RIS178674_22-FEB-2011
Gemeente Den Haag
Ons kenmerk
PBS/2010.150 RIS 178674 REGLEMENT BURGERLIJKE STAND 2011
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegingen: -
-
-
in de vorige collegeperiode was het de uitdrukkelijke wens van de toenmalige portefeuillehouder om besluiten betreffende benoeming en ontslag van (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand en besluiten tot aanwijzing van vrije huwelijkslocaties door het college te doen plaatsvinden; de wethouder OD heeft de wens geuit deze besluitvorming in de organisatie te willen leggen, zodat dergelijke besluiten ook door of namens de directeur DPZ genomen kunnen worden; daartoe dient het Reglement burgerlijke stand te worden gewijzigd; verder bleek het gewenst om een rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand vast te stellen. Deze regeling - die naar verwachting in 2011 geëffectueerd zal worden - dient zijn verankering te vinden in het Reglement burgerlijke stand; gelet op het grote aantal wijzigingen en verwijzingen dat hiervoor zou moeten plaatsvinden, is er voor gekozen het oude reglement in te trekken en hiervoor in de plaats een geheel nieuw Reglement burgerlijke stand vast te stellen.
Gelet op het bepaalde in artikel 16, boek 1 van het Burgerlijke Wetboek en de artikelen 1 tot en met 4 van het Besluit burgerlijke stand 1994. Besluit: I.
Vast te stellen het volgende “Reglement burgerlijke stand 2011”.
Artikel 1. Begripsbepaling Dit reglement verstaat onder: a. de wet: Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek b. ambtenaar van de burgerlijke stand: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:16, eerste volzin van het Burgerlijk Wetboek;
Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 3184 Fax: 070 - 353 2782
PBS/2010.150
2
c. buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:16, tweede volzin van het Burgerlijk Wetboek; d. gemeentehuis: het stadhuis, Spui 70; het Oude Stadhuis, Grote Halstraat 1; het stadskantoor Leyweg; alle stadsdeelkantoren van de gemeente Den Haag waar loketten van de Dienst Publiekszaken gevestigd zijn, evenals alle locaties welke door of namens ons als gemeentehuis zijn aangewezen. Artikel 2. (Buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand 1. Voor benoeming tot ambtenaar van de burgerlijke stand komen uitsluitend in aanmerking ambtenaren die in dienst zijn van de Dienst Publiekszaken van de gemeente ’s-Gravenhage. 2. Voor benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand komen in aanmerking: a. personen die niet werkzaam zijn bij de Dienst Publiekszaken van de gemeente Den Haag en die zich bereid hebben verklaard structureel huwelijken te voltrekken en partnerschappen te registreren; b. de leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders; c. personen die éénmalig een huwelijk zullen voltrekken of een partnerschap zullen registreren en waarvoor dan alleen in aanmerking komen: 1. zij die reeds in een andere gemeente zijn benoemd tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand en waarvan die benoeming op het moment waarop het huwelijk voltrokken zal worden of het partnerschap geregistreerd zal worden, nog steeds van kracht is; 2. zij die een openbare functie bekleden en naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders of van de directeur Publiekszaken om die reden in aanmerking komen voor een éénmalige benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Artikel 3. Leiding De directeur van de Dienst Publiekszaken is belast met de algemene en dagelijkse leiding van de bureaus van de burgerlijke stand. Hij kan anderen met de uitvoering hiervan belasten. Artikel 4. Benoeming 1. De ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2, 1e lid wordt benoemd voor de periode dat hij onafgebroken in dienst is bij de Dienst Publiekszaken van de gemeente ’s-Gravenhage. Zelfs wanneer in het benoemingsbesluit aan de benoeming geen termijn of andere beperking verbonden is, vervalt de benoeming als ambtenaar van de burgerlijke stand van rechtswege op de dag dat aan betrokkene ontslag is verleend als ambtenaar in dienst van de gemeente ’s-Gravenhage, dan wel op de dag waarop de feitelijke overplaatsing van betrokkene van de Dienst Publiekszaken naar een ander organisatieonderdeel zich voltrekt. 2. De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2, 2e lid onder a, waarvan de benoeming gedaan is na inwerkingtreding van dit reglement wordt telkens benoemd voor een periode van ten hoogste twee jaren.
PBS/2010.150
3
3. De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2, 2e lid onder b wordt uitsluitend benoemd voor de periode dat hij deel uitmaakt van het betreffende bestuursorgaan. 4. De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2, 2e lid onder c wordt uitsluitend benoemd voor de eenmalige voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap. 5. Onverlet het bepaalde in lid 2 eindigt de benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand die gedaan is na inwerkingtreding van dit reglement, bij het bereiken van het zeventigste levensjaar. 6. Buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand die hun bevoegdheid gedurende een jaar niet hebben uitgeoefend, kunnen om die enkele reden als zodanig worden ontslagen. 7. Benoeming, schorsing en ontslag vinden namens ons plaats door of namens de directeur van de Dienst Publiekszaken. Artikel 5. Plichten (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand 1. De ambtenaar van de burgerlijke stand verricht geen werkzaamheden met betrekking tot het voltrekken van huwelijken of registreren van partnerschappen binnen de voor hem geldende werktijden, anders dan in opdracht van of namens de directeur Publiekszaken. 2. Uitgangspunt is dat bij de huwelijksvoltrekking of registratie van het partnerschap de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand een door de gemeente ter beschikking gestelde toga draagt. De overige door of vanwege de gemeente gegeven aanwijzigen en instructies, dienen door de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand te allen tijde te worden opgevolgd. Artikel 6. Vergoeding voor de werkzaamheden 1. De ambtenaar van de burgerlijke stand die, anders dan in opdracht van of namens de directeur Publiekszaken een huwelijk voltrekt of een partnerschap registreert en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2, 2e lid onder a, ontvangt voor ieder afzonderlijk voltrokken huwelijk of registratie van een partnerschap een vergoeding. 2. In alle overige gevallen maken (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand geen aanspraak op een vergoeding. Artikel 7. Gemeentehuis 1. Onverminderd hetgeen daarover bij of krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald, verrichten de (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand hun werkzaamheden in het gemeentehuis. 2. Locaties kunnen ten behoeve van huwelijksvoltrekkingen of registraties van een partnerschap door ons als gemeentehuis worden aangewezen. 3. Een aanwijzing als bedoeld in het 2e lid kan ook geschieden ten behoeve van een enkel, vooraf bepaald, huwelijk of een enkele vooraf bepaalde registratie van een partnerschap. In dat geval verliest de locatie na beëindiging van de plechtigheid of ingeval de plechtigheid op de afgesproken dag geen doorgang vindt, van rechtswege de status van gemeentehuis.
PBS/2010.150
4
Artikel 8. Andere locaties 1. Namens ons kunnen door of namens de directeur Publiekszaken als gemeentehuis slechts gebouwen of daarmee gelijk te stellen, al dan niet verplaatsbare constructies worden aangewezen, waarvan het gebruik een permanent karakter draagt. 2. De aanwijzing als gemeentehuis mag niet leiden tot strijd met de openbare orde of de goede zeden. 3. Gebouwen en/of ruimten in gebouwen of daarmee gelijk te stellen, al dan niet verplaatsbare constructies die gebruikt worden, dan wel in het verleden gebruikt werden voor het houden van godsdienstige bijeenkomsten of vergelijkbare bijeenkomsten van groeperingen met een levensbeschouwelijk karakter, kunnen niet als gemeentehuis worden aangewezen. Deze beperking geldt niet indien de gebouwen en/of ruimten in gebouwen of daarmee gelijk te stellen, al dan niet verplaatsbare, constructies tenminste 5 jaar aantoonbaar niet regelmatig zijn gebruikt voor het houden van godsdienstige bijeenkomsten of vergelijkbare bijeenkomsten van groeperingen met een levensbeschouwelijk karakter. 4. Aanwijzing van een locatie tot gemeentehuis geschiedt op schriftelijk verzoek. Bij dit verzoek dient een akkoordverklaring van de eigenaar te zijn gevoegd. Het ontbreken van deze akkoordverklaring leidt tot niet in behandeling nemen van het verzoek. Het verzoek dient onder vermelding van de namen van het bruidspaar of de partners, de dag, het tijdstip en de locatie, uiterlijk acht weken vóór de gewenste datum waarop de plechtigheid zal plaatsvinden kenbaar te worden gemaakt. Het verzoek dient door tenminste één van de direct betrokkenen te zijn gedagtekend en ondertekend. 5. De beheerder van de locatie stelt de locatie voor de duur van de plechtigheid om niet ter beschikking aan de gemeente. 6. De als gemeentehuis aangewezen locatie dient voor de duur van de plechtigheid voor een ieder op eenvoudige wijze bereikbaar en toegankelijk te zijn. 7. Bij aanwijzing als gemeentehuis dient de locatie, conform de ‘Akkoordverklaring vrije trouwlocatie’, naar behoren te zijn ingericht. Hieronder wordt in ieder geval en tenminste verstaan: a. de aanwezigheid van een tafel en stoelen; b. voldoende verlichting en verwarming van de ruimte. Aanwijzing als gemeentehuis leidt niet tot enige verantwoordelijkheid van de gemeente voor de inrichting, aankleding en verzorging van de locatie. 8. Het niet voldoen aan bepalingen van dit reglement kan een reden zijn om de plechtigheid niet op de overeengekomen tijd en locatie te laten plaatsvinden, zonder dat de gemeente ’s-Gravenhage aansprakelijk kan worden gesteld voor de daaruit voortvloeiende kosten, dan wel om de in artikel 7, 2e en 3 lid bedoelde aanwijzing in te trekken. Artikel 9. Openingstijden 1. Met uitzondering van de tijdstippen voor huwelijksvoltrekking en voor registratie of omzetting van een partnerschap zijn de openingstijden van de bureaus van de burgerlijke stand dezelfde als die welke voor de Dienst Publiekszaken zijn vastgesteld. 2. Door of namens de directeur van de Dienst Publiekszaken worden tijdstippen en locaties aangewezen als bedoeld in artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand.
PBS/2010.150
5
3. Op algemeen erkende feestdagen, als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet of op daarmee gelijkgestelde dagen die door ons tevens zijn aangewezen als vrije dag voor het gemeentepersoneel, zijn de bureaus van de burgerlijke stand gesloten. 4. Op niet met algemeen erkende feestdagen gelijkgestelde dagen die door of namens ons als vrije dagen zijn aangewezen, kunnen de bureaus van de burgerlijke stand geopend zijn op door ons of door of namens de directeur van de Dienst Publiekszaken nader te bepalen uren en locaties. 5. Door of namens de directeur van de Dienst Publiekszaken kan een bureau van de burgerlijke stand aangewezen worden om te worden geopend op die dagen en uren waarop de bureaus ingevolge de vorige leden van dit artikel gesloten zijn, indien wordt aangetoond dat met de te verrichten werkzaamheden niet kan worden gewacht tot de eerstvolgende openstelling van de bureaus. 6. In bijzondere gevallen kunnen wij besluiten tot afwijking van de in de vorige leden bepaalde tijden. Artikel 10. Slotbepaling In gevallen waarin het reglement niet voorziet, besluit het college van burgemeester en wethouders. II. Dit reglement treedt direct in werking. Op dat moment vervalt het Reglement burgerlijke stand 2008 van 20 maart 2008, kenmerk BBZ/2008.21 (RIS_153425). III. Dit reglement wordt aangehaald als Reglement burgerlijke stand 2011. Den Haag, 1 februari 2011 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram
J.J. van Aartsen
PBS/2010.150
6
Toelichting Artikel 1. Begripsbepaling In artikel 1 worden een aantal begrippen verduidelijkt. Artikel 2. (Buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand In artikel 2 wordt omschreven wie voor benoeming tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand in aanmerking kunnen komen. Naast ambtenaren die in dienst zijn van de Dienst Publiekszaken kunnen ook anderen, zoals de leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders hiervoor in aanmerking komen. Voor éénmalige benoeming komen ondermeer ook in aanmerking personen die een openbare functie bekleden en om die reden in aanmerking komen voor een éénmalige benoeming. Artikel 3. Leiding In artikel 3 is geregeld dat de directeur van de Dienst Publiekszaken belast is met de algemene en dagelijkse leiding van de bureaus van de burgerlijke stand. Artikel 4. Benoeming Artikel 4 regelt de benoeming. De ambtenaar die in dienst is bij de Dienst Publiekszaken, wordt voor die periode benoemd. Dit vervalt op de dag dat aan betrokkene ontslag is verleend als ambtenaar in dienst van de gemeente ’s-Gravenhage of waarop de feitelijke overplaatsing van betrokkene van de Dienst Publiekszaken naar een ander organisatieonderdeel zich voltrekt. De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt telkens benoemd voor een periode van ten hoogste twee jaren. De leden van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders worden benoemd voor de periode dat zij deel uitmaken van het betreffende bestuursorgaan. Ook kunnen eenmalige benoemingen voor één voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap plaatsvinden. In principe eindigt de benoeming bij het bereiken van het zeventigste levensjaar; buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand die hun bevoegdheid gedurende een jaar niet hebben uitgeoefend, kunnen om die enkele reden als zodanig worden ontslagen. Artikel 5. Plichten (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand In artikel 5 zijn een aantal plichten voor de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand neergelegd. Ook worden hier - met het oog op de representativiteit van de functie - een aantal kledingvoorschriften gegeven. Artikel 6. Vergoeding voor de werkzaamheden In artikel 6 wordt de mogelijkheid geopend om vergoeding te verstrekken. Deze mogelijkheid bestaat in principe alleen voor personen die niet werkzaam zijn bij de Dienst Publiekszaken van de gemeente Den Haag en die zich bereid hebben verklaard structureel huwelijken te voltrekken en partnerschappen te registreren.
PBS/2010.150
7
Artikel 7. Gemeentehuis De (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand dienen hun werkzaamheden in het gemeentehuis te verrichten. Op grond van artikel 7 bestaat de mogelijkheid hiervoor ook andere locaties aan te wijzen. Artikel 8. Andere locaties Artikel 8 betreft de nadere uitwerking van de mogelijkheid die in artikel 7 geopend wordt om ook andere locaties als gemeentehuis aan te wijzen. Die aanwijzing mag in ieder geval niet leiden tot strijd met de openbare orde of de goede zeden. Gebouwen die gebruikt worden of werden voor het houden van godsdienstige bijeenkomsten of vergelijkbare bijeenkomsten van groeperingen met een levensbeschouwelijk karakter, kunnen niet als gemeentehuis worden aangewezen, tenzij aantoonbaar dit ten minste 5 jaar niet meer heeft plaatsgevonden. Verder zijn ook een aantal voorwaarden geformuleerd waaraan een aanvraag moet voldoen en waaraan de ruimte - ná aanwijzing - moet voldoen. Artikel 9. Openingstijden De openingstijden van de bureaus van de burgerlijke stand zijn dezelfde als die voor de Dienst Publiekszaken; voor het voltrekken van huwelijken en de registratie van partnerschappen kunnen andere tijden worden vastgesteld, zoals deze plechtigheden ook bijv. in het weekeinde kunnen plaatsvinden. In bijzondere gevallen kan het college besluiten hiervan af te wijken. Artikel 10. Slotbepaling Er kunnen zich gevallen voordoen waarin het reglement niet voorziet. In dat geval besluit het college. Verder regelt dit artikel de intrekking van het oude reglement en bevat de titel waaronder dit reglement aangehaald kan worden.