Een krachtige levensmiddelenketen de Met da n e g CBL a 020 tot 2
Een krachtige levensmiddelenketen Met de CBL agenda tot 2020
Ter inleiding
Geachte lezer, Iedere keten is zo sterk als zijn zwakste schakel. Dit geldt onverkort voor de levensmiddelenketen. Deze bedient de consument via supermarkten, fabrikanten en de land- en tuinbouwsectoren. De consument heeft belang bij een krachtige levensmiddelenketen. Daarin wordt door alle schakels intensief samengewerkt om extra toegevoegde waarde te bieden in de vorm van nieuwe en betere producten, bijvoorbeeld in samenstelling en duurzaamheid. Slaan deze producten aan op de competitieve Nederlandse thuismarkt, dan zijn ze ook kansrijk om over de grens met succes te worden verkocht. Een krachtige levensmiddelenketen is daarom ook essentieel voor de concurrentiekracht van de Nederlandse economie als geheel. De afgelopen jaren is de levensmiddelenketen door een periode van economisch zwaar weer gegaan. De consument heeft zijn eetpatroon aangepast. Aanbiedingen winnen aan belang, huismerken aan populariteit. Volgens het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), belangenbehartiger van de Nederlandse supermarkten en food service bedrijven, is het nu meer dan ooit tijd voor samenwerking. De schakels in de keten hebben een belang de handen ineen te slaan bij het ontwikkelen en verkopen van nieuwe en betere producten. Gezamenlijk kan worden gewerkt aan een krachtige keten. Het spreekt voor zich dat daarbij de consument steeds centraal moet staan. Leidschendam, oktober 2011
Bert Roetert Voorzitter Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
Inhoudsopgave
1)
Kerngegevens supermarktsector Nederland/Europa
2)
Een krachtige levensmiddelenketen: alle schakels varen er wel bij
10
3)
Krachtige ketensamenwerking: van regionale tot mondiale initiatieven
12
4)
Supermarkten van meerdere kanten onder druk
19
5)
Noodzaak tot integrale benadering levensmiddelenketen
20
6)
Samenwerken aan goede basisafspraken in de keten
25
7)
Samenwerken aan eigen merken
27
8)
Agenda voor de levensmiddelenketen tot 2020
31
Bronnen
8
36
1)
Kerngegevens supermarktsector Nederland/Europa
In de Europese Unie geeft de consument gemiddeld 16% van zijn besteedbare inkomen uit aan levensmiddelen en niet-alcoholische dranken. De prijzen van levensmiddelen hebben derhalve een aanzienlijke invloed op de koopkracht van de consument. De Europese Commissie stelt vast dat prijsontwikkeling van levensmiddelen over de afgelopen twaalf jaar achterbleef bij de algemene prijsontwikkeling. Dit betekent dat de levensmiddelensector een belangrijke partner van de overheid is bij bestrijding van inflatie en het veiligstellen van
De Nederlandse supermarkten realiseerden in 2010 een omzet van circa 32 miljard euro. Van
koopkrachtbehoud. Op de voornoemde trend is slechts één uitzondering. In de periode 2006-2008
iedere euro aan voeding besteedt de Nederlandse consument gemiddeld bijna 80 eurocent in de
namen de prijzen van levensmiddelen meer toe dan de algemene prijsontwikkeling. De Europese
supermarkt. Nederland telt ruim 4.000 supermarkten, verdeeld over 27 ketens. Gezamenlijk bieden
Commissie wijdt dit aan een scherpe stijging van grondstoffenprijzen in 2007.
ze werkgelegenheid aan meer dan 300.000 werknemers (fulltimers en parttimers). Europees gezien zijn er tussen landen aanzienlijke verschillen in de prijzen van levensmiddelen, Traditioneel geven consumenten in de supermarkt aan voeding het meest uit aan vlees,
zo blijkt uit cijfers van Eurostat over 2010.
dranken, aardappelen, groenten en fruit en zuivel. De afgelopen jaren is een duidelijke trend dat consumenten steeds vaker huismerken kopen in plaats van de bekende merken, de zogenoemde A-merken.
Prijsindex Food en niet-alcoholische dranken, 2010, EU27=100
In Nederland zijn supermarkten goed voor ongeveer 40% van de totale detailhandelsomzet.
CH 149
AT 115
SI 95
PL 70
Europees gezien ligt dat percentage op circa 50%.
NO 165
NL 96
MT 93
ME 77
DK 136
DE 110
EE 81
RO 67
Een belangrijke Europese trend in de supermarktsector is een dalend marktaandeel van de
FI 113
IT 106
HR 92
BA 75
traditionele, kleine zelfstandige kruidenier. De Europese Commissie verklaart deze ontwikkeling
LU 116
UK 102
TR 90
RS 65
in een in juni 2010 uitgekomen studie over detailhandelsdiensten in de Europese interne
SE 116
EU27 100
CZ 78
BG 66
markt, doordat kleine kruideniers niet kunnen profiteren van de kostenvoordelen van een
IE 120
ES 94
SK 81
AL 70
gecentraliseerde inkoopgroep. Als gevolg leveren zij terrein in aan beter op prijs concurrerende
FR 109
EL 98
LV 83
MK 51
rivalen die wél aangesloten zijn bij een inkoopgroep, of als supermarktbedrijf zelf voldoende
BE 115
CY 106
HU 81
schaalgrootte hebben om scherp in te kopen.
IS 113
PT 91
LT 72
De Commissie constateert verder dat binnen de supermarktsector de afgelopen jaren enkele
Bron: Eurostat
internationale inkoopcombinaties zijn gevormd, om tegenwicht te bieden aan grote fabrikanten van merkartikelen. Het gaat om inkoopcombinaties als AMS, EMD, COOPERNIC en Agenor/Alidis. Zij kopen merkartikelen in, maar zeker ook huismerken en merkloze producten.
Van burgers in West-Europese landen doen alleen consumenten in Portugal en Spanje voordeliger hun boodschappen dan Nederlanders. Deze vergelijkende cijfers zijn een belangrijke indicator dat
De huismerkenindustrie vertegenwoordigt momenteel Europees gezien een waarde van meer dan
de Nederlandse consument in een zeer concurrerende supermarktsector winkelt.
100 miljard euro. Een belangrijke verklaring voor de snelle groei van huismerken is dat zij volgens opgave van onderzoeksbureau AC Nielsen gemiddeld 31% goedkoper zijn dan vergelijkbare fabrikantenmerken.
8
9
2) Een krachtige
levensmiddelenketen: alle schakels varen er wel bij
Vion geeft hiermee een mooi voorbeeld van hoe Nederlandse supermarktbedrijven met een toeleverancier rond de tafel gaan en een gezamenlijke, innovatieve toekomstvisie ontwikkelen, in plaats van elkaar te bestrijden. Slaagt zo’n samenwerkingsverband erin op de kleine, concurrerende Nederlandse thuismarkt succesvol een product tot ontwikkeling te brengen, dan kan een toeleverancier als Vion met gerust hart zijn product op andere markten in Europa lanceren.
De Nederlandse consument doet in een zeer concurrerende supermarktsector voordelig zijn of
Sleutelwoorden zijn: gezamenlijk als supermarkten en toeleveranciers een visie ontwikkelen, een
haar boodschappen, zo werd aan het slot van het vorige hoofdstuk vastgesteld op basis van cijfers
innovatief product in de markt zetten en dat vervolgens ook over de grens exploiteren. Winnaars
van Eurostat. De vraag is of ook de toeleveranciers van supermarkten hier profijt van hebben. Dat
zijn de consument, de Nederlandse economie, de supermarkten en de toeleveranciers en in dit
wil zeggen fabrikanten van levensmiddelen en de land- en tuinbouwsectoren.
geval, het dierenwelzijn door een duurzamere behandeling.
Dat dit profijt er nadrukkelijk is, valt het best met een voorbeeld te illustreren. Nederland is voor
Overigens wordt samenwerking in de keten door meer factoren afgedwongen. Gezondheid is
fabrikanten van levensmiddelen en de land- en tuinbouwsectoren een relatief kleine thuismarkt.
daarvan een belangrijke. Denk bijvoorbeeld aan de strijd tegen obesitas.
Tegelijk is er een zeer concurrerende levensmiddelenhandel, die scherp bij toeleveranciers inkoopt.
Klimaatbehoud is een andere drijfveer tot samenwerking. Bedrijven staan onder druk om hun uitstoot van CO₂ te reduceren. Samenwerking is daarbij noodzakelijk. Bijvoorbeeld door in de
Dit geldt ook voor de inkoop van vlees. In de jaren 1990-2000 realiseerden veel bedrijven, actief
keten logistieke processen efficiënter te maken, waardoor het aantal vervoersbewegingen
in productie, slachten en verwerking van varkens, verlies. Om het tij te keren werd aan het begin
afneemt.
van het nieuwe millennium Vion gevormd, een concern dat niet langer productgedreven, maar marktgedreven denkt. Dat wil zeggen dat de consument bepaalt hoe vlees wordt verwerkt.
Meer samenwerking is ook nadrukkelijk gewenst met oog op de voorziene groei van de wereldbevolking. In de periode tot 2050 zal de wereldbevolking naar verwachting stijgen van
Vion is eigendom van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO). Het concern erkent
6,8 miljard naar 9 miljard mensen. De komende decennia zullen dus als gevolg miljarden meer
dat om succesvol te zijn niet alleen het vizier op de consument moet worden gericht. Het is
monden gevoed moeten worden.
tezelfdertijd maatschappelijk gewenst dat de vleesverwerkingsindustrie verduurzaamt. Tegen die achtergrond is het afgelopen decennium hard aan biologisch vlees gewerkt. In 2010 maakte
Tegen deze achtergrond is het schrijnend dat er veel voedsel wordt weggegooid, zowel binnen
Vion bekend dat het samen met supermarkten het tussensegment tot bloei wil brengen. Dat
de levensmiddelenketen zelf, als door de consument. Maatschappelijk gezien is dat steeds minder
wil zeggen het segment van vlees dat weliswaar niet aan de hoogste eisen van biologisch kan
aanvaardbaar, omdat de behoefte aan voedsel in de wereld nog steeds aanzienlijk toeneemt. Het
voldoen, maar dat ten opzichte van gangbaar vlees wel aan een aantal strikte eisen voldoet voor
tegengaan van verspilling vergt intensieve samenwerking tussen schakels in de keten, waarover in
dierenwelzijn.
het volgende hoofdstuk meer.
‘Samen met de retail gaan we het tussensegment handen en voeten geven’, zo stelde Siem Korver, directeur public affairs van Vion vorig jaar. ‘Het tussensegment betekent dat je aanvullende kosten gaat maken’, weet Korver. ‘Die aanvullende kosten zullen vertaald moeten worden naar hogere consumentenprijzen. Dat is het aardige. Als je zo’n tussensegment en zo’n programma in Nederland neerzet, bestaat ook de mogelijkheid het uit te rollen voor exportproducten, oftewel voor producten die we op een gegeven moment afzetten op een stukje Europese markt. Daar moeten we met ons allen goed aan werken. Wij zijn in Nederland voorloper op het terrein van een aantal duurzaamheidselementen. Als we die kunnen uitrollen in onze producten naar andere Europese landen hebben wij daar als Nederlandse agribusiness groot voordeel bij.’
10
11
3) Krachtige ketensamenwerking: van regionale tot mondiale initiatieven
Samenwerking tussen schakels in de levensmiddelenketen komt op alle niveaus voor. Dat wil
Groep. Grondlegger van het project is Ben Barkema van Rivierduin G38 Advies. Volgens hem is de blaarkop het soort dat koe dat efficiënt produceert onder extensieve, sobere omstandigheden en daardoor bij uitstek geschikt voor de productie van melk en vlees in kwetsbare agrarische gebieden, zoals het veenweidegebied in het Groene Hart. Regionale productie moet bijdragen aan verminderde CO₂-uitstoot en tevens aan grotere biodiversiteit door behoud van de zeldzame blaarkop.
3.2) Nationale initiatieven
zeggen van kleine initiatieven in de regio, tot mondiale afspraken. In dit hoofdstuk passeert ter illustratie een aantal krachtige voorbeelden de revue.
Ketenverkorting in de strijd tegen voedselverspilling
3.1) Regionale initiatieven
Voordat voedingsmiddelen bij de consument in de koel- en keukenkast liggen, hebben ze al een lange weg afgelegd. Van grondstoffenleveranciers, naar verwerkende industrie, naar
In de agro-food sector en de detailhandel gaat de trend van internationalisering en
supermarkten. Bij iedere stap worden groente, aardappelen, vlees, vis en fruit onder gekoelde
schaalvergroting gepaard met een toenemend zoekproces bij zowel bedrijven als consumenten
omstandigheden getransporteerd. Voor verse producten is daarbij de factor tijd het meest kritisch.
naar eigen identiteit. Naast praktisch overal verkrijgbare producten is er steeds meer interesse
Als producten niet snel langs de kassa kunnen, ontstaat derving. Voedingsmiddelen zijn dan niet
voor lokale differentiatie met streekgebonden producten. Supermarkten spelen hierop in door
langer verkoopbaar. Daarnaast gaat voedsel verloren omdat consumenten het niet opeten voordat
met regionale en lokale aanbieders van producten allianties te smeden om de consument op zijn
de houdbaarheidsdatum is gepasseerd.
of haar wenken te bedienen. De supermarktbranche is de kleinste verspiller in de voedselketen, maar dat neemt niet weg dat Zo promootten de filialen van supermarktconcern Jan Linders in het najaar van 2010 tijdens
ook de retail stappen wil zetten om voedselverspilling terug te dringen. De belangrijkste manier
de zogeheten Herfst Streek Weken producten die in Limburg, Noord-Brabant en Gelderland
om voedselverspilling drastisch te reduceren is verkorting van de keten. In de praktijk hopen
zijn geproduceerd. Het ging daarbij voornamelijk om brood en vleeswaren en groente en fruit.
producten zich op in de keten. Dat komt bijvoorbeeld omdat de producent voor de zekerheid
Het mes snijdt aan twee kanten. De supermarktorganisatie profileert zich als kenner van het
iets meer maakt dan de supermarkt heeft besteld. In een ideaal scenario zou de producent zijn
Bourgondische zuiden, terwijl de plaatselijke producenten hun producten in de winkels en in
leveringen afstemmen op de daadwerkelijke verkopen, hetgeen mogelijk is als hij rechtstreeks kan
reclamefolders en advertenties in het zonnetje zien worden gezet.
beschikken over de kassagegevens van door hem beleverde supermarkten.
De klanten van de supermarkten van Plus krijgen sinds september 2008 een aanbod van
Om verspilling in de keten tegen te gaan heeft de Universiteit Wageningen het project Fresh on
lokale producten onder de naam Gijs. Het betreft ambachtelijk gemaakte vleeswaren, ijs,
Demand gedaan. Een ander belangrijk initiatief is Vers Schakel. Hierbij staat gebruik van Radio
seizoengroenten en -fruit, vruchtensappen, jams, soepen, kazen en zuivel. De bewuste lokale
Frequency Identification Devices (RFID) centraal. Deelnemers: Schuitema, W. Heemskerk, Centraal
producten werken samen in StreekSelecties, waarin ook de agrarische koepelorganisatie ZLTO
Bureau Levensmiddelenhandel, KPN, Universiteit Wageningen, Intel, NXP Semiconductors en
participeert. Directeur Rogier Arntz van StreekSelecties is verheugd dat Plus de lokale producten
Capgemini.
in zijn assortiment opneemt. ‘Streekproducten kenmerken zich door kleinschaligheid. Het bereik blijft beperkt, terwijl marktonderzoek aantoont dat de vraag naar voedsel met een duidelijk
Vers Schakel heeft in de periode 2006-2007 overtuigend het nut aangetoond van RFID, een
regionale identiteit veel groter is. Van het totale omzetpotentieel van euro 1 tot 1,5 miljard wordt
technologie waarmee door middel van radiogolven op afstand met chips is te communiceren,
momenteel nog slechts euro 120 tot 180 miljoen verzilverd.’
bijvoorbeeld een chip in een krat waarin levensmiddelen worden getransporteerd. RFID is een goed hulpmiddel om een meer efficiënte en accurate keten te creëren, waardoor de consument
12
In januari 2011 startte een project om vlees en zuivel van de Groninger blaarkopkoeien te
profiteert van een betere beschikbaarheid in het schap en meer verse producten. De partners in
vermarkten via een regionale productieketen in de Randstad. Samenwerkingspartners zijn
de keten kunnen op hun beurt beter voorraden beheren, waardoor ze minder kosten hebben als
Rivierduin G38 Advies, slagerij Ruitenburg, Boeder Veehandel, Hunland Impex en de Kruidenier
gevolg van derving van producten.
13
Het is van belang op te merken dat de voordelen van samenwerking in de keten verder strekken
Samenwerking om voedselvoorziening te verduurzamen
dan het voorkomen van maatschappelijk onaanvaardbaar grote hoeveelheden voedselverspilling. Er worden nadrukkelijk ook milieuvoordelen gerealiseerd. Minder voedselverspilling leidt immers
Om te stimuleren dat de verduurzaming waaraan bedrijven in de levensmiddelenketen werken
bij een gelijke hoeveelheid voedselconsumptie tot minder behoefte aan productie en daarmee
versneld wordt doorgevoerd én het aanbod van duurzame producten snel toeneemt, is in 2009
ook aan transport, koeling etc. Hiermee wordt dus ook een besparing aan uitstoot van CO₂
het Platform Verduurzaming Voedsel opgericht. Aan het platform neemt het ministerie van
gerealiseerd.
Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) deel en een aantal brancheorganisaties: Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (ZLTO), Federatie Nederlandse
De afgelopen jaren is het denken in termen van samenwerking om voedselverspilling te
Levensmiddelen Industrie (FNLI), Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), Vereniging
voorkomen gemeengoed geworden. The Greenery, een organisatie die telers ondersteunt bij de
Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca) en Koninklijke Horeca Nederland (KHN).
marketing, verkoop en logistiek van hun producten, onderhoudt hechte relaties met nationale en internationaal opererende supermarktketens. Philip Smit, algemeen directeur van The Greenery,
Vanaf 2010 worden er door deze partijen jaarlijks tenminste 10 projecten gedaan, onder
stelde eind 2010 dat wat versafdeling betreft, samen met supermarkten nog een behoorlijke slag
meer gericht op het verminderen van milieubelasting en afval, vergroten van dierenwelzijn,
valt te slaan. ‘Met behulp van replenishment kan het systeem gestandaardiseerd worden, zodat de
vleesvervangers en duurzaam geproduceerd vlees, duurzamer geproduceerde plantaardige
aflevering van groenten en fruit van dag tot dag aangepast kan worden. Dit vereist schaalgrootte
producten, duurzame vis, voorkomen voedselverspilling en onderzoek naar de meest effectieve
en partnerschip, waarbij de retailer inzicht geeft in verkoopcijfers. Supermarkten willen dat doen,
vorm van vermarkten van duurzame producten. De maximale bijdrage van de overheid in
omdat ze openstaan voor het verlagen van de kosten in de gehele logistieke keten van agf. Dat
pilotprojecten is 33% van de totale kosten. Alle deelnemers aan het Platform hebben zich
levert voor iedereen voordeel op.’
gecommiteerd aan meerdere duurzaamheidsdoelstellingen. Meer duurzaamheid in de levensmiddelenketen wordt ook nagestreefd door het Initiatief
Andere techniek om voedselverspilling tegen te gaan is de inzet van speciale barcodes op
Duurzame Handel (IDH). Dit richt zich op internationale handelsketens van zogeheten
producten die een houdbaarheidsdatum bevatten. Met zo’n code is de houdbaarheid van
commodities als soja, hout, cacao, katoen en vis. Het betreft een samenwerkingsverband
versproducten beter te controleren. Momenteel plakken veel supermarkten kortingstickers op
van bedrijven, vakbonden, milieuorganisaties, ontwikkelingsorganisaties en de overheid. In
producten waarvan de houdbaarheidsdatum nadert. Ook dat is een manier om voedselverspilling
ontwikkelingslanden wordt gewerkt aan het oplossen van sociale, ecologische en economische
tegen te gaan.
knelpunten. Dit door hulp te bieden bij organisatie en training van boeren, terugdringing van pesticidengebruik, verhoging van oogsten, en verbetering van arbeidsomstandigheden.
Gezamenlijk in de keten transport optimaliseren
In Nederland werken partijen samen aan het vergroten van het marktaandeel van duurzame producten door invoering van sectorbrede duurzaamheidsstandaarden en de promotie en
Belangrijke besparingen op transport worden in de levensmiddelenketen gerealiseerd
marketing van duurzame consumentenlabels.
doordat het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) gezamenlijk Versfust hebben opgericht. Het gaat om een
Gezamenlijk de gezondere keuze, de makkelijke maken
systeem van gezamenlijk gebruikte kratten, dat momenteel zo’n 70 procent van de Nederlandse versmarkt bedient. Alle bewegingen van een krat of ookwel fust tussen partijen worden
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de VN voedsel- en landbouworganisatie (FAO)
centraal geregistreerd. Dit zorgt voor optimale beschikbaarheid van kratten en minimale kosten
riepen in 2003 de levensmiddelenindustrie op om de gezondere keuze, de makkelijke keuze te
voor beheer. Een ander belangrijk voordeel is dat producenten op termijn kratten op een
maken. Aanleiding was een alarmerend rapport over chronische ziekten en de rol van voeding
voorkeurslocatie kunnen afhalen, waardoor vele kilometers en dus transportkosten worden
bij het ontstaan daarvan. Vervolgens drong in 2005 de toenmalige Nederlandse minister van
bespaard. Een recente ontwikkeling is de klapkrat, die na gebruik kan worden ingeklapt. De
Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan op een logo dat de keuze van gezonde voedingsmiddelen
voordelen zijn aanzienlijk. Voorheen beleverde een producent met vijf volle vrachtwagens een
bevordert. In 2006 sloegen Campina, Friesland Foods en Unilever de handen ineen. Met
distributiecentra en reed vervolgens ook weer met vijf vrachtwagens met lege kratten terug.
supermarktketens en de Vereniging Nederlandse Cateringorganisaties (Veneca) ontwikkelden zij
Nu kan worden volstaan de lege kratten in één vrachtwagen terug te rijden. Daarmee zijn grote
het Ik Kies Bewust-logo. Een eenvoudig en herkenbaar logo dat de gezondere keuze makkelijker
kosten- en milieubesparingen te realiseren.
maakt. Producten met het logo bevatten minder zout, suiker en verzadigde vetten. Het logo mag alleen worden gebruikt als het bewuste product vooraf is goedgekeurd door SGS Systems & Services Certification, een onafhankelijk keuringsinstituut.
14
15
Het aantal producten met een Ik Kies Bewust-logo, variërend van soepen tot yoghurt, van
Het groene logo met de tekst ‘gezondere keuze’ staat voor de gezondere keuze binnen een groep
margarine tot vruchtensap en van kaas tot pastasaus, groeide razendsnel, zoals uit het overzicht
van basisproducten. Basisproducten zijn producten die veel nuttige voedingsstoffen leveren. De
blijkt.
volgende productgroepen zijn basisproductgroepen en komen in aanmerking voor een groen logo:
Deelnemers
Aantal producten met logo
• Groente en fruit (incl. vruchtensappen) • Koolhydraatbronnen (o.a. aardappelen, pasta, brood, rijst,
Begin 2007
38
105
Eind 2007
85
1700
Maart 2008
100
2200
Juni 2008
105
2700
• Vlees, vis, gevogelte, vleesvervangers
Maart 2009
114
3500
• Zuivelproducten
Juni 2009
117
3700
September 2009
119
4500
December 2009
118
4750
Het blauwe logo met de tekst ‘bewuste keuze’ helpt bij het maken van een keuze uit producten die
Maart 2010
120
4875
niet tot de basisvoeding behoren. De volgende productgroepen komen in aanmerking voor een
Juni 2010
121
5000
blauw logo:
September 2010
122
5500
December 2010
105
5500
Maart 2011
106
6600
graanproducten) • Water • Oliën en vetten inclusief smeerbare vetten
• Maaltijden (o.a. belegde broodjes, maaltijdmixen, gemengde salades).
• Soepen • Sauzen (maaltijdsauzen en andere sauzen op waterbasis of emulsies) • Snacks • Dranken (met uitzondering van zuivel, water en vruchtensappen)
Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nam op 1 maart 2011 een
• Broodbeleg (met uitzondering van kaas en vleeswaren)
nieuw voedselkeuzelogo in ontvangst. Dit logo is het resultaat van de samenvoeging van
• Overige producten (producten die niet onder alle
het Ik Kies Bewust-logo van Stichting Ik Kies Bewust en het Keuze Klavertje van Albert Heijn.
genoemde productgroepen vallen).
Het uitgangspunt blijft hetzelfde: producten met het logo zijn getoetst op de hoeveelheid vetten, zout, suiker, energie en voedingsvezel. Het logo wordt vanaf dit jaar geleidelijk op de verpakkingen ingevoerd.
3.3) Grensoverschrijdende samenwerkingsinitiatieven
De richtlijnen voor de maximaal toegestane hoeveelheden zijn vastgesteld door een
In 2009 is het Consumer Goods Forum opgericht. Het gaat om een bundeling van
onafhankelijke wetenschappelijke commissie, gebaseerd op de richtlijnen van het
samenwerkingsplatfora van winkeliers en fabrikanten, te weten het Global Commerce Initiative,
Voedingscentrum en goedgekeurd door de Gezondheidsraad.
het CEO Forum en het Food Business Forum CIES. Het Consumer Goods Forum is een wereldwijde organisatie van winkelbedrijven, fabrikanten en aanverwante dienstverleners met een hoofdzetel in Parijs. De organisatie telt meer dan 400 leden in 70 landen, met een gezamenlijke jaaromzet van 2.100 miljard euro. Doel is gezamenlijk initiatieven nemen waarmee de sector van consumentengoederen – dat wil zeggen levensmiddelen en verbruiksgoederen in onder meer de sfeer van lichamelijke hygiëne
16
17
en schoonmaakmiddelen – beter kan inspelen op wensen van consument en maatschappij. De focus ligt op samenwerking op de thema’s duurzaamheid, veiligheid en gezondheid, opkomende trends, operationele uitmuntendheid, kennis en ontwikkeling. Horizontale samenwerking levert aanzienlijke economische voordelen op, omdat risico’s worden gedeeld, kosten bespaard,
4) Supermarkten van
meerdere kanten onder druk
knowhow gezamenlijk benut en er aldus sneller wordt geïnnoveerd. Het stimuleren van verkopen via internet is een van de speerpunten van de Europese Commissie De Europese poot van het Consumer Goods Forum is Efficient Consumer Response Europe (ECR
en ook van de Nederlandse overheid. Een ander speerpunt is meer onafhankelijke informatie in
Europe), een organisatie die sinds 1994 ketensamenwerking stimuleert in Europa. Centraal staat de
de sfeer van prijsvergelijkingssites op internet en sites met vergelijkende tests van producten en
consument sneller, beter en tegen lagere kosten te bedienen. Dit gebeurt door het verzamelen en
diensten. Gevolg van meer internet en meer vergelijkende sites is meer transparantie van wat
uitwisselen van zogeheten ‘best practices’ op het vlak van duurzaam transport, het terugdringen
supermarkten aan producten aanbieden.
van derving, het reduceren van uitverkochte artikelen en het zogeheten categorie management. Bij categorie management werken winkeliers en fabrikanten samen bij het optimaliseren van
Nu is daar op zichzelf niets tegen. Integendeel, sommige supermarkten doen zelf aan
assortimenten of productcategorieën.
vergelijking van prijzen met concurrenten, om de consument te paaien. Wel moet worden opgemerkt dat als de verkoopzijde van de winkel steeds transparanter wordt, de consument zijn
Het Consumer Goods Forum opereert onder de slogan: ‘Better lives through better business’. Eind
onderhandelingspositie versterkt en de supermarkt zijn marges onder druk ziet komen.
2010 nam het de VN-klimaattop in het Mexicaanse Cancun te baat om twee initiatieven voor klimaatbehoud te nemen.
Dit betekent onvermijdelijk dat het voor supermarkten moeilijker wordt aan de kassa in de winkel te verdienen. Gevolg is dat supermarkten zich gedwongen zien om scherper in te kopen. Een
De eerste is de doelstelling om in 2020 als industrie een halt toe te roepen aan ontbossing als
ander gevolg is dat supermarkten zich gedwongen zien om meer eigen merken te ontwikkelen,
gevolg van de fabricage en verkoop van consumentengoederen. Ontbossing draagt momenteel
omdat deze ten opzichte van merken van fabrikanten méér onderscheidend vermogen opleveren
voor 17% bij aan de totale uitstoot van CO₂. Door de toenemende productie en verkoop van
en in het algemeen ook een betere marge.
producten als soja, palmolie, vlees, papier en karton, dreigt een toename van ontbossing. De leden van de Consumer Goods Forum commiteren zich om deze grondstoffen in te kopen van duurzame
Tegen deze achtergrond is het wrang dat zowel Europees als in Nederland er beleid wordt
producenten, waardoor er van ontbossing geen sprake meer mag zijn.
ontwikkeld dat de contractuele vrijheid van supermarkten in onderhandelingen met toeleveranciers aan banden legt. De situatie die hiermee dreigt te ontstaan is dat de supermarkt
Het initiatief werd verwelkomd door het Wereld Natuur Fonds (WNF). ‘De omvang, geografische
als gevolg van vergaande transparantie aan de voorkant van de winkel wordt uitgekleed door
aanwezigheid en de koopkracht van deze groep bedrijven kan de bewuste commoditymarkten
consument, terwijl de supermarkt aan de achterkant van de winkel de armen op de rug gebonden
transformeren en helpen een einde te maken aan ontbossing in landen als Brazilië en Indonesië.
ziet worden in de onderhandelingen met toeleveranciers.
WNF kijkt uit naar samenwerking met de leden van het Consumer Goods Forum om hen te helpen hun doelen te bereiken’, aldus Jason Clay, senior vice-president van het WNF.
In de in oktober 2010 gepubliceerde zogeheten Single Market Act, spreekt de Europese Commissie zich uit voor een initiatief dat de zogeheten business-to-business relaties tussen winkeliers en hun
Het Consumer Goods Forum kondigde verder aan vanaf 2015 fluorkoolwaterstof (HFK’s) te gaan
toeleveranciers reguleert. In Nederland dringt het ministerie van Economische Zaken, Landbouw
uitfaseren als koelmiddel en dit te vervangen door natuurlijke, minder schadelijke koelmiddelen.
en Innovatie aan op een code voor de contractuele relaties tussen bedrijven.
Koeling speelt een vitale rol bij de productie, transport en verkoop van consumentengoederen en is tevens een belangrijke en groeiende bron van broeikasgassen. HFK’s zijn krachtige
Supermarkten waarschuwen dat ze in de mangel kunnen komen. Als door beperkingen van de
broeikasgassen. Ze zijn duizenden keer zo sterk als CO₂. Momenteel hebben ze nog slechts
contractuele onderhandelingsvrijheid niet meer op inkoopkosten kan worden bespaard, zal
een relatief geringe impact op de totale opwarming van de aarde, maar bij ongewijzigd beleid
wellicht moeten worden bespaard op andere kosten. Dit om te voorkomen dat de bedrijfsvoering
zijn HFK-emissies naar verwachting goed voor tussen de 10 en 20% van de totale uitstoot van
verlieslatend wordt.
broeikasgassen in 2050. Binnen het Consumer Goods Forum Nederland voeren CBL en FNLI op precompetatieve onderwerpen een gezamenlijke agenda.
18
19
5) Noodzaak tot
integrale benadering levensmiddelenketen
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling van de tekst van deze oproep:
Werking van levensmiddelenketen verdient breed Europees perspectief De werking van de levensmiddelenketen is van groot belang. In de eerste plaats voor consumenten, die afhankelijk zijn van deze keten voor veilige, hoogwaardige en
Om de concurrentiekracht van het bedrijfsleven te versterken voert de Nederlandse overheid een
concurrerend geprijsde levensmiddelen. Gemiddeld spenderen Europese huishoudens
gericht beleid ter bevordering van innovatie en ondernemerschap, onder meer door stimulering
16% van hun budget aan voedsel, waardoor het een van hun grootste uitgaven is.
van samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid. Innovatie is voor alle
Voedselprijzen hebben bovendien een grote impact op de koopkracht van de consument
sectoren van het bedrijfsleven van vitaal belang bij de productontwikkeling en export. Dat schrijft
en op de inflatie.
het nieuwe kabinet Rutte in het regeerakkoord dat in het najaar 2010 overeengekomen is. De werking van de keten is ook in andere opzichten van groot belang voor de Europese Opvallend is dat gekozen is om de ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur
economie. De schakels van de keten – supermarkten, voedselverwerkende industrie en
en Voedselkwaliteit te fuseren tot één nieuw ministerie: Economische Zaken, Landbouw en
landbouw – dragen gezamenlijk voor ongeveer 6% bij aan de Europese toegevoegde
Innovatie (EL&I). Volgens het kabinet Rutte biedt ‘de combinatie en bundeling van het algemene
waarde en 12% van werkgelegenheid.
en specifieke economisch beleid, het beleid ten aanzien van de agrofoodsector en het beleid inzake innovatie in één ministerie de basis voor een meer integrale en effectieve beleidsinzet
De afgelopen twee jaar heeft de Europese Commissie de werking van de
ter versterking van de concurrentiekracht van de Nederlandse economie binnen de EU en in de
levensmiddelenketen bestudeerd. In oktober 2009 wees de Commissie erop dat
wereld.’
verbeteringen in deze keten positieve gevolgen kan hebben voor burgers, door betere levensmiddelen tegen lagere prijzen, en voor bedrijven die actief zijn op dit gebied, door
Het nieuwe ministerie heeft tot taak een concurrerend, algemeen ondernemingsklimaat te
middel van een hogere groei en meer werkgelegenheid.
bevorderen en zal in aanvulling daarop een stimulerend beleid ontwikkelen voor de huidige en toekomstige economische topgebieden van Nederland, zoals water, voedsel, tuinbouw, high tech,
Het realiseren van deze voordelen vereist een evenwichtige beleidsaanpak, rekening
life sciences, chemie, energie, logistiek en creatieve industrie.
houdend met de sterke en zwakke punten van alle sectoren in de keten. Het vereist ook
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) is voorstander van de samenvoeging van de
een duidelijk beleidsmatig doel: verbetering van consumentenwelzijn en concurrentie,
ministeries van Economische Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Een bundeling
terwijl tegelijkertijd de duurzaamheid van de voedselproductie, verwerking, distributie en
vergroot de kans op een meer integrale benadering van de hele levensmiddelenketen van
consumptie worden verbeterd.
consument, supermarkten, fabrikanten tot landbouw. Op 11 oktober 2010 riepen de Europese winkelierskoepel EuroCommerce en de European
Tegen deze achtergrond is het zorgwekkend dat tot nu toe het politieke debat over het
Retail Round Table (ERRT), een verband van 15 pan-Europese winkelbedrijven, de ministers van
functioneren van de gehele voedselketen is geconcentreerd in de Landbouwcommissie
Economische Zaken van de lidstaten van de Europese Unie op tot een vergelijkbare integrale
van het Europees Parlement en in een bijzonder Landbouw Comité van de lidstaten.
benadering op Europees niveau. Op initiatief van het CBL, stuurden EuroCommerce en de ERRT
Boeren zijn slechts verantwoordelijk voor een beperkt deel van de levensmiddelenketen.
een oproep daartoe aan de ministers, die in oktober 2010 in Luxemburg bijeen waren voor een
Een eenzijdige benadering creëert ook het risico dat het beleid ter verbetering van de
zogeheten Concurrentieraad.
werking van de keten ongebalanceerd is en mogelijk ten koste gaat van andere sectoren en van de consument. Wij pleiten dan ook voor een verbreding van het debat over de levensmiddelenketen. Dit debat moet rekening houden met de volgende punten:
>
20
21
1) We hebben behoefte aan groei.
5) Het Europese gemeenschappelijke landbouwbeleid moet worden hervormd.
De gemiddelde groei in de Europese Unie is structureel lager dan die van zijn belangrijkste
De Europese Unie debatteert momenteel over de toekomst van het Gemeenschappelijk
economische partners. Volgens de Europese Commissie is dit in belangrijke mate te
Landbouwbeleid (GLB). Subsidies aan landbouwers uit de begroting van de Europese Unie
wijten aan verschillen in economische structuur, gecombineerd met lagere niveaus van
komen op jaarbasis uit op meer dan € 40 miljard en nemen ongeveer een derde van de
de investeringen in onderzoek en ontwikkeling en innovatie, onvoldoende gebruik van
totale begroting voor hun rekening.
informatie- en communicatietechnologie, terughoudendheid in sommige delen van onze samenleving om innovatie te omarmen, belemmeringen voor markttoegang en een
6) De mededingingsregels moeten gelijk voor alle partijen gelden.
minder dynamische zakelijke omgeving.
De Europese landbouwers en hun coöperaties uiten kritiek op de koopkracht van sommige verwerkers en supermarkten. Ze beweren dat het gebruik van deze koopkracht leidt
2) De keuze waar we voor staan is grimmig.
tot oneerlijke handelspraktijken. Tegen deze achtergrond willen ze hogere prijzen voor
De Europese Commissie merkt op dat Europese Unie voor een duidelijke keuze staat. Ofwel
zichzelf bereiken door het veranderen van de Europese mededingingsregels, waardoor
de Unie gaat de onmiddellijke uitdaging van het economisch herstel aan, waaronder de
coöperaties meer macht krijgen in de voedselketen. Wij zijn ervan overtuigd dat geen
globalisering, druk op de budgettaire middelen en de vergrijzing. Aldus slaagt de Unie erin
sector een bevoorrechte positie moet krijgen met betrekking tot het mededingingsbeleid.
het concurrentievermogen te herstellen, de productiviteit te verhogen een positief pad
Kartels komen altijd met een prijs, want iemand zal moeten betalen voor de kunstmatig
van welvaartsontwikkeling in te slaan. Ofwel de Europese Unie blijft steken in een reeks
opgedreven prijzen die van een kartel het gevolg zijn. De meest waarschijnlijke kandidaat
van trage, grotendeels ongecoördineerde, hervormingen, en wordt geconfronteerd met
om de rekening te betalen is de consument.
een permanent verlies van welvaart en trage groei, mogelijk leidend tot een hoog niveau We zijn daarom verheugd dat de mededingingsdienst van de Europese Commissie zeer
van werkloosheid en sociale nood, en een relatieve achteruitgang op het wereldtoneel.
waakzaam is en zich duidelijk uitspreekt tegen dit soort ideeën. We willen ook graag 3) De interne markt, gericht op de behoeften van de consument, is de sleutel.
erop wijzen dat met de toenemende wereldwijde handel de prijzen die boeren realiseren
Om als Europese Unie haar concurrentievermogen terug te winnen moet worden
voornamelijk worden bepaald door prijsontwikkelingen op de wereldmarkt en niet door
gebouwd aan een sterkere Europese interne markt. Mario Monti, voormalig Europees
de verwerkende industrie of de supermarkten in de Europese Unie. Ten slotte uiten we
Commissaris voor de interne markt en mededinging, merkt op de interne markt gebaat
onze zorgen over de aanvallen op eigen merken van supermarkten. Diverse studies
is bij een verschuiving van de focus van beleidsinterventies op individuele sector tot
hebben aangetoond dat er een stabiele en continue groei is van het marktaandeel van de
interventies gericht op hele ketens. Daarnaast moet, aldus Monti, bij ieder beleidsinitiatief
eigen merken ten opzichte van merken van fabrikanten en de landbouwsector. Wij zijn
de consument centraal staan.
ervan overtuigd dat deze trend positief is. Eigen merken bieden consumenten veel waar voor hun geld. Het gaat om producten met een aantrekkelijke prijs/kwaliteitsverhouding,
4) Concurrentie ligt ten grondslag aan de interne markt.
hetgeen bijzonder welkom is in economisch moeilijke tijden voor veel huishoudens.
Om ervoor te zorgen dat de interne markt een open markt blijft, met behoud van
Bovendien kan worden vastgesteld dat eigen merken in toenemende mate niet alleen
gelijke kansen voor bedrijven en de bestrijding van nationaal protectionisme, is een
beschikbaar zijn in de lagere segmenten van de levensmiddelenmarkt, maar ook in de
sterk mededingingsbeleid noodzakelijk, zowel op Europees als nationaal niveau. Sterk
hogere segmenten. In dat laatste verband kunnen supermarkten bijvoorbeeld claimen dat
concurrentiebeleid voorkomt marktmisbruik en concurrentiebeperkende overeenkomsten
ze via hun eigen merken sterk de verkoop van biologische producten een impuls hebben
tussen ondernemingen. Het zorgt voor keuze voor de consument. Want uiteindelijk
gegeven.
geldt dat als er geen keuze is voor de consument, er geen concurrentie is, en als er geen Samenvattend wensen we te benadrukken dat voor het welzijn van de consument,
concurrentie is, er geen innovatie is.
supermarkten, de voedselverwerkende industrie, de landbouwsector en de Europese economie als geheel, het dringend noodzakelijk is dat de werking van de
>
22
>
23
levensmiddelenketen vanuit een breed perspectief wordt benaderd. Wij verzoeken daarom de leden van de Commissie Interne markt en consumentenzaken van het Europees Parlement om op regelmatige basis de werking van de levensmiddelenketen te bespreken.
6) Samenwerken aan goede
basisafspraken in de keten
Ook zijn we er voorstander van dat deze Commissie leidend wordt binnen het Europees Goede samenwerking in de keten laat onverlet dat er tegelijkertijd sprake is van stevige
Parlement inzake kwesties die betrekking hebben op de levensmiddelenketen.
concurrentie. In deze context wordt dikwijls aangenomen dat supermarkten grote onderVerder vragen we de lidstaten om de werking van de levensmiddelenketen te
handelingskracht of zelfs macht in de keten hebben. Dit is echter zeker geen wetmatigheid.
bespreken op de Raad Concurrentievermogen. Wij zijn ervan overtuigd dat de Raad
Met name grote fabrikanten van industriële merken, de zogeheten A-merken, of dit nu gaat om
Concurrentievermogen de leidende formatie moet zijn op het niveau van de Raad van
levensmiddelen, persoonlijke verzorgingsartikelen of schoonmaakartikelen, hebben dikwijls een bijzonder sterke onderhandelingspositie. Zo geeft de Europese Commissie in een in 2010
lidstaten van de Europese Unie waar het om de levensmiddelenketen gaat.
<
gepubliceerd onderzoek aan dat bepaalde internationaal opererende merkenfabrikanten zo scherp met supermarkten onderhandelen dat deze nauwelijks in staat zijn op de verkoop van die artikelen iets te verdienen.
Deze door het CBL geïnitieerde en door EuroCommerce en de ERRT omarmde oproep heeft er concreet aan bijgedragen dat er inmiddels in Brussel vanuit een breder perspectief naar de
Van belang is verder dat de verhoudingen in de keten lang niet alleen bepaald worden door
levensmiddelenketen wordt gekeken. Zo publiceerde Anna Maria Corazza-Bildt, een prominent
wie groter of kleiner is en daarmee meer onderhandelingskracht heeft. Ook de vraag of er
lid van de Commissie Interne markt en consumentenzaken van het Europees Parlement , in het
op enig moment overcapaciteit of juist schaarste is aan een bepaald product, speelt een
voorjaar van 2011 een rapport over de werking van de winkeliersmarkten in de Europese Unie.
grote rol. Dit onderscheid maakt bijvoorbeeld Henk Don, bestuurslid van de Nederlandse
Corazza-Bildt, lid van de fractie van christendemocraten en conservatieven, stelt zich daarin zeer
Mededingingsautoriteit, als hij ingaat op de fabel dat inkoopmacht de hoofdoorzaak is van de
marktgericht op. Gesteund door een ruime meerderheid van de leden van de Commissie Interne
gespannen verhouding tussen supermarkten en tussenhandel enerzijds en producenten van
markt en consumentenzaken, noemt zij de detailhandel een pijler van de Europese interne
versproducten, zoals groente en fruit, anderzijds. ‘Het publieke debat suggereert alsof boeren
markt. Ook roept ze op tot het wegnemen van allerlei belemmeringen die de Europese burger
systematisch beroofd zouden worden door supermarkt of tussenhandel. Dat beeld klopt niet. Er is
verhinderen om volledig van het potentieel van een concurrerende, vrij detailhandelsmarkt te
geen sprake van onderlinge afspraken of machtsmisbruik.’
profiteren. Het werkelijke probleem is volgens de NMa-bestuurder de overproductie in de verssector. Het
24
Dat staat in schril contrast met het rapport dat José Bové, vice-voorzitter van de
grote aanbod ten opzichte van de vraag maakt volgens hem dat producenten moeilijk een
landbouwcommissie van het Europees Parlement en lid van de Groenen-fractie, vorig jaar
redelijke marge kunnen behalen. Don ziet daarin geen reden om als mededingingstoezichthouder
uitbracht. Daarin werd vooral ingezet op regulering van de levensmiddelenketen en versterking
in te grijpen. ‘Het is niet aan ons om te beoordelen wat een redelijk inkomen is. Met die bril
van de onderhandelingspositie van landbouwers. Ook drong Bové aan op onderzoek door de
kijken we niet. Als de primaire producenten menen dat er geen brood meer in zit, ja, dan zullen
Europese Commissie naar eventueel misbruik door supermarkten van eigen merken, waarover in
degenen die minder efficiënt werken het loodje leggen. Dat is een normaal onderdeel van het
hoofdstuk 7 van deze brochure meer.
concurrentieproces en op zichzelf geen reden om in te grijpen’, aldus Don.
Een ander teken dat er in Brussel inmiddels minder eenzijdig naar de levensmiddelenketen wordt
Ook Dick Boer, CEO Ahold, verzet zich tegen het beeld van de almachtige winkelbedrijven.
gekeken, blijkt uit het op 16 november 2010 van start gegane zogeheten High Level Forum for
‘De retail is niet zo machtig als wordt beweerd. Waar de merkenfabrikanten in alle
a Better Functioning Food Supply Chain. Volgens een op diezelfde dag verschenen persbericht
landen vertegenwoordigd zijn, is de retail vaak beperkt tot een aantal afzetmarkten. Als
van de Europese Commissie, zal dit forum: ‘adopt a work plan to boost competitiveness and
een supermarktketen expandeert over de landsgrenzen, zijn de vaste kosten hoog. De
to promote best contractual practices in the European food sector, extending the work of the
supermarktlocaties moeten worden aangekocht en er moeten distributiecentra worden opgezet.
previous High Level Group on the Competitiveness of the Agro-Food Industry to the whole supply
Merkenfabrikanten volstaan vaak met een verkoopkantoor. Ook qua winstgevendheid is
chain’. Dat deze keer de gehele keten centraal staat, komt ook naar voren uit de samenstelling van
medelijden voor merkenfabrikanten niet gepast. Hun ebit-niveau ligt tussen de 10 en 15 procent.
het nieuwe forum, waaraan diverse afgevaardigden van winkelierszijde participeren onder wie
De retail komt gemiddeld niet verder dan 5 procent’, aldus Boer in een interview in Agrarisch
Robin Goudsblom, bestuurslid van Lidl, en Dick Boer, CEO Ahold.
Dagblad.
25
Een ander bewijs dat de supermarkten minder macht hebben dan wordt beweerd is het fenomeen marktafscheiding door merkenfabrikanten van levensmiddelen. Nederlandse supermarkten
7) Samenwerken aan eigen merken
zouden het liefst merkartikelen in de Europese Unie inkopen daar waar deze door fabrikanten het voordeligst worden verkocht. In de praktijk worden ze echter vaak gedwongen de artikelen in
Een belangrijke trend in de levensmiddelenketen is dat supermarkten in partnerschap met
Nederland in te kopen.
toeleveranciers eigen merkartikelen laten maken. Deze artikelen worden vervolgens door de supermarkten onder een eigen merknaam en onder volledige productverantwoordelijkheid van de supermarkt verkocht.
Door markten langs geografische grenzen af te schermen, slagen fabrikanten van merkartikelen erin het prijsniveau van hun producten volledig af te stemmen op de koopkracht van consumenten in een bepaalde markt, alsmede op de mate van concurrentie in zo’n markt. Deze
Gevolg van deze trend is dat de supermarkt ten opzichte van andere producenten van
praktijk stelt hen maximaal in staat om markten af te romen. Het meewerken aan parallelimporten
vergelijkbare artikelen in een positie kan belanden van inkoper van die artikelen én rechtstreekse
door supermarkten zou aan dit lucratieve spel een einde maken. Want het onvermijdelijk gevolg
concurrent via zijn eigen merk. Sommige producenten van artikelen, met name de zogeheten
van parallelimporten is dat prijsverschillen voor een bepaald product zouden afnemen ten nadele
A-brands, vinden dat niet plezierig. Zij zouden graag het alleenrecht hebben op productie van
van de fabrikant, maar ten gunste van de consument.
artikelen die in de supermarkt hun weg naar de consument vinden.
Dat fabrikanten er vooralsnog in slagen dit spel van verdeel-en-heers te blijven spelen, geeft aan
Consumenten daarentegen zijn dol op eigen merken van supermarkten. Uit de onderstaande
dat supermarkten minder machtig zijn dan wordt gedacht. Wellicht dat de Europese Commissie
grafiek blijkt dat in veel Europese landen, waaronder Nederland, het aandeel van eigen merken op
er wel in slaagt aan dit spel, dat in strijd is met het Europese vrije verkeer van goederen en van
de totale supermarktverkopen ruim boven de 20% ligt.
het Europese mededingingsrecht, een einde te maken. De Commissie laat er in ieder geval sinds januari 2011 diepgaand onderzoek naar verrichten. Marktaandeel van huismerken
Europese Commissie zet eveneens in op inkadering van zogeheten business-to-business relations.
40%
Hoe een en ander precies eruit zal komen te zien, is nog onderwerp van discussie. Het CBL
35%
niet. Wringen gaat het pas als er sprake is van afspraken tussen partijen die in alle redelijkheid
15%
21% 21%
19%
18% 17% 17%
5%
Griekenland
Polen
Italië
Noorwegen
Hongarije
Tsjechië
Finland
Denemarken
Zweden
Slowakije
0% Portugal
sectoren.
22% 22%
12% 11%
Nederland
voor onderhandelingen zijn immers niet alleen praktisch in de levensmiddelenketen, maar in alle
24%
10%
Frankrijk
toepassing moeten zijn op alle onderhandelingen in het bedrijfsleven. Goede basisafspraken
26%
16%
Oostenrijk
tegen te gaan, valt een gedragscode te overwegen. Overigens zou deze code bij voorkeur van
28% 27%
25%
segmenten zijn de supermarkten de onderliggende partij, in andere segmenten juist weer
moeten worden aangepast. Om dergelijke, zover bekend sporadisch voorkomende praktijken,
29%
30%
20%
niet door de beugel kunnen. Bijvoorbeeld als eenzijdig en met terugwerkende kracht prijzen
32%
België
Uitgangspunt daarbij is dat in beginsel ongelijke verhoudingen geen probleem zijn. In bepaalde
44%
Spanje
participeert zowel in Den Haag als Brussel in deze gesprekken.
46%
45%
Duitsland
ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie dringt aan op een gedragscode. De
50%
VK
met enige regelmaat ter discussie staan in de media, maar ook in Den Haag en Brussel. Het
Zwitserland
Door dit soort praktijken is het niet verrassend dat de verhoudingen tussen schakels in de keten
Bron: Nielsen
26
27
Eigen merken zijn vooral sterk ontwikkeld in segmenten als vlees, kant-en-klaar maaltijden, zuivel
In Nederland zijn de prijsverschillen relatief beperkt. Belangrijke verklaring daarvoor is dat
en versproducten. Meer recent is een duidelijke opmars waarneembaar van eigen merken met een
Nederlandse supermarkten in Europees perspectief vooroplopen in de ontwikkeling van eigen
duurzaam profiel, waaronder biologisch geproduceerd.
merken met een hoge toegevoegde waarde. Deze producten verkopen supermarkten weliswaar nog steeds tegen prijzen die aanzienlijk lager liggen dan de prijzen van vergelijkbare A-merken,
De kracht van eigen merken ligt in een vergelijkbare kwaliteit als A-merken tegen een voor de
maar het prijsverschil is geringer dan bijvoorbeeld tussen eigen merk bulkproducten en A-merk
consument aanzienlijk lagere prijs. Zo adviseert Bart Combee, directeur van de Nederlandse
bulkproducten.
Consumentenbond: ‘Laat in de supermarkt de bekende merken eens liggen. In onze prijspeiling van eind vorig jaar tussen A-merken, huismerken en de allergoedkoopste producten blijken de
Onder druk van de Europese voedsel- en drankenindustrie heeft de Europese Commissie in
huismerken vaak de beste koop. Minder lekker of net zo goed als een A-merk? Dat valt reuze mee.
2010 uitgebreid onderzoek laten doen naar de economische effecten van eigen merken van
Vergelijkende (smaak)tests laten zien dat de huismerken zich doorgaans prima kunnen meten met
supermarkten op waardecreatie en innovatie in de levensmiddelenketen en in het bijzonder op
A-merken.’
de levensvatbaarheid van kleine en middelgrote fabrikanten van voedingsmiddelen en dranken. De industrie, verenigd in FoodDrinkEurope, het voormalige CIAA, beweert bij hoog en laag dat de
Eigen merken zijn gemiddeld zoals gezegd aanzienlijk goedkoper dan A-merken. Opvallend is dat
economische effecten van eigen merken van supermarkten negatief zijn voor de industrie.
er wel belangrijke verschillen zijn in hoe groot dat prijsverschil per land uitvalt. In maart 2011 werd duidelijk dat de harde kritiek van fabrikanten op de eigen merkartikelen van supermarkten volkomen ongegrond is. Eigen merkartikelen van supermarkten zijn noch een bedreiging voor de levensvatbaarheid van de levensmiddelenindustrie, noch hebben ze een negatieve impact op het innovatievermogen van deze industrie.
Hongarije
Portugal
Ierland
Oostenrijk
Frankrijk
Zweden
Slowakije
Kroatië
VK
Dat blijkt uit een studie die in opdracht van de Europese Commissie is gemaakt door een Finland
Denemarken
Nederland
Gemiddelde prijsverschillen tussen merken en huismerken in Europese landen
0% -5%
Universiteit. Het rapport, voluit getiteld: ‘The impact of private labels on the competitiveness of the European food supply chain’, werd op 9 maart officieel in Brussel gepresenteerd. Een groep van wetenschappers deed in opdracht van de Europese Commissie een groot
-10%
pan-Europees onderzoek naar de impact van eigen merken van supermarkten op de
-15%
concurrentiekracht van de levensmiddelenketen. Daarbij is in het bijzonder gekeken naar de
-20%
effecten voor kleine en middelgrote fabrikanten en het innovatievermogen van de industrie als geheel.
-25% -30%
-21%
-27%
Het rapport concludeert dat kleine en middelgrote fabrikanten profiteren van de kansen die de
-35% -36% -40% -45%
-36%
groei van de markt van eigen merkenartikelen van supermarkten biedt. Een belangrijke indicator -37%
-38%
-38%
-40%
-40%
daarvoor is dat het aandeel dat kleine en middelgrote fabrikanten hebben in de markt van -42%
-42%
-43%
artikelen die in opdracht van supermarkten worden gemaakt en vervolgens door supermarkten onder eigen merknamen worden verkocht, hoger ligt dan het aandeel dat kleine en middelgrote
-50%
fabrikanten hebben in de totale markt (fabrikantenmerken en merken van supermarkten Bron: Nielsen
28
consortium onder leiding van het Landbouw Economisch Instituut (LEI) van Wageningen
gecombineerd).
29
Wat innovatie betreft constateert het rapport dat eigen merkartikelen van supermarkten werkgelegenheid en toegevoegde waarde creëren in de afdelingen onderzoek en ontwikkeling (R&D), marketing en design van supermarkten, alsook werkgelegenheid en toegevoegde waarde creëren bij de fabrikanten die deze artikelen in opdracht van de supermarkten produceren. De
8) Agenda voor de
levensmiddelenketen tot 2020
onderzoekers stellen verder vast dat eigen merken van supermarkten een impuls geven aan de innovatie van fabrikanten die zelf levensmiddelen op de markt brengen. De groei van de eigen
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) presenteert hieronder zijn agenda voor
merken van supermarkten blijkt deze fabrikanten juist aan te sporen méér aan innovatie te doen
de levensmiddelenketen tot 2020. Uiteraard is zo’n agenda niet statisch. Gaandeweg kunnen
en hun efficiëntie te verbeteren.
eventuele aanpassingen noodzakelijk zijn. Het idee is enkele duidelijke prioriteiten neer te zetten in de periode tot 2020.
Het rapport toont aan dat er sprake is van een geleidelijke afname van het totale aantal fabrikanten. De onderzoekers schrijven dit toe aan het belang van schaalgrootte om het hoofd
Op naar een krachtiger Nederlands levensmiddelenketen
te bieden aan het gegeven dat de gemiddelde winstgevendheid min of meer constant is. Wie in absolute zin meer winst wil maken, moet anders gezegd zorgen dat hij of zij de omvang van zijn
De Nederlandse ministerraad stemde in februari 2011 in met een plan om gericht te investeren in
fabriek vergroot, al dan niet door autonome groei of fusies en overnames. Net zoals aan de zijde
negen topsectoren van de Nederlandse economie. Tot deze lijst van negen sectoren behoren het
van de supermarkten, is aan de zijde van de fabrikanten consolidatie een belangrijke trend.
zogeheten agrofood cluster en de tuinbouwsector. De food retail is een essentieel onderdeel van de voedselketen. Het proces van verbetering van de keten vraagt om een geïntegreerde aanpak. De supermarktbranche is betrokken bij het topsectorenbeleid. Het kabinet verwacht dat door te kiezen voor een beperkt aantal sectoren er krachtiger onderzoeksinstellingen zullen ontstaan. In samenspraak met ondernemers en onderzoekers uit de sectoren zal 1,5 miljard euro in deze sectoren worden geïnvesteerd. Het kabinet voorziet dat op deze wijze kennis sneller zal worden omgezet in vernieuwende producten en diensten. Het CBL wil de scope verbreden en de dynamiek van de food retail en consumentengedrag opnemen in het topsectorenbeleid. Supermarkten kennen als geen ander de consument. Zij krijgen deze dagelijks over de vloer. Het succes van de eigen merken die ze op basis van deze consumentenkennis ontwikkelen spreekt boekdelen. Supermarkten kunnen een waardevolle bijdrage leveren door hun kennis van consumentengedrag met partners in de keten te delen bij het ontwikkelen van vernieuwende producten en diensten. Het CBL en haar leden stellen zich constructief op. Zij zullen zich inspannen om via samenwerkingsprojecten de komende jaren het agrofoodcluster tot een uitermate succesvol levensmiddelencluster te maken.
Substantiële reductie van CO₂-uitstoot Supermarkten kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan minder broeikasgassen op drie terreinen: klimaatvriendelijke winkels en distributiecentra, klimaatvriendelijke logistiek en stimuleren van klimaatvriendelijke consumptie. In januari 2011 presenteerde het CBL een klimaatplan dat de aangesloten supermarkten samenvattend committeert om in 2020: 20% minder CO₂ uit te stoten in transport, 20% energie te besparen en 20% van de energiebehoefte
30
31
te voorzien uit duurzame energiebronnen. Jaarlijks zal over de voortgang worden gerapporteerd.
Vergroten duurzaamheid in brede zin
Een belangrijke kanttekening is dat circa 75% van alle CO₂-uitstoot in supermarktbedrijven samenhangt met het assortiment producten. Supermarkten hebben op reductie hiervan direct
In het kader van duurzaamheid en levensmiddelen denken supermarkten niet alleen aan
invloed door bijvoorbeeld hun eigen merken milieuvriendelijker te (laten) produceren. Verder kan
minder CO₂-uitstoot en voedselverspilling, maar ook aan zaken als zuinig omgaan met water,
indirect invloed worden uitgeoefend door fabrikanten van merkartikelen van levensmiddelen
behoud van biodiversiteit, het verbeteren van dierenwelzijn en het stimuleren van aanvaardbare
en agrariërs en hun organisaties aan te sporen om de CO₂-uitstoot te reduceren. In dat verband
arbeidsomstandigheden in de Derde wereld. In het algemeen zijn verbeteringen op dit soort
committeert het CBL zich om in samenwerking met leveranciers meer inzicht te krijgen in de CO₂-
thema’s het meest effectief te bereiken als schakels in de levensmiddelenketen intensief
voetafdruk van producten en op basis daarvan verbeteringen door te voeren.
samenwerken.
Zuiniger met voedsel omgaan
Voedselveiligheid op hoog niveau waarborgen
Voedselschaarste is in de Westerse wereld al tientallen jaren geen onderwerp van discussie meer,
In een agenda voor de levensmiddelenketen in de periode tot 2020 mag voedselveiligheid niet
maar dit geldt helaas geenszins voor de Derde wereld. Door de nog steeds toenemende groei
ontbreken. Het niveau van voedselveiligheid in de Europese Unie is dermate hoog, gevolg van
van de wereldbevolking zal daarin op korte termijn vermoedelijk geen verandering komen. Tegen
een uitgedokterd samenstel van regels, procedures en toezichtstructuren, dat problemen tamelijk
deze achtergrond is zuinig omgaan met grond- en hulpstoffen meer dan ooit geboden. Reductie
uitzonderlijk zijn. In dit verband dringt zich zelfs de vraag op of meer regeldruk en bureaucratie
van voedselverspilling is daarom een speerpunt voor het CBL, zowel in de levensmiddelenketen
daadwerkelijk tot een nog hoger niveau van voedselveiligheid zou leiden, of dat het enkel
zelf als bij de consument thuis. Op beide fronten binden supermarkten de strijd aan tegen
de compliance kosten zou verhogen en daarmee uiteindelijk ook de levensmiddelenprijzen.
voedselverspilling. Daarbij is samenwerking in de keten wenselijk, bijvoorbeeld om verpakkingen
Voedselveiligheid is in belangrijke mate ook een kwestie van mentaliteit. Tegen het leveren
te ontwikkelen die consumenten beter in staat stellen om op maat in te kopen. Tegen deze
van plantaardige stoffen met een hoog dioxinegehalte door een biodieselfabrikant aan een
achtergrond werkt het CBL sinds juni 2011 onder de vlag van Top Institute Food en Nutrition
diervoederbedrijf is zelfs een verfijnd systeem van voedselveiligheid soms niet opgewassen, zoals
samen met de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) om de komende jaren via
recentelijk in Duitsland bleek. Tegen kwade opzet is helaas bijna niets bestand. Juist daarom moet
wetenschappelijk en toepassingsgericht onderzoek verspilling van voedsel drastisch te reduceren.
een ieder die zich in de levensmiddelenketen met voedselveiligheid bezighoudt te allen tijde alert zijn. Het is voor alle schakels in de levensmiddelenketen de uitdaging bij medewerkers dat
32
Bevorderen gezond eten
bewustzijn dagelijks levendig te houden.
Supermarkten zetten zich ervoor in om in samenwerking met toeleveranciers de consument meer
Een onderbelichte aspect in de voedselketen is het effect dat productiemethoden op de
informatie te gaan verschaffen over productieprocessen en samenstelling van producten. Daarbij
volksgezondheid kunnen hebben. Het wijdverbreide gebruik van antibiotica in de veehouderij en
zal het accent in de periode tot 2020 verschuiven van informeren via het – per definitie in omvang
de negatieve invloed die dat heeft bij de behandeling van ziektes bij mensen, is een voorbeeld
beperkte – etiket, naar nieuwe informatiewijzen. In dat laatste verband valt te denken digitale
in dit verband. De uitbraak van Q-koorts in gebieden met intensieve geitenhouderij is ook een
media zoals smartphones, waarmee informatie kan worden toegespitst op de persoonlijke wensen
punt van zorg dat de productieketen zou moeten aanpakken. Nederlandse supermarkten,
van de consument, bijvoorbeeld met betrekking tot allergieën of gehaltes vet, zout, suiker of het
verenigd in het CBL, willen een bijdrage leveren aan het aanpakken van de negatieve effecten van
traditioneel of bio geproduceerd zijn van levensmiddelen.
voedselproductie op de volksgezondheid.
33
Blauw Ral 5002 pms 288 c Geel Ral 1018 pms process yellow c
34
35
Bronnen Retail market monitoring report; Towards more efficient and fairer retail services in the internal market for 2020, European Commission, July 2010. On Retail Services in the Internal Market; Accompanying document to the Report on Retail Market Monitoring; Towards more efficient and fairer retail services in the Internal Market for 2020, July 2010. On a more efficient and fairer retail market, report Anna-Maria Corazza-Bildt, June 2011. The impact of private labels on the competitiveness of the European food supply chain, Frank Bunte et al, January 2011. Own brands: increasing consumer choice and driving innovation, EuroCommerce, December 2010 The economic benefits of retailer own-brands, Oxera, prepared for the European Retail Round Table, September 2010. ‘Merkenproducenten machtiger dan wij’, vraaggesprek met Dick Boer in Agrarisch Dagblad, editie 31 december 2010. Besparen loont!, column in Telegraaf van directeur Consumentenbond Bart Combee, 20 April 2010. Consumer price levels in 2010 – Price levels varied by one to three across the EU 27 Member States, Eurostat Newsrelease, 28 juni 2011.
Colofon tekst: H.J. van Oostrum vormgeving: Studio Eric Dietz BNO
36
centraal bureau levensmiddelenhandel bezoekadres: Overgoo 13 Postbus 262 2260 AG Leidschendam Tel.: 070 337 62 00 Fax: 070 317 68 87 E-mail:
[email protected]
www.cbl.nl