EEN BEROERTE, EN DAN? Hersenbloeding
Afdeling 3 Zuid
INLEIDING
U bent opgenomen in het Zaans Medisch Centrum in Zaandam met een hersenbloeding (beroerte).
Middels deze diavoorstelling geven wij u informatie over uw aandoening. Ook willen wij u zo goed mogelijk inlichten over wat u kunt verwachten tijdens uw opname.
Afdeling 3 Zuid Zaans Medisch Centrum Zaandam
GANG VAN ZAKEN
• In het ziekenhuis wordt er vanuit de Spoedeisende Hulp een CT-scan gemaakt om te kijken of er sprake is van een hersenbloeding of een herseninfarct.
• Tevens krijgt u een lichamelijk onderzoek, waardoor duidelijk wordt hoe ernstig uw lichaam getroffen is door de hersenbloeding.
HERSENBLOEDING Een hersenbloeding betekent; - Er is dan een lek in een bloedvat - Bloed ontsnapt uit het bloedvat in de hersenen.
- Bloed drukt op het hersenweefsel en daardoor uitval verschijnselen
OBSERVATIE
• Op de afdeling 3 Zuid ligt u de eerste dagen op de stroke unit. Hier wordt u intensief geobserveerd door de arts en de verpleegkundige.
Doormiddel van monitorbewaking meten zij uw vitale functies, zoals de hartslag, ademhaling, zuurstof gehalte in het bloed en de bloeddruk. Daarnaast worden er nog andere controles gedaan en worden uw uitvalsverschijnselen geobserveerd.
OBSERVATIE
Als uw lichamelijke toestand stabiel is en u geen continue observatie meer nodig heeft, wordt u overgeplaatst van de stroke-unit naar de verpleegafdeling. Hoe lang u precies in het ziekenhuis moet blijven is
afhankelijk van uw persoonlijke situatie
DIAGNOSTIEK CT-scan en/of MRI-scan
• • • • • • •
Onderzoek van de hersenen Er worden beelden gemaakt van uw hersenen U ligt op een smal bed U moet heel stil blijven liggen Het duurt ongeveer 10 minuten De scanner maakt lawaai U krijgt soms vloeistof in uw arm. Hierdoor zijn uw hersenen beter zichtbaar.
BLOEDAFNAME
• Bloedonderzoek Er wordt gekeken naar: • Cholesterolgehalte • bloedstolling • Suikerziekte
ECG • Onderzoekt de werking van uw hart • U krijgt daarbij plakkers op uw lichaam die aangesloten worden aan het apparaat
BEHANDELING • De behandeling van een beroerte is vooral gericht op het herstellen van de “verloren” functies en het voorkomen van complicaties. • Tijdens de ziekenhuisopname krijgt u diverse medicijnen. Daarnaast wordt u vaak behandeld door een fysiotherapeut, een ergotherapeut en een logopedist. • De arts en de verpleegkundige leggen u uit welke onderzoeken en welke behandelingen er specifiek bij u zullen plaatsvinden.
RISICOFACTOREN VOOR EEN HERSENBL0EDING
Een aantal factoren verhoogt het risico op een hersenbloeding: - Ouderdom - Verhoogde bloeddruk - Eerder een TIA / herseninfarct / hersenbloeding gehad - Suikerziekte - Verhoogd cholesterolgehalte - Hart- en vaatziekten - Langdurige stress - Roken - Overgewicht - Te weinig lichaamsbeweging
BLOEDSUIKER Verhoogde bloedsuiker geeft een grotere kans op hart- en vaatziekten. Indien u diabeet bent is het van belang om de bloedsuikers regelmatig te controleren en indien deze afwijkend zijn, contact op te nemen met uw huisarts.
BEHANDELAARS EN ZORGVERLENERS Na een hersenbloeding krijgt u met verschillende zorgverleners te maken. Deze zorgverleners overleggen en informeren elkaar over uw behandeling zodat alles zo goed mogelijk op elkaar afgestemd is.
• • • • • • • •
Neuroloog / zaalarts Verpleegkundige Fysiotherapeut Ergotherapeut Logopedist Revalidatiearts Diëtist Zorgbemiddelaar
NEUROLOOG / ZAALARTS
In het ziekenhuis is de neuroloog uw behandelend arts en komt elke dag bij u langs en beantwoord uw vragen Ook overlegd de neuroloog/zaalarts met de andere zorgverleners.
VERPLEEGKUNDIGE De verpleegkundige helpt u bij de dagelijkse verzorging , het medicijngebruik en start vaak als eerste met de revalidatie. Er wordt geoefend met u om zoveel mogelijk weer zelf te leren doen. Verder bereidt de verpleegkundige u voor op onderzoeken, observeert het verloop van uw ziekte en herstel. De verpleegkundige coördineert de zorg en begeleid u tijdens de opname. Als eerste aanspreekpunt voor u en uw familie kunt u altijd met vragen en/of onduidelijkheden bij de verpleegkundige terecht.
FYSIOTHERAPEUT Na een hersenbloeding kunt u problemen hebben met bewegen en vermoeidheid. Meestal is het dan zo dat u één zijde van uw lichaam niet of niet goed kunt bewegen. De fysiotherapeut komt bij u om te kijken welke problemen u heeft en welke activiteiten u moeilijk uit kunt voeren. U traint met hem/haar de activiteiten die moeilijk voor u zijn. Verder geeft de fysiotherapeut allerlei adviezen over hulpmiddelen bij het lopen en over uw houding in bed of in de (rol)stoel.
ERGOTHERAPEUT Na een hersenbloeding kan het zijn dat u in uw dagelijks leven praktische problemen heeft met bijvoorbeeld uw persoonlijke verzorging. Dat kan komen doordat u één lichaamszijde niet of niet goed kunt bewegen en/of problemen heeft met uw cognitie (geheugen, aandacht, concentratie, waarnemen etc.) Bij de ergotherapie oefent u hoe u zelf weer het huishouden kunt doen, uzelf weer te verzorgen, hobby’s, studie of werk weer uitvoeren. De ergotherapeut kan u ook adviseren over tijdelijke hulpmiddelen en voorzieningen.
LOGOPEDIST Na een hersenbloeding kunt u een taal-, spraak- of slikstoornis hebben. Bij een taalstoornis (afasie) is spreken, begrijpen, schrijven en lezen in meer of mindere mate aangedaan.
Bij een spraakstoornis (dysartrie) is het uitspreken van woorden en zinnen moeilijk geworden. Het begrip van taal is hierbij over het algemeen goed.
LOGOPEDIST Bij een slikstoornis kan het slikken van speeksel, vloeistof of voedsel problemen opleveren.
Slikproblemen kunnen onder andere leiden tot onvoldoende voedselinname. Ook kunt u zich verslikken, waarbij voedsel in de longen terecht kan komen met een longontsteking als gevolg.
DIËTIST
Als u slikproblemen heeft, kan het zijn dat u bepaalde voeding niet veilig kunt slikken, vooral als het dun vloeibaar is zoals water. De voeding moet dan aangepast worden, bijvoorbeeld dik vloeibare of gemalen voeding. De diëtist bekijkt of de voeding alle belangrijke voedingstoffen heeft.
ZORGBEMIDDELING U kunt bij haar/hem terecht voor advies over hulpverlenende instanties die u thuis kunt inschakelen. Contactpersoon bij RIO / CIZ voor zorgindicatie aan te vragen.
VERVOLG TRAJECT NA EEN BEROERTE Tijdens de ziekenhuisopname start men al met de revalidatie. Vaak wordt de revalidatiearts om advies en coördinatie gevraagd. Vanzelfsprekend is de inhoud van het revalidatieprogramma en het tijdstip waarop wordt begonnen bij iedere patiënt verschillend. Dit is vooral afhankelijk van de zwaarte van de beroerte Na afronding van het neurologisch onderzoek wordt besloten of en waar verdere revalidatie plaatsvindt.
Veel patiënten gaan na ontslag uit het ziekenhuis rechtstreeks naar huis. Sommige patiënten zijn zo goed hersteld dat paramedische nabehandeling niet nodig is.
Nabehandeling paramedisch, zoals fysiotherapie, logopedie of ergotherapie thuis of in de buurt is mogelijk. Ook is het mogelijk dat de revalidatiearts patiënten verwijst naar een revalidatieteam van het ziekenhuis of revalidatiecentrum voor een poliklinische revalidatiebehandeling.
Een deel van de patiënten worden overgeplaatst naar een revalidatiecentrum - Heliomare in Wijk aan Zee - Reade in Amsterdam Of revalidatieafdeling Groote Kaar in Oostergouw
De verwachting is dat deze patiënten vooruit zullen gaan en dat zij meestal na verloop van tijd weer naar huis kunnen.
AUTORIJDEN Het rijbewijs is voor de meeste mensen een groot goed. Het betekent namelijk mobiliteit en vooral zelfstandigheid. Omdat u een hersenbloeding heeft doorgemaakt, vraagt u zich mogelijk af of u nog mag rijden. Voor meer informatie over uw persoonlijke situatie kunt u overleggen met de neuroloog, stroke-verpleegkundige of het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen / CBR Vraag om de folder ; “Autorijden na een TIA, herseninfarct of hersenbloeding”
INFORMATIE • U mag altijd vragen stellen aan de verpleegkundige, artsen en/of behandelaren.
• Vraag om de brochure “Een Beroerte, en dan”
• Meer informatie op www.zaansmc.nl – Neurologie • “Een beroerte, en dan” • Goede zorg na een CVA / TIA