Ondersteuningsprofiel van de Don Boscoschool te Wieringerwerf, onderdeel van Stichting Sarkon. Scholengroep Wieringermeer
1.
Functie van het ondersteuningsprofiel In het ondersteuningsprofiel beschrijft de school haar mogelijkheden om leerlingen te ondersteunen wanneer het regulier aanbod van de school onvoldoende aansluit bij de ontwikkeling van de leerling. In het ondersteuningsprofiel zijn de daarvoor relevante gegevens opgenomen zodat voor ouders, samenwerkingsverband en de overige scholen van de onderwijsgroep de mogelijkheden van de school duidelijk zijn. Het ondersteuningsprofiel maakt een onderscheid in basisondersteuning en extra ondersteuning. De basisondersteuning ligt bij voorkeur bij alle scholen op een gelijk niveau. Afspraken over een minimumniveau worden in het samenwerkingsverband gemaakt en gelden voor alle scholen. Extra ondersteuning kan per school verschillen. Bij extra ondersteuning gaat het om specifieke kwaliteiten van de school gericht op leerlingen die deze vorm van ondersteuning vragen. Extra ondersteuning vertaalt zich in arrangementen die de school kan bieden en waarvoor doorgaans extra middelen worden ingezet. Arrangementen kunnen deels structureel deel uitmaken van het ondersteuningsaanbod en deels een tijdelijk karakter hebben. Een arrangement geeft aan: - welke deskundigheid wordt ingezet - de tijd die beschikbaar is - het programma dat uitgevoerd wordt en de gebruikte materialen - het mogelijke specifieke gebruik van het schoolgebouw - samenwerking met ouders, onderwijs en mogelijke ketenpartners Het ondersteuningsprofiel geeft eveneens informatie over de basiskwaliteit van de school. Daarom is het oordeel van de inspectie over deze basiskwaliteit opgenomen in het ondersteuningsprofiel. Het ondersteuningsprofiel van de school vormt voor ouders een houvast bij schoolkeuze en voor de scholen/besturen een houvast bij de toelating van leerlingen en het vinden van de meest geschikte plek voor een leerling. De inhoud van dit schoolondersteuningsprofiel (SOP) bestaat uit: • gegevens van de school • karakteristiek en onderwijsvisie van de school • kengetallen • oordeel van de onderwijsinspectie • organisatie van de ondersteuning • ondersteuning sociaal emotionele ontwikkeling • ondersteuning lezen en spelling • ondersteuning rekenen en wiskunde • grenzen aan ondersteuning • professionalisering
1
2.
Gegevens van de Don Boscoschool te Wieringerwerf Directeur
: Linda Verbeek
Tel.
: 0227 602204
E-mail
:
[email protected]
Website school
: www.rkdonbosco.nl
Website stichting : www.sarkon.nl
3.
Karakteristiek en onderwijsvisie van de school
3.1 Stichting Sarkon Stichting Sarkon is de bestuurlijke organisatie van negentien basisscholen in de regio Noord-HollandNoord. Voorzitter van het College van bestuur van Sarkon is dhr. Gert Jan Veeter. Samen met de directeuren van de negentien scholen werken algemeen directeur en stafbureau aan goed onderwijs op de Sarkon scholen. Op de scholen binnen de stichting Sarkon is het plezierig leren en werken voor kinderen en leerkrachten. Stichting Sarkon neemt Jezus Christus als inspiratiebron. Met respect voor ieders overtuiging en pedagogische visies geeft iedere school op eigen wijze vorm aan de kwaliteit van het onderwijs en aan haar plaats binnen de eigen leef- en woongemeenschap. Dit vanuit het vertrouwen dat door krachtenbundeling en samenwerking de basis wordt gelegd voor een goede toekomst. Meer informatie over stichting Sarkon: www. sarkon.nl 3. 2 RKBS Don Bosco De Don Boscoschool is van origine een katholieke school, die tot in de jaren zeventig alleen werd bezocht door katholieke kinderen. Nu anno 2014 wordt onze school door zowel katholieke als nietkatholieke kinderen bezocht. Ons onderwijs wordt gegeven vanuit deze katholieke traditie, al heeft het meer een algemeen christelijk karakter gekregen. Meer algemene informatie over RKBS Don Bosco: www.rkdonbosco.nl en de schoolgids. 3.3 Missie en Visie ‘De Don Boscoschool…..een fijne plek om te leren en te werken’. RKBS Don Bosco is nadrukkelijk een plek waar geleerd wordt, waar kennisoverdracht belangrijk wordt gevonden. Uitgangspunt daarbij is om het leren op een eigentijdse manier te laten plaatsvinden, met goede moderne methoden en materialen. De school is ook een plek waar kinderen, leerkrachten en ouders graag zijn. Een school waar we er met elkaar voor zorgen dat iedereen zich thuis voelt en gekend weet. Het schooljaar 2014-2015 staat voor het team van RKBS Don Bosco in het teken van het traject Positive Behavior Support (PBS). Gedurende dit traject gaan de leekracht op zoek naar de waarden die passen bij de school en het soort onderwijs dat wordt gegeven.
2
4.
Kengetallen 01-10-2010
01-10-2011
01-10-2012
01-10-2013
Leerlingaantallen
221
230
217
220
Gewichtenleerlingen 0,3
18
17
14
18
Gewichtenleerlingen 1,2
3
3
2
2
0 0 0 0
0 0 0 0
1 0 1 0
0 0 0 0
Verwijzingen naar: - SBO - SO - Excellentie PK - Excellentie Eureka
5.
Oordeel van de onderwijsinspectie
Op februari 2013 heeft de inspecteur van onderwijs de school bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. De conclusie die de inspecteur na afloop van zijn bezoek in de rapportage formuleerde, was als volgt: 5. 1 Kwaliteit De Onderwijs Inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op RKBS Don Bosco op de onderzochte onderdelen grotendeels in orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. 5. 2 Naleving De Onderwijs Inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd. Daarnaast worden de resultaten van het onderwijs door de Onderwijs Inspectie gevolgd en beoordeeld. De resultaten van het onderwijs op RKBS Don Bosco worden getoetst aan de hand van het leerlingvolg-systeem, ontwikkeld door het instituut CITO met standaardnormen. Hiermee wordt de onderwijskundige ontwikkeling van het kind gevolgd en kunnen indien nodig remediërende activiteiten uitgevoerd worden. In het laatste inspectierapport (2013) geeft de inspecteur aan dat de resultaten voldoende zijn. Dit is voor schooljaar 2013 – 2014 het geval. Elk schooljaar zijn er 2 toetsrondes, in het midden en aan het einde. De toetsresultaten worden dan beoordeeld aan de hand van de huidige inspectienormen. Na beide toetsmomenten is volgens de inspectienormen voldoende gescoord op de tussenresultaten.Groep 7 doet mee aan een landelijke Entree-toets van het CITO om te meten hoe hun leervorderingen zijn tot aan eind groep 7. Aan de hand van deze uitslag en de eigen ervaring van de leerkrachten van de school wordt een voorlopig advies gegeven. De leerkracht doet dit in overleg met de ouders. 3
6.
Organisatie van de ondersteuning Klasse of groepsniveau
Leerlingenzorg vindt zoveel mogelijk plaats in de groep door de groepsleerkracht. De leerkracht streeft ernaar zoveel mogelijk leerlingen te ondersteunen in hun onderwijsbehoefte. De onderwijsbehoefte per leerling wordt bepaald naar aanleiding van de methodegebonden toetsen, de methode-onafhankelijke toetsen, bevorderende en belemmerende factoren, observaties en gesprekken met de leerling. De onderwijsbehoefte wordt per leerling weergegeven in het pedagogisch didactisch groepsoverzicht (PDGO) en per vakgebied in het groepsplan. De leerkracht bespreekt ten minste twee keer per jaar met de ouders de vorderingen van de leerling. Daarnaast kan het zijn dat een leerling een individueel handelingsplan heeft met een specifieke aanpak. Het individueel handelingsplan wordt gemaakt voor een periode van ongeveer 8 weken en wordt ingezet na bespreking en goedkeuring door ouders. Na 8 weken wordt het handelingsplan geëvalueerd en zo nodig verlengd. Ook dit wordt met de ouders besproken. De intern begeleider speelt op dit niveau een ondersteunende rol in de vorm van collegiale ondersteuning. Wanneer de leerkracht merkt dat het een leerling niet meer voldoende kan ondersteunen in zijn/haar onderwijsbehoefte kan de leerkracht de leerling aanmelden voor de leerlingenbespreking. De leerkracht vult hiervoor het format in waarin de leerkracht zijn/ haar concrete hulpvraag betreffende de leerling formuleert en specificeert. Vanuit de leerlingenbespreking wordt gekeken of de leerkracht antwoord heeft gekregen op zijn vragen en/of de leerling wordt aangemeld voor het OndersteuningsTeam (OT).
Schoolniveau
Wanneer de leerkracht meer complexe ondersteuningsvragen heeft wordt de leerling ingebracht in het ondersteuningsteam (OT) van de school. In het OT zijn de leerkracht, de IBer, de directeur en een externe orthopedagoog vertegenwoordigd. Ouders worden ook uitgenodigd om aanwezig te zijn tijdens het overleg van het OT. In het OT wordt besproken hoe tegemoet gekomen kan worden aan de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling en wat hiervoor nodig is. De hulp wordt in eerste instantie gezocht op schoolniveau. Dit kan op verschillende manieren bijv. door het inzetten van ouders, een remedial teacher, een gespecialiseerde leerkracht binnen de school. Ook kan schoolmaatschappelijk werk of andere deskundigheid ingezet worden. De afspraken en vervolgstappen worden besproken met ouders en vastgelegd in het Groeidocument. De intern begeleider en de leerkracht dragen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de uitvoering.
4
Scholengroepniveau
Wanneer de school de extra ondersteuning niet alléén kan bieden of wanneer de school tegen haar grenzen van mogelijkheden aan loopt wordt gesproken van handelingsverlegenheid. De school gaat extern op zoek naar moglijkheden om het onderwijsarrangement van een leerling te verzorgen. De Don Bosco zit in de scholengroep Wieringermeer. In deze scholengroep kan de aanvraag ingediend worden voor een ondersteuningsarrangement. Het ondersteuningsteam (OTG) van de scholengroep bepaald of de extra ondersteuning wordt toegekend.
Samenwerkingsverbandniveau
Indien de school ondanks de extra ondersteuning of andere externe hulp niet het juiste onderwijsarrangement aan de leerling kan bieden, wordt in overleg met de ouders gekeken naar een andere onderwijsplek die het meest optimaal tegemoet kan komen aan de specifieke onderwijsbehoefte van een leerling. Hierbij gaat het om plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of op de plusvoorziening van het samenwerkingsverband. De aanvraag hiertoe wordt door school met toestemming van de ouders ingediend bij het CTO (Centrale Toelaatbaarheid Onderwijsvoorzieningen) van het Samenwerkingsverband Kop van Noord Holland. Het CTO geeft bij akkoord een toelaatbaarheidsverklaring af die nodig is voor een plaatsing op één van deze voorzieningen.
7. Ondersteuning Sociaal Emotionele Ontwikkeling 7.1 Basiskwaliteit
Dagelijks wordt in de klas gewerkt aan het aanleren en versterken van sociaal competent gedrag. In de eerste 6 weken van het schooljaar wordt de methodiek "Grip op de groep" ingezet. De andere lessen komen op dit moment nog uit bronnenboeken zoals "Beter omgaan met jezelf en de ander". Gedurende het schooljaar 2014-2015 werkt het team van RKBS Don Bosco aan het ontwikkelen en schrijven van gedragslessen, dit komt voort uit het PBS traject. In groep 7 wordt het Marietje Kessels project uitgevoerd. Dit is een weerbaarheidsproject gericht op preventie van machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van kinderen, zowel door leeftijdsgenootjes als door volwassenen. Twee keer per jaar vullen de leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 en de leerlingen in de groepen 6, 7 en 8 een sociale competentie observatielijst (SCOL) in. Middels de SCOL worden de sociale competenties van kinderen systematisch in kaart gebracht. In de groepen 1-2 worden de sociale competenties viermaal keer per jaar in kaart gebracht met behulp van het Kleuterplein leerlingobservatiesysteem. De gegevens worden door de leerkrachten gebruikt om: - De ontwikkeling van sociale competenties in kaart te brengen en hierop planmatig te handelen. - Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben snel op het spoor te zijn.
5
7.2 Basisondersteuning
Wanneer kinderen door een bepaalde oorzaak zich niet of minder snel ontwikkelen ten aanzien van de sociaal emotionele ontwikkeling, al dan niet als gevolg van een aangetoonde oorzaak, dan is het aan de leerkrachten om deze leerlingen hierin specifiek te begeleiden. Echter begeleiding en ondersteuning kunnen bieden is geen "vast" gegeven, maar zal steeds moeten worden afgestemd op de specifieke ondersteuningsbehoeften van het kind. Daarbij komt dat ook de personele bezetting, wisselingen hierin, de groepsgrootte en het aantal leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling/gedrag hierop van invloed zijn. Begeleiding zal altijd afgestemd worden in overleg met de ouders en moet passen binnen de mogelijkheden van de school. Op RKBS Don Bosco kan de volgende ondersteuning gerealiseerd worden: * Meerkunners en hoogbegaafdheid: herkennen, signaleren, aansluiten bij de ontwikkelingsbehoeften in de klas. * Dyslexie: herkennen, signaleren, aansluiten bij de ontwikkelingsbehoefte in de klas, na behandeling dyslexie eventueel bieden van ondersteunende middelen. * ADHD herkennen, opstellen begeleidingsplan, structurele aanpak in de klas, al dan niet met externe ondersteuning. * Autismespectrum stoornis: herkennen, opstellen begeleidingsplan, bieden van veiligheid en vaste structuur in de reguliere klassensituatie al dan niet met externe ondersteuning. * Faalangst en concentratieproblemen: het herkennen en een gerichte begeleiding en aanpak in de klas. *Pestgedrag: het herkennen en een aanpak inzetten aan de hand van het pestprotocol. Werken via de PBS methode Naast het raadplegen van collega’s en / of specifiek IB-er is er ook de mogelijkheid van observaties. De IB-er of een collega observeert het kind, of de groep. De IB-er denkt mee over een plan van aanpak. Er wordt een (korte) termijn afgesproken om met dit plan te werken. Wanneer dit gezamenlijk wordt geëvalueerd en er geen ofonvoldoende groei blijkt te zijn dient ofwel het plan te worden bijgesteld ofwel deskundigheid van buiten te worden ingeroepen. 7.3 Extra ondersteuning
In een aantal gevallen hebben kinderen behoefte aan meer specialistische ondersteuning. In overleg met de ouders wordt een hulpvraag ingediend voor externe ondersteuning. Zo nodig wordt nader onderzocht welke ondersteuning nodig is. In overleg met het Ondersteunings Team van de scholengroep (OTG) vindt vertaling plaats in de vorm van een een arrangement, in de vorm van bijvoorbeeld het ter beschikking stellen van deskundige formatie en/of 6
middelen. Het arrangement wordt toegekend aan de hand van een aanvraag waarin concrete (werk)doelen zijn opgenomen.
8. Ondersteuning lezen en spelling Basiskwaliteit
Er wordt op RKBS Don Bosco veel aandacht besteed aan het leesonderwijs. Er is een doorgaande lijn in zowel technisch als begrijpend lezen. In groep 1-2 worden voorbereidende activiteiten gedaan via de methode Kleuterplein. Tevens wordt er in groep 1-2 structureel gewerkt met de werkmap Fonemisch bewustzijn. In groep 3 wordt gebruikgemaakt van de methode Veilig Leren Lezen. Na het aanvankelijk lezen in groep 3, wordt er in groep 4, 5, 6 en 7 veel tijd en aandacht besteed aan het Voortgezet Technisch Lezen. Hiervoor wordt de methode Estafette ingezet. Zowel in Veilig leren lezen als in Estafette wordt op drie niveaus gewerkt. Tegelijk komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en later ook studerend lezen te liggen. Voor begrijpend lezen wordt vanaf groep 4 t/m 8 de methode Leeslink gebruikt. In de groepen 7 en 8 wordt ook gewerkt met de methode Blits voor studerend lezen. 8.2
Basisondersteuning
Naar aanleiding van de methodegebonden toetsen, de methode onafhankelijke toetsen spelling, DMT, Avi, Woordenschat en begrijpend lezen van Cito, wordt het lees- en spellingsniveau van de leerlingen getoetst. Tevens wordt er gekeken of de aangeboden lesstof van een bepaalde tijd beheerst wordt. Naar aanleiding hiervan en naar aanleiding van het PDGO bepaalt de leerkracht voor wie welke lesstof eventueel herhaald moet worden, voor welke leerlingen de stof gecompact kan worden, wie er extra uitdagingen aankunnen en welke instructiebehoefte de leerling heeft. Vanaf groep 1-2 worden leerlingen al gesignaleerd t.a.v. leesproblemen en dyslexie. 8.3 Extra ondersteuning
Leerlingen die ondanks de uitbreiding van de instructie en oefentijd onvoldoende vorderingen maken krijgen extra hulp en ondersteuning binnen of buiten de groep. Deze extra ondersteuning kan bestaan uit letters en woorden flitsen, taal- en leesspelletjes, connect lezen of ralfi lezen. Deze extra ondersteuning wordt waar mogelijk door de eigen leerkracht gegeven of met behulp van inzet door leerlingen uit een hogere groep, ouders of de remedial teachter. De school werkt met een handelingsplan voor leesproblemen/ dyslexie waarin voor een bepaalde tijd een plan van aanpak staat beschreven en per 8 weken de vooruitgang wordt geëvalueerd en besproken wordt met ouders. Wanneer ondanks de ondersteuning een leerling geen of nauwelijks vorderingen maakt en na 2 meetmomenten nog steeds een IV/ Vscore behaald wordt het screeningsinstrument dyslexie afgenomen bij een leerling en wordt de leerling doorverwezen om een dyslexieonderzoek te laten doen en een behandeltraject te 7
volgen. Het dyslexieprotocol van RKBS Don Bosco werkt conform het landelijk vastgestelde dyslexieprotocol van expertisecentrum Nederlands. Voor leerlingen die een V scoren op DMT of een IV op DMT gecombineerd met een V voor spelling wordt een leesdossier bijgehouden. Dit om in kaart te brengen of er mogelijk sprake is van een ernstig leesprobleem of leesstoornis. Als het dossier compleet is wordt het dossier aan de ouders overgedragen, die onderzoek en begeleiding van hun kind buiten de school kunnen aanvragen. De leerlingen met leesproblemen krijgen binnen de school ondersteuning in het onderwijs op basis van de adviezen uit het potocol dyslexie. Kinderen die wel mogelijk dyslectisch zijn maar niet vallen binnen de vergoede zorg worden gedurende de schoolperiode behandeld als dyslectisch en worden in groep 8 onderzocht op dyslexie.
9.
Ondersteuning rekenen en wiskunde Basiskwaliteit
In groep 1-2 wordt de methode Kleuterplein gehanteerd. De leerkrachten werken op drie niveaus passend bij de ontwikkeling van jonge kinderen. We sluiten aan bij de onderwijsbehoeften door een weloverwogen aanbod van activiteiten . Naast de activiteiten die Kleuterplein aanbiedt, wordt ook het werkboek van Plustpunt voor groep 102 ingezet. Tevens wordt de werkmap Gecijferdbewustzijn stuctureel ingezet. De Don Boscoschool werkt vanaf groep 3 met de nieuwe versie van de methode Pluspunt. De oefenvormen zijn speels en gevarieerd, de vormgeving is leuk en eigentijds. Dat motiveert kinderen. Tegelijkertijd is Pluspunt een heel duidelijke methode die kinderen leert rekenen via een zorgvuldige, stapsgewijze opbouw van de lesstof met veel oefening en herhaling. De methode biedt praktische differentiatie op 3 niveaus en de referentieniveaus 1F en 1S zijn volledig verwerkt. De lesstof wordt op drie niveaus aangeboden, waarbij de leerkracht de kinderen de specifieke instructie en verwerking geeft. Na ieder blok wordt door middel van een toets bekeken of de leerling de stof beheerst. Afhankelijk van de uitkomst van de toets, krijgt de leerling gerichte oefeningen, die aansluiten bij zijn of haar niveau. Kinderen die de stof al goed beheersten krijgen een aparte aanpak, waarbij er gedifferentieerd wordt opt tempo, inhoud en hoeveelheid. 9.2
Basisondersteuning
De reguliere basisondersteuning bij het rekenonderwijs bestaat uit het structureel werken op 3 niveaus, aangevuld met aparte leerlijnen voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Extra oefenstof, extra instructie aan de instructietafel of juist extra uitdagende opdrachten stimuleren die kinderen om zich verder te ontwikkeling. Er zijn vaak grote verschillen tussen de snelheid en het gemak waarmee kinderen leren rekenen. Om hun plezier en motivatie vast te houden, is het van groot belang om ieder kind 8
de juiste uitdagingen aan te bieden. De methode Pluspunt biedt consequent gedifferentieerd werken op drie niveaus. Na elke klassikaleinstructieles is er verlengde instructie voor de rekenzwakke kinderen. Deze groep kinderen krijgt één voorkeursoplossingsstrategie aangereikt. In het tweede gedeelte van elke rekenles werken alle kinderen zelfstandig aan de lesstof. De lesstof is opgedeeld in drie niveaus. Kinderen kunnen zonder problemen overstappen en doorwerken op het volgende niveau. Op deze manier is er een goede verhouding tussen succeservaring en uitdaging. Rekensterke kinderen die klaar zijn met het plusniveau in de weektaak kunnen in pluswerkboek verder werken. Dit zijn verdiepingsopdrachten.
9.3 Extra ondersteuning
Wanneer een kind langdurig onvoldoende baat heeft bij het afgestemde aanbod (op basis van de methode) is aanvullend intern of extern diagnostisch onderzoek nodig om de aard van de problemen beter in kaart te brengen. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt een ontwikkelperspectief en een individueel handelingsplan gemaakt. De leerkracht gaat daarmee aan de slag. Afhankelijk van de zwaarte van de benodigde begeleiding kan gekozen worden voor de hulp van een vrijwillige hulpouder of kan een zorgindicatie worden aangevraagd om structureel extra zorg te kunnen verlenen. 10.
Grenzen aan ondersteuning
Onze school besteedt veel tijd en energie aan het begeleiden van een kind met een bijzondere ondersteuningsvraag. Ouders worden nadrukkelijk betrokken bij deze ondersteuning. Echter, we zijn een reguliere basisschool zodat er ook grenzen aan de ondersteuning kunnen zijn. Deze grenzen zijn bereikt wanneer: - een leerling niet meer te sturen is; - een leerling zo agressief is dat de veiligheid van andere kinderen in het geding is; - er ondanks de nodige ondersteuning geen ontwikkeling plaatsvindt; -een leerling zoveel begeleidning van de leerkracht vraagt dat dit in te grote mate ten koste gaat van de aandacht voor de overige leerlingen; - een leerling de draagkracht van een leerkracht te boven gaat en er geen verdere mogelijkheden zijn voor ondersteuning en/of begeleiding in een andere (parallel) groep. We gaan dan over naar het niveau van de scholengroep om te kijken of het kind op een school kan worden overgeplaatst waar wel aan de ondersteuningsbehoefte kan worden voldaan.
9
11.
Professionalisering
Het team van RKBS Don Bosco werkt voortdurend aan professionalisering van leerkrachten. Zowel door teamscholing, individuele scholing, bijwonen van lezingen en conferenties, leerkringen en collegiale consultaties. Iedere leerkracht werkt met een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP), dat jaarlijks in overleg met de directie wordt vastgesteld. Aanwezige expertise personeel: * Gecertificeerd coachend leiding geven: Onderbouwcoördinator. * Master SEN (special educational needs: gespecialiseerd leraar Jonge Kind): Directeur * Schoolopleider: Bovenbouwcoördinator en Directeur * Taal-leesspecialist: één leerkracht Het team heeft zich de afgelopen jaren geschoold op: * Signaleren en klassenmanagement meerkunners en hoogbegaafde leerlingen (Novilo) * Werken op drie nievaus volgens het IGDI model * Opbrengstgericht werken * Implementaties van de methodes: STAAL, Leeslink, Estafette, Kleuterplein Scholing: * De directeur volgt de 'Schoolleidersopleiding'. * De bovenbouwcoördinator volgt de cursus 'Coachend leiding geven'. * Eén leerkracht volgt de cursus 'Rekencoördinator '. * Twee leerkrachten volgen de Master opleiding 'Leren en innoveren'. * Het gehele team gaat zich scholen op het gebied van 'PBS'. (In het Plan van Aanpak PBS staat de scholing van het team exact beschreven) September 2014, Linda Verbeek, directeur
10