Faalangst
WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN?
Opzet Workshop
1 Testje
2 Achtergrond van faalangst
3 Tips en aanpak voor de dagelijkse praktijk
4 Faalangst en het staatsexamen
5 Rondvraag/conclusie
1 Test
Je hebt 5 minuten voor de volgende opgaven:
Wat vonden jullie van deze test?
Uitdaging
Spannend
Verwarrend en
Anders…………………..
Doel was: spanning opwekken, gevoel te geven die leerlingen vaak ervaren!
2. Achtergrond Faalangst
Faalangst kan, afhankelijk van de aard van een te leveren prestatie of het gedrag waarover men onzeker is allerlei vormen aannemen. Voorbeelden zijn:
de angst om te falen bij sportieve prestaties (een sportwedstrijd, gymnastiekles) valt onder motorische faalangst
cognitieve prestaties (huiswerk , proefwerk, rijexamen, een toelatings- of eindexamen) zijn cognitieve faalangst
of sociale activiteiten (spreekbeurt, geven van een lezing) sociale faalangst Ook het eigen uiterlijk, sociaal gedrag of seksuele prestaties kunnen bij volwassenen aanleiding zijn tot faalangst. Extreme vormen van faalangst worden gerekend tot angststoornissen
Examenvrees en plankenkoorts kunnen ook als vormen van faalangst worden gezien.
2. Achtergrond Faalangst: Positief
Faalangst kan soms een negatieve maar soms ook een positieve uitwerking hebben. Bij positieve faalangst helpt de aanwezige angst en de daarbij optredende spanningstoestand juist om beter te functioneren, of zich beter te concentreren dan onder normale condities het geval is
De stress of nervositeit vormt hier als het ware een extra prikkel, en werkt daarom dus positief. Ook kan positieve faalangst leiden tot het extra goed voorbereiden op een moeilijke taak of situatie waar men tegenop ziet
2. Achtergrond Faalangst: Negatief
Negatieve faalangst heeft daarentegen een desorganiserend karakter, speciaal in situaties waarin men op de prestaties wordt beoordeeld (als moeilijk worden ervaren)
Onder dergelijke omstandigheden gaat 'irrelevant gedrag' een hoofdrol spelen: transpireren, uitstelgedrag, gekke gedachten, tobben, trillende handen, slapeloosheid, hartkloppingen, zorgen ervoor dat leerlingen dingen vergeten zijn die ze onder normale omstandigheden wel wisten. Dat noem je een black-out. De hierbij optredende (extreme) stress en angst werken dan negatief
Dit kan zelfs tot een vicieuze cirkel leiden. De faalangstige persoon presteert onder zijn kunnen door de faalangst, waardoor voor hem of haar bevestigd wordt dat hij of zij 'het inderdaad niet kan'. Hierdoor zal deze persoon opnieuw faalangstig zijn bij de volgende gelegenheid, en zelfs erger omdat het 'de vorige keer immers ook was mislukt‘
Het is ook mogelijk dat hij of zij om die reden de test of taak slechter voorbereidt, 'want ik faal sowieso'. In beide gevallen heeft dit tot resultaat dat de persoon opnieuw kan falen, en de faalangst in stand blijft of nog verder versterkt wordt, zodat de cirkel zich herhaalt………………………
Wat is faalangst eigenlijk?
Hoe uit zich bij Marjolein de faalangst?
Welke tip(s) kan je uit het volgende fragment halen?
Welke tips komen hier aan bod?
Achtergrond Faalangst: Onrealistisch
Bij onrealistische faalangst is er sprake van een overmatig grote bezorgdheid of angst, die niet in verhouding staat tot de werkelijke kans op falen. Ook kan deze het gevolg zijn van een te hoog streefniveau, te strenge eisen aan zichzelf gesteld, te hooggespannen verwachtingen, of overschatting van de negatieve gevolgen van eventueel falen
3. Tips en aanpak voor de alledaagse praktijk
Kenmerken faalangst:
Piekeren
Black-out
Hoofdpijn
Lichamelijke klachten
3. Tips en aanpak voor de alledaagse praktijk
WAT KAN IK DOEN OM DE SPANNING TE VERLAGEN BIJ TOETSEN?
Praktische tips toepassen
Ademhaling letten
Pauze nemen
Spierspanning
Ankeren
Tips tegen piekeren: helpende tegenover niethelpende gedachten zetten
Ik kan het niet/ Ik ga mijn best doen binnen mijn mogelijkheden
Het zal wel weer een onvoldoende worden/ Ik ga pas nadenken over de toets als ik met de toets bezig ben
Ik zal zeker weer nerveus worden/ Ik krijg een nieuwe kans om mijn best te doen binnen mijn mogelijkheden
De faalangsttraining werkt niet/ Als ik een keer iets probeer en het gaat niet meteen goed, kan ik het de volgende keer weer proberen!
Ik kan geen wiskunde etc./ Ik ben op school om hier te leren, niet alleen om dingen te weten (Kennen), maar ook om dingen te kunnen!
ALS IK HET NIET PROBEER DAN LUKT HET ZEKER NIET!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Tips tijdens de toets
Voor de toets:
- Begin op tijd
- Stop op tijd
- Kom op tijd
- Vlak voor de toets niet meer in je boek kijken
- Bepaal voor jezelf wanneer je voor het laatst naar de stof mag kijken
Tijdens:
- Neem de toets door
- Zet een “+” als je de vraag goed kan maken
- Neem na 15 minuten even een “break”. Goed ademen
Na:
- Geef jezelf een cijfer voor de toets, groot verschil met echte cijfer?
- Geef jezelf een cijfer hoe spannend je het vond
- Wat ging goed?/ Wat kan nog beter?
4. Faalangst en het staatsexamen
Staatsexamens: jullie zijn de experts
Opdracht: welke tips/trucs gebruiken jullie om kandidaten gerust te stellen? Cognitief/ lichaamstaal/ benadering kandidaat?
Vorm groepen van drie, bespreek elkaars bevindingen, welke werken goed/minder goed? (5 minuten)
Verslag doen van de Verschillende groepen (10 minuten)
Overzicht Tips:
Tips voor het staatsexamen
Haal de kandidaat op, blijf niet zitten!
Maak een kort informeel praatje vooraf, leer de kandidaat “kennen”: lichaamstaal, andere opvallende zaken?
Maak de procedure duidelijk: heeft de kandidaat door wat precies de bedoeling is?
Begin met enkele eenvoudige reproductievragen, daarna T1 en T2 eventueel I-vragen!
Maak duidelijk dat de kandidaat gebruik mag maken van een “Time-out”!
5. Rondvraag en conclusie