Inhoud Ein Bustan Mitrovica in Kosovo De ander, dat ben jij Maandblad voor Mitrovica Vrede kun je leren Het leven stopte Nieuwe start in Kosovo Een vredespaal
1 2 4 5 6 7 9 12
Ein Bustan, een joods-arabische kleuterschool Ein Bustan, een wat vreemde naam voor een kleuterschool? De letterlijke vertaling is ‘een bron in de tuin’. Deze multiculturele kleuterschool is door Arabische en Joodse ouders opgericht in 2005 omdat zij vinden dat Israëli’s en Arabieren vreedzaam samen zouden moeten leven en werken. Dit kan echter niet zonder een opvoeding die aandacht geeft aan vriendschap, vertrouwen en begrip voor elkaars taal en cultuur. De initiator en medeoprichter van deze school is Amir Shlomian: musicus, onderwijzer en vredesactivist. Zijn verhaal is te vinden op: http://tinyurl.com/49rm56. Naar Nederland is het verhaal van deze kleuterschool gebracht door mw. Valentina Cornelius. Het schooltje is gestart met 6 joodse en 6 arabische kinderen, een Arabische en een Joodse onderwijzeres. Het is geheel tweetalig. De feestdagen van beide religies worden gevierd. Zowel ouders als personeel hebben veel weerstanden te overwinnen. De school wordt niet door de overheid bekostigd en is dus afhankelijk van donaties. De grote wens is natuurlijk om uit te breiden en te vervolgen met de basisopleiding als de kleuters groter zijn geworden.
1
Het lijkt een mooi begin om ooit tot vrede in het Midden-Oosten te komen. Daarom adopteerde de diaconie van de gemeente Arnhem de oprichting van deze Joods-Arabische kleuterschool in Noord Israël als een diaconaal project. Iemand uit de Arnhemse kring werd zo enthousiast dat zij dit project aanmeldde bij ‘Margriets betere wereld’, waarmee dit weekblad zijn 70-jarig bestaan viert, wat een sneeuwbal effect oplevert. Meer informatie is te vinden op http://tinyurl.com/6olvzt onder Vally Cornelius. Ook de Taakgroep Vrede vindt dit zo’n goed initiatief, zowel van de ouders als de diaconie, dat zij dit project mede wil ondersteunen met een gift van € 250,-. Bert Scholten, taakgroep Vrede (Ook gepubliceerd in: Katern Geloof & Samenleving, in: ADREM, januari 2008)
Privé kan er een heleboel De remonstranten zijn al jaren betrokken bij activiteiten voor jongeren in de verdeelde stad Mitrovica. Waarom lukt het soms wel en soms niet om Serviërs en Albanezen bij elkaar te brengen? Telkens als ik in Kosovo ben, dan valt het me weer op: soms kan iets absoluut niet (gevoelig, gevaarlijk!) en dan ineens lijkt het zomaar te kunnen. Waar ligt toch dat omslagpunt? Waarom is het de ene keer geen enkel probleem om met mensen van verschillende etnische achtergronden iets te ondernemen en wordt er op een ander moment verschrikkelijk moeilijk gedaan? Al ben ik nog zo vaak in Kosovo geweest, ik blijf er moeite mee houden het te begrijpen. Het lijkt hem te zitten in het verschil tussen publieke ruimte en private ruimte. Privé kan er een heleboel. Je bent met bekenden en niet alleen. Er kijkt daar niemand toe en je hoeft er niet bang te zijn voor ongenode gasten die jou vragen waarom je samenwerkt met de ander en je uitmaken voor een verrader. Huizen zijn privé. Vrouwencentra en kantoren van organisaties ook. Binnen die muren voelen mensen zich veilig om dingen te zeggen, plannen te maken, hardop te dromen.
Publiek en privé Zo’n ik-begrijp-het-niet/ik-begrijp-het-wel moment had ik toen ik in Mitrovica (een etnisch gedeelde stad in het noorden van Kosovo) de bus uitzwaaide met Albanese en Servische kinderen die op vakantie gingen naar Nederland. De Albanese kinderen zaten er al in en op een veilige plek in het noorden werden ook de Servische kinderen opgepikt. Ik dacht: fantastisch, veertig kinderen met elkaar op vakantie en niemand die er moeilijk over doet. Dat is toch heel bijzonder, dat dat zo kan. Op hetzelfde moment bekroop me de angst dat er ineens een extreem-nationalistische politicus zou opdagen die ervan gehoord had en die de Servische ouders zou sommeren onmiddellijk hun Servische kinderen uit de bus te halen. Ik weet van een interetnisch jongerencentrum dat zo op de openingsdag z’n missie al moest laten varen. Maar de deuren gingen snel dicht en de bus 2
werd privé-ruimte.
Een ander moment. In een overleg tussen een paar organisaties uit het Albanese zuiden en het Servische noorden van de stad heeft iedereen heel open en vrij gesproken. We hebben onze angsten naar voren gebracht, maar ook besloten er voor te gaan. Het is best spannend wat we willen. Er kunnen heftige reacties komen vanuit de extreme hoeken, maar we zullen het samen doen. Dan gaan we terug. Ik – niet Servisch, niet Albanees – loop gewoon weer naar de andere kant van de stad, van Servisch naar Albanees gedeelte. Mijn Albanese collega wordt gereden door een Servische vriend. Hij heeft een privé-auto met een Servisch kenteken. Net over de grens stapt ze uit en gaat ze lopend verder. Zo is het ook met de popschool. Een prachtig initiatief van CBM, partner van de Remonstrantse Broederschap en IKV Pax Christi in Mitrovica. Kinderen uit het noorden en zuiden zouden lessen krijgen en muziek maken in één popcentrum in het midden van de stad. De muziekinstrumenten zijn er en ook is de ruimte beschikbaar, maar CBM kreeg de laatste tijd signalen van de ouders van de Servische kinderen dat die het niet aandurven. Om er te komen moeten de kinderen namelijk de stad door en de brug over; een aardig stukje lopen door publiek gebied waarin iedereen je kan vragen: Waarom? Waarvoor? Zou je dat wel doen? Het zijn de mensen uit de eigen groep die de controles uitvoeren en je voor verrader uitmaken. Er kan veel De privé-ruimtes zijn nodig om initiatieven te starten. In Mitrovica zijn bepaalde gedeeltes van de stad aangemerkt als plekken waar mensen van verschillende achtergronden samen kunnen komen zonder problemen. Misschien kun je het gedoogzones noemen: daar worden ze met rust gelaten. CBM en zijn partners streven ernaar om die zones uit te breiden. Tegelijkertijd willen dezelfde clubs ook ontzettend graag de publieke ruimtes betreden: pleinen en scholen en daar laten zien wat er allemaal wel niet mogelijk is – met presentaties, tentoonstellingen en informatiestandjes. Want er kan veel. Zo lang je maar in je privé-ruimte blijft. 3
Eva Oosterwegel programmaleider Kosovo en Macedonië IKV Pax Christi (Ook gepubliceerd in: Katern Geloof & Samenleving, in: ADREM, september 2007)
De ander, dat ben jij Net als voorgaande jaren organiseert het IKV in 2006 samen met Pax Christi en lokale organisaties de Vredesweek (dit keer van zaterdag 16 tot en met zondag 24 september). Het motto luidt De ander, dat ben jíj. Het thema sluit nauw aan bij Samen verder van 2005, maar bouwt het verder uit. Dat blijkt nodig, omdat de verwijdering tussen verschillende bevolkingsgroepen in Nederland en de rest van West Europa bepaald niet verdwenen is. Steeds zijn er incidenten die negatieve vooroordelen oproepen en groepen tegen elkaar opzetten. De commotie rondom de Deense cartoons, de campagne van de overheid ‘Nederland tegen terrorisme’, de aanhoudende berichtgeving over radicale islamitische jongeren of over ‘gedragsregels in de stad’ zijn hier voorbeelden van. Hoe is het mogelijk dat in een open democratische samenleving al deze onderwerpen niet alleen de belangrijkste thema’s blijken te zijn, maar vervolgens ook zoveel opschudding veroorzaken; waarom reageren wij zo licht ontvlambaar? Vooral van de overheid en van ministers verwacht je geen opruiende taal, maar weloverwogen uitleg over mogelijke oorzaken van alle onenigheid. Door opeenvolgende kabinetten is te weinig aandacht besteed aan een goed beleid op armoede en onderwijs, waardoor sociaaleconomische uitsluiting bevorderd is. Je verwacht dus dat de huidige overheid dáár aandacht aan geeft, zowel met woorden als in gedrag, en zichzelf én de burger medeverantwoordelijk houdt om de vrede in eigen huis serieus te nemen. Om deze reden besteedt het IKV in de Vredesweek van 2006 opnieuw aandacht aan de spanningen tussen etnische en religieuze groepen. Het lijkt tijd geworden dat we elkaar meer ruimte geven. Een nieuwe wederkerigheid in onze relaties inbrengen, waarmee we aan elkaar verplicht raken. Vanuit dat wat ons verbindt, namelijk onze status als Nederlander, moeten we elkaar niet langer zien als de ‘ander’, als de zondebok, als voorwerp van angst en uitsluiting, maar als medeburgers. Daarom luidt de slogan van de vredesweek: de ander dat ben JIJ. Janet Borghuis, medewerker Nederland IKV Voor informatie over het programma van de vredesweek zie: www.ikv.nl 4
(Ook gepubliceerd in: Katern Geloof & Samenleving, in: ADREM, september 2006)
Een maandblad voor Mitrovica Al geruime tijd steunt de Remonstrantse Broederschap het theatergezelschap ‘Show Meselation!’ in Mitrovica, de ‘hot-spot’ van Kosovo. Meteen na de oorlog was dit energieke gezelschap in staat om met allerlei (theater)projecten troost te bieden aan de inwoners van hun – nu gedeelde – stad. Valdete Idrizi, de coördinator van ‘Show Meselation’, besloot zich volledig op het vredeswerk te storten via de non-gouvernementele organisatie ‘Community Building Mitrovica (CBM)’, opgezet met steun van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV). CBM heeft ondertussen bijna tweehonderd projecten in Mitrovica en omgeving gerealiseerd voor en met zowel Serviërs als Albanezen (en ook bijvoorbeeld de Roma). CBM is steeds beter in staat eigen projecten te ontwikkelen, er fondsen voor te werven en ze zelf uit te voeren. Het mag een van de stevigste NGO’s van Kosovo genoemd worden. Het grootste van die geheel in eigen huis ontwikkelde projecten (in dit geval gefinancierd door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken) is het M-magazine: een maandblad voor, door en over de burgers van Mitrovica (en omstreken). Het probeert de lacune te dichten van gebrek aan lokaal nieuws in een mediawereld gedomineerd door respectievelijk Belgrado en Pristina. Het is neutraal en onafhankelijk, samengesteld door een redactie van Serviërs en Albanezen. Het blad verschijnt in drie edities met volledig identieke inhoud: Servisch, Albanees en sinds kort ook Engels. Het bevat informatie over beide delen van de stad: in de overtuiging dat men stiekem nieuwsgierig is naar het leven aan ‘de overkant’. Naast een enkele kritische noot naar de lokale autoriteiten bevat het voorlopig veel ‘feelgood-journalistiek’: reportages over de herstartende lokale economie, interviews met en portretten van markante burgers of sympathieke internationals, feitjes over de geschiedenis van stad en regio, artikelen over gedeelde zorgen en dagelijkse beslommeringen, en prijsvergelijkingen om de mythes over ‘het goedkope leven aan de overkant’ door te prikken. En uiteraard een leuke puzzel: een Sudoku! Het is een bijzonder dapper project omdat ieder neutraal initiatief hier gezien wordt als ‘niet loyaal genoeg naar de eigen groep’, dus je bent eigenlijk niemand te vriend. Toch is het gelukt om zes mooie nummers uit te brengen en te distribueren. Voor de remonstranten is het wellicht leuk om te weten dat de coördinatie van M-magazine in handen is van wederom een lid van ‘Show Meselation’: Aferdita Sylaj! Berend Brock (Eveneens gepubliceerd in adRem van maart 2006) Indien u interesse heeft in een abonnement op M-magazine, per post of email, kunt u contact opnemen met Berend Brock in Mitrovica: 5
[email protected] of tel. ++381 28 30 335. Meer info: www.clubvan2000.nl, onder ‘opinie’ en ‘weblog’. In zijn huis, uitkijkend over de oevers van de Kromme Rijn, spreek ik met Gerdo Zoon. De vroegere directeur van Stichting Vredesopbouw toont zich verheugd dat het wetenschappelijk vredesonderzoek weer vlot getrokken wordt.
Vrede kun je leren In 2004 is een nieuwe Stichting VredesWetenschappen (SWV) in het leven geroepen, voorkomend uit de Stichting Leerstoelen Vredesopbouw en de Vereniging voor Economie en Vrede, indachtig de woorden van Jan Tinbergen, gesproken reeds in 1967 bij de aanvaarding van de Erasmusprijs: “Het meest nodig is nu het organiseren van vrede”. Vredescultuur Armoede en ontwrichting van het milieu, schending van mensenrechten, conflicten en geweld versterken elkaar in een neerwaartse spiraal en bedreigen de vrede. Maar wie goed om zich kijkt, ziet ook positieve ontwikkelingen. Er is verzet tegen onrecht, er is solidariteit en wederzijds vertrouwen. De opgave is de positieve krachten te leren kennen, te mobiliseren en te versterken. Het bestuur van SWV is van mening dat het tot stand brengen van een vredescultuur de grootste uitdaging is van deze eeuw. Het vergroten van het inzicht in de voorwaarden voor een vredescultuur zal er toe moeten bijdragen dat er geen gewelddadige conflicten meer zullen uitbreken. “Wij hebben de overtuiging dat vrede op den duur bereikbaar is, mits er systematisch en op vele plaatsen tegelijk in de samenleving aan het scheppen van de vereiste voorwaarden hiervoor wordt gewerkt. Kort gezegd is onze bedoeling het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs inzake vredesvraagstukken op zoveel mogelijk plaatsen.” “…zowel de nieuwe als de oude, zowel de harde als de zachte bedreigingen van de vrede moeten onder ogen gezien worden”. Kofi Annan op 23 september 2003 tot de Algemene Vergadering van de VN Instellen leerstoelen Op instigatie van de nieuwe Stichting is aan het Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag een bijzondere leerstoel ingesteld, Economics of Conflict and Peace, en is als hoogleraar Mansoob Murshed benoemd, die reeds aan het ISS en de Universiteit van Birmingham verbonden is. Voor een periode van 5 jaar financiert de ASN Foundation deze leerstoel. De Universiteit Utrecht krijgt de Koningsbergerleerstoel Vredesopbouw en 6
rechtsstaat , waarmee de naam wordt geëerd van de hoogleraar biologie, die in 1940 in een rede zich verzette tegen de uitsluiting van joodse wetenschappers. De UU financiert deze leerstoel ook voor een periode van 5 jaar, ondanks alle bezuinigingen, omdat zij kennelijk het belang ervan inziet. Vredeswetenschappers en de betrokken hoger onderwijsinstellingen wil de Stichting via studiedagen en de eigen SVW Nieuwsbrief met elkaar in contact brengen. Vervolgens maakt men de resultaten van onderzoek bekend bij maatschappelijke instellingen, de overheid en het bedrijfsleven. Via de media wil men een breed publiek interesseren zodat daar niet alleen maar angst wordt gezaaid voor terreur maar ook het besef doorbreekt dat door kennis en mobilisatie van positieve krachten vrede gesticht kan worden. Stien Hoogerbrugge (Ook gepubliceerd in: Katern Geloof & Samenleving, in: ADREM, januari 2006) Uw bijdrage U kunt deze nieuwe Stichting financieel steunen door eenmalig, jaarlijks of periodiek via een notariële acte, een bedrag over te maken naar rek.nr. 1017 73 366 van de Stichting Vredes-Wetenschappen (SVW) te Utrecht. Meer informatie via www.stichtingvredeswetenschappen.nl De Taakgroep Vrede steunt via het IKV al een aantal jaren een project in Mitrovica, een deel van Kosovo. Een bericht van het IKV over de situatie in Kosovo.
Het leven stopte “Europa is mijn ideaal, een droom”. Nee, hier spreekt geen bevlogen EU woordvoerder, maar een jongere uit Kosovo. Burgers uit de Balkan praten met een passie over Europa waar commissievoorzitter Barroso jaloers op zou zijn. Is dat omdat deze mensen een onrealistisch beeld hebben en denken dat toetreding tot de EU de oplossing is voor al hun problemen? Ze weten inmiddels wel beter. Toch willen ze er dolgraag bijhoren. Ze willen democratie en een rechtsstaat. Ze willen dat hun politici werken aan een samenleving die mensenrechten respecteert en werkgelegenheid biedt. Het perspectief van EUlidmaatschap is de wortel die de samenleving tot noodzakelijke hervormingen moet verleiden. Eind juni waren we in Kosovo en het was moeilijk uit te leggen waarom Nederland tegen de Europese grondwet heeft gestemd. Het nee tegen de grondwet is een terugslag voor de Westelijke Balkan. Op de EU-top eind juni hebben Europese leiders herhaald volledig achter de conclusie van de Europese top van Thessaloniki uit 2003 te staan. Die luidde dat de uiteindelijke toekomst van de Balkan binnen de EU ligt. Maar gezien de crisis binnen Europa klinkt deze boodschap hol. Burgers zijn niet dom, ze begrijpen donders goed dat snelle uitbreiding met landen van de Westelijke Balkan nu niet hoog op de agenda van de EU staat. De Kosovaarse samenleving zal dus zonder wortel voor haar neus op eigen kracht moeten werken aan democratie en respect voor 7
mensenrechten. Maar is zij hiertoe in staat? Bijzondere positie Om deze vraag te beantwoorden een korte uitleg over de bijzondere positie van Kosovo op dit moment. Sinds 1999 bestuurt de VN Kosovo. Op papier is Kosovo nog deel van Servië; in de praktijk is het een internationaal protectoraat met groeiend zelfbestuur dat wacht op een besluit over zijn toekomst. Tot nog toe was het beleid van de VN samengevat in de slogan standards before status. Kosovo dient aan kwaliteitseisen (standards) te voldoen zoals democratie, goed bestuur en vooral bescherming van de rechten van minderheden, voordat gesproken kan worden over een eventuele staatsvorm (status). Op dit moment wordt de vooruitgang van standards getoetst door een VNrapporteur. De vermoedelijke conclusie van het rapport zal zijn dat Kosovo voldoende vooruitgang heeft geboekt om de onderhandelingen over de toekomstige status van Kosovo te openen. De VN zal dan een ‘status envoy’ benoemen die tussen Belgrado en Pristina zal pendelen om onderhandelingen te voeren. Leven in een enclave Het IKV is blij dat er de onderhandelingen zullen starten en wil aan dit proces zijn bescheiden bijdrage leveren door het ondersteunen van de opbouw van de civiele samenleving en het vergroten van de kansen van de Kosovaarse Serviërs om actief betrokken te zijn bij de besluiten over hun toekomst. Dat dit laatste lastig zal zijn, bleek weer tijdens ons recente bezoek. De Serviërs zijn duidelijk de underdogs. Ze leven als ontheemden in Servië en Montenegro, of in het noordelijke gedeelte van Mitrovica (een deel van Kosovo dat geografisch aansluit bij Servië), of in enclaves verspreid door de rest van Kosovo. Ze zijn en voelen zich niet vertegenwoordigd door de Servische politici in Kosovo. Ze hebben de verkiezingen in Kosovo grotendeels geboycot en luisteren meer naar de nationalistische geluiden vanuit de Servisch Orthodoxe kerk en politici uit Belgrado.
Monument met Servische vlag in het dorpje Gorazdevac in West-Kosovo ter nagedachtenis aan de twee Servische jongens die in augustus 2003 werden vermoord. (Foto: Albert van Hal) We hebben tien Servische enclaves in Kosovo bezocht. We spraken daar met zeer gedesillusioneerde mensen. De enclaves zien er aan de buitenkant minder grimmig uit dan enkele jaren terug. Er zijn minder checkpoints bij de toegangswegen. Toch trekken er nog steeds meer 8
mensen weg (met name jongeren die na hun school geen toekomst hebben) dan dat er terugkeren. De piepjonge en zeer actieve Arsenije uit de enclave Gorazdevac, vertelt dat het leven in een enclave mensen gek maakt. “Het voelt als leven in een open gevangenis, als een experiment. Je ziet telkens dezelfde mensen, die dezelfde verhalen vertellen. Het leven staat stil, iedereen praat over vroeger, over voor de oorlog”. Het is goed om te zien dat er in elke enclave wel mensen te vinden zijn die positief blijven en vechten voor verandering. Maar zij zijn wel de uitzonderingen. Veel mensen met initiatief en de wens tot verandering hebben de enclaves verlaten. Vooral de gewelddadige uitbarstingen van Albanezen tegen de Servische minderheid maken de Serviërs in de enclaves moedeloos. De voorzichtige pogingen tot contact met Albanezen buiten de enclave (“klein project maar enorme stap voor ons”) worden dan geheel teniet gedaan. Arsenije vertelde hoe in augustus 2003 voor zijn ogen zijn beste vriend werd doodgeschoten toen zij in de rivier zwommen die de grens van de enclave vormt. “Het leven stopte.” Ook sprak iedere Serviër die we ontmoetten over de rellen van maart 2004 waarin tijdens een uitbraak van woede van Kosovaarse Albanezen 19 burgers omkwamen. Toch zijn er nog steeds mensen die kleine stappen zetten: een publiek debat, filmvoorstellingen organiseren in hun enclave. Een jongen die trots vertelt over de grote belangstelling voor Fahrenheit 9/11. Een Servische vrouw wier ogen oplichten als ze zegt dat een Albanese vrouw uit Pristina haar na de rellen van maart 2004 belde om te vragen hoe het met haar ging. Voorbeelden die klein lijken, maar uiteindelijk moet de Kosovaarse samenleving (Albanezen en Serviers) het hier van hebben, van mensen die niet opgeven en binnen hun werkelijkheid zoeken naar openingen. Die mensen missen nu het perspectief van een toetreding tot Europa op korte termijn. Misschien hadden we daar in onze discussie in Nederland over de grondwet meer rekening mee moeten houden. Meer informatie over het werk van het IKV in Kosovo treft u op www.ikv.nl. Miriam Struyk en Albert van Hal, respectievelijk medewerker politieke zaken en projectleider Macedonië en Kosovo voor het IKV. (Ook gepubliceerd in: Katern Geloof & Samenleving, in: ADREM, september 2005)
Nieuwe start voor CBM in Kosovo In maart 2004 kwam Mitrovica onverwachts in het nieuws met etnisch geweld. De bevolking was gefrustreerd geraakt door de stilstand bij noodzakelijke ontwikkelingen. Remonstranten volgden de gebeurtenissen met extra aandacht door hun betrokkenheid bij het project Show Messelation van de organisatie Community Building Mitrovica (CBM). Geen nieuws is goed nieuws..... dat is de afgelopen twee à drie jaar het beleid van de United Nations Mission in Kosovo (UNMIK) geweest. De 9
internationale beleidsmakers deden weinig, terwijl er juist nog zo veel moest gebeuren. De afstand tussen UNMIK en de lokale bevolking groeide. Half maart was een relatief klein incident vlakbij Mitrovica de aanleiding om heel Kosovo op zijn kop te zetten. Dit had niemand zien aankomen. Hoewel CBM zich bewust was van de spanningen, was het tot maart toch optimistisch gestemd. Valdete Idrizi, directeur van CBM en in Nederland bekend uit haar bezoek in 2001, en de Servische stafleden voelden zich inmiddels veilig genoeg om naar het gezamenlijke kantoor in zuid te komen (voorheen werkte CBM vanuit twee kantoren – in noord en zuid). De centrale brug van Mitrovica was open voor wie wilde en durfde. Met name waren er veel Serviërs die in Zuid- Mitrovica kwamen werken. CBM ging steeds meer inzetten op werkelijk multietnische activiteiten. Door de ondersteuning en uitvoering van meer dan honderd projecten aan beide kanten had CBM een goede reputatie opgebouwd in heel de stad. Nu kwam de tijd om zelf projecten te initiëren en daarvoor fondsen te werven. Het was druk op het kantoor en elk uur liep er wel iemand binnen. En toen ineens waren er rellen in maart, werd er op en rond de brug geschoten en wist niemand meer waar dit ging eindigen. KFOR trok zich terug in haar kazernes, samen met de Serviërs die ze uit de nabijgelegen wijk hadden geëvacueerd. De CBM-stafleden wachtten thuis tot de situatie bekoeld was. Wel werd er over en weer volop gebeld. Op kantoor sneuvelde een ruit, waarbij een medewerkster net niet gewond raakte. Media aan beide zijden maakten zich sterk schuldig aan propaganda en ophitsing. Politici bleken niet in staat “sorry” te zeggen en de menigtes tot kalmte te manen. Ook binnen CBM werd zo weer enige tweespalt gecreëerd door tegenstrijdige informatie. Bij de orthodoxe kerk in ZuidMitrovica lukte het Valdete en gelijkgestemden helaas niet om brandstichting te voorkomen en kreeg ze tranen in haar ogen toen ze de toekijkende KFOR-soldaten zag lachen….. Einde CBM? Ondertussen lag de organisatie stil. Iedereen was zeer terneergeslagen en had zelfs het idee dat al het werk nu voor niks was geweest, dat dit het einde van CBM zou zijn (verschillende NGO’s hielden op te bestaan). De medewerkers hadden grote behoefte aan stafoverleg, maar in de wijde omtrek was geen neutrale, veilige plek meer te vinden. Het IKV besloot om de hele staf naar Nederland uit te nodigen voor (strategisch) overleg. Hier bleek een sterke, heilzame werking vanuit te gaan. Het ferm uitgesproken vertrouwen van IKV in CBM, het ophelderen van de foutieve berichten aan beide zijden, het verruilen van de gespannen sfeer in Mitrovica voor de rust van een vakantiepark in Kijkduin … de club werd al gauw weer gesterkt in zijn geloof in de goede zaak. Een nieuw werkplan met strategische prioriteiten en praktische aanpassingen werd opgesteld. Tijdelijk werd er weer vanuit twee kantoren gewerkt: er werd ruimte gevonden in een gebouw in noord. Vanaf juni vonden er weer regelmatig stafvergaderingen plaats, eerst in noord maar vanaf juli ook weer afwisselend in zuid. Dit was niet eenvoudig: KFOR had ondertussen van de brug een vesting gemaakt waar alleen nog internationals overheen
10
mochten. Prioriteiten De belangrijkste prioriteiten werden: 1) het bijeenbrengen van alle NGO’s in Mitrovica, noord en zuid, om het signaal te geven dat het geweld unaniem veroordeeld werd, en dat deze clubs er nog steeds zijn, klaar om het werk voort te zetten; 2) het opzetten van een Magazine voor heel Mitrovica, met reële, objectieve en waar mogelijk ook eens positieve berichtgeving over de stad en de ontplooide activiteiten, uitgebracht in het Servisch, Albanees en Engels; 3) het intensiveren van het werk met ‘interne vluchtelingen’ met betrekking tot terugkeer en algemene steun. Ondertussen draait CBM weer op volle toeren. Er wordt hard gewerkt aan de genoemde prioriteiten, zo zijn een stuk of tien projectvoorstellen geschreven en ingediend en gaat het magazine in september van start. Een staflid is met een groep Servische en Albanese jongeren uit Kosovo twee weken naar de School voor Vrede in Italië geweest en twee andere stafleden volgen een training als ‘peer educators’ voor drugspreventie. De TV-uitzendingen van Show Messelation gaan gestaag voort. Het theaterproject met achtergestelde kinderen is uitgesteld, maar zal ook zeker worden voortgezet. Berend Brock, Adviseur bij CBM Community Building Mitrovica (CBM) heeft een staf van Albanezen en Serviërs en wordt vanuit het IKV gesteund door de Nederlandse adviseur, Berend Brock. Remonstranten steunen het project Show Messelation van CBM. (Ook gepubliceerd in: Katern Geloof & Samenleving, in: ADREM, september 2004)
11
Vredespaal vergroot vredesbewustzijn. Als u om de Geertekerk te Utrecht heenloopt zal het u opvallen dat er terzijde van de kerk een twee meter hoge houten paal (zie foto) staat, met daarop in drie talen - Nederlands, Engels en Arabisch - en in braille de tekst: Moge vrede heersen op aarde. Graag wil ik u vertellen hoe deze paal er is gekomen en wat de achtergrond van een Vredespaal is. Het verhaal begint kort na de aanslag van 11 september 2001 in New York. Eleanore Merrill, geboren en getogen onder de ‘rook’ van de Geertekerk, ziet op een vakantie een vredespaal staan; een teken van hoop. Ze komt erachter dat dit een initiatief is van de ’World Peace Prayer Society’. Ze besluit dat ze bij de Geertekerk zo’n Vredespaal wil neerzetten. Ze interesseert mensen uit de buurt, vraagt en krijgt toestemming van de kerkenraad van de Remonstrantse Gemeente Utrecht, en weet ook de gemeente Utrecht voor haar plan te winnen. Dan emigreert ze naar Chili en moet noodgedwongen de uitvoering van haar plan overlaten aan anderen. Die anderen zijn de leden van de werkgroep Kerk & Samenleving van de RGU. Op donderdag 25 september 2003, in de Vredesweek, was het zover. De paal was klaar en kon onthuld worden. Dit gebeurde na de vredesdienst van de binnenstadskerken in de Doopsgezinde kerk aan de Oudegracht, samen met kerkgangers en mensen uit de buurt. De gedachte achter de vredespaal is de volgende. In 1955 richtte in Japan Masahisa Goi de World Peace Prayer Society (nu in de VS gevestigd) op vanuit de gedachte dat bidden van de woorden ‘May Peace Prevail on Earth’ mensen bewust maakt van hun verlangen naar vrede en ze verandert. De organisatie heeft zich ten doel gesteld het vredesbewustzijn in de wereld te vergroten. Een van de manieren is de Vredespaal; iedere groep mensen die dat wil kan op eigen initiatief een paal neerzetten. In Nederland staat zo’n paal o.a. ook op het Begijnhof te Amsterdam. Een citaat van Masahisa Goi (uit 1955): “Door telkens weer gewoon de woorden ‘Moge vrede heersen op aarde’ te bidden wordt een kaars ontstoken in je ziel en ontwikkelt zich een gevoel van geestelijke vrede en stabiliteit. Allerlei mensen hebben dit ervaren, van kinderen tot bejaarden. Dit zijn geen tijden voor ingewikkelde theologische theorieën of moeilijk te peilen heilige geschriften. De methode van vandaag moet er een zijn die iedereen makkelijk begrijpt, en die zonder enig probleem door heel veel mensen in de praktijk gebracht kan worden...”; en één van Masami Saionji, voorzitter op dit moment: “Vrede op aarde kan alleen realiteit worden wanneer alle volkeren uitstijgen boven hun nationale grenzen, politiek, geloof en ideologie. We zouden onze culturele verschillen eerder moeten viéren dan ze gebruiken als een reden voor conflicten. Er is meer dan genoeg geleden ten gevolge 12
van etnische en nationale belangen en winstbejag. Het doet er niet toe hoeveel macht en voorspoed een land verwerft als de inwoners het slachtoffer zijn van vooroordelen en onderlinge conflicten.” Het zijn woorden die we nu en altijd ter harte kunnen nemen. Mocht u over de World Peace Prayer Society meer willen weten, dan kunt u terecht op hun website: http://www.worldpeace.org Hans van den Berg, werkgroep Kerk & Samenleving RGU
13