Geheel in het nieuw
Groot onderhoud aan de weg
Op het goede spoor
Het zesde zintuig
2006 3
Zoektocht naar partners in de zorg > Mobiele werkplaats > Mijnwater nieuwe bron van energie > Metamorfose station Amsterdam Zuid
NetWerk magazine
In dit nummer: Partner in cure en care
| 4
Uitgelicht: WheretoCard International
| 7
Klaar voor de toekomst
| 8
Van machinist tot kapitein
| 12
Op het goede spoor
| 14
Mijnwater een nieuwe bron van energie
| 18
Groot onderhoud aan de weg
| 20
Geheel in het nieuw
| 24
Spectaculair nachtwerk in Den Haag
| 27
‘Over elk boutje is nagedacht’
| 30
Bedrijf in beeld: Reitsma
| 32
Markant en mediterraan
| 34
Technisch hoogstandje aan ‘wilde kust’
| 36
Beroep in beeld: kopersbegeleider
| 38
Zorg is een belangrijk thema. VolkerWessels zoekt naar partners.
20
Groot onderhoud aan de weg
Geen rij, veilig en efficiënt; met de nationale evenementenkaart kan de consument rustig op pad. Stationsgebied Amsterdam Zuid ondergaat metamorfose. Jan Kees de Pagter (52) is per 1 juli benoemd tot lid van de raad van bestuur van VolkerWessels. De eerste stap op weg naar de modernisering van het Georgische spoorwegennet. Woningen, winkels en kantoren verwarmen en koelen met behulp van mijnwater. Heerlen heeft een wereldprimeur. Combinatie VolkerWessels A4-A10 knapte in een rap tempo de zuidelijke ringweg van Amsterdam op. Medewerkers van elf bouwbedrijven dragen de nieuwe kledinglijn van VolkerWessels. Een groot zwaar frame van ‘Het Strijkijzer’ moet naar een hoogte van bijna 94 meter. De mobiele werkplaats van VolkerRail en Movares valt in de prijzen. ‘Hoe eerder aan tafel, hoe beter.’ Wessels Zeist bouwt het nieuwe hoofdkantoor van KPMG. Transport Drilling & Marine boort erop los in het Franse Quiberon. Het zesde zintuig van Wanda Bal.
Vragen of ideeën?
Mail naar:
[email protected] Cover: Een nieuwe outfit voor Wessels Rijssen. Fotografie: Carel Kramer.
NetWerk magazine
wonen & zorg
Partner in cure en care
5 In Borculo kunnen mensen gebruik maken van Leven à la Carte.
Google het woord ‘zorg’ en je vindt bijna 35 miljoen zoektreffers. Het aantal hits is illustratief voor de actualiteit van het onderwerp. Met de vergrijzende generatie babyboomers zal de zorgvraag de komende jaren alleen maar toenemen. Maar de zorgsector is complex en veelzijdig. Het realiseren van de benodigde infrastructuur vergt specifieke kennis. VolkerWessels zoekt daarom nadrukkelijk naar zorgpartners.
Zorgboulevards, multidisciplinaire gezondheidscentra, ‘zotels’, privatiseringen en het nieuwe zorgstelsel: het zindert van de nieuwe ideeën en regelgeving in de zorgsector. Het probleem is dat veel ontwikkelaars worstelen met een gebrek aan kennis. ‘Een veel voorkomende valkuil is dat er te snel en te veel in vastgoedoplossingen gedacht wordt’, analyseert Laurens Elmendorp, directeur Bouw & Vastgoedontwikkeling van VolkerWessels. ‘De dynamische zorgsector van 2006 vraagt om een andere aanpak: een vastgoedontwikkelaar heeft al snel de neiging om over gebouwen te praten, maar je moet deze sector vanuit de gebruiker benaderen. En dan pas de zorgvraag vertalen in vastgoed. Zorg is een product of een dienst, waar een gebouw bij hoort.’
Veelkleurig palet Het jargon, de tone of voice, de wetten: wie een serieuze gesprekspartner wil zijn van ziekenhuizen, zorginstellingen, woningcorporaties en overheden moet de ins en outs van de sector kennen. Maar het zorgpalet is veelkleurig en vraagt volgens Elmendorp om een duidelijke splitsing: ‘De Engelse termen cure en care verduidelijken dat onderscheid. Als je het over cure hebt, gaat het over de gezondheidszorg. Denk aan ziekenhuizen en medische centra. Bij care draait het om verzorging en verpleging zoals woonzorgconcepten voor senioren en gehandicapten.’ VolkerWessels heeft de ambitie om in beide disciplines intensief samen te werken met zorgaanbieders. ‘We geloven heilig in partnerships’, verzekert Elmendorp. ‘Door met zorgspecialisten en partners te brainstormen, ontstaan er ideeën voor marktinnovaties. Uiteindelijk begint vrijwel alles met pionieren.’
Track record Als het om care gaat, heeft het concern inmiddels een behoorlijke ‘cv’. Elmendorp: ‘Een bedrijf als Kondor Wessels Projecten (KWP), dat voor Humanitas een woon- en zorgcentrum in Rotterdam ontwikkelde, heeft al jaren ervaring met zorgprojecten. Maar ook Boele & van Eesteren en andere bedrijven van ons hebben inmiddels een behoorlijk track record opgebouwd.’ De focus op zorg kreeg drie jaar geleden een extra dimensie toen Planoform het concern kwam versterken. Bij Planoform Wonen en Zorg werken specialisten die een brugfunctie hebben doordat ze gedetailleerde kennis van de zorgsector koppelen aan vastgoedontwikkeling. Anno 2006 behoort Planoform binnen en buiten het concern nog steeds tot de koplopers in de markt. Bij veel concerninitiatieven wordt gebruik gemaakt van de specifieke zorgkennis van de landelijk opererende vastgoedontwikkelaar. ‘Zo werken Planoform en Bébouw bijvoorbeeld met zorgaanbieders aan een project in Berkel en Rodenrijs’, vertelt Elmendorp. ‘Dat project bestaat uit een zorgcentrum en een medisch centrum, gecombineerd met een kinderdagverblijf, een basisschool en een aantal koop- en huurappartementen. Dat soort creatieve concepten die binnen de smalle financiële marges een multidisciplinaire oplossing bieden, is een duidelijke tendens.’
Nuances Vergeleken met care staat cure nog in de kinderschoenen. Toch zijn er ook op dat gebied de nodige initiatieven. ‘De gezondheidszorg maakt de komende jaren een belangrijke verandering door’, signaleert Elmendorp. ‘De overgang van
een vaste naar een productiegerelateerde vastgoedvergoeding heeft bijvoorbeeld nogal wat impact. Als het moderne ziekenhuis op basis van marktwerking wordt afgerekend op de geleverde prestaties heeft dat consequenties voor de efficiency van de bedrijfsvoering. Er wordt nagedacht over een betere beheersing van de kosten en logistieke processen en het outsourcen van bepaalde diensten. Private partijen en partners kunnen daarin een rol spelen.’ De maatschappij is huiverig voor privatisering in de gezondheidszorg. ‘VolkerWessels wil ziekenhuizen opkopen’, schreeuwden de krantenkoppen enkele jaren geleden. Volgens Elmendorp
is de werkelijkheid veel genuanceerder: ‘Wellicht dat we in beperkte mate als minderheidsaandeelhouder in geprivatiseerde ziekenhuizen participeren, maar er zijn talrijke andere vormen te bedenken, waarmee we onze kennis en kunde kunnen inbrengen. We hoeven niet per se altijd op de voorgrond bij het hele traject betrokken te zijn.’
Toverwoord Het moderne ziekenhuis kijkt verder dan haar zorgtaak. Waardecreatie luidt het toverwoord. Elmendorp: ‘Een zieken huis verenigt tal van functies. In het moderne commerciële
NetWork NetWerk magazine
3Laurens Elmendorp: ‘VolkerWessels heeft de ambitie om intensief met zorgaanbieders samen te werken.’ zorgvastgoed heb je met een enorme publieke stroom te maken. Denk aan klanten (voorheen noemden we dat patiënten), personeel, bezoekers, chauffeurs en leveranciers. Nieuwe functies kunnen waarde toevoegen aan een ziekenhuis. Die functies kunnen woon-zorggerelateerd zijn zoals eerstelijnszorg, psychogeriatrische en paramedische zorg. Maar denk ook aan parkeerfaciliteiten, parkmanagement en facilitaire diensten. Wij hebben de kennis en kunde in huis om daar een rol in te spelen. Met PCH kunnen we bijvoorbeeld de parkeerexploitatie voor eigen rekening en risico realiseren en facilitaire diensten leveren. Daarnaast hebben we veel ervaring met het ontwikkelen en bouwen van ziekenhuizen. Als we op een specifiek onderdeel onze diensten kunnen aanbieden is dat ook prima. Ik verwacht dat outsourcing van functies in de gezondheidszorg een steeds belangrijkere rol gaat spelen. Ook hierin spelen partnerships een belangrijke rol. Ik ben er in elk geval van overtuigd dat we als sparringpartner met onze kennis van de gezondheidszorg een meerwaarde kunnen vervullen als innovator.’ a
‘Op eigen initiatief’ Vrijwel elke werkmaatschappij van VolkerWessels in de bouw- en vastgoedsector heeft projecten in de woonzorgsector, maar die activiteiten beperken zich vaak tot de bouw en ontwikkeling. Daarom wordt steeds meer een beroep gedaan op de bijzondere expertise van de zorgspecialisten van Planoform. Rob Goossens: ‘Dat gebeurt meer en meer. We werken onder ander samen met Bébouw, Credo, Koenen en de Jongengroep. Met name Jongen is al langer actief op het gebied van wonen en zorg. Ook Boele & van Eesteren en Kondor Wessels Projecten realiseren veel voor de zorgsector. Het verschil met collegabedrijven is dat Planoform veelal zelf het initiatief neemt voor zorgprojecten.’
Projecten: ’t Mozaïek: Een brede school (24 lokalen) met een gezondheidscentrum van 2300 m2 in Berkel en Rodenrijs, waarin zich een medisch cluster bevindt van o.a. (kinder)fysiotherapie, een huisartsenpraktijk, een apotheek en een polikliniek van het Rotterdamse St. Franciscus Gasthuis. Dit project van Planoform en Bébouw omvat ook 75 huur- en koopappartementen en het dienstverleningsconcept ‘Leven à la Carte’ voor dienst- en zorgverlening. De Componist: Planoform ontwikkelde in Borculo (in de Gelderse Achterhoek) 14 huur- en 14 koopappartementen en een gezondheidscentrum dat onderdak biedt aan de zorgin-
stelling Yunio Oost-Gelderland, een loket voor extramurale zorg van een verzorgingshuis, fysiotherapie en huisartsen. De bewoners kunnen gebruik maken van Leven à la Carte. Samen = leven à la Carte: In Drachten realiseren Planoform en Credo Integrale Planontwikkeling een bijzonder project voor verstandelijk gehandicapten. De filosofie achter ‘omgekeerde integratie’ is dat nieuwbouwwoningen worden gerealiseerd in een wijk waar al mensen met een verstandelijk beperking wonen. ‘Samen = leven à la Carte’ betekent dat verstandelijk gehandicapten diensten aan hun buren leveren zoals tuinonderhoud of een boodschappenservice. Zomertuinen: Dit project van Planoform in Spijkenisse verenigt 120 luxe koopappartementen en 30 Te Woon apparte menten met een gezondheidscentrum en zorgwoningen voor 93 psychogeriatrische patiënten. Het gezondheidscentrum maakt onderdeel uit van een wijkservicecentrum dat via Leven à la Carte een scala biedt aan woon-, comfort-, welzijn- en servicediensten. Parc Imstenrade: In Heerlen realiseerde Bouwbedrijven Jongen meer dan 300 extra appartementen in een oude vroedvrouwenschool. Op Parc Imstenrade, dat ook voorziet in een supermarkt, fysiotherapie, pedicure, brasserie/restaurant, stiltecentrum, galerie, gerestaureerde kapel voor diensten en culturele uitvoeringen en riante, parkachtige tuinen is 24 uur per dag personeel aanwezig voor de zorg en dienstverlening aan bewoners van 122 zorgappartementen.
Uitgelicht Met één kaart naar elk even(emen)t Wat hebben de Efteling, Madame Tussauds en Madonna met elkaar gemeen? Als het aan WheretoCard International ligt, kun je alle ‘happenings’ met één kaart bezoeken. Met de WheretoCard behoren wachttijden en papieren tickets in de evenementenbranche straks tot het verleden. Founding father Rob Molenaar (commercieel directeur) en algemeen directeur Dick Beulink over de voordelen en potentie van de ‘nationale evenementenkaart’. meerwaarde? ‘Veiligheid, efficiency, kostenbesparing en tijdwinst. De eigenaar kan straks met één kaart talrijke evenementen bezoeken. Bovendien hoeft hij niet lang in de rij te staan. Voor veel distribiteurs van papieren tickets en e-tickets vormt de zwarte markt een steeds groter probleem. De Radio Frequentie Identificatie (RFID) is ook veel minder fraudegevoelig. De gegevens bevinden zich namelijk in een centraal beveiligde database. Die biedt de gebruiker online een overzicht van alle bestelde kaarten en beschermt hem of haar bij verlies of diefstal. De WheretoCard zelf is ‘anoniem’ en heeft geen waarde. Die waarde bevindt zich in het sofwareplatform. Voor ons is ook de spin-off interessant. Hoewel we binnen VolkerWessels Telecom een buitenbeentje lijken, is er een enorme synergie met andere activiteiten. Het installeren en onderhouden van de access points en de benodigde infrastructuur is voor VolkerWessels Telecom bekend terrein.’
De wijze van verkoop verandert niet, alleen de distributie. Bedrijven zijn een andere doelgroep: dat kunnen partners zijn die tickets verkopen zoals Albert Heijn en de ANWB, waarmee we samenwerken dankzij de overeenkomst met LogicaCMG. Dergelijke bedrijven hebben nu ook de mogelijkheid om met RFID te werken, waarbij de bestaande kaart wordt vervangen door een RFID-kaart. Maar ook bedrijven die hun klanten op het gebied van loyalty-programma’s wat extra’s willen bieden, zijn interessant. De WheretoCard kan dan op maat worden gemaakt met logo’s, foto’s en teksten. Met je eigen WheretoCard bind je klanten aan je merk.’ ambities? ‘Ons inititatief wordt ook in het buitenland met bijzondere interesse gevolgd, maar we willen het concept eerst in Nederland uitrollen. De nationale evenementenbranche omvat 50 miljoen tickets. We verwachten dan ook dat dit concept een vlucht zal nemen. Onze ambitie is om marktleider in Nederland te worden. Als we hier succesvol zijn, kunnen we ook meer tempo maken in het buitenland omdat we dan reeds vanuit Nederland samenwerken met een aantal internationale partners. De WheretoCard heeft de potentie om uit te groeien tot dé nationale (en internationale) evenementenkaart.’ a Voor meer informatie: www.wheretocard.nl
techniek? ‘WheretoCard werkt op basis van RFID. In de kaart bevindt zich een chip met antenne. De gebruiker bestelt online tickets met de unieke dertiencijferige kaartcode en een viercijferige pincode. Op locaties worden toegangspoortjes met RFID-lezers geïnstalleerd ten behoeve van automatische verificatie en toegangsverlening. Vergelijk het met de OVchipcard, waarin Vialis participeert. De tourniquets zijn overigens ook geschikt voor mobile ticketing en e-ticketing (print@home). We hebben het Elektronic Ticketing Platform van LogicaCMG overgenomen en uitgebreid met RFID.’ doelgroepen? ‘We richten ons met name op de grotere ticketingorganisaties, maar ook de locaties zoals musea, pretparken, dierentuinen, stadions en concertzalen zijn potentiële klanten, tenslotte verkopen die zelf ook tickets.
NetWerk magazine
Meer reizigers? In Amsterdam zijn ze er klaar voor. Om het station Amsterdam Zuid voldoende capaciteit te geven breidde Van Hattum en Blankevoort in opdracht van ProRail het bestaande station uit. De spoorverdubbeling verzorgde VolkerRail; Bébouw en HOMIJ waren betrokken bij de afbouw van de stationshal. Toen, nu en later Ruim dertig jaar geleden werd in een weiland aan de rand van Amsterdam een stationnetje gebouwd. Wie had toen kunnen bedenken dat het station Amsterdam Zuid (de naam was voorheen Amsterdam Zuid/WTC) in 2007 door ruim 35.000 reizigers per dag zou worden bezocht? Een aanzienlijk aantal kun je zeggen, maar de teller loopt gestaag door: in 2020 worden dagelijks rond de 90.000 reizigers verwacht.
Klaar voor de toekomst
Spin in het web Het station in Amsterdam Zuid kon in de huidige vorm niet blijven bestaan. De perrons en sporen zijn in de afgelopen jaren een spin in het web geworden. Wie met een vliegtuig boven de Zuidas van Amsterdam cirkelt kan zien dat het station is omringd door drukke snelwegen en hoge kantoorpanden; aangesloten op alle vormen van openbaar vervoer
en nabij de luchthaven Schiphol ligt. Maar dat is niet alles; Amsterdam Zuid moet volgens de Nederlandse Spoorwegen in de nabije toekomst één van de belangrijkste stations van Nederland worden, met onder andere haltes voor intercity treinen, de HSL/ICE en de nieuwe metro van Amsterdam: de Noord/Zuidlijn.
NetWerk magazine
Nederland opent rampenoefen centrum
De werkzaamheden Na de zomer van 2005 is het station Amsterdam Zuid onder handen genomen. Een tijdelijke tunnel scheidde vanaf november dat jaar de reizigers van de werkzaamheden in de stationshal. Er werd op een beperkte ruimte gesloopt, damwanden geslagen, grond ontgraven, palen geheid en beton gestort. Binnen een paar maanden begon de ruwbouw tussen het bestaande spoor en de snelweg al redelijk vorm te krijgen. Behalve de bouw van een nieuwe stationshal realiseerde Van Hattum en Blankevoort ook twee spoorviaducten. In november 2005 zijn de eerste palen voor de viaducten geheid, net voor de kerst werd de eerste beton gestort en in juni 2006 kon VolkerRail beginnen met de werkzaamheden.
Klaar voor de reizigers
10
Ondertussen was door Van Hattum en Blankevoort ook het perron aangelegd en kon men volop beginnen met spoorwerk en het trekken van nieuwe kabels en leidingen. In een aantal grote buitendienststellingsweekeinden, tussen eind september en begin december dit jaar, heeft VolkerRail de nieuwe perronsporen aangesloten op het bestaande spoor. VolkerRail en Vialis verzorgden samen de beveiligings- en besturingssystemen. Bébouw en HOMIJ bouwden in de laatste paar maanden van dit jaar het station af. Rond de zomervakantie plaatste men de roltrappen, de lift en de bijbehorende installaties. Ook werden de staalconstructie van de perronkap, de dakplaten en de dakbedekking van de kap aangebracht. Daarna is er vooral gewerkt aan de binnen afwerking van het station.
Het eerste grootschalige rampenoefencentrum in Dordrecht is maandag 25 september geopend door minister Remkes. Visser & Smit Bouw realiseerde dit project als coördinerend hoofdaannemer.
Prijs voor OnsNet Nuenen
De reiziger weet over een paar maanden niet meer dat het station Amsterdam Zuid is uitgebreid. Visueel zijn het nieuw perron en de overkapping een exacte kopie van het oude perron. Zo heeft de uitbreiding van het station ook identieke stijgpunten zoals een trap, de twee roltrappen en een centrale lift. Het verschil bij de stationshal zit in de grond. De oude stationshal is op staal gefundeerd, de nieuwe hal op circa 60 palen. Van Hattum en Blankevoort heeft voor deze opzet gekozen om het verschil in mogelijke zettingen te minimaliseren. Het oude perron is met ruim 90 meter verlengd en daarmee net zo lang als het nieuwe perron: 340 meter. Het station Amsterdam Zuid is klaar voor de toekomst.
Het glasvezelnetwerk in Nuenen is onderscheiden met de Cornerstone Award. De Award werd uitgereikt tijdens een conferentie, georganiseerd door Broadband Properties Magazine, in Texas. Deze prijs wordt elk jaar door een jury, die bestaat uit vertegenwoordigers van industrie, analisten en vakjournalisten, uitgereikt aan bedrijven of personen uit de gehele wereld, als erkenning bij de verwezenlijking van fiberto-the-home projecten.
Voor meer informatie kijk op: www.prorail.nl/zuidwtc
Hoge snelheid
In dit multidisciplinair oefencentrum kunnen zowel brandweer, politie, GGD/GHOR en milieudiensten trainen op zeer uiteenlopende situaties. Het complex is geschikt voor oefeningen op het water, spoor, weg, industrieterrein en bewoond gebied. Er staat onder andere een woonwijk met huizen, een kerk, een bedrijfsverzamelgebouw en een parkeergarage. Bij de officiële opening kregen de circa 450 genodigden een spectaculaire slotdemonstratie te zien. a
Applied Ultrasonics introduceert Esonix UIT in Europa
De overall prijs voor het meest moderne en toekomstvaste netwerk ging naar het Brabantse Nuenen. Dit netwerk is ontworpen en aangelegd door VolkerWessels Telecom dat tevens de exploitatie in handen heeft. Volgens Steven Ross, editor-in-chief van Broadband Properties, maken meerdere aspecten Nuenen uniek. De aanleg die in slechts enkele maanden werd gerealiseerd evenals het hoge aantal abonnees zijn uitzonderlijk te noemen. Ook de architectuur is een voorbeeld van een toekomstvast netwerk.
Applied Ultrasonics Europe, een jointventure van Applied Ultrasonics USA en VolkerWessels, introduceert de techniek Esonix UIT in Europa. De technologie verbetert de technische levensduur van staalconstructies en werktuigbouwkundige componenten aanzienlijk. De technologie wordt onder andere toegepast in stalen kunstwerken zoals bruggen, in de offshore-industrie, bij zwaar transport, automotive, lucht- en ruimtevaart en in de petrochemische industrie.
Via een enkele glasvezel worden aan alle bewoners van de woningen in Nuenen telecommunicatiediensten aangeboden. Momenteel zijn dit: telefonie, radio, televisie, supersnel internet, een digitaal filmaanbod, beeldtelefonie en lokale televisie. In de toekomst volgen nog diensten zoals Zorg op Afstand. a
Esonix UIT kan worden toegepast op willekeurige metalen voor het verbeteren van de fysische en mechanische eigenschappen van deze materialen, wat resulteert in verbeterde gebruikseigenschappen zoals onder andere een langere levensduur en een betere weerstand tegen slijtage en corrosie. a
Meer informatie: www.onsnetnuenen.nl
Meer informatie: www.appliedultrasonics.com
11
NetWerk magazine
Van machinist tot kapitein en contractvorming. De huidige turbulente markt vraagt daar ook om. De tijden van de traditionele aannemerij zijn echt voorbij. De overheid is zich in een hoog tempo aan het terugtrekken. Dat betekent dat je met contracten, functionaliteiten en risico’s van een hele andere orde te maken krijgt. Om een fictief voorbeeld te geven: straks kunnen we de vraag krijgen om een snelweg tussen Amsterdam en Utrecht te ontwerpen, vernieuwen en onderhouden voor een periode van 20 jaar met als voorwaarde een capaciteit van 100.000 auto’s per dag. Als je gewogen wordt op lifecyclekosten, is dat natuurlijk van een hele andere abstractie dan een concreet traditioneel bestek. Ik ben een fel voorstander van deze ontwikkelingen. Op die manier kun je je onderscheiden als kwaliteitsaannemer.’
Wat doe je als je uitgenodigd wordt om in de raad van bestuur plaats te nemen? Hij was al eens eerder gepolst of hij iets voor die positie voelde. Nu is Jan Kees de Pagter (52) van nature niet iemand die grote
De vloot van VolkerWessels
uitdagingen schuwt, maar toch hinkte hij op twee gedachten voor hij zijn ’ja-woord’ gaf.
Voor zijn gevoel was hij nog niet klaar bij VolkerRail dat onder zijn leiding de laatste jaren een internationale groeispurt inzette. ’Een integraal Europees railinfrabedrijf waarin alle disciplines, markt- en techniekvelden vertegenwoordigd zijn’, verwoordde De Pagter eind 2004 in NetWerk de ambities van VolkerRail. Twee jaar later ligt het bedrijf op koers en gaat haar ‘machinist’ afscheid nemen. ‘Met een dubbel gevoel’, bekent De Pagter eerlijk. ‘VolkerRail voelt toch als mijn eigen bedrijf. Ik heb een periode mee mogen duwen, maar VolkerRail moet nog verder tot wasdom komen. Het is nog niet af en het is daarom moeilijk om mensen te verlaten. Dat neemt niet weg dat ik ook ontzettend zin heb in mijn nieuwe uitdaging.’
12
ambitieuze medewerkers. De Pagter: ’Altijd als ik de verantwoordelijkheid kreeg, heb ik die soms erg uitdagende en spannende verantwoordelijkheid ook opgepakt. Dat hoort erbij en je leert er van. Maar dat geldt voor iedereen. VolkerWessels is een prachtig concern met fantastische opleidings- en doorstroommogelijkheden. Dat heb ik zelf in de praktijk mogen ervaren. Het concern is een mooie mix van persoonlijke en technologische ontwikkeling. Toen ik studeerde, dacht ik dat de aannemerij synoniem was voor techniek, maar dat bleek een misvatting. Het is people business. Machines zullen er altijd zijn, maar het zijn de mensen die het tot stand brengen. Dat mogen we nooit vergeten.’ a
Lessons learned De Pagter verdwijnt niet helemaal uit beeld in de railinfra. Bij de verdeling van de portefeuilles in de sterk groeiende en internationaliserende sector infrastructuur kreeg hij spoor-, wegenbouw en beton- en waterbouw toebedeeld. De Pagter ziet het als één van zijn taken om verbindingen tot stand te brengen. ’Ik ben ervan overtuigd dat de samenwerking en verbinding tussen de verschillende infrabedrijven op macroniveau verder uitgediept kan worden’, analyseert het nieuwe bestuurslid. ’De harde grenzen tussen werkmaatschappijen moeten op sommige punten vervagen. Denk aan het uitwisselen van lessons learned op het gebied van techniek en prijs-
Volgens De Pagter beschikt VolkerWessels met haar autonoom opererende werkmaatschappijen over de uitgelezen organisatiestructuur om op actuele ontwikkelingen in de markt in te spelen. ’Herman Hazewinkel heeft VolkerWessels wel eens vergeleken met een vloot van wendbare zeilschepen. Onze bedrijven kunnen, in tegenstelling tot een log slagschip, gemakkelijk inspelen op een windschifting. Dat maakt ons snel en flexibel.’ De machinist is kapitein geworden. Het is niet voor niets dat de treffende metafoor van Hazewinkel De Pagter zo aanspreekt. Als fervent zeilfanaat en rasechte Zeeuw zit het water hem in de genen. ’Ik heb iets met ’het geklooi aan de waterkant’ en het spelen met de elementen’, lacht De Pagter. Ook zijn loopbaan startte ooit ’aan de waterkant’. De Pagter begon halverwege de jaren zeventig bij Van Hattum en Blankevoort in de beton- en waterbouw. ’Daar heb ik het vak geleerd’, beschouwt De Pagter. ’Ik ervaar het nog steeds als een voorrecht dat ik met ’mijn laarzen in het beton heb gestaan’. Een KWS-er mag daar asfalt van maken en een bouwer stenen, maar ik heb er tot op de dag van vandaag profijt van dat ik weet hoe een werk buiten gemaakt wordt. Het is een pré voor iedere leidinggevende als hij inzicht heeft in hoe het op de werkvloer functioneert. Daar zijn de haarvaten van onze ondernemingen te vinden.’
Levende bewijs Inmiddels stroomt het concernbloed al dertig jaar door zijn aderen. Van de uitvoering in de praktijk tot decision maker: het verhaal van zijn loopbaan is het levende bewijs dat er binnen het concern mogelijkheden zijn voor talentvolle,
Jan Kees de Pagter (1954) werkt bijna drie decennia binnen het concern. De geboren en getogen Middelburger schoolde zich aan de HTS in de weg- en waterbouwkunde. Die educatieve achtergrond mocht hij vanaf 1976 bij Van Hattum en Blankevoort in de praktijk brengen. Van de modder tot de directieburelen: De Pagter bekleedde er in 22 jaar tal van functies. In 1998 maakte hij de overstap naar VolkerRail dat onder zijn leiding een spectaculaire internationale groei beleefde. Sinds 1 juli maakt hij deel uit van de raad van bestuur van VolkerWessels.
13
NetWerk magazine
6 In het Georgische dorpje Gomi is de eerste moderne spoorwegovergang in gebruik genomen.
Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Dat moet Arjan Förrer ook gedacht hebben voordat hij aan de hand van zelfgemaakte foto’s de status quo liet zien van het Georgische spoor. ‘Dat was een half jaar geleden,’ glimlacht de directeur van Vialis Railway Systems. Hij overdrijft niet als hij het woord deplorabel in de mond neemt. De foto’s spreken immers boekdelen: sterk verouderde, van oorsprong Russische installaties, grote stukken spoor met een wel heel geringe hoeveelheid ballast en handbediende spoorwegovergangen die op zijn zachtst gezegd niet meer van deze tijd zijn. ‘Wij gaan hier in Georgië niet heel westers zeggen hoe het moet maar tillen samen met de mensen van Georgian Railways, kwaliteit en veiligheid naar een hoger niveau.’
De handen van elke vakman gaan jeuken bij het zien van zoveel achterstallig onderhoud. Vialis heeft eind oktober de eerste stap gezet op weg naar de modernisering van het spoorwegennet in Georgië. In het dorpje Gomi, zestig kilometer ten westen van de hoofdstad Tblisi, is de eerste - naar westerse maatstaven moderne - spoorwegovergang in gebruik genomen.
Op het goede spoor
14
In Gomi zijn alle bewoners uitgelopen om de opening van de vernieuwde spoorwegovergang feestelijk in te luiden. De mannen vullen, met inderhaast aangevoerd grind, de laatste gaten in de grond op, verven de zwart/witte markering nog even in de striemende regen en de vrouwen bekijken onder hun paraplu’s met de kinderen het openingsritueel. De zichtbaar trotse directeur van Georgian Railways opent samen met de al even glimmende directeur van Vialis de eerste moderne spoorwegovergang van het land. Zes cameraploegen en ruim honderd omstanders volgen het tafereel. Intussen proberen de bestuurders van trage Trabantjes met hun voertuigen de
spoorwegovergang over te steken en worden afgepeigerde paarden geholpen om de overgang over te komen. De naderende trein uit de richting van hoofdstad Tblisi zal enkele minuten later het dorpje in een tergend traag tempo passeren.
Van 20 naar 80 tot 100 kilometer ‘Vanaf nu kunnen de treinen hier harder rijden,’geeft Förrer aan. ‘In plaats van af te zakken van 80 naar 20 km per uur, zoals tot vandaag gebeurde, kunnen de treinen nu veilig passeren op een snelheid van 80 tot 100 km per uur.’ Minder wachttijd en grotere veiligheid zijn het gevolg. ‘Ik denk dat men hier nog wel even moet wennen aan het idee maar als we de kans krijgen om samen met de Georgische Spoorwegen deze verbeteringen verder door te voeren dan beschikt Georgië over een tijd over een sterk verbeterde infrastructuur en verdubbelt de capaciteit van het spoor. We willen onze technologie en onze kennis naar dit land brengen. Wij leiden de mensen daarvoor op, zodat ze zelf voor het onderhoud kunnen zorgen.’
15
NetWerk magazine
5 De techniek liet veel te wensen over.
‘Georgië (1879 kilometer spoor, waarvan 1575 kilometer in gebruik, met in totaal 2400 wissels waarvan 10 procent defect) wil graag vernieuwen op basis van bewezen technologie,’ weet Förrer. Met ruime ervaring in Indonesië, Sri Lanka, Bangladesh en Saudi-Arabië heeft de technologie van Vialis zich niet alleen bewezen maar heeft Vialis laten zien dat het de daad bij het woord kan voegen, ook ver van huis. ‘Dit was onze eerste kans om iets op oud Russisch spoor te doen en we hebben deze eerste klus in korte tijd geklaard,’ stelt Förrer tevreden vast. De gezamenlijke plannen voor een ferme stap in Georgië, een land dat zich in rap tempo economisch hervormt, liggen klaar. ‘In de eerste fase moeten honderd overgangen worden voorzien van ahob’s en in de toekomst moeten er zeker nog ruim honderdvijftig automatische halve overwegbomen bijkomen.’ Als gekend leverancier van ahob’s heeft Vialis – in zijn streven naar ketenbeheer – een streepje voor bij de verbetering van de spoorbegeleidingssytemen. Daar is niet alleen Vialis maar ook de directie van Georgian Railways van overtuigd.
Sceptisch De plaatsing van Vialis’ eerste ahob in Georgië is een goed voorbeeld van de wijze waarop bedrijfsleven en politiek elkaar kunnen versterken. Oud-politicus Leen van Dijke, verantwoordelijk voor de contacten van VolkerWessels met publieke partijen, fungeerde als bruggenbouwer tussen VolkerWessels en Georgië. In 2005 vertrok onder leiding van minister Karla Peijs een handelsmissie naar Georgië. Van Dijke: ‘Vanuit VolkerWessels hebben we diverse directieleden van werkmaatschappijen meegenomen vanwege hun kennis op het gebied van onder meer spoor, spoorbeveiliging en havens. De eerste ahob in Georgië is het eerste tastbare resultaat van deze handelsmissie.’ Andries de Jong, lid van de raad van bestuur: ‘Ik moet toegeven dat ik in het begin wel sceptisch was. Maatschappelijk ondernemen is mooi, maar we werken nog altijd op basis van het economische principe,
16
hoe sympathiek ik het ook vind om een land als Georgië de helpende hand te reiken. VolkerWessels wil best extra inspanningen verrichten vanuit onze maatschappelijke drive. De risico’s bij dit soort projecten zijn altijd groter dan normaal. Wij hebben al heel wat projecten in het buitenland uitgevoerd en weten inmiddels goed waar we het over hebben.’ Een fikse (37%) bijdrage vanuit het ORET-fonds voor ontwikkelingssamenwerking en het vertrouwen in Vialis heeft die beslissing ondersteund. De Jong: ‘We bouwen via Vialis aan een platform om verder te komen en kunnen nu mooi onze ervaringen en die van onze partners in Georgië aftasten. Op die manier leren wij van elkaar. Op de lange termijn verwacht ik dat deze samenwerking goed is voor Georgië en voor VolkerWessels. Dat spreekt niet alleen uit het enthousiasme van de mensen hier vandaag maar zeker ook uit de houding van onze opdrachtgever Georgian Railways.’ ‘Wij merken aan alles dat wij samen met onze opdrachtgever soepel verbeteringen tot stand kunnen brengen,’ weet Förrer. ‘Wij stellen ons bescheiden op en kunnen goed met onze Georgische collega’s overweg. Het is vooral een kwestie van goed luisteren, vertrouwen geven en krijgen en je beloftes waarmaken. Inderdaad, net als in Nederland,’ lacht hij. a
Georgië Georgie, in oppervlakte anderhalf keer zo groot als Nederland, telt 5 miljoen inwoners, waarvan er ruim 2 miljoen in de hoofdstad Tblisi wonen. Het land wordt begrensd door Azerbeidjzan (in het oosten), Armenië (zuiden), de Zwarte Zee en Turkije (westen) en Tsjetjenië (noorden). Sinds januari 2004, toen Mikheil Saakasjvili na de zogenoemde Rozenrevolutie van november 2003 tot president werd gekozen, heeft de voormalige welvarende sovjetrepubliek ambities om zich aan te sluiten bij de Europese Unie. Na een voorzichtig economisch herstel (begin jaren ’90 stortte het toerisme, de teelt van tabak, thee en citrusvruchten in) is de economische situatie de laatste jaren sterk verbeterd. Hoewel het politieke klimaat momenteel gespannen is door conflicten met Rusland, bracht het openen van de oliepijpleiding van Bakoe in buurland Azerbeidzjan naar de havenstad Supsa aan de Zwarte Zee (een route die dwars door Georgië loopt) Georgië een belangrijke impuls. De Kaukasus is rijk aan olie en gas. Deze energievoorraden zijn van groot belang voor de economie van doorvoerland Georgië. Het land van president Saakasjvili en zijn Nederlandse vrouw Sandra Roelofs kan profiteren van de olie- en gasopbrengsten en de transporttarieven. Verder moet Georgië het hebben van de winning van mangaan en steenkool, de uitgebreide mogelijkheden voor wintersport, het toerisme aan de kust van de Zwarte Zee en de kuuroorden.
VSF wint opnieuw de Nationale Staalprijs Van Splunder Funderingstechniek (VSF) heeft met de Nesciobrug in Amsterdam de Nationale Staalprijs 2006 gewonnen. Twee jaar geleden won de werkmaatschappij met de Hoge Brug in Maastricht eveneens deze prestigieuze prijs. De jury spreekt over een hangbrug van een zeer uitzonderlijke kwaliteit. ‘De hoofdoverspanning is een fraaie combinatie van twee pylonen en een hangkabel, waaraan het brugdek hangt. De overspanning wordt een ware sculptuur door de opsplitsing van het brugdek en de plotselinge overgang van de voetbrug in de wenteltrap. Tijdens de meterslange trappenpartij ervaart de passant pas echt de adembenemende vanzelfsprekendheid waarmee de sierlijke constructie de vloeiende lijnen van het landschap voortzet.’ De Nesciobrug, ontworpen door Wilkinson Eyre Architects, verbindt in Amsterdam de nieuwe wijk IJburg met het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer. De totale lengte van de brug, inclusief de circa 600 meter betonnen aanbruggen bedraagt circa 780 meter. De betonnen aanbruggen zijn gebouwd door werkmaatschappij Van Hattum en Blankevoort. De stalen hoofdoverspanning met een lengte van circa 180 meter en een gewicht van circa 510 ton heeft VSF gebouwd.
Knooppunt in Houten Vialis heeft het nieuwe bedrijfspand in Houten officieel geopend. Vanuit Houten bedienen Vialis Traffic, Vialis Public Transport, Vialis Railway Systems, Vailis Combonet en Vialis PTS de internationale markt voor verkeer, openbaar vervoer en rail. Jos van Kleef, directievoorzitter van Vialis, noemde de opening van het nieuwe pand een bijzonder moment. ‘Het is niet zomaar een kantoor, het is een huis met veel facetten. Met de samenvoeging van diverse Vialis-ondernemingen op één locatie kunnen we daadkrachtiger opereren en de synergie tussen de bedrijven verder bevorderen. Wij willen dat iedereen zich hier thuis voelt.’ In de afgelopen vijf jaar groeide en bloeide de werkmaatschappij van VolkerWessels. Vialis veranderde de koers van een productgeoriënteerde onderneming naar een dienstverlener. Het bedrijf wordt steeds meer een partner
in het bedenken en leveren van verkeersoplossingen voor de weg, het spoor en het openbaar vervoer. Vanaf 2001 zag de onderneming de omzet met ruim 60 procent toenemen tot 150 miljoen euro. Het aantal medewerkers groeide van ruim 400 tot 650. Door de snelle groei werden de panden in Driebergen, Zeist, Nieuwegein en Eindhoven snel te klein. Er werd besloten om de krachten te bundelen in een nieuw kantoorpand op het bedrijventerrein De Meerpaal in Houten. De Vialis-vestigingen in Broek op Langedijk, Haarlem, Lienden en Den Haag blijven gehuisvest op de huidige locaties. Van Kleef is trots op het nieuwe pand in Houten. Het fraaie object, met een kantoorruimte van 3.000 m2, een werkplaatsruimte van 8.000 m2 en een magazijn en opslagruimte is ontworpen door Archiment uit Driebergen. Kondor Wessels Amsterdam Projectontwikkeling was de ontwikkelaar, Kondor Wessels Amsterdam de aannemer en Aveco de Bondt de constructeur.
17
NetWerk magazine
Mijnwater een nieuwe bron van energie Een wereldprimeur in Heerlen. De gemeente is van plan om in de toekomst 1.000 nieuwbouw woningen en ruim 100.000 vierkante meter aan winkel-, kantoor-, en openbare ruimte te verwarmen en koelen met behulp van mijnwater. Bouwbedrijf Jongen uit Limburg is betrokken bij dit unieke project.
18
Als het aan Frans Vaessens en Harry van Dijck van woningcorporatie Weller ligt wordt de Limburgse stad het voorbeeld voor de mijnstreken in Europa. Van Dijck: ‘Mijnwater was vroeger een probleem, nu is het een zegen. Als we het goed doen, zijn we in de toekomst niet meer volledig afhankelijk van de grillige prijsstijgingen van gas en olie.’ De gangen van de kolenmijnen in Heerlen zijn na hun sluiting in de jaren 70 volgelopen met water. Dit water wordt opgewarmd door de warmte van de aarde. Vaessens: ‘Uit boringen is gebleken dat het water op een diepte van bijna 700 meter een temperatuur heeft van 32 graden Celsius. Eenmaal boven verliest het water nauwelijks aan temperatuur.’ Hij legt uit hoe het werkt: ‘Als het water boven is wordt de warmte onttrokken in een warmtewisselstation en overgebracht naar de leidingen van de woonhuizen. Het mijnwater wordt via een tweede boorgat afgevoerd zodat het in de mijngangen weer kan opwarmen.’ Van Dijck vult aan: ‘Het heeft grote voordelen: we kunnen op termijn wellicht goedkoper leveren dan energiebedrijven, de energielasten rijzen niet uit de pan en we realiseren een CO2-reductie van 50 procent.’
pilot voor 48 procent van de totale kosten. In Heerlen en Midlothian zijn verschillende partijen en Europese waarnemers betrokken die hun deskundigheid en kennis bijdragen. Vaessens: ‘Inwoners van Heerlen worden ook bij het proces ingeschakeld. Er zijn vergaderingen, workshops en alles wordt bijgehouden op bijvoorbeeld websites.’ Van Dijck: ‘De mijnen leven weer. Het trotse gevoel van vroeger komt langzaam terug.’ Ook bij bouwbedrijf Jongen kwam dit trotse gevoel naar boven. Projectmanager René Cuss: ‘Om Heerlerheide en het mijnproject mogelijk te maken zijn we bereid om extra geld in dit project te investeren. Het zou fantastisch zijn als dit lukt.’
Invloed
Cultuurcluster
en commerciële ruimten. Het totale plan Heerlerheide is een publiek-private samenwerking tussen de gemeente Heerlen en wooncorporatie Weller. Naast het feit dat de woonwijk straks wordt verwarmd door het water uit de mijnen is het mijnverleden ook op de grond zichtbaar. Het cultuurcluster krijgt de vorm van een koeltoren. Verder is in de gevels van het wooncomplex de gelaagdheid van de ondergrond verwerkt. Cuss: ‘In de wijk staat de stadsverwarming centraal: de verwarming van de wijk wordt gekoppeld aan een energiecentrale die gevoed wordt middels warmtepompen die hun energie halen uit het water in de mijngangen onder Heerlerheide. De energiecentrale zal in de cultuurcluster een prominente plek krijgen zodat iedereen de centrale via een glazen vloer kan bekijken.’
Het mijnwaterproject is een pilot en vindt plaats in Heerlen en de Schotse mijnstad Midlothian. Met het project is een bedrag van 20 miljoen euro gemoeid. Doel van de pilot is om in beide steden proefboringen te verrichten en een distributienet aan te leggen. Vanwege de grote waarde die het project heeft voor alle voormalige mijngebieden in Europa, steunt het Interreg IIIB-programma van de Europese Unie de
Jongen is dit jaar begonnen met de bouw van een cultuurcluster in Heerlerheide, de wijk die staat op de oude gangen van de mijn Oranje Nassau III. In Heerlerheide komen onder andere 50 koopappartementen, een openbare parkeergarage met 275 plaatsen, commerciële ruimten, een gemeenschapshuis, een grand café en een bibliotheek. Daarnaast realiseert de aannemer een Aldicomplex met appartementen
Mooie plannen, maar gaat het project ook lukken? De drie heren hebben er het volste vertrouwen in. ‘De eerste resultaten zijn veelbelovend’, zegt Van Dijck. Het water, dat afgelopen zomer via een buizenstelsel in Nederland is getest, kwam uit het gangenstelsel van de mijn Oranje Nassau III. ‘Het boren in mijngangen is een nauwkeurig klusje. Je moet
5 Bouwbedrijf Jongen bouwt op oude mijngangen een cultuurcluster in Heerlerheide.
Bron: Interreg IIIB-programma Europese Unie
een mijngang van 2,50 bij 2,80 meter raken ’, zegt Vaessens. Eenmaal boven was de temperatuur van het water nauwelijks afgekoeld; de thermometer wees 28 graden Celsius aan. In de praktijk betekent dit dat het mijnwater de verwachte 80 procent van de energievraag voor verwarming kan leveren. Voor de overige 20 procent en bij extreme kou, zullen andere bronnen moeten worden aangewend. Op de website www.minewaterproject.info is verder te lezen dat testen hebben uitgewezen dat er ruim voldoende mijnwater kan worden opgepompt. Er zijn zelfs indicaties dat het ondergrondse mijnwaterreservoir voor koude- en warmteopslag wel vijf keer zo groot is als werd aangenomen. Er zou niet alleen water stromen uit de oude mijngangen, maar ook uit afgegraven steenkoollagen. Dit zal verder worden onderzocht. Het onderzoek naar de mogelijkheden voor koeling met behulp van mijnwater vindt plaats via boringen in Stadspark Oranje Nassau. Naar verwachting beginnen deze in het voorjaar van 2007. Ondertussen bouwt Jongen door. Het nieuwe centrum van Heerlerheide wordt in 2008 opgeleverd. a
19
NetWerk magazine
Eind juli is het drukkend warm. De thermometer staat op 27 graden Celsius als medewerkers van de combinatie VolkerWessels A4-A10, bestaande uit KWS Infra, Van Hattum en Blankevoort, Vialis en de externe partner BSB, de nacht ingaan. Projectleider Pieter Kaars van KWS Infra tuurt in de verte en mompelt: ‘Er is regen en onweer voorspeld.’ Water kunnen de wegwerkers vanavond niet gebruiken. Bij regen koelt het nieuwe wegdek te snel af en kunnen de walsen problemen krijgen met het verdichten van het asfalt.
Metamorfose
Groot onderhoud aan de weg Toen heel Nederland deze zomer met vakantie was, werkten zij. In de hitte en in de stromende
Chauffeurs rijden af en aan, jonge medewerkers staan te vegen en de walsen dansen sierlijk over de weg. Kaars: ’Op topdagen zijn hier wel 200 mensen aan het werk. Vanavond hebben we zo’n 60 á 70 man. Voor dit werk komen onze medewerkers en asfaltploegen uit bijna alle provincies van Nederland, ook onze Duitse collega’s van de firma Trapp zullen in fase drie worden ingezet.’ Hij schenkt koud water in een plastic bekertje. Er is 24 uur per dag verzorging. ‘Onze mensen maken soms lange dagen. Goede voeding en veel drinken is uiterst belangrijk.’ Een collega voegt toe: ‘We kregen deze week zelfs een Italiaanse ijsboer op bezoek!’ Projectmanager Dick Stoop van KWS Infra geniet met volle teugen van zijn werk. ‘Het is toch prachtig. Ruik je het verse asfalt? We leggen een mooi tapijtje’, zegt hij enthousiast. Stoop somt de lange lijst van werkzaamheden op. De onderhoudsklus in Amsterdam is omvangrijk. Het traject, goed voor 17 kilometer, krijgt nieuw asfalt. Verder worden bruggen, viaducten, bebording, riolering, markering, verkeerssignalering, camerabewaking en andere voorzieningen op en aan de weg aangepakt. Ook maakt projectbureau NoordZuidlijn gebruik van de werkzaamheden aan de snelweg. Onder de A10 komt alvast een constructie waardoor het werk aan de nieuwe metrolijn tot 2008 geen verkeershinder meer veroorzaakt. ‘Een ware metamorfose’, zegt Stoop.
Zweetdruppels Een balkman bedient een verwarmde strijkbalk op een asfaltafwerkmachine. Zweetdruppels lopen over zijn gezicht. Op het nieuwe asfalt en bij de machines kan de temperatuur in deze warme nacht makkelijk boven de veertig graden uitkomen. De snelheid waarmee de asfaltlaag wordt
regen. Combinatie VolkerWessels A4-A10 knapte de zuidelijke ringweg van Amsterdam op. Na ruim een maand keihard werken kan het wegdek er weer tien tot twintig jaar tegenaan.
20
21
NetWerk magazine
Rijkswaterstaat eigenlijk niet gekozen voor werkzaamheden in de weekenden en nachten? Stoop: ‘Als we voor dit laatste hadden gekozen dan had het verkeer waarschijnlijk een half jaar lang overlast gehad. Dit was de beste oplossing. Door de vakantieperiode zijn er minder weggebruikers en door delen af te sluiten kunnen we de werkzaamheden beter en sneller uitvoeren.’
het dek. ‘Een spijkerbed met staalwerk’, zegt Stoop lachend. In drie dagen moet de werkmaatschappij uit Woerden een dikke laag hoge sterkte beton aanbrengen met ruim 20.000 ankers die circa 18 centimeter in het beton verdwijnen. Stoop: ‘Het is een race tegen de klok. Ik zal eerlijk zeggen dat we verschillende noodscenario’s hebben klaarliggen.’
Race tegen de klok
De noodscenario’s heeft de Combinatie VolkerWessels A4A10 gelukkig niet nodig gehad. Eind augustus zegt Stoop door de telefoon: ‘Het is goed gegaan. De laatste twee weken was het behoorlijk nat, maar tussen de buien door is het gelukt.’ De Combinatie was zelfs vijf uur eerder klaar dan gepland. Stoop zegt eerlijk dat er bij fase drie wel even sprake was van wat paniek. ‘Een half uur voor de openstelling van het wegdek werden de laatste strepen getrokken.’
Verschillende werkmaatschappijen van VolkerWessels zijn betrokken bij dit grote onderhoudsproject. Zo is Vialis verantwoordelijk voor de verlichting, de lussen in het wegdek en de signalering boven de weg. De verkeerssystemenspecialist maakt gebruik van nieuwe led-verlichting die energiezuinig en minder onderhoudsgevoelig is. Van Velsen verzorgt de belijning, Van Splunder Funderingstechniek werkt samen met BSB en Smit Neuchâtel Infrastructuur vervangt en renoveert alle voegen. ‘Voegen renoveren en vervangen is een zware en intensieve klus. Maar als je het goed doet, kunnen ze weer 25 jaar mee’, zegt Stoop. Een grote rol heeft van Hattum en Blankevoort. De werkmaatschappij knapt viaducten en bruggen op. Een andere, niet voorziene, klus is het parkeerdek van het World Trade Center onder de A10. Het dek voldoet niet meer aan de huidige eisen en moet door de toename van het verkeer op de A10 nodig worden versterkt. Van Hattum en Blankevoort maakte een ambitieus plan voor
aangelegd varieert gemiddeld tussen de zes en acht meter per minuut, afhankelijk van de dikte en breedte van de laag. In Amsterdam ligt de snelheid iets lager, circa vier meter per minuut, omdat hier gebruik wordt gemaakt van een bredere balk die circa tien meter kan worden uitgeschoven. Stoop: ‘We besparen één machine. Voordeel: minder lassen en sneller werk omdat machines niet op elkaar hoeven te wachten.’ Om sneller te werken maakt KWS Infra ook gebruik van een nieuwe freesmachine uit Duitsland die in plaats van ruim twee meter asfalt, in één keer 3,80 meter asfalt verwijdert. Snel en efficiënt zijn sleutelwoorden in Amsterdam. De projectmanager geeft aan dat de grote onderhoudsbeurt, van 21 juli tot 28 augustus, een zeer strakke planning kent. De werkzaamheden zijn opgedeeld in vier fasen. In elke fase is gedurende ruim een week één van de wegdelen
22
Tevreden
De projectmanager roemt de inzet van zijn mensen. ‘In een korte tijd hebben we een prachtig werk afgeleverd. Aan het einde merkte je wel dat iedereen moe en wat kribbig werd. Maar dit laatste is ook logisch, de dagen zijn lang en de rek is er gewoon uit.’ Stoop is dik tevreden over het resultaat en dat is hij niet alleen; de minister van Verkeer en Waterstaat Karla Peijs gaf op een evaluatiebijeenkomst over het groot onderhoud A4-A10 aan dat de aannemer een topprestatie heeft geleverd. a
afgesloten. Stoop: ‘Elke ochtend hebben we groot overleg. Urenplanningen en werkzaamheden worden zorgvuldig besproken en drie keer in de week is er een afspraak met Rijkswaterstaat.’
Versteviging De duizenden weggebruikers, op de zuidelijke randweg van Amsterdam rijden normaal ruim 200.000 auto’s per dag, worden onder andere omgeleid via de A9 en A2. Stoop: ‘Op de A9 is een extra rijstrook aangebracht. Uit voorzorg heeft Van Hattum en Blankevoort bij een aantal kunstwerken in de A9 versteviging aangebracht.’ Naast extra rijstroken rondom en in de stad, zijn er in het gebied van de A10-Zuid, 30.000 vervoerspassen aan bedrijven verkocht. Werknemers kunnen voor 30 euro een maand lang van en naar hun werk reizen met het openbaar vervoer. Heel wat maatregelen. Waarom heeft
5 Het parkeerdek van het World Trade Center onder de A10 voldeed niet meer aan de huidige eisen. Versterking was noodzakelijk.
23
NetWerk magazine
De medewerkers van Wessels Rijssen moesten er wel even
kleding uitgereikt door Herman Wessels. Er was veel lof maar
van de eerste kledingstukken. ‘Je geeft een visitekaartje af als het personeel er netjes bij loopt. Bovendien is de kleding van zeer goede kwaliteit. We moeten onze mensen beschermen tegen zon en kou.’ Voortman is ook zeer ingenomen met het resultaat. ‘Het ziet er gelikt uit. Het straalt collegialiteit en eenheid uit. Ik heb het gevoel dat na deze introductie veel meer werkmaatschappijen zullen volgen.’
ook kritiek. Dat kan ook niet anders, als van je verwacht wordt
‘Tikkeltje eigenwijs’
aan wennen. Begin oktober kregen zij in de bouwput van het stadskantoor in Arnhem als eersten hun nieuwe bedrijfs
VolkerWessels ontwikkelde de afgelopen drie jaar in nauwe samenwerking met Zijlstra Beroepskleding en leverancier Havep uit Goirle de nieuwe kledinglijn. Deze kleding zorgt ervoor dat elke werkmaatschappij zich kan onderscheiden door een duidelijk zichtbaar logo in de eigen kleuren gecombineerd met generieke huisstijlelementen die alle werkmaatschappijen visueel met elkaar verbindt. ‘Hierdoor ontstaat een geheel eigen maar tegelijkertijd toch ook een uniforme uitstraling’, legt Jos Waltmans, manager corporate communicatie van VolkerWessels, uit. ‘Elke werkmaatschappij kan op deze manier worden voorzien van een specifiek op het bedrijf afgestemd kledingpakket. Leidend daarbij is de kleurstelling van de betreffende onderneming, die vervolgens wordt toegepast op alle kleding. Net als bij de autobestickering, de vlaggen en bijvoorbeeld het drukwerkpakket het geval is: je onderscheidt je als bedrijf binnen VolkerWessels door uniform gebruik te maken van je logo in combinatie met de ‘clubkleur’ van de werkmaatschappij. Zo gecombineerd ontstaat ondanks de veelzijdigheid van ons concern toch een uniforme uitstraling.’ Er is genoeg plaats voor vermelding van het logo van de werkmaatschappij op de kleding. Ook is heel subtiel de vermelding ‘een VolkerWessels onderneming’ op de kleding aangebracht. ‘Ik denk dat we een enorme stap voorwaarts maken met deze eigentijdse en ook een tikkeltje eigenwijze kledinglijn binnen VolkerWessels. We staan er gekleurd op.’
om je oude kaki kloffie in te ruilen voor een modern grijs ontwerp - mèt nadrukkelijk je eigen bedrijfskleuren - dat dan weer wèl.
Geheel in het nieuw Wessels Rijssen kreeg de primeur. Hoofd inkoop Gerrit Voortman had in het verleden al met Herman Wessels de bedrijfskleding geregeld voor de bouwbedrijven in de regio Noord-Oost, maar na de introductie van het nieuwe merk beleid van VolkerWessels, dat vanaf 2002 opgeld doet, was er geen uniforme lijn beschikbaar. Toen er een nieuwe kledinglijn besteld moest gaan worden, werd direct ingespeeld op de nieuwe huisstijl. Het gevolg? Een nieuwe set bedrijfskleding voor alle bouwgerelateerde bedrijven in de regio Noord-Oost. Dit jaar zijn ruim 400 medewerkers van VolkerWessels uit deze en andere regio’s voorzien van een nieuwe outfit: behalve Wessels Rijssen geldt dit voor de bouwplaatsmedewerkers van Rottinghuis, Reitsma, Systabo, Ufkes, Goossen, Te Pas Bouw, De Veluwezoom, Stam + de Koning Zwijndrecht, Van Kessel Bouw en de onderhoudsploeg van Jongen in Landgraaf. Vanaf begin volgend jaar kan in samenwerking met de werkmaatschappijen die dat wensen, de kledinglijn worden afgestemd op de specifieke behoeften. Een bouwvakker
24
uit Limburg stelt immers andere eisen aan zijn kleding dan een wegenbouwer uit Vianen of een netwerkbouwer uit Amersfoort…
‘Kleding is emotie’ De aloude spijkerbroek en de kaki werkbroek behoren tot het verleden. ‘Erg mooi’, zegt een van de jonge bouwvakkers enthousiast als hij de kleding voor het eerst ziet. ‘Ik vind het niks dat ik mijn spijkerbroek moet inleveren’, zegt een oudere collega eerlijk. ‘Die fleece trui is perfect om in te skiën’, lacht iemand. Over het algemeen zijn de reacties positief. ‘Tsja, het is altijd afwachten’, weet fabrikant Joop Zijlstra van Zijlstra Beroepskleding uit Franeker. ‘Kleding is emotie en verandering is niet altijd prettig.’ Voortman: ‘De medewerkers kunnen zelf hun kleding bestellen en vervangen en zijn niet meer afhankelijk van een kledingvergoeding en kunnen
winnaar
Corporate Fashion Award 2006 www.volkerwessels.com
nu verschillende kledingstukken kiezen.’ De werkjassen zijn te vergelijken met moderne zeiljacks. De stoffen zijn dunner geweven, wat betekent dat het materiaal sterker en lichter is. De nieuwe materialen van de jassen en broeken zijn ook winddicht en waterafstotend. Maar er is niet alleen aandacht voor winterkleding. In het assortiment zitten ook T-shirts en een modieuze bermuda voor de warme zomers. Opvallend in de catalogus is ook de keuze van verschillende lagen kleding. Kleding met meer lagen zorgt voor een snelle afvoer van transpiratie naar volgende lagen. Hierdoor blijft de kleding droog en koelt de drager van deze kleding minder snel af. Uit onderzoek van de adviseur op het gebied van werk en gezondheid ArboNed, blijkt dat bouwvakkers zich minder snel ziek melden als zij goed zijn gekleed. De uitvoerders zullen er op toezien dat de nieuwe kleding wordt gedragen. ‘Een lust voor het oog. Ik ben er trots op’, zei Herman Wessels tijdens de uitreiking
Wat gebeurt er eigenlijk met de oude spullen? Voortman: ‘Alle oude kleding van Wessels Rijssen wordt ingeleverd en de spullen worden vervolgens geschonken aan Stichting Sociaal Medische Hulpverlening aan Oost-Europa. Deze stichting verleent structurele hulp in onder meer de voormalige Oostbloklanden op sociaal en medisch gebied in de ruimste zin van het woord aan ziekenhuizen, instellingen voor meervoudig gehandicapten, kindertehuizen en scholen en drinkwaterprojecten.’ a Voor meer informatie: VolkerWessels Corporate Communicatie, tel: 010 42 44 243
25
NetWerk magazine
Stichting African Parks Het Omo National Park, ten zuiden van Ethiopië, is bijna zo groot als de provincie Gelderland. Hoewel het park al in 1966 is opgericht, verliep de ontwikkeling tot dusverre traag. Het park is slecht toegankelijk; in de regentijd is het park zelfs helemaal niet bereikbaar en er zijn geen faciliteiten voor toeristen. Door stroperij en begrazing staat de wildstand sterk onder druk. Eind 2005 is het beheer van het park overgenomen door de Nederlandse Stichting African Parks, die tot doel heeft het wild en de natuur te beschermen, maar zodanig dat de bevolking in de omgeving van het park daarvan op duurzame wijze profiteert.
VolkerWessels helpt de Nederlandse Stichting African Parks met het beheer van het Omo National Park in Ethiopië. VolkerWessels fungeert voor de stichting als kenniscentrum. African Parks beheert, in nauwe samenwerking met de lokale bevolking, in vijf Afrikaanse landen zeven parken met een totale oppervlakte van enkele miljoenen hectare.
VolkerWessels helpt de Nederlandse stichting met de verbetering van de airstrip bij het hoofdkwartier, een betere toegankelijkheid over land en helpt bij de ontwikkeling van een goede en betrouwbare oversteek over de rivier de Omo voor bezoekers van het park. Bij VolkerWessels ligt de nadruk op het advies en de uitvoering door de plaatselijke bevolking, indien noodzakelijk zal er ter plaatse hulp worden aangeboden. Voor meer informatie over Stichting African Parks kijk op: www.africanparks-conservation.com. a
VolkerWessels op Innotrans 2006 in Berlijn VolkerRail Nederland, VolkerRail Deutschland, GrantRail, Vialis Railway Systems en Vialis Public Transport stonden dit jaar gezamenlijk op InnoTrans 2006 in Berlijn. Het was voor het eerst dat deze ondernemingen de krachten bundelden op ‘s werelds grootste beurs op het gebied van railtechnologie. ‘The entire world of rail transport at a glance’, was het motto van InnoTrans. Ruim 1.600 bedrijven presenteerden zich van 19 tot en met 22 september dit jaar op bijna 100.000 vierkante meter in Berlijn. ‘Als Europese spelers konden we hier niet ontbreken’, aldus Ger de Kok, directeur marketing van VolkerRail. Hij en zijn collega Carlus van Maarschalkerweerd van Vialis Railway Systems waren zeer te spreken over de samenwerking tussen de werkmaatschappijen. ‘Het ging uitstekend. Het is mooi te zien hoe je kennis en kunde met elkaar, maar ook met de beursbezoekers kunt delen.’ InnoTrans werd dit jaar door ruim 66.000 bezoekers bezocht. Op de stand van de bedrijven van VolkerWessels was vooral veel belangstelling voor innovaties. Heeft de beurs naast veel aandacht iets concreets opgeleverd? De Kok en Van Maarschalkerweerd: ‘Dat is niet in geld uit te drukken. VolkerRail en Vialis hebben een goed visitekaartje afgegeven in Europa.’ a
26
Spectaculair nachtwerk in Den Haag
Het Strijkijzer, een 130 meter hoge woontoren in Den Haag, krijgt steeds meer vorm. Er komen straks 351 woningen, waarvan er 300 bestemd zijn voor studenten. Op de onderste verdiepingen komen onder andere werkruimten, een grand café en een wasserette. Op de bovenste etage kunnen bewoners en bezoekers straks genieten van het uitzicht over Den Haag op het panoramaterras. Het ontwerp van ‘Het Strijkijzer’ is gemaakt door het Haagse architectenbureau AAArchitecten. De opdrachtgever, de Haagse woningcorporatie Vestia, wilde dat er een betonconstructie gemaakt zou worden in natte betonbouw met behulp van tunnelbekisting waarop vervolgens geïsoleerde metalen gevels werden gemonteerd. Na het bestuderen van diverse alternatieven koos Boele & van Eesteren voor een prefab betonconstructie, die in dubbele shifts (twee ploegen op een dag) wordt uitgevoerd. De bouw is in 2006 gestart. Eind maart 2007 staat de oplevering op de agenda.
27
NetWerk magazine
Het is groot en zwaar en hangt op een hoogte van bijna 94 meter. Bij Boele & van Eesteren hoeven ze niet lang na te denken; het is het stalen frame bovenin van het ‘Het Strijkijzer’, een 135 meter hoge woontoren in Den Haag. In de nacht van 14 op 15 september hees de werkmaatschappij het zogenaamde frame van de ‘oksel’ van het gebouw de lucht in.
23.00 Het mag dan al wat laat zijn; verkeer raast nog
steeds voorbij. Het is overduidelijk dat de bouwplaats van ‘Het Strijkijzer’ in Den Haag op een van de drukste plekken van Nederland ligt. Trams, bussen, auto’s, fietsers en voetgangers kunnen de werkplek van de bouwers bijna letterlijk aanraken.
23.15 Lampen verlichten ‘Het Strijkijzer’. Half september
2006 telt de woontoren 34 verdiepingen. Eind maart 2007, bij de oplevering, zal het gebouw 42 verdiepingen hebben. Op de bouwplaats van 800 m2 zijn medewerkers van Boele & van Eesteren en van Oostingh Staalbouw bezig met de laatste voorbereidingen voor de nacht.
23.30 Projectleider uitvoering Johan Ouwehand neemt een slok van zijn koffie. De planning wordt nog eens besproken en hij sluit een weddenschap af. Ouwehand verwacht dat de hijsoperatie anderhalf uur duurt. Zijn collega denkt twee uur.
23.45 Een 3D-tekening van Aveco de Bondt, die aan de
muur van de keet hangt, geeft duidelijk aan hoe groot de oksel van het gebouw is. Ouwehand: ‘Het frame, circa 17 meter hoog en 24 meter lang, heeft een gewicht van 24 ton, bestaat uit vijf kolommen en heeft diverse schoren en liggers. De stalen constructie komt tussen de 26e en 32e verdieping te hangen en zal straks de vloeren van deze verdiepingen dragen. De oksel wordt in de toekomst een verzamelpunt voor activiteiten en bewoners en bezoekers hebben vanuit dit deel van het gebouw straks een prachtig uitzicht.’
0.00 Op de bouwplaats nemen de kraanmachinisten, van
een 100-ton mobiele kraan en een imposante torenkraan, de laatste procedures door. In de keet wordt nog een keer naar de weersvoorspelling gekeken. Het ziet er gunstig uit; windstil, 22 graden Celsius en lichtbewolkt. Als het windkracht vijf zou zijn konden de werkzaamheden niet doorgaan. De Rijswijkseweg wordt gedeeltelijk afgesloten en er is contact met HTM, de instantie voor het personenvervoer en het openbaar vervoer in Den Haag.
0.30 De laatste tram rijdt voorbij. Het wordt iets stiller op
straat. Ondertussen gaan de voorbereidingen door en worden de portofoons getest.
28
01.00 Ouwehand is optimistisch. Het spanningselement
van de avond is de laatste handeling: hoe verloopt de verankering boven? Als het niet past is er een probleem. Ouwehand legt uit dat boven, aan de prefab wanden, nokken zijn gestort. In deze nokken zitten sparingen met stalen pinnen, de zogenaamde stekken. Het frame moet straks over de stekken schuiven en vast komen te zitten. Voor zes uur ’s ochtends moet alles stormvast zijn. Vier stalen horizontale verbindingen naar het gebouw houden het frame dan stabiel. Dit is puur vanuit veiligheidsoverwegingen, want stel je toch voor dat het gaat waaien en het frame van de oksel gaat zweven of valt in het ergste geval naar beneden.
01.45 Het verlossende woord is gesproken. HTM komt
langs en geeft een document waarop staat dat de stroom van de bovenleidingen is gehaald. Het hijsen kan beginnen. Architect Bontebal van architectenbureau AAArchitecten staat te kijken. ‘Het is altijd bijzonder om te zien hoe zij het doen. Je kunt het wel mooi bedenken, maar past het ook in de werkelijkheid. Ik geniet net zo veel van het uitvoeren als het ontwerpen.’
01.50 De mobiele kraan komt in actie. Deze verplaatst
het frame naar een locatie waar de torenkraan hem over kan nemen. De torenkraan neemt hem over. De touwen worden verwisseld en de 11 medewerkers van de betrokken partijen nemen de sleutelposities in. Op 77 meter hoogte bungelen drie bakjes waar mensen staan die straks het frame opvangen. Uitvoerder Henk Dorstman: ‘Het is precisiewerk. Mensen moeten op de juiste plek zitten. Het zijn eigenlijk allemaal puzzelstukjes die straks in elkaar vallen.’
03.15 ‘Over 5 minuten beginnen we met hijsen!’, klinkt
het door de portofoon. Mannen houden met vier robuuste stuurtouwen het frame in evenwicht. ‘Puur gevoel’, zegt Ouwehand. Op de 19e verdieping is een kritiek punt. Het frame moet over de punt van een steiger. Gaat het lukken? Even is het spannend omdat één van de touwen vast is komen te zitten. De portofoon kraakt in de stilte van de nacht: ‘We kunnen weer.’ Het is een prachtig gezicht om de zien hoe, binnen een kwartier, het gevaarte op zijn plek is aangekomen. Ook op hoogte gaat het goed. Ouwehand en Dorstman halen opgelucht adem als zij door de portofoon horen: ‘De eerste ankers passen als een zonnetje.’ ‘Dat is wel even een moment’, zeggen de heren in koor.
05.00 De constructie wordt stormvast gemaakt.
HTM zet weer spanning op de bovenleiding van de tram.
06.00 Ouwehand gaat na een zeer lange werkdag naar
huis. Hij is tevreden. Alleen jammer dat hij de fles wijn heeft verloren. De anderhalf uur hijsen was toch iets te optimistisch.
29
NetWerk magazine
Hoe kan het spoor worden onder-
markt te prikkelen om het aantal
Volgens de arbeidsinspectie is baanwerker het gevaarlijkste beroep van Nederland. Geen wonder dat de markt er alles aan gelegen is om de veiligheid van medewerkers aan het spoor te waarborgen. Zo wordt de persoonlijke waarneming, waarbij iemand collega’s moet waarschuwen voor aanstormend treinverkeer op het nevenspoor, per 1 januari 2008 in de ban gedaan. De mobiele werkplaats biedt uitkomst. Veilig, droog en ergonomisch: de mobiele werkplaats zorgt voor een spectaculaire verbetering van de arbeidsomstandigheden.
buitendienststellingen van het
Wagon zonder bodem
houden met veel minder hinder? Met die prijsvraag probeerde ProRail creatieve geesten in de
spoor aanzienlijk terug te dringen. Het winnende ontwerp van VolkerRail en Movares blinkt uit in voordelen. De mobiele werkplaats beperkt niet alleen de overlast voor het treinverkeer. De innovatie beschermt ook de baanwerker voor ongelukken en barre weers omstandigheden.
Maar wat houdt de innovatie nu precies in? De mobiele werkplaats is een rijdend onderhoudsvoertuig, die als wagon zonder bodem in een werktrein kan worden gerangeerd. De baanwerkers bevinden zich in de wagon, waardoor ze volledig zijn afgeschermd van het treinverkeer op de naastgelegen sporen. Aan boord bevinden zich alle tools en gereedschappen voor inspecties en onderhoudswerkzaamheden aan wissels, het vernieuwen van lasverbindingen en het handmatig slijpen. ’Van al het onderhoudswerk kan 85% in de mobiele werkplaats worden uitgevoerd’, verzekert projectmanager Clemens Schoone van VolkerRail Research & Development. ’Dat geldt voor de baan en het seinwezen. Voor de bovenleidingen beschikken we over andere voertuigen.’ Het lijkt allemaal zo simpel. ’Het idee van een werkplaats op wielen bestaat al langer’, erkent Schoone. ’Maar op rails is het nog niet eerder toegepast. Waarom het niet tien jaar eerder is verzonnen? Innovaties ontstaan vaak in een samenspel van technische krachten, het juiste moment, de juiste locatie en de juiste politieke windrichting. Bovendien zijn er met deze ontwikkelingen aanzienlijke kosten gemoeid. Door de prijsvraag en bijbehorende subsidie word je als markt uitgedaagd.’
‘Over elk boutje is nagedacht’ 5 Clemens Schoone (links) en Jasper de Vette: ‘Monteurs willen niet anders meer.’
30
Tekenen en rekenen Dat het allemaal zo eenvoudig oogt, is bijna een belediging voor het technisch team dat zich uitsloofde om de mobiele werkplaats in een recordtempo te realiseren. Het heeft Jasper de Vette, die zich als operationeel projectleider als de technische rechterhand van Schoone ontpopte, en zijn collega’s heel wat zweetdruppels gekost. ’Echt over elk boutje is nagedacht, beweert De Vette. ’Maar de allergrootste uitdaging was de tijdsdruk. Tekenen, rekenen, bouwen, certificeren, testen en de rapportages aan ProRail, IVW en de Arbeidsinspectie: vrijwel alles liep tegelijkertijd. De contacten met die organisaties starten al voor er ook maar een streep op papier is gezet.’ Om tijd te winnen, is de mobiele werkplaats op twee locaties van Volker Stevin Materieel gebouwd. De materieeldienst fungeerde als partner en nam het rekenwerk voor haar rekening. Op het hoogtepunt werkten twintig medewerkers eendrachtig aan de lancering van de mobiele werkplaats die deze zomer onder grote belangstelling van de media werd gepresenteerd.
Van sceptisch tot lyrisch Maar alle moeite heeft geloond. Inmiddels heeft de mobiele werkplaats tien proefprojecten met glans doorstaan. ’De pilots zijn goed gelukt’, bevestigt Schoone. We gaan dit prototype nu doorontwikkelen van railvoertuig naar railwegvoertuig. We doen daarnaast studies naar Inzet Plaats Aansluiting (IPA), een soort mini fly-over, waarover de mobiele werkplaats verplaatst kan worden tussen weg en rails. Er is veel belangstelling; de vraag is groot.’ Vreemd genoeg waren de monteurs zelf in eerste instantie sceptisch: ’Tot ze de mobiele werkplaats in de praktijk hebben ervaren’, lacht De Vette. ’Aanvankelijk hadden ze zoiets van: ’Ik werk in de open lucht en nu moet ik opeens in zo’n benauwde doos.’ Maar als ze in de praktijk zien dat er behoorlijk wat ruimte is, zijn ze direct voor 100% om. De monteurs die aan de pilotprojecten hebben gewerkt, willen nu niets anders meer. Ze hebben geen last meer van regen en wind, bij goed weer kunnen de zijkanten open en binnen is het stil. Bovendien hoeven ze niet langer hele stukken met zware spullen te sjouwen. Ergonomisch is het dus ook een hele verbetering.’ Schoone knikt instemmend: ’Dat komt ook de kwaliteit en de snelheid van het werk ten goede. De werkprocessen zullen in de toekomst voor zowel ProRail als de aannemer revolutionair veranderen. Dat wordt wel eens vergeten, als men naar het kostenplaatje kijkt. Veiligheid en ergonomie zijn niet altijd in euro’s uit te drukken.’ Wat verwacht de projectmanager van de toekomstkansen van de mobiele werkplaats? ’Dat hangt uiteraard af van hoe de markt reageert. In 2005 zijn er 135.000 buitendienststellingen verstrekt. ProRail wil dat aantal halveren. Daar heb je deze mobiele werkplaats echt voor nodig. Ik durf te voorspellen dat over tien jaar heel Europa vol staat met mobiele werkplaatsen.’ a
31
NetWerk magazine
bedrijf in beeld Reitsma Daarbij komt dat hier vaak de contacten worden gelegd voor de grotere klussen.’
‘Hoe eerder aan tafel, hoe beter’ Elke werkmaatschappij van VolkerWessels is anders. De zelfstandige bedrijven hebben een eigen geschiedenis, hun eigen projecten, gewoontes en meningen. Zo ook bouwbedrijf Reitsma in Drachten. Directeur Ridsert van der Geest (46): ‘Het beeld bestaat dat we alleen grote projecten realiseren, niets is minder waar. Onderschat de kleine werken niet.’
De directeur van bouwbedrijf Reitsma is een echte Fries met blonde lokken. Vanachter zijn karakteristieke bril kijkt hij een beetje de kat uit de boom, maar het ijs is snel gebroken. ‘Het verschil tussen een Fries en iemand uit het Westen? Wij houden ons altijd aan onze afspraken. In het Westen gaan ze daar wat makkelijker mee om’, zegt hij lachend. Van der Geest is sinds 2000 directeur bij Reitsma. ‘Ze zochten iemand die Fries kon pruttelen en verstaan.’ Eerlijk zegt hij: ‘Het was best wennen. De meeste medewerkers kenden mij nog van vroeger, ik was hier namelijk in het verleden hoofd onderhoud.’ Van der Geest omschrijft bouwbedrijf Reitsma, dat circa 65 medewerkers in dienst heeft en een jaarlijkse omzet van
20 miljoen euro realiseert, als een ‘allround bouwbedrijf’. ‘Woningbouw, utiliteitsbouw, verbouw- en onderhoudswerkzaamheden. We kunnen alles, van een dakkapel repareren tot gebiedsontwikkeling.’ Het grootste probleem is volgens hem dat de buitenwereld Reitsma ziet als een groot bouwbedrijf. ‘Ja, we hebben omvangrijke projecten gerealiseerd zoals het CMG kantoor in Groningen en woningbouwprojecten in Schagen, Leeuwarden en Groningen, maar 25 procent van ons werk bestaat uit dakramen, deurkrukken en onderhoud.’ Van der Geest vindt het jammer dat ook bij VolkerWessels de nadruk vaak ligt op de grote projecten. Zijn boodschap: ‘Besteed wat meer aandacht aan de kleine klussen want dat doet het merendeel van onze bedrijven.
Ridsert van der Geest: ‘ Besteed wat meer aandacht aan de kleine klussen.’4
32
Het kantoor van Reitsma is gevestigd op industrieterrein De Hemmen te Drachten. Vanuit de werkplaats ondersteunen medewerkers collega’s van de buitendienst door het onderhouden van het gereedschap en het op peil houden van de materiaalvoorraad. Ook is er een eigen hulpdienst: bij calamiteiten kunnen klanten 24 uur per dag, 7 dagen per week terecht. De werkplaats in Drachten heeft verder de capaciteit om kozijnen, ramen en deuren te produceren en af te leveren. Vroeger ging dat wel anders; de heer W.E. Reitsma opende in 1926 de deuren van zijn timmerfabriek in een steegje in Grou. Lopend of op de fiets ging hij naar klanten. Vanwege uitbreiding is het bedrijf in 1953 verhuisd naar Drachten. Ruim twintig jaar later, toen de familie geen opvolger had, klopte aannemer Wessels uit Rijssen op de deur. Nu is de onderneming een onderdeel van VolkerWessels. Heeft dat voordelen? Van der Geest: ‘We zijn nog steeds zelfstandig maar hebben de faciliteiten van een groot concern. Denk daarbij aan de kennis en kunde die we kunnen delen. Voordelen te over bij samenwerking met onze ontwikkelaars, de bedrijven die infrastructurele werken maken en bijvoorbeeld de materieeldienst. Al het materieel wat je nodig hebt is altijd voorhanden.’ Het werkgebied van Reitsma ligt in Noord-Nederland met daarbij de nadruk op Friesland. Zo bouwt de onderneming woningen in het plan Boarnstee-Zuid in Akkrum, een zorgboerderij in Marum en een jongerencomplex in Almere. Opdrachtgevers zijn het midden- en kleinbedrijf, winkelketens, postkantoren, woningbouwverenigingen en pensioenfondsen. Van der Geest: ‘Het mooiste vind ik werken in een bouwteam. Hoe eerder aan de tafel, hoe beter. We willen meedenken met de klant.’ Van der Geest: ‘Wij zijn hier open en eerlijk tegen elkaar. We hebben een platte organisatie waardoor we snel beslissingen kunnen nemen.’ Van der Geest roemt de inzet van zijn mensen en is tevreden met de goede sfeer bij zijn bedrijf. ‘Er wordt hard gewerkt en last but not least, we hebben gezellige borrels.’ Een beetje bezorgd is de directeur wel over de vergrijzing binnen zijn onderneming. ‘Het is lastig om jonge medewerkers aan te trekken. Sollicitanten zijn lui geworden. Vroeger stonden hier timmerlieden, die werk zochten, op de stoep. Nu vullen sollicitanten alleen formuliertjes in.’ Om jongeren aan te trekken heeft Reitsma goede contacten met scholen in de buurt en zijn er meerdere stagiaires in dienst. Over werk heeft het bouwbedrijf in Drachten echter niet te klagen. Er staan een paar mooie projecten op de agenda. Van der Geest is positief: ‘In de bouw gaan we een goede tijd tegemoet. De behoefte aan woningen en gebouwen neemt ook in deze regio toe. Er is veel geld in de
33
NetWerk magazine
Markant en mediterraan Amstelveen is straks een blikvanger rijker. Wessels Zeist bouwt aan de zuidkant van de A9, in het gebied Langerhuize, het nieuwe hoofdkantoor van KPMG. De gevels met verschillende bogen, de vides, de vinnen en de zwevende vergaderzalen maken het circa 60.000 vierkante meter grote kantoorpand een bijzondere verschijning.
Wie nu langs de A9 rijdt, ziet een bouwput met kranen en heistellingen. Ruim 3200 heipalen verdwijnen in de grond. De palen dragen in de toekomst een gebouw met tien verdiepingen voor de medewerkers van accountantskantoor KPMG, een tweelaagse bovengrondse parkeergarage voor bijna 1700 auto’s en een begane grond. Op de artist impression is goed te zien dat het gebouw sierlijke ronde vormen krijgt. De verschillende bogen maken het lastig om onder de kantoorpanden een parkeergarage met rechte rijbanen van circa 300 meter te bouwen. Om zoveel mogelijk auto’s kwijt te kunnen heeft Wessels Zeist voor een aparte kolommenstructuur gekozen. De bovenbouw rust straks op een 80 centimeter dikke betonvloer, daaronder is een nieuwe kolommen structuur opgebouwd voor de parkeergarage.
5 Het nieuwe hoofdkantoor van KPMG is in 2010 klaar.
34
Het nieuwe KPMG-hoofdkantoor, ontworpen door de architect Marcel van der Schalk, krijgt door de lichte gevelstenen een wat mediterrane uitstraling. Buiten glas en aluminium bestaat de gevel uit fraai metselwerk. Op de bouwtekeningen en op 3D-modellen is goed te zien dat alle beëindigingen van het metselwerk op de gevel uitwaaien vanaf de constructie. Opvallend zijn ook de karakteristieke vinnen op de hoeken van het gebouw. De vinnen worden voorzien van natuursteen.
Het pand, in totaal komen er zes kantoorvleugels, oogt speels. Het ontwerp bestaat uit veel glas en bijna overal zijn doorkijkjes. De liftkernen en trappenhuizen zijn transparant en krijgen een prominente plek in de verschillende vleugels. Aan de noordzijde van het pand komen zwevende vergader zalen die met speciale trekstangen aan de gevel worden bevestigd. De ‘doosjes’ steken circa acht meter uit de gevel en hangen boven elkaar. Centraal in het nieuwe kantoorgebouw zijn de twee grote atria die doorlopen tot aan het dak. Ze zijn afgedekt met glazen koepels en slingeren bochtig in het pand omhoog. Niet alleen voor Wessels Zeist is Langerhuize een groot en ambitieus project. Ook de gemeente Amstelveen omschrijft de ontwikkelingen in het gebied als omvangrijk. Behalve het nieuwe pand van KPMG worden de panden van de aanwezige zorginstellingen in het gebied gesloopt of uitgebreid en de gemeente past de infrastructuur en openbare buitenruimte in het gebied aan. In 2010 moet het nieuwe kantoor bij Langerhuize in Amstelveen klaar zijn. Voor de medewerkers van KPMG zal niet veel veranderen. De komende jaren kunnen zij de bouw op de voet volgen. Het oude hoofdkantoor, eveneens een markant gebouw, staat namelijk maar 1 kilometer van de nieuwe locatie. n
35
NetWerk magazine
Waar het bedrijf in andere landen inmiddels een gevestigde naam is, boorde de businessunit van Visser en Smit Hanab, Transport Drilling & Marine (TDM), in het Franse Quiberon bijna letterlijk en figuurlijk een nieuwe markt aan. Door een slimme combinatie van boormethoden en maritieme technieken werd het toeristische schiereiland van een afvalwaterprobleem verlost.
5 Een nieuwe pijpleiding verlost het Franse Quiberon van een afvalwaterprobleem.
TDM bundelt expertise in Franse groeimarkt
Technisch hoogstandje aan ‘wilde kust’ Het toerisme vormde indirect de aanleiding voor het project in Quiberon. Het lokale waterzuiveringsstation transporteert gezuiverd afvalwater naar de Atlantische Oceaan. In de rustige maanden is de benodigde capaciteit gebaseerd op de 20.000 inwoners in de regio. In het toeristenseizoen verdubbelt de hoeveelheid water die afgevoerd moet worden. Het verouderde station en de eveneens gedateerde ondergrondse infrastructuur konden die capaciteit niet langer verwerken. Reden genoeg voor het regionale overheidsorgaan Syndicat Mixte de la Region d’Auray-Belz-Quiberon om een prijsvraag uit te schrijven voor het ontwerp van een nieuwe pijpleiding.
‘Beukende oceaan’ Uitdagingen voldoende in Bretagne. Visser & Smit Hanab, dat door haar Franse agent op het spoor van het project werd gezet, ontdekte in de ontwerpfase al snel waarom de Fransen
36
van ‘Côte Sauvage’: ‘de wilde kust’ spreken. Slechts één natuurlijke inham komt in aanmerking voor het lozen van het gezuiverde water. De rest van de kustlijn wordt geteisterd door beukende oceaangolven die de kansen op breuken en beschadigingen aanzienlijk vergroten. Het loospunt bleef dus onveranderd. Het consortium van Visser & Smit Hanab en vier Franse onderaannemers verraste de opdrachtgever met een oplossing voor drie kleinere PE-pijpleidingen met een diameter van 25 centimeter en 400 meter lengte. Op die manier kan buiten het toeristenseizoen het water door één buis worden vervoerd. Dat is niet alleen goed voor de druk in de gebruikte pijpleiding, maar maakt het ook mogelijk om eventueel revisie en onderhoud aan de andere twee leidingen te plegen. Door voor een sleufloze horizontale boormethode te kiezen, bleven bovendien het strand en de wegen onaangeroerd en gevrijwaard van overlast.
Het oorspronkelijke plan van de opdrachtgever om de oude leiding te vervangen die 100 meter de zee in liep, bleek geen goed idee. De eerder genoemde brute natuurkracht zou het project aanzienlijk vertragen omdat slechts jaarlijks gedurende een korte periode de werkcondities voldoende zouden zijn.
Blue Thunder Een extra moeilijkheidsgraad was de granietlaag die doorboord moest worden. Dat gebeurde met de inzet van verschillende rocktools en The Blue Thunder. Het blauwe gevaarte is de bijnaam voor de 250-tons boorstelling die het graniet moest verpulveren. De constructie voor de drie ‘banaanvormige’ leidingtracés, vergde ook de nodige inventiviteit. Aan de kustzijde werd een lier geplaatst die verbonden werd met een grote, stevig verankerde schijf in zee. De lierdraad die door de
schijf liep, is bevestigd aan een trekkop. Via deze constructie werden de pijpleidingen (die eerder met behulp van spiegellassen op locatie waren geproduceerd) door de boorgaten getrokken. De trekkop is onder water verwijderd. Met behulp van speciale koppelingen zijn vervolgens onder water zogeheten diffusers aan de leidingen bevestigd. Deze bevatten een rubber afsluiting die alleen bij overdruk in de buis opent en het water uit de leiding in de oceaan loost. Op die manier is voorkomen dat het oceaanwater in de PE-buis loopt. Door de kracht van de oceaan staat of valt alles met een stevige verankering. De finishing touch van het tracé bestaat daarom uit betonmatten rondom de drie diffusers, die de stabiliteit waarborgen en erosievorming voorkomen. n
Bron: Connectie juni 2006 (Visser & Smit Hanab).
37
NetWerk magazine
beroep in beeld kopersbegeleider Wanda Bal (Stam + De Koning Zwijndrecht)
Het zesde zintuig
5 Wanda Bal: ‘Kopersbegeleider is een veelzijdig beroep dat wel eens wordt onderschat.’
chaotische momenten sluit ik me op in mijn kantoor. In dit vak is het hollen of stilstaan.’
Veel technischer
Wonen is hot. Geïnspireerd
Echt stilstaan is het nooit. Zo is Bal gevraagd om met haar ervaringen Gebr. Van Kessel Bouw bij te staan: ‘Die beginnen momenteel met een woningbouwproject in Kerkdriel. Samen met een projectleider en een werkvoorbereider zijn we bezig om daar de kopersbegeleiding op te zetten. Lang niet elk bedrijf heeft een kopersbegeleider. Het is een relatief nieuwe functie die op verschillende manieren wordt geïnterpreteerd en ingevuld.’ Welke eigenschappen kenmerken een goede kopersbegeleider? ‘Je moet flexibel, creatief, commercieel, communicatief, coöperatief en betrouwbaar zijn. Afspraak is afspraak. Als je een koper iets belooft, moet je direct in actie komen. Dat betekent niet dat je altijd alle wensen kunt inwilligen. Zo wilde een koper een alternatief voor de cementdekvloer. Dat was niet mogelijk omdat het in strijd is met de regels van het GIW. Je moet dus ook over enige juridische en technische kennis beschikken. Deze functie wordt wel eens verward met de rol van de makelaar, maar dit is veel technischer.’
door de betoverende plaatjes die de tijdschriften en woonprogramma’s op televisie ons voorschotelen, is het bewustzijn bij kopers gegroeid. Wie een kapitaal aan een woning spendeert, neemt geen genoegen meer met een standaard
Oog voor detail
seriewoning. De consument heeft een waslijst aan wensen en vragen. ‘Kan dit muurtje weg?’ ‘Kan deze deur in de andere richting draaien?’
Het beantwoorden van dit soort vragen is dagelijkse kost voor Wanda Bal. De kopersbegeleider: een beroep in opmars. ‘Hé Wanda’, roept een enthousiaste toekomstige bewoner van het project Staalmeesters in Spijkenisse. Bal begroet het echtpaar. Het gesprek gaat over een traphekje dat niet in de smaak valt. ‘Dat soort dingen neem ik mee en communiceer ik naar het projectteam’, legt de verkoopbegeleider van Stam + De Koning Zwijndrecht uit. ‘Enerzijds ben je het verlengstuk van de projectontwikkelaar en de bouwer, maar ik probeer me ook altijd zo veel mogelijk in de bewoners te verplaatsen. Het kopen van een woning is niet zomaar iets. Ik begrijp heel
38
goed dat kopers bepaalde wensen hebben. Door mijn beroep ben ik zelf ook met andere ogen naar mijn eigen woning gaan kijken.’
Mailtjes Het is een uitzondering, maar er zijn bewoners geweest die haar ruim 100 mailtjes stuurden. Je mailbox is dus eigenlijk een soort ‘google’ voor projecten van Stam + De Koning? ‘Daar kun je het wel mee vergelijken’, lacht de Rotterdamse. ‘Maar ik ben niet alleen maar een vraagbaak. Kopersbegeleider is een veelzijdig beroep dat wel eens wordt onderschat. Ik
ben verantwoordelijk voor al het meer- en minderwerk, het begeleiden van kopers vanaf de start van de verkoop, het verzorgen van de nieuwsbrieven en de facturering. Daarnaast ben ik betrokken bij het organiseren van kijkmiddagen in de woningen en showrooms en heb ik intensief contact met verschillende partijen, zoals de architect, de makelaar, het projectteam en leveranciers.’ En dan zijn er ook nog al die kopers. Hoe houd je alle gezichten uit elkaar? ‘In het begin maakte ik foto’s, waarbij ik alle namen noteerde’, verklaart ze. ‘Maar als je vijf projecten met pakweg tweehonderd kopers tegelijkertijd hebt, is dat gekkenwerk. Op hectische en
Zelf heeft Bal geen technische achtergrond: ‘Ik heb me de techniek in de praktijk eigen gemaakt. Ik geloof absoluut in praktijkervaring.’ Op de bouwplaats is ze een bijzondere verschijning. Op trendy laarzen beweegt ze zich gewapend met een fototoestel door de nieuwbouwwoningen. ‘Die foto’s zijn bedoeld voor de nieuwsbrief waarmee we bewoners informeren over de voortgang van het project’, legt Bal uit. Tijdens haar inspectie ontsnapt niets aan haar oplettende oog. Door de jaren heen heeft ze een zesde zintuig voor details ontwikkeld. ‘Het kan heel subtiel zijn’, verzekert ze. ‘Bevindt een elektrapunt zich op de meest logische plaats? Klopt het meeren minderwerk dat de koper heeft besteld ook in de praktijk?’ Het contact met de klanten is haar op het lijf geschreven: ‘Als iemand op vakantie is geweest naar China, onthoud ik dat. Dat is oprechte interesse. Als je belangstelling veinst, merkt iemand dat direct. Het contact met al die verschillende mensen, vind ik één van de leuke aspecten van mijn vak. Sommige opdrachtgevers hebben de kopersbegeleiding uitbesteed aan speciale bureaus. Ik ben daar geen voorstander van. Dat is minder persoonlijk. Voor de koper ben jij gedurende het hele traject het gezicht van de projectontwikkelaar en het bouwbedrijf. Uiteindelijk moet je ervoor zorgen dat hij een goed gevoel bij zijn nieuwe woning krijgt.’ a
39
Visser & Smit Hanab legde in opdracht van het energieconcern Nuon een nieuwe stroomkabel in de bodem van de Waddenzee. De kabel, die sinds dit najaar Harlingen en Vlieland verbindt, is 37 kilometer lang en is op een diepte van minimaal twee meter en maximaal drie meter in de waddenbodem gespoten. Begin 2007 zal de oude elektriciteitscentrale op het eiland niet meer worden gebruikt. Vlieland is het laatste Waddeneiland dat nog zelf stroom opwekte.
colofon
NetWerk is het informatiemagazine van VolkerWessels en wordt verspreid onder alle medewerkers van het concern. NetWerk wordt uitgegeven in het Nederlands, Duits en Engels en heeft een totale oplage van 17.000, 7e jaargang, uitgave 3/06. Hoofdredactie Jos Waltmans Redactie Anneloes Geldermans Medewerkers André den Boer, Nathalie Breit en Esther Lelij Fotografie Dirk-Jan van Dijk, Carel Kramer, Aatjan Renders en Marcel van der Schalk Redactieadres VolkerWessels Corporate Communicatie, Postbus 2630 3000 CP Rotterdam,
[email protected], Tel: 010-4244299 Vormgeving en lithografie V1 - Visuele Communicatie, Harderwijk Drukwerk Mouthaan Grafisch Bedrijf, Papendrecht VolkerWessels™ is de handelsnaam van Koninklijke Volker Wessels Stevin nv. Aan de inhoud van NetWerk kunnen geen rechten worden ontleend.
www.volkerwessels.com