tijdschrift voor bibliotheek & archief
2011 | 2
Vreemd van ver Erfgoed van het migrantenmiddenveld
Archief en democratie Lolita brengt literair erfgoed in kaart Bruno Verbergt over de bibliothecaris als stakeholdermanager Facebookprofiel, pagina of groep?
DOC_ADV_LIBIS_META:Opmaak 1 13/01/11 09:59 Pagina 1
COMPLETE OPLOSSINGEN VOOR COMPLEXE INFORMATIEVRAAGSTUKKEN
Samen voor innovatie in informatie. Informatie heeft vandaag duidelijk nood aan innovatie. Wij maken er graag - samen met u - werk van. Zodat onze informatieoplossingen zowel een antwoord bieden op de vragen van vandaag als de uitdagingen van morgen.
www.libis.be
editoriaal
De bibliotheek als lijdend voorwerp Julie Hendrickx, Hoofdredacteur VERANTWOORDELUKE UITGEVER Julie Hendrickx, Statiestraat 179,
De ambities die sommige Europese overheden koesteren voor hun openbare bibliotheken liegen er niet om: voor bibliotheken is er nog weinig plaats.
2600 Berchem HOOFDREDACTEUR Julie Hendrickx
[email protected]
In het Verenigd Koninkrijk worden maar liefst 481 bibliotheken — 422 gebouwen en 59 mobiele bibliotheken — geconfronteerd met een verplichte sluiting. Dit betekent dat één op vijf bibliotheken de deur moet sluiten en één op vier bibliothecarissen noodgedwongen op zoek moet naar een nieuwe baan. Tenslotte moet er 6 miljoen pond beknibbeld worden.
REDACTIE Klaartje Brits, Jo Cooymans, Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Raf Guns, Myriam Lemmens, Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega, Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Inge Van Nieuwerburgh, Patrick Vanhoucke,
Ook in Nederland zijn de gevolgen van de economische crisis onafwendbaar voor de lokale bibliotheken. 93 procent van de Nederlandse bibliotheken zal in de periode 2010-2013 geconfronteerd worden met een krapper budget. 30 procent daarvan zag hun financiële ruimte de vorige jaren al verkleinen en maar liefst 62 procent zal ook de effecten van provinciale bezuinigingen in de begroting voelen. De kans is reëel dat de aangekondigde bezuinigingen nog toenemen in de komende jaren.
Bruno Vermeeren. REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye
[email protected] REDACTIEADRES VVBAD • META Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57
[email protected] http://www.vvbad.be/meta ADVERTENTIES
[email protected] LAY-OUT Marc Engels DRUK Enschedé-Van Muysewinkel META verschijnt 9x per jaar, behalve in januari, juli en augustus.
De lokale overheden besparen op deze manier snel en gemakkelijk. Zeker als ze bovendien besluiten de aanwezige expertise in te ruilen voor kosteloze arbeid. Waar mogelijk wordt zowel in Nederland als in het Verenigd Koninkrijk het geschoolde personeel vervangen door vrijwilligers. Ondertussen kijken de Britse en de Nederlandse nationale regeringen onverschillig toe. Gemakzucht primeert. Een langetermijnvisie was duidelijk geen vereiste. Moeten we in een kennissamenleving als de onze niet juist investeren in informatie(infra)structuren? Nu al is het duidelijk dat de opgelegde besparingen en sluitingen elke vorm van investeringen en innovatie in de bibliotheeksector in de kiem smoren. Wie dicht dan de digitale kloof? Ook Vlaanderen ontsnapt niet aan de economische crisis. Bovendien lijkt de Participatiesurvey 2009 uit te wijzen dat onze openbare bibliotheken steeds minder bezoekers verwelkomen. Hoe zullen gemeenten zo’n conclusie combineren met het decreet Planlastvermindering? In het teken van de interne staatshervorming zullen vanaf 2012 alle sectorale gemeentelijke plannen (waaronder het cultuurbeleidsplan) plaats maken voor één gemeentelijk strategisch meerjarenplan. Daar komt bij dat de Vlaamse overheid zich uitsluitend wil beperken tot het formuleren van beleidsprioriteiten en het uitkeren van impulssubsidies. Maar als de subsidies voor bibliotheken niet meer geoormerkt zijn en Vlaanderen niet meer kan aangeven welke middelen — lees: geschoold personeel — ingezet moeten worden, dreigt de sector ook bij ons zwaar te moeten inleveren.
META is een uitgave van de VVBAD en is begrepen in het lidmaatschap, maar is ook verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie op http://www.vvbad.be/lidmaatschap. ISSN 2033-639X
Hopelijk verdwijnt het langetermijndenken niet samen met de sectorale plannen. Want de resultaten van de call for papers voor Informatie aan Zee 2011 weerspiegelen een bruisende sector. Het essay van Bruno Verbergt (Universiteit Antwerpen) in dit nummer komt dan ook als geroepen. Een betere timing bestaat er niet om eens na te denken over wat stakeholdermanagement voor een bibliotheek betekent. Tenminste: als we van de plaatselijke bib weer een 'leidend' voorwerp willen maken.
META 2011 | 2 |
1
Voor een gratis demo, neem contact op met: Swets Information Services NV, Europark-Oost 34C, 9100 Sint-Niklaas, T 03 780 62 62, E
[email protected]
inhoud
META 2011/2 Jaargang 87 - maart 2011
1 Editoriaal De bibliotheek als lijdend voorwerp
4 Nieuws
8 Artikel Vreemd van ver: Prospectie en registratie van het erfgoed van het migrantenmiddenveld
31
Het cijfer Het Plan
32 Essay Van professionele bureaucraat naar innovatieve relatiemanager: De bibliothecaris als stakeholdermanager Bruno Verbergt
Piet Creve en Karim Ettourki
14 Interview Lolita brengt literair erfgoed in kaart Julie Hendrickx
20 Artikel Archief en Democratie: De eerste virtuele tentoonstelling van het Rijksarchief
35 Column Bibliotheek Vlaanderen Eva Simon
Het citaat
De Vraag Maak je het best een Facebookprofiel, pagina of groep voor je organisatie?
36
Ilse Depré
Geertrui Elaut
24 Signalement Openbare Bibliotheek Brugge
26 Etalage Openbare Bibliotheek Hove
27 Inzet Carol Vanhoutte: Een wereld vol verwondering
28
38 Kroniek Europeana en de digitale ontsluiting van cultureel erfgoed
40 Duurzaam Tips voor duurzamere bibliotheken en archieven
41 Recensies
44 Personalia
Over de grens De sectie Openbare Bibliotheken van Mexico
45 Lezersreacties
Helen Ladrón de Guevara Cox
30 Trend Multitouchtafels
Het Nachtkastje Willy Van de Vijver
46 Activiteiten
48 Uitzicht
Ilse Depré
META 2011 | 2 |
3
nieuws
Hutsepot met spreeuwen Geen nood, dit wordt geen vaste kookrubriek in META. De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience kreeg eind vorig jaar een opmerkelijk cadeau van haar vriendenvereniging. Het gaat om een 17e-eeuws kookboek, een zeldzaam handschrift omdat kookboeken echte gebruiksboeken waren. Op de website van de erfgoedbibliotheek staat een digitale versie van het boek. Kookliefhebbers kunnen dus aan de slag met 17e-eeuwse recepten. Al vraagt teletijdkoken wel wat durf. Kookboeken uit die periode zijn bijzonder zeldzaam. Ze stonden niet in de bibliotheek maar in de keuken, om dagelijks geraadpleegd te worden tot ze uiteen vielen en werden weggegooid. Wie het kookboek heeft geschreven, is niet duidelijk. Er zijn aanwijzingen dat het ontstaan is in het oude hertogdom Brabant. De nieuwe aanwinst vormt een ware schat aan informatie over het dagelijkse leven van 350 jaar geleden. Uit het boek blijkt dat de keuken van de 17e-eeuwse rijkere burgerij een internationaal en modern tintje had: Van hartige ‘toerten’ met vlees (quiches) tot ‘roffioelen’ (ravioli). Kookliefhebbers die terug in de tijd willen gaan, moeten echter heel wat moeilijkheden overwinnen. Naast het ontcijferen van het oude handschrift en de hertaling van de 17e-eeuwse spelling, kan ook de omrekening van de oude inhoudsmaten en de niet altijd duidelijke vermelding van de kook- of baktijd voor heel wat uitdaging zorgen. Verder is de zoektocht naar de
Buscuit © Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.
juiste ingrediënten ook nog een hindernissenparcours. Recepten vermelden vergeten ingrediënten zoals ‘verjus’, het recept voor Spaanse hutsepot vraagt verboden producten zoals de spreeuwen en reigers. Een van de klassiekers is de wafel. Specialisten in de historische keuken Hilde Sels en Jozef Schildermans ontcijferden en testten voor de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience een van de wafelrecepten uit het Brabants kookboek. Ze kwamen tot de conclusie dat de 17e-eeuwse keuken niet bepaald ‘light’ was. Het kookboek kan je doorbladeren op de site van de bibliotheek. Daar vind je ook de vertaling van het wafelrecept en kan je zelf aan de slag gaan. (TVH)
> http://www.consciencebibliotheek.be
Een nieuwe start voor Pluizer Pluizer is al jaren synoniem van jeugdboekenrecensies geschreven door bevlogen liefhebbers van jeugdliteratuur. Meer dan twintig jaar lang verschenen ze in tijdschriftvorm. Vanaf 2005 waren ze te vinden in een databank op de website van LINC vzw. Voortaan krijgt Pluizer een nieuw leven in de vorm van een eigen website op http://www. pluizer.be. Deze nieuwe site bevat bij de lancering al bijna 5000 recensies. Ze zijn het resultaat van het lees- en schrijfwerk van meer dan veertig LINC-vrijwilligers, die hun passie voor boeken en (voor)lezen willen delen. 4 | META 2011 | 2
Wil je boeken vinden over beren, boten of buitenaardse wezens, of zoek je een voelboek of voorleesboek? Pluizer wijst de weg naar kinderboeken voor elke leeftijd. Zoeken kan op titel, thema, auteur of illustrator. Wil je je laten verrassen? Pluizer plaatst voortdurend goede boeken in de kijker die passen bij de tijd van het jaar. Wie kritisch is op het leesvoer van kinderen, kan vertrouwen op het oordeel van Pluizer-recensenten. Beperk je zoektocht tot de boeken die drie of vier sterren hebben gekregen en je krijgt enkel de beste boeken voorgeschoteld. (TVH) > http://www.pluizer.be
nieuws
Juridische actie Algemeen Rijksarchief tegen Vlaams Archiefdecreet In de zitting van 1 februari 2011 stelde Peter Dedecker (N-VA) in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een vraag naar de plannen van de algemeen rijksarchivaris om beroep aan te tekenen tegen het Vlaamse Archiefdecreet bij het Grondwettelijk Hof. De minister van Wetenschapsbeleid Sabine Laruelle (MR) antwoordde dat de ministerraad zich daarover zal uitspreken, maar dat de algemeen rijksarchivaris de functionele vrijheid heeft om een vernietigingsberoep in te dienen als hij het vereiste belang kan aantonen. De minister wees in haar antwoord verder op haar pogingen tot overleg te komen inzake de archieven. Bij brieven van 2 september 2010 werden de ministers-presidenten ter zake uitgenodigd. Op 24 januari 2011 vond er een overleg plaats met afgevaardigden vanuit verschillende Vlaamse kabinetten. Vastgesteld werd toen dat er twee tegengestelde visies waren en er werd afgesproken dat afgevaardigden van de Vlaamse administratie en van het Algemeen Rijksarchief zich zullen buigen over kwaliteitscriteria, selectiecriteria en toezicht op archieven. Intussen besliste de federale ministerraad in zitting van 3 februari 2011 beroep aan te tekenen bij het Grondwettelijk Hof tegen het Vlaamse Archiefdecreet. Johan Vannieuwenhuyse
25 partners heeft het DCA-project tot doel hoogwaardige digitale reproducties te creëren en te behouden en tevens de online toegang tot deze reproducties te verzekeren. Om toekomstige soortgelijke digitaliseringsprojecten te ondersteunen, zal het project ook richtlijnen en best practices publiceren met betrekking tot de digitalisering van hedendaagse kunst. In de loop van juli 2013 zullen de metadata over de gedigitaliseerde items in kaart zijn gebracht, uitgebreid, gecontextualiseerd en verzameld worden voor opname in Europeana. Het DCA-project zal Europeana tevens voorzien van digitale thumbnails en links naar hoogkwalitatieve reproducties. De partnerinstellingen kunnen dit digitale materiaal dan via hun eigen websites en ook via andere kanalen beschikbaar stellen. Dit zal de algemene online toegang tot (delen van) Europese hedendaagse kunstcollecties vereenvoudigen en de gebruikerservaring bevorderen. Tegelijkertijd zullen de digitale reproducties en metadata bijdragen aan het behoud van deze kunstwerken en contextuele documenten.
Coördinatie DCA wordt gecoördineerd door PACKED vzw – Expertisecentrum Digitaal Erfgoed, een in Brussel gevestigde organisatie die sinds de oprichting in 2005 is uitgegroeid van een platform voor het archiveren en bewaren van audiovisuele kunst tot een expertisecentrum voor digitaal cultureel erfgoed. De organisatie wordt financieel gesteund door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. > http://www.packed.be http://www.europeana.org
Europeana verzamelt hedendaagse kunst Op 25 januari 2011 hebben de Europese Commissie en het Digitising Contemporary Art-consortium, 25 partners uit 10 EU-lidstaten en de twee geassocieerde landen Kroatië en IJsland, officieel het project Digitising Contemporary Art (DCA) gelanceerd. Dit project zal een belangrijke toename van de aanwezigheid van hedendaagse kunst in Europeana, de Europese digitale bibliotheek, realiseren. In een tijdsbestek van 30 maanden zullen 21 musea en kunstinstellingen ongeveer 27.000 hedendaagse kunstwerken en 2.000 contextuele documenten digitaliseren, zodat deze beschikbaar worden voor het Europeana-portaal.
Kenniskantoor, bibliotheekprofessionals wisselen uit Bibliotheekprofessionals die een vraag willen stellen aan hun collega’s, of tips en ervaringen willen delen, kunnen vanaf nu terecht op http://kenniskantoor.bibliotheek.be. Kenniskantoor is een gebruiksvriendelijk werkinstrument, dat het uitwisselen van informatie ondersteunt en aanmoedigt. Kenniskantoor staat ter beschikking van iedereen die zich beroepsmatig betrokken weet bij openbaar bibliotheekwerk. De informatie op Kenniskantoor is open en kan door iedereen geraadpleegd worden. Hierdoor zullen onderwerpen op Kenniskantoor ook opduiken in zoekresultaten op Google, wat het rendement van de informatie zeker zal verhogen. Alle onderwerpen gerelateerd met bibliotheekwerk, kunnen aan bod komen. Om de informatie toch enigszins gestructureerd aan te bieden werkt Kenniskantoor met groepen. De groepen ‘vragen’ en ‘berichten’ zijn de meest algemene. Deze groepen bieden ruimte aan collega’s om een vraag te stellen of kennis en ervaringen te delen, om het even waarover. Andere groepen zijn meer specifiek, en bevatten informatie over een welbepaald onderwerp. Door lid te worden van een groep, word je via mail op de hoogte gebracht van nieuwe berichten in deze groep. Een zoekbox zorgt er voor dat specifieke informatie vlot kan worden teruggevonden. Naast de informatie in groepen heeft Kenniskantoor ook een evenementenkalender om collega’s te attenderen op interessante congressen of studiedagen voor professionals. Ieder lid van Kenniskantoor kan hieraan evenementen toevoegen. Bovenal is Kenniskantoor een netwerk van mensen, virtueel met elkaar in contact. Iedereen participeert als persoon, uit eigen naam en met eigen ideeën of meningen. Dat maakt het instrument juist zo rijk. Kenniskantoor wordt zeker gesmaakt. 13 dagen na de eerste aankondiging, tellen we al 419 geregistreerde leden en een 46-tal berichten, waar steevast door collega’s op gereageerd wordt. Geïnspireerd door deze vlotte start, rekent Bibnet er op dat Kenniskantoor een volwaardig alternatief wordt voor de huidige bibliotheekfora. Elly Van Acoleyen
Met medefinanciering van de Europese Commissie onder het CIP-ICT PSPprogramma en de betrokkenheid van de
> Informatie of vragen:
[email protected] http://kenniskantoor.bibliotheek.be
META 2011 | 2 |
5
nieuws
cultuur, tewerkstelling, gezondheidszorg en onderwijs. De bedoeling is om in een aanbod te voorzien dat de gedetineerden voorbereidt op hun latere terugkeer in de maatschappij. Hiervoor wordt samengewerkt met organisaties van ‘buiten de muren’.
De gevangenisbibliotheek van Antwerpen. Foto: Frederik Janssens.
Opwaardering gevangenisbibliotheken Door de komst van het Vlaams Strategisch Plan Hulp- en Dienstverlening midden 2008 naar de gevangenis van Dendermonde, werden heel wat nieuwe initiatieven genomen voor gedetineerden en hun sociale omgeving. Vandaag wordt gewerkt rond welzijn, sport,
Vanuit de Vlaamse Gemeenschap, meer bepaald het ministerie van Cultuur (in kader van het Participatiedecreet), wordt momenteel extra geïnvesteerd om de gevangenisbibliotheken in Vlaanderen uit te bouwen tot volwaardige bibliotheken en zelfs tot een filiaal van de Stedelijke Openbare Bibliotheek. Hiertoe werd in 2010 een convenant afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Stad Dendermonde. Vervolgens werd een afsprakennota opgesteld waarbij lokaal een samenwerking opgezet wordt met de Vlaamse Gemeenschap, de gevangenis van Dendermonde, de provincie OostVlaanderen en de Stad Dendermonde. Deze samenwerking vertaalt zich in een actieplan waarbij gestreefd wordt naar vernieuwing en verbetering van:
• de infrastructuur (nieuwe en betere locatie en nieuw meubilair); • de collectie (boeken en audiovisuele materialen); • de bibliotheekhard- en software; • de personeelsinzet. Wat het personeel betreft, wordt nog gezocht naar een goede formule. Er is geen vast of geschoold personeel om de bibliotheek uit te baten. Dit gebeurt door een gedetineerde. Aangezien de gevangenispopulatie nogal snel verandert, zijn er momenten zonder bibliothecaris of is er geen goede overdracht. Er is (nog) geen professionele ondersteuning. Daartoe worden nu de mogelijkheden verkend. Annelies Jans > Meer informatie óf tips zijn welkom bij:
[email protected]
De juiste informatie bij de juiste persoon Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen. Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatieen kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen, en juridische en overheidsinstellingen.
Adlib Bilbliotheek
Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules: SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule, Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU, ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready.
Adlib Information Systems (0346) 58 68 00
[email protected] www.adlibsoft.com
6 | META 2011 | 2
nieuws
Brussel verwelkomt Joske In december opende een nieuwe Nederlandstalige bibliotheek in Sint-Joost-ten-Node. Bibliotheek Joske is een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen de gemeente en de Vlaamse Gemeenschapscommisse. Joske is een filiaal van de Hoofdstedelijke Openbare bibliotheek (HOB), die naast de organisatie van de bibliotheek op het Muntplein ook de werking van de bibliotheken in Brussel ondersteunt. De startcollectie werd door de HOB aangeleverd.
inrichting is gekozen voor originele stukken en is het klassieke bibliotheekmeubilair vervangen door speelse meubelen. Op de eerste verdieping vind je de jeugdafdeling met een familiekamer. De huiskamergedachte wordt doorgetrokken tot in het interieur van de bibliotheek. Een warme woonkamerachtige bibliotheek waarin het gezellig toeven is. In de jeugdafdeling is een grote tekenmuur waarop kinderen kunnen tekenen of berichten achterlaten in alle talen.
De voornaamste ambitie van Joske is buurtgericht werken: Sint-Joost-ten-Node is de kleinste gemeente van het Brussels gewest, nauwelijks een vierkante kilometer groot. Het is ook de jongste gemeente van het land, tenminste wat de gemiddelde leeftijd van de inwoners betreft. Twee goede redenen om een sterke buurtgerichte werking uit te bouwen, met een aanbod aan media en activiteiten op maat van de bewoners. Geen grauwe of anonieme bibliotheek, maar een bib met een eigen gelaat en een sympathieke naam: Bib Joske.
Bib Joske wil mee nadenken over wat er in de omgeving gebeurt en wil de mensen informeren en inspireren. De bib laat de bibliotheekgebruikers meebouwen aan de samenstelling van het aanbod. Ruimte bieden voor Nederlands in de stad, ondersteunend werken naar scholen en andere organisaties die met kinderen werken. Projecten die de bibliotheek wil opzetten hebben te maken met het verhogen van de mediawijsheid of verkleinen van digitale kloof. Mensen helpen in de nieuwe informatiemaatschappij en informeren, maar ook inspireren door interessante ontmoetingen te organiseren met auteurs uit binnen- en buitenland.
Joske wil een veelzijdige bibliotheek zijn. De collectie straalt de diversiteit van Sint-Joost-ten-Node uit. Omdat veel kinderen school lopen in het Nederlandstalig onderwijs ligt de nadruk vooral op het jeugdaanbod. Voor de
Emine Altuntas Foto's: Gertrude Vandeperre
Hebt u ook nieuws voor deze rubriek? Stuur het naar
[email protected]
META 2011 | 2 |
7
artikel
VREEMD VAN VER
Prospectie en registratie van het erfgoed van het migrantenmiddenveld Piet Creve, Amsab-ISG en Karim Ettourki, KADOC-K.U.Leuven
In november 2008 startten KADOC — Docu mentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving — en Amsab — Instituut voor Sociale Geschiedenis (ISG) — het project ‘Stafkaart van het migrantenmiddenveld en zijn erfgoed in Vlaanderen 1830-1990: een prospectie en registratieronde van het migrantenerfgoed in de regio’s Gent, Antwerpen en Genk’. Met dit project, dat gefinancierd werd door het FWO-Max-Wildiersfonds, vullen de twee centra een hiaat op binnen de bestaande culturele erfgoedwerking in Vlaanderen. Probleemstelling Migratie krijgt door de toenemende globalisering en diversificatie van de Europese samenleving in nagenoeg al onze buurlanden een groeiende aandacht onder historici en onderzoekers uit de sociale wetenschappen. Onderzoek spitste zich aanvankelijk toe op het overheidsbeleid en op de politieke en demografische aspecten. De belangstelling heeft zich ondertussen verbreed naar de sociale en culturele aspecten van migratie. Hierin staan identiteitsbeleving en constructie centraal. De ervaringen van de verschillende gemeenschappen worden vanuit een diachronisch perspectief behandeld. Uit die interesse ontstonden de jongste decennia verschillende projecten die de civil society van migranten op de voorgrond plaatsten 1. In Vlaanderen bestaat een uitgebreid middenveld van migrantenorganisaties. De kennis over dit middenveld is vrij beperkt, zelfs over de omvang bestaat grote onduidelijkheid. Er bestaan wel studies over bepaalde aspecten van het migrantenmiddenveld, maar een algemeen overzicht 8 | META 2011 | 2
ontbreekt. 2 Over het erfgoed dat deze verenigingen produceren en geproduceerd hebben, is zo mogelijk nog minder informatie beschikbaar. Ook binnen de migrantenorganisaties is daarover weinig bekend. Deze situatie is zeker niet uniek voor Vlaanderen. In 2001 organiseerde het toenmalige DIVA, de Nederlandse koepelorganisatie voor documentaire informatievoorziening en archief, een studiedag over archieven en het cultuurgoed van migranten in Nederland. Daar werden gelijkaardige problemen aangekaart. 3
Nikos en Vangelis Boukouvalas, Winterslag, 1964 (Archief N. Boukouvalas; collectie Amsab-ISG).
Repertorium Het stafkaartproject beoogt de ontwikkeling van een repertorium van het migrantenmiddenveld in Vlaanderen en een overzicht van het hier bewaarde erfgoed, in het bijzonder van de archieven, de publicaties en de audiovisuele bestanden die gevormd en bewaard worden. Het project richtte zich op de detectie en de registratie van dit erfgoed. Het vormde zo een eerste aanzet om op termijn dit waardevol erfgoed te valoriseren en te ontsluiten voor wetenschappelijke en publieksgerichte
initiatieven. Deze systematische verzameling van gegevens over migrantenorganisaties en hun erfgoed moet verder historisch onderzoek over de diverse aspecten van migratie stimuleren en mogelijk maken. 4
Voor de realisatie van het register en de gegevensverzameling heeft het project gebruik gemaakt van een relationele webdatabank ontwikkeld binnen het ODIS-project. ODIS is een
gebruiksvriendelijke database speciaal ontworpen om de geschiedenis van het middenveld contextueel te ontsluiten en beschikbaar te stellen. De uitgevoerde registraties vulden de reeds bestaande gegevensreeksen verder aan en verrijkten ze. Ze droegen in belangrijke mate bij tot de diversificatie en de representativiteit van de aanwezige gegevens. Hierdoor komt het verscheidene middenveld in Vlaanderen beter tot zijn recht.
artikel
Gegevensverzameling
aanspreekbaar waardoor het zwaartepunt van de prospecties in de maanden septemberoktober viel. Ter afsluiting van het project werd op vrijdag 26 en zaterdag 27 februari 2010 Geografische de tweedaagse workshop afbakening Aangezien Vlaanderen geken- ‘Het vergeten middenveld? merkt wordt door een zeer Migrantenorganisaties en hun divers en diffuus migranten- erfgoed’ georganiseerd in het middenveld, werd geopteerd Vlaams Parlement. voor een pertinente afbakening. Het project richtte zich In totaal werden in de 3 op internationale immigratie re g i o ’s 57 o rg a n i s a t i e s en hanteerde het ontstaan van geprosp ecteerd en geregisBelgië in 1830 als beginpunt treerd: Gent (19) Antwerpen en 1990 als een richtingge- (11) en Genk (27). Het ondervend eindpunt. Bij de realisa- zoek bij o.m. Noren, Finnen, tie van het repertorium lag de Polen, Slovenen, Italianen, focus op Gent, Antwerpen en Congolezen en Turken resulde mijnregio Genk. De interna- teerde in een rijk scala aan tionale immigratie in Gent nam organisaties van verschilvooral aanvang in de tweede lende afkomst met specifieke helft van de 20e eeuw toen activiteiten en werking binnen de plaatselijke textielindustrie de Vlaamse samenleving. Het nood had aan arbeidskrach- gaat om sportclubs, koepelorten. Antwerpen heeft als grote ganisaties, koren, dansgroehavenstad steeds migranten pen, oud-strijdersvereniginaangetrokken die bijdroegen gen, moskeeën enz. Hoewel tot de economische bloei en het huidige migrantenmidontwikkeling van de stad. De denveld het vertrekpunt Limburgse mijnstreek daaren- vormde voor het voorliggend tegen wordt gekenmerkt door project, is er ook aandacht migratiegolven die vooral ver- geschonken aan de verdweband hielden met de ontlui- nen of historische organisakende mijnindustrie in de 20e ties. Hierdoor overspant het eeuw. Deze drie markante project de 19e en 20e eeuw gebieden lieten toe de diver- en gunt het een oriënterende genties tussen de migranten- blik in de migratiegeschiedeorganisaties in kaart te bren- nis van Vlaanderen. gen. Bij de realisatie van het project is geen exhaustiviteit “jaren geleden nagestreefd. Het ging veeleer werd het om een steekproef, een status verenigings quaestionis van het migran- lokaal tenmiddenveld en zijn erfgoed opgeknapt. waarbij de geografische focus Daarbij wel toeliet een breed en rijk verdween bijna scala aan migrantenorganisa- het gehele ties te inventariseren. archief in de
Voor het samenbrengen van gegevens werd gekozen voor een bipolaire aanpak. Enerzijds werden op basis van bestaande literatuur gegevens samengebracht over vroegere migrantenorganisaties, o.m. verdwenen studentenorganisaties, en hun erfgoed. Anderzijds werden de bestaande middenveldorganisaties in kaart gebracht samen met wat ze nog bewaren over hun eigen geschiedenis en die van hun eventuele
De onthaalinstellingen waren overeengekomen om de prospecties als volgt te verdelen: de projectmedewerkers uit Amsab-ISG en KADOC werkten tot en met juni 2009 respectievelijk aan de Gentse en Genkse regio’s. De verkennende prospecties voor Antwerpen stonden gepland voor de zomermaanden juli en augustus. Door de vakantieperiode was een groot deel van de organisaties moeilijk
voorgangers. Het huidige migrantenmiddenveld vormde het vertrekpunt voor de verzameling.
papiercontainer.”
Het cultureel erfgoed van deze organisaties werd eveneens geregistreerd. Hierbij lag de nadruk op de documentaire erfgoedgehelen van de verenigingen zelf. Bronnen over deze organisaties werden sporadisch opgenomen zoals bij het Provinciaal Integratiecentrum Limburg. Om een uitgebreid onderzoek te voeren, lijkt deze piste op termijn noodzakelijk. Centra
zoals de regionale instituten voor samenlevingsopbouw (RISO) en de integratiecentra werken vaak met middenveldorganisaties. Hun archieven leveren aanvullende documentatie op. Bij dit project bleef deze sector echter onderbelicht. De focus lag op de rechtstreekse erfgoedcreatie van de diverse verenigingen.
De staat van het erfgoed Op basis van ons onderzoek is het mogelijk een licht te werpen op de staat van dit erfgoed. Vooreerst blijkt dat er in het verleden weinig aandacht aan werd besteed, hoewel de maatschappelijke relevantie en het onderzoekspotentieel onmiskenbaar zijn. Het verlies van belangrijk erfgoed is dan wellicht ook aanzienlijk. Door bestuurswissels, overlijdens van pioniersfiguren en herstructureringen raakten de erfgoedgehelen eveneens verspreid over verschillende plaatsen en personen waarbij de bestanddelen niet zelden als persoonlijk bezit worden beschouwd. Dit maakt de centralisatie en de toegankelijkheid van dit erfgoed moeilijk. Verscheidene bestanden zijn weggegooid bij herschikking van lokalen en verdwenen zo voorgoed uit ons blikveld. Dat gebeurde onder meer bij het Comité der Poolse Verenigingen in Waterschei. Enkele jaren geleden werd het verenigingslokaal opgeknapt. Daarbij verdween bijna het gehele archief in de papiercontainer. Volgens Jerzy Kepa, jaren bestuurslid bij diverse Poolse organisaties in Genk, zou driekwart van het Pools erfgoed verdwenen zijn. Een gelijkaardige vaststelling konden we maken bij de Federatie van Marokkaanse Verenigingen in Antwerpen. Hier werd een deel van de collectie weggegooid wegens brandgevaar: het archief bevond zich nabij een stookolieketel in de kelder van het gebouw en werd om die reden meegegeven bij de ophaling van het oud papier.
META 2011 | 2 |
9
artikel
Maria Chouchoumis en Chrysanthi Kalaitzi op een verlovingsfeest, jaren zestig (Archief M. Chouchoumis; collectie Amsab-ISG).
De geschiedenis zélf van een organisatie is soms de verklaring voor de staat van het erfgoed. De Demokratik Halk Kültür Dernegi (DHKD), Turkse Democratische Culturele Volksvereniging, is een van de oudste nog bestaande migrantenorganisaties in Gent. De DHKD heeft meerdere organisatorische veranderingen meegemaakt en is sinds de oprichting in 1979 vijf keer verhuisd. Tot twee maal toe is een kelder waar archief- en documentatiemateriaal werd 1 0 | META 2011 | 2
bewaard, ondergelopen. Bij die verhuizingen en overstromingen is telkens heel wat verloren gegaan. Eén van de gevolgen is dat de DHKD zelfs niet meer beschikt over een volledige collectie van het eigen tijdschrift. Hoewel de meeste migrantenorganisaties vrij recent zijn, blijken er toch al heel wat verdwenen te zijn. Over het erfgoed dat samen met de verenigingen verdween, is er nog minder informatie. Gelukkig
zijn er uitzonderingen. Zo hield de Gentse organisatie El Ele eind 2008 wegens geldgebrek op te bestaan. El Ele was in 1982 gestart als een werking voor Turkse vrouwen in de Rabotwijk en werd in 1990 erkend als één van de vier Gentse Lokale Integratiecentra. Bij het plotse einde bleef het archief- en documentatiemateriaal achter in de kantoren. Net voor het daar dreigde afgevoerd te worden naar de papierrecyclage, kon het materiaal
overgebracht worden naar Amsab-ISG. Ondanks het verlies en de verspreiding is er in het kader van dit project toch heel wat erfgoed aan de oppervlakte gekomen. De geregistreerde collecties van de geprospecteerde verenigingen variëren van slechts enkele mappen tot tientallen dozen. Vormelijk gaat het om klassiek patrimonium: notulen, briefwisseling, ledenlijsten, jaarrekeningen, subsidieaanvragen,
artikel
iconografische en audiovisuele stukken en allerhande voorwerpen. Verschillende organisaties beschikken ook over een website en creëren een elektronisch archief. Hierbij is het niet noodzakelijk zo dat de oudste verenigingen het meeste erfgoed bewaren. De conservatie van de relicten is veelal het resultaat van de intenties van de personen die de verenigingen leiden of hebben geleid. Het bezit of kunnen beschikken over een eigen clublokaal biedt mogelijkheden tot accumulatie van archieven, maar is geen garantie. Door gebrek aan financiële middelen en personeel is er binnen de organisaties geen archiefbeheer. Bij de meeste collecties ontbreken eenvoudige ordeningsplannen. Toch is er ook een toenemende belangstelling bij de organisaties voor hun erfgoed. In veel gevallen speelden de projectmedewerkers door hun bezoeken en contacten een sensibiliserende rol. Sommige verenigingen hebben recent zelf initiatieven genomen en zijn begonnen met een ordening van hun belangrijke relicten. De organisatie Griekse Gemeenschap Genk nam contact op met oud-bestuursleden en maande hen aan archieven in persoonlijk bezit aan de organisatie te bezorgen. Op die manier kon een gedeelte van de verloren archiefbescheiden worden gerecupereerd en gecentraliseerd. Het erfgoedbewustzijn groeit en organisaties waarderen daarbij de belangstelling vanuit de expertise-instellingen. Af en toe worden vragen gesteld naar mogelijke ondersteuning. Vanzelfsprekend vormen de aangetroffen collecties een neerslag van de culturele tradities binnen de verschillende organisaties. Zo is het documentaire erfgoed van oude organisaties veelal, maar niet altijd, opgesteld in de moedertaal van de vereniging en vormen de activiteitsverslagen de weergave van hun culturele, sportieve of emancipatorische
bedrijvigheid. Om verlies van dit erfgoed te voorkomen is een goede samenwerking tussen de archiefcentra en het middenveld noodzakelijk. De opbouw van een vertrouwensrelatie is onontbeerlijk. Wie enigszins vertrouwd is met het werkterrein, weet dat dit een werk van lange adem is. Daarbij vragen de betrokken organisaties een return on investment waarbij de ontsluiting van het erfgoed ook de eigen vereniging ten goede kan komen.
Internationalisme Het project legde de focus op de archieven in Vlaanderen, hoewel er ook in het buitenland interessante collecties worden bewaard over de verschillende migratiegolven naar België. Zo wordt in Polen de historiografie van de emigratie beschouwd als een onderdeel van de nationale geschiedenis. 5 In Spanje bestaat een centrum 6 dat archieven verzamelt uit landen met Spaanse diaspora. Daarbij opereren verschillende organisaties binnen netwerken die de nationale grenzen overschrijden. Goede contacten met de ambassades, internationale congressen en uitwisselingsprojecten zijn slechts enkele voorbeelden die deze dynamiek illustreren. Het spreekt van zelf dat dit erfgoed ook in deze context moet worden gevaloriseerd. KADOC en Amsab-ISG ontwikkelden tijdens de voorbije jaren veelbelovende contacten met onderzoeks- en erfgoedinstellingen in het buitenland die soortgelijke repertoria hebben opgebouwd. 7 Op termijn zouden deze repertoria met elkaar kunnen worden verbonden en kunnen de resultaten van dit project verankerd worden in een internationaal perspectief.
Studiedagen en vormingsmomenten Ter afsluiting van het eerste projectjaar werd op vrijdag 26 en zaterdag 27 februari 2010 een workshop georganiseerd. Op vrijdag 26 februari werd een stand van zaken
geboden van recent historisch en sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar enkele migrantengemeenschappen. Onderzoekers wierpen een licht op de verschillende migratiegolven en gemeenschappen met daarin aandacht voor de manifestatie van middenveldorganisaties in de samenleving en het belang van het cultureel erfgoed voor de historische ontwikkeling en studie van migratie. Op zaterdag 27 februari kreeg het Vlaamse migrantenmiddenveld en zijn erfgoed een centrale plaats. De voormiddag startte met de presentatie van de onderzoeksresultaten van het Stafkaartproject. Daarna kregen een aantal verenigingen de gelegenheid om zichzelf en hun cultureel erfgoed voor te stellen. In de namiddag werden initiatieven rond erfgoed voor het voetlicht gebracht. In het afsluitend rondetafelgesprek stonden de noden en de verwachtingen van de verenigingen centraal en werd er gepeild naar toekomstige samenwerking. Uit de getuigenissen is gebleken dat de organisaties wel degelijk hun erfgoed koesteren. Zo kende Limburg een bruisend Pools verenigingsleven vanaf de jaren twintig. Van de vroegste verenigingen is echter weinig erfgoed bewaard gebleven. Een deel van dat patrimonium wordt bewaard door de Poolse Unie van Beringen-Mijn. Het leeuwendeel dateert uit de periode na de Tweede Wereldoorlog. Die erfgoedgehelen documenteren vooral de Poolse aanwezigheid in de Limburgse mijnstreek. Fragmentarisch worden er echter ook collecties bewaard uit het Franstalig deel van België zoals handgemaakte vaandels van de reeds verdwenen Poolse Unies van Elouges of Dampremy. Voor de collectie wordt een bestemming gezocht. De vereniging overweegt een overdracht van haar uitgebreide bibliotheek naar Polen, het andere materiaal dient evenwel lokaal verankerd te worden.
“Om verlies van dit erfgoed te voorkomen is een goede samenwerking tussen de archiefcentra en het middenveld noodzakelijk.” De Federatie van Marokkaanse Verenigingen (FMV) is sinds het begin van 1990 een belangrijke pion binnen het Antwerpse migrantenlandschap. Van de federatie gaat een bijzondere emancipatorische dynamiek uit die tot uiting komt in het geproduceerde erfgoed. Voorzitter Mohamed Chakkar moest bekennen dat een deel van het erfgoed in de container is terechtgekomen. Door gebrek aan contactpunten binnen de Vlaamse bewaarinstellingen is een gedeelte van dit erfgoed voor goed verloren geraakt. Een aanzienlijk deel wordt echter nog steeds bewaard in de kelder van de hoofdzetel in Antwerpen. De collectie omvat vooral archieven uit het FMV ontstane initiatief Project Allochtone Jeugdwerking (PAJ). De documenten zijn zeer divers. Het gaat om beleidsplannen, werkingsverslagen, correspondentie, activiteitsverslagen, subsidieaanvragen, samenwerkingsinitiatieven, statuten, notulen bestuursorganen en teamverslagen. Om de organisatie bij te staan bij de ordening van haar erfgoedgehelen werd een vormingsmoment georganiseerd op 16 december 2010. Acht medewerkers kregen een laagdrempelige vorming rond erfgoedbeheer die aansluit bij de behoeften van de organisatie. Een gelijkaardige expertise seminarie staat gepland in 2011, dit in samenwerking met de Italiaanse landelijke vereniging Associazioni Cristiane dei Lavoratori Italiani (ACLI). De nood van deze vereniging aan ondersteuning en adviesverstrekking rond erfgoedbewaring is groot. Het bewaarde
META 2011 | 2 |
11
artikel
erfgoed van de migrantenfederatie ACLI kent zijn gelijke niet. Als prominente vertegenwoordiger van de Italiaanse gemeenschap in de Limburgse mijnstreek is dit erfgoed van onschatbare waarde. Het documenteert in belangrijke mate de maatschappelijke ontwikkelingen in de tweede helft van de 20e eeuw binnen dit segment van de Vlaamse samenleving, zowel in lokaal als internationaal perspectief. Dit bijzondere archief omvat notulen van diverse bestuursen overlegorganen binnen ACLI, nationale en internationale congresverslagen van ACLI-Limburg, briefwisseling tussen de verschillende ACLIverenigingen in België, correspondentie met lokale en nationale overheden en subsidie-instellingen, uitnodigingen voor verschillende evenementen, activiteitsverslagen, jaarverslagen, financiële stukken en een collectie van de periodieken Sole d’Italia en Azione Sociale. ACLI trachtte de archiefstukken thematisch en chronologisch te ordenen. Door gebrek aan middelen en expertise rond bewaring van archieven is men daar slechts deels in geslaagd. Vooralsnog is de collectie opgeslagen op de zolder van het clublokaal in Winterslag, maar die is moeilijk toegankelijk bij gebrek aan een goed ontsluitingssysteem. Vanuit de organisatie werden tijdens het project vragen geformuleerd rond erfgoedpreservatie en valorisatie van deze relicten. KADOC en Amsab-ISG gaan hier graag op in en zullen de vraag van ACLI alsook die van andere organisaties op de voet volgen. Op 30 oktober 2010 werkten de projectmedewerkers van Amsab en KADOC eveneens mee aan de workshop ‘Ver van vreemd - het archief van de vereniging’ op de Open Forumdag van het Minderhedenforum in C-mine Genk. De Open Forumdag is een groot opgezet ontmoetingsmoment waar etnisch-culturele minderheden en hun organisaties in contact komen met elkaar en in debat 1 2 | META 2011 | 2
Archiefruimte van de Moskee en Cultureel Centrum Yildirim Beyazit in Kolderbos - Genk. Foto: Karim Ettourki.
gaan met politieke en sociale actoren uit de samenleving. In 2010 was het thema ‘erfgoed’. Het interactieve vormingsmoment op deze dag werd uitgewerkt in samenwerking met het Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS) van de Universiteit Antwerpen en van het Archief en Museum voor Vlaams leven in Brussel (AMVB). Binnen deze workshop werd het accent gelegd op de praktijkgerichte aanpak van ordening en bewaring van archieven. De deelnemers, waaronder een tiental vertegenwoordigers van diverse migrantenorganisaties, gingen aan de slag met een variatie aan archiefstukken en informatiedragers en maakten zo kennis met de basisbeginselen van archiveren: van het selecteren en schonen van archieven tot het opmaken van een ordeningsplan. Ter afsluiting van het projectjaar 2010 organiseerden KADOC en Amsab op 5 februari 2011 de workshop ‘Gluren bij de buren, erfgoed en migrantenorganisaties’. Deze studiedag richtte zich zowel naar migrantenorganisaties en hun medewerkers als naar mensen die actief zijn in de erfgoedsector en had als doel
het cultureel erfgoed van migrantenorganisaties onder de aandacht te brengen.
Vervolgtraject In 2010 kon middels financiering vanuit de Vlaamse Gemeenschap het project worden gecontinueerd. Een systematische prospectieen registratieronde in heel Vlaanderen en Brussel staat gepland gedurende een periode van drie jaar. De registratiecampagne gaat zoals boven vermeld, gepaard met de organisatie van vormingsdagen en expertseminaries, op maat van de organisaties om hen zo op dit terrein blijvend te sensibiliseren. In het kader van die uitbreiding werd in de eerste jaarhelft van 2010 gewerkt aan de uitbouw van een projectgerelateerde website. Daar wordt het project toegelicht. De website is dynamisch opgevat en zal naarmate het project vordert, voort worden aangevuld en uitgebreid. Daarbij wordt onder meer gedacht aan de ontwikkeling van een beeldenbank.
werden in 2010 voortgezet in de grootstedelijke arrondissementen Gent, Hasselt, Antwerpen en gestart in Brussel. In 2011 worden de meer verstedelijkte arrondissementen Brugge, Oostende, Kortrijk, Aalst, Sint-Niklaas, Mechelen en Leuven onder de loep genomen. De registratie van het migrantenmiddenveld in de meer landelijke arrondissementen Diksmuide, Roeselare, Tielt, Ieper, Veurne, Dendermonde, Eeklo, Oudenaarde, Turnhout, Halle-Vilvoorde, Maaseik en Tongeren wordt uitgevoerd in het projectjaar 2012 (mits financiële goedkeuring van de Vlaamse Gemeenschap). Het stafkaartproject maakt het mogelijk om op termijn en in samenwerking met verschillende actoren uit de onderzoeks- en archiefinstellingen het waardevolle erfgoed van migrantenorganisaties op een verantwoorde manier te valoriseren. Daarvoor is samenwerking tussen alle actoren noodzakelijk. > http://www.migrantenerfgoed.be/
Het project wil dus op termijn de volledige Vlaamse en Brusselse ruimte bestrijken. De registratieactiviteiten
http://www.odis.be
artikel
1 Zie onder meer: Rinus Penninx en Marlou Schrover, Bastion of
zie bijvoorbeeld Diffusion and
migranten-cahiers, 8. 1995. Voor
2005; Solange, Vervaeck, Gids voor
Contexts of Transnational Migrants’
de Hongaarse migranten in België
sociale geschiedenis. Bronnen voor de studie van immigratie en emi-
bindmiddel? Organisaties van
Organisations in Europe (TRAMO)”,
zie o.m. de publicaties van Vera
migranten in historisch per-
een samenwerkingsverband
Hajtó: ‘Veni, Vidi… Vici?’ Hungarian
gratie. Hedendaagse tijden. Deel I.
spectief. Amsterdam, 2001; Leo
geïnitieerd in 2007 door Ruhr
domestics in Belgium, 1930-1949,
Archiefbronnen bewaard in het Algemeen Rijksarchief. Algemeen
Lucassen, Amsterdammer wor-
University, Bochum, International
BTNG-RBHC (Belgisch Tijdschrift
den. Migranten, hun organisa-
Migration Institute, Oxford
voor Nieuwste Geschiedenis/
Rijksarchief: Gidsen 26. Brussel,
ties en inburgering, 1600-2000.
University, Laboratorio de Estudios
Revue belge d’histoire contempo-
1996.
Amsterdam, 2004; Dirk Jacobs en
Interculturales, Universidad de
raine) XXXVII (2007) 3-4, 363-385;
Jean Tillie, red. Journal of Ethnic
Granada, Stiftung Zentrum für
The ‘wanted’ children. Experiences
and Migration Studies. Special
Türkeistudien, Universität Duisburg-
of Hungarian children living with
lisatie en sociale differentiatie,
Issue: Social Capital and Political
Essen en Centre of Migration
Belgian foster families during the
Aksant, Amsterdam, 2005, p.7
Integration, XXX (2003), 3, 419-559.
Research, Warsaw University, voor
interwar period, The History of
Inspirerend is ook het Nederlandse
meer info zie: http://www.imi.ox.ac.
the Family 14 (2009) 2, 203-216;
NWO-programma Tussen Scylla
uk/research/transnational-migrant-
Marguerites à la maison. Les domes-
en Charibdis. Veranderingen in de oriëntatie van migrantenorganisa-
organisations 2 Zie bijvoorbeeld Mertens, Robin,
tiques hongroises en Belgique
5 GODDEERIS, Idesbald, De Poolse migratie in België - Politieke mobi-
6 http://www.1mayo.es/archivos/cdee_ cuadro.htm 7 Zie: http://www.movinghere.org.uk, http://www.domit.de, http://www.
et leurs organisations 1930-1949,
histoire-immigration.fr, http://www.
Special issue ‘Genre et institutions
iisg.nl
ties in het tijdperk van nationale
Minder-heden of beter verleden?
staten, 1880-2000, dat de organi-
Turkse migratie in eigen beeldvor-
migratoires’, Migration Sociétés 22
satievorming bij migranten (Polen
ming: het herinneringslandschap
(2010) 127, 121-137.
1914-1945, Duitsers ca. 1900, Turken
van een lokale gemeenschap in
3 DIVA , Een erfenis voor de toekomst
na 1960) in Nederland onderzoekt.
Gent, UGent, 2000 en Tytgadt
- Archieven en het cultuurgoed van
Voor onderzoeksinitiatieven rond
Emma, Het migratieverhaal van
migranten, verslag van de studie-
erfgoed zie onder meer het verslag
de eerste generatie Marokkaanse
dag van 11 oktober 2001.
Verwerving Erfgoed Migranten van
mannen in Gent, UGent, 2002.
4 Hoewel lang niet alle overheids-
De foto’s van Griekse migranten werden verza-
het Gemeentearchief Amsterdam
Koninklijk Commissariaat voor het
gebonden archieven omtrent
meld door Maria Dermitzaki
(2003) en Cultureel Erfgoed
Migrantenbeleid, Culturele verschei-
migratie veilig bewaard en ont-
voor haar project rond de geschiedenis van de Grieken
Migranten, collecties en beleid van
denheid als wederzijdse verrijking:
sloten zijn, werden op dit terrein
openbare archiefinstellingen, uit-
Een verenigingsleven van en met
wel al belangrijke stappen gezet,
in de Limburgse mijnstreek.
gevoerd door het Internationaal
migranten, door de overheid onder-
zie: Jacques Gillen, Inventaire
Dit project leidde tot een
Instituut voor Sociale Geschiedenis
steund. Brussel, 1992. Vanmechelen,
des sources pour une histoire de
drievoudig eindresultaat:
(IISG) (2002). Voor onderzoek
Olivia, Evaluatieonderzoek organisa-
l’immigration: les archives com-
een boek, een dvd en een
naar migrantenorganisaties van-
ties van migranten in Vlaanderen
munales. Archives et bibliothèques
tentoonstelling.
uit een transnationaal perspectief
en Brussel, HIVA, Steunpunt
de Belgique. Inventaires, 11. Brussel,
Deel van het archief van de vereniging Associazioni Cristiane dei Lavoratori Italiani (ACLI) in Winterslag. Foto: Karim Ettourki.
META 2011 | 2 |
13
“Stof is er om te doen opwaaien” Lolita brengt literair erfgoed in kaart
interview
Julie Hendrickx Foto's: Marc Engels (tenzij anders vermeld)
Het Letterenhuis in Antwerpen is de centrale archiefinstelling voor het literaire erfgoed in Vlaanderen. Het verzamelt, bewaart en ontsluit literaire archieven en attendeert schrijvers en hun erven en ook literaire organisaties op de culturele waarde en het belang van hun archief. Sinds januari 2004 is het Letterenhuis binnen het Archiefdecreet erkend als Vlaams cultureel thema-archief voor het literaire erfgoed. Die erkenning bracht een aantal opdrachten met zich mee, waaronder het in kaart brengen van het in Vlaanderen verspreide literaire erfgoed. Lolita gaf daarbij richting aan. META sprak met Lies Galle, Isabelle van Ongeval, Jan Robert en Jan Stuyck. Wat is Lolita? Lolita is de roepnaam van het pilootproject in het Letterenhuis dat we hebben opgezet om de problematiek in het literairerfgoedveld helderder te krijgen en om daar oplossingen voor te kunnen voorstellen. Het project liep van medio 2008 tot begin 2010. De naam Lolita is een lettergreepwoord voor Lokalisatie van literair archief. Lolita is natuurlijk ook de titel van een van de grootste romans uit de 20e eeuw. Het lijkt misschien een beetje oneerbiedig dat wij die naam gebruiken — maar je kunt het ook zien als een eerbetoon aan de literatuur; en zo is het ook bedoeld. Ook roept Lolita voor ons de figuur van Vladimir Nabokov zelf op, als entomoloog op vlinderjacht. Het Letterenhuis moet als het ware gewapend met een fijnmazig vlindernet op zoek gaan naar het her en der rondfladderende literair archief. We hebben ons in dit project gericht op ‘archief’ en niet op ‘erfgoed’ omdat dat laatste een veel te breed en niet af te bakenen onderzoeksgebied zou opleveren. Onder de noemer ‘literair archief’ rekenen we alle digitale en papieren documenten die een schrijver of een dichter, een essayist, een literaire uitgever, een recensent, vertaler of literair agent tijdens zijn leven maakt, verzamelt en bewaart, en alle documenten die door
p. 14: Het Lolitateam van het Letterenhuis, v.l.n.r. Jan Stuyck, Isabelle van Ongeval, Lies Galle en Jan Robert.
literaire tijdschriften en literaire organisaties, door literatuurprogramma’s op radio en tv of door organisatoren van literaire bijeenkomsten worden gecreëerd. Dat gaat van manuscripten, typoscripten en drukproeven tot persoonlijke en zakelijke correspondentie, van bedrijfstechnische en bestuurlijke documenten van uitgeverijen tot redactionele notities van tijdschriftsecretarissen, van familiekiekjes en ander fotomateriaal tot agenda’s en dagboeken. Waarin kadert dit initiatief? Wat is jullie doelstelling? Een van de taken van het Letterenhuis binnen het Archiefdecreet bestaat erin het Vlaamse literaire erfgoed in kaart te brengen en beter zichtbaar te maken. Het gaat daarbij om in beeld te brengen wat er van dat erfgoed bewaard is gebleven, waar het zich bevindt, hoe ermee wordt omgegaan en of het is ontsloten voor onderzoekers en het geïnteresseerde publiek. Om die omvangrijke opdracht zo goed mogelijk aan te kunnen pakken, hebben we als onderzoeksproject dus Lolita opgezet, met als doel de problematiek van het in kaart brengen van het literaire erfgoed transparanter te maken en een adequate methodiek te ontwikkelen voor het daadwerkelijke lokaliseren. De volgende concrete doelstellingen zouden daartoe moeten leiden: vergroten van de terreinkennis en de expertise, leggen van een basis voor een swot-analyse van het literair-erfgoedveld, ontwikkelen van een methode voor een meer systematische, brede aanpak van het in kaart brengen, uitbouwen van het netwerk van het Letterenhuis, onderbouwen van aanbevelingen en het bieden van toekomstperspectieven, het sensibiliseren van archiefvormers en het delen en overdragen van onze expertise in verband met archiefbeheer. Hoe zijn jullie te werk gegaan? Om een afspiegeling te krijgen van het literair-archiefveld hebben we een selectie gemaakt van 23 archiefvormers. Van deze personen en instellingen hebben we archiefmateriaal in kaart gebracht. Die archiefvormers zijn auteurs, uitgeverijen, tijdschriften, een tv-programma en zelfs een literaire prijs. De schrijvers vormden het grootste deel van de cases, met een ruime groep overleden schrijvers maar ook met nu actieve auteurs. Het begrip ‘literatuur’ hebben we daarbij bewust ruim gehouden. Het zijn schrijvers van uiteenlopende genres, van poëzie en zwaar ‘literaire’ romans tot jeugd- en stripauteurs; ze zijn afkomstig uit heel Vlaanderen en zijn van diverse ideologische strekkingen. Naast romancier Minus van Looi stond ‘duimpjesreeksschrijver’ Abraham Hans op de lijst, naast dichter René de Clercq hadden we Louis Paul Boon, naast Willy Vandersteen hadden we David van Reybrouck en Walter van den Broeck. We hebben in openbare instellingen (inclusief het Letterenhuis), bij erven of nazaten, bij verenigingen of particuliere verzamelaars gezocht naar (resten van) archiefbestanden van de uitgekozen archiefvormers. Bij de contemporaine auteurs lag dit iets makkelijker, aangezien zij meestal zelf over hun archief
META 2011 | 2 |
15
interview
waken — hetgeen uiteraard wel weer andere problemen met zich meebrengt, maar dit ter zijde. De archiefbeheerders hebben we bezocht en geïnterviewd aan de hand van een uitgebreide vragenlijst. Dit bracht ons van Deerlijk tot Hasselt, van Brussel tot Horebeke en van Turnhout tot Beersel. Vaak ging het om instellingen zoals archieven en kleine (huis)musea, maar meer dan eens werden we ontvangen in de keuken, de huis- of de werkkamer van schrijvers of hun erfgenamen. Via onze enquête verkregen we informatie over de bewaaromstandigheden, de omvang, de datering, de aard en de inhoud, de context (archiefgeschiedenis), structuur (ordening), eventuele raadpleging en gebruik en over bestaande toegangen op de deelbestanden, losse archiefstukken of eventuele reeksen in hun bezit. Deze gegevens worden gestructureerd vastgelegd volgens de internationale archiefstandaard isad(g) en zullen worden opgenomen in het nieuwe archiefbeheersysteem van het Letterenhuis en op termijn ook in Archiefbank Vlaanderen.
Tegelijkertijd werden de grenzen afgetast in het lokaliseren van verwant archief, archiefbestanden die betrekking hebben op de archiefvormer (in een familiearchief bijvoorbeeld, in archieven van bevriende schrijvers of in processtukken). De problematiek van versnipperd literair-archiefmateriaal en de behoeftes van sommige beheerders van literair-archiefmateriaal hebben we tijdens het interview eveneens geïnventariseerd en in kaart gebracht. Het gaat hierbij ook om problemen voor de onderzoeker, zoals vragen over hoe je privécollecties kunt opsporen en hoe ver je moet gaan in het lokaliseren van verwant archief. Welke tendensen en behoeftes hebben jullie geconstateerd? Aan de hand van de diverse gegevens hebben we een omgevings- en swot-analyse van het literair-archiefveld gemaakt, van waaruit we een aantal aanbevelingen kunnen doen in verband met de definiëring van de term ‘literair archief’, het beheer en de versnippering van literair archief. Terwijl wij een enigszins vanzelfsprekend idee hebben over wat een archiefbestand van bijvoorbeeld een schrijver kan bevatten, is dat vaak niet het geval voor de archiefvormers zelf. Voor ons gaat het om het volledige archiefbestand van een archiefvormer, met betrekking tot al zijn werkzaamheden of functies. Veel schrijvers rekenen echter alleen zogenaamde ‘literaire’ of ‘creatieve’ documenten zoals manuscripten tot hun archief. De overige archiefbestanddelen of reeksen zoals zakelijke en privécorrespondentie, dagboeken, boekhouding enzovoort, worden door hen tot ‘privéarchief’ gerekend — en dus van minder of van een heel ander belang. Meer nog: vaak wordt ook of zelfs alleen het eindproduct van de literaire werkprocessen, namelijk het gedrukte boek, als literair archief beschouwd. Archiefvormers zoals uitgeverijen of literaire organisaties realiseren zich vaak niet dat de documenten die zij creëren of ontvangen belangrijk kunnen zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast is het ook voor hen vaak niet duidelijk wat zij het beste kunnen bewaren en hoe dat beschreven, bedrukte of fotografische papier idealiter wordt bewaard en behandeld. Daarnaast ondervinden particuliere beheerders ook veel problemen bij het onder de juiste omstandigheden bewaren van archiefmateriaal. Dat wil zeggen dat archiefstukken of reeksen in privébezit, ook digitaal archief, van de beheerders zelden de optimale materiële zorg krijgen of zelfs maar de zorg die ze minimaal behoeven. Archief in digitale vorm levert nog meer problemen op: het voorkomen dat computerbestanden (met tekst, beeld, geluid) onleesbaar worden als gevolg van de snelle technologische ontwikkelingen, dat de bits en bytes (letterlijk) omvallen, is zeer problematisch. Het bewaren van e-mails, digitale beelden en dito klankopnames levert vergelijkbare problemen op. Nochtans verlopen de werkprocessen bij auteurs en andere archiefvormers meer en meer digitaal.
Het Letterenhuis.
1 6 | META 2011 | 2
interview
Staten (glamna) en de Arbeitsgemeinschaft Literarischer Gesellschaften und Gedenkstätten (alg) in Duitsland bijvoorbeeld. Zij hebben min of meer vergelijkbare projecten lopen als Lolita: zo onderzocht de glam in 2006-2007 via een schriftelijke enquête de kwaliteit, omvang en betekenis van literair archief in Groot-Brittannië. Verder merken we dat bibliotheken en universiteiten diverse projecten hebben uitgevoerd om literair erfgoed in kaart te brengen: in Engeland beschikken ze over een Location Register, in Frankrijk over een Répertoire des manuscrits littéraires français en in Nederland bestaat een databank Catalogus Epistularum Neerlandicarum (cen). Opmerkelijk is dat al deze projecten focussen op individuele archiefstukken. Het gaat om het lokaliseren van brieven (Location Register, cen) en handschriften (Location Register, Répertoire des manuscrits littéraires français) in openbare instellingen. De online zoekmachine Malvine (Manuscripts and Letters via Integrated Networks in Europe) wilde ooit al deze initiatieven bundelen en overkoepelen om onderzoek te vergemakkelijken en om een uitgebreid Europees netwerk te creëren. De gegevens zouden allemaal door Malvine uit de databanken van de aangesloten Europese instellingen worden opgehaald — op stukniveau.
Jan Robert, coördinatie Lolita.
Tot slot stellen we in het Lolita-project ook vast dat de versnippering of verspreiding van archiefstukken kenmerkend is voor het literair-archiefveld. Het is genoegzaam bekend: de versnippering van een archiefbestand is vaak het gevolg van de handel in literaire archivalia. Commercialisering vormt voor de eenheid en de samenhang van een archiefbestand een grote bedreiging. Bewaarplaatsen zijn soms niet meer bekend of archief raakt verspreid over diverse actoren waarbij stukken worden vervreemd van hun oorspronkelijke context. Commercialisering is niet de enige reden waardoor literair archiefmateriaal maar al te vaak verspreid over verschillende beheerders is terug te vinden, maar wel de meest opvallende. Deze bevindingen, of tendensen, legden meteen een aantal behoeftes bij archiefvormers- en beheerders bloot: wat en hoe dient bewaard te worden? Om aan deze verzuchting tegemoet te komen hebben we in 2010 een brochure gemaakt over archiveren, met praktische tips voor schrijvers en verzamelaars. Lopen er in het buitenland gelijkaardige projecten of zijn jullie gangmakers? Voor zover we weten, is een dergelijk onderzoek nog nergens op deze manier gedaan. Wel zijn — of waren — er in enkele buurlanden projecten met ongeveer gelijkaardige doelstellingen, namelijk het verkrijgen van inzicht in het literair-archiefveld en het vinden van oplossingen voor de problemen en de uitdagingen die zich daar voordoen. In Groot-Brittannië bijvoorbeeld werd in 2005 de UK Heritage Working Group opgericht, om de problematiek omtrent de verkoop en de verspreiding van literaire manuscripten naar (vooral) de Verenigde Staten aan te kaarten en deze handel tegen te gaan. Commercialisering, verspreiding, digitalisering of de onderschatte (of overschatte) culturele en financiële waarde van literaire privéarchieven leidden in naburige landen ook tot meer interessante initiatieven. De samenwerkingsverbanden Group for Literary Archives and Manuscripts (glam) in Groot-Brittanië met een pendant in de Verenigde
Het zijn dus gelijkaardige doelstellingen, maar de invulling en uitvoering van Lolita was heel anders. Binnen het pilootproject hebben we eerst de buitenlandse initiatieven bestudeerd. Daarbij vielen meteen al een paar zaken op: Hoe komt het dat zoveel prachtige projecten in binnen- en buitenland op sterven na dood zijn — of zelfs al een stille dood gestorven zijn? Waarom lijken enquêtes in vele gevallen niet te werken — of slechts een zeer vaag beeld te scheppen? Bovendien kan een archief als het Letterenhuis het zich niet permitteren om slechts op brieven en handschriften te focussen bij het in kaart brengen. Het moest dus anders. En dat hebben we ook gedaan. Is het hele proces gelopen zoals jullie gehoopt hadden, heeft Lolita jullie stoutste dromen overtroffen? We hebben het Lolita-project opgezet omdat er grote vragen waren bij de haalbaarheid van de opdracht om een systematisch overzicht te geven van het literaire erfgoed in Vlaanderen. Het is natuurlijk wel zo dat het netwerk van het Letterenhuis zeer uitgebreid is, waardoor we al wel een vrij goed beeld hadden van dat specifieke erfgoedveld. Op sommige punten echter werd er door Lolita meer duidelijk — zoals de behoefte van veel archiefvormers en archiefbeheerders. Aanvankelijk hadden we voor Lolita een veel langere lijst met archiefvormers, maar gezien de beperkte looptijd van het project moesten we de doelstellingen ietwat bijstellen. We hebben de lijst herleid tot de al genoemde shortlist met 23 namen. Ook het traceren van verspreide archiefbestanddelen vergde, zoals verwacht, bijzonder veel tijd: eerst bibliografisch onderzoek, bestanddelen opzoeken in openbare instellingen, bij verenigingen of particuliere verzamelaars, erven contacteren, noem maar op. Het opsporen van al het mogelijk bestaande verwante archief bleek niet doenbaar binnen de gestelde tijd. De afronding en de eindconclusies bevestigden wel veelal onze werkhypotheses: bijvoorbeeld over de vage grenzen van verwant archiefmateriaal, de invulling van het begrip literair erfgoed, de groeiende ‘verdigitalisering’ van de werkprocessen van archiefvormers in het literaire veld. De problematiek van versnippering door commercialisering en om andere redenen is ook duidelijk
META 2011 | 2 |
17
interview
naar voren gekomen. Een oplossing daarvoor is er natuurlijk niet direct, maar het is zaak dat kennis van het veld en vooral van de individuele deelnemers daarin voor een archiefinstelling als het Letterenhuis (en ook voor literair-historici bijvoorbeeld) van groot belang is. Je moet de auteurs en hun erven kennen, natuurlijk, maar ook veilinghuizen en particuliere verzamelaars. Zij moeten ons ook kennen, en moeten ook weet hebben van de culturele waarde van (zo weinig mogelijk versnipperd) literair archief, en van het feit dat literair archief meer inhoudt dan bijvoorbeeld alleen de manuscripten — een vergissing die nogal eens wordt gemaakt.
“Literair archief houdt meer in dan bijvoorbeeld alleen de manuscripten — een vergissing die nogal eens wordt gemaakt.” Om iets te doen aan deze en andere problematieken hebben we in 2010 een brochure uitgegeven voor archiefvormers en andere vaak individuele beheerders met informatie over wat literair archief inhoudt, of kan inhouden, en over hoe je archief — inclusief digitaal archief — het beste kunt bewaren en beheren. Voor die individuele archiefvormers en beheerders is dat een minder vanzelfsprekende zaak dan voor institutionele bewaarders. De brochure draagt de titel Zonder jurk niets om te doen opwaaien, die afkomstig is uit een toepasselijk citaat van literatuurwetenschapper Dirk van Hulle: “Die extra stimulans uit een ver verleden is een prachtig voorbeeld van wat Proust ‘les vrais paradis’ noemde: het paradijs kon pas prikkelend beginnen te worden toen het net verloren was. Zo is het ook pas dankzij de rokken die de ‘Heere God’ voor Adam en Eva maakte, dat het principe van de erotiek kon ontstaan. Het is als de jurk van Marilyn Monroe: zonder jurk niets om te doen opwaaien. Hetzelfde principe geldt voor manuscriptenonderzoek, de genesis van boeken en de erotiek van kladwerk, dat uitnodigend ligt te wachten om ontdekt te worden onder een dun laagje postparadijselijk stof — stof dat er is om het te doen opwaaien.” De brochure heeft veel succes en is nog steeds — gratis — bij het Letterenhuis te verkrijgen. Wie heeft belang bij dit project? Onderzoekers hebben direct baat bij zulke initiatieven. Het gaat tenslotte over het beter toegankelijk maken van literair erfgoed c.q. literair archief. Dat krijgt op termijn ook een veel grotere zichtbaarheid via ons eigen archiefbeheersysteem en vervolgens via Archiefbank Vlaanderen. Archiefvormers en -beheerders kunnen hun voordeel doen met de informatieverstrekking en de kennisdeling die uit het project zijn voortgekomen in de vorm van de al verschenen en nog te verschijnen brochures. Ook voor beleidsmakers kan Lolita relevant zijn; de analyse van het literair-archiefveld geeft immers goed aan waar de sterktes en zwaktes, de uitdagingen en de kansen liggen. Dat kan van belang zijn bij bijvoorbeeld het stimuleren van samenwerkingsverbanden voor het lokaliseren en toegankelijk maken van literair erfgoed, of als het gaat om de commerciële overwaardering van literair archief. Het eindrapport over de hele periode ronden we af in 2012. Ten slotte was het project voor het Letterenhuis zelf zinvol. Niet alleen hebben we ons netwerk kunnen uitbreiden en onze expertise kunnen verdiepen, ook hebben we een beter zicht gekregen op de behoeftes van particuliere archiefbeheerders en archiefvormers, zodat we ons daar meer op kunnen richten. Daarnaast heeft Lolita heel duidelijk gemaakt dat in kaart brengen van literair archief het beste thematisch kan gebeuren 1 8 | META 2011 | 2
(uitgeverijarchieven bijvoorbeeld, of archief van tijdschriften of andere literaire organisaties), waarbij we dan archief in het Letterenhuis als basis en uitgangspunt kunnen nemen. Je bent op die manier ook veel minder in het luchtledige bezig. De thematische ‘groepen’ kunnen we dan vanuit het Letterenhuis afzonderlijk en specifiek benaderen. Lolita is een vooronderzoek, wat is de volgende stap? Zoals we al hebben gezegd, is uit het pilootproject een thematisch vervolg voortgevloeid. We hebben zo telkens te maken met een relatief beperkt en overzichtelijk gebied, waarover (en waarvoor) we dan ook een specifieke informatiebrochure kunnen uitgeven. Onze tweede brochure zal gericht zijn op literaire organisaties zoals uitgeverijen en literaire verenigingen, boeken schrijversorganisaties. De toekenning aan het Letterenhuis door de Vlaamse overheid van het kwaliteitslabel ‘Erkend cultureel archief’ maakt het voor ons mogelijk om te streven naar een erkenning als volwaardige collectiebeherende archiefinstelling voor het Vlaamse literaire erfgoed. Hierdoor kan onze eigen collectie nog meer en zinvoller fungeren als uitgangspunt voor onderzoek en literaire cartografie, zodat we de archiefbeheerders binnen de verschillende thema’s heel gericht onze kennis en expertise kunnen aanbieden. Nabokovs vlindernet wordt op die manier steeds effectiever: groter én met fijnere mazen. Het nieuwe archiefbeheersysteem van het Letterenhuis en Archiefbank Vlaanderen zijn dan de ideale plekken om literair archief voor iedereen bereikbaar te maken. > http://www.letterenhuis.be http://www.malvine.org
interview
Literair archief in de diaspora: de casus-Teirlinck De Lolita-speurtocht leidde het
het Herman Teirlinckhuis. Ook bij
pilootteam door heel Vlaanderen
de erven bevindt zich archiefma-
en bracht onvermoede bewaar-
teriaal, zoals foto’s, notities en
plaatsen en archiefbestanden in
agenda’s die voor de toekom-
beeld. Zoals verwacht, werd niet
stige biograaf ongetwijfeld een
één archief volledig en intact op
schat aan informatie bevatten.
één en dezelfde bewaarplaats
En hoewel de commerciële markt
aangetroffen. Buiten dat een
voor Teirlinck-archivalia beperkt
complete bewaring en overle-
is, bevinden zich diverse losse
vering zo goed als onmogelijk is,
archiefstukken bij verzamelaars.
ook voor de meest goedwillende archiefvormer en professionele
Door zijn lange actieve leven en
archiefinstelling, hebben archie-
zijn vele officiële en officieuze
ven ook nog eens een uitermate
bezigheden is er veel materiaal
hoog entropisch karakter: ze val-
afkomstig van Teirlinck op ver-
len makkelijk uit elkaar en heb-
schillende plekken terechtgeko-
ben vervolgens, als de bestanden
men. Naast het schrijven (van
niet in een veilige en bescher-
onder meer de romans Het ivo-
mende omgeving worden opge-
ren aapje uit 1909, Rolande met
nomen, de neiging steeds ver-
de bles uit 1944 en Zelfportret
der verspreid en versnipperd te
of het galgemaal uit 1955 en
raken totdat de verschillende
het toneelstuk Ik dien uit 1924),
bestanddeeltjes geheel context-
was Teirlinck bedrijvig in tal
loos geworden of zelfs voorgoed
van literaire tijdschriften, waar-
verdwenen zijn. Verhuizing, ver-
onder het befaamde Van Nu &
deling van een nalatenschap,
Straks, en was hij medeoprichter
lucratieve verkoop, ijverige ver-
van de tijdschriften Vlaanderen
zamelaars, desinteresse en ver-
en Nieuw Vlaams Tijdschrift.
waarlozing werken dit in de hand.
Bovendien was hij vanaf 1938
De term ‘afgedwaald archief’ die
directeur aan de Hogere School
wordt gebruikt om de her en der
voor Bouw- en Sierkunsten (nu:
weggefladderde bestanddelen
Ter Kameren) in Brussel en vanaf
of snippers mee aan te duiden,
1920 leraar Nederlands en cultu-
spreekt boekdelen. Zelfs een
reel adviseur aan het Hof onder
hightech en optimaal heuristisch
Leopold III en Boudewijn. In
archivalisch vlindernet vermag
1946 stichtte hij de Studio van
hier weinig tegen. Een goede ver-
het Nationaal Toneel van België
standhouding met erven, verza-
in Antwerpen, nu opgenomen
melaars, veilinghuizen en antiqua-
in de Artesis Hogeschool. Het
riaten wil in de jacht op archief
is maar een greep uit de vele
soms een veel beter wapen zijn,
functies die Teirlinck uitoe-
naast uiteraard een grote dosis
fende. Vanzelfsprekend berust
geluk. Maar ook dan blijft er nog
er archiefmateriaal met betrek-
veel literair-archiefmateriaal bui-
king tot die functies in de res-
ten beeld, vaak voorgoed.
pectieve instellingen, zoals in Ter Kameren en in het archief van het
De casus van schrijver Herman
Koninklijk Paleis.
Teirlinck (1879-1967) is voor de diaspora van (‘literair’) archief
p. 18: Voorplat van de Letterenhuisbrochure 'Zonder jurk niets om te doen opwaaien', 2010 (Letterenhuis). Boven: Handschrift van Paul Snoek (1933-1981), ‘Het is een wonder, zacht en bevreemdend’, 1963 (Letterenhuis). Links onderaan: Louis Paul Boon (1912-1979) in het quizprogramma Het is maar een woord, 1963 (Letterenhuis). Rechts onderaan: Ward Hermans (1897-1992) aan zijn schrijftafel, 1967. Foto: Anton Hardy (Letterenhuis).
De casus-Teirlinck maakt duide-
exemplarisch. Het grootste deel
lijk dat het professionele leven
van zijn schrijversarchief, waar-
van schrijvers vaak uit veel meer
onder brieven en handschriften,
bestaat dan alleen maar het
bevindt zich in het Letterenhuis.
auteurschap. En dat hoe breder
Maar ondanks de indrukwek-
de waaier van functies, enga-
kende omvang zijn er diverse
gementen en nevenactivitei-
lacunes. Zo wordt er een en ander
ten, hoe groter de kans op — of
bewaard in het gemeentearchief
de zekerheid van — een soms
van Teirlincks toenmalige woon-
verregaande versnippering van
plaats Beersel-Lot — archiefmate-
literair-archiefbestanden.
riaal dat werd overgedragen door
META 2011 | 2 |
19
artikel
Archief en Democratie De eerste virtuele tentoonstelling van het Rijksarchief
Geertrui Elaut, Algemeen Rijksarchief
Eind november 2009 trad ook het Rijksarchief het digitale tentoonstellingstijdperk in. Met ‘Archief en Democratie’ ging een drietalige (Nederlands, Frans, Duits) educatieve en virtuele tentoonstelling online. De website http://www.archief-democratie.be wil de bezoeker in eerste instantie bewust maken van het feit dat archieven een reële maatschappelijke functie hebben en een degelijk archiefbeleid een absolute voorwaarde is voor elke moderne democratie. Deze boodschap werd verpakt in talrijke interacties en animaties, foto’s en filmpjes, en last but not least een reeks archiefdocumenten.
De homepage van de A&D-website.
Waarover gaat ‘Archief en Democratie’? Archieven vormen een actieve graadmeter van de democratie, en zijn geen passieve ondersteuning ervan. De mate van raadpleegbaarheid van archief is recht evenredig met het democratische gehalte van de samenleving die het archief in kwestie bewaart. De consequenties van deze stelling zijn niet gering. Ze zorgen voor een dubbelzijdige verantwoordelijkheid. Archieven zijn in deze optiek niet langer louter bewaarinstellingen, maar hebben een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen. De 2 0 | META 2011 | 2
wetgevende en de uitvoerende macht moeten er binnen een democratie voor zorgen dat archieven voldoende middelen hebben om deze missie waar te maken. Dat het aan financiële middelen vaak ontbreekt, hoeft geen betoog. Toch gaat de archiefwereld de uitdaging aan, en wordt de laatste jaren veelvuldig gepubliceerd en gedebatteerd over het verband tussen archief en democratie in ruime zin. Het komt letterlijk aan bod in de beginselverklaring van de International Council on Archives (ICA): “archives are fundamental to democracy, accountability and good
vele interpretaties toelaten. Het was dus zaak enkele duidelijk afgelijnde thema’s te bepalen. Exhaustief zijn, is in deze materie onmogelijk. We beperkten ons tot vier grote thema’s, die we verwerkt wilden zien in de website A&D.
Het eerste thema, ‘Archief ten dienste van burger en samenleving. Toegang & transparantie’, focust op de algemene relatie tussen archief en burger/samenleving. Het belang van archieven voor de rechten bewijszoekende burger is daarbij een eerste belangrijk aspect. De burger die recht heeft op openbaarheid van bestuur en die zijn overheid via archieven ter verantwoording kan roepen, botst echter vaak op archiefbestanden die om allerlei redenen slechts beperkt of zelfs helemaal niet toegankelijk zijn. Nochtans is openbaarheid van bestuur een grondrecht en een essentiële voorwaarde om van een ‘moderne democratie’ te kunnen spreken. Openbaarheid van bestuur maakt controle van de burger op de overheid governance.” Exemplarisch is mogelijk. Controle betekent ook de slagzin van de National dan niet enkel retrospectief bepalen wat slecht gefuncArchives in de Verenigde Staten: “Democracy starts tioneerd heeft, maar betekent ook nagaan wat vatbaar here.” is voor verbetering. Het gaat Met het project ‘Archief en om een actief proces dat de Democratie’ wil ook het betrokkenheid van de burBelgisch Rijksarchief zijn ger bij het bestuur verhoogt. g e b r u i ke r s / l eze r s / b ezo e - Gebrekkige archiefzorg kan in kers aanzetten tot reflectie dit opzicht beschouwd worover het belang van archie- den als een gebrek aan resven voor een democratische pect voor de burger. Slecht samenleving. Daarnaast is het dossierbeheer maakt de controle op het overheidshandeproject een opportuniteit om len immers feitelijk onmogelijk. de werking van het Belgisch Rijksarchief in maatschappeVolgende stap is dat controlijk perspectief te plaatsen. lemechanismen maar waarde Zowel ‘archief’ als ‘democra- hebben als ze op authentie’ zijn ruime begrippen die tieke bronnen gebaseerd zijn.
artikel
Montage van foto’s uit individuele vreemdelingendossiers, die een schat aan informatie voor onder meer de migratiegeschiedenis vormen, maar waarin je ook op zoek kunt gaan naar info over je geïmmigreerde grootvader, tante enz. Brussel, Algemeen Rijksarchief, Bestuur Openbare Veiligheid, Dienst Vreemdelingenpolitie.
Archieven staan als primaire bronnen garant voor deze authenticiteit. Een bewijs- en/ of rechtzoekende burger kan er zijn rechten mee afdwingen, nagekomen verplichtingen aantonen enz. De overheid kan langs haar kant via archieven verantwoording afleggen over haar beleid, een principe dat niet in de tijd beperkt mag zijn. Een democratische overheid moet er dus voor zorgen dat haar archieven toegankelijk, beschikbaar, volledig, leesbaar en raadpleegbaar zijn. Tegelijk moeten de persoonlijke levenssfeer en de nationale veiligheid gerespecteerd worden, zodat soms beperkende bepalingen van openbaarheid gelden, zonder dat evenwel informatie mag worden vernietigd. Als er in deze kwestie al een evenwicht bereikt wordt, is het vaak broos en wankel. Een volgend thema is ‘Archief en democratie in gevaar’ worden gevat. Het stelt de invloed van oorlog, dictatuur, regimewissels en rampen op archieven centraal: stuk voor stuk elementen die in de eerste plaats een bedreiging vormen voor de democratische rechtstaat, maar ook een rechtstreekse
invloed hebben op de archieven die in de staat in kwestie worden bewaard. Een bedreiging van de democratische fundamenten van een samenleving gaat immers doorgaans gepaard met een bedreiging van de overheidsarchieven van deze samenleving. Dat archieven in oorlogssituaties een cruciale rol kunnen gaan spelen in machtsstrategieën allerhande is duidelijk. Zo werd in eigen land tijdens de Tweede Wereldoorlog archiefroof gepleegd door de Duitse bezetter. Ook de toenmalige opmaak van het Jodenregister door de (Belgische) gemeentelijke overheden op bevel van de bezetter geeft aan hoe archieven misbruikt kunnen worden in tijden van oorlog. Daarnaast kunnen archieven aan fysiek oorlogsgeweld ten prooi vallen: bombardementen, brandstichting enz. Een hedendaags voorbeeld is de situatie in Irak. In 2003 werd daar het gebouw dat de nationale bibliotheek en archief huisvestte, getroffen door brand, werden de bureaus van de ministeries van de Iraakse overheid — gevuld met administratieve archieven — gebombardeerd en geplunderd en werden tal
van culturele instellingen over het hele land verwoest.
rechten en de vrijheid van de burger in gevaar komen.
We staan ook stil bij het effect van een dictatoriaal of repressief beleid op het archief van de samenleving in kwestie, en bij de rol van archieven bij de overgang van dictatuur naar democratie. Informatie en macht gaan hand in hand, zoals de bespreking van de omgang met archieven in oorlogssituaties al duidelijk maakte. Kenniscentra zoals archieven kunnen als strategisch machtsmiddel worden ingezet. Repressieve regimes vormen vaak ontzettend veel archief, dat vervolgens als onderdrukkingsmechanisme wordt misbruikt. Het zijn meestal zeer bureaucratische en zeer controlerende systemen, waarin het uitvoeren van elk bevel goed moet worden gedocumenteerd. Het Stasi-archief van de voormalige Duitse Democratische Republiek vormt hier een ‘mooi’ voorbeeld van. Het spreekt voor zich dat indien archieven als machtsmiddel worden ingezet, waarden en principes van de democratische rechtstaat zoals transparantie, toegankelijkheid, verantwoording, verantwoordelijkheid en respect voor de
Wat de rol van archieven in democratiseringsprocessen betreft, stelt men vast dat wanneer repressieve regimes worden opgedoekt, de eerste reactie er vaak in bestaat, de sporen van het (onaangename) verleden uit te wissen en met een nieuwe lei te beginnen. Gelukkig zijn binnen de archivistische wereld waakhonden actief om dit te voorkomen. Archieven kunnen er immers toe bijdragen recht te laten geschieden. Na het verdwijnen van een repressief regime is de aanwezigheid en raadpleegbaarheid van authentieke archiefdocumenten gevormd door dat regime van cruciaal belang voor de wederopbouw van of overgang naar een democratische samenleving. Maar ook bij minder spectaculaire politieke omwentelingen zoals staatshervormingen is extra waakzaamheid geboden, opdat archieven correct in de nieuwe structuren geïntegreerd worden, niet verloren of beschadigd raken in de chaos van het moment. Bij de overdracht van bevoegdheden zijn duidelijke afspraken nodig
META 2011 | 2 |
21
artikel
Fiche uit Jodenregister. Brussel, Joods Museum van België.
tussen rechtsvoorgangers en rechtsopvolgers, opdat ook in de toekomst de archieven volledig toegankelijk blijven voor de burger. Tot slot zijn archieven onderhevig aan bedreigingen waar de mens geen schuld aan heeft. Anticiperen kan en moet echter wel. Want calamiteiten kunnen evenzeer catastrofes aanrichten voor het collectieve en individuele geheugen. ‘Archief en mensenrechten’ vormt thema drie. Binnen het ruime mensenrechtendebat neemt, parallel met het groeiend belang van het internationaal strafrecht, de bewustwording rond de essentiële rol van archieven als bewijsmateriaal een steeds hogere vlucht. Over het algemeen beschikken schenders van de mensenrechten over veel invloed, macht en/of gezag en zijn ze zich bewust van het verboden karakter van hun daden. Ze beseffen dat ze er mogelijk ooit verantwoording over zullen moeten afleggen. Bijgevolg vermijden ze in de mate van het mogelijke geschreven communicatie en besteden ze veel zorg aan het vermijden van sporen die in hun richting kunnen wijzen. Dodelijke slachtoffers worden opgelost in een zuurbad, verbrand 2 2 | META 2011 | 2
De kadering van het laatste thema, ‘Archief en collectieve identiteitsopbouw’, binnen het algemene onderwerp ‘Archief en Democratie’ behoeft wat meer uitleg. Democratie is een ideaal waarvan de realisatie via democratisering dichterbij komt. Of nog: democratie is een toekomstgericht project, is steeds in ontwikkeling. Een samenleving kan echter pas vooruit kijken als het verleden een plaats heeft, als ze kan buigen op een integer geheugen, zodat op een organische manier een collectieve identiteit kan worden gevormd. Archieven vrijwaren dit recht op een eigen geschiedenis en staan mee garant voor het geheugen van de samenleving. Al kunnen we ‘hét geheugen’ best tussen aanhalingstekens plaatsen. Waar enkel op de grootste gemene deler wordt gefocust, dreigt immers manipulatie en/of revisionisme. We besteedden ook aandacht aan de archieven van minderheden in een samenleving. Nog al te vaak gaat hier veel te weinig structurele aandacht naartoe zodat deze groepen tussen de mazen van het net (dreigen te) vallen wat collectieve identiteitsopbouw en overlevering betreft.
of begraven in verborgen massag raven. Overlevenden of familieleden van slachtoffers hebben doorgaans de tegenovergestelde reactie en gaan op zoek naar sporen van het onrecht. Meestal zijn die niet klaar en duidelijk terug te vinden, maar gaat het om subtiele aanwijzingen in administratieve rondzendbrieven, briefwisseling, verslagen van vergaderingen of ontmoetingen, rekeningen, reispassen, agenda’s, wetteksten, krantenartikels, radio- of televisie-uitzendingen enz. Zonder archivering van deze bronnen zouden de slachtoffers Waarom en voor wie? en hun familie nergens staan. Tot daar de grote thema’s die Archieven spelen een cruciale het Rijksarchief in het project rol om het bewijs van de feiten ‘Archief en Democratie’ wilde te leveren, om de aansprake- verwerken. We zijn immers lijkheid voor gepleegde mis- overtuigd dat we als archiefindrijven vast te stellen en om stellingen niet alleen moeten de rechten van de slachtoffers zorgen dat ons publiek veren hun familie op eerherstel of trouwd raakt met de waardeschadevergoeding te onder- volle bestanden die we bewasteunen. ren, maar dat we er eerst en vooral voor moeten zorgen dat De interesse binnen de archief- de waarde van archieven an wereld voor zijn rol in het men- sich voor een democratische senrechtendebat is te koppelen samenleving (h)erkend wordt. aan de geopolitieke ontwikkelingen die zich in de jaren We waren ons ervan bewust zeventig, tachtig en negentig dat A&D geen evident thema van de vorige eeuw hebben is om behapbaar te maken voorgedaan. Steeds blijken voor een niet-gespecialiseerd archieven een aanzienlijke rol publiek. Om hierin te kunnen te spelen bij de transformatie slagen, zouden we veel aannaar grotere transparantie en dacht, tijd en middelen in de (pogingen tot) herstel van het vorm moeten steken. Virtueel geleden onrecht. gaan leek ons de beste optie.
Het Rijksarchief wilde met deze tentoonstelling niet de geschiedenis van de democratie vertellen, geïllustreerd aan de hand van archiefdocumenten. Wél wilden we bewustwording creëren rond het belang van archieven voor een moderne democratie. Dit rijke en veelzijdige onderwerp leek ons moeilijk in een klassieke tentoonstelling te gieten. Maar er waren nog andere redenen om virtueel te gaan.
“Archieven moeten hun rol als kenniscentrum actief gaan uitdragen en zich daarbij rechtstreeks tot burger en maatschappij richten.” De functie van archieven is de laatste decennia ernstig gewijzigd. Archieven moeten hun rol als kenniscentrum actief gaan uitdragen en zich daarbij rechtstreeks tot burger en maatschappij richten. In deze context is de ontwikkeling van een interactieve omgeving waarin informatie-, kennis- en cultuuroverdracht centraal staan, cruciaal. Met de realisatie van een interactieve virtuele tentoonstelling sluit het Rijksarchief zich aan bij deze internationale tendens. De keuze om virtueel te gaan, heeft ook te maken met de doelgroep die we met dit project voor ogen hadden: jeugd en onderwijs, en meer specifiek de derde graad van het secundair onderwijs. Nadat het in de jaren negentig een tijdlang over een educatieve dienst beschikte, wilde het Rijksarchief met A&D opnieuw het onderwijs bereiken, weliswaar in een intussen sterk veranderende context. We willen jongeren bewust maken van het belang van archieven, voor de democratie, voor de samenleving, en voor ieder van ons. Deze boodschap is tegelijk de rode draad doorheen de A&D-website.
artikel
Overleg met de pedagogische sector en onze eigen ervaring leerde dat het steeds moeilijker wordt scholen naar Brussel te krijgen voor een klassieke archieftentoonstelling. Bovendien worden op het gebied van scenografie en interactiviteit vandaag de dag aan tentoonstellingen steeds zwaardere eisen gesteld, die om zeer hoge budgetten vragen. Als scholen niet meer of moeilijker tot bij ons geraakten, moesten wij dus naar de scholen toe. Dat de Europese Commissie en de Vlaamse en Franstalige onderwijsministeries aandringen op de implementatie van informatie- en communicatietechnologie in andere lessen dan het vak informatica, betekent een mooie ruggensteun voor het project. De expo wil een wetenschappelijk en educatief verantwoord product zijn, dat dus speciaal is geconcipieerd om jongeren aan te spreken: online, interactief (met doe-opdrachten en een ‘test je kennis’- of quizluik), sterk visueel. Leerkrachten kunnen zich inloggen om extra info, lesopdrachten, lessuggesties enz. op te roepen.
De lancering De lancering van de virtuele tentoonstelling op 25 november 2009 ging gepaard met een studiedag in de Senaat. Zo kreeg het project de nodige naambekendheid, maar grepen we tevens de kans het onderwerp ‘Archief en Democratie’ ook vanuit een meer academische invalshoek te bekijken. 1 Op de studiedag stelden keynotesprekers uit archiefwereld, politiek, onderwijs, universiteitswezen e.a. het belang van archieven voor een democratie centraal. Daarnaast ging specifieke aandacht uit naar de relatie tussen archiefinstellingen en de onderwijswereld. De leerkrachten die aan het debat deelnamen, vonden de idee van een virtuele tentoonstelling van archiefmateriaal
als aanvulling op handboe- Een jaar later ken en bronnenboeken zeer Met projecten zoals ‘Archief positief, op voorwaarde dat en Democratie’ slaat het ze een meerwaarde betekent. Rijksarchief nieuwe wegen in. Ook kunnen virtuele projecten Maar vernieuwing heeft pas een bezoek aan een archief- zin als ze kwalitatief hoogdienst niet zomaar vervan- staand is en haar doel bereikt. gen. Probleem is echter dat Een kritische evaluatie dringt de communicatielijnen tussen zich dus op. archieven/erfgoedsector en het onderwijsveld niet altijd De eerste resultaten van een optimaal open staan. Debaters tevredenheidonderzoek bij vanuit de universiteitswereld leerkrachten naar de website (vakdidactici) wezen op het 'Archief en Democratie', zijn belang van archieven in de positief. Toch zijn dergelijke geschiedenisles als aanvul- projecten voor het Belgisch ling van/correctie op vige- Rijksarchief geen evidentie. rende concepten van erfgoed- Zo hebben we geen educaen herinneringseducatie. De tieve dienst. Het is de afdeling rol van archieven in de ken- Communicatie — die verantnismaking van leerlingen met woordelijk is voor valorisatiewetenschappelijke praktijken projecten in het algemeen — werd ook aangestipt. die de beperkte educatieve projecten van het Belgisch Rijksarchief op zich neemt. De opbouw van de Een structurele inbedding ontwebsite breekt vooralsnog. De tentoonstelling/website werd in verschillende lagen Een bijkomende moeilijkopgebouwd. De eerste en heid is dat leerkrachten of meest toegankelijke laag is een zeer visuele, interac- de onderwijswereld in het tieve en narratieve laag die algemeen zeer moeilijk te de gebruiker op een laag- bereiken en te sensibilisedrempelige manier — via pre- ren zijn. Leerkrachten worview-animaties — een speelse den in België geconfronteerd met een enorm aanbod aan introductie geeft op de drie centrale modules: Archief ≠ projecten en opvallen in de oud papier; Geen democra- massa wordt alsmaar moeitie zonder archief!; Archief lijker, zeker wanneer het budb e d re i g d = d e m o c rat i e get voor promotie beperkt bedreigd. Elke module bevat is. Willen we projecten zoals diverse subthema’s, waarvoor ‘Archief en Democratie’ conde bezoeker moet doorklikken. solideren binnen de werking van het Rijksarchief, dan moeten meer structurele samenDe tekstblokken werden beperkt in omvang gehou- werkingsverbanden met het den om de aandacht van de onderwijsveld worden aangebezoeker actief gaande te gaan. houden, en werden met zeer concrete voorbeelden gestof- > http://www.archief-democratie.be feerd. De kern van de website > Een uitgebreide versie van dit artikel wordt gevormd door tientalkunt u lezen op htp://www.vvbad.be/ len archiefdocumenten die elk meta (sub)thema illustreren en het geheel tot leven wekken. Het Rijksarchief verkoos bewust de archiefdocumenten niet statisch in een fotogalerij te tonen, maar — integendeel — 1 Die dag werd eveneens een vakinteractieve toepassingen te technische publicatie voorgevoorzien. Een vast parcours steld: Archief en Democratie. Een werd niet voorzien. Per bibliografische inleiding, Algemeen module kan de gebruiker ten Rijksarchief, Brussel, 2009 slotte zijn kennis testen met (Miscellanea Archivistica Manuale een quiz. 60) - auteur: G. Elaut.
Archief en democratie ‘Archief en democratie’ is een titel die op het eerste zicht een beetje overweldigt. Hij wekt immers het vermoeden van zware, moeilijk verteerbare kost. De boodschap van dit verhaal is dan ook niet niks: “De mate van raadpleegbaarheid van archief is recht evenredig met het democratische gehalte van de samenleving die het archief in kwestie bewaart.” Zonder twijfel een belangrijk en boeiend verhaal, maar daarom nog niet makkelijk te verkopen aan een breed publiek. De makers van deze website waren zich duidelijk bewust van dit gegeven en hielden het wellicht van bij de start van het project in hun achterhoofd. De belangrijkste doelgroep, leerlingen en leerkrachten van het secundair onderwijs, werd niet uit het oog verloren. De materie werd ‘vertaald’ en ‘hapklaar’ gemaakt, niet enkel voor internet maar ook voor een jeugdig publiek. Korte teksten, veel beeldmateriaal, veel interactie. De kwaliteit van de teksten, de goed gekozen voorbeelden en de link met de actualiteit maken het geheel aantrekkelijk zonder dat het oppervlakkig wordt. Wellicht kan het eindresultaat niet enkel leerlingen en leerkrachten bekoren, maar ook een veel grotere groep van historisch geïnteresseerden. In welke mate dit publiek op de hoogte is van het bestaan van de site, is moeilijker in te schatten. Samenwerking leidt vaak tot bekendmaking en mondtot-mondreclame. En hoewel rekening werd gehouden met de verwachtingen van het onderwijs, is er nergens een colofon terug te vinden met vermelding van meedenkende en -werkende scholen, hogescholen en/of universiteiten. Eerder lijkt dit alles een huzarenstukje van een hardwerkende medewerkster van het Rijksarchief. Een goede communicatie was en is dus onontbeerlijk, want het zou bijzonder jammer zijn als dit mooie project de verdiende aandacht mist. Ina Verrept, Erfgoedcel Brugge
META 2011 | 2 |
23
signalement
Openbare Bibliotheek Brugge: groter frisser anders Op 11 januari opende Hoofdbibliotheek Biekorf opnieuw haar deuren na een opknapbeurt. Groter De hoofdbibliotheek is 360 vierkante meter groter geworden, waardoor kranten en tijdschriften lezen of surfen op internet voortaan kan in de lounge van de bibliotheek. De bib telt nu meer pc’s met toegang tot internet en biedt binnenkort ook draadloos internet aan. Frisser Hoofdbibliotheek Biekorf kreeg een andere vloerbekleding, nieuwe balies, extra boekenrekken en meubilair. De rekken werden ook anders opgesteld en hier en daar kwam er een likje verf bij kijken.
2 4 | META 2011 | 2
signalement
Anders De hoofdbibliotheek ziet er niet alleen anders uit, ze werkt ook anders. RFID werd geïnstalleerd. Alle transacties gebeuren via de e-ID (of kids-ID) die de vertrouwde bibliotheekpas vervangt. Wie niet over een e-ID beschikt, krijgt een smartcard. Nieuw in de collectie zijn Fundels, speelfilms op Blu-ray en sprinterdvd’s. Na het betalen van lidgeld, kunnen alle materialen gratis uitgeleend worden. De openingstijden werden uitgebreid. Openbare Bibliotheek Brugge • Kuipersstraat 3 • 8000 Brugge Catalogus: http://www.brugge.be/cabrio Website: http://www.brugge.be/bibliotheek Foto's: Jan Termont
META 2011 | 2 |
25
etalage
Openbare Bibliotheek Hove Rita Machiels en Jos Massy
In deze rubriek staat elke maand een team in de kijker. Deze keer mag de Openbare Bibliotheek van Hove zich voorstellen. Het is mooi dat ook kleinere bibliotheken zich via META kunnen presenteren aan de collega’s. Hove is een klein dorp met ongeveer 9000 inwoners, gelegen tussen Antwerpen en Mechelen. De bibliotheek werkt op een niet-alledaagse manier. De leiding van onze bib berust bij twee bibliothecarissen, elk met een deeltijdse opdracht. Over die samenwerking is goed nagedacht en overlegd zodat er niet in elkaars vaarwater wordt gekomen. Natuurlijk heeft elk van de twee zijn of haar dada’s maar tot hiertoe, toch al meer dan vijf jaar, verloopt alles vrij rimpelloos. Door een gelukkig toeval, misschien hebben we het geluk een handje geholpen, is ons bibteam samengesteld uit enthousiaste en gedreven mensen die er echt willen voor gaan. Het klinkt een beetje hoogdravend maar zo is het wel. Dit maakt het wel mogelijk om zonder veel problemen nieuwe technologieën en projecten in te voeren. We hebben een (te) klein aantal vaste medewerkers en werken daarom met vrijwilligers die zonder onderscheid volledig in onze groep zijn opgenomen. Onze medewerkers hebben, buiten de initiatiecursus en zoals praktisch overal in Vlaanderen, geen specifieke bibliotheekopleiding genoten. De medewerkers benadrukken steeds dat het zeer prettig werken is in onze bib, daarom hebben we geen al te groot personeelsverloop met als bonus dat we medewerkers hebben met jaren bibliotheekervaring. Vanzelfsprekend volgen onze medewerkers de nodige opleidingen en bijscholingen om echt up-to-date te blijven.
V.l.n.r.: Jos Massy, Rita Machiels, Yvette Van De Weyer, Jacqueline Nolmans, Gerd Bridts.
Bijna de helft van de bevolking is lid van de bibliotheek. Het zijn wel vrij kritische en veeleisende klanten die zeer goed mee zijn met de huidige informatietechnieken. We trachten dan ook een perfecte service aan te bieden en maken er een punt van dat iedere klant op de best mogelijke manier wordt geholpen. Onze uitleen gebeurt met RFID-technologie, zodat we al onze tijd en energie aan onze klanten kunnen besteden.
Veeleisend publiek Hove is een residentiële gemeente zonder industrie en behoort tot de top vijf van de gemeenten in België bewoond door een bevolking met een zeer hoog belastbaar inkomen. In Hove hebben wij te maken met een groot percentage van hoog opgeleide mensen. Dit demografisch gegeven heeft natuurlijk zijn consequenties. We werken voor een vrij homogeen publiek dat zeer goed op de hoogte is van het bestaan van de bibliotheek en er dan ook vrij veel gebruik van maakt. 2 6 | META 2011 | 2
Speciale doelgroepen (migranten, kansarmen enz.) zijn in Hove quasi onbestaande. We kunnen ons daarom ook meer concentreren op senioren, moeilijker bereikbare jongeren enz.
Bibkwintet We maken ook deel uit van het Bibkwintet, een samenwerkingsverband tussen de bibliotheken van Hove, Edegem, Kontich, Lint en als nieuw lid sedert 2011 de bib van Boechout. Ons eerste wapenfeit
dateert van 2004. Op gezette tijden worden er door ons activiteiten georganiseerd voor verschillende doelgroepen. Onze projecten worden gesubsidieerd door de Provincie Antwerpen. De meer gestructureerde samenwerking naar collectievorming enz., al dan niet gesubsidieerd, is aan het groeien. We denken natuurlijk na over de toekomst van de openbare bibliotheek werkend in het digitale tijdperk maar evenzeer in een wereld in crisis. Wat is de toekomst van het boek? Gaat de nieuwe generatie e-readers op termijn het boek op zich verdringen? Wat is de toekomst van digitale beelddragers versus films on demand via de kabel? Blijft de overheid het bestaansrecht van openbare bibliotheken erkennen en financieel waarderen in deze moeilijke tijden? > http://www.bibkwintet.be
inzet
Carol Vanhoutte:
Een wereld vol verwondering Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? Ik ben vrij nieuw in de sector en pas sinds eind 2009 actief bij de VVBAD. Aangezien ik pas begin mei 2008 bibliothecaris van de Openbare Bibliotheek Kortrijk ben, had ik nood aan het uitbouwen van een netwerk in de bibliotheekwereld en het culturele werkveld. Via de VVBAD kwam ik in contact met diverse bibliothecarissen en leerde ik wat er leefde in de sector. Dit was voor mij de ideale manier om via collega-bibliothecarissen de nodige expertise te ontwikkelen. Op welke vlakken ben je vooral actief? In Kortrijk zijn we volop bezig met de verfijning van ons concept van de ‘bibliotheek van de toekomst’, een beleefbibliotheek waar naast het luik levenslang leren, de beleving centraal zal komen te staan. Ik ben er stellig van overtuigd dat samenwerken met andere actoren, zowel culturele organisaties als de (kunst)onderwijssector, voor een breder draagvlak en een andere dynamiek zorgt. Dit was immers ook de bedoeling van het Decreet Lokaal Cultuurbeleid, niet? Welk thema ligt je na aan het hart? De vele uitdagingen voor de openbare bibliotheeksector volg ik met grote aandacht, vooral het hele vraagstuk rond visieontwikkeling. Welke rol kan een openbare bibliotheek voor de gemeenschap spelen in een steeds verder digitale wereld en welke impact heeft deze evolutie op de jobinhoud en de competenties van bibliotheekmedewerkers? Op welke verwezenlijkingen ben je trots? Ik ben nog niet zo lang actief binnen de bibliotheeksector, dus van grote verwezenlijking kan ik nog niet spreken. Dat zou naar mijn aanvoelen ook ongepast zijn.
"Voor mij is het duidelijk dat in een wereld waar we verdrinken in informatie en hunkeren naar kennis, de bibliotheek een belangrijke rol te spelen heeft."
De plannen voor een nieuwbouw voor de nieuwe Openbare Centrale Bibliotheek in Kortrijk, onze BIBLLL, laten ook nog even op zich wachten. Maar dit wil niet zeggen dat wij stilzitten en afwachten. De Openbare Bibliotheek van Kortrijk was bij mijn aankomst aan het experimenteren met Web 2.0-activiteiten. De keuze om hierop in te zetten en dit als belangrijk extern communicatiemiddel te gebruiken, is niet ongemerkt gebleven. Ik ben dan ook enorm trots dat ons team eind vorig jaar de prijs van de vakjury heeft gewonnen op de Vlaamse Bib Web Awards. Een duidelijk signaal om hierin verder te investeren. Wat haal je er voor jezelf uit, zowel persoonlijk als professioneel? In de inkomhal van onze bibliotheek staat in grote letters “de wereld van verwondering” te lezen. Al vanaf mijn eerste werkdag in de bibliotheek sta ik met verwondering, of beter met bewondering, te kijken naar de sector. Een bibliotheek is inderdaad heel wat meer dan een winkel waar je boeken kan lenen en waar je in stilte kan lezen. De expertise, de omgang met klanten, de raakvlakken met onderwijs en welzijn, een hefboom voor integratie… Ik kan er maar niet genoeg van krijgen! Ook de uitdagingen en de snelle veranderingen van de sector zelf, boeien mij enorm. De bibliotheeksector is bovendien een sector die zichzelf durft in vraag te stellen. Voor mij is het duidelijk dat in een wereld waar we verdrinken in informatie en hunkeren naar kennis, de bibliotheek een belangrijke rol te spelen heeft. De talloze investeringsprojecten in nieuwe bibliotheken onderschrijven dit enkel maar. Wat zou je in de toekomst nog graag willen doen binnen de vereniging? Het zou ongepast zijn, gezien mijn
beperkte ervaring in de sector, om onmiddellijk grote veranderingen aan te kondigen. De vereniging is immers voor veel collega’s een gevestigde waarde. De VVBAD moet een vinger aan de pols blijven houden in een snel veranderende maatschappij. Dit kan alleen door medewerking van mensen uit het werkveld, bibliothecarissen en informatiedeskundigen. En met een open geest natuurlijk. Aan de andere kant zullen de veranderingen zich sowieso opdringen door technologische, maatschappelijke en socio-economische evoluties. De resultaten van de Participatiesurvey van 2009 in opdracht van de Vlaamse Overheid zijn hiervan een voorteken. De openbare bibliotheek zal volgens mij genoodzaakt worden om nog intenser met andere partners samen te werken. Een uitdaging waar volgens mij ook de vereniging de komende jaren zal voor staan. Hoe heb je de vereniging zien evolueren? De vereniging streeft de laatste jaren naar een dynamischer en moderner imago. META, tijdschrift voor bibliotheek & archief is een duidelijke stap in die richting. Het zou leuk zijn moest deze dynamiek een aantal geïnteresseerde collega’s over de streep halen om actief mee te werken en zo een bijdrage te leveren aan de sector. Dit is dus een warme oproep naar geïnteresseerde collega’s…! Wat heeft de vereniging volgens jou al kunnen verwezenlijken? De organisatie van Informatie aan Zee en de verschillende studiedagen zijn vaste waarden. De VVBAD wordt ook als gedegen gesprekspartner op beleidsniveau betrokken. De competentieprofielen, en nog recenter de bijdrage bij het tot stand komen van het Archiefdecreet zijn hier een duidelijk bewijs van. (JH)
In deze rubriek brengen we eerbetoon aan een bijzonder lid binnen de VVBAD. Carol Vanhoutte is bibliothecaris in de Openbare Bibliotheek Kortrijk. Sinds dit jaar is ze ook voorzitter van de sectie Openbare Bibliotheken bij de VVBAD.
META 2011 | 2 |
27
Over de grens
De sectie Openbare Bibliotheken van Mexico Helen Ladrón de Guevara Cox, Asociación Mexicana de Bibliotecarios
We geven het woord graag eens aan collega’s in het buitenland. betere openbare bibliotheken door colBinnen de nationale Mexicaanse bibliothecarissenvereniging is lega’s van over de hele wereld. nog maar net een sectie Openbare Bibliotheken opgericht. Wat zijn de belangrijkste bestaansredenen ervan? Hoe verloopt de Mexicaans netwerk ledenwerking en kan de samenwerking met andere belangheb- Afgezien van de zonet vermelde factoren, bende partijen de democratie versterken en de levenskwaliteit en meteen ook de belangrijkste beweegreden ervoor, betekende meewerken aan van de burgers van het land verbeteren? Mexicaanse Bibliothecarissenvereniging De Asociación Mexicana de Bibliothe carios, A.C. (AMBAC) is de grootste en tevens oudste bibliotheekvereniging in Mexico. Ze werd in 1924 opgericht als de Vereniging van Mexicaanse Bibliothecarissen en in 1965 omgevormd tot de Mexicaanse Vereniging van Bibliothecarissen, Privaatrechtelijke Vereniging. Het ledenaantal van deze non-profitorganisatie schommelt tussen de 300 en de 400. De leden zijn werkzaam in allerhande soorten bibliotheken, maar van oudsher komen de meeste uit wetenschappelijke bibliotheken. Toen tijdens de werkjaren 2007-2008 en 2008-2009 ernaar gestreefd werd de organisatie te verstevigen, werd er aan gedacht een aantal secties op te richten, waaronder de sectie Openbare Bibliotheken (SOP). De raad van bestuur van AMBAC zocht daarom begin 2009 een professionele bibliothecaris aan om voorzitter te worden van SOP, en stelde die nadien ook als zodanig aan. Voor het opstarten van de sectie moest eerst op zoek gegaan worden naar leden die de kwaliteiten en de ervaring hadden om als lid van het bestuur (Mesa Directiva) van SOP te kunnen worden benoemd. In 2009 verzette het SOP-bestuur maandenlang heel wat werk op het terrein en achter de schermen. Het SOP-bestuur stelde de sectie al voor tijdens een aantal nationale bibliothecarissencongressen. Momenteel wordt er gewerkt aan het strategisch plan 2011-2014 dat moet zorgen voor groei en bestendiging van de sectie. Het volledige sectiebestuur bestaat uit een voorzitter, een ondervoorzitter, een algemeen secretaris, een penningmeester-coördinator, een vormingsen opleidingsverantwoordelijke, een 2 8 | META 2011 | 2
verantwoordelijke voor wetgeving en standaarden, een publicatieverantwoordelijke, een verantwoordelijke voor public relations en marketing en een historicus. Deze basisstructuur kan worden aangepast aan de noden van de sectie.
Missie en visie Volgens de missie, zoals vastgelegd in het tweejarenplan 2009-2010, is het de bedoeling dat de sectie via het organiseren van projecten, programma’s en kwaliteitsvolle activiteiten fungeert als een vaste schakel tussen bibliothecarissen en andere partijen die belang stellen in de dienstverlening door openbare bibliotheken. Op die manier kan men tegemoet komen aan de noden en de belangen van bibliothecarissen, wat de openbare bibliotheken uiteindelijk ten goede zal komen in de vorm van ontwikkeling, promotie en de democratisering van de toegang tot informatie.
Inspiratiebronnen De sectie kent heel wat inspiratiebronnen. Bijvoorbeeld de reglementen, de missie en de visietekst van AMBAC. Daarnaast zijn er mondiale inspiratie bronnen en voorbeelden, zoals de Management and Administration of Library Associations en de Public Libraries Section van IFLA, het gebrek aan algemene erkenning in de samenleving voor de rol van de openbare bibliothecaris en de nood om het imago van de professionele openbare bibliothecaris en zijn medewerkers te verbeteren. Tot slot haalden we ook inspiratie uit artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (VN), de Public Library Association van de Amerikaanse bibliothecarissenvereniging ALA, de VN-millenniumdoelstellingen (2000), het IFLA/UNESCO-Manifest over de openbare bibliotheek en uit het streven naar
de sectie een uitgelezen kans om op diverse manieren samen te werken met openbare bibliothecarissen in het land (met inbegrip van het door de nationale raad voor kunst en cultuur (CONACULTA) ondersteunde Mexicaanse nationale netwerk van openbare bibliotheken.) Het gaat om het belangrijkste netwerk van openbare bibliotheken uit de moderne geschiedenis van Mexico, gekopieerd op het netwerk dat in de jaren twintig door de Mexicaanse minister van Onderwijs, Jose Vasconcelos, werd uitgebouwd. Volgens gegevens van juni 2010 bestaan er verspreid over het gehele land 7296 openbare bibliotheken met een capaciteit van 37.910.823 boeken en 12.500 personeelsleden. Het is belangrijk te vermelden dat er in het land ook onafhankelijke openbare bibliotheken bestaan. Om die in kaart te brengen en om er een zekere professionele relatie mee uit te bouwen, moet nog onderzoek verricht worden.
Thematische accenten van de sectie Het actieplan van de sectie is opgebouwd rond elf thematische accenten. Die zijn opgenomen in de tweejaarlijkse programma’s en in het strategisch plan voor de periode 2009-2014 1. Elk jaar worden prioriteiten vastgelegd, met inachtneming van de continuïteit en de belangrijkste thema’s. Dit zijn de elf thematische accenten: 1. Bevorderen van gelijke toegang tot bibliotheken aan alle burgers. 2. Bevorderen van de rol van de openbare bibliotheken in de samenleving. 3. Verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening van openbare bibliotheken, zowel door gebruik te maken van standaarden en richtlijnen als door het vastleggen en verspreiden van best practices uit de bibliotheekwereld. 4. Verdedigen van het belang van vorming en professionele ontwikkeling
over de grens
van bibliothecarissen en bibliotheekmedewerkers. 5. Verdedigen van de rol van de openbare bibliotheek in de democratisering van de toegang tot bibliotheken en informatie en in het gebruik van informatietechnologie en communicatiemiddelen. 6. Bevorderen van lezen, geletterdheid en levenslang leren. 7. Behouden en werven van leden. 8. Verzorgen van de marketing en de public relations van de sectie. 9. Opzetten van netwerken en samenwerkingsverbanden tussen bibliotheken en andere strategische organisaties. 10. Deelnemen aan nationale en internationale bibliotheekconferenties. 11. Zorgen voor een efficiënt financieel beheer van de sectie.
Ontwikkelingen en uitdagingen
Biblioteca Vasconcelos in Mexico-Stad. Foto: CMVH, Creative Commons.
Net zoals elke nieuwe sectie van om het even welke organisatie moet SOP bekendopenbare bibliothecarissen te profesheid en geloofwaardigheid opbouwen. sionaliseren. Binnen het grotere geheel van de bibliothecarissenvereniging (AMBAC) is de sec- • Maatregelen nemen om de financiële crisis te overwinnen waarin het land tie geëvolueerd van een belangengroep verkeert: budgetten die niet verhoogd tot een formele sectie ervan. De eerste worden zullen een impact hebben op opdracht bestaat erin bekendheid te het aantal bibliotheekgebouwen en het verwerven binnen het Mexicaanse biblioonderhoud ervan, op het aantal bibliotheekwezen en leden te werven. De sectheekdiensten en de kwaliteit ervan, op tie gaat ervan uit dat het de openbare continue vorming en op de aanwerving bibliotheken in het land uiteindelijk ten van het nodige personeel. goede zal komen wanneer bibliothecarissen en bibliotheekpersoneel zich in de • Bestaande maatschappelijke problemen onderkennen zodat openbare sectie engageren. bibliotheken een actieve rol kunnen spelen in de oplossing ervan door de Andere uitdagingen: zelfredzaamheid van de bibliotheek• Leden werven door middel van een gebruikers te vergroten via het bevornationale campagne. deren van vrije toegang tot informa• ‘Movers and shakers’ en/of stakeholders tie en vrijheid van meningsuiting zoals bereiken die positief staan tegenover bepaald in art. 19 van de Universele openbare bibliotheken in het hele land. Verklaring van de Rechten van de Mens. • AMBAC-bibliotheekorganisaties in de deelstaten of onafhankelijke biblio- • De acties van CONACULTA ondersteunen om in alle deelstaten van het land theekorganisaties in stedelijke of laneen bibliotheekwetgeving uit te boudelijke gebieden van Mexico bereiken. wen. • De veranderende rol van de openbare bibliothecaris ondersteunen door hem • Het initiatief van AMBAC-SOP steunen om (daar waar ze niet bestaat) te nieuwe competenties en vaardigheden komen tot deelstaatwetgeving op het aan te reiken. wettelijk depot en/of om de bestaande • Een proactieve raad van bestuur in wetgeving te actualiseren met als doel stand houden. het vrijwaren en conserveren van de • Ervoor zorgen dat de voorzitter van de lokale publicaties. sectie als spreker kan blijven deelnemen aan de maandelijkse radio-uitzen- • Het grote verloop van bibliotheekpersoneel in openbare bibliotheken tot een ding over bibliotheekaangelegenheden: minimum terugbrengen. Buenas Noches Radio Metrópoli (elke tweede donderdag van de maand, van • Pleiten voor meer financiële middelen voor onderhoud van voorzieningen en 22 u. tot 23 u., ook te beluisteren via uitrusting. http://www.notisistema.com). • Financiering van workshops in belang- • Bestaande bibliotheekcollecties actualiseren op basis van de lokale noden. rijke gebieden van het land om
Besluiten 1. Openbare bibliotheken zullen de uitdagingen aangaan en de nodige middelen aanreiken om de burgers in staat te stellen de problemen van hun land op te lossen. In een toekomst met beperkte middelen zal vooral de inzet van de bibliothecarissen tellen. Openbare bibliotheken zullen blijven bestaan, sterk veranderen en de kwaliteit van hun dienstverlening optrekken om zo te voorzien in datgene wat nodig is om de inwoners van Mexico een beter leven te bezorgen. De toekomst is bezig, we moeten nu aan de slag. 2. Alle inspanningen moeten worden ingezet om Mexico uit de waarschuwingszone te halen, waarin de Amerikaanse denktank Fund for Peace het land plaatste. De openbare bibliotheken zijn een van de meest waardevolle krachten in de strijd om die toestand te keren. 3. De sectie openbare bibliotheken erkent de nood aan samenwerking met verenigingen van openbare bibliotheken uit andere landen om zo te komen tot meer professionele kennis en een betere dienstverlening van de openbare bibliotheken. Culturele inspanningen zouden daarop gericht moeten zijn. Vertaling: Gerd De Coster > http://www.ambac.org.mx/
1 Bron: AMBAC. Seccion de Bibliotecas Públicas. Plan estrategico 2009-2014. Momenteel in revisie. (AMBAC, sectie openbare bibliotheken, strategisch plan 2009-2014).
META 2011 | 2 |
29
Trend
Darien Library (VS) biedt foto’s en video’s van diverse publieksactiviteiten niet enkel via sociale media zoals Flickr en Vimeo aan, maar maakt ze, samen met heel wat beeldmateriaal over de geschiedenis en verbouwing van de bibliotheek, ook doorzoekbaar en manipuleerbaar via een multitouchtafel.
Multitouchtafels
Vaak worden via de tafels ook extra digitale media op een laagdrempelige manier ontsloten, bijvoorbeeld interactieve boeken, ingescande archiefstukken, muziekfragmenten of beeldbanken, zoals het geval was met bovenvernoemde applicatie over Henri Pirenne op de Mutable. Bezoekers worden gestimuleerd om een eigen pad te volgen binnen de aangeboden beelden.
De meeste multitouchtafels herkennen ook visuele tags, zoals barcodes. Beeld je een tafel in, die bij het neerleggen van je bibliotheeklidkaart, meteen ingescande Ilse Depré, Bibnet oude postkaarten toont uit jouw buurt. In het dagelijkse leven gebruiken we meestal onze volledige In Gent maakt het STAM gebruik van handen om dingen te bedienen, zoals wanneer we een auto deze technologie om binnen het thema besturen, een boek lezen of koken. Jarenlang werden we echter ‘Groeiende stad, 1950-vandaag’ beelddabij het gebruik van pc’s beperkt tot een cursor en klikbewegin- tabanken interactief te presenteren aan de bezoekers. Ook educatieve en creagen. Multitouch wil daar verandering in brengen. tieve activiteiten kunnen aan bod komen. In de bibliotheek van Eindhoven experiDe term ‘multitouch’ verwijst naar de zoals bij de Surface, de multitouchtafel bediening van multimediatoestellen met van Microsoft. Daarnaast kan het scherm menteerde men op de jeugdafdeling met meerdere vingers. Zo kan men een object ook verticaal of schuin staan, zoals bij een allerlei leerrijke spelletjes, zoals ‘varkens op het scherm verkleinen door de vingers schoolbord. Tot dit tweede type behoort vangen’, waarbij jonge kinderen op een naar elkaar toe te brengen, of draaien de Mutable, ontwikkeld door het IBBT, leuke en interactieve manier tafels oefedoor ook met de vingers rond het object en reeds getoond op Informatie aan Zee nen. In Bibliotheek Zuid (Gent) konden kinderen tijdens de tentoonstelling ‘De een draaibeweging te maken, alsof men 2009, in Bibliotheek Zuid (Gent) en in de Waalse Krook’ in juli 2010 hun bibliotheek het object echt vastneemt. Deze multi- universiteitsbibliotheek in dezelfde stad. touchbediening is niet nieuw, maar won Dat de technologie nog maar slechts van de toekomst tekenen op een Mutable, de laatste jaren aan populariteit via touch sporadisch wordt ingezet in bibliothe- met een print van hun ideale bib als resulscreen gsm’s en tablets zoals de iPad. ken en archieven, ligt o.m. aan de hoge taat. En in vele Nederlandse bibliotheken aankoopprijs van de tafels en de kost- bleken zowel kinderen als (groot)ouders De kracht van deze multitouchtoestel- prijs voor het ontwikkelen van nuttige en gewonnen voor een partijtje schaak of len ligt in de intuïtieve bediening ervan. aangepaste applicaties. De Surface komt dammen. Kinderen, ouderen en zelfs digibeten zijn standaard met een aantal basisapplicaer snel mee weg, en ervaren de bedie- ties, waaronder een rustgevende screen- Tijdens het proefproject in Gent waren ning met de hand als zeer eenvoudig en saver, een toepassing voor het presen- gebruikers zeker enthousiast over de gebruiksvriendelijk. Uit onderzoek van teren van audiovisuele materialen, een nieuwe technologie, maar was er duiDOK Delft bleek dat multitouch zelfs muziekprogramma en enkele spelletjes. delijk nood aan goede inhouden om het beter geschikt is voor het presenteren Voor het Mutable-project werd een toe- gadgetgehalte te overstijgen. Het ontwikvan beeldmateriaal dan een bediening passing rond het leven en werk van Henri kelen van interessante toepassingen voor via muis of toetsenbord. Bovendien kun- Pirenne ontwikkeld, en in Nederland liet bibliotheken en archieven vraagt naast nen meerdere personen samen de tafel de bibliotheek Rotterdam samen met een goede selectie van content ook een bedienen en objecten manipuleren. Op enkele andere partners een nieuwsquiz doordachte interactie met de materialen. Ongetwijfeld bieden multitouchtafels een die manier kan men dynamisch, interac- ontwerpen. unieke kans voor bibliotheken, archieven tief en collaboratief omgaan met de aangeboden inhoud, en wordt het toestel de Nochtans heeft een multitouchtafel heel en andere erfgoedinstellingen om actief aanleiding tot ontmoetingen. wat te bieden aan culturele instellingen. samen te werken, beeldmateriaal van In de eerste plaats kan deze technologie onder het stof te halen en op een innovaMultitouchtafels bestaan in twee vor- aansluiten bij de bestaande dienstverle- tieve manier aan te bieden. men. Aan de éne kant is er het tafelmo- ning, bijv. door het ter beschikking steldel, waarbij het beeldscherm op verschil- len van de catalogus, het doorzoekbaar > http://www.microsoft.com/surface/ lende hoogtes kan geplaatst worden, maken van een activiteitenkalender of het http://tinyurl.com/IBBT-Mutable maar steeds in een horizontale houding, visueel maken van veelgestelde vragen. http://www.darienlibrary.org/ Foto: studenten fotografie Sint-LucasAcademie Gent.
3 0 | META 2011 | 2
355.302
het cijfer / het plan
In 2009 voerde het Steunpunt voor beleidsrelevant onderzoek Cultuur, Jeugd en Sport de Participatiesurvey 2009 uit. Met dit onderzoek wilde het steunpunt i n k a a r t b re n gen in hoeverre de Vlaming deelneemt aan cultuur in ruime zin, aan jeugdwerk en aan sport. Een gelijkaardig onderzoek werd in 2004 al eens uitgevoerd.
In februari haalden de resultaten de nationale pers, onder meer omdat de onderzoekers vaststelden dat de burger bereid is om meer te betalen voor cultuur dan tot nu toe werd aangenomen. Tegelijkertijd merkten ze op dat lagere sociale klassen de bibliotheek minder bezoeken. Daarbij is het niet helemaal duidelijk of inkomen dan wel opleidingsniveau de bepalende factor is. Mensen met een lager inkomen zijn immers vaak ook lager geschoold.
Het bibliotheekgebruik in Vlaanderen daalt ook over de hele lijn. Bezochten in 2004 nog 36,6 procent van de ondervraagden een bibliotheek in de voorbije zes maanden, dan was dat aantal in 2009 teruggelopen tot 33 procent, omgerekend 1.623.240 gebruikers. Volgens de BIOS2-gegevens die de Vlaamse overheid verzamelt, waren er dat jaar echter 1.978.542 gebruikers. Met andere woorden: 355.302 gebruikers verdwenen in de kloof tussen het participatieonderzoek en BIOS2. Het participatieonderzoek houdt geen rekening met bezoeken aan openbare bibliotheken in het kader van werk of opleiding. Is dat de verklaring? Het zou dan om ruim 350.000 mensen gaan die de bib ‘uitsluitend’ gebruiken voor werk of opleiding. Bereiken de openbare bibliotheken nu 33 procent dan wel 40 procent van de bevolking? Een vraag een onderzoek waard, zo lijkt ons.
Mediacoach
Een mediawijs traject voor professionelen LINC vzw is een socio-culturele beweging die zich al 30 jaar lang inzet voor ‘geletterdheidbevordering’ in al haar facetten. LINC wil burgers en maatschappelijke actoren aanzetten om op een kritische en participatieve manier om te gaan met (digitale) informatie. Tijdens het opleidingstraject ‘Mediacoach’ wil LINC de nodige handvaten aanreiken aan professionelen om aan de slag te gaan met het concept ‘Mediawijsheid’ in de eigen organisatie. Media zijn alomtegenwoordig en onze blik op de wereld wordt erdoor bepaald. Nieuwe media zijn volop in opmars en genereren een immense diversiteit aan platformen. Deze bieden heel wat voordelen op het vlak van communicatie en informatie, maar eveneens heel wat uitdagingen. Mediavaardigheden zijn dan ook noodzakelijk om te kunnen functioneren in de hedendaagse maatschappij. Het is immers niet steeds eenvoudig om zich in deze virtuele wereld te bewegen. Wat hip was vandaag, heeft morgen alweer afgedaan. Dus waar zet je op in? En wat met de informatie die geproduceerd wordt? Aangezien iedereen producent wordt, is de controle ver te zoeken. Hierdoor is een kritische houding noodzakelijk voor elke burger. Mediawijsheid is dus onontbeerlijk. Deze term duidt op “het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemediatiseerde wereld." Mediawijsheid is echter niet het enige begrip dat circuleert met betrekking tot de omgang met nieuwe media: nieuwe geletterdheid, mediageletterdheid, digitale geletterdheid, media-educatie, informatievaardigheden, digitale kloof tweede graad enz. Iedereen die geïnteresseerd is in deze problematiek, wordt om de oren geslagen met een overvloed van begrippen. Elk begrip heeft ook zijn eigen rijkdom en nuanceverschillen.
Aan de slag Enerzijds biedt het traject ‘Mediacoach’ een theoretisch kader om te starten met diverse media binnen de eigen werking. Anderzijds ligt de focus van deze opleiding vooral op het realiseren van concrete activiteiten. Zo wordt er inspiratie aangereikt door het tonen van goede praktijkvoorbeelden en leert men zelfstandig een project opzetten binnen de eigen setting. Een mediacoach fungeert ook als aanspreekpunt binnen de eigen werking voor de pedagogische aanpak van het thema multimedia. Deze opleiding richt zich tot bibliotheken, het onderwijs, socio-culturele organisaties en het jeugdwerk. Kruisbestuiving tussen de verschillende sectoren wordt ook aangemoedigd tijdens het traject. De opleiding bestaat uit een algemeen gedeelte en enkele specifieke keuzemodules. In het schooljaar 2011-2012 gaat het eerste traject van start. Laure van Hoecke > Meer informatie? Contacteer: Laure Van Hoecke, Coördinator LINC vzw
[email protected]
Bruno Vermeeren
META 2011 | 2 |
31
essay
Van professionele bureaucraat naar innovatieve relatiemanager:
De bibliothecaris als stakeholdermanager Bruno Verbergt, Universiteit Antwerpen
Dat openbare bibliotheken stakeholdermanagement doorgaans niet als evidentie beschouwen, is voor de lezer allicht niets nieuws. LOCUS constateerde andermaal met zijn traject ‘Publieke werken. Management en marketing in de Bib’ dat bibliotheken doorgaans vrij zwak scoren op stakeholdermanagement en er bovendien ook matig tot niet in geïnteresseerd zijn, ondanks het belang. Hoe komt dat? En heeft stakeholdermanagement voor openbare bibliotheken wel zin? Cultuurmanager Bruno Verbergt denkt van wel. De afdeling cultuurmanagement van de HEC Business School in Montréal is één van de actiefste onderzoekscentra voor cultuurmanagement ter wereld. Hoewel dit opleidingsprogramma slechts één van de 39 afdelingen van deze managementfaculteit is — met 12.000 studenten en 250 professoren is HEC eigenlijk al een universiteit op zich —, zijn haar onderzoekers, zoals het past in een echt academische context, steeds op zoek naar crossovers en links met andere managementdisciplines en domeinen. Serge Poisson-de-Haro, één van de onderzoekers die zich specialiseert in strategisch management, vertelde me dat volgens zijn ervaring we niet steeds ‘leentjebuur’ moeten spelen bij de managementtheorieën en -praktijken van de grote broers uit de ‘echte’ businesswereld. Integendeel, wat cultuurmanagers het beste kunnen, beweert hij, is stakeholdermanagement. Daar putten de echte cultuurmanagers hun strategische krachten en voordelen uit. Zij zijn als geen ander in staat te handelen, te navigeren, te luisteren en te managen naar de wens van hun partners. Er zit een grond van waarheid in: de doorsnee cultuurmanager heeft rond zich artiesten, impresario’s, publiek, pers, sponsors, subsidiënten, politici, en vaak overgemotiveerd personeel en vrijwilligers, die allemaal de nodige aandacht verwachten en vereisen. En toch. De studenten van de master cultuurmanagement van de Universiteit Antwerpen screenen nu al vier jaar na elkaar in opdracht van hun professoren algemeen en strategisch management, financieel management en marketingmanagement de werking van onder andere de openbare bibliotheken in Vlaanderen. Bij de discussie over die screenings, waarbij de managementtheorieën getoetst worden aan de praktijk zoals die gevonden wordt in bibliotheekvestigingen, vallen vaker dan verwacht uitspraken als “zij (bedoeld wordt: de gemeente) houden er andere opinies op na dan de bibliotheek”, “de bibliotheek kan zelf geen beslissingen nemen”, “de inkomsten vloeien niet naar de bibliotheek”. “Wie is de eigenaar van de bibliotheek?” vraagt één van de professoren dan. De studenten beseffen dat ze moeilijk kunnen antwoorden dat de bibliothecaris dat is. “De gemeenschap”, roept iemand. “En wie is de vertegenwoordiger van die gemeenschap?”, repliceert de professor. “Euh, de gemeente, maar ook Vlaanderen, want die financieren het grootste deel” probeert de student. “Welk type van problemen zien we hier?” gaat de 3 2 | META 2011 | 2
professor voort. “Een geval van corporate governance misschien?” Conflicten tussen management en aandeelhouders vallen inderdaad onder deugdelijk bestuur. Wanneer het over cultuurinstellingen gaat, spreekt men specifiek van cultural governance. Zo gezien is het dus evident dat extra inkomsten naar de gemeente kas vloeien. Net zozeer als dat het normaal is dat een eigenaar of aandeelhouder moet beseffen dat, wil hij extra inkomsten blijven genereren, hij ook zijn manager hiervoor moet belonen. Maar er is meer aan de hand dan het besef dat de werkelijke eigenaar van de bibliotheek de gemeente is. Er zit bovenop dit vrij eenduidig culturalgovernanceprobleem ook een immens cultuurverschil. Cultuurwerkers met een specifieke opleiding en kennis, zoals erfgoed-, archief- en bibliotheekmedewerkers, beroepen zich op hun professionaliteit of beroepskennis om te weten wat wel en niet hoort. Een bibliotheek is zeer vaak een ‘professionele bureaucratie’, zoals managementdeskundige Henry Mintzberg dat noemt: een organisatieconfiguratie waarbij de belangrijkste trekkracht diegene is die uitgaat van de professionaliteit van de medewerkers op de werkvloer. Net als geneesheren, advocaten of architecten weten bibliothecarissen het eigenlijk beter dan hun eigenaars of algemene directeuren. Wie heeft het voor het zeggen in een ziekenhuis? Veel minder de ziekenhuisdirecteur dan de geneesheren zelf. Niet overtuigd? Beeldt u zich dan maar even in wat geneesheren zouden zeggen tegen een ziekenhuisdirecteur die stelt dat vanaf heden een onderzoek van een patiënt slechts tien minuten mag duren. Nochtans zijn richtlijnen als deze heel gebruikelijk in andere dienstverlenende sectoren.
“Net als geneesheren, advocaten of architecten weten bibliothecarissen het eigenlijk beter dan hun eigenaars of algemene directeuren.” Het is precies die professionele trekkracht die de bibliotheekmedewerker ervan weerhoudt om, zoals zijn collega’s uit andere cultuursectoren, bijv. de podiumkunsten, een expert te zijn in stakeholdermanagement. Tegelijk komt, zoals vaker in tijden van omgevingsverandering of crisis, de beroepsleer waarop medewerkers zich baseren, onder druk te staan. De bibliotheekprofessional staat er dan slechter voor dan de erfgoed- of archiefmedewerker. De deontologie die aan de basis ligt van goed archief- of erfgoedbeheer is vrij stevig — ze is bijvoorbeeld verankerd in internationale wijdverspreide en erkende afspraken zoals het ICOM — en de omgeving blijft voor die medewerkers enigszins stabiel. Het verleden blijft verleden, de ‘klanten’ zijn de huidige zowel als alle mogelijke toekomstige generaties. Er is een wetenschappelijke basis voor het ‘behoud en beheer’ van erfgoed. Voor de openbare bibliotheken ligt dat anders: zij moeten voorzien in een actueel relevant aanbod van informatie. Waar archivarissen en erfgoedmedewerkers nauwelijks mogen afstoten (en dus erg selectief moeten zijn op wat ze
essay
Strategische domeinen
Stakeholder
Mogelijke relaties
Inzetten op wat de bibliotheek uniek maakt bij haar publiek
• Publiek - klanten • Publiek - niet-klanten • Publiek - socio-cultureel middenveld/ scholen/… • Auteurs / boek- en informatieindustrie • Pers en media • Lokaal bestuur • Bovenlokaal bestuur • Lokale culturele actoren
Luisteren, selecteren, verzorgen, verwennen, leren kennen, doorgronden, verleiden, platform bieden, kanaal zijn
Meer aandacht voor de lokale specificiteit en het gemeentelijke beleid
• Lokaal bestuur • Lokale culturele actoren
Luisteren, bedienen, leren kennen, doorgronden, platform bieden, kanaal zijn
Inspelen op het gewijzigde gedrag van mensen in een digitale omgeving
• Informatieindustrie • Technologische innovators / trendwatchers • Massa- en internetmedia • Publiek - socio-cultureel middenveld/ scholen/… • Publiek - internetgebruikers • Publiek - digibeten
Leren kennen, mogelijkheden bieden, beïnvloeden
De werkprocessen optimaliseren
• • • •
Personeel Lokaal bestuur Lokale culturele actoren Vormingsinstellingen / opleidingspartners / onderzoekscentra / managementscholen / …
Betrekken, heroriënteren, overtuigen, veranderen, dwingen, (mee-)besparen, werk overdragen, werk overnemen, expertise overnemen
De infrastructuur aanpassen aan de lokale noden
• Lokaal bestuur • Lokale culturele actoren • Publiek - socio-cultureel middenveld/ scholen/… / andere lokale actoren
Luisteren, bedienen, leren kennen, doorgronden, platform bieden, mogelijkheden bieden, beïnvloeden, laten investeren
Een nieuw organisatiemodel uitwerken
• Lokaal bestuur • Lokale culturele actoren • Publiek - socio-cultureel middenveld/ scholen/… / andere lokale actoren • Vormingsinstellingen / opleidingspartners / onderzoekscentra / managementscholen / …
Luisteren, betrekken, leren kennen, doorgronden, mogelijkheden bieden, beïnvloeden, laten investeren, heroriënteren, overtuigen, veranderen, (mee-)besparen, werk overdragen, werk overnemen, expertise overnemen
Een geschikt personeelsbeleid uitwerken
• Personeel • Lokaal bestuur • Publiek - socio-cultureel middenveld/ scholen/… / andere lokale actoren • Vormingsinstellingen / opleidingspartners
Betrekken, heroriënteren, overtuigen, veranderen, dwingen, (mee-)besparen, laten investeren, werk overdragen, werk overnemen, expertise overnemen
binnennemen), moeten bibliotheekmedewerkers continu afstoten, teneinde het aanbod actueel te houden. Bovendien verandert de omgeving voor de informatieaanbieder revolutionair: de wijze waarop informatie aangeboden wordt en bereikbaar is, is sinds tientallen jaren ongelooflijk dynamisch. Er zijn, kortom, heel wat andere krachten in de samenleving die aanspraak willen en kunnen maken op hoe welke actuele informatie ter beschikking moet worden gesteld. De wijze waarop de bibliothecaris dat geprofessionaliseerd heeft en als zodanig dan ook gebureaucratiseerd heeft, staat onder druk: de noodzaak van een bibliotheekwerking wordt in vraag gesteld, net zozeer als het businessmodel waarbij mensen zich naar een plek moeten begeven om daar informatie die door ‘professionals’ verzameld werd, te raadplegen of te ontlenen. Doordat informatie steeds persoonlijker, gerichter, mobieler en goedkoper wordt, lijkt het alsof de openbare bibliotheek in nog geen vijftig jaar van een emancipatorische hefboom zal verworden tot een achterna hinkend vehikel. Tenzij…
Tenzij de bibliotheekprofessional andere trekkrachten toelaat en stimuleert in zijn organisatie. Dat moet dan een meer richtinggevende trekkracht van een visionair leider zijn. Of een innovatieve trekkracht van een divers, creatief en grenzeloos team — al dan niet aangevuld met externen. Het kan eventueel zelfs een samenwerkingstrekkracht zijn van een gezamenlijk gedragen missie. Waarbij dat gezamenlijke niet slaat op de bibliothecaris en zijn of haar medewerkers, maar op de bibliotheek en haar stakeholders.
Hoe werkt stakeholdermanagement? Het is al meerdere jaren een trend alles te willen managen. Verandering, kennis, risico’s, informatie… het wordt allemaal gemanaged. Al dat ‘gemanage’ klinkt dan ook snel hol. Wanneer we teruggaan naar de algemeen erkende opdeling van management in vier functies (plannen, organiseren, leiden en controleren), krijgen die termen terug betekenis. Stakeholdermanagement behelst het plannen, organiseren,
META 2011 | 2 |
33
essay
leiden en controleren van de stakeholders. Als woordspeling maar ook als reactie op te uitgesproken aandacht van de klassieke manager op de aandeelhouders (stockholders), ontwikkelde men in de jaren zestig de ‘stakeholder view’, de belanghebbersbenadering. Men vond het belangrijk de interactie van de organisatie met vooral dan de politieke en sociale omgeving toe te voegen aan het handelen van de manager. Edward Freeman schreef in 1984 hét handboek hierover: Strategic management. A stakeholder approach. De omgeving van de bibliotheek, waar de verschillende stakeholders het voor het zeggen hebben, beïnvloedt het managementproces van de bibliothecaris. Hij of zij zal de onzekerheid in de omgeving willen beoordelen en zo veel als mogelijk minimaliseren. Daartoe wordt een verschil gemaakt tussen: • de mate van onvoorspelbare verandering: - een dynamische omgeving verandert frequent; - een stabiele omgeving verandert miniem; • de complexiteit van de omgeving, die afhangt van: - het aantal onderdelen van de omgeving; - de informatie over deze onderdelen die bekend of nodig is. Met niet alleen een sterk dynamische, maar ook een erg complexe omgeving met nogal wat actoren die aanspraak maken op meerdere facetten van de werking van de bibliotheek, lijkt stakeholdermanagement inderdaad een erg geschikt instrument om een bibliotheek te managen. Idealiter verlaat de bibliothecaris daarbij een louter instrumentele benadering (Hoe de belanghebbers inschakelen tot het behalen van de eigen doelen?) en kiest hij of zij voor een normatieve benadering: stakeholders hebben dan een intrinsieke waarde voor de organisatie. Ze maken dus zonder voorbehoud deel uit van de strategie van de organisatie. In dit ‘intrinsiek stakeholdercommitmentmodel’ staan vertrouwen in, overleg met en samenwerking tussen belanghebber en organisatie centraal. De manager die aan stakeholdermanagement doet, zal eerst bepalen wie de belanghebbers van de organisatie zijn. Klanten, sociale en politieke actiegroepen, concurrenten, vak- en sectorverenigingen, overheden, media, leveranciers, bevolkingsgroepen of gemeenschappen (‘communities’), bestuurders en/ of leden, vakbonden en werknemers zijn de meest typische belanghebbers. In de bibliotheeksector kan men ook nog denken aan scholen of onderwijsgemeenschappen, lokale cultuurbeleidsactoren, erfgoedactoren, vrijwilligers enz.
Stakeholdermanagement voor de openbare bibliotheek Laat ons deze oefening eens maken voor elk van de zeven strategische doelen die samen met LOCUS vooropgesteld zijn. Stakeholdergewijs gedacht zetten we naast elk van deze domeinen groepen en proberen we de relatie daarmee te definiëren (zie tabel p. 33). Niet elke stakeholder is even belangrijk en niet elke omgevingsfactor is even dynamisch. Wanneer men het belang van de stakeholder afzet tegenover de mate van dynamiek, kan men vier grote strategische houdingen tegenover de stakeholders afleiden. Men kan er dan voor kiezen om stakeholders enkel te blijven analyseren en te monitoren, om grenzen 3 4 | META 2011 | 2
te overbruggen, om stakeholders te ‘managen’ dan wel om er partnerships mee af te sluiten. Elke bibliotheek zal bovenstaande tabel anders invullen. Meestal zal men het lokaal bestuur en de klanten als cruciaal belangrijk zien, de boek- en informatie-industrie bijvoorbeeld als gewoon belangrijk. Sommige groepen, zoals personeel, kunnen voor verschillende aspecten in verschillende delen van de matrix voorkomen. Hoe implementeert men nu best zo’n stakeholdermanagement in de praktijk? Erg moeilijk is dat niet, wanneer men in elk van de managementhandelingen bovenstaand schema voor ogen houdt. • Werk je aan het beleids- of actieplan, ga dan na of je je partners er voldoende bij betrokken hebt, of je ook hier voldoende rekening hebt gehouden met het managen van de stakeholders, of je bij de opmaak van je plannen grenzen die er met stakeholders zijn, hebt kunnen overbruggen, of je plan voldoende blijk geeft van het monitoren van de vierde categorie. • In je organisatie kan je zowel bij de taakverdeling als bij de coördinatie nagaan of stakeholders voldoende en op de juiste wijze betrokken zijn. • Duidt eventueel leden van de staf aan om relaties met stakeholders op de voet te volgen. Zo zorg je er ook voor dat de managementfunctie ‘leiden’ voldoende rekenschap geeft van de stakeholders. Waarom niet in een taakomschrijving de gewenste verantwoordelijkheden van je leidinggevenden en medewerkers ten aanzien van stakeholders vermelden? Voor belangrijke stakeholders, zoals bijv. de leden van de bibliotheek waarvoor je klantgerichtheid als belangrijkste vorm van partnerhip of management beschouwt, kan je de relatie opwaarderen tot een algemeen na te streven waarde, waaraan elk personeelslid moet voldoen. Leidinggevenden moeten dan bijv. blijk geven van initiatieven om de relatie met de klanten te verbeteren. • Op vlak van controle kan de bibliothecaris nagaan of de relaties tot de stakeholders voldoende terug te vinden zijn in de sleutelindicatoren; naargelang de relatie die ermee te ontwikkelen is, kan de bibliothecaris specifieke controle-instrumenten ontwikkelen, zoals tevredenheidsenquêtes. Stakeholdermanagement is synoniem van gezond naar buiten gericht management. Dat het tot op heden vaak als onvoldoende sterk wordt ervaren in bibliotheken, heeft wellicht meer met de professionele trekkracht die uitgaat van de bibliotheekcultuur te maken dan met onkunde of onwil. Daarom dat het nodig zal zijn om te durven die cultuurverandering te ondergaan. Die stap zetten is veel moeilijker. Wat zal bijvoorbeeld de reactie in je bibliotheek zijn wanneer de nieuwe hoofdbibliothecaris geen bibliothecaris stricto sensu meer is, maar een manager die eerder op andere terreinen heeft bewezen klant- en stakeholdergerichtheid te kunnen combineren met het vernieuwen en optimaliseren van werkprocessen en organisatiemodellen? De oude bibliotheekprofessional hoeft zich in principe geen zorgen te maken: zijn of haar nieuwe baas weet als stakeholdermanager immers dat zijn professionele werkkrachten van cruciaal belang zijn in deze dynamische omgeving.
column
Bibliotheek Vlaanderen Eva Simon
Wist u dat, als bibliotheken ’s avonds sluiten, ze veranderen in therapeutische centra? Zo volg ik in de gesloten bibliotheek van Deinze een behandeling voor mensen die willen schrijven. Op een avond moesten we iets neerpennen over eigenheid. Vanop mijn design zitbal keek ik in het rond: een psychedelisch plafond, rood eighties meubilair, een geplekte tapisplain uit een tijd waarin roken nog mocht. Wat bibliotheekinrichting betreft, kom je doorheen het Vlaamse land mooie staaltjes van eigenheid tegen. Het gebouw zet de bibliotheek op de kaart, zoals dat heet. Opent er ergens een nieuwe bibliotheek, dan gaat dit met veel ophef gepaard: een feest van een week, inclusief flashmob als het even kan, alles rijkelijk gedocumenteerd op Picasa en YouTube. Zou achter dit uiterlijke vertoon een gemis kunnen schuilen? Onderstrepen bibliotheken hun eigenheid tegenwoordig via een gefacelifte façade, omdat hen verder geen autonomie meer rest? Anno 2011 hebben openbare bibliotheken hetzelfde logo van A tot Z, elk een
catalogus bij de provincie, een gemeenschappelijke zoekomgeving, een gelijkaardige collectie via MedioEurope en allemaal een Facebook volgens eenzelfde inspiratiegids. Iedereen hanteert dezelfde instrumenten, verzameld op dezelfde studiedagen en elkeen luistert naar dezelfde tips, opgestoken tijdens dezelfde roadshows. Is het woord huisstijl stilaan een anachronisme? Wil een bibliotheek tegenwoordig opvallen, dan moet het wel met monumentale glaspartijen, ook al betekent dit dat het personeel ‘s zomers een bikini aan moet. Er valt uiteraard wat voor gezamenlijkheid te zeggen. U weet iets niet? Centraal brengt raad. U heeft geen tijd? Centraal helpt u vooruit. Daarnaast heeft eigenheid een prijs, en met belastinggeld kunt u beter niet sollen. Eenheid maakt u transparant. Tenslotte is een bibliotheek voor de gebruiker een bibliotheek. Die ligt niet wakker van de allerindividueelste expressie van uw allerindividueelste emotie. Niets tegen het idee van een Bibliotheek Vlaanderen, maar let toch op voor die
Eva Simon is al tien jaar docent aan de Bibliotheekschool Gent (Initiatie en Graduaat BDI). In 2010 stond ze aan de wieg van de Vlaamse Bib Web Awards. Eva is al jarenlang actief in de VVBAD. Ze was redactielid van Bibliotheek- & archiefgids en nu van META en de Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra.
identiteitscrisis. Voor u het weet, moet u na de werkuren ook in therapie. Koester uw verschijning. Wees trots op die design zitballen, het eigenzinnige kostuum van uw floorwalkers, de gekke poëzie op de muren van uw luisterlounge, en laat dat eigen unieke geplekte tapis-plain vooral liggen.
citaat
“Show me a town that denies funding to a library, and I'll show you a librarian who stays in the office. Show me a town that funds its library, and I'll show you a librarian who takes donuts down to the fire department. Who goes down to the city hall and goes into offices asking if they need anything. You have to be proactive. It might come as a shock to some of you, but a large part of the success of that library is your personality and the way you treat people.”
"Toon me een stad die de bibliotheek geld ontzegt en ik toon je de bibliothecaris die in zijn kantoor blijft. Toon me een stad die haar bibliotheek financiert en ik toon je een bibliothecaris die donuts ronddraagt naar de brandweer, die het gemeentehuis binnenstapt en vraagt of men nog iets nodig heeft. Je moet proactief zijn. Het is misschien een schok voor sommigen onder u, maar een groot deel van het succes van de bibliotheek is je persoonlijkheid en de manier
Allen Smith, Simmons College
waarop je mensen behandelt.”
META 2011 | 2 |
35
De vraag
Maak je best een Facebookprofiel, pagina of groep voor je organisatie? Ilse Depré, Bibnet
Online publiekswerking via Facebook Steeds vaker vinden bibliotheken, archieven en documentatiecentra de weg naar sociale netwerken zoals Facebook. De populariteit ervan neemt steeds toe, ook bij niet-jongeren, zodat het voor bedrijven en organisaties een must is geworden ook daar aanwezig te zijn, om huidige en potentiële ‘klanten’ te informeren en aan zich te binden. Deze immense community biedt een culturele organisatie meteen ook een schaalvoordeel. Communiceren via Facebook gaat bovendien eenvoudig en snel, en laat ook toe om activiteiten op andere (sociale) webtools, zoals foto’s op Flickr of video’s op YouTube, automatisch te linken en zichtbaar te maken. En interactie met gebruikers wordt erg laagdrempelig. Op Facebook heb je als individuele gebruiker een ‘profiel’, als het ware de virtuele tegenhanger van de echte persoon. Op de profielpagina kan je informatie over jezelf plaatsen, ‘statusberichten’ posten op het ‘prikbord’ (wat je doet, hoe je je voelt, …), foto’s en video’s opladen, linken
Facebookpagina Openbare Bibliotheek Gent.
3 6 | META 2011 | 2
naar interessante en/of leuke webpagina’s, en nog veel meer. Door het eigen profiel te verbinden met dat van anderen, je ‘vrienden’, vorm je een sociaal netwerk. Zodra je ‘vriendschapsverzoek’ door de andere persoon aanvaard wordt, kan je de informatie op zijn/haar profielpagina bekijken en omgekeerd. Daarnaast laat Facebook toe dat individuele gebruikers lid worden van een ‘groep’, of fan van een ‘pagina’.
Over profielen, groepen en pagina’s Zowel een profiel, groep als pagina hebben hun eigen karakteristieken en vooren nadelen voor een culturele organisatie. Een pagina biedt echter de beste mogelijkheden voor een bibliotheek, archief of documentatiecentrum.
Profielen zijn bedoeld voor individuen, niet voor bedrijven, organisaties of groeStandaard opent Facebook het zoge- pen van personen. In principe overtreed je dus bij het aanmaken van een profiel naamde ‘nieuwsoverzicht’, waarin je alle berichten en activiteiten van je vrienden voor je organisatie al meteen de gebruiksen de pagina’s waar je fan van bent, ziet voorwaarden van Facebook. Het grootste verschijnen. Zodra een vriend een status- nadeel van het gebruik van een profiel is het feit dat anderen slechts de berichbericht post, of vriend wordt met iemand anders, verschijnen die activiteiten ook ten op jouw profiel kunnen zien door in jouw nieuwsoverzicht. Hetzelfde geldt ‘vriend’ te worden. Dat vraagt telkens een voor pagina’s waar je fan van bent. Bij actieve bevestiging, waardoor er steeds sommige berichten staat ook een knopje enige vertraging zit tussen de aanvraag waarmee je hetzelfde bericht op je eigen en het zichtbaar worden van de profielprikbord kan plaatsen, waardoor al jouw pagina. Bovendien krijg je als organisatie vrienden het ook weer zien. Dit wordt wel dan ook standaard toegang tot het profiel eens de Facebook ‘loop’ genoemd. Op van de andere gebruiker, waardoor je alle deze manier kan een bericht zich snel ver- berichten en activiteiten van hem/haar kan bekijken. Dit kan gebruikers eventuspreiden, een vorm van wat men ‘virale eel afremmen om ‘vriend’ te worden van marketing’ noemt. je organisatie. Een Facebookgroep is bedoeld om gebruikers rond een bepaalde interesse te verzamelen en te laten discussiëren, of om lid te worden van een groep van mensen met een bepaalde mening of stelling. Binnen een groep kunnen ‘beheerders’ de communicatie in goede banen leiden. Een groep is niet aan te raden als algemeen platform voor organisaties, eerder voor persoonlijke of specifieke projecten, waar men de persoonlijke profielpagina of de algemene pagina van de organisatie niet wil belasten. Ook voor korte discussies rond een topic is een groep ideaal. Groepen hebben enkele interessante eigenschappen, zoals de mogelijkheid tot afschermen, maar in het algemeen wegen de voordelen niet op tegen de nadelen, en kan een culturele instelling beter kiezen voor een pagina dan een groep. Het grootste nadeel van een groep is dat de berichten die je als beheerder post in
de vraag
een pagina heb je ook toegang tot honpersonen en verwijs hen door naar de derden applicaties die de inhoud kunnen nieuwe pagina. verrijken, en tot de statistiekenmodule, • Probeer in je organisatie en vriendenwaarmee je het gebruik van de pagina kring reeds 25 mensen te vinden die fan kan opvolgen. Zodra je 25 ‘fans’ hebt, worden van de nieuwe pagina, zodat je kan je een verkort webadres aanvragen een verkort webadres kan aanvragen. (bijv. http://www.facebook.com/biblio- • Post een laatste bericht op je profiel/ theekgent), wat de verspreiding van de groep met de mededeling dat je vanaf Facebookpagina in andere (gedrukte) nu een pagina zal gebruiken. Vergeet media vergemakkelijkt. de (verkorte) link naar de pagina niet mee te geven. • Stuur een bericht naar alle vrienden of Van groep/profiel naar leden, met dezelfde boodschap. Facebookpagina’s, ook fanpagina’s pagina genoemd, zijn specifiek bedoeld voor Je kan een groep of profiel niet automaBibnet stelde een Facebookinspiratiegids organisaties, bedrijven en beroemdhe- tisch omzetten naar een pagina. Werkte je den die informatie willen verspreiden tot nu toe met een profiel of groep, en wil samen, met nuttige weetjes en interesnaar Facebookgebruikers die hen ‘leuk’ je overstappen naar een pagina, dan kan sante praktijkvoorbeelden van Vlaamse vinden (ook ‘fans’ genoemd). Een pagina je via volgende tips je vrienden of leden openbare bibliotheken op Facebook. Deze publicatie, gratis downloadbaar staat ook open voor wie geen lid is van attent maken van de veranderingen: Facebook, en wordt getoond in de zoek- • Zet belangrijke informatie van je pro- op de Bibnetwebsite, is ook bruikbaar resultaten van Google. Bovendien hoeft fiel/groep over naar de pagina, en vul voor archieven en andere culturele orgamen als beheerder van de pagina geen deze al met enkele relevante berichten, nisaties. Meer tips over Facebook kan enkele actie te ondernemen om nieuwe foto’s en video’s, vooraleer je de over- je ook vinden op de Facebookpagina van Bibnet. ‘fans’ toegang te geven. Iedereen die de stap maakt. pagina via een link op een website, via • Had je voorheen een groep, sluit deze de zoekfunctie in Facebook, via Google dan af, zodat er geen extra leden meer > http://www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Lokale_ of via een link op het prikbord van een kunnen bijkomen. Had je een profiel Ondersteuning/Inspiratiegidsen/ andere gebruiker vindt, kan via de ‘Vind en krijg je ondertussen aanvragen om http://www.facebook.com/bibnet ik leuk’-knop automatisch fan worden. Bij ‘vriend’ te worden, contacteer dan deze de groep, onder je eigen naam verschijnen, en ook niet zichtbaar worden in het nieuwsoverzicht van je leden, waardoor de kans klein is dat je leden het bericht ook echt gaan oppikken. Bovendien kan men binnen groepen geen gebruik maken van applicaties, zoals de automatische koppeling tussen Facebook en andere webtools, en heeft men ook geen toegang tot statistieken over het gebruik van de groep.
META 2011 | 2 |
37
kroniek
Europeana en de digitale ontsluiting van cultureel erfgoed ATHENA, EuropeanaLocal en het agentschap Kunsten en Erfgoed organiseerden op 19 januari 2011 de conferentie ‘Europeana en de digitale ontsluiting van cultureel erfgoed’. De Europese Commissie wil de toegang verbeteren tot het (digitale) Europese cultureel erfgoed dat zich in archieven, musea, audiovisuele collecties en bibliotheken in Europa bevindt, en dit door middel van het unieke toegangspunt Europeana. Het Europeana Vlaanderen Overleg platform wil kennisuitwisseling over (Europese) digitaliseringsprojecten bevorderen tussen cultureel-erfgoedinstellingen. Het is een ontmoetingsplaats waar de deelnemers in verschillende projecten in het kader van Europeana (en relevante projecten op Vlaams niveau) ideeën en ervaringen uitwisselen.
ATHENA en EuropeanaLocal De Europese projecten ATHENA en EuropeanaLocal hebben Europeana een stap dichter bij Vlaanderen gebracht. ATHENA (Access to Cultural Heritage Networks) stimuleert de deelname van musea aan Europeana en ontwikkelde hiervoor tools, aanbevelingen en richtlijnen. PACKED vzw verzorgt de nationale coördinatie en de aanlevering van inhoud uit Vlaanderen. De Koninklijke
Musea voor Kunst en Geschiedenis coördineren de aanlevering van data uit de federale instellingen. KMKG is mede verantwoordelijk voor het werkpakket i.v.m. standaarden en PACKED vzw voor een werkpakket over auteursrechten. In het kader van ATHENA werd o.m. het LIDOdatamodel ontwikkeld, een event-gebaseerd model voor de uitwisseling van data uit museale collecties. De XMLexport uit databanken van de participerende instellingen wordt in de ATHENAingestor gemapt naar LIDO (Lightweight Information Describing Objects) en van daar naar ESE. ’Linked Heritage’ bouwt vanaf april 2011 verder op de realisaties van ATHENA. EuropeanaLocal levert inhoud aan Europeana met speciale aandacht voor lokale en regionale erfgoedcollecties. Erfgoedplus.be neemt samen met MovE voor België deel aan dit project. EuropeanaLocal bouwt zelf geen repository, maar ondersteunt de projectpartners bij het installeren van eigen repositories in overeenstemming met de door Europeana vereiste specificaties en protocols. EuropeanaLocal fungeert daarbij als belangrijkste testpartner voor de technische specificaties en procedures van Europeana zoals het ESE-datamodel, de richtlijnen voor conversie, aggregatie, OAI-PMH repositories, harvesting en voor de content checker.
Europese projecten als aanjager voor digitalisering Deelname aan Europese digitaliseringsprojecten vereist via strikte deadlines
dat de participerende instellingen tijdig resultaten afleveren. Daardoor wordt snel vooruitgang geboekt. De voorbeelden van KMKG en Amsab-ISG geven aan hoe respectievelijk ATHENA, MIMO en HOPE een belangrijke stimulans bieden. Om via ATHENA aan Europeana deel te kunnen nemen zijn een museumcatalogus en een XML-export van de data nodig. Het KMKG paste hiertoe het softwarepakket MuseumPlus (van Zetcom) aan. Men bouwde een online museumcatalogus Carmentis, die naast de export ook een meertalige publieksinterface voorziet. LIDO geldt hierbij als standaard voor de export. Het doorlopen traject bestond voor KMKG naast het programmeren zelf uit een grondige voorbereiding: analyse, herstructurering en aanvulling van de MuseumPlus-gegevens en de mapping naar LIDO. Hiervoor werkte het museum zowel met Zetcom als met een programmator in huis. Een vergelijking leert dat de tweede optie interessanter is omwille van de snelheid, de directe communicatie, en de onafhankelijkheid van softwareleverancier. Helaas is de programmator in huis vaak een tijdelijke, projectgebonden kracht die nadien wegvalt. Amsab-ISG maakt het digitale materiaal op verschillende niveaus beschikbaar. Via de Adlib OPAC op de eigen website, via projectwebsites en via netwerken en portaals zoals MovE, Archiefbank Vlaanderen, ABRAHAM, CaGeWeb, Labourhistory.net en Europeana. HOPE (Heritage of the People’s Europe) ontwikkelt specifieke profielen voor de metadata van archivalische, bibliothecaire, visuele en audiovisuele collecties waarnaar de collecties van projectpartners gemapt worden en die dan op hun beurt geconverteerd worden naar het EDM-datamodel. Voor archiefmateriaal baseert HOPE zich op de specificaties ontwikkeld door APENet (http://www.apenet.eu), dat specifieke noden zoals hiërarchisch gestructureerde beschrijvingen (zoals in EAD) naar Europeana standaarden vertaalt.
Een integrale visie op digitalisering Digitalisering mag geen parallelle bezigheid zijn. Naast belangrijke stimuli zoals online ter beschikkingstelling en conservatie kan digitalisering op een integrale manier in een beleid ingebed worden. Zo is voor het Huis van Alijn de digitale collectie een integraal deel van de visie, missie en werking.
Foto: Chris De Loof.
3 8 | META 2011 | 2
De hele collectie digitaliseren is onmogelijk en ook onzinnig. Collectiebeherende
kroniek
instellingen moeten strategisch nadenken over de plaats en de functie van digitalisering en duidelijke keuzes durven maken. Criteria en keuzes dienen gemotiveerd, een digitaliseringsplan opgesteld en digitalisering moet de basis zijn voor een brede waaier aan basisactiviteiten zoals collectiebeheer, onderzoek en publiekswerking. Dan wordt digitaliseren een investering in de toekomst. Het maakt deel uit van de dagdagelijkse praktijk en vormt de rode draad tussen collectie en publiek.
Rode draden doorheen het digitaliseringsproces Tijdens het namiddaggedeelte gingen korte gevalstudies vanuit de dagelijkse praktijk in op aspecten van het digitaliseringsproces.
Flandrica.be: de virtuele Vlaamse Erfgoedbibliotheek De Vlaamse Erfgoedbibliotheek lanceert Flandrica.be, dat een overzicht van het corpus ‘Flandrica’ zal bieden. Het project is een samenwerking van zes grote bibliotheken in Vlaanderen en gaat in maart 2011 van start. Het wil een zinvolle toevoeging bieden aan de bestaande portaalsites en beoogt een rijke gebruikerservaring. De projectpartners staan zelf in voor de digitalisering. Flandrica.be aggregeert deze informatie, in eerste instantie voor zichzelf, in tweede instantie voor overkoepelende portaalsites, zoals Europeana. Flandrica.be zal uit bestaande standaarden, richtlijnen en goede praktijken een werkwijze distilleren. Men streeft ernaar de zeven geboden van CEST, aanbevelingen naar kwaliteitsverbetering van digitaliseringsprojecten, toe te passen.
Van
fiche naar
Europeana
De collectie van het Stadsmus, Hasselt bestaat uit 7000 objecten die oorspronkelijk geregistreerd werden op papieren fiches, nadien digitaal met IMC en Adlib. De gegevens worden op het web gepubliceerd in Erfgoedplus.be en van daar geleverd aan Europeana. Dit hele traject beslaat een periode van tien jaar en kende twee grote cesuren, de overgang van de fiche naar IMC en de overstap naar Erfgoedplus.be. Bij de eerste overgang stelde zich vooral het probleem van het beheer van de trefwoorden. Er werd daarvoor geput uit meerdere bronnen (naast de AAT ook Van Dale en Mardoc) en keuzes werden gemotiveerd en gedocumenteerd. Bij de deelname aan Erfgoedplus.be diende men na te denken over criteria voor publicatie en
een striktere implementatie van thesauri. De ervaring van het Stadsmus toont dat ook kleinere instellingen kunnen deelnemen in grote projecten zoals Europeana, mits ze zorgvuldig omgaan met hun eigen inhoudelijke gegevens en kunnen werken met een tussen-aggregator, die zorgt voor technische ondersteuning.
Sur
les traces du
Hainaut
Sur Les Traces du Hainaut brengt digitale documenten samen uit archieven, bibliotheken, musea, audiovisuele en particuliere collecties. Het samenbrengen van gegevens uit verschillende bronnen schept altijd problemen van standaardisatie en migratie. Kritisch browsen in Europeana toont aan dat consistentie en begrijpbaarheid van gegevens zeer moeilijk te verwezenlijken is, vooral bij de grotere aggregatoren waar inhoudelijke controle praktisch onmogelijk is. Voor portaalsites is het cruciaal dat de informatie gestandaardiseerd wordt omdat verschillende bronnen anders niet gezamenlijk ontsloten en doorzoekbaar kunnen worden gemaakt.
Conclusies Standaardisatie
en migratie
Standaardisatie is noodzakelijk om digitale gegevens uitwisselbaar en in overkoepelende aggregatieplatformen doorzoekbaar te maken. Digitale ontsluiting via de eigen website of via aggregatieplatformen zoals Europeana vereist tijdrovende controle. Dit werkt echter tegelijk als een sterke motivatie. De data moeten zowel technisch als inhoudelijk van hoge kwaliteit zijn. De inhoudelijke correctheid van de data kan enkel gegarandeerd worden door de specialisten die zich in de instellingen bevinden en niet door aggregatoren zoals Erfgoedplus.be of Europeana.
realiseren, dan zijn goede thesauri een onmisbaar instrument. De Art and Architecture Thesaurus (AAT), en zijn Nederlandse vertaling AAT-Ned, is de breedst toepasselijke thesaurus voor de cultureel-erfgoedsector. De AAT is niet de enige, en dekt niet alle noden, ook niet in de museumsector. Het is echter wel de meest geschikte als centraal referentie instrument, bijv. om vergelijkingen te maken, bij aggregatieprojecten, en zeer specifiek ook in functie van het semantische web. De thesaurus moet daarvoor een dynamisch instrument worden, voortdurend verder ontwikkeld door samenwerking tussen de inhoudsspecialisten, de collectiebeheerders.
Auteursrecht Een belangrijke struikelblok om het digitale verhaal te realiseren zijn auteursrechten. Deze materie behoeft een oplossing op Europees niveau. In april 2010 werd een Comité der Wijzen ingericht. Hun rapport adviseert over het materiaal dat zich in het publieke domein bevindt en doet uitspraken over materiaal waarop rechten rusten, met name over verweesde werken en werken die out-of-print zijn. De adviezen zijn constructief maar de auteursrechtelijke discussie is nog lang niet teneinde. In Vlaanderen richtten FARO, de Vlaamse Kunstcollectie (VKC), MovE en PACKED vzw onlangs vanuit de cultureel-erfgoedsector een gebruikersgroep op i.v.m. deze problematiek. Jef Malliet, PCCE, Erfgoedplus.be Hans van der Linden, Agentschap Kunsten en Erfgoed Rony Vissers, PACKED vzw > http://www.europeana.eu http://www.europeanalocal.eu http://group.europeana.eu
Collectiebeherende cultureel-erfgoedinstellingen hebben bijgevolg de plicht om hun data correct aan te bieden. Overkoepelende niveaus kunnen technische ondersteuning bieden en hulpmiddelen aanbieden zoals het MovEinvulboek 1 (dat aangeeft hoe velden in Adlib geïnterpreteerd moeten worden) en het beheer van thesauri. Het algemene publiek kan ook een rol spelen bij de inhoudelijke beschrijving van collecties. CEST biedt eveneens een instrument om standaardisatie te faciliteren.
http://www.kunstenenerfgoed.be http://www.athenaeurope.org http://www.mimo-project.eu http://www.peoplesheritage.eu http://www.apenet.eu http://www.projectcest.be http://www.erfgoedplan.be http://www.flandrica.be
Semantiek Er wordt veel over het semantische web gesproken, ook bij Europeana, maar goede voorbeelden zijn alsnog beperkt. Wil men het semantisch web echter
1 www.museuminzicht.be/public/musea_werk/ invulboek/index.cfm
META 2011 | 2 |
39
duurzaam
Tips voor duurzamere bibliotheken en archieven Tom Cocquyt, Vlaams Parlement
Het doel van deze nieuwe rubriek is bibliotheek- en archiefmedewerkers in Vlaanderen wegwijs te maken in verschillende aspecten van duurzame bibliotheken en archieven. Geen uitgebreide theoretische uiteenzetting, maar korte en hopelijk bruikbare wegwijzers. Waarom willen we duurzaam functioneren? Daar zijn verschillende redenen voor. Ons energiegebruik zal de komende jaren drastisch veranderen: de overheid plant een emissiereductie tegen 2020 tussen de vier en de twintig procent. Aan de komende besparingsrondes, veroorzaakt door de economische malaise, zullen ook bibliotheken en archieven niet ontsnappen. Meestal worden infrastructuur, personeel en middelen ter beschikking gesteld door de gemeenschap. De sector moet hier dan ook maatschappelijk verantwoord mee omgaan. Onze maatschappij consumeert meer dan onze aarde voort kan brengen. Groen is een lang een modewoord en een hype van activisten geweest, maar nu is duurzaam beheer een strategie om te overleven geworden. En misschien wilt u zich wel eens engageren om uw leven duurzamer in te richten. Of bent u van mening dat het sop de kool niet waard is. En laat u de pc’s ’s nachts aanstaan? Zo bespaart u inderdaad tijd en energie wanneer u de pc’s ’s ochtends niet hoeft te laten opstarten en inloggen. Hoe kunt u meten of uw inspanning de moeite loont? We hopen u in de volgende nummers hierop een antwoord te geven. Volgende thema’s zullen aan bod komen: • Toepassing van milieuvriendelijke goede praktijken in het algemeen Onze gebouwen en ons energiegebruik staan voor meer dan de helft van onze ecologische voetafdruk, en dat zijn net beheersaspecten waar weinig bibliothecarissen mee over beslissen. Hoe kunnen we onze gebouwen en energiegebruik toch duurzamer maken? • Specifieke archief- en bibliotheekgerelateerde aanbevelingen Hoe optimaliseren we ons papiergebruik? Wat doen we met de gewiede boeken, cd’s, verouderde video’s? Wat
40 | META 2011 | 2
•
•
•
•
•
met het gebruik van bioafbreekbare materialen in plaats van plastic? De ecologische voetafdruk meten Als we al die inspanningen doen, wat levert dat dan op? Hoe meten we dat? Kunnen we vergelijken met collega’s? Samenwerking Om echt duurzaam te werken is een intense professionele samenwerking nodig met andere bibliotheken, archieven, universiteiten, bedrijven, ecologische en andere verenigingen, gebouwenbeheerders, energieleveranciers en lokale overheden. Promotie van duurzaamheid bij onze gebruikers Om gebruikers aan te moedigen met de fiets naar de bibliotheek en archief te komen, moeten er ook aangepaste stallingen zijn. Is er een tram- of bushalte in de buurt? In sommige bibliotheken is er een hoekje waar bezoekers batterijen en toners in kunnen leveren. Beschikbaar stellen van documentatie en bibliotheekdiensten in verband met duurzaamheid en de klimaatverandering Een bibliotheek op zich is al een duurzame instelling, waar informatie verzameld, beschikbaar gesteld en opnieuw gebruikt kan worden. Mogelijkerwijze kunt u nog extra aandacht besteden aan de bibliotheekcollectie, een aangepaste tentoonstelling en informatie op maat. Effecten van klimaatverandering op bibliotheken Heeft u een rampenplan voorzien met aanwijzingen hoe je boeken moet laten drogen?
Overstroming in de bibliotheek van Trześnie, Polen. http://www.flickr.com/photos/pulowerek/.
Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen,
Zijn er in uw bibliotheek of archief al initia tieven genomen? Of hebt u bedenkingen of suggesties? U vindt die klimaatheisa iets voor geitenwollensokkendragers? Dan horen we dat graag van u, mail ons op
[email protected]
(VN-commissie Brundtland 1987). duurzaam (bn.) 1 geschikt, bestemd om te duren, weinig vergankelijk, syn. bestendig, deze stof is zeer duurzaam; een duurzame herinnering; duurzame vereniging, zie bij vereniging(1); een duurzame vrede, die op
> Zie ook: Cocquyt Tom, Recensie: How green is your
hechte grondslagen rust;- zo min mogelijk
library, in: Bibliotheek- & archiefgids, 5 (2010) p. 39.
grondstoffen verbruikend; gebruik makend van herwinbare bronnen: duurzame energie 2 lang aanhoudend, voor lange tijd, syn. Gedurig, de vijand duurzaam het hoofd bieden; een duurzaam gebruik (Van Dale)
recensies
een autoriteit op het betrokken terrein en publiceert al sinds 1985 over de ethical dilemmas waarmee een archivaris kan worden geconfronteerd.
The Ethical Archivist In de nasleep van 9/11 vaardigde de federale overheid in de Verenigde Staten van Amerika een verregaande wetgeving uit inzake de toegang van veiligheidsdiensten tot persoonlijke informatie (USA Patriot Act, 2001 en Homeland Security Act 2002). Die nieuwe wetgeving had ook zo zijn gevolgen voor de beroepspraktijk van de Amerikaanse archivarissen die extra gevoelig werden voor de deontologische aspecten van hun job. Een reeks publicaties over de thematiek zag het daglicht. De studie van Elena Danielson, gepubliceerd door de Society of American Archivists, is voorlopig de laatste in de rij. Danielson, als archivaris verbonden aan Stanford University, geldt als
De studie van Danielson blinkt uit door haar grondigheid. De auteur maakt grotendeels haar ambitie waar om het onderwerp uitputtend en in al zijn dimensies te benaderen. Na een algemeen inleidend hoofdstuk over de gedragscode van de archivaris bespreekt zij de ethische aspecten die samenhangen met de diverse onderdelen van de dagelijkse archivarissenpraktijk: verwerving, selectie, terbeschikkingstelling, raadpleging en toegankelijkheid. Zij blijft eveneens stilstaan bij een gedragscode van archivarissen inzake de bescherming van de privacy, de authenticiteit en de vervalsing van documenten, de versnippering, de vervreemding en de diefstal van archieven, het respect voor de mensenrechten en de opbouw van een collectief geheugen en van een nationale identiteit. De specifieke deontologische facetten van de omgang van archivarissen met digitale archieven en internet komen ook aan bod. Voor elk deelaspect van haar studie hanteert Danielson een wat aparte, welhaast socratische methode. Als uitgangspunt neemt zij een reeks
Wegwijs in kennis De auteur begint met een uitvoerige uiteenzetting over wat informatie en wat kennis is. Daarna volgen hoofdstukken over informatiebronnen en over het zoeken in die bronnen en ten slotte heeft hij het over het verwerken van die informatie tot wetenschappelijke schrijfopdrachten. Doorheen het hele boek, maar vooral in de eerste hoofdstukken, blijft de auteur heel wat begrippen verklaren a.d.h.v. de Grote Van Dale en de Oxford English
ethische vragen die een archivaris zich bij een onderdeel van zijn/haar taak kan of moet stellen. Vervolgens formuleert zij een aantal algemene beginselen en illustreert ze die aan de hand van concrete voorbeelden. Daarbij wisselt ze het zeer theoretisch-principiële af met het ultra praktische. Naar eigen zeggen is het daarbij niet haar bedoeling om juridisch advies of pasklare antwoorden te verstrekken. Zijzelf heeft die immers ook niet altijd. Voor haar volstaat het als de archivaris bij zijn/ haar omgang met archief de juiste ethische vragen stelt en de ethische aspecten van zijn/ haar werk ontdekt en onderkent. Haar betrachting is om een denkkader en denksporen aan te reiken. Inhoudelijk maakt zij dat meer dan waar. Daarnaast levert zij een gebruiksvriendelijke publicatie af met een uitgebreid notenapparaat, een ruime bibliografie en handige indices. Het boek kan ook als naslagwerk worden geraadpleegd, vermits het bijv. overzichten geeft van wetgeving (VS) inzake toegang tot persoonlijke informatie of van diverse ethische codes die werden ontwikkeld door nationale en internationale beroepsverenigingen van archivarissen en andere informatieverstrekkers. Ook de achtergronden, het ontstaan en de ontwikkeling van die gedragscodes worden geschetst.
Dictionary. Beide zijn uiteraard goede woordenboeken, maar ook niet meer dan dat. Het zijn geenszins naslagwerken i.v.m. specifieke vakterminologie. Dat in Van Dale niet alles staat, blijkt bijv. al uit het feit dat een sinds tien jaar goed ingeburgerd woord als “informatievaardig” nog steeds ontbreekt. Dat een goed naslagwerk met vakterminologie nuttig had kunnen zijn, blijkt doorheen het hele boek. Voortdurend hamert de auteur op het nut van thesauri bij het opzoeken
Danielson schiet tekort wanneer zij het thema probeert te verruimen met een mondiaal perspectief. Ondanks enkele excursies met o.m. voorbeelden uit het voormalige Oostblok of Zuid-Afrika, blijft de focus toch eenzijdig gericht op Noord-Amerika. Bepaalde passages in haar werk zijn ook te breedvoerig, te zeer uitgesponnen, wat de leesbaarheid en de duidelijkheid niet ten goede komt. Het intense onderzoek naar en de discussie over ethische aspecten van de archivarissenpraktijk in het buitenland staan in schril contrast tot de windstilte die er — enkele uitzonderingen niet te na gesproken — ter zake heerst bij Vlaamse archivarissen. Zijn die laatste misschien veeleer pragmatici die (liever) niet blijven stilstaan bij de ethische zijden van hun professie? Nochtans bezitten de meeste handelingen van archivarissen impliciete ethische componenten en keuzes. Enige reflectie daarover in milieus van Vlaamse archivarissen is meer dan wenselijk. De studie van Danielson kan daarbij alvast uitgangspunt en leidraad zijn. Godfried Kwanten > The
Ethical
Archivist/
Elena
Danielson — Chicago: Society of American Archivists, 2010. — 437 p. — ISBN: 1-931666-34-2 437
in databanken, maar telkens weer valt op dat hij thesauri zondermeer gelijksteld aan bijv. subject headings. Hij legt ook nergens uit hoe een thesaurus in elkaar steekt of hoe je die dan precies gebruikt bij het zoeken. Op p. 87 lezen we nog dat hij “metadata” gelijk stelt met “bijkomende data” en op p. 42 legt hij “retrieval” uit als “ontsluiten van documenten”, terwijl hij het op p. 108 als een synoniem voor “oogst” (“opbrengst”?) beschouwt — hoewel hij al in de inleiding duidelijk maakt
META 2011 | 2 |
41
recensies
dat hij weet dat het staat voor “het terugvinden van informatie” (p. 11). Tot twee keer toe (p. 42 en p. 78) legt de auteur uit dat wetenschappelijke bibliotheken hun collectie rangschikken volgens een classificatie en dat openbaren bibliotheken dat doen “volgens inhoud en soort”. Wordt daarmee SISO bedoeld, of ZIZO misschien? Toch ook classificaties? Ik frons ook de wenkbrauwen als ik een zinsnede lees als “De heer Garfield, grondlegger van deze databank,” enz. (p. 90, over Web of Knowledge). Voornaam vergeten — en vergeten op te zoeken? En ook volgende uitspraak verwondert mij: “Voor bepaalde dure databanken of programma’s zijn er vaak opensource alternatieven, bijvoorbeeld in Linux.” (p. 149). Het ene heeft hier niet noodzakelijk met het andere te maken.
Organiseer je informatie Ongetwijfeld is dit momenteel het beste Nederlandstalige boek i.v.m. inhoudelijke ontsluiting. De auteurs ervan zijn niet aan hun proefstuk toe. Ze hebben de afgelopen decennia veel bijgedragen op dit terrein. Het boek presenteert zich uitdrukkelijk als de opvolger van Woordsystemen (2e druk van 2000), wat op zijn beurt dan weer de opvolger was van het zgn. handboek en het 42 | META 2011 | 2
Naast dit alles storen de vele herhalingen in het boek nogal. De auteur benadrukt dat herhalen belangrijk is voor de student, maar daarvoor hoeft hij het zelf nog niet zo nadrukkelijk te doen. Anderzijds is er bij sommige begrippen helemaal geen uitleg: zo heeft hij het een tweetal keer over de Hirsch-factor, zonder de minste verduidelijking. Blijkbaar gaat het hier om een bijgewerkte cursustekst (tweede bachelor geneeskunde?) en een enkele keer lezen we ook dat meer details in de werkcolleges gegeven zullen worden. De auteur probeert het onderwerp weliswaar wat open te trekken naar andere wetenschapsgebieden dan de geneeskunde, maar dat lukt hem niet volledig. Op het einde van het boek staat geen index, geen verklarende woordenlijst noch
bibliografie. Eerst dacht ik dat het een grap was, maar dit blijkt helemaal in overeenstemming met de filosofie van de auteur dat de student die al studerend zelf moet opbouwen. Misschien niet echt praktisch voor wie dit boek niet als cursustekst hoeft te gebruikten — maar consequent is het wel. Het is goed dat een ervaren onderzoeker en practicus zijn ervaring te boek stelt en hij hoeft dat niet allemaal wetenschappelijk te onderbouwen; dat kun je niet ook voor alle kneepjes en trucjes van het vak. Ook is het sympathiek en verfrissend dat de auteur erin slaagt om een persoonlijk tintje aan deze publicatie te geven: het ontwerp van het kaft door zijn zoon, hier en daar en anekdote, de poging om een eigen vakterm te lanceren (“magneetwoorden”)
oefenboek trefwoorden uit de maar wel hoe professionele instrumenten gebouwd zijn. jaren tachtig van de 20e eeuw én van Thesaurusbouw (1992). Een groot stuk van het boek Dit betekent meteen dat er gaat over thesauri. In dit vergrosso modo om de tien jaar band is het wel verwondereen Nederlandstalig stan- lijk dat de auteurs nog steeds uitsluitend ISO 2788 (1985) als daardwerk over inhoudelijke ontsluiting verschijnt. Nu we uitgangspunt nemen en bijv. dan toch weer tien jaar verder niet Ansi/Niso Z39.19 (2005) zijn, kan het niet anders of het of ISO 25964-1 (2010). Deze boek moet ook nieuwere dan normen zouden toch een gende klassieke instrumenten als uanceerder beeld geven. Ook is het jammer dat er zo stiefthesauri, trefwoordsystemen moederlijk gedaan wordt over en classificaties behandelen. In de laatste hoofdstukken gaat trefwoordsystemen (p. 58-59), het dan ook over o.m. tag- die inderdaad theoretisch ging, ontologieën, RDF, SKOS zwakker onderbouwd zijn, maar des te belangrijker blij en Topic Maps. Automatisch indexeren, althans van tekst, ken in de praktijk. Denk maar komt eveneens ter sprake. aan de Library of Congress We missen hier echter een Subject Headings of de in overzicht van wat het laatste Vlaamse openbare bibliotheken algemeen gebruidecennium gepresteerd is op gebied van (automatische) kte V L ACC- t re f wo o rd e n . beeld- en muziekindexering. Bovendien blijkt het begrip De auteurs houden het bij de “thesaurus” hier eens te meer opmerking dat automatische zeer rekbaar, want als één indexering van beeldmateri- van de typische voorbeelden aal op dit ogenblik “nog onvol- bespreken de auteurs de doende betrouwbaar” zou zijn Medical Subject Headings — (p. 205). De titel van het boek toch, zoals de naam zelf zegt, is misleidend: het toont niet een trefwoordensysteem en hoe je met die middelen bijv. geen thesaurus. Naast thesauri je eigen informatie ordent, nemen classificaties een goed
enz. Het uitgangspunt is zeer zinvol: informatie zoeken en verwerken heeft maar zin als het leidt tot vergroten van kennis en inzicht en de auteur heeft gelijk dat hij dit benadrukt. Voor informatiespecialisten is het zoeken en vinden te vaak nogal eens het eindpunt. Toch zou het voor een eventuele herdruk van dit boek erg nuttig zijn om samen te werken met iemand die een klassieke bibliotheekscholing genoten heeft, met enkele wetenschappers die ervaring hebben in andere disciplines dan geneeskunde en ook met een editor die de hele tekst kritisch naleest. Piet De Keyser > Wegwijs in kennis : een praktijkgerichte inleiding tot de informatiewetenschap / Rik Verhaaren — Leuven : Acco, 2010. — 175 p. — ISBN 978-90-334-7914-4
deel van het boek in. Toch zijn sommige uitspraken zonderling; op p. 107, waar analytisch-synthetische classificaties zondermeer gelijk gesteld worden aan facetclassifica ties. Classificaties worden ook afgezet tegenover taxo nomieën, maar hierbij hanteren de auteurs een te eng beeld van taxonomieën als zijnde uitsluitend boomstructuren. Er zijn over dit boek zeker kritische opmerkingen te maken. Niettemin blijft het een aangename verrassing dat nog eens een Nederlandstalig boek over thesauri en classificaties verschijnt. Het zal ongetwijfeld als leerboek in bibliotheek opleidingen gebruikt worden. Hopelijk hoeven we nu niet weer tien jaar te wachten op het volgende Nederlandstalige standaardwerk. Piet De Keyser > Organiseer je informatie : aan de slag met thesauri, taxonomieën, tags en topics / Peter Becker... [et al.] — Leidschendam : Biblion, 2010. — 248 p. — ISBN 978-90-6483-954-5
wij richten bibliotheken in ...
Appelweg 94 C B-3221 Holsbeek
Tel.: 016 623 340 Fax: 016 620 400
[email protected] www.sbnl.be
Personalia
Lutgarde Aerts, Eerste archivaris van de Kamer van volksvertegenwoordigers gaat met pensioen. Lutgarde studeert Geschiedenis van de oudheid in Leuven. Haar omgeving bestemt haar voor om les te geven in het lyceum in Genk waar ze zelf humaniora volgde. Maar na twee jaar lesgeven maakt Lut de overstap naar de studiedienst van het ACW. Ze helpt er (het nu ontmantelde) BIDCA opstarten: een samenwerkingsverband om te komen tot één bibliotheek, archief en documentatiecentrum voor alle organisaties binnen de ACW-koepel. Haar passie voor geschiedenis en haar interesse in de Belgische politiek doen Lut uiteindelijk in het Parlement belanden. In oktober 1998 wordt ze de eerste archivaris van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Haar opdracht is een efficiënt en hedendaags documentbeheer uit te bouwen. Lut kiest ervoor om zich toe te spitsen op het belangrijke wetgevende archief. Ze wil de basisvoorwaarden realiseren voor een goed archiefbeheer zoals goede huisvesting, vakbekwaam en gemotiveerd personeel, een goed instrumentarium en een intern archiefoverlegplatform. Na jaren van vasthoudend aan
In januari 2011 volgde Goedele Hollebosch Paul Buschmann op als coördinator van de mediatheken van Howest, de Hogeschool West-Vlaanderen. Goedele is master in de Oosterse talen en culturen en volgde de opleiding documentatie- en bibliotheekwetenschap aan de UIA. Zij komt uit de openbare bibliotheeksector en werkte o.m. in de bibliotheken van Evergem en Ukkel.
44 | META 2011 | 2
de weg timmeren bereikt ze dat tenslotte ook.
steeds blijven verwonderen over wat haar ten deel viel. De confrontatie met oorkonden en handtekeningen die het prille België van legitimiteit voorzagen deden haar beseffen hoe klein een archivaris wel is, die — in het licht van de eeuwigheid — deze stukken een tijdje goed mag bewaren. “Historia longa, vita brevis” is dan ook Luts lijfspreuk.
De archiefruimten zijn opgeknapt en uitgebreid. Binnenkort krijgt het archief van de Kamer zelfs een eigen plek in het nieuw aangekochte 'Forum'-gebouw. Het personeelskader is herzien en heringevuld met gemotiveerde medewerkers. Het archiefbeleid van de Kamer wordt Lut, de VVBAD heeft nog een andere opgevolgd door een archiefwerkgroep met de Griffier als voorzitter. Maar haar reden om je in de bloemetjes te zetten: dit jaar ben je veertig jaar lid van grootste realisatie is wellicht de conceptie van de AKDP-databank: archiefsoftware onze vereniging. Je hebt je ook jarenlang mee ingezet in de sectie Archief en die in huis werd ontwikkeld en niet alleen dossiers en interne stukken kan ontslui- Hedendaags Documentbeheer. We danten, maar ook andere collecties, zoals het ken je daarvoor en we wensen je veel welkunstpatrimonium. Daarnaast bevat het verdiend plezier met je nieuwe en oude systeem ook links naar andere databan- passies: de geschiedenis van de oudheid, je familie, je tuin. ken van de Kamer, zoals de biografische dossiers. De officiële stukken zijn in een eerste fase ingevoerd. Later zullen de “Er is een tijd om te vergaren, Er is een tijd om te bewaren, andere reeksen volgen. Er is een tijd om alles door te geven aan In het totaal werkte Lut onder vier de tijd.” Kamervoorzitters en drie Griffiers en (Lutgarde Aerts, maakte ze vijf verkiezingen mee. Ze kijkt afscheidskaartje, 1 februari 2011) met een positief gevoel op de hele periode terug. Haar collega's onthouden haar Hermione L'Amiral als een lieve dame, die met haar geduldige vriendelijkheid steevast bereikte wat ze vooropgesteld had. Door die houding kon immers niemand haar iets blijven weigeren. Volgens Lut is haar geheim dat ze bleef relativeren. Ze heeft zich nooit vereenzelvigd met haar taak en is zich
In Evergem kreeg ze de kans om de bibliotheekbeveiliging in goede banen te leiden. In Ukkel realiseerde ze als bibliothecaris de erkenning van een eerste gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek. Als nieuwe coördinator van de mediatheken bij Howest neemt Goedele de algemene leiding en het beheer van vier mediatheken voor haar rekening. Na een grondige verkenningsronde zullen dit jaar al een aantal vernieuwingen doorgevoerd worden. Samen met het gedreven Howest-team wil ze op termijn de mediatheken heroriënteren naar het model van een volwaardig open leercentrum, dat het onderwijs van de toekomst mee zal realiseren.
Personaliaberichten zijn welkom via
[email protected]
Rechtzetting In META 1 sloop er een fout. Bij het artikel over CEST verscheen er een verkeerd bijschrift. Op p. 23 moest er bij de foto staan: Marion Kahane, copyright Stadsarchief Antwerpen.
Lezersreacties
KdG Een dikke proficiat voor het eerste nummer van
initiatieven worden ondersteund of beknot door
Te veel ICT?
het departement.
Eind 2008 heb ik mijn lidmaatschap van de
META.
Dat wij in het departement gezondheidszorg
VVBAD opgezegd omdat er in het tijdschrift te
In het interview met Eva Simon werd de website
de ontwikkeling van deze website waar kon-
veel aandacht besteed werd aan ICT en te wei-
van KdG vermeld (p.15 onderaan eerste kolom)
den maken is dus zeker niet alleen de verdien-
nig aan boeken. Twee jaar later krijg ik het eer-
en hier wil ik wel graag even een kanttekening
ste van het bibliotheekpersoneel, maar ook
ste nummer van jullie nieuwe tijdschrift gratis
bij maken.
van het bestuur van ons departement dat het
opgestuurd en ik stel vast dat er nog meer aan-
Er bestaat niet zoiets als ‘de bibliotheek van
belang van onze bibliotheek altijd naar waarde
dacht is voor ICT en nog minder voor boeken.
KdG’; als je deze zou opzoeken op internet dan
heeft geschat en daarom voldoende personeel
Daarom zal ik niet opnieuw een abonne-
kwam je terecht op de website http://www.kdg.
aantrok om een optimale werking te garande-
ment nemen op het VVBAD-tijdschrift en niet
be en dat is niet wat bedoeld wordt in het inter-
ren. Op die manier konden we ook voortrekkers
opnieuw lid worden van de VVBAD.
view. Wat wel bedoeld wordt is de website van
zijn in KdG; andere — niet alle — departements-
Koen Nijs
het departement gezondheidszorg http://www.
bibliotheken zijn ons later gevolgd.
netvibes.com/mediatheekgez.
U begrijpt wellicht waarom ik het toch wel spij-
Ik vind het belangrijk dit onderscheid te maken
tig vind dat ons departement niet vermeld werd
het ons dan weten. Stuur uw reacties naar
om volgende reden. De bibliotheken van KdG
en zo een pluim kreeg voor haar voorbeeld-
[email protected]. Gelieve steeds uw naam, adres
zijn volledig ingebed in het departement waar-
functie in deze.
en telefoonnummer te vermelden. De redactie
onder ze ressorteren. Werkingsmiddelen en
Marleen Cant, bibliothecaris Karel de Grote-
behoudt zich het recht voor reacties in te korten.
personeel worden departementaal gestuurd,
Hogeschool, Departement Gezondheidszorg
Wenst u zelf te reageren via deze rubriek, laat
het nachtkastje
Welke boeken liggen er nu op je nacht- ‘gestolen’ momenten. Waar ik kan lezen, maakt me niet zoveel uit zolang het er kastje? Op dit moment ben ik al een tijdje aan maar rustig genoeg is: in de trein, thuis in de zetel, aan de keukentafel of zelfs het lezen in Rubicon, het einde van de Romeinse Republiek van Tom Holland. op het toilet. Het gaat om non-fictie, maar zo meeslepend geschreven dat je eerder kan Wat mag er altijd in je nachtkastje blijspreken van literaire geschiedschrijving. ven liggen? De hoofdrolspelers, hun motieven, leef- De weinige keren dat ik fictie lees, beschouw ik als unieke ervaringen. en denkwereld worden heel treffend en levendig beschreven. Anderzijds blijft Dergelijke boeken in de buurt houden Tom Holland een vakman die de lezer om ze te herlezen, vind ik erg moeilijk. Een uitzondering maak ik graag voor de bijvoorbeeld wijst op tekortkomingen in het bronnenmateriaal en bepaalde inter- geschiedenis van mijn thuisstad Gent: pretaties die een andere kijk geven op daarvan heb ik altijd één of meerdere het gebeuren. Dit is geschiedenis zoals werken binnen handbereik. ik het graag heb: spannend, meeslepend maar toch op een degelijke manier onder- Welk boek ligt er al een tijdje op je te wachten? bouwd. Congo van David Van Reybrouck staat al meer dan een half jaar in onze boekenkast Wat zijn je leesgewoontes? In deze fase van mijn leven is vrije tijd te wachten. De kleine stukjes die ik er al een zeldzaam goed. Vaak zijn dat korte, van gelezen heb, hebben mijn leeshonger
nog aangewakkerd, maar ik zoek nog een geschikte periode waarin ik het in één ruk kan uitlezen. Met een drukke job en de zorg voor twee jonge kinderen is het echter geen sinecure om zo’n moment te vinden. Welk boek ben je ooit begonnen maar heb je nooit uitgelezen? Moeilijke vraag, boeken die me afstoten ban ik blijkbaar snel uit mijn geheugen. Er zijn wel ‘lastige’ boeken waarbij ik het na een tijdje opgeef. Zo was er Het eiland van de vorige dag van Umberto Eco waarvan ik slechts 98 pagina’s heb gelezen. Eco is een fantastische, erudiete schrijver maar sommige van zijn werken vormen taaie lectuur. (TVH)
Willy Van de Vijver Willy Van de Vijver (°1969), stadsarchivaris in Mechelen, studeerde geschiedenis en archivistiek en werkt sinds 2000 bij het stadsarchief. Hij staat in voor de algemene leiding en het beleid van de dienst. Willy is geboeid door o.m. film, fotografie, boeken en strips, bij voorkeur gecombineerd met zijn grote passie: geschiedenis. Foto: Jan Smets
META 2011 | 2 |
45
activiteiten
Digitaliseren van archief Steeds meer instellingen kiezen ervoor om hun analoge materiaal te digitaliseren. Voor bedrijven en organisaties gebeurt dit vaak in het kader van de automatisering van werkprocessen. Erfgoedinstellingen zien hierin vooral een kans om hun collectie beter te conserveren en de raadpleging ervan door het publiek te verbeteren. Digitalisering is echter meer dan louter documenten op een scanner leggen, het is een proces waarin belangrijke keuzes moeten worden gemaakt.
Programma Voormiddag: Kwaliteitsvereisten 9.30 u. 10.00 u.
10.40 u. Zal de instelling zelf digitaliseren of wordt dit uitbesteed? Welke problemen kunnen er opduiken? Op basis van welke criteria selecteren we het materiaal dat voor digitalisering in aanmerking komt? Hoe wordt het digitaliseren ingebed in de werkprocessen van het bedrijf of de organisatie? Ook op het vlak van de kwaliteitsvereisten moeten er beslissingen genomen worden. Het type drager, de doelstellingen van de instelling en het budget spelen hierin een belangrijke rol.
11.20 u.
Namiddag: Organisatorische 13.30 u.
Tijdens de studiedag ‘Digitaliseren van archief’, georganiseerd door de werkgroep Automatisering van de VVBAD, zullen deze organisatorische aspecten en de kwaliteitsvereisten voor verschillende dragers besproken worden.
14.10 u.
Praktisch Datum: 28 april 2011 Plaats: K.U.Leuven, Justus Lipsiuszaal, Blijde-Inkomststraat 21, 3000 Leuven Prijs: 65 euro (leden) / 100 euro (niet-leden) Inschrijven: http://www.vvbad.be/node/5843
Aanmelding en registratie R. Gillesse (Digitaal Erfgoed Nederland), Digitaliseren van 2D-materiaal E. Luyten (AV-Net K.U.Leu ven), Digitaliseren van video G. Verdonck (Memnon), Digitaliseren van audio en video
14.50 u. 15.30 u.
aspecten
M. Holtman (Stadsarchief Amsterdam), Scanning -ondemand MJ. Marinus en F. Boudrez (Stadsarchief Antwerpen), Digitaliseringsflows I. Moris, Itinera Nova: een praktijkvoorbeeld Borrel
Archief wordt verstand van zaken Adlib Archief is de professionele software voor het beheer van historische, bedrijfs- en overheidsarchieven. Duurzaam, want dankzij de open architectuur blijven uw archiefstukken tot in de lengte der dagen te raadplegen. In Adlib Archief beschrijft u uw archief tot op ieder gewenst niveau. De stukken worden overzichtelijk in context getoond, zodat u gerelateerde informatie direct in beeld heeft. Bovendien bieden verschillende zoekingangen u snel en gemakkelijk toegang tot alle bronnen. Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomst
Adlib Archief
Uitgebreid Overzichtelijk Flexibel Van globaal tot gedetailleerd Conservering- en Restauratiemodule Studiezaalmodule Bewaar beheer Inschrijvingen Meerdere zoekmogelijkheden Meertalig Internationale standaarden ISAD (G) EAD ISAAR(CPF) Unicode Integreerbaar met Adlib Bibliotheek en Adlib Museum tot één ‘crossdomain’ systeem Databasekeuze MS SQL Server, Oracle en Adlib Open System API-koppelingen Aanpasbaar aan elk soort archief.
Adlib Information Systems (0346) 58 68 00
[email protected] www.adlibsoft.com
46 | META 2011 | 2
Activiteiten
Informatie Aan Zee Call for papers Achter de schermen wordt hard gewerkt aan de voorbereiding van Informatie aan Zee, het tweejaarlijkse congres over ICT en innovatie in de bibliotheek-, archief en documentatiesector. Op 26 januari werd de call for papers afgesloten. De werkgroep ontving ruim 70 voorstellen voor bijdragen, van presentaties over panelgesprekken tot volledige sessies. De voorstellen worden op hun kwaliteiten beoordeeld. De geselecteerde reacties worden geclusterd. Een eerste bespreking door de werkgroep leert alvast dat er vele sterke voorstellen ingediend werden. Het belooft dan ook een mooie editie van Informatie te worden. De werkgroep hoopt haar werkzaamheden einde maart afgerond te hebben en het programma in de loop van april aan de sector te kunnen voorstellen.
• Acmis, http://www.acmis.com
Randprogramma
• Adlib, http://www.adlibsoft.nl
Ook andere organisaties nemen initiatieven in de marge van het congres. De VVBAD is altijd bereid om deze initiatieven mee bekend te maken via de communicatie over Informatie aan Zee. Organisatoren kunnen hiervoor contact opnemen met het secretariaat.
• Aura Software, http://www.aura.nl • Autocheck, http://www.autochecksystems.nl • Bibnet vzw, http://www.bibnet.be • Burgundy Information Services, http://www.burgundyservices.com • Cipal, http://www.cipal.be • EBSCO Information Services, http://www.ebsco.com
> http://www. vvbad.be/InformatieaanZee
• Ex Libris, http://www.exlibrisgroup.com • Forrez, http://www.bidoc.be • Grafisoft, http://www.grafisoft.be • Infor, http://www.infor.com • Intellident, http://www.intellident.co.uk
Activiteitenkalender
• Itrack, http://www.itrack.nl • Kno-Tech productbeveiliging, http://www.kno-tech.be
17.03.2011
Taaltraining Engels
VVBAD
18.03.2011
Literatuurlijk! Nederlands
• Landmark Libraries, http://www.landmark-libraries.com • Libis, http://www.libis.be
talige literatuur op de
• LOCUS, http://www.locusnet.be
drempel van de 21e eeuw
• Maarifa, http://www.maarifa.be
Bibliotheekschool Gent
18.03.2011
Leerstoel Boek.be: Old
• MK Sorting Systems,
Beurs Informatie zou Informatie niet zijn, als er niet ook een beurs aan verbonden was. Bij het ter perse gaan was de beursruimte bijna volgeboekt. Tussen de standhouders heel wat vertrouwde namen, maar ook nieuwe bedrijven maken gebruik van Informatie aan Zee om in contact te komen met de bibliotheek-, archief en documentatiesector in Vlaanderen. Onderstaande bedrijven en organisaties zullen alvast aanwezig zijn:
http://www.mk-sorting-systems.com • Nedap, http://www.nedap.com
Books and E-Books, Friends
• OCLC, http://www.oclc.org
or Enemies?
• Ovid Technologies, http://www.ovid.com
Boek.be, Universiteit Antwerpen
• Professional Interactive Media Centre, http://www.pimc.be • ProQuest, http://www.proquest.com
23.03.2011
Impala-dag
• Sercu Microdata, http://www.sercu.com
Universiteit Antwerpen
24.03.2011
Masterclass - De informatie-
• Standaard Boekhandel, http://www.standaardboek.com • Swets, http://www.swets.com
kaart: informatie als strate-
• WIVO human resources, http://www.wivo.be
gisch element in een organisatie door Jan Van Hee
Maarifa
28.04.2011
Digitaliseren van archief
VVBAD
28.04.2011
Workshop: Praktische tips voor informatiebeheer binnen organisaties door Alexander Stierman
Maarifa
29.04.2011
Digitaliseren (in samenwerking met Expertisecentrum David)
Bibliotheekschool Gent
21.05.2011
Studieries NVB Toronto
NVB
07.06.2011
Masterclass compententie-
Maarifa
management
Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten Informatie aan Zee, ook dit jaar weer in het Kursaal van Oostende. Foto: Marc Engels.
META 2011 | 2 |
47
De openbare bibliotheek van Vancouver, Canada Foto: Kaat Van Wonterghem
Deel
Deel
Voor meer informatie: Filip Trenson - Sales Manager Benelux | Tel. 32 2 727.78.01 |
[email protected]