Adam Zagajewski
Gedichten
Adam Zagajewski werd in 1945 in Polen geboren (Lwow ligt nu in Oekraïne). Hij wordt al enkele jaren getipt als kandidaat Nobelprijswinnaar. Zijn poëzie wordt bij verschijnen vrijwel onmiddellijk in vele talen vertaald. Een week na het instorten van de Twin Towers drukte de New Yorker zijn gedicht ‘Try to Prase the Mutilated Worlds’ op de laatste pagina af. Zijn eerste bundel verscheen in 1968 en hij was een van de vertegenwoordigers van ‘De Generatie van ‘68’. Hij verzette zich tegen het communistische, Poolse regime en in 1982 emigreerde hij naar Parijs. Vandaag woont hij echter terug in het Poolse Krakow. Hij ontving vele internationale onderscheidingen. In het Nederlands: Wat zingt, is wat zwijgt (1988, Nexus)) en Mystiek voor beginners (2003, Meulenhoff). In 2001 verscheen een selectie van zijn gedichten in het literaire tijdschrift Revolver. Adam Zagajewski
SOLDATEN VAN TWINTIG Ik kon niet schilderen, mijn stem stokte, ik zakte voor de maturiteitsproef, kunstenaar kon ik worden. Ingedeeld werd ik bij het voetvolk, het tweede regiment van de zonen des vaderlands, we poetsten onze wapens en aanhoorden vredestoespraken, de oorlog bleef maar duren, de gesloten ogen van de huizen keken naar het muiten van dieren en aanhoudende processies van offervaardige ouderlingen, moeder bracht me in brood verstopte kranten uit de tijd van de grote honger naar waarheid, het brood gaf ik aan makkers, met het papier bouwde ik schepen, ons wachtten grootse veldslagen en ongewilde overwinningen; ’s nachts wekte ons het gebulder van wagens en de kreten van dronken bevelhebbers, wij, soldaten van twintig wisten heel zeker dat hier het ware leger in aantocht was, dorstend naar bloed.
Uit: Sklepy miesne (Vleeswinkels), 1975 Vertaling: Kris Van Heuckelom
92
opmaak_114.indd 92
09-03-2012 10:58:08
KRACHT De kracht die trilt in de takken van de bomen en in het sap van de planten woont ook in verzen maar dan tot rust gekomen De kracht die schuilt in de kus en in het verlangen zit ook in een vers maar dan verstild De kracht die groeit in de dromen van Napoleon en hem laat uitrukken tegen Rusland en tegen de sneeuw is ook aanwezig in verzen maar dan onbewogen Uit: Jechac do Lwowa (Naar Lwów gaan), 1985 Vertaling: René Smeets
HIJ GAF NIET OM ESTHETIEK Toen vader in de jaren tachtig voor kennissen mijn gedicht “Naar Lwów gaan” overschreef (hij vertelde me dit veel, veel later, ietwat gegeneerd), gaf hij niet om esthetiek, om metaforen, lettergrepen, de diepere betekenis, enkel om de stad die hij liefhad en verloor, de stad waar, als gijzelaars, zijn jeugd, zijn bekoringen en ontmoetingen met de wereld waren vastgezet, en hij hamerde vast met zo’n kracht op de toetsen van zijn oude trouwe schrijfmachine dat we, waren we beter vertrouwd geweest met de wet van behoud van energie, misschien al was het maar één straat weer tot leven hadden kunnen roepen, de straat van zijn eerste verrukking.
Uit: Niewidzialna reka (De onzichtbare hand), 2009 Kris Van Heuckelom
93
opmaak_114.indd 93
09-03-2012 10:58:09
DE ZWARTE RIVIER De zwarte rivier stroomde door het park. Verderop gevoelloze tuinen en dichte, gevlochten hagen. Waar nu spreeuwen zongen, stond vroeger een filiaal van het kamp in Auschwitz, en onder het gras lagen de verbanden van het Russische ziekenhuis, en dus stond het gras in de weide hoog en dik. Onschuldige vliegers zweefden door de hemel, geruisloos, en er viel een zachte regen zo zorgeloos als tranen van vreugde. Uit: Płótno (Het doek), 1990 Vertaling: René Smeets
CAFÉ [In Berlijn] In een vreemde stad in dit café met de voornaam van een Franse schrijver las ik Under the Volcano, maar niet al te enthousiast. Aan zulk een kuur ontkom je niet, bedacht ik. Wellicht was ik een brave burger geworden. Mexico was erg ver weg en zijn reusachtige sterren schitterden niet voor mij. Een dodenfeest was aan de gang. Een feest van metaforen en licht. De dood in de hoofdrol. Vlakbij enkele personen aan tafeltjes, verschillende lotsbestemmingen: Bezonnenheid, Droefenis, Gezond Verstand. De consul, Yvonne. Het regende. Ik voelde luttel geluk. Iemand kwam binnen, een ander ging buiten, nog een ander vond het perpetuum mobile uit. Ik was in een vrij land. Een eenzaam land. Niets gebeurde, de kanonnen zwegen. De muziek onderscheidde niemand; pop sijpelde in luie echo’s uit de luidsprekers: er staat nog veel te gebeuren. Niemand wist wat te doen, waarheen te gaan en waarom. Ik dacht aan jou, aan onze nabijheid, aan hoe je haren geuren wanneer de herfst begint. Vanop de luchthaven verhief een vliegtuig zich in de lucht, als een vlijtige leerling die geloof hecht aan wat oude meesters zeiden. Sovjetkosmonauten beweerden in het hemelruim geen God te hebben gevonden, maar hebben ze wel gezocht?
Uit: Niewidzialna reka (De onzichtbare hand), 2009 Vertaling: Kris Van Heuckelom
94
opmaak_114.indd 94
09-03-2012 10:58:09
SNEL GEDICHT Ik beluisterde Gregoriaanse gezangen in een ijlende wagen op de autoweg, in Frankrijk. De bomen waren gehaast. Monnikenstemmen loofden de onzichtbare Heer (bij dageraad, in een van kilte trillende kapel). Domine, exaudi orationem meam, verzochten mannenstemmen zo bedaard alsof in de tuin de verlossing al ontlook. Waar reed ik heen? Waar had de zon zich verborgen? Mijn leven lag verscheurd langs beide kanten van de weg, broos als het papier van een kaart. Samen met de zoetgevooisde monniken neigde ik in de richting van de wolken, blauw, zwaar, ondoordringbaar als de blinddoek op de ogen van een veroordeelde, in de richting van de toekomst, een ravijn dat harde tranen van hagel opslokte. Ver van de dageraad. Ver van huis. In plaats van muren dun blikwerk. Op de vlucht in plaats van te waken. Op reis in plaats van vergetelheid. Een hymne in plaats van een snel gedicht. Voor mij uit rende een kleine, vermoeide ster en blonk het asfalt van de baan, aangevend waar de aarde was, waar het scheermes van de horizon zich verborgen had, en de zwarte spin van de avond en de nacht, weduwe van zovele dromen.
Uit: Ziemia Ognista (Vuurland), 1994. Vertaling: Kris Van Heuckelom
95
opmaak_114.indd 95
09-03-2012 10:58:09
SENZA FLASH Senza flash!: “Geen flash!” (vaak gehoorde instructie in Italiaanse galeries) Geen vlam, geen slapeloze nachten, geen gloed, zonder tranen, zonder hevige passies, zonder overtuiging, zo leven wij voort, senza flash. Traag en gestaag, gehoorzaam en sloom, de handen vol zwarte vlekken van de dagelijkse kranten, de gezichten vet van de crème; senza flash. Glimlachende toeristen in vlekkeloze hemden, Herr Lange en Miss Fee alsook Monsieur et Madame Rien, zullen het museum binnentreden; senza flash. Zij zullen voor een Piero della Francesco staan waarop Christus, zo goed als gek, opstaat uit zijn graf, herrezen, vrij; senza flash. En dan gebeurt er misschien iets onvoorziens: het hart, verscholen in glad katoen, bonst, stilte valt, plots een flash.
Uit: Pragnienie (Verlangen), 2000 Vertaling: René Smeets
96
opmaak_114.indd 96
09-03-2012 10:58:09
EVENWICHT Ik overschouwde het arctische landschap en dacht aan niets, lekker niets. Ik aanschouwde witte gewelven van wolken, weidse uitspansels zonder een spoor van wolven. Ik dacht aan jou en aan de leegheid die maar één zaak kan beloven: volheid en dat een soort van besneeuwd braakland uitbarst van geluk. Toen onze landing dichterbij kwam, rees de weerloze aarde uit de wolken op, grappige, door hun eigenaars vergeten tuinen, flets gras geplaagd door winter en wind. Ik legde mijn boek neer en een ogenblik lang ervoer ik een perfect evenwicht tussen waken en dromen. Maar toen het vliegtuig het beton raakte, vervolgens naarstig door het doolhof van de luchthaven cirkelde, wist ik eens te meer niets meer. Weer was er de duisternis van de dagelijkse zwerftochten, de zoete duisternis van de dag, de duisternis van de stem die telt en meet, gedenkt en vergeet.
Uit: Anteny (Antennes), 2005 Vertaling: René Smeets
97
opmaak_114.indd 97
09-03-2012 10:58:09