Een sterkere gz-psychologie, sterkere specialismen Beleidsplan 2013
Postbus 8003 | 3503 RA Utrecht | 030 6868777 |
[email protected] | www.nvgzp.nl
Samenvatting De NVGzP is in september 2012 opgericht als vereniging van en voor gezondheidszorgpsychologen en gezondheidszorgpsycholoog-specialisten (klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen). De missie van de NVGzP laat zich samenvatten als: “De bevordering van de psychologische patiëntenzorg in Nederland, door de versterking van gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen”. Speerpunten voor 2013: 1. Bevorderen en borgen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening BIG-registratie als waarborg voor kwalitatief goede patiëntenzorg; Bijdrage aan richtlijnontwikkeling Stimuleren deskundigheidsbevordering Organisatie congres ‘Vijftien jaar gz-psycholoog’, in samenwerking met opleidingsinstellingen. 2. Profileren en positioneren van de gz-psychologie en haar specialismen samenstelling en verspreiding profielschets gz-psycholoog, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog; volgen en beïnvloeden maatschappelijke discussies die van belang zijn voor de positie van gzpsycholoog en de gz-psycholoog-specialist. In 2013 vooral: discussie over hoofdbehandelaarschap, Bestuurlijk Akkoord/Basis GGZ en Transitie Jeugdzorg. 3. Opleiding inzet: een kwalitatief goede opleiding van gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten, met een voldoende opleidingscapaciteit en een adequate financiering; beleidsbeïnvloeding, via deelname aan Kamer Gz-Psycholoog, CONO, Federatie van gezondheidszorgpsychologen, Capaciteitsorgaan; onderzoek naar arbeids-/opleidingsvoorwaarden van piogs. 4. Belangenbehartiging betere CAO’s voor gz-psychologen in dienstverband betere vergoedingsregeling ziektekostenverzekeraars; waar mogelijk in samenwerking met andere verenigingen, waar nodig op eigen kracht. 5. Verenigingsopbouw gesprekspartner zijn voor overheid, ziektekostenverzekeraars, GGZ-Nederland en andere brancheorganisaties, zusterverenigingen; uitbreiding van het aantal leden, via actieve ledenwerfcampagnes; uitbouw website tot informatieportal voor gz-psychologen en visitekaartje van de vereniging. Waar mogelijk streeft de NVGzP naar samenwerking met andere beroepsorganisaties op het gebied van de psychologie en de pedagogiek, zoals NIP, NVO, LVE, NVP en NVVP.
-2-
Inleiding De NVGzP is in september 2012 opgericht als vereniging van en voor gezondheidszorgpsychologen en gezondheidszorgpsycholoog-specialisten (klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen). De gezondheidszorgpsycholoog heeft zich de afgelopen veertien jaar ontwikkeld tot een belangrijke professie in de Nederlandse gezondheidszorg. Naast onder andere de arts en de apotheker is de gezondheidszorgpsycholoog een van de acht kernberoepen in de gezondheidszorg, die de status genieten van registerberoep in het kader van de wet-BIG. Dit onderscheidt de gezondheidszorgpsycholoog van andere psychologische beroepsbeoefenaren binnen en buiten de gezondheidszorg. Gezondheidszorgpsychologen hebben na hun academische een wettelijk erkende vervolgopleiding genoten en vallen onder het wettelijk tuchtrecht. Daarmee zijn wettelijke waarborgen gecreëerd voor een kwalitatief goede hulpverlening. Voortbouwend op dit fundament zijn begin deze eeuw de klinische psychologie en de klinische neuropsychologie erkend als specialismen van de gezondheidszorgpsychologie. Bij een zelfstandig beroep hoort een eigen beroepsorganisatie. Een organisatie die de ontwikkeling en profilering van de gezondheidszorgpsychologie stimuleert en optreedt als woordvoerder en representant van de beroepsgroep. De NVGzP beoogt die organisatie te zijn. In deze notitie wordt het beleidsplan van de NVGzP voor 2013 geformuleerd. Het is een beleidsplan dat tegelijk bescheiden en ambitieus is. Bescheiden, omdat de NVGzP nog volop in ontwikkeling is, en nog niet de statuur en de bijbehorende middelen heeft van een gevestigde vereniging, zoals de medische specialistenverenigingen. Ambitieus, omdat de NVGzP er wel naar streeft om deze positie te verwerven, en de komende jaren uit te groeien tot de toonaangevende vereniging voor de gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen (en van gz-psychologen en –specialisten) in Nederland.
-3-
1. Missie De missie van de NVGzP laat zich samenvatten als “De bevordering van de psychologische patiëntenzorg in Nederland, door de versterking van gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen” Centraal staat voor de NVGzP de bevordering van kwalitatief goede patiëntenzorg op psychologisch gebied. Dit veronderstelt adequaat opgeleide beroepsbeoefenaren en werkomstandigheden, waarbinnen zij goed hun werk kunnen doen. Conform de bedoeling van de wet BIG stelt de NVGzP zich op het standpunt dat de kwaliteit van de patiëntenzorg alleen gewaarborgd is indien de zorg verleend wordt door (of onder verantwoordelijkheid van) BIG-geregistreerde professionals. Bij de uitwerking van deze missie staan in 2013 vier thema’s centraal: 1. Bevorderen en borgen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening 2. Profileren en positioneren van de gz-psychologie en haar specialismen; 3. Behoud en verdere ontwikkeling van een kwalitatief goede opleiding van gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten; 4. Belangenbehartiging Daarnaast zal in 2013 veel aandacht uitgaan naar de verenigingsopbouw.
-4-
2. Omgevingsverkenning
2.1 Gezondheidszorg en gezondheidszorgpsychologie Binnen de gezondheidszorg komt steeds meer aandacht voor het belang van psychische factoren in de gezondheid. De geestelijke gezondheidszorg vormt een van de snelst groeiende takken van de gezondheidszorg. Ook in andere segmenten van de gezondheidszorg neemt de aandacht voor psychische aspecten van ziekte en gezondheid toe. In de eerste lijn komt steeds meer aandacht voor psychische problemen, zie onder andere de opkomst van de eerstelijnspsychologie. Ook het belang van psychische factoren bij lichamelijke ziektes wordt steeds breder onderkend, zowel in de eerste lijn als in de ziekenhuis- en revalidatiezorg en in ‘care’-sectoren als de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg. Binnen het spectrum van beroepsbeoefenaren dat zich bezighoudt met psychische aspecten van ziekte en gezondheid nemen de gezondheidszorgpsycholoog en de gezondheidszorgpsycholoogspecialist een centrale plaats in. De gezondheidszorgpsycholoog is in 1998 erkend als basisberoep in het kader van de Wet-BIG. Sindsdien is de gz-psycholoog uitgegroeid tot de spil van de geestelijke gezondheidszorg en de psychologische zorg in andere sectoren van de gezondheidszorg. Cijfers spreken wat dat betreft boekdelen: ons land telt bijna vijftienduizend gz-psychologen, ongeveer net zo veel als het aantal tandartsen, meer dan twee keer zoveel als het aantal psychotherapeuten en bijna vier keer zoveel als het aantal psychiaters. Naar schatting de helft van deze gz-psychologen werkt in de gespecialiseerde GGZ, waar zij het leeuwendeel van de behandelingen voor hun rekening nemen. De andere helft vinden we verspreid over vrijwel alle andere sectoren van de gezondheidszorg: ziekenhuizen en revalidatie-instellingen, de eerstelijnszorg, de jeugd- en ouderenzorg, de gehandicaptenzorg, etc. Van de specialismen is de klinisch psycholoog de oudste. Het beroep van klinisch psycholoog bestaat al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw, en is in 2005 erkend als specialisme van de gezondheidszorgpsychologie. Thans zijn er circa tweeduizend klinisch psychologen in ons land. Het overgrote deel van hen werkt in de GGZ en in ziekenhuizen of revalidatie-instellingen. De klinisch neuropsycholoog is in 2008 erkend als tweede specialisme van de gezondheidszorgpsychologie. Met ca. 110 beoefenaren is het een klein specialisme. Het kan zich echter verheugen in een groeiende belangsteling. De meeste klinisch neuropsychologen zijn werkzaam in de GGZ en in ziekenhuizen. Zowel klinisch psychologen als klinisch neuropsychologen zijn niet alleen specialist op het gebied van de patiëntenzorg. Zij onderscheiden zich ook door hun voortgezette wetenschappelijke vorming, die hen in staat stelt de verbinding te leggen tussen wetenschap en praktijk, bijv. als onderzoeker of initiator van innovaties. Daarnaast bekleden klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen vaak leidinggevende functies als hoofd van een zorgteam of afdeling.
2.2 De organisatie van gezondheidszorgpsychologen en gezondheidszorgpsycholoogspecialisten Anders dan andere beroepsgroepen kenden de gezondheidszorgpsychologen tot op heden geen eigen beroepsvereniging. Voor een deel werd de functie van beroepsvereniging voor gezondheidszorgpsychologen vervuld door de algemene verenigingen van psychologen en pedagogen in Nederland, resp. het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO). Deze vertegenwoordigen echter een afnemend -5-
aantal gz-psychologen: naar schatting is nog slechts de helft van de beroepsgroep lid van een van beide verenigingen. Een toenemend aantal gz-psychologen identificeert zich meer met wetenschappelijke verenigingen, zoals de VGCt, of verenigingen die zich richten op specifieke segmenten van de gezondheidszorg, zoals de LVE en de NVVP. Deze fragmentering gaat ten koste van de bevordering van de gezondheidszorgpsychologie als discipline en de behartiging van de belangen van gz-psychologen. Als beroepsgroep met bijna 15.000 beoefenaren verdient de gz-psychologie een eigen gezicht en een eigen stem. De NVGzP is opgericht om hieraan gestalte te geven. Zij onderscheidt zich van andere verenigingen doordat zij: alle gz-psychologen organiseert, onafhankelijk van vooropleiding, werksetting of vakinhoudelijke oriëntatie; specifiek gericht is op de vakinhoudelijke ontwikkeling en maatschappelijk positionering van de gz-psycholoog en de gz-psycholoog-specialist als BIG-geregistreerde professionals. De NVGzP onderkent het gevaar van verdere verbrokkeling en verdeeldheid binnen het beroepsveld. Om deze reden zet zij zich actief in voor samenwerking tussen de verschillende organisaties. Daarbij streeft zij naar een structurele samenwerking van alle verenigingen op het gebied van de gz-psychologie en de psychotherapie, naar voorbeeld van de federatieve samenwerking van medische verenigingen in de KNMG.
2.3 Ontwikkelingen in de gezondheidszorg en de gezondheidszorgpsychologie Een krachtige vereniging en gezamenlijk optreden zijn juist in deze tijd van belang. De gezondheidszorg is sterk in beweging, en dit vraagt om een heldere visie op de betekenis van de gezondheidszorgpsychologie en de positie van de gz-psycholoog, en een krachtdadig optreden ter behoud en versterking van die positie. Hieronder worden enkele actuele ontwikkelingen besproken die in dit kader relevant zijn. 1. Financiële restricties: Toenemende vraag, beperktere middelen De vraag naar gezondheidszorg neemt nog steeds toe, onder andere als gevolg van de veroudering en de toenemende medische mogelijkheden. Dit geldt ook voor psychische gezondheidszorg. De GGZ is een van de snelst groeiende sectoren van de gezondheidszorg, en in andere segmenten van de gezondheidszorg krijgt men steeds meer oog voor het belang van psychologische zorg. Tegenover deze stijgende vraag staat een rem op de beschikbaarheid van middelen. Er is een duidelijke tendens om de groei van de gezondheidszorg aan strikte (financiële) banden te leggen. Een voorbeeld hiervan is het in 2012 gesloten Bestuurlijk Akkoord GGZ, waarin is afgesproken de groei in de jaren 2013 en 2014 te beperken tot 2,5% per jaar1. De spanning tussen toenemende vraag en beperktere middelen laat zich in eerste instantie voelen als een bedreiging. Door bezuinigingen komen de budgetten voor psychologische zorg onder druk te staan; op vele plaatsen is zelfs sprake van opheffing van functies en gedwongen ontslagen. Voor een innovatieve discipline als de gz-psychologie biedt de spanning tussen vraag en middelen echter ook mogelijkheden. Immers, de enige mogelijkheid om deze spanning te verminderen is zorginnovatie: doelmatiger werken, meer doen met minder middelen. Gz-psychologen en gz-
1
Overigens is de groeimogelijkheid voor 2013 door Zorgverzekeraars Nederland (ZN) al weer bijgesteld naar 0%, in verband met een te grote budgetoverschrijding in 2012.
-6-
psycholoog-specialisten zijn door hun wetenschappelijke achtergrond bij uitstek geschikt om het voortouw te nemen bij dergelijke zorginnovaties. 2. Zorgfinanciering en –bekostiging Het stelsel van zorgfinanciering en –bekostiging is sinds de eeuwwisseling sterk in beweging. In de afgelopen jaren zagen we de invoering van nieuwe financieringsvormen, zoals de DBC’s en zorgzwaartepakketten. Daarnaast is er sprake van een toenemende betekenis van zorgverzekeraars, die zich uit naam van de patiënt en het algemeen belang steeds intensiever gaan bemoeien met de praktijkvoering van zorgverleners. Kenmerkend voor beide ontwikkelingen is dat zij slechts zelden zijn toegesneden op de GGZ, en dat in de regel onvoldoende rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van psychologische zorg. Dit leidt ertoe dat maatregelen vaak contraproductief zijn, of grote negatieve gevolgen hebben voor beroepsbeoefenaren. Een voorbeeld hiervan is het hoofdbehandelaarschap in de vrijgevestigde GGZ, waarvan gz-psychologen sinds 2012 zijn uitgesloten. Bedoeld om de kosten van de zorg te beperken en de kwaliteit te reguleren, leiden deze maatregelen tot duurdere zorg (want niet meer in te vullen door gz-psychologen) en een kaalslag in de psychologische voorzieningen (die voor meer dan de helft worden bemenst door gz-psychologen). Ook voor deze ontwikkeling geldt, dat zij niet alleen een bedreiging is, maar ook kansen biedt. De ondoordachte invoering van wijzigingen in de financiering zijn mede te wijten aan het gebrek aan een deskundige en gezaghebbende gesprekspartner namens de beroepsgroep, die in staat is op niveau mee te denken over de uitdagingen waar de gezondheidszorg voor staat. En de toenemende bemoeienis van ziektekostenverzekeraars is deels een antwoord op de ontbrekende zelfregulering van de beroepsgroep als het gaat om het waarborgen van de kwaliteit van zorg. Op beide punten ligt een uitdaging voor de NVGzP als vertegenwoordiger van de beroepsgroep van gz-psychologen en –specialisten. 3. Kwaliteit van zorg Zowel in de discussie over de gezondheidszorg als in de dagelijkse praktijk speelt kwaliteit van zorg een steeds belangrijker rol. Dit geldt gezondheidszorgbreed, en zeker ook in de geestelijke gezondheidszorg. In het onlangs afgesloten Bestuurlijk Akkoord GGz is het een van de hoofdthema’s, en er zijn ambitieuze plannen voor nieuwe impulsen op dit vlak. In de dagelijkse praktijk zien we het toenemend belang van kwaliteit onder andere terug in de opmars van richtlijngestuurd werken en benchmarking, de introductie van routine outcome monitoring en de toenemende aandacht voor kwaliteitsbeleid en praktijkvisitaties. Kwaliteit van zorg is een thema waarop zorgvragers, zorgfinanciers, zorgaanbieders en beleidsmakers elkaar vinden: het is een waarde die door alle partijen onderschreven wordt als belangrijkste uitgangspunt in de discussie over zorg. Daarbij is het aan de professionals en de zorgaanbieders om deze kwaliteit te realiseren. Psychologen hebben in de discussie over kwaliteit van zorg van meet af aan een belangrijke rol gespeeld. Door hun empirisch-wetenschappelijke achtergrond zijn zij getraind om kritisch naar bestaande praktijken en opvattingen te kijken. Bovendien beschikken zij over de know-how om wetenschappelijke onderzoeksresultaten te vertalen naar de praktijk en innovatie- en evaluatieprojecten op te zetten en te begeleiden. Dit geldt met name voor klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen; het slaan van bruggen tussen wetenschap en praktijk is één van de kerncompetenties van deze specialisten.
-7-
4. Taakverschuiving en taakherschikking Een vierde actueel thema in de gezondheidszorg is taakverschuiving en taakherschikking. Traditionele afbakeningen tussen beroepsgroepen staan ter discussie, niet alleen vanuit het oogpunt van kostenefficiëntie, maar ook vanuit het oogpunt van kwaliteit. Mondhygiënisten nemen werk van tandartsen over; verpleegkundigen krijgen taken die voorheen waren voorbehouden aan artsen, zoals voorschrijfbevoegdheid. Ook in de psychologische zorg zijn taken en taakafbakeningen volop in beweging. Door de introductie van de gz-psycholoog en de gz-psycholoog-specialist heeft de professie een duidelijker plaats gekregen binnen het beroepenveld in de gezondheidszorg. Wat dit betreft doet de geest van de wet-BIG haar werk: gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten worden meer en meer gezien als autonome professsionals, die niet alleen zelfstandig verantwoordelijk zijn voor hun eigen beroepsuitoefening, maar ook verantwoordelijkheid kunnen dragen voor het bredere zorgproces, als leider van zorgprogramma’s, teamleider of, op het niveau van de individuele patiënt, als hoofdbehandelaar. Parallel aan deze emancipatie van de beroepsgroep is er echter ook sprake van andere tendensen. De betekenis van BIG-registratie als voorwaarde voor een zelfstandig functie in de gezondheidszorg komt onder druk te staan. Taken die voorheen werden uitgevoerd door gz-psychologen, worden meer en meer overgelaten aan niet-BIG-geregistreerde psychologen en pedagogen. Eenzelfde verdringing is zichtbaar in de taakafbakening tussen de gz-psycholoog enerzijds en de specialismen anderzijds. Mede als reactie op deze ontwikkelingen worden met name vanuit de zorgverzekeraars nieuwe normen geformuleerd. Dit komt met name tot uitdrukking in de discussie over de vraag welke disciplines gerechtigd zijn DBC’s te openen en te sluiten. Daarbij stellen zorgverzekeraars zich op het standpunt dat dit in de vrijgevestigde GGZ alleen mag geschieden door een klinisch psycholoog, een psychiater of (onder omstandigheden) een psychotherapeut. Gz-psychologen en klinisch neuropsychologen worden hierdoor gedegradeerd tot ‘onderaannemers’. Op dit vlak ligt er een duidelijke uitdaging voor de beroepsgroep. Het is aan de professie zelf om duidelijke normen te formuleren voor de beroepsuitoefening, en de competentieniveaus die vereist zijn voor verschillende taakgebieden. Voor de NVGzP is het uitgangspunt hierbij de wetBIG, en de daarin verankerde professionele autonomie van de gezondheidszorgpsycholoog. 5. Opleiding De opleiding vormt een belangrijk aandachtsveld voor beroepen in de gezondheidszorg. Op dit vlak is veel in beweging. Genoemd kunnen worden de introductie van het opleidingsfonds als nieuw bekostigingsmodel, de periodieke capaciteitsplanningen en de pogingen om het onderwijs inhoudelijk te vernieuwen door de introductie van competentiegericht opleiden. Voor de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog en gezondheidszorgpsycholoog-specialist liggen er momenteel belangrijke uitdagingen. Eén van deze uitdagingen betreft de capaciteit van de opleiding. Ondanks oriënterende studies van het Capaciteitsorgaan bestaat hierover nog steeds geen overeenstemming; met name de capaciteit van de opleiding tot klinisch psycholoog ligt ver af van de geprognosticeerde behoefte aan klinisch psychologen in de komende jaren. Een tweede veld van aandacht betreft de financiering van de opleiding. Deze is voor de psyopleidingen nog steeds suboptimaal: slechts een deel van de opleidingscapaciteit wordt gefinancierd, en de vergoeding per plaats is onvoldoende om de opleidingskosten te dekken. Inhoudelijk zijn de opleidingen met de introductie van competentiegericht opleiden een nieuwe fase ingegaan. Toch is de opleiding met de vaststelling van de nieuwe opleidingsplannen niet ‘af’. Enerzijds ligt er de uitdaging van de implementatie van deze opleidingsplannen; anderzijds is het
-8-
de vraag hoe nieuwe ontwikkelingen in het beroepsveld verdisconteerd kunnen worden in de opleiding. Bij al deze ontwikkelingen behoort de beroepsgroep een voortrekkersrol te spelen: een goede opleiding is van levensbelang voor de toekomst van de professie. Voor de NVGzP zal dit dan ook een belangrijk aandachtsveld zijn.
-9-
3. Werkprogramma 2013 Algemeen De NVGzP is een vereniging in opbouw. De vereniging positioneert zichzelf nadrukkelijk in relatie tot reeds bestaande verenigingen op het gebied van de gezondheidszorgpsychologie: het NIP en de NVO als algemene verenigingen van psychologen en pedagogen, de LVE en de NVVP als beroepsverenigingen van gz-psychologen in bepaalde settingen, en wetenschappelijke verenigingen als de VGCt en de LVMP. De NVGzP kan en wil vooralsnog geen full service vereniging zijn. Dat betekent dat zij streeft naar een goede taakafbakening met andere beroepsverenigingen, die daarvoor beter geëquipeerd zijn. Het accent van de NVGzP ligt op die taken, waar andere partijen niet of onvoldoende aandacht aan besteden. Vanuit dit uitgangspunt zijn voor 2013 scherpe keuzes gemaakt. Dit heeft geresulteerd in onderstaand werkplan, dat gecentreerd is rond vijf thema’s: 1. Kwaliteit; 2. Profilering en positionering; 3. Opleiding; 4. Belangenbehartiging; 5. Verenigingsopbouw.
I.
Kwaliteit
Als vereniging voor de gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen maakt de NVGzP zich sterk voor de kwaliteit van de zorg die gezondheidszorgpsychologen bieden. Patiënten die zich wenden tot een gezondheidszorgpsycholoog of gezondheidszorgpsycholoog-specialist hebben recht op een kwalitatief hoogstaande zorg, en organisaties van beroepsbeoefenaren hebben tot taak deze kwaliteit te (helpen) borgen en bevorderen. Rekening houdend met activiteiten van andere verenigingen op dit terrein zal de NVGzP op dit gebied in 2013 de volgende activiteiten ontplooien. 1.1 Normstelling aangaande de inzet van gz-psychologen, gz-psycholoog-specialisten en nietBIG-geregistreerden Kwalitatief goede patiëntenzorg veronderstelt de inzet van goedopgeleide professionals. Dat vereist duidelijke richtlijnen met betrekking tot de noodzakelijke kwalificaties van beroepsbeoefenaren voor verschillende taken. Wat betreft de rol van psychologen in de gezondheidszorg moet geconstateerd worden dat deze richtlijnen momenteel ontbreken, of lokaal sterk variëren. De NVGzP streeft naar heldere normen met betrekking tot de inzet van psychologische professionals in de zorg. De basis voor deze normstelling is de wet-BIG: BIG-registratie is een noodzakelijke voorwaarde om zelfstandig werkzaam te kunnen zijn in de psychologische patiëntenzorg. Alleen op deze manier kan de kwaliteit van psychologische patiëntenzorg afdoende blijven gewaarborgd; BIG-registratie is een voldoende voorwaarde om zelfstandig werkzaam te kunnen zijn in de psychologische patiëntenzorg. BIG-registratie impliceert dat een professional zelfstandig werkzaam kan zijn in de zorg. Maatregelen die impliceren dat BIG-geregistreerden alleen - 10 -
onder verantwoordelijkheid van andere professionals mogen werken zijn in strijd met de bedoeling van de wet-BIG in deze. De NVGzP zal in 2013: haar standpunt over de inzet van gz-psychologen, gz-psycholoog-specialisten en niet-BIGgeregistreerden verder uitwerken in concrete richtlijnen; de maatschappelijke discussie over hoofdbehandelaarschap volgen en daar namens de gzpsychologen en gz-psycholoog-specialisten aan bijdragen; gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten informeren over ontwikkelingen op dit vlak en de gevolgen daarvan voor hun positie en werkzaamheden; gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten een stem geven, door als woordvoerder op te treden van gz-psychologen in hun verzet tegen onterechte maatregelen die hun belangen schaden. Deze activiteiten zijn belegd in de Werkgroep Normstelling/hoofdbehandelaarschap.
1.2 Ontwikkeling en implementatie vakinhoudelijke richtlijnen Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling zijn een belangrijk onderdeel van het kwaliteitsinstrumentarium. Zij bevorderen dat de zorg die aan patiënten geboden wordt effectief is en kostenefficiënt. Binnen de GGZ zijn de afgelopen jaren een groot aantal mutidisciplinaire richtlijnen ontwikkeld waarbinnen de psychologie steeds weer een prominente plaats inneemt (zie www.ggzrichtlijnen.nl). In het bestuurlijk akkoord GGZ is een belangrijke plaats ingeruimd voor voortzetting van deze richtlijnontwikkeling: in totaal is 6 miljoen gereserveerd voor een programma van ontwikkeling van richtlijnen, dat getrokken wordt door NIP en NVvP. Als wetenschappelijke vereniging voor gz-psychologie onderschrijft de NVGzP de wenselijkheid van richtlijnontwikkeling en wil zij hier zelf een bijdrage aan leveren. De NVGzP zal in 2013: actief bijdragen aan de ontwikkeling van richtlijnen, hetzij als zelfstandige partij naast het NIP, hetzij via de inbreng van haar leden in richtlijncommissies; bekendheid geven aan bestaande richtlijnen en zo bijdragen aan verspreiding ervan, onder andere via haar website; De NVGzP zal hiertoe een Werkgroep Richtlijnen formeren, die de ontwikkelingen op dit gebied volgt en daar vanuit de NVGzP aan bijdraagt.
1.3 Deskundigheidsbevordering Een wetenschappelijke vereniging kan een belangrijke rol spelen in de deskundigheidsbevordering van haar leden. Te denken valt onder aan: informatie op website over bij- en nascholingsactiviteiten en nieuw verschenen vakliteratuur: congresagenda, cursusaanbod; de organisatie van congressen; bevorderen vakinhoudelijke uitwisseling tussen leden. Bij voorbeeld: leden kunnen opgeven op welke terreinen zij specifiek deskundig zijn. Deze informatie is voor andere leden toegankelijk via ledennet; mogelijkheid tot zoeken van supervisoren/intervisiegenoten via ledengedeelte website zelfstandig organiseren van bij- en nascholingsactiviteiten (BNS); - 11 -
accrediteren van bij- en nascholing; de instelling van registers voor specifieke deskundigheden; uitgave van een tijdschrift, eventueel in elektronische vorm.
De NVGzP zal in 2013: via het ledennet een deskundigenbestand faciliteren, waarin leden de gelegenheid krijgen hun deskundigheid te omschrijven en collega’s met specifieke deskundigheden te zoeken; onderzoeken of er behoefte bestaat aan een centraal overzicht van bij- en nascholingsactiviteiten voor gz-psychologen, naar analogie van de bij- en nascholingsagenda voor gz-psycholoog-specialisten; in samenwerking met uitgevers onderzoeken welke mogelijkheden en behoeftes er zijn aan een concreet aanbod van vakliteratuur via de website van de NVGzP; in samenspraak met organisaties op het gebied van bij- en nascholing onderzoeken of er behoefte is aan een accreditatieregeling voor bij- en nascholing voor gz-psychologen; in samenwerking met de opleidingsinstellingen een congres organiseren onder de werktitel ‘Vijftien jaar gz-psycholoog’. Voor de coördinatie van deze activiteitencluster zal een Werkgroep Deskundigheidsbevordering worden samengesteld.
II.
Profilering en positionering gz-psycholoog, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog
De NVGzP streeft naar een krachtige profilering en positionering van de gz-psychologie en haar specialismen. Ankerpunt daarbij is de BIG-status van deze professies, en de waarborgen die dit biedt voor opleiding, deskundigheid en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. Aspecten van deze profilering en positionering zijn: identiteit: duidelijker consensus binnen de professie over wat de rol is van de gz-psycholoog en de specialismen in de gezondheidszorg, zowel ten opzichte van elkaar als ten opzichte van niet-BIG-geregistreerde psychologen en pedagogen en ten opzichte van andere professies. positie: meer uniformiteit wat betreft de positie van gz-psychologen en specialisten in de zorg. Thans bestaan op dit punt nog te grote lokale en regionale verschillen. Denk aan de afbakening tussen beroepen: binnen sommige instellingen wordt als eis gesteld dat elke psycholoog of pedagoog beschikt over een BIG-registratie, elders worden op grote schaal niet-BIG-geregistreerden ingezet in de zorg. Idem voor de positie van specialisten. bekendheid en imago: beter informeren van het publiek, maar ook andere professionals in de zorg, politici, beleidsmakers, zorgverzekeraars en managers over de specifieke kwaliteiten van gz-psychologen, klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen. Activiteiten van de NVGzP in 2013: 1. De samenstelling en verspreiding van een maatschappelijke profielschets van de gz-psycholoog, de KP en de KNP. De profielschets beschrijft de competenties van gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten, en hun plaats in het zorgproces. Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan actuele
- 12 -
ontwikkelingen in de zorg en de gevolgen daarvan voor positie en taakinhoud van de gzpsycholoog en de gz-psycholoog-specialist. De profielschets is primair bestemd voor verwijzers, vertegenwoordigers van andere professies en beleidsmakers in de zorg. Onderzocht zal worden of het mogelijk is om parallel een publieksversie te publiceren. Bij de samenstelling van de profielschets zal worden aangesloten bij de positiebepaling en competentieomschrijving van de gz-psycholoog en de gz-psycholoog-specialist in het kader van de modernisering van de opleidingen. Voor de verspreiding van de profielschets zal een communicatieplan worden opgesteld. Hierbij zal met name aandacht worden besteed aan de manier waarop de profielschets onder de aandacht kan worden gebracht van beleidsmakers in de zorg. Doel is dat de profielschets per eind 2013 bekend moet zijn bij beleidsmakers en als referentiedocument wordt gebruikt bij beleidsvoorstellen en -beslissingen in de zorg, zoals taakherschikking, vergoedingenbeleid van zorgverzekeraars etc. Voor de samenstelling en verspreiding van de profielschets voor de specialisten is een Werkgroep ingesteld. Deze zal worden uitgebreid met deskundigen op het gebied van het profiel van de gz-psycholoog, tot de Werkgroep profiel gz-psycholoog/gz-psycholoog-specialist. 2. Het volgen en beïnvloeden van maatschappelijke ontwikkelingen en discussies die van belang zijn voor de positie van de gz-psycholoog, de KP en de KNP. De gezondheidszorg is sterk in beweging. Voorbeelden van actuele politieke ontwikkelingen zijn het Bestuurlijk Akkoord GGZ en de overheveling van de jeugd-GGZ naar de gemeentes. Daarnaast is er de steeds sterkere invloed van zorgverzekeraars op het zorgproces, onder andere via vergoedingsregels (hoofdbehandelaarschap, restricties aan verlengde arm, etc.). Al deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de positie van gz-psychologen, klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen. De NVGzP stelt zich tot taak deze ontwikkelingen te volgen en waar mogelijk te beïnvloeden. Speerpunt hierbij is het Bestuurlijk Akkoord GGZ. Thans zijn de psychologen bij dit bestuurlijk akkoord betrokken via het zogenaamde 3PO. Dit is een samenwerkingsverband van NIP, LVE en NVVP. De NVGzP streeft naar toetreding tot dit overleg. Daarnaast zal de NVGzP zich inzetten voor beïnvloeding van dit overleg via de publiciteit. Voor deze activiteit zijn twee Werkgroepen ingesteld: de Werkgroep Bestuurlijk Akkoord/Basis GGZ en de Werkgroep Transitie jeugdzorg.
III.
Opleiding
De NVGzP zet zich voor een kwalitatief goede opleiding van gz-psychologen en gz-psycholoogspecialisten, met een voldoende opleidingscapaciteit en een adequate financiering. Een kwalitatief goede opleiding is van cruciaal belang voor de identiteit, kwaliteit en continuïteit van de beroepsuitoefening. De succesvolle ontwikkeling van de gz-psycholoog, de klinisch psycholoog en de klinisch neuropsycholoog tot zelfstandige professies is in niet geringe mate te danken aan de sterke opleiding, die de afgelopen jaren geleid heeft tot een gestage instroom van nieuwe, goed opgeleide professionals. Voor de toekomstige ontwikkeling van de gz-psychologie en haar specialismen is het van belang dat de opleiding de komende jaren verder wordt ontwikkeld. Aspecten hiervan zijn:
- 13 -
goede kwaliteitsborging van de opleidingen, door adequaat toezicht door de Kamer GzPsycholoog en de RSG; een goede aansluiting van universitaire opleiding en gz-opleiding, zowel kwalitatief als kwantitatief. Kwantitatief: afremmen van de (over)capaciteit aan studenten psychologie en pedagogiek met ambities in de richting van de gezondheidszorg (bijv. adequate voorlichting, instellen numerus fixus). Kwalitatief: het bewaken van de inhoudelijke en tijdige aansluiting tussen de universitaire vooropleiding en de gz-opleiding; een afdoende capaciteit van de gz-opleiding en de specialistenopleidingen, gebaseerd op onderbouwde ramingen van het Capaciteitsorgaan; adequate financiering van de opleidingen, analoog aan de financiering van medische specialistenopleidingen (dus: volledige financiering van voldoende plaatsen); adequate opleidingsvoorwaarden: aanstelling, inschaling, bekostiging van de opleiding e.d. Er zijn sterke aanwijzingen dat deze opleidingsvoorwaarden steeds meer onder druk komen te staan. een gecontroleerde en verantwoorde uitbouw van profielopleidingen, aansluitend bij de behoefte in de verschillende werkvelden.
Activiteiten van de NVGzP in 2013 zullen zijn: 1. Beleidsbeïnvloeding op bovenstaande thema’s, door toetreding tot de gremia die van belang zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de opleiding van gz-psychologen en gz-psycholoogspecialisten. In concreto gaat het hierbij om de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP, verantwoordelijk voor de specialistenopleidingen), de Kamer Gezondheidszorgpsycholoog (regelgeving en toezicht gz-opleiding), het CONO (overlegorgaan voor opleidingen in de GGZ), het Capaciteitsorgaan (verantwoordelijk voor capaciteitsramingen) en de Kamer Psychologie van de VSNU. 2. Het uitvoeren van een onderzoek naar de arbeids-/opleidingsvoorwaarden van piogs, om zicht te krijgen op problemen die zich op dit vlak voordoen. De coördinatie van de onder 1 genoemde activiteiten berust vooralsnog bij het bestuur. Voor de onder 2. genoemde activiteit is een Werkgroep ingesteld.
IV.
Belangenbehartiging
Wat betreft belangenbehartiging dient onderscheid gemaakt te worden tussen collectieve en individuele belangenbehartiging. Individuele belangenbehartiging Individuele belangenbehartiging omvat onder andere belangenbehartiging bij arbeidsconflicten; juridisch advies; sluiten van contracten met zorgverzekeraars Collectieve belangenbehartiging Dit betreft in de eerste plaats de materiële belangen behartiging. Voor gz-psychologen en – specialisten in dienstverband: functiewaardering, inschaling en arbeidsvoorwaarden. Voor vrijgevestigden: polisvoorwaarden en condities van zorgverzekeraars.
- 14 -
Dienstverband: gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten worden voor CAO-onderhandelingen vertegenwoordigd door het NIP en de NVO, die beiden participeren in de FBZ (Federatie van Beroepen in de Zorg). Geconstateerd kan worden dat hier de afgelopen jaren weinig bereikt is op het gebeid van zaken die specifiek voor gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten van belang zijn. Hierbij valt te denken aan (a) inschaling en (b) secundaire arbeidsvoorwaarden, met name vergoedingen voor bij- en nascholing. Vrijgevestigden: voor vrijgevestigden is primair het vergoedingenbeleid van zorgverzekeraars van belang. NIP, NVO, LVE en NVVP hebben een lange traditie in onderhandelingen met zorgverzekeraars over vergoedingsregels. Ondanks deze inspanningen is met name de positie van gzpsychologen in het vergoedingenstelsel echter zeer zorgelijk.
Activiteiten NVGzP 2013 Algemeen Belangenbehartiging is een complex en arbeidsintensief werkveld, dat specifieke know-how vereist. De NVGzP heeft vooralsnog hiervoor niet de middelen en de expertise. In 2013 zal worden gestreefd zal worden naar de opbouw van samenwerkingsrelaties met verenigingen die op dit vlak reeds actief zijn. Medio 2013 zal worden geëvalueerd in hoeverre de belangen van de leden op deze wijze voldoende worden behartigd. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan zal het beleid op dit punt worden bijgesteld, bij voorbeeld door de ontwikkeling van een ‘pluspakket’ voor leden die prijsstellen op aanvullende diensten van de NVGzP op dit punt. Monitoring van dit punt zal plaatsvinden door een Werkgroep belangenbehartiging. Individuele belangenbehartiging De NVGzP heeft een zorgplicht voor haar leden inzake individuele belangenbehartiging. Begin 2013 zal een Commissie van Goede Diensten worden ingesteld, die leden bijstaat in geval van arbeidsconflicten, ontslag, conflict met een verzekeringsmaatschappij, etc. Onderzocht zal worden of in samenwerking met een externe partner een rechtsbijstandsmodule kan worden ontwikkeld voor individuele leden.
V.
Verenigingsopbouw
5.1 Positionering van de vereniging Om haar doelstellingen te realiseren zal de NVGzP haar plaats moeten verwerven in het complexe krachtenveld van actoren die actief zijn binnen de gezondheidszorg: andere beroepsverenigingen, maar ook brancheorganisaties, zorgverzekeraars, onderzoeksinstellingen, overheid etc. Zoals eerder aangegeven zijn op het gebied van de gezondheidszorgpsychologie en haar specialismen reeds een groot aantal organisaties actief: de algemene verenigingen van psychologen en pedagogen (NIP en NVO), wetenschappelijke verenigingen (bijv. LVMP, VGCt), en verenigingen van (gz-)psychologen die werkzaam zijn in specifieke settingen, zoals de LVE en de NVVP. Voor een daadkrachtig optreden is het van belang dat waar mogelijk sprake is van samenwerking, uiteraard met respect voor de eigen identiteit van elk van de partijen. De NVGzP wil zich hiervoor inzetten.
- 15 -
Activiteiten in 2013 1. Kennismaking met zusterverenigingen, waar mogelijk maken van afspraken over samenwerking en taakafbakening; 2. Introductie bij andere belangrijke partijen binnen de gezondheidszorg, met name: VWS, GGZ Nederland en andere brancheorganisaties, Zorgverzekeraars Nederland, individuele zorgverzekeraars, CONO; De uitvoering hiervan geschiedt vooralsnog onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van het bestuur.
5.2 Ledenwerving De NVGzP geniet brede steun onder de spraakmakers binnen de professie: hoogleraren, hoofdopleiders, praktijkopleiders en gz-psychologen en specialisten die bestuurlijk actief zijn binnen NIP, Kamer Gz-Psycholoog en/of FGzP. Om haar ambities te verwezenlijken is echter een breder draagvlak nodig. De NVGzP wil zich ontwikkelen tot de toonaangevende vereniging op het gebied van de gezondheidszorgpsychologie in Nederland. Dit kan alleen als zij een substantieel deel van de gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten organiseert. Activiteiten 2013 De NVGzP streeft naar uitbreiding van het ledental tot ten minste 2.000 per eind 2013. Om dit te realiseren zal in 2013 veel aandacht worden besteed aan interne en externe communicatie. Activiteiten in dit kader zijn, naast de ontwikkeling van de website: de campagne ‘Leden werven leden’. Leden zal worden gevraagd binnen hun eigen netwerk de NVGzP onder de aandacht te brengen. Zij kunnen hierbij gebruik maken van ondersteunend voorlichtingsmateriaal, zoals visitekaartjes en posters. aanwezigheid op de werkplek en ‘in the classroom’. Er zal worden gewerkt aan de opbouw van een netwerk van lokale contactpersonen binnen de instellingen en de opleidingen. aanwezigheid bij grootschalige evenementen. Gestreefd wordt naar vertegenwoordiging van de NVGzP bij grote evenementen, bijv. congressen, studiedagen, etc. de uitgave van een Nieuwsbrief, die ook beschikbaar is voor belangstellende niet-leden; aanwezigheid op sociale media, zoals LinkedIn, Twitter en Facebook. Hierbij zal twitter als belangrijkste medium worden gebruikt; free publicity via interviews, en verspreiding van flyers bij tijdschriften e.d. de organisatie van het congres ‘Vijftien jaar gz-psychologie’, in samenwerking met de opleidingsinstellingen. Voor de uitvoering hiervan zal een Werkgroep ledenwerving worden ingesteld.
5.3 Website en andere nieuwe media De website is het visitekaartje van de NVGzP. De ambitie is de website in 2013 uit te bouwen tot een informatieportal voor gz-psychologen en gz-psycholoog-specialisten. Thans bevat de website reeds de basisinformatie m.b.t. het beroep en de opleiding. Dit zal in de loop van 2013 verder worden aangevuld. Daarbij zal het accent liggen op informatie die relevant is voor de beroepsgroep. Onderdelen hierbij zijn:
- 16 -
vakinhoudelijke informatie. Bijv: publicatie van of verwijzingen naar richtlijnen; congresagenda; nieuw verschenen publicaties; hoorcolleges over actuele onderwerpen. nieuws inz. maatschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor gz-psychologen en – specialisten. een vacaturebank, evt. ook voor opleidingsplaatsen; een search engine voor het zoeken van vakgenoten op regio, deskundigheidsgebied, kwalificaties als supervisor; annonces, oproepen tot contact, etc.
Voor de uitvoering hiervan is een Werkgroep Website ingesteld. Deze zal ook de vertegenwoordiging van de NVGzP in andere nieuwe media voor haar rekening nemen: Twitter, Facebook, LinkedIn.
5.4
Interne organisatie en kadervorming
De NVGzP heeft hoge ambities en een zeer kleine betaalde staf. Dat betekent dat zij haar ambities alleen kan waarmaken als veel leden bereid zijn zich in te zetten voor de vereniging: niet alleen een vereniging voor gz-psychologie en haar specialismen, maar ook ván gz-psychologen en – specialisten. Dit vereist een goede organisatie en een motiverende werkomgeving.
- 17 -
Bijlage Overzicht Werkgroepen
1.1 1.2 1.3 2.1 2.2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3
Werkgroepen Werkgroep normstelling/hoofdbehandelaarschap Werkgroep richtlijnen Werkgroep deskundigheidsbevordering Werkgroep profielschets Werkgroep bestuurlijk akkoord/Basis GGZ Opleiding: beleidsbeïnvloeding Opleiding: onderzoek naar arbeids-/opleidingsvoorwaarden Werkgroep belangenbehartiging Commissie van goede diensten Positionering vereniging Werkgroep ledenwerving Werkgroep website
- 18 -
Coördinatie H. van Dis en P. van Drunen A. de Keijser A. de Keijser A. Alberink H. van Dis Bestuur (vooralsnog) J. Baas en P. van Drunen
Bestuur (vooralsnog) J. Baas en P. Van Drunen J. Baas, en P. van Drunen