EEN INTERACTIEVE BUSINESS CASE BENADERING VOOR MEERVOUDIG LANDGEBRUIK: EFFICIËNTER EN GOEDKOPER! G.J. ELLEN11, R.J.M. FRANSSEN1, G.M.A. VAN DER HEIJDEN2, M.H.A. WIND3 1
Deltares, Delft, The Netherlands AT Osborne and University of Amsterdam 3 Eco-consult Environmental Economics, Baarn, The Netherlands 2
STELLINGEN 1. BIJ GEBIEDSONTWIKKELINGEN WAAR SLECHTS ENKELE PARTIJEN ZIJN BETROKKEN, KOMT DE MEERWAARDE VOOR EEN GEBIED EN HAAR STAKEHOLDERS VAAK ONVOLDOENDE NAAR VOREN.
2. DE INTRODUCTIE VAN DE INTERACTIEVE BUSINESSCASE BENADERING VRAAGT OOK NIEUWE BELEIDSINSTRUMENTEN, DUS NIEUWE FINANCIËLE, JURIDISCHE EN BESTUURLIJKE ARRANGEMENTEN.
3. DE LAATSTE STAP BIJ DE INTERACTIEVE BUSINESSCASE BENADERING, HET BESTUURLIJKE COMMITMENT VOOR EEN BUSINESSPLAN, IS DE MEEST BEPALENDE STAP VOOR EEN SUCCESVOL RESULTAAT.
1
Deltares, Postbus 85467, 3508 AL Utrecht,
[email protected]
SAMENVATTING Meervoudig landgebruik wordt in Nederland al meer dan een decennium gepropageerd als oplossing voor de (ervaren) ruimtedruk. In deze paper beschrijven de auteurs een interactieve businesscase benadering (IBB) voor het ontwikkelen en implementeren van multifunctioneel landgebruik. Een IBB brengt korte en lange termijn belangen bij elkaar door te richten op het ontwikkelen van business cases en businessplannen samen met stakeholders en deze te verbinden met lange termijn (beleids)doelen. Een IBB gaat hierbij uit van de toegevoegde waarde van multifunctioneel landgebruik voor een gebied. Op deze wijze kunnen stakeholders shareholders worden van coöperaties of (kleine) ondernemingen. De ervaringen met een IBB zijn beschreven en vergeleken aan de hand van twee cases in Nederland. De eerste case betreft een aanlegproject van Rijkswaterstaat, waarbij de capaciteit van de Prinses Beatrix Sluis wordt vergroot en het Lekkanaal wordt verbreed. De tweede case gaat over multifunctioneel landgebruik als adaptatiestrategie in de Provincie Noord-Brabant. Op basis van een SWOT analyse is de toepassing van een IBB vergeleken met traditionele methoden. Deze analyse toonde aan dat de IBB toegevoegde waarde biedt, doordat het perspectief van ondernemerschap aan een project wordt toegevoegd. Dit is vooral interessant vanuit een sociaal-maatschappelijk oogpunt, in tijden van economische crisis. Daarnaast gebruikt de IBB moderne brainstorm- en participatieve methoden die de ontwikkeling van innovatieve concepten bevorderen. Dit resulteert in (potentieel) voordelige nieuwe oplossingen en projecten, die met de traditionele werkwijze niet naar voren zouden komen. De gemeenschappelijke zoektocht naar voordelige oplossingen, zoals bij private ondernemingen, voegt ook positieve creativiteit toe. Tot slot heeft de IBB een innovatief karakter door de mogelijkheid om allianties tussen stakeholders en ondernemers te vormen. De overall conclusie is dat de IBB een interessante en veelbelovende mix is van moderne governance, op basis van economische, participatieve en ruimtelijke planningsmethodieken. De organisatorische inspanning en de tijd die de IBB vereist, weegt waarschijnlijk op tegen de lagere kosten en de extra voordelen van stakeholders en de maatschappij. INLEIDING “Door de economische groei, de bevolkingstoename en minder huishoudens zal het ruimtebeslag in Nederland ten behoeve van woonmilieus, bedrijventerreinen en kantoorlocaties toenemen. Alle toekomstscenario’s voorzien in een toenemende urbanisatie. Tegelijk zijn forse ruimteclaims te verwachten voor waterberging, natuurontwikkeling, infrastructuur, recreatie en landschappelijke kwaliteit.”, aldus Habiforum in 2001. Na 2001 kwam ook de ruimtelijke reserveringen voor het omgaan met de effecten van klimaatverandering beter in beeld. Figuur 1 geeft de toename in de ruimtedruk schematisch weer voor de zichtjaren 2050 en 2100.
Figuur 1 Globale positie van de vier Deltascenario’s (met de klok mee: Vol, Stoom, Warm en Rust) voor de zichtjaren 2050 en 2100 op het speelveld dat bepaald wordt door klimaat- en sociaaleconomische verandering (Bruggeman et al., 2011, p. 24).
Genoemde ontwikkelingen hebben tot de politieke conclusie geleid dat er in Nederland, planologisch gezien, een gebrek aan ruimte bestaat (VROM, 2002 in Van der Heijden & Slob, 2005:11). Volgens Van Ark (in Van der Heijden & Slob, 2005:16) is de oorzaak van deze ruimtelijke problematiek de Nederlandse planningscultuur. De werkwijze en planningsinstrumenten zijn namelijk gebaseerd op een sectorale benadering van ruimtelijke vraagstukken wat een integrale benadering in de weg staat (Van Ark in Van der Heijden & Slob, 2005:16). Multifunctioneel landgebruik wordt als een belangrijke strategie gezien om de toenemende ruimtedruk het hoofd te bieden (Habiforum, 2001). De definitie van multifunctioneel landgebruik is volgens Van der Heijden & Slob (2000) en Weebers (2007) het meerdere malen benutten van ruimte, waarbij vier dimensies onderscheiden kunnen worden Intensivering van ruimtegebruik; Gebruik maken van zowel ondergrondse, als bovengrondse ruime (layering); Verweving; Volgtijdelijk en flexibel gebruik maken van dezelfde ruimte. Voor het realiseren van multifunctioneel landgebruik (vaak in de context van een gebiedsontwikkeling) is de uitdaging, in analogie van de uitspraak van Van Ark, om een integrale benadering te hanteren die verschillende sectoren overstijgt zowel vanuit het perspectief van vakdisciplines (planologie, economie, civiel technisch, ecologie etc.) als maatschappelijk (overheid, markt, burgermaatschappij). In deze paper beschrijven en analyseren de auteurs een interactieve businesscase benadering (IBB) die multifunctioneel landgebruik, in het kader van gebiedsontwikkeling, niet alleen ziet als zuinig met vierkante meters omgaan. Deze benadering benadrukt ook de bijkomende gunstige economische en maatschappelijke effecten, die de ruimtelijke kwaliteit van een gebied verhogen en de korte termijn waarde van het gebied verbinden met de lange termijn waarde. Hiertoe wordt in deze paper ingegaan op het theoretisch raamwerk achter een interactieve businesscase benadering. Vervolgens worden de karakteristieken van een interactieve businesscase benadering beschreven aan de hand van de toepassing van twee cases. Tenslotte eindigt de paper met een SWOT analyse van een interactieve businesscase benadering en vergelijkt deze met twee meer traditionele instrumenten voor de evaluatie van gebiedsontwikkeling: een Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse (MKBA) en een Multi Criteria Analyse (MCA). THEORETISCH RAAMWERK De afgelopen decennia is er veel onderzoek verricht naar multifunctioneel landgebruik (Habiforum, 2001, Teisman, 2002, Slob en van der Heijden, 2005). Van der Heijden (2010) beschrijft dat uit dit onderzoek een aantal patronen naar voren komen. Bijvoorbeeld dat de meeste vormen van multifunctioneel landgebruik duurzaam zijn. Daarnaast valt het op dat multifunctioneel landgebruik eenvoudig ‘grenzen’ overschrijdt tussen sociale sectoren, markt, overheid en burgermaatschappij. Aan de hand van de theorie van ‘parallel- serieel en gelijk schakelen’ wordt verklaard hoe de relatie tussen twee functies zodanig kan zijn dat ze elkaar versterken. Belangrijke aspecten daarbij zijn de duurzaamheid van combinaties en wat dit betekend voor meervoudig landgebruik en de participatie van stakeholders. De theorie van parallel- serieel en gelijk schakelen en de genoemde aspecten duurzaamheid en participatie van stakeholders zijn het onderwerp van dit hoofdstuk. Theorie van parallel- serieel en gelijk schakelen2 Het eerste principe is dat je tegelijk doet wat tegelijk kan: parallel schakelen. Dus laat de kans niet lopen om een koe te laten verzorgen door iemand in therapie. Laat ook de kans niet lopen taalles te combineren met beweging, als dit tot betere resultaten leidt. Het tweede economische principe draait om volgorde, serie schakelen: uit mest haal je stoffen voor bodemverrijking, maar vergeet niet daar eerst energie uit te halen. Veel scholieren houden van sport, dus gebruik dat om daarna samen huiswerk te maken. Het derde principe draait om het samen doen van investeringen, gelijk schakelen. Een boer en een zorginstelling investeren
2
Deze paragraaf en de paragraaf Duurzaamheid: People, Planet, Profit zijn een bewerking van teksten uit Heijden, G.M.A. van der, (2010) Combineer wat je hebt, Eburon, Delft.
samen in de realisatie van een zorgboerderij. Zij delen de kosten voor ontwerp, verbouwing en beheer. Die zijn lager dan de kosten voor apart een boerderij en apart een zorgcentrum. Parallel schakelen en serie schakelen zorgen dus voor meer inkomsten: betere therapie, beter onderwijs, betere groenten. Deze inkomsten zijn in geld uit te drukken, maar niet alleen de economie wordt hier beter van, ook de samenleving. Dat geldt tevens voor het verminderen van de kosten door het gelijk schakelen van investeringen. Met andere woorden, redeneren in termen van inkomsten en kosten is puur economisch, maar gaat over meer dan de economie. De economische redenering is belangrijk om aan te tonen dat de opkomende, geschakelde wijze van productie concurrerend is en geen utopie. Duurzaamheid: People, Planet, Profit Het maken van nieuwe producten uit natuurlijke grondstoffen krijgt concurrentie van een economisch model dat gebruik weet te maken van de enorme verborgen capaciteit die zit in grondstoffen die twee of meer keer te gebruiken zijn, zoals een bestaande woning, een waterleiding, een sportkantine of busje. Zij zijn de ‘grondstof’ voor nieuwe ontwikkelingen in de economie. Dit is duurzaam omdat geen of weinig gebruik wordt gemaakt van nieuw verworven natuurlijke grondstoffen, en veel gebruik van het sociale kapitaal en ondernemerschap van instellingen, bedrijven, overheden en individuen. Door deze nieuwe ontwikkeling kan de economie duurzaam groeien, en kunnen zelfs gebieden met krimp het hoofd boven water houden. Zo kan een dunbevolkt gebied economisch aantrekkelijk blijven wanneer boeren daar combineren met bijvoorbeeld recreatie en landschapsbeheer. Eén ontwerp en één gebouw met één beheerbudget betekent een gelijkschakeling van investeringen die economisch voordeel oplevert. Dit is duurzaam, omdat op grondstoffen wordt bespaard, planet. Parallel- en serie schakelen van productie brengt mensen bij elkaar in nieuwe sociale verbanden. Sociale cohesie is een voorwaarde voor duurzaamheid, people. Naast planet en people is profit de derde voorwaarde voor duurzaamheid. Economische winst wordt bevorderd door de kostenbesparing die ontstaat door gelijkschakeling, en door de inkomsten die voortkomen uit de aantrekkelijkheid van het parallel en serie schakelen van producten. Dit is een wijze van toetsing van de duurzaamheid van maatschappelijke productie en consumptie. Voor gebiedsontwikkeling betekend het bovenstaande dat duurzame gebiedsontwikkeling veel meer is dan alleen zuinig met vierkante meters omgaan. Zeker bespaart dat geld, maar duurzaam gebruik van de ruimte geeft meer gunstige economische en maatschappelijke effecten die voor een hoge kwaliteit zorgen (zie Figuur 2). Binnen de gebiedsontwikkeling in haar huidige vorm komt deze meerwaarde vaak onvoldoende boven drijven.
Figuur 2 Economische en maatschappelijke effecten ten gevolge van duurzaam gebruik van de ruimte (naar van der Heijden, 2010)
Maar wat houdt de hiervoor beschreven meerwaarde precies in? 1. Profit. De kosten dalen door geen nieuwe vierkante meters te bebouwen en door met twee of meer gebruikers tegelijk te betalen voor gedeelde ruimte. Zo kunnen Nationale en
regionale waterbeheerders de kosten delen van een talud dat door middel van afspoeling water zuivert in plaats van vervuild water loost. Door meer te doen op de vierkante meter dalen niet alleen de kosten, maar kunnen ook de opbrengsten stijgen. Zo kan een geluidwal een bedrijf huisvesten dat huur betaalt. 2. Planet. Reductie van het gebruik van vierkante meters spaart niet alleen groene ruimte, maar kan ook het aantal verplaatsingen terugbrengen en de uitstoot die daarbij hoort. Denk aan een streekstation waar boeren uit de omgeving producten heen brengen die daar door de automobilist worden gekocht en meegenomen. 3. People. Soms zijn het de details die het hem doen. Door met lokale partijen in gesprek te gaan kan een nationale waterbeheerder soms voor hetzelfde geld de waarde van het gebied voor de omwonenden verhogen. Als de diverse ‘shareholders’ hun plannen gecombineerd willen uitvoeren, dan kunnen de kosten per partij lager uitvallen, doordat ze worden gedeeld. Een slimme combinatie kan nieuwe opbrengsten genereren. En het gecombineerd uitvoeren kan er zelfs toe leiden dat het project minder oponthoud ondervindt, omdat het draagvlak voor het project groter wordt en de weerstand kleiner. Participatie van stakeholders De meerwaarde van het betrekken van de omgeving bij het maken van beleid- en het uitvoeren daarvan is in de wetenschappelijke literatuur uitgebreid beschreven (Edelenbos, 2000, Pröpper en Steenbeek, 1998 en 1999, van Ast, 2000). Een interactieve aanpak kan om verschillende redenen worden gevolgd. Pröpper en Steenbeek (1999) noemen een aantal motieven. Hiervan zijn voor het opstellen van bodemambities vooral de volgende belangrijk: 1. Inhoudelijke verrijking: Inhoudelijke verrijking houdt het verbeteren van de inhoud van het beleid in zodat dit slagvaardiger, effectiever, meer legitiem en responsief wordt. Die inhoudelijke verrijking kan dus gaan over het verkrijgen van informatie en relevante randvoorwaarden, maar ook over het ontstaan van alternatieven voor bijvoorbeeld probleemdefinities, doelstellingen en oplossingen en de toetsing van zaken als de beleidsaanpak en alternatieve scenario’s. 2. Verbetering van het proces: Een mogelijke reden is het verbeteren van het beleidsproces en de wisselwerking met andere partijen. Daarbij valt te denken aan de verbetering of vergroting van aspecten als informatie, communicatie, begrip en consensus. 3. Verbetering van de samenwerking van de externe partijen: Door de hernieuwing van de samenwerking tussen de partijen of het optimaliseren van de organisatie ervan is er een kans dat de samenwerking van de externe partijen verbetert. Edelenbos (2000:86) noemt het streven naar integraliteit in beleid. Interactieve beleidsvorming kan zorgen voor het samenwerken van organisaties of onderdelen ervan die normaal gesproken geen of weinig contact hebben. Doordat zij met elkaar in aanraking komen, zou dat tot een meer integrale afstemming kunnen leiden. 4. Vergroting van het draagvlak: Een vaak genoemd motief voor interactieve beleidsontwikkeling is het vergroten van draagvlak. Onder draagvlak wordt de feitelijke steun door de relevante partijen voor het beleid en daarmee de uitvoerbaarheid ervan verstaan. Dit geldt ook voor aspecten van beleid zoals de probleemdefinitie, de beleidsinhoud of het beleidsproces. 5. Vergroting van het probleemoplossend vermogen van de maatschappij: Over de vergroting van het probleemoplossend vermogen van de maatschappij zeggen Pröpper en Steenbeek (1999:35) het volgende: “…een grotere verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven om bij te dragen aan publieke zaken...” Edelenbos (2000:86) noemt dit motief ook en zegt dat door een interactieve benadering het beleidsprobleem in al zijn facetten beter begrepen wordt en de oplossing een groter oplossend vermogen heeft. De theorie van het slim combineren van functies, duurzaamheid bij gebiedsontwikkeling en stakeholder participatie is bij elkaar gebracht in de Interactieve Businesscase Benadering (IBB). Deze benadering is ontwikkeld aan de hand van praktijkcases, welke in het volgende hoofdstuk worden beschreven.
TOEPASSING VAN DE INTERACTIEVE BUSINESSCASE BENADERING Hieronder worden twee cases toegelicht en vervolgens worden gemeenschappelijke karakteristieken van de cases benoemd. Case 1: Meerwaarde Scan– Prinses Beatrixsluis en uitbreiding Lekkanaal De capaciteit van de Prinses Beatrixsluis bij Nieuwegein moet worden uitgebreid met een derde kolk. Tegelijkertijd wordt het Lekkanaal aan de oostkant met 40 meter verbreed om de vaarlijnen van de schepen veiliger te maken en om aanlegplaatsen te kunnen realiseren. De verantwoordelijke partij voor uitvoering is Rijkswaterstaat. Het project moet worden gerealiseerd voor 2020 binnen een budget van circa € 200 miljoen. Het project bevindt zich anno 2010 in de planfase, waarbij het voorkeursalternatief nog niet geheel is dichtgetimmerd. Om mogelijke business ideas rondom dit project te verkennen en uit te werken tot aantrekkelijke business cases, zijn drie interactieve sessies georganiseerd. In de eerste sessie heeft het projectteam samen met de stakeholders verkend welke kansrijke combinaties en dus business ideas er zijn. Tijdens de sessie wordt ook verkend welke business ideas potentie hebben om haalbare businesscases te worden. De opzet van de eerste sessie is energievol en out-of-the box denken wordt gestimuleerd, waarbij tegelijkertijd de realistische en wenselijke ideeën worden geselecteerd. In een daarop volgende sessie zijn de meest kansrijke (tussentijds uitgewerkte) business cases bediscussieerd en zijn afspraken gemaakt voor een mogelijk vervolg dat op een (bestuurlijk) mandaat kan rekenen. Zo ontstaat een springplank voor de geïnteresseerde stakeholders om shareholders te worden van kansrijke businesscases. In de laatste- en derde sessie geven de bestuurders van de relevante partijen aan met welke business cases ze willen doorgaan. Stakeholders zijn dan shareholders geworden.
Figuur 3 Impressie tekening van functiecombinaties rond de Prinses Beatrix sluis als resultaat van de eerste sessie (tekening door Mark de Koning)
Case 2: Multifunctioneel landgebruik als adaptatiestrategie in de provincie NoordBrabant Het Brabantse landelijke gebied is een dicht bevolkt en gereguleerd landschap. De vraag naar ruimte is groot en vaak conflicterend. Klimaatadaptatie maatregelen gericht op het omgaan met de effecten van klimaatverandering kunnen een extra ruimteclaim leggen op de schaarse ruimte. In het kader van het kennis voor klimaat project multifunctioneel landgebruik is gezocht naar een oplossing voor deze uitdaging te bieden in de vorm van multifunctioneel landgebruik. Het project multifunctioneel landgebruik heeft zich zowel gericht op praktijk als
op toegepaste wetenschap door het gezamenlijk met stakeholders opstellen van business ideeën en het uitwerken van deze ideeën naar businesscases. Het project heeft de volgende resultaten opgeleverd: a. Een overzicht en analyse van de praktische toepassing van multifunctioneel landgebruik als klimaatadaptatie strategie. b. Inzichten in hoe te komen tot ideeën voor multifunctioneel landgebruik en hoe deze te implementeren. c. Een Businesscase waarin multifunctioneel gebruik vanuit water, natuur en energie als strategie voor klimaatadaptatie is uitgewerkt. Hiertoe doorloopt het project vijf stappen: 1. In kaart brengen van de (ruimtelijke) uitdagingen die Noord-Brabant de komende 25 jaar kan verwachten: een confrontatie van de ruimtelijke plannen en de effecten van klimaatverandering. 2. Inventariseren van vormen van multifunctioneel landgebruik die een oplossing kunnen zijn voor uitdagingen zoals minder water in de zomer en meer neerslag in de winter. 3. Workshop met belangenhebbende personen en organisaties uit Noord-Brabant. De bijeenkomst heeft als doel om ideeën voor multifunctioneel landgebruik te laten ontstaan en de vorming van coalities van potentiële uitvoerders te faciliteren. 4. Werksessie gericht op concretisering naar businesscase niveau. In deze stap worden ideeën, uit stap 3 verder uitgewerkt door de idee-eigenaren. 5. Een tweede werksessie waarin de bouwstenen uit de vorige twee stappen worden samengesmeed tot een businessplan/businesscase. Voornaamste karakteristieken van de interactieve businesscase benadering Als we de twee cases die hiervoor beschreven zijn nader analyseren, kunnen een aantal overeenkomstige karakteristieken worden herkend. Deze karakteristieken worden hieronder kort toegelicht en kunnen worden gezien als de kern van de interactieve businesscase benadering. Tabel 1 Karakteristieken van de interactieve businesscase benadering Karakteristiek
Achterliggend principe
Interactief Participatie van stakeholders door co-productie
Van stakeholder naar shareholder
Startpunt kan zowel vanuit meerdere sectoren als vanuit 1 sector komen, afhankelijk van de partij die het proces initieert.
Businesscase Focus op de economische haalbaarheid van het project De mate waarin een project wordt uitgewerkt is afhankelijk van de mate waarin middelen (informatie en geld) beschikbaar zijn Benadering Focus op een positieve benadering
Een ‘technology push’ benadering Geen top-down verplichtingen om deel te nemen aan het proces Anders dan de Mutual Gains benadering
Niet het startpunt is belangrijk, maar de mogelijkheid om het proces te verrijken met stakeholders vanuit meerdere sectoren.
Ontwikkeling van business idee en businesscase naar businessplan Minimaal resultaat is 1 of meerdere businesscases Maximaal resultaat is 1 of meerdere businessplannen
Combineer de korte termijn waarde toename van stakeholders met de mogelijkheid voor overheden om hun lange termijn (beleids)doelen te realiseren. Multifunctioneel landgebruik kan waarde toevoegen aan een gebied. Vrijwillige participatie van stakeholders die eigenaren worden van de ontwikkelde businesscases De focus ligt op het ontwikkelen van businesscases en niet op het omgaan met conflicten.
SWOT ANALYSE Het toepassen van de interactieve businesscase benadering kan verschillende interne en externe consequenties hebben. Door middel van een SWOT analyse zijn de Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threats in beeld gebracht op basis van de ervaringen uit de twee beschreven cases. Bij de analyse is een vergelijking gemaakt met meer traditionele benaderingen voor de evaluatie van gebiedsontwikkelingen, zoals een maatschappelijkekosten en baten analyse en een multicriteria analyse. De SWOT analyse is in onderstaande tabel samengevat.
Tabel 2 Analyse van de interactieve businesscase benadering in vergelijking met traditionele methoden ten behoeve van de evaluatie van gebiedsontwikkeling INTERN Strengths -
IBB kan wellicht een beter overzicht geven van voor- en nadelen van een project, omdat kosten en baten transparant worden beschreven in fysieke en monetaire termen.
-
IBB geeft goed inzicht in de winstgevendheid van een project, omdat stakeholders de mogelijkheid hebben om actieve- en constructieve shareholders te worden en omdat zij zelf de benodigde kennis en eigenbelang hebben om de winstgevendheid van het project zo goed mogelijk in te schatten.
-
Door het toepassen van een kosten- en baten methode, worden alle project effecten optimaal geschat, inclusief toekomstige effecten door het gebruik van een discontovoet.
-
In het interactieve en iteratieve proces van de IBB, kan het project voorstel eerder geoptimaliseerd worden om zodoende de netto contante waarde te maximaliseren. Het feit dat alle expertise en feedback van de kosten- en baten analyse aanwezig is tijdens de bijeenkomsten.
-
De IBB gebruik moderne brainstorm en samenwerkingsmethoden, die het ontwikkelen van innovatieve concepten stimuleert. Dit resulteert mogelijkerwijs in winstgevende nieuwe oplossingen en projecten
-
Omdat de IBB de verdeling van kosten en baten over de stakeholders inzichtelijk maakt in een open en constructieve atmosfeer , maakt het mogelijk om compromissen en compensatie (financieel of anderszins) te bespreken. Hiermee neemt de kans om een project daadwerkelijk te realiseren toe.
-
Aansluitend op het vorige punt: IBB maakt het mogelijk voor individuele stakeholders om financiële voordelen te ‘oogsten’ die anders ongebruikt zouden blijven. Een goed ontworpen samenwerkingscontract kan er voor zorgen dan een project winstgevend is voor alle stakeholders. Weaknesses
-
Monetariseren van project effecten kan moeilijk zijn.
-
Niet iedereen is bekend met kosten- en baten analyses, wat kan resulteren in verkeerd gebruik en onduidelijkheid. Bijvoorbeeld het referentie scenario waarmee de project effecten worden vergeleken is niet altijd voldoende duidelijk.
EXTERN Opportunities -
Gebruik van de IBB maakt het mogelijk om winstgevende projecten met meerdere stakeholders te organiseren inclusief burgers, in het geval dat overheidspartijen participeren. Op deze manier kan IBB collectieve goederen zoals ecologie ten goede komen.
-
Als stakeholders in een constructieve en betrokken atmosfeer worden betrokken bij projecten in plaats van alleen te worden geïnformeerd over dergelijke projecten is de kans dat zij zich eigenaar zullen (gaan) voelen van dergelijke projecten veel groter. Hierdoor kunnen weerstand en kostbare rechtzaken worden voorkomen.
Threats -
(gepercipieerde) hoge transactiekosten kunnen er voor zorgen dat potentiële shareholders niet deelnemen aan een interactieve businesscase benadering: zij kunnen bijvoorbeeld verwachten dat dit te veel tijd en middelen kost.
Deze SWOT analyse toont aan dat de IBB toegevoegde waarde biedt, doordat het perspectief van ondernemerschap aan een project wordt toegevoegd. Dit is vooral interessant vanuit een sociaal-maatschappelijk oogpunt, in een tijd waarbij de financiële middelen afnemen. Daarnaast gebruikt de IBB moderne brainstorm methoden en samenwerkingstechnieken die de ontwikkeling van innovatieve concepten bevorderen. Dit resulteert in (potentieel) voordelige nieuwe oplossingen en projecten, die met traditionele werkwijze niet naar voren zouden komen. De gemeenschappelijke zoektocht naar voordelige oplossingen, zoals men in een commerciële onderneming kan vinden, voegt positieve creativiteit toe. Tot slot heeft de IBB een innovatief karakter, door de mogelijkheid om allianties tussen stakeholders en ondernemers te vormen. CONCLUSIES In deze paper hebben de auteurs een interactieve businesscase benadering beschreven aan de hand van twee praktijkcases: 1. Een grootschalig aanlegproject van Rijkswaterstaat; capaciteit vergroten van de Prinses Beatrix Sluis in Nieuwegein en verbreden van het Lekkanaal; 2. Multifunctioneel landgebruik als adaptatiestrategie in de Provincie Noord-Brabant.
Een IBB brengt korte en lange termijn belangen bij elkaar door zich te richten op het ontwikkelen van businesscases en businessplannen, samen met stakeholders, en deze te verbinden met lange termijn (beleids)doelen. Een IBB gaat hierbij uit van de toegevoegde waarde van multifunctioneel landgebruik voor een gebied. Op deze wijze kunnen stakeholders shareholders worden van coöperaties of (kleine) ondernemingen. Op basis van een vergelijking van de twee hiervoor genoemde cases zijn de karakteristieken van een IBB als volgt benoemd: Participatie van stakeholders door co-productie: van stakeholder naar shareholder. Startpunt kan zowel vanuit meerdere sectoren als vanuit 1 sector komen, afhankelijk van de partij die het proces initieert: niet het startpunt is belangrijk, maar de mogelijkheid om het proces te verrijken met stakeholders vanuit meerdere sectoren. Focus op de economische haalbaarheid van het project: ontwikkeling van business idee en businesscase naar businessplan. De mate waarin een project wordt uitgewerkt is afhankelijk van de mate waarin middelen (informatie en geld) beschikbaar zijn: minimaal resultaat is 1 of meerdere businesscases maximaal resultaat is 1 of meerdere businessplannen. Focus op een positieve benadering: combineer de korte termijn waarde toename van stakeholders met de mogelijkheid voor overheden om hun lange termijn (beleids)doelen te realiseren. Een ‘technology push’ benadering: multifunctioneel landgebruik kan waarde toevoegen aan een gebied. Geen top-down verplichtingen om deel te nemen aan het proces: vrijwillige participatie van stakeholders die eigenaren worden van de ontwikkelde businesscases. Anders dan de Mutual Gains benadering: de focus ligt op het ontwikkelen van businesscases en niet op het omgaan met conflicten. Op basis van een SWOT analyse (sterkte, zwakte, bedreigingen en kansen) wordt de toepassing van een IBB vergeleken met traditionele methoden, zoals een maatschappelijke kosten en baten analyse en een multi-criteria analyse. Deze analyse toonde aan dat de IBB toegevoegde waarde biedt, doordat het perspectief van ondernemerschap aan een project wordt toegevoegd. Dit is vooral interessant vanuit een sociaal-maatschappelijk oogpunt, in een tijd waarbij de financiële middelen afnemen. Daarnaast gebruikt de IBB moderne brainstorm methoden en samenwerkingstechnieken die de ontwikkeling van innovatieve concepten bevorderen. Dit resulteert in (potentieel) voordelige nieuwe oplossingen en projecten, die met traditionele werkwijze niet naar voren zouden komen. De gemeenschappelijke zoektocht naar voordelige oplossingen, zoals men in een commerciële onderneming kan vinden, voegt positieve creativiteit toe. Tot slot heeft de IBB een innovatief karakter, door de mogelijkheid om allianties tussen stakeholders en ondernemers te vormen. De overall conclusie is dat de IBB een interesserende en veelbelovende mix is van modern governance, op basis van economische, participatieve en ruimtelijke planningsmethodieken. De organisatorische inspanning en de tijd die de IBB vereist, weegt waarschijnlijk op tegen de lagere kosten en de extra voordelen van stakeholders en de maatschappij. REFERENTIES Bruggeman, W. et al. (2011), Deltascenario’s: scenario's voor robuustheidanalyse van maatregelen voor zoetwatervoorziening en waterveiligheid, Deltares, Delft Edelenbos, J. (2000), Proces in Vorm, Lemma, Utrecht. Heijden, G.M.A. van der, (2010) Combineer wat je hebt, Eburon, Delft. Heijden, G.M.A. van der, & Slob, A.F.L. (2005). Meervoudig ruimtegebruik, Enkelvoudig Recht. De spanningsvolle relatie tussen recht en innovatie. Amsterdam/Delft, Eburon. Habiforum. (2001). Meervoudig ruimtegebruik : kansen en belemmeringen.
Pröpper, I. en Steenbeek, D. (1998) Interactieve beleidsvorming: typering, ervaringen en dilemma’s, in: Bestuurskunde, 1998, nr. 7, pp. 292-301. Pröpper, I. & Steenbeek, D. (1999). De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Teisman, G.R., Klijn, E.H. & Oosten, W.J. (2001). Besluitvorming en ruimtelijke procesmanagement; studie naar eigenschappen van ruimtelijke besluitvorming die realisatie van meervoudig ruimtegebruik remmen of bevorderen. Delft, Eburon. Van Ark, R. (2005). Meervoudig ruimtegebruik: dogma of eye-opener? In Van der Heijden, G.M.A. & Slob, A. (2005). Meervoudig ruimtegebruik, Enkelvoudig Recht. De spanningsvolle relatie tussen recht en innovatie. Amsterdam/Delft, Eburon. Van Ast, J.A., (2000), Interactive management of international river basins. Experience in Northern America and Western Europe. Physics and Chemistry of the Earth 25 (3) 325 328 Weebers, J. (2007). Twee stambomen: meervoud en kwaliteit. In Haccoû, H.A., Feddes, F.M. (2007). De functiescheiding voorbij. SDU Uitgevers, Den Haag.