Fotografeer je huisdier Kenneth Verburg Soms lijkt het er wel op of het internet is uitgevonden om mensen over hun huisdieren te laten praten en foto’s ervan te tonen. Zoniet de uitvinding van weblogs. Daarop zijn de kattenfoto’s legendarisch. Ik krijg soms het idee dat elk weblog minimaal één kattenfoto dient te hebben. Dankzij de buurtkatten heb ik me ook al schuldig gemaakt aan het plaatsen van zo’n foto. Vandaag aandacht voor dierenfotografie. Naast het fotograferen van kinderen één van die categorieën waarin je geduld echt beloond kan worden.
Compositie Net zoals bij mensen geldt ook hier dat je je op oogniveau moet begeven, op zoek moet gaan ‘schone’ achtergronden en moet proberen de persoonlijkheid te vatten. Elk dier heeft net als elke persoon zijn eigen karakter en persoonlijkheid. Jij weet het beste hoe je huisdier is. Dit zou idealiter ook naar voren moeten komen in de foto. Zoek dus naar poses en plekken die je huisdier het beste omschrijven. Ligt hij vaak in het zomerzonnetje te luieren, zoek hem dan daar op. Is het een actief dier dat de longen uit zijn lijf rent, maak dan een dynamische foto met een lange sluitertijd zodat de actieve houding van je dier goed uit komt. Ga zelf naar het dier toe, laat het niet uit zijn omgeving naar jou toe komen. Vaak zie je foto’s die genomen zijn van boven en dus op het dier neerkijken. Hoewel dit de manier is waarop we vaak ons dier zien, is dit niet een erg vleiende compositie voor het dier. Je kunt je daarom veel beter op het niveau van het dier begeven, dus de grond opzoeken. Je kunt ze dan recht in de ogen kijken (zorg er dan ook voor dat die haarscherp zijn!). Of probeer
van onder het dier te fotograferen. In elk geval beweeg je je dan in hun wereld. Probeer het diafragma tussen de f/4 en f/8 te houden, je krijgt dan een scherp dier met een onscherpe achtergrond bij een gemiddelde telelens.
Van onderen gefotografeerd plaats je het dier in zijn eigen omgeving Probeer zo veel mogelijk gebruik te maken van natuurlijk licht. Met flitsers veranderen de kleuren en loop je kans op rode ogen. En naar een duivelse aanblik van het dier zijn we niet echt op zoek. Natuurlijk licht geeft de mooiste resultaten op de vacht. Probeer een beetje een bewolkte dag uit te kiezen of neem de foto’s in de schaduw, direct zonlicht heeft weer een averechts effect. Buitenlicht heeft de beste kwaliteit, maar ook buitenlicht dat door een raam naar binnen valt door een groot raam voldoet prima. Als je je dier richting het raam kunt plaatsen kun je ook reflecties in de ogen meepakken.
Het licht valt vanuit een raam op Max waardoor er mooi een lichtje in zijn ogen valt, helaas is de achtergrond een beetje een rommeltje
Probeer ook eens verticale foto’s te maken. Door de beperkte breedte kom je dichter bij de kop van het dier waardoor er minder loze ruimte is. Probeer je compositie zo te maken dat net de schouders en net oren in het beeld passen. Zorg bij het maken van de compositie dat je de focus vast legt op de ogen, dat is het eerste waar mensen (al dan niet bewust) naar kijken. Valt een resultaat tegen, kom dan dichterbij (fysiek of met een zoomlens). Als je de kop strak kadert wordt het dier echt je aandachtspunt. Vaak levert dit ook meer kleurrijke foto’s op vol met textuur. Durf je het niet aan om op een meter van het dier een foto te maken (ook al ken je een dier nog zo goed, ze blijven soms onberekenbaar), neem dan een zoomlens om hetzelfde effect te bereiken.
Houd rekening met de kleur van je dier en de achtergrond. Een zwarte hond zal grotendeels wegvallen in een donkere schaduw waardoor het lastig is te beoordelen hoe groot hij is of wat zijn vorm is. Hetzelfde geldt voor lichte dieren. Probeer dus een contrast te vinden zodat het dier uit de achtergrond komt.
Portretten van huisdieren
vaak veel mooier uit op een foto, het geeft ze iets koninklijks, iets wat katten ook al standaard zo is. Je kunt dieren lastig instructies geven over hoe ze moeten poseren, ze kunnen opeens opstappen of zonder waarschuwing razendsnel van richting veranderen. Je hebt dus soms wat geluk nodig. Maar er zijn een aantal dingen waar je op kunt letten in hun gedrag om goede portretten te maken. Zoals bij honden waar je aan de oren kunt zien hoe ze zich voelen, rechtopstaand zijn ze alert, liggen ze dan gedragen ze zich onderdanig. Rechtopstaand komt
Tijdens een ‘schoonmaakritueel’ van katten kun je toeslaan, dan zijn ze even helemaal op zichzelf. Zorg voor een snelle sluitertijd en probeer de actie te vangen. Katten zijn lastiger dan honden, ze vervelen ze zich sneller en stappen daardoor ook sneller weer op. Of ze worden juist nieuwsgierig en stappen op je af waardoor de compositie weer weg is. Probeer te anticiperen, want ook hier geldt de aloude fotografiewet “als je het door de zoeker ziet dan is het moment geweest”.Indien mogelijk probeer een tweede persoon te hebben die de aandacht van de camera (toch iets wat het dier niet gewend is) af te leiden. Maak gekke geluidjes om de aandacht te trekken of houd buiten beeld een favoriet speeltje om de blik ergens op te richten. En sla toe als je de goede positie te pakken hebt. Soms werkt het ook gewoon door iemand het
dier vast te laten houden zoals de foto hieronder. Het ziet er toch natuurlijk uit, want deze hond is volledig op zijn gemak en reist dus wel vaker op deze manier. Blijf vooral rustig. Als je je anders gaat gedragen dan normaal zal het dier dit snel opmerken en zich ook anders gaan gedragen. Bedenk dat de houding waar je naar op zoek bent zich meestal laat zien als je net de camera hebt neergelegd. Is je dier het zat, achtervolg ze dan niet maar wacht gewoon op een volgende kans. Een vermoeide of geïrriteerde blik staat niet goed op de foto.