Forum Kim Meijer, Lectoraat Ethics & Global Citizenship Kenniscentrum Hospitality Saxion University of Applied Sciences
[email protected] Er bestaat geen ethiek of gastvrijheid zonder inlevingsvermogen: zonder het vermogen je te kunnen plaatsen in de ‘schoenen’ van een ander. Het valt mij op dat de nadruk binnen gastgerichte HBO opleidingen zoals hotel-, toerisme- en facility management te veel ligt op de managementprocessen en te weinig op de gastvrije houding ten opzichte van de gast of klant – en wat dat nu precies is, gastvrijheid. Zo bezien is gastvrijheid een mooi woord maar tegelijkertijd ook een hol begrip. Deze indruk sluit aan bij een recente publicatie van de Onderwijsraad waarin wordt gewezen op onvoldoende samenhang in het curriculum tussen onderwijssectoren en vakgebieden (Onderwijsraad 2014). In dit Forum: een pleidooi voor meer focus op ethiek, gastvrijheid en inlevingsvermogen binnen de gastgerichte HBO opleidingen. Niet als mooi woord, maar als essentiële grondhouding van de wereldburger in de gastvrijheidsindustrie. Een betere wereld begint bij jezelf. Vanuit het lectoraat Ethiek & Global Citizenship1 wordt bovengenoemde grondhouding gestimuleerd binnen de kaders van de Expeditie minor, nieuw en toegankelijk voor alle Saxion studenten. In de Expeditie ontwikkelen studenten een visie op de wereld waarmee zij haar een stukje gastvrijer maken – toegegeven, dat is een vrij brede opdracht. Ter voorbereiding op deze opdracht verzorgt het lectoraat twee weken onderwijs met diverse werkvormen gericht op de Nederlandse samenleving. Het doel? Het inlevingsvermogen vergroten door studenten meer gevoelig te maken voor onderwerpen als wereldgeschiedenis, integratie en racisme. Een belangrijk onderdeel van deze weken zijn de verschillende fieldtrips; de uitdaging: inlevingsvermogen stimuleren door middel van beleving. De eerste fieldtrip voert naar het Nijmeegse muZIEum2 waar studenten onder begeleiding van een blinde gids – en met de blindengeleidenstok als enige houvast – een uur lang ervaren hoe het is om zelf ‘blind’ te zijn. Tijdens de donkerbeleving schuifel je een dag door het leven van een blinde. Zo probeer je op de tast een cola- van een sinasfles te onderscheiden in de supermarkt, steek je met gevaar voor eigen leven een drukke straat over en ben je voortdurend afgeleid door alle geluiden om je heen. Terwijl ik mijn weg zocht in het allesoverheersende donker besefte ik dat ik me nooit eerder heb ingeleefd in een blinde, zoals ik dat nu deed – en met mij de studenten. De tweede fieldtrip is even indrukwekkend: een ontmoeting met uitgeprocedeerde asielzoekers die zich uitspreken vanuit stichting ‘Wij Zijn Hier’. Deze trip had niet bepaald het ‘Efteling effect’, zo met studenten in een gedeeltelijk door asbest besmet kraakpand in Amsterdam. Eenmaal binnen startte de confrontatie met de wereld van de asielzoeker direct: de kamers zijn snikheet, zij slapen op een stapel matrassen in de hoek, en zijn van kleding en voedsel volledig afhankelijk van vrijwilligers. Deze mensen vallen tussen kant en wal, ze kunnen niet naar huis, niet naar een ander land en niet blijven in Nederland – en toch, ze zijn hier. Het effect van de fieldtrip: up-close-and-personal contact met de asielzoeker, horen en zien wie hij is, waar hij woont en nog tragischer, horen wie hij had willen zijn. Wat proberen we nu eigenlijk te bereiken met deze combinatie van werkvormen en fieldtrips? Simpel gezegd – maar niet zo simpel gedaan – het stimuleren van het inlevingsvermogen van studenten. Een eigenschap die Martha Nussbaum omschrijft als ‘narratieve verbeelding’ (Nussbaum 2002).
Vrijetijdstudies nummer 3, jaargang 32, 2014 | 51
Forum
Narratieve verbeelding is de nieuwsgierigheid naar de ander als vreemdeling, de bereidheid om naar hem te luisteren en ook de wil om hem te begrijpen. Volgens Nussbaum laat het Europese onderwijssysteem te weinig ruimte voor de ontwikkeling van inlevingsvermogen. Door een gebrek aan ‘liberal education’ – of geest bevrijdend onderwijs3 – worden studenten in het keurslijf van een managementwetenschap gedwongen. Zodoende geraakt de essentiële eigenschap van het inlevingsvermogen of Nussbaum’s narratieve verbeelding steeds verder op de achtergrond. Sterker nog, de ontwikkeling van deze eigenschap wordt vanzelfsprekend beschouwd als onderdeel van het groeiproces van adolescent naar volwassene – als bijzaak en niet als onderdeel van de primaire onderwijstaak. Het beroepsonderwijs zou meer moeten investeren in ‘liberal education’ of algemeen vormend onderwijs. Deze bewering sluit aan op het rapport van de Onderwijsraad waarin wordt gewezen op het belang van ‘21st century skills’ – waaronder persoonlijk en sociale verantwoordelijkheid – voor een goed functioneren in de huidige maatschappij. Bovengenoemde stelling doet in het bijzonder een beroep op die opleidingen waarbij gastvrijheid een sleutelrol speelt. Als wij in het onderwijs aan het stimuleren van inlevingsvermogen – onontbeerlijk voor gastvrijheid – voorbij gaan, dan beheersen studenten straks enkel de kunst om sec het proces klaar te spelen. Nu kan ik mij indenken dat dit pleidooi weerstand oproept. Beroepsopleidingen gaan juist over de praktische uitoefening van een bepaald beroep; er is geen ruimte voor algemeen vormend onderwijs en fieldtrips in hotels zijn ook heel leerzaam. Dat spreek ik niet tegen, ik houd hier enkel een pleidooi voor een verbreding van de mogelijkheden van het onderwijs gericht op basiskwaliteiten. Na afloop van de eerste weken van de minor gaven studenten aan dat zij nu anders denken, breder geïnteresseerd zijn, bewuster zijn, en dat zij het leuk vinden om met elkaar te discussiëren en om naar elkaar te luisteren. Een fraai resultaat bereikt door een diversiteit aan actuele onderwerpen, wisselende werkvormen en confrontaties met echte toestanden en misstanden in de Nederlandse samenleving. Op basis van deze succesvolle ervaring daag ik u, onderwijzers en onderzoekers uit om hetzelfde te doen: leg de verbinding tussen toegepast management en stimulans van reflectief inlevingsvermogen. Literatuur Nussbaum, M. (2002) Education for citizenship in an era of global connection. Studies in Philosophy and Education. 21, 289-303. Onderwijsraad (2014) Een eigentijds curriculum. Geraadpleegd op https://www.onderwijsraad.nl/upload/documents/ publicaties/volledig/Een-eigentijds-curriculum.pdf Noten 1 Het lectoraat Ethics & Global Citizenship is onderdeel van het kenniscentrum Hospitality van de academie Hospitality Business School van Saxion University of Applied Sciences, zie: http://www.saxion.nl/hospitality/site/onderzoek/ Lectoraten/Lectoraat_ethiek/ 2 http://www.muzieum.nl/ 3 filosofie, geschiedenis, kunst of literatuur (Nussbaum 2002).
52 |
Vrijetijdstudies nummer 3, jaargang 32, 2014
DE FORUMREACTIES De International Classroom Nicoline de Heus, Lectoraat Cross Cultural Understanding NHTV internationale hogeschool Breda
[email protected] Graag maak ik van de ruimte gebruik om het betoog van Kim Meijer te onderstrepen vanuit het perspectief van de International Classroom. Vanuit het lectoraat Cross Cultural Understanding aan NHTV internationale hogeschool Breda houden we ons bezig met het design van de International Classroom. Een didactisch concept dat is ontstaan door de groei van studentenmobiliteit. Het idee van de International Classroom is dat door de aanwezigheid van een variëteit aan culturele perspectieven interactie ontstaat op basis waarvan verschillende ideeën, theorieën en kennis worden gedeeld en daar dan kritisch op wordt gereflecteerd (Leaks, 2012). Uit deze interculturele interactie wordt nieuwe gezamenlijke synergetische kennis gecreëerd. In dit proces ontwikkelen studenten 1) algemene competenties zoals: de blik op de eigen wereld verruimen, een nieuwsgierige en onderzoekende houding ontwikkelen, en het kunnen reflecteren op de bekende omgeving en de eigen kennis, en 2) persoonlijke competenties zoals: het vermogen zich in te leven in de gevoelens, gedachten en gedragingen van leden van groepen met een andere cultuur (culturele empathie), en het hebben van een open en onbevooroordeelde houding ten opzichte van andere groepen en andere culturele normen en waarden (Nuffic 2014). Echter, lang is aangenomen dat deze processen vanzelf plaatsvinden en studenten deze competenties automatisch ontwikkelen. Meer en meer ontstaat het besef dat deze zelf-evidente werking van de International Classroom een mythe is en vraagt om systematische en strategische design en implementatie. De term International Classroom is problematisch omdat er snel wordt aangenomen dat culturele diversiteit alleen ontstaat door de aanwezigheid van studenten met verschillende nationaliteiten. Ik zou dit concept graag willen oprekken en willen spreken over een Intercultural Classroom. Ook binnen het Nederlandstalige cohort van studenten is er sprake van een variëteit aan (sub)culturele perspectieven. Een student uit een dorpje in Drenthe kijkt anders naar vrije tijd of gastvrijheid dan de student geboren en getogen in Rotterdam. Een student uit een ondernemersgezin is met andere waarden opgevoed dan een student uit een arbeidersgezin. Maar ook vanwege het feit dat velen van onze Nederlandse studenten een andere culturele achtergrond hebben, omdat ze derde of vierde generatie kinderen van migranten of voormalige vluchtelingen zijn. Dus mijn aanvullende pleidooi op dat van Kim Meijer is dat de mogelijkheden tot ontwikkeling van inlevingsvermogen niet alleen buiten de muren van de instelling kunnen plaatsvinden, maar ook zeker daarbinnen. In de eerste bijeenkomst van ons ICC (interculturele competentie) onderwijs laten wij eerstejaars vrijetijdsmanagementstudenten zich aan elkaar voorstellen door iets te vertellen over hun (sub)culturele achtergrond aan de hand van een object dat ze meenemen en dat symbool hiervoor staat. De variëteit in de klas blijkt opeens enorm en het opent mogelijkheden tot andere gesprekken onder klasgenoten dan de gangbare kennismakingsgesprekken. Ze leren iets over elkaar wat ze vaak nog niet van elkaar wisten. Daarom onderstreep ik weliswaar hoe goed het is
Vrijetijdstudies nummer 3, jaargang 32, 2014 | 53
DE FORUMREACTIES
om buiten de muren van de school de confrontatie te zoeken, mijn pleidooi is dat deze confrontatie ook binnen de context van een klas kan worden gefaciliteerd. De reden voor mijn pleidooi om te denken in termen van een Intercultural Classroom heeft te maken met de noodzaak tot ontwikkeling van deze competenties voor alle studenten. Technologische ontwikkelingen, toenemende mobiliteit en globalisatie hebben bijgedragen aan het feit dat we in een netwerksamenleving leven en kenniseconomieën hebben ontwikkeld. Door razendsnelle ontwikkelingen verandert de wereld continu. De vraag die ik in dit verband durf te stellen is of de ‘houdbaarheidsdatum’ van de kennis die wij onderwijzen niet al enigszins is verlopen op het moment dat een student afgestudeerd is? De roep is daarom om kenniswerkers op te leiden, professionals die in staat zijn om levenslang te leren en hun kennis up-to-date te houden door uit de verschillende culturele contexten waarin zij actief zijn nieuwe kennis te genereren. Kennis is dus een belangrijke productiefactor geworden voor de succesvolle onderneming. Holden (2002, 2004) bepleit dan ook om Cross Cultural Management te zien als een vorm van Knowledge Management. Om te overleven zullen organisaties lerende organisaties moeten worden die nieuwe innovatieve ideeën en kennis generen om oplossingen voor bestaande en complexe vraagstukken te ontwikkelen en om de concurrenten voor te blijven. Het gebruik van culturele diversiteit wordt gezien als een belangrijke bron. Door vanaf dag één studenten te leren dat ze in interactie met elkaar en gebruik makend van elkaars verschillende perspectieven nieuwe kennis kunnen ontwikkelen, vraagt enerzijds om de ontwikkeling van inlevingsvermogen waar Kim Meijer tot oproept. Tegelijkertijd wordt het een integraal onderdeel van managementprocessen. Zoals Kim Meijer aangeeft wordt nu vaak de focus gelegd op het management van processen wat leidt tot het feit dat ‘studenten straks enkel de kunst om sec het proces klaar te spelen’ beheersen. Vanuit een Intercultural Classroom concept is onder andere culturele empathie noodzaak om deze processen goed te kunnen managen en om een succesvolle onderneming te laten floreren. Dit brengt mij op het laatste punt van mijn betoog. Wat Kim Meijer met haar Expeditie minor-studenten doet, inspireert mij als docent om buiten mijn kaders te denken in het ontwikkelen van onderwijs. Ik was graag met haar meegegaan op expeditie. Maar dat is ook het punt. In het design van de Intercultural Classroom krijgen docenten een andere rol. In plaats van alleen maar de expert te zijn die kennis overdraagt, worden ze ook een belangrijke facilitator in het design van co-creatieve leerervaringen. De studenten worden een belangrijke bron van input om leerervaringen vorm te geven en nieuwe kennis en inzichten te genereren. Zoals aan het begin van mijn betoog aangegeven, ontstaan deze processen niet vanzelf. Van docenten worden andere of wellicht nieuwe competenties gevraagd, wat zeker tot de weerstand kan leiden waar Kim Meijer het ook over heeft. Het gevoel kan ontstaan dat er weer iets extra’s wordt toegevoegd aan de volle agenda’s en de hoge werkdruk. ‘Laat me toch gewoon lesgeven’, is in daarom wel een begrijpelijke reactie. Daarom daag ik samen met Kim Meijer docenten maar ook hun management uit om de competenties die onlosmakelijk met de Intercultural Classroom zijn verbonden een integraal onderdeel laten vormen van het curriculum, leerervaringen en toetsing. Dit betekent dat docenten en werkveld een actieve rol moeten spelen in de ontwikkeling en inbedding van deze onderwijsdoelen. Een Intercultural Classroom kan niet top-down worden geïmplementeerd maar vraagt om een bottom-up benadering.
54 |
Vrijetijdstudies nummer 3, jaargang 32, 2014
Literatuur Holden, N. J. (2002) Cross‐cultural management: a knowledge management perspective, London: Pearson Education. Holden, N. J (2004) Why marketers need a new concept of culture for the global knowledge economy. International Marketing Review, 21 (6), pp 563-572, Emerald [online]. Available at http://www.emeraldinsight.com/doi/abs/ 10.1108/02651330410568015?journalCode=imr (Accessed 25 February 2014) Leask, B. (2012) Taking a holistic approach to internationalisation, connecting institutional policy with the everyday reality of student life. In; Beelen, J. & H. de Wit(eds.) Internationalisation revisited: new dimensions in the internationalisation of higher education, pp.71-86 Nuffic (2014) Studenten internationaliseren in eigen land [online]. Available at: http://www.nuffic.nl/bibliotheek/studenten-internationaliseren-in-eigen-land.pdf (Accessed 2o July 2014)
Niet bij de pakken neerzitten Ko Koens, Academie voor Hotel en Facility Management NHTV Breda University of Applied Sciences Centre of Expertise Leisure Tourism and Hospitality
[email protected] Interessant om het betoog van Meijer te lezen over het belang van inlevingsvermogen voor gastvrijheid en ethiek. Ze geeft aan dat ze verwacht dat haar vraag naar een grotere nadruk op inlevingsvermogen binnen het HBO-onderwijs weerstand oproept. Ik weet niet of dat echt zo is. Om mij heen hoor ik over een zelfde behoefte, zowel van docenten om mij heen als vanuit het bedrijfsleven. Zeker in de internationaal gerichte gastvrijheidsindustrie is het essentieel dat toekomstige gastvrijheidsprofessionals zich leren inleven in de situatie van anderen. Qua ethiek heeft eerder onderzoek uitgewezen dat er binnen het bedrijfsleven behoefte is aan een nieuwe aanwas van managers met kennis van ecologische en sociale duurzaamheid, die bovendien weten hoe deze zaken te combineren met management. Deze behoefte heeft er toe geleid dat het Centre of Expertise for Leisure Tourism en Hospitality (CELTH) een speciale taskforce heeft opgezet om de industrie door middel van onderzoek te faciliteren in haar zoektocht naar duurzaamheid. Uitgangspunt hierbij is dat duurzaamheid verder gaat dan alleen milieu. Zeker binnen de toerisme-, vrijetijds- en gastvrijheidssector gaat ethiek verder en moet het sociale elementen zoals inlevingsvermogen meenemen. Het integreren van de resultaten van dergelijk onderzoek binnen het onderwijs kan mogelijk de ogen openen van studenten en ze het belang van ethiek en inlevingsvermogen leren. Helaas blijkt binnen het huidige HBO-gastvrijheidsonderwijs ethiek en duurzaamheid nog steeds een ondergeschoven kindje te zijn (Melissen et al. 2015). Een betere integratie in het onderwijsprogramma van ‘geestbevrijdend onderwijs’, zoals Meijer het noemt, kan zeker helpen deze link te creëren en is daarmee een nobel streven. Het is echter niet altijd even gemakkelijk om dergelijke nobele ideeën te realiseren, zeker gezien de toenemende standaardisering in het huidige HBO-onderwijs. Zoals eerder aangestipt door Kooi (2012) is er tegenwoordig sprake van een spanningsveld tussen kwaliteitsbewaking en creativiteit. Als voorbeeld kan de BBA-standaard genoemd worden. Deze standaard helpt onmiskenbaar om de kwaliteit van onderwijs te garanderen en ze zorgt ervoor dat studenten de noodzakelijke kennis van zaken hebben op het gebied van management, welke ook essentieel is voor toekomstige professionals in de gastvrijheidsindustrie. Tegelijkertijd maakt het er niet gemakkelijker op om meer creatieve
Vrijetijdstudies nummer 3, jaargang 32, 2014 | 55
DE FORUMREACTIES
reflectieve en imaginaire vakken te integreren in het curriculum. Hetzelfde kan gezegd worden van de prestatieafspraken die HBO’s met de overheid maken. Toch is dit alles zeker geen reden om bij de pakken neer te zitten. Ook binnen het huidige stelsel zijn er nog ruim voldoende mogelijkheden om ethiek, gastvrijheid en inlevingsvermogen onder studenten te stimuleren. Sinds dit jaar is de Academie voor Hotel en Facility Management bij de NHTV hiermee begonnen door middel van een verplichte driejarige cursus ‘Business Law & Ethics’. Hierin worden studenten geprikkeld te reflecteren op hun eigen gedrag, maar wordt tevens expliciet de relatie tussen ethiek en bedrijfsmanagement bestudeerd. Toegegeven, met een dergelijke cursus kan niet de diepgang worden bereikt, die een minor zou geven. Aan de andere kant worden zo wel alle studenten bereikt en opgeleid om tot een basisniveau van ethiek en inleving te komen. Uiteraard kunnen HBO instellingen studenten ook op andere wijzen verder helpen hun inlevingsvermogen te ontwikkelen, bijvoorbeeld door stages of hierop gerichte projecten die studenten motiveren om zelf op zoek te gaan naar uitdagingen die hun ethiek en inlevingsvermogen stimuleren. Door dit te combineren met gedegen managementonderwijs kunnen we studenten beter voorbereiden op hun toekomstige rol binnen de gastvrijheidsindustrie als reflectieve, inlevende professionals. Literatuur Kooi, S. A. (2012) Creativiteitsmanagement: van Creatief Potentieel naar Design Effect (MDM thesis). Rotterdam: EURIB. Melissen, F., K. Koens, M. Brinkma & B. Smit (under review) (2015) It’s (still) the social dilemma, stupid! Journal of Cleaner Production.
56 |
Vrijetijdstudies nummer 3, jaargang 32, 2014