te maken via het volgen van een wijzigingsprocedure. Het onderhavige wijzigingsplan betreft het omzetten van het huidige agrarische gebruik naar een uitbreiding van de naastgelegen bestaande begraafplaats. Aangezien er geen stedenbouwkundige en planologische belemmeringen zijn is besloten het wijzigingsplan in procedure te brengen. Achtereenvolgens zal worden ingegaan op de plankaart en de daarbij behorende voorschriften. De plankaart Het wijzigingsplangebied is gelijk aan de vigerende aanduiding ‘wijzigingsbevoegdheid 1’. Op de onderhavige wijzigingsplankaart is deze ‘wijzigingsbevoegdheid’ verwijderd. Vervolgens is de bestemming “Kernrandgebied” vervangen door de bestemming “Begraafplaats” (artikel 14). Tevens is waar relevant de dubbelbestemming voor archeologie opgenomen. De voorschriften De voorschriften van het moederplan “Schaapsloop 2” zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. Op deze voorschriften vindt een aantal aanpassingen plaats. Zo zijn in het onderhavige plangebied geen gebouwen toegestaan. Bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn in dezelfde maatvoering toegestaan als in het moederplan. Daarnaast is ter bescherming van mogelijk aanwezige archeologische waarden een dubbelbestemming opgenomen. Voor de uitvoering van een aantal werkzaamheden in de bodem is een nadere toetsing noodzakelijk of deze de archeologische waarden kunnen aantasten.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
28
7.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
De kosten voor het opstellen van onderhavig wijzigingsplan komen voor rekening van de gemeente. De gemeente heeft bij besluit van 29 november 2007 in haar begroting een budget van € 510.000 gereserveerd voor de aanleg van de uitbreiding van de begraafplaats. Hierin zijn tevens meegenomen de onderzoekskosten en kosten voor het planologisch proces, die samenhangen met de uitbreiding. De kosten van de uitbreiding blijven binnen dit budget.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
29
8.
OVERLEG & INSPRAAK
8.1. Overleg Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat de gemeente bij de voorbereiding van een wijzigingsplan overleg moet plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het kader van het vooroverleg is het bestemmingsplan daarom gestuurd naar de volgende instanties: Provincie Noord-Brabant; VROM Inspectie Zuid; Waterschap De Dommel. Waterschap De Dommel heeft op 16 juni 2009 per brief (kenmerk: U-0904671) een reactie gegeven op het wijzigingsplan. Het waterschap concludeerde dat er geen waterbelangen in het geding zijn. De provincie Noord-Brabant heeft op 9 juli 2009 een reactie gegeven op het wijzigingsplan, op 13 juli is deze reactie aangevuld. De provincie had de volgende opmerkingen” 1. Er is in de waterparagraaf onterecht niet naar het grondwater gekeken in relatie tot de lijkbezorging; 2. Er is onvoldoende aandacht besteed aan de eventuele ligging van de locatie in een Grondwaterbeschermingszone; In voorliggende toelichting is de reactie van de provincie verwerkt. Er is een aanvulling opgenomen in de waterparagraaf ten aanzien van het grondwater en de relatie met de lijkbezorging. Ook is er een aanvulling gedaan ten aanzien van Grondwaterbeschermingszones.
8.2. Inspraak De voorbereiding van het besluit omtrent de vaststelling van het ontwerpwijzigingsplan zal op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de zienswijzen gedurende zes weken voor een ieder ter visie worden gelegd. Eventuele ingediende zienswijzen zullen in de besluitvorming door de gemeenteraad worden betrokken. Ten tijde van de ter visie legging is er één zienswijze ingediend. Omdat de procedure stil heeft gelegen, heeft de gemeente de indiener van deze zienswijze de mogelijkheid geboden om een aanvulling te doen. Van deze mogelijkheid heeft men geen gebruik gemaakt. Hieronder zijn de zienswijze en de gemeentelijke reactie samengevat.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
30
Zienswijze 1, Van Hoof wonende Zeelberg 47, 30 juni 2009 1.
In het plangebied van de uitbreiding van de begraafplaats Eikenhof ligt circa 0,5 ha. van mijn landbouwgrond. Aan de wijziging van de bestemming "Kernrandgebied"naar "Begraafplaats" zijn voor mij bedrijfseconomische gevolgen verbonden. De omzetting van agrarisch gebied naar begraafplaats is mijn inziens pas passend op het moment dat de gemeente de grond heeft verworven.
In het plangebied is het bestemmingsplan Schaapsloop 2 van toepassing. In dit plan is, vooruitlopend op een mogelijke uitbreiding van de begraafplaats, een wijzigingsbevoegdheid ex art. 11 van de Wet Ruimtelijke Ordening opgenomen. Hierdoor is de gemeente bevoegd om de gronden waar de wijzigingsbevoegdheid op ligt te wijzigen van ‘Kernrandgebied’ naar ‘Begraafplaats’, mits hier noodzaak toe is en het gezamenlijke oppervlakte van gebouwen niet meer bedraagt dan 450m2. Aan beide voorwaarden wordt voldaan. Begraafplaats De Eikenhof bereikt binnen afzienbare tijd haar maximale capaciteit en zal hierdoor ontoereikend zijn voor de toekomstige behoefte. Wat betreft het oppervlakte van de gebouwen kan gezegd worden dat slechts bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn voorzien. Aangezien er geen stedenbouwkundige en planologische belemmeringen zijn is besloten het wijzigingsplan in procedure te brengen. Er is niet wettelijk vastgelegd dat een wijzigingsplan pas uitgevoerd kan worden nadat de gronden zijn verworven. De gemeente zal allereerst een wijzigingsplan moeten opstellen teneinde de uitbreiding van de begraafplaats toe te staan. Vervolgens kan het traject ingezet worden om het project te realiseren. De onderhandelingen over de gronden zijn onafhankelijk van het wijzigingsplan. De zienswijze geeft geen aanleiding om het wijzigingsplan aan te passen
8.3. Ambtshalve aanpassing Het archeologisch vervolgonderzoek en heroverweging van de (on-)mogelijkheid van forse ophoging van het terrein, hebben geresulteerd in ambtshalve planaanpassing bij de vaststelling, waarbij het aanlegvergunningenstelsel uit het ontwerpplan is vervangen door een archeologische dubbelbestemming. In het kader van de actualisatie van het plan is daarnaast het beleidskader uit de waterparagraaf geactualiseerd en is overleg gevoerd met provincie over de juiste toepassing van artikel 2 uit de Verordening Ruimte.
Wijzigingsplan Schaapsloop 2, uitbreiding begraafplaats Eikenhof NL.IMRO.0858.WPdesil17-VA01
094-045
5 maart 2013
31