Gastlessen hiv en aids Middenbouw Bovenbouw
Inhoud Voorwoord
3
1. Inleiding
6
2. Kern van de les: gevolgen van hiv en aids voor kinderen
8
3. Keuzeonderwerpen en bijbehorende verwerkingsopdrachten
2
A Hulpverleners Kopieerblad Hulpverleners: help de hulpverlener! Samen is niet alleen! Twee zussen en hulpverleenster Victoria B Voorlichting Kopieerblad Voorlichting: zelf voorlichting geven Educatieve DVD + opdracht C Gratis aidsmedicijnen Puzzelopdracht 'Pillen-pech' Quiz (groep 7-8) D Extra opdrachten Kopieerblad Opdrachten Materiaal Nationale Spreekbeurtactie Kids United magazine Wereldklassen
10 10 10 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13 13 13
4. Controle, evaluatie en slot
14
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8
15 17 18 19 20 22 24 29
Kopieerblad Informatie Kopieerblad Mozambique Kopieerblad Hulpverleners Kopieerblad Voorlichting Kopieerblad Gratis aidsmedicijnen Kopieerblad Opdrachten Draaiboek gastlesgevers Evaluatieformulier
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Voorwoord Ieder jaar maakt Unicef een campagne gastlespakket voor jeugdvoorlichters. Dit derde exemplaar uit deze serie heeft als thema 'de gevolgen van hiv en aids voor kinderen'. Om dit zware thema een positieve draai te geven wordt de nadruk gelegd op oplossingen. Het pakket kan dienen als houvast voor gastlesgevers met minder ervaring of ter inspiratie voor ervaren jeugdvoorlichters. Het richt zich vooral op gastlessen voor de middenen bovenbouw van de basisschool (groepen 5 t/m 8). Een praktisch draaiboek met daarin uitgebreide tips en handvaten voor het geven van gastlessen vindt u in bijlage 7. Dit gastlespakket bestaat uit een inleiding, een kern met algemene informatie over het thema, keuzeonderwerpen, verwerkingsopdrachten en een afsluiting. De kern van de les stelt de problematiek rond hiv en aids aan de orde. De keuzeonderwerpen gaan in op de verschillende oplossingen die Unicef aandraagt (hulpverleners, voorlichting en lobby voor gratis aidsmedicijnen). De lesonderdelen samen (inleiding, kern, keuzeonderwerp, verwerkingsopdracht en slot) vormen een les van ongeveer 45 tot 50 minuten. De les kan gemakkelijk worden uitgebreid met extra onderwerpen en (bijbehorende) opdrachten. Denkt u ook eens aan de mogelijkheid van een PowerPoint presentatie met foto's. U vindt een opzet voor een Unicef presentatie en handleiding op extranet.1
Opmerkingen of suggesties?
Graag ontvangt de sectie Jeugd en Educatie een ingevuld evaluatieformulier met daarop uw reactie of aanvullingen op deze gastles (bijlage 8).
1
Ga naar www.unicef.nl . Ga naar vrijwilligerswerk in het hoofdmenu, kies dan ‘log in’ in het submenu. Gebruikersnaam: vrijwilliger. Wachtwoord: kindereneerst. Zoek nu onderin de functie van ‘Trainer’ en daar zie je de PowerPoint presentatie Unicef algemeen inclusief een practische handleiding.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
3
Overzicht educatieve materialen (al ontvangen of te bestellen) • Educatieve DVD over aidsvoorlichting in Mozambique - DVD68 (beschikbaar vanaf begin november 2006) • Informatieboekje Nationale Spreekbeurtactie voor kinderen - SB06BOEK (vanaf eind september te bestellen) • Handleiding Nationale Spreekbeurtactie voor docenten - SB06HAND (vanaf eind september te bestellen) • Poster Joaninha - SB06AFCAM • Kids United magazine- KU065 (novembernummer 2006 te bestellen vanaf half oktober) • Kids United Clubactie-pakket (inclusief een actieboekje, stickervel, een Kids United magazine, poster en een polsbandje) - SETACTIE • Lespakket Wereldklassen 2006/2007 - WK06 (vanaf eind november te bestellen; graag alleen gebruiken voor de gastles, of als showmodel) • Spreekbeurt- en werkstukboekjes over 10 verschillende onderwerpen: Unicef en kinderrechten (SWBKR), gezondheidszorg (SWBGZ), kinderarbeid (SWBKA), onderwijs (SWBOW), straatkinderen (SWB1), oorlogskinderen (SWBOK), alleenstaande kinderen (SWBAK), sport en spel (SWBSP), voeding (SWBVO) en water (SWBWA)
4
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Achtergrondinformatie over kinderrechten en hiv en aids • Een handig overzicht van achtergrondinformatie vindt u in de Nationale Spreekbeurtactie handleiding voor docenten. • Meer achtergrondinformatie, speciaal voor Unicef-vrijwilligers, vindt u in de Campagne Special 2006.
TIP!
• • • • • •
Leg een horloge of klokje neer om te zorgen dat de les niet te veel uitloopt. Neem beeldmateriaal mee: posters en videomateriaal maken de les interessanter. Neem een actieve houding aan (staan, rondlopen). Maak de les interactief door vragen te stellen en opdrachten te doen. Stel ‘open vragen’ i.p.v. ‘gesloten vragen’. Meer tips vindt u in het draaiboek in bijlage 7.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
5
1. Inleiding Duur ongeveer 10 minuten Doelen (groep 5-8): • Kennismaking • Afspraken maken • Inschatten beginsituatie • Eerste introductie van het thema: voorleesverhaal over de broers João en Paulo uit Mozambique.
Kennismaking - Korte introductie van uzelf (naam, eventueel leeftijd, relatie met Unicef, eventueel beroep). - Introductie van het thema van de gastles: gevolgen van hiv en aids voor kinderen. Afspraken maken - Als kinderen vragen hebben, kunnen ze deze direct stellen door hun hand op te steken. - OF: Als kinderen vragen hebben, kunnen ze die na afloop van de uitleg stellen. - Eventueel eigen aanvulling (bij voorkeur niet te veel). Inschatten van de beginsituatie - Vooraf door contact met de school/docent. - Door een inleidende vraag te stellen in de klas (vermijd uitgebreide antwoorden), bijvoorbeeld: Wie weet wat hiv en aids zijn?
De broers Paulo en João met hun oma
6
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Voorleesverhaal over Paulo en João: twee broers uit Mozambique woont er eentje, en daar.' João weet er ook nog wel een paar. Ook hij wijst naar een paar huisjes. 'En daar eentje, en daar nog twee.' Unicef zorgt dat er regelmatig een hulpverlener langskomt bij deze kinderen. De hulpverlener zorgt bijvoorbeeld dat oma en de jongens genoeg te eten hebben. En voor schoolspullen.
Oma een handje helpen
Voetballen, karatefilms en vrachtwagens kijken Paulo is 12 jaar en zijn broertje João is 10. Na schooltijd gaan ze het liefste voetballen met hun vrienden. Ze spelen met de bal van hun buurjongens. De bal is gemaakt van plastic zakjes en een daaromheen gewikkeld touw. Hij stuitert niet zo goed, maar je kunt er wel goed tegenaan schoppen. Hij klinkt net als een echte voetbal. Als ze uitgevoetbald zijn, lopen de jongens naar de truckstop. Via een paar kleine zandpaadjes ben je er zo. Bij de truckstop moet iedereen die over de snelweg rijdt, afremmen voor controle. Bij de truckstop staan vandaag veel vrachtwagens bij de verkeerspolitie. Politieagenten, in uniforms en met grote petten op, inspecteren alle trucks. João, Paulo en hun vriend Isaía lopen nieuwsgierig om de vrachtauto's heen. Ze kijken naar de blinkende gevaartes en lezen wat er op de trucks geschreven staat: Zimbabwe, Zuid-Afrika, Malawi. Allemaal namen van landen rondom Mozambique. De jongens kijken ook graag naar karatefilms in een kleine bioscoop. De karatetrappen doen ze daarmee meestal met veel kabaal na.
De broers helpen oma met klusjes in huis. Paulo vertelt: 'Ik veeg elke ochtend het erf. En ik kook ook wel eens, als oma er niet is. Vis, maismeel, of rijst.' Hij heeft leren koken van zijn oma. João moet altijd afwassen. 'Maar dat is mijn favoriete klusje', zegt hij. João: 'Ik haal ook altijd water bij de put. 's Ochtends en 's middags. Ik haal alijd 5 liter'. 'Nee joh', zegt Paulo. 'Je haalt altijd drie liter!' Lachend beginnen de jongens met elkaar te stoeien. '3 liter!'…'Nee, 5 liter!' …roepen ze door elkaar. Want zoals bijna alle broers hebben ze best wel eens ruzie. 'Meestal begint João', vertelt Paulo. De jongens kunnen er wel om lachen. 'Maar we hebben niet altijd ruzie hoor', zeggen ze.
Wat willen ze later worden? Paulo moet heel lang nadenken. Plotseling weet hij het. 'Ik wil bij de verkeerspolitie.' Waarom? 'Omdat je dan zo'n motorfiets krijgt.' João kijkt enorm ondeugend als hij vertelt, dat hij later dokter wil worden. 'Maar eigenlijk vooral omdat ik het witte uniform zo gaaf vind', zegt hij glimlachend.
Paulo en João wonen bij oma De twee broers zijn ook best vaak verdrietig. En dat is niet gek. De ouders van Paulo en João zijn namelijk allebei overleden. Het is niet helemaal zeker, maar waarschijnlijk hadden ze de ziekte aids. Nu wonen de jongens bij hun oma. Paulo weet zo drie kinderen uit de buurt die ook geen ouders meer hebben. Hij wijst naar een huisje links, en een huisje rechts. 'Daar
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
7
2. Kern van de les Informatie over de gevolgen van hiv en aids voor kinderen Duur ongeveer 10 minuten Aanwijzing voor de gastlesgever U kunt de algemene informatie op verschillende manieren overbrengen. De tekst kan gepresenteerd worden in de klas. U kunt leerlingen laten meelezen (dit vereist wel een tekstvaste presentatie) of leerlingen van groep 7-8 kunnen de tekst zelf bestuderen. U kunt gebruik maken van het kopieerblad 'Informatie' voor groep 5-6 en 7-8 in bijlage 3.
ook het werkblad over Mozambique uit TIP! Deel in de klas (bijlage 4). U kunt de leerlingen de landkaart laten inkleuren. Een kleurenvoorbeeld vindt u in Kids United. Doelen: Groep 5-8 • Leerlingen weten dat alle kinderen recht hebben op zorg en bescherming. • Leerlingen leren hoe kinderen last kunnen hebben van de ziekte aids. • Leerlingen begrijpen wat hiv en aids zijn en waar de ziekte vooral voorkomt. • Leerlingen weten wat Unicef doet om kwetsbare kinderen te helpen. niemand. Iemand met aids wordt namelijk vaak gepest. Kinderen verliezen door de ziekte aids belangrijke mensen: ouders, broers, zussen en de meester of juf kunnen dood gaan. En dat is heel verdrietig. De ziekte aids zorgt dus voor heel wat problemen voor deze kinderen.
Groep 7-8 (extra informatie) • Leerlingen leren hoe hiv en aids voorkomen kunnen worden
Het recht op zorg en bescherming Alle kinderen hebben recht op zorg en bescherming. Toch krijgen niet alle kinderen in de wereld waar ze recht op hebben. De ziekte aids zorgt voor problemen in veel ontwikkelingslanden. Kinderen die last hebben van deze problemen zijn erg kwetsbaar. Heel belangrijk vindt Unicef de zorg en bescherming voor deze 'kwetsbare' kinderen. Dat zijn eigenlijk 3 groepen kinderen: 1) kinderen die niet naar school gaan omdat ze voor hun zieke ouders moeten zorgen 2) kinderen die zelf aids hebben 3) kinderen die hun ouders door aids verloren hebben. Problemen door de ziekte aids Iedereen kan aids krijgen: arme, rijke, jonge en oude mensen. En ook kinderen. Maar kinderen hebben op nog meer manieren last van aids. Sommige kinderen moeten voor hun zieke ouders zorgen en hebben geen tijd meer om naar school te gaan. Andere kinderen worden zelf ziek. Zij vertellen dit meestal aan
8
GASTLESSEN
Wat zijn hiv en aids precies? Hiv is een virus. Als je dit virus krijgt ben je hivpositief. Mensen die besmet zijn met hiv krijgen na vele jaren de ziekte aids. Het virus maakt de cellen dood, die ziektes bestrijden. Die cellen heten witte bloedlichaampjes. Als je te weinig witte bloedlichaampjes hebt, is je lichaam heel vatbaar voor allerlei ziektes. Mensen met aids worden daarom vaak ziek. En ze worden dus ook steeds zwakker. Uiteindelijk gaan ze vaak dood aan iets waar ze normaal niet aan dood zouden gaan. Een griepje bijvoorbeeld. Mensen met aids moeten daarom vaak een heleboel medicijnen nemen tegen al die ziektes. En ze moeten goed eten, zodat ze sterk blijven. Er is nog geen medicijn dat de ziekte aids kan genezen. Maar er bestaan wel aidsremmers. Deze pillen kunnen mensen met de ziekte aids niet helemaal beter maken, maar wel zorgen dat ze langer blijven leven. Ze remmen dus de ziekte aids af. Helaas zijn die aidsremmers vaak nog moeilijk te verkrijgen. Wie aids heeft en dagelijks aidsremmers slikt en goed eet, kan ermee leven.
HIV EN AIDS
TIP!
Waar komt de ziekte het meeste voor? Miljoenen kinderen over de hele wereld hebben te maken met hiv en aids. Er zijn zelfs 2,2 miljoen kinderen in de wereld die zelf hiv-positief zijn of aids hebben. Zij worden meestal als baby besmet door hun moeder. En er zijn 15,2 miljoen wezen van wie één of beide ouders overleden zijn door aids. Het is helemaal niet leuk om je dit voor te stellen, maar elke dag raken bijna 1500 kinderen onder de 15 jaar besmet met hiv. Vooral in Afrika hebben veel mensen de ziekte aids. Maar ook in Rusland. Is er ook aids in Nederland? Ja, er zijn ongeveer 18.000 mensen met hiv in ons land. Omdat de gezondheidszorg in Nederland beter geregeld is dan in de meeste ontwikkelingslanden, kunnen zieke mensen gemakkelijker aan medicijnen komen. En er is veel informatie in Nederland over de ziekte. Met genoeg voedsel en aidsremmers hoeven mensen niet snel dood te gaan door aids.
De oplossingen van Unicef Alle kinderen hebben recht op zorg, bescherming, onderwijs, gezondheidszorg, voedsel, schoon water en een schone wc. Unicef werkt hard om te zorgen dat steeds meer kinderen krijgen waar ze recht op hebben. Unicef zorgt bijvoorbeeld voor beter onderwijs. Want het is belangrijk dat kinderen goed les krijgen. En dat hun school schoon en veilig is. Unicef leert meesters en juffen ook hoe ze kwetsbare kinderen kunnen herkennen. Want als kinderen thuis voor zieke ouders moeten zorgen of als ze thuis alles alleen moeten doen zijn ze vaak erg moe. De meester of juf in de klas kan extra letten op deze kinderen, en zorgen dat ze extra hulp krijgen via Unicef. In het land Mozambique heeft Unicef verschillende oplossingen om deze kwetsbare kinderen te helpen:
Gebruik ter illustratie de afbeelding van de wereldkaart met daarop de verspreiding van aids in het boekje van de Nationale Spreekbeurtactie.
1. Unicef traint speciale hulpverleners die bij kinderen zonder ouders langsgaan. 2. Unicef zorgt voor voorlichting over hiv en aids. 3. Unicef zorgt samen met de regering voor gratis aidsmedicijnen.
Groep 7-8 Hoe kun je de ziekte voorkomen? Het is belangrijk om te voorkomen dat je besmet raakt met hiv. Je kunt besmet raken met het virus als jouw bloed in aanraking komt met besmet bloed van iemand anders. Het is daarom belangrijk om altijd schone naalden te gebruiken voor een injectie. Ook door onveilig vrijen (zonder condoom) kun je hiv van iemand krijgen. Het is daarom verstandig om een condoom te gebruiken tijdens het vrijen. Zwangere vrouwen die met hiv zijn besmet, kunnen het virus tijdens de bevalling overbrengen op hun baby. Ook kunnen baby's het virus krijgen tijdens de zwangerschap en heel soms door borstvoeding. Moeders moeten daarom weten of ze besmet zijn met hiv. Met aidsremmers hebben ze de helft minder kans dat de baby in hun buik ook besmet wordt.
Deze oplossingen komen aan bod in de keuzeonderwerpen A, B en C.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
9
3. Keuzeonderwerpen A Hulpverleners Aanwijzing voor de gastlesgever De onderstaande informatie is voor groep 5-8. U kunt de tekst presenteren, of uitdelen aan de leerlingen (zie bijlage 3).
Doelen: • Leerlingen leren dat Unicef speciale hulpverleners traint en steunt. • Leerlingen weten wat deze hulpverleners voor alleenstaande kinderen kunnen betekenen.
Hulpverleners Alle kinderen hebben recht op zorg en bescherming. Unicef steunt daarom hulpverleners die kwetsbare kinderen helpen. Als kinderen voor hun zieke ouders moeten zorgen kan de hulpverlener soms verzorging regelen, zodat kinderen toch naar school kunnen. Kinderen die zelf aids hebben, krijgen medicijnen zodat ze zo normaal mogelijk kunnen leven.
Verwerkingsopdrachten A • Gebruik het kopieerblad 'Hulpverleners' (bijlage 5). U kunt de gemaakte opdracht bespreken in de klas: hulpverleners hebben allerlei spullen nodig om hun werk te doen. Unicef zorgt dat er genoeg spullen zijn (zoals een fiets om kinderen te bezoeken, maar ook cursussen voor hulpverleners). • Samen is niet alleen! Kopieer het verhaal over de zussen Joaninha en Chica uit het boekje van de Spreekbeurtactie. Victoria is een goed voorbeeld van een door Unicef gesteunde hulpverleenster. In de tekst en afbeeldingen komt duidelijk naar voren dat de zussen er gelukkig niet helemaal alleen voor staan. Bespreek met de leerlingen de afbeeldingen van alle belangrijke mensen om de zussen heen. Het is ook interessant om met de leerlingen te bespreken welke mensen belangrijk zijn voor hun. U kunt ze dit ook eerst laten opschrijven, of laten tekenen (met de leerling zelf in het midden met daar omheen zijn of haar belangrijke mensen).
Zorg en liefde Als kinderen hun ouders door aids verloren hebben komen ze er vaak alleen voor te staan. Sommige kinderen kunnen bij familie gaan wonen. Als dit niet kan, blijven kinderen alleen achter. Zij krijgen dan regelmatig bezoek van een hulpverlener. De hulpverleners kijken dan hoe het met de kinderen gaat. Ze helpen hen met klusjes thuis. Ze troosten de kinderen als ze verdrietig zijn. Ze geven hen de liefde en aandacht die ouders normaal gesproken aan kinderen geven. Geboortebewijs De meeste alleenstaande kinderen hebben geen geboortebewijs. Alleen met een geboortebewijs kunnen ze naar school en krijgen ze andere belangrijke papieren. Bijvoorbeeld een speciale kaart waarmee ze voedselhulp krijgen. Of een papier waarop staat dat het huis van hun overleden ouders van de kinderen is. Unicef zorgt er voor dat hulpverleners alsnog een geboortebewijs regelen voor kinderen die er geen hebben.
10
GASTLESSEN
Hulpverleenster Victoria komt langs bij de zussen Joaninha en Chica
HIV EN AIDS
B Voorlichting Doelen: • Leerlingen weten wat voorlichting geven is, en waarom dat belangrijk is. • Leerlingen leren dat Unicef voorlichting over hiv en aids in Mozambique steunt. • Leerlingen gaan zelf aan de slag om voorlichting te geven.
Bespreek in de klas wat voorlichting precies is. U kunt beginnen door de volgende vraag aan de klas te stellen: wie weet wat voorlichting precies is? Bespreek met de leerlingen een aantal voorbeelden. Voorlichting is bedoeld om te helpen een eigen mening te vormen. Voorlichting is bijvoorbeeld iets vertellen over Unicef (zoals deze gastles); voorlichting is ook informatie op een poster, in een (muur)krant, of in een boek; voorlichting kun je ook geven door een toneelstukje te spelen of een lied te zingen. In Mozambique wordt voorlichting over de ziekte aids vaak op muren geschilderd (een voorbeeld hiervan staat op het kopieerblad).
Voorlichting is belangrijk, omdat iedereen moet weten… • …wat de gevaren van de ziekte aids zijn. • …hoe je jezelf kunt beschermen tegen deze ziekte. • …waar je een test kunt doen om te kijken of je besmet bent. • …waar je gratis medicijnen kunt krijgen.
Verwerkingsopdracht B • Zelf voorlichting geven! Gebruik het kopieerblad Voorlichting. De leerlingen kunnen nu in groepjes aan de slag om zelf voorlichting te geven (bijvoorbeeld 3-6 leerlingen per groep, de groepsindeling is afhankelijk van de grootte van de klas). De voorlichting kan over verschillende onderwerpen gaan: over de ziekte aids, over Mozambique, over het recht op zorg en bescherming of over kinderrechten. Maak zelf een keuze uit deze onderwerpen, of laat de groepjes zelf kiezen (het is dan handig om de onderwerpen op het bord te schrijven). De kinderen kunnen op het kopieerblad verschillende manieren van voorlichting zien: een radioprogramma, een toneelstuk of een muurschildering. Maar leerlingen kunnen bijvoorbeeld ook een lied (op bestaande muziek), een poster of muurkrant maken. U kunt ook hier zelf een manier van voorlichting kiezen of de keuze aan de leerlingen overlaten. Maak eerst wel een inschatting van de voorbereidingstijd voor elke opdracht en houd rekening met de tijd die u hebt voor de gastles. • Educatieve video over Aramiss De video gaat niet alleen over het wereldwijde aidsprobleem, maar juist ook over de voorlichting die Aramiss geeft aan zijn leeftijdgenootjes bij het kinderradiostation in Mozambique. De 14-jarige jongen uit Mozambique is eigenlijk dus ook jeugdvoorlichter. Al vanaf zijn 6e is hij te horen op de radio. Als kleuter zong hij liedjes in een koor, en nu maakt hij reportages voor leeftijdgenoten. Laat de leerlingen voor zichzelf of in groepjes verschillende redenen opschrijven waarom voorlichting zo belangrijk is. Of laat ze een eigen radiovoorstelling 'maken' die ze presenteren in de klas (gebruik hiervoor eventueel het kopieerblad). NB: deze laatste opdracht kost meer voorbereidings en uitvoeringstijd, afhankelijk van de grootte van de groep. Bespreek daarna klassikaal de antwoorden/reportages. Vul de antwoorden van de kinderen eventueel zelf aan.
educatieve DVD gaat over Aramiss die TIP! De zijn leeftijdsgenoten voorlichting geeft via de radio
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
11
C Gratis aidsmedicijnen Aanwijzing voor de gastlesgever De onderstaande informatie is voor groep 5-8. U kunt de tekst presenteren, of uitdelen aan de leerlingen (zie bijlage 5).
Doelen: • Leerlingen weten dat Unicef en de regering in Mozambique voor gratis aidsmedicijnen zorgen. • Leerlingen leren dat niet iedereen weet dat ze deze medicijnen gratis kunnen krijgen. • Leerlingen weten dat het voor veel mensen te duur is om de medicijnen op te halen: ziekenhuizen zijn vaak te ver weg.
Gratis aidsmedicijnen • Unicef zorgt over de hele wereld voor kinderen die er alleen voor komen te staan door aids. Ook in Mozambique. Unicef doet dit niet alleen. Zo zorgt Unicef samen met de regering van Mozambique bijvoorbeeld voor gratis aidsmedicijnen. • Deze aidsmedicijnen worden ook wel aidsremmers genoemd. De pillen kunnen mensen met de ziekte aids niet helemaal beter maken, maar wel zorgen dat ze langer blijven leven. Ze remmen dus de ziekte aids af. • Slechts 10 % van de kinderen in Mozambique die besmet zijn met het virus krijgen deze gratis medicijnen. Hoe dat komt? Omdat veel mensen niet weten dat ze deze medicijnen gratis kunnen halen. En omdat zij niet genoeg geld hebben om naar het ziekenhuis te gaan, dat vaak ver weg ligt. • Daarom is het werk van Unicef nog erg belangrijk. Unicef zorgt dat steeds meer mensen weten dat de gratis medicijnen er zijn. Ook helpt Unicef mee om meer ziekenhuizen en gezondheidscentra te bouwen. Dan kunnen straks meer mensen de medicijnen ophalen. En hoe meer ziekenhuizen er komen, hoe meer mensen zich kunnen laten testen op aids. Als ze besmet zijn, kunnen ze in het ziekenhuis goede hulp en informatie krijgen.
12
GASTLESSEN
Verwerkingopdrachten C • Groep 5-8: Puzzelopdracht 'pillen-pech' • Groep 7-8: Quiz! De leerlingen lezen de tekst op het werkblad en maken de opdracht. Wie weet als eerste wat de oplossing van de Quiz is?
HIV EN AIDS
D Extra opdrachten Deze opdrachten kunt u gebruiken om uw gastles uit te breiden. Ook is het handig om deze opdrachten achter de hand te houden voor leerlingen die eerder klaar zijn. • Deel het kopieerblad Opdrachten uit (bijlage 6), met daarop een leuke invul-strip. De opdracht over 'Een dag uit het leven van…' past goed bij het verhaal over een dag uit het leven van Joaninha in het novembernummer van Kids United. • Maak kopieën van de opdrachten uit het spreekbeurtboekje van de Nationale Spreekbeurtactie en deel deze uit. • Deel (kopieën van) de puzzelpagina van het Kids United magazine (november 2006) uit. • U kunt natuurlijk ook gebruik maken van de verschillende lessen van Wereldklassen. Wereldklassen gaat in schooljaar 2006/2007 ook in op het thema hiv en aids. U kunt bijvoorbeeld gebruik maken van leuke liedteksten en de bijbehorende muziek.
Dit lintje staat wereldwijd symbool voor de strijd tegen aids
invul-strip staat ook op het kopieerblad Opdrachten (bijlage 6). Laat de leerlingen het TIP! Deze laatste plaatje afmaken, en bespreek daarna hoe het aidslintje er in het echt uitziet. Laat bijvoorbeeld een afbeelding zien van het rood-blauwe lintje, of teken hem zelf op het bord.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
13
4. Controle, evaluatie en slot Duur ongeveer 5 minuten Doelen: • Controle: zijn de leerdoelen bereikt? • Evaluatie: tips en feedback verzamelen voor een volgende gastles • Slot: een leuke en positieve afsluiting
Hoe kunt u controleren of de leerdoelen bereikt zijn? • Tijdens en aan het einde van uw gastles ruimte geven voor vragen. • Een vraag 'terugkaatsen' naar de klas: 'wie weet er een antwoord op deze vraag?' • Kort terugvragen of de leerlingen de informatie tot aan dat moment begrijpen. Het is belangrijk om na zo'n vraag even te wachten op reacties vanuit de klas. • De gemaakte opdrachten en vragen kort klassikaal bespreken.
In de evaluatie kunt u aan de leerlingen vragen hoe zij de les vonden. Het is belangrijk om positieve en negatieve opmerkingen van de leerlingen serieus te nemen. Als u een beginnende gastlesgever bent, kunt u ook overwegen om (na de gastles) de docent te vragen om feedback. Hij/zij is immers een expert op het gebied van lesgeven, en zal uw open houding waarschijnlijk alleen maar waarderen. U kunt nuttige tips of opmerkingen van de leerlingen en de docent opschrijven en gebruiken bij de voorbereiding van uw volgende gastles.
14
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Bijlage 1 Kopieerblad Informatie Het recht op zorg en bescherming Alle kinderen hebben recht op zorg en bescherming. Toch krijgen niet alle kinderen in de wereld waar ze recht op hebben. De ziekte aids zorgt voor problemen in veel ontwikkelingslanden. Kinderen die last hebben van deze problemen zijn erg kwetsbaar. Heel belangrijk vindt Unicef de zorg en bescherming voor deze 'kwetsbare' kinderen. Dat zijn eigenlijk 3 groepen kinderen: 1) kinderen die niet naar school gaan omdat ze voor hun zieke ouders moeten zorgen 2) kinderen die zelf aids hebben 3) kinderen die hun ouders door aids verloren hebben. Problemen door de ziekte aids Iedereen kan aids krijgen: arme, rijke, jonge en oude mensen. En ook kinderen. Maar kinderen hebben op nog meer manieren last van aids. Sommige kinderen moeten voor hun zieke ouders zorgen en hebben geen tijd meer om naar school te gaan. Andere kinderen worden zelf ziek. Zij vertellen dit meestal aan niemand. Iemand met aids wordt namelijk vaak gepest. Kinderen verliezen door de ziekte aids belangrijke mensen: ouders, broers, zussen en de meester of juf kunnen dood gaan. En dat is heel verdrietig. De ziekte aids zorgt dus voor heel wat problemen voor deze kinderen.
Wat zijn hiv en aids precies? Hiv is een virus. Als je dit virus krijgt ben je hivpositief. Mensen die besmet zijn met hiv krijgen na vele jaren de ziekte aids. Het virus maakt de cellen dood, die ziektes bestrijden. Die cellen heten witte bloedlichaampjes. Als je te weinig witte bloedlichaampjes hebt, is je lichaam heel vatbaar voor allerlei ziektes. Mensen met aids worden daarom vaak ziek. En ze worden dus ook steeds zwakker. Uiteindelijk gaan ze vaak dood aan iets waar ze normaal niet aan dood zouden gaan. Een griepje bijvoorbeeld. Mensen met aids moeten daarom vaak een heleboel medicijnen nemen tegen al die ziektes. En ze moeten goed eten, zodat ze sterk blijven. Er is nog geen medicijn dat de ziekte aids kan genezen. Maar er bestaan wel aidsremmers. Deze pillen kunnen mensen met de ziekte aids niet helemaal beter maken, maar wel zorgen dat ze langer blijven leven. Ze remmen dus de ziekte aids af. Helaas zijn die aidsremmers vaak nog moeilijk te verkrijgen. Wie aids heeft en dagelijks aidsremmers slikt en goed eet, kan ermee leven.
Waar komt de ziekte het meeste voor? Miljoenen kinderen over de hele wereld hebben te maken met hiv en aids. Er zijn zelfs 2,2 miljoen kinderen in de wereld die zelf hiv-positief zijn of aids hebben. Zij worden meestal als baby besmet door hun moeder. En er zijn 15,2 miljoen wezen van wie één of beide ouders overleden zijn door aids. Het is helemaal niet leuk om je dit voor te stellen, maar elke dag raken bijna 1500 kinderen onder de 15 jaar besmet met hiv. Vooral in Afrika hebben veel mensen de ziekte aids. Maar ook in Rusland. Is er ook aids in Nederland? Ja, er zijn ongeveer 18.000 mensen met hiv in ons land. Omdat de gezondheidszorg in Nederland beter geregeld is dan in de meeste ontwikkelingslanden, kunnen zieke mensen gemakkelijker aan medicijnen komen. En er is veel informatie in Nederland over de ziekte. Met genoeg voedsel en aidsremmers hoeven mensen niet snel dood te gaan door aids.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
15
De oplossingen van Unicef Alle kinderen hebben recht op zorg, bescherming, onderwijs, gezondheidszorg, voedsel, schoon water en een schone wc. Unicef werkt hard om te zorgen dat steeds meer kinderen krijgen waar ze recht op hebben. Unicef zorgt bijvoorbeeld voor beter onderwijs. Want het is belangrijk dat kinderen goed les krijgen. En dat hun school schoon en veilig is. Unicef leert meesters en juffen ook hoe ze kwetsbare kinderen kunnen herkennen. Want als kinderen thuis voor zieke ouders moeten zorgen of als ze thuis alles alleen moeten doen zijn ze vaak erg moe. De meester of juf in de klas kan extra letten op deze kinderen, en zorgen dat ze extra hulp krijgen via Unicef. In het land Mozambique heeft Unicef verschillende oplossingen om deze kwetsbare kinderen te helpen: 1. Unicef traint speciale hulpverleners die bij kinderen zonder ouders langsgaan. 2. Unicef zorgt voor voorlichting over hiv en aids. 3. Unicef zorgt samen met de regering voor gratis aidsmedicijnen.
Extra voor groep 7 en 8 Hoe kun je de ziekte voorkomen? Het is belangrijk om te voorkomen dat je besmet raakt met hiv. Je kunt besmet raken met het virus als jouw bloed in aanraking komt met besmet bloed van iemand anders. Het is daarom belangrijk om altijd schone naalden te gebruiken voor een injectie. Ook door onveilig vrijen (zonder condoom) kun je hiv van iemand krijgen. Het is daarom verstandig om een condoom te gebruiken tijdens het vrijen. Zwangere vrouwen die met hiv zijn besmet, kunnen het virus tijdens de bevalling overbrengen op hun baby. Ook kunnen baby's het virus krijgen tijdens de zwangerschap en heel soms door borstvoeding. Moeders moeten daarom weten of ze besmet zijn met hiv. Met aidsremmers hebben ze de helft minder kans dat de baby in hun buik ook besmet wordt.
Dit zijn voorlichtings-boekjes over aids uit Papoea Nieuw Guinea
Het meisje Joaninha (11 jaar) uit Mozambique is haar ouders verloren door de ziekte aids
16
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Bijlage 2 Kopieerblad Mozambique Wist je dat Mozambique…? • • • • • • • • • •
Een land is in Zuidoost Afrika? Kijk maar op het kaartje. Het vroeger een Portugese kolonie was en sinds 1975 onafhankelijk is? De officiële taal Portugees is? Er tot 1992 een burgeroorlog aan de gang was in Mozambique? Er ruim 19 miljoen mensen wonen? Mensen in Mozambique meestal niet zo oud worden? Gemiddeld worden mensen maar 38 jaar. In Nederland worden mensen gemiddeld 79 jaar oud. Mozambique bijna 20 keer zo groot is als Nederland? De kust van Mozambique wel 2655 km lang is? De hoofdstad van Mozambique 'Maputo' heet? Er in Mozambique heel veel wilde dieren zijn, zoals olifanten, neushoorns, leeuwen, luipaarden en buffels?
Kindere n in Mo zambiqu e
Dit bord waarschuwt mensen in Mozambique voor de gevaren van de ziekte aids.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
17
Bijlage 3 Kopieerblad Hulpverleners Hulpverleners Alle kinderen hebben recht op zorg en bescherming. Unicef steunt daarom hulpverleners die kwetsbare kinderen helpen. Als kinderen voor hun zieke ouders moeten zorgen kan de hulpverlener soms verzorging regelen, zodat kinderen toch naar school kunnen. Kinderen die zelf aids hebben, krijgen medicijnen zodat ze zo normaal mogelijk kunnen leven. Zorg en liefde Als kinderen hun ouders door aids verloren hebben komen ze er vaak alleen voor te staan. Sommige kinderen kunnen bij familie gaan wonen. Als dit niet kan, blijven kinderen alleen achter. Zij krijgen dan regelmatig bezoek van een hulpverlener. De hulpverleners kijken dan hoe het met de kinderen gaat. Ze helpen hen met klusjes thuis. Ze troosten de kinderen als ze verdrietig zijn. Ze geven hen de liefde en aandacht die ouders normaal gesproken aan kinderen geven.
Geboortebewijs De meeste alleenstaande kinderen hebben geen geboortebewijs. Alleen met een geboortebewijs kunnen ze naar school en krijgen ze andere belangrijke papieren. Bijvoorbeeld een speciale kaart waarmee ze voedselhulp krijgen. Of een papier waarop staat dat het huis van hun overleden ouders van de kinderen is. Unicef zorgt er voor dat hulpverleners alsnog een geboortebewijs regelen voor kinderen die er geen hebben.
Help jij de hulpverlener? Hieronder zie je allemaal plaatjes van dingen die een hulpverlener nodig heeft. Deze hulpverleenster is al haar spullen kwijt! Help jij alles terug te vinden? Verbind de woorden met de goede plaatjes.
aidsmedicijnen fiets ?
voedselbonnen ?
schoolspullen tas
18
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Bijlage 4 Kopieerblad Voorlichting Voorlichting is belangrijk, omdat iedereen moet weten… • …wat de gevaren van de ziekte aids zijn. • …hoe je jezelf kunt beschermen tegen deze ziekte. • …waar je een test kunt doen om te kijken of je besmet bent. • …waar je gratis medicijnen kunt krijgen. • … (vul zelf in) Voorbeeld 1: Aramiss (14 jaar) geeft zijn leeftijdsgenoten voorlichting over aids via de radio
Voorbeeld 2: op een school in Mozambique maken jeugdvoorlichters een toneelstuk over aids
Voorbeeld 4: in Mozambique wordt aidsvoorlichting vaak op muren geschilderd
En nu zelf voorlichting geven: zo doe je dat! Op de foto's zie je allemaal voorbeelden van verschillende manieren om voorlichting te geven. Maak hieronder je eigen plan om ook voorlichting te geven!
Mijn plan: Ik ga voorlichting geven over: Manier van voorlichting (toneelstukje, poster, lied): Ik ga voorlichting geven samen met: Spullen die we nodig hebben (vraag de juf of meerster):
Veel succes!
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
19
Bijlage 5 Kopieerblad Gratis aidsmedicijnen Gratis aidsmedicijnen • Unicef zorgt over de hele wereld voor kinderen die er alleen voor komen te staan door aids. Ook in Mozambique. Unicef doet dit niet alleen. Zo zorgt Unicef samen met de regering van Mozambique bijvoorbeeld voor gratis aidsmedicijnen. • Deze aidsmedicijnen worden ook wel aidsremmers genoemd. De pillen kunnen mensen met de ziekte aids niet helemaal beter maken, maar wel zorgen dat ze langer blijven leven. Ze remmen dus de ziekte aids af. • Slechts 10 % van de kinderen in Mozambique die besmet zijn met het virus krijgen deze gratis medicijnen. Hoe dat komt? Omdat veel mensen niet weten dat ze deze medicijnen gratis kunnen halen. En omdat zij niet genoeg geld hebben om naar het ziekenhuis te gaan, dat vaak ver weg ligt. • Daarom is het werk van Unicef nog erg belangrijk. Unicef zorgt dat steeds meer mensen weten dat de gratis medicijnen er zijn. Ook helpt Unicef mee om meer ziekenhuizen en gezondheidscentra te bouwen. Dan kunnen straks meer mensen de medicijnen ophalen. En hoe meer ziekenhuizen er komen, hoe meer mensen zich kunnen laten testen op aids. Als ze besmet zijn, kunnen ze in het ziekenhuis goede hulp en informatie krijgen.
W
S
Vul hier het goede woord in:
HIV EN AIDS
D W
X
W
M
E
R
X
X
W
A
I
GASTLESSEN
E
X
X
S
X
20
R
W Pillen-pech! Ojee ... deze jongen laat zijn medicijnen vallen en alle pillen liggen door elkaar. Op alle pillen staat een letter. Streep de pillen met de letters W en X weg. Maak met de letters die overblijven een woord…wat staat er?
X
X
M
QUIZ! Lees de vragen en zet een rondje om de letters die voor de goede antwoorden staan. Wat zijn aidsremmers? OMZ Medicijnen die aids weghalen uit je lichaam MAZ Medicijnen die zorgen dat je geen aids kunt krijgen MOZ Medicijnen die zorgen dat je langer kunt leven met de ziekte aids. Waarom EB BI UM AM
halen veel mensen de gratis aidsmedicijnen niet op? (2 goede antwoorden!) Omdat de medicijnen heel vies smaken Omdat het ziekenhuis vaak te ver weg ligt, en mensen geen geld hebben voor vervoer Omdat het ziekenhuis maar heel soms open is Omdat veel mensen niet weten dat ze gratis aidsmedicijnen kunnen krijgen
Wie zorgen dat er gratis aidsmedicijnen zijn in Mozambique? EUQ De regering van Mozambique EQU Unicef QUE Unicef én de regering van Mozambique
Zet de letters van de goede antwoorden in de juiste volgorde…wat lees je?
Ook in Papoea Nieuw Guinea kunnen mensen een aidstest laten doen.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
21
Bijlage 6 Kopieerblad Opdrachten Een dag uit het leven van… Dit zijn Joaninha (11 jaar) en haar zusje Chica (8 jaar) uit Mozambique. De zusjes wonen nog maar met z'n tweeën. Joaninha is daarom altijd druk bezig. Wat ze allemaal doet op een normale dag? Dat kun je hieronder zien. Vul zelf in wat jij op een dag doet. Zijn er verschillen?
Joaninha's dag
Jouw dag
6.00 uur Joaninha staat op
6.00 uur (vul in wat jij doet)
7.00 uur Joaninha doet het huishouden (water halen, schoonmaken, koken)
7.00 uur
12.00 uur Joaninha's zusje Chica komt thuis. Samen warm eten.
12.00 uur
13.00 uur Joaninha gaat naar school
13.00 uur
17.00 uur Joaninha kookt eten
17.00 uur
18.00 uur Joaninha en Chica eten samen De zussen wassen zich.
18.00 uur
19.00 uur Joaninha en Chica gaan slapen
19.00 uur
Hoe laat ga jij meestal naar bed? Om ____ uur.
22
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Invul-strip!
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
23
Bijlage 7 Draaiboek Jeugdvoorlichters Dit draaiboek geeft vrijwilligers van Unicef Nederland een handvat wanneer ze gastlessen (gaan) geven in het onderwijs (primair en voortgezet). Kinderen, klassen, groepen en scholen; elke gastles is steeds weer anders. Een draaiboek is een handig hulpmiddel om je gastles zo goed mogelijk voor te bereiden en te geven, maar ook niet meer dan dat. Een goede voorbereiding is misschien wel het aller-belangrijkste. Het is een steuntje in de rug dat je soms nodig hebt. Maar het is ook de rode draad van je bedoelingen, de opbouw van je les, de werkvormen en het uiteindelijke succes. Hoe ervaren je ook bent of wordt; vergeet nooit om je goed voor te bereiden.
Inhoud draaiboek: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
24
Inleiding Voorbereiding Opbouw van een gastles Werkvormen Omgang met kinderen en jongeren en praktische tips Eigen ervaringen
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
1. Inleiding Veel leerkrachten van het primair onderwijs (basisschool en speciaal onderwijs) en het voortgezet onderwijs vinden het interessant en erg leerzaam voor de kinderen in hun klas om een gastspreker of gastdocent uit te nodigen. Over de meest uiteenlopende onderwerpen komen gastdocenten vertellen. De onderwerpen kinderrechten hier en in ontwikkelingslanden en Unicef - de kinderrechtenorganisatie van de VN - zijn interessant voor kinderen en jongeren. Daarmee ben je als gastspreker een 'echte gast' die men graag verwelkomt. Het onderwerp past erg binnen de leef- en belevingswereld van kinderen en ook bij de eindtermen voor het onderwijs. Zeker met de groeiende aandacht voor kinderrechten (denk aan activiteiten op of rond 20 november). Een gastdocent voegt in veel gevallen iets extra's toe aan de lessen van de leerkracht. Een 'ervaringsdeskundige', zoals de vrijwilligers van Unicef worden gezien, weet altijd meer dan een leerkracht. Dit gegeven geeft een gastlesgever een voorsprong en een veilig gevoel. Een onderwerp krijgt in de klas bij de kinderen altijd een hogere attentiewaarde wanneer iemand 'anders' het behandeld. Om een goede gastles te kunnen geven is alleen kennis over het onderwerp niet voldoende. De boodschap zal in een voor kinderen leerzame en leuke werkvorm moeten worden gegoten. Kinderen zijn kritisch. Zeker wanneer het onderwerp hen persoonlijk aangaat. Jij bent een ervaringsdeskundige maar zij ook.
Praktische voorbereiding Voor zowel jezelf als de school is het prettig om vooraf een afspraak te maken met de school. Je kunt dan met één of meerdere leerkrachten enkele zaken doorspreken. Checklist: - Wie is de contactpersoon van de school? - In welke groep(en) geef je een gastles? - Hoe groot is het aantal leerlingen in de groep(en)? - Wat is voor de school de bedoeling van de gastles? - Welk specifiek onderwerp komt in de les aan bod? - Is de les een onderdeel van een project of een losse les? - Bespreek vooraf de inhoud van de gastles - Wat is er bij de kinderen bekend over het onderwerp? Voor een deel kom je hier pas achter tijdens de les, maar een leerkracht kan je er ook meer over vertellen. - Bespreek de rol van de leerkracht tijdens de les. Het is belangrijk om te benadrukken dat de leerkracht altijd verantwoordelijk blijft. Hij of zij blijft altijd aanwezig en gaat geen huiswerk controleren! - Spreek dus af dat de leerkracht tijdens de les in het lokaal blijft. - Wat is de datum en het tijdstip van de gastles? - Hoeveel tijd heb ik precies om de les te geven? - Waar is het lokaal van de gastles? - Is er een mogelijkheid om een video te vertonen? - Zijn er andere werkvormen waarbij ik materiaal nodig heb?
2. Voorbereiding Een gastles geven is heel erg leuk om te doen en het is elke keer weer anders. Je komt vast wel eens voor onverwachte situatie te staan, maar dat maakt het misschien wel zo aardig. Een gastles geven is alleen niet eenvoudig. De voorbereiding is erg belangrijk. Een les die uit de losse pols wordt gegeven mislukt zo goed als zeker. Zelfs zeer ervaren docenten en leerkrachten bereiden hun lessen altijd voor. Hieronder staan een aantal praktische tips en suggesties die je kunt gebruiken bij je voorbereiding. Hoe kom je op een school terecht? 1. Scholen benaderen vrijwilligers en vragen om gastlessen (reactief) 2. Vrijwilligers benaderen zelf scholen voor gastlessen (pro-actief) Zelf de scholen benaderen kan prima werken. Het kan je alleen wel veel werk opleveren. Zorg dus voor een goede planning. Het is heel vervelend om gastlessen aan te bieden en ze later niet te kunnen honoreren. Denk aan de periode rond 20 november. Kinderrechten staan dan in de spotlights…En op 1 december is het jaarlijks wereld-aidsdag.
Materialen - Is er een schoolbord dat ik kan gebruiken? - Is er een mogelijkheid om te kopiëren? - Zijn er een computer, projector en eventueel internetverbinding als ik een PowerPoint presentatie wil houden? - Heb ik alle materialen die ik nodig heb bij een gastles? Inhoudelijke voorbereiding Wat wordt verstaan onder een voorbereiding op de inhoud van een gastles? Per persoon is dit heel verschillend. De één wil graag alles goed oefenen, terwijl iemand anders dat helemaal niet nodig vindt. Een schriftelijke voorbereiding is aan te raden. Wees gerust: jij staat als deskundige boven de materie en weet dus altijd veel meer over het onderwerp dan de kinderen en de leerkracht. Omdat het in het geval van kinderrechten en alles wat daarmee te maken heeft vaak om abstracte informatie gaat, is het vooral belangrijk om te letten op de informatieoverdracht. Als je de gastles geoefend hebt ben je beter in staat om in te spelen op onverwachte situaties en omstandigheden in de klas. Elke groep vraagt zijn eigen aanpak. Belangrijk daarbij is vooral om je zoveel mogelijk in te leven in de groep en de leeftijd van de kinderen.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
25
Checklist inhoudelijke voorbereiding: • Onderwerp: Het is verstandig om het onderwerp van je gastles vooraf duidelijk te bepalen. Aan de hand van een voorgesprek met een leerkracht kun je dit doen maar ook als je de vrije hand krijgt is het goed om de inhoud van je les af te bakenen. 'Alles' aan bod laten komen is vaak teveel van het goede. • Bijzonderheden: Soms zijn er bijzonderheden waarmee je rekening moet houden voor - of tijdens de les. Denk hierbij bijvoorbeeld aan (recente) gebeurtenissen in de actualiteit of in de groep waar je voorstaat. • Lesduur: Wij adviseren om een les niet langer dan 45 minuten te laten duren. Voor kinderen is dit de maximale tijd om goed geconcentreerd met 'leren' bezig te zijn. Als de werkvormen gevarieerd zijn kan een les soms wat langer duren. Een korte les kan ook. Op één dag alle klassen bezoeken met een les van 15 minuten kan prima. • Doel van de les: Bepaal aan de hand van het onderwerp en de beschikbare tijd het doel van de les. Je omschrijft wat de kinderen moeten weten als de les is afgelopen. Maak het zo concreet mogelijk bijvoorbeeld: “Aan het einde van de les weten de kinderen wat kinderrechten zijn en wat Unicef precies doet.”
26
GASTLESSEN
• Beginsituatie: Voor gastlesgevers is het vooral belangrijk om te weten wat de kinderen al weten. Niets is zo vervelend als je er in 2 minuten achterkomt dat wat jij wil gaan vertellen bij de kinderen al bekend is. Ook is het belangrijk om te weten of het een losse les betreft of een les in het kader van een project o.i.d.
3. Opbouw van een gastles Vooraf is het een fijne gedachte dat zowel leerlingen als leerkrachten je graag zien komen. Je bent uitgenodigd of jouw aanbod is positief ontvangen en geaccepteerd. Het onderwerp past bovendien in de leef- en belevingswereld van de kinderen en binnen hun interesseveld. Vooraf heb je, soms in overleg met de leerkracht, bepaald welk onderwerp in de les aan bod komt. De vragen die kinderen in de klas stellen kunnen invloed hebben op je gastles. Elke gastles is anders, maar de opbouw van elke gastles is in principe altijd hetzelfde. Probeer zoveel mogelijk vast te houden aan de volgende opbouw. Ook een leerkracht gebruikt deze over het algemeen. 1. Inleiding 2. Kern 3. Verwerking 4. Evaluatie
HIV EN AIDS
Inleiding: Eerste deel van de gastles waarin jij de kinderen leert kennen en zij jou. Een korte introductie van jezelf en de reden waarom je in de klas bent. In dit stuk maak je ook afspraken met de kinderen. Luisteren naar elkaar bijvoorbeeld. Ook maak je een afspraak over de vragen van kinderen. Direct of aan het einde van de les? Starten met een verhaal, een anekdote, een lied (cd van Unicef uit lespakket) of iets 'luchtigs' kan altijd. Dit ontspant. Probeer niet de grapjas uit te hangen. Kern: Dit is het meest inhoudelijke deel van de gastles. Hierin zitten de werkvormen die je gebruikt om je doelstelling te bereiken. Verwerking: Kinderen willen niet alleen maar luisteren. Een, soms korte, doe-opdracht is voor kinderen prettig. Dit kan bestaan uit verschillende werkvormen. Evaluatie: Sluit af met een korte evaluatie met de kinderen. Vertel ze wat jij ervan vond, maar geef ook de kinderen de ruimte om te reageren. Na de les evalueer je ook met de leerkracht. Bedenk je dat deze evaluatie weer een begin is voor je volgende gastles. Je leert van elke les!
4. Werkvormen Er zijn ontzettend veel werkvormen die geschikt zijn om in een gastles te gebruiken. Het voert te ver om ze compleet toe te lichten; daarom alleen een lijst met mogelijkheden. Tijdens een gastles kun je natuurlijk ook gebruik maken van variaties van werkvormen of meerdere werkvormen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Lezing Discussie Verhaal Magische microfoon Video/dia's Rollenspel 'Lagerhuis' … …etc.
geldt ook voor de introductie van de gastles en (eventueel) de introductie van jezelf. Het begin van een gastles is heel belangrijk. Loopt het begin lekker dan kun je ervan uitgaan dat ook de rest op een prettige manier zal verlopen. Jij went aan de leerlingen, en de leerlingen aan jou. - Praat alleen als het rustig is, probeer niet boven het volume van de groep uit te komen.
5. Omgang met kinderen en jongeren en praktische tips Iedere leerkracht en dus ook iedere gastdocent is anders en heeft zijn of haar eigen stijl. Hieronder een opsomming van tips en suggesties voor de omgang met kinderen en jongeren, het stellen van vragen en andere tips die van pas komen bij een gastles. - Gun jezelf altijd een rustige start. De rustige start
- Het tempo van een les mag best laag liggen. Over het algemeen kan gezegd worden dat een laag tempo voor jezelf als een normaal tempo voor de toehoorders ervaren wordt. - De hele klas is jouw doelgroep, niet één leerling vooraan. Praat dus ook tegen de klas, kijk kinderen goed aan, maar wel gevarieerd. - Ga, indien mogelijk staan voor de klas. Blijf niet stilstaan maar loop rond. De kinderen volgen jou wel…
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
27
- Wees flexibel ten opzichte van de leerlingen, laatkomers kunnen er altijd zijn en onverwachte gebeurtenissen doen zich ook net voor als jij een gastles geeft! Probeer deze omstandigheden te integreren in de les. Je kunt natuurlijk ook altijd alles 'negeren' en er geen aandacht aan besteden! Een anekdote of luchtige inleiding, liefst vanuit de eigen ervaring of praktijk doorbreekt de spanning. Maar speel nooit de 'grapjas'. Het onderwerp en de kinderen verdienen een serieuze aanpak. - Gebruik eventueel een lijst met kernwoorden, de 'rode draad' van de les. Je ziet aan deze woorden ongeveer waar je bent in uw verhaal en je kunt inschatten hoeveel tijd je nog nodig hebt. Bovendien loop je minder risico om af te dwalen of onderdelen van je verhaal te vergeten of over te slaan. - Probeer de gastles dicht bij je eigen ervaringen te houden. Dat spreekt kinderen aan en maakt het persoonlijker. - Sommige onderwerpen lenen zich voor technische details en een enorme hoeveelheid cijfers. Dat lijkt aardig maar veel kinderen zijn het snel vergeten. Probeer het zoveel mogelijk te combineren met een voorbeeld of een verhaal. Abstracte informatie wordt zo concreter en kinderen kunnen zich er beter iets bij voorstellen. Ook onthouden gaat gemakkelijker. - Probeer te voorkomen om in gesprek te raken met één enkele leerling, de rest van de klas kan dan buiten spel komen te staan en de interesse verliezen. Probeer de aandacht te verdelen over de hele klas. Bij een discussie is het verstandig om zoveel mogelijk meningen en leerlingen hierbij te betrekken. Geef ook kinderen een beurt die geen vinger opsteken.
- Bij opdrachten zijn leerlingen soms individueel en zelfstandig aan het werk, maar soms ook in groepjes. Leg de opdracht duidelijk uit en vraag of de leerlingen verduidelijking nodig hebben. Tijdens het maken van de opdrachten is het verstandig om rond te lopen en de leerlingen waar nodig te helpen. Na afloop van de opdrachten geef je de antwoorden, maar laat ook meningen van andere kinderen aan bod komen. - Stel in plaats van gesloten, liever open vragen. Een gesloten vraag is een vraag waar het antwoord eigenlijk al in zit opgesloten en de leerling alleen de mogelijkheid geeft om ja of nee te antwoorden. - Als je zelf een vraag krijgt van een kind waar je niet zo snel op kunt antwoorden, stel dan voor dat je het antwoord opzoekt en later antwoord geeft via de leerkracht.
6. Eigen ervaringen / evaluatie Probeer van elke gastles te leren. Maak ook na afloop aantekeningen. Wat ging goed of wat juist niet. Als je dan een volgende gastles gaat geven pak je deze aantekeningen erbij om niet dezelfde fout te maken en natuurlijk weer goed te doen wat eerder ook goed ging.
Draaiboek © Unicef Nederland/ Bert Tielemans 2005
- Stel geen vragen als je niet van plan bent iets met de antwoorden te doen. Probeer een leerling niet te overstemmen. - Het is verstandig om gedurende de les af en toe vragen te stellen aan de kinderen. Daardoor krijgen ze een rol en wordt het interactiever. - Vragen van leerlingen kunt u natuurlijk zelf beantwoorden, maar soms is het de moeite waard om de vraag door te spelen naar de andere leerlingen. - Vat af en toe het voorgaande bondig samen. Dit zorgt ervoor dat de informatie beter bekijft bij kinderen. Doe dit eventueel samen met de kinderen en/of op het bord of flip-over.
28
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Bijlage 8 Evaluatieformulier Wij willen graag weten wat u van dit gastlespakket vindt. Alle tips, suggesties of andere opmerkingen zijn daarom meer dan welkom. U kunt het onderstaande formulier invullen, uitknippen en opsturen aan de sectie Jeugd en Educatie (postzegel niet nodig). Unicef Nederland Jeugd en Educatie Antwoordnummer 10650 2501 WB Den Haag
Als dank ontvangt u een geel 'Unite against aids' tasje (zolang deze voorradig is). n Ik ontvang graag een tas en vermeld mijn adresgegevens hieronder. n Ik heb geen belangstelling voor een tas.
Wanneer u dit wilt kunt u hieronder uw naam en adres vermelden. Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Alvast hartelijk dank voor de moeite!
$
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
29
Zet een kruisje voor uw beoordeling
Zeer goed
Goed
Voldoende
1. Vindt u dit gastlespakket overzichtelijk? 2. Wat vindt u van de teksten en verhalen? 3. Wat vindt u van de opdrachten? 4. Hebt u opmerkingen of suggesties voor de overzichtelijkheid van het gastlespakket?
5. Hebt u opmerkingen of suggesties met betrekking tot de teksten?
6. Hebt u opmerkingen of suggesties wat betreft de opdrachten?
7. Hebt u de bijlagen gebruikt? Zo ja, welke?
8. Hebt u opmerkingen of suggesties wat betreft de bijlagen?
Ruimte voor overige opmerkingen
30
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
Redelijk
Slecht
TV-Tips
Op 20 november 2006 om 18.25 uur heeft het kinderprogramma Klokhuis een speciale uitzending over kinderrechten.
Op 1 december om 11.00 uur, op wereldaidsdag, is er een speciale uitzending van schooltvweekjournaal over kinderen en aids.
GASTLESSEN
HIV EN AIDS
31
Colofon Tekst Foto's Vormgeving
Voor meer informatie Unicef Nederland Jeugd en Educatie Postbus 30603 2500 GP Den Haag 070-333 93 00
[email protected] www.unicef.nl www.kidsunited.nl
SB06GAST
Mieke Lopes Cardozo Unicef Nederland Unicef Nederland