Duurzame energie in Lennik
Op zoek naar mogelijkheden voor duurzame energie in Lennik met speciale aandacht voor de mogelijkheden van windenergie in Lennik
1
Waarom duurzame energie?
1 Streek voorbereiden op komende welvaartsschokken: 1 Stijgende energiekosten (+ 1000 € tussen 2003 en 2008 voor Vlaams gezin CREG) 2 Stijgend risico op klimaatverandering door verbranding fossiele brandstoffen 2 Mogelijkheden van duurzame energie: 1 Verhogen comfort 2 Verhogen controle over energiekosten 3 Verlagen broeikasgasuitstoot 3 Maar: duurzaam moet duurzaam zijn = Economisch, ecologisch + sociaal
1.1 Huidig energieverbruik Lennikse gezinnen Energieverbruik in GWh voor Lennikse gezinnen 12 GWh = 14%
verwarming elektriciteit
74 GWh = 86%
Verwarming: 23 000 kWh/gezin.j (2300 m³/l gas, mazout) Elektriciteit: 3500 kWh/gezin.jaar
1.1 Huidig primair energieverbruik Lennikse gezinnen Primair energieverbruik in GWh voor Lennikse gezinnen 60 GWh = 45%
verwarming elektriciteit
74 GWh = 55%
Primair energieverbruik: finaal energieverbruik + efficiëntie (40 %/-60%) + externe en interne transmissie en omzettingsverliezen (-20 %)
1.1 Huidige energiekosten Lennikse gezinnen Totale jaarlijkse kost energie Lennikse gezinnen 1 885 400 € = 36%
verwarming elektriciteit
3 308 020 € = 64%
Verwarming: 965 (gas)-1150 € (mazout)/gezin.jaar Elektriciteit: 550 €/gezin.jaar
1.1 Evolutie totale energiefactuur voor Vlaams gezin
07/2009: energiefactuur + 28 % in vergelijking met 2004 07/2008: + 52 %
1.2 CO2-uitstoot uit energie Lennikse gezinnen Totale CO2-uitstoot energie Lennikse gezinnen 8399 ton CO2 = 30%
verwarming elektriciteit
19271 ton CO2 = 70%
Verwarming: 1 kWh = 0,26 kg, elek: 1 kWh = 0,7 kg CO2 Energie: 3,2 ton CO2/inwoner (25 % totaal 12,4 ton CO2)
1 Samenvatting uitdagingen actieplan duurzame energie 1 Hoe Lennik voorbereiden op welvaartsschokken van energie en klimaat? (verwarming-elektriciteit) 2 Hoe zo efficiënt mogelijk inspanningen organiseren? (energiebesparing + hernieuwbare energie) 3 Hoe zoveel mogelijk doelgroepen bereiken? (gezinnen, landbouwers, gemeente + zwakkeren) 4 Hoe totale duurzame ontwikkeling van Lennik garanderen (energie, wonen, toerisme, natuur)? (evenwicht economie-ecologie in dienst van sociale)
2 Hoe een duurzame energieactieplan uitwerken? 1 Actieplan volgens 2-tredenbeleid: = energiebesparing + hernieuwbare energie 2 Alle doelgroepen benaderen: gezinnen, landbouwers + sociaal zwakkere groepen 3 Moet hele gemeente ten goede komen: Vb. windenergie 1 welke ruimtelijke, landschappelijke voorwaarden? 2 welke sociale, economische voorwaarden? 3 welke participatie: + gemeente?
2 Welke duurzame energiemogelijkheden zijn er? Meten is weten 1 Huidige situatie: gezinnen, landbouw, industrie, infrastructuur 2
Toekomstige situatie: mogelijke opportuniteiten voor rationeel energiegebruik zonne-energie, windenergie, biomassa, waterkracht, aardwarmte
3
Evaluatie mogelijke opportuniteiten: ecologisch, economisch en sociaal
Hulpmiddel: HE-scan voor gemeenten
2.1 Technisch potentieel hernieuwbare energie per doelgroep en techniek 1 Gemeente: aantal en soort gebouwen, nieuwe investeringen 2 Infrastructuur: investeringen in wegen 3 Onderwijs: grootte, uitzicht gebouwen 4 Landbouw: type, gebouwen, afval 5 Woningbouw: aantal, grootte 6 Mogelijkheden voor windenergie (haalbaarheidsstudie, voorbeeld Lennik)
2.1Technisch potentieel hernieuwbare energie Lennik
2.2 Haalbaarheidsanalyse windenergie Lennik 5-stappenplan om haalbaarheid van windenergie te onderzoeken: 1 Windtechnisch (genoeg wind?) + exclusiezones? 2 Ruimtelijke ordening (inpassing in landschap?) 3 Ruimtelijke ordening (bestemming van locatie?) 4 Impactanalyse ten velde 5 Evaluatie van locaties
2.2.1 Windtechnische studie (windplan Vlaanderen)
2.2.1 Windtechnische studie Lennik
2.2.1 Exclusiezones: luchtvaart
2.2.1 Exclusiezones: vogelatlas
2.2.2 Ruimtelijke/landschappelijke studie: Omzendbrief 2006: afwegingskader inplanting Uitgangspunt: duurzame ontwikkeling, zo weinig mogelijk negatieve impact van windturbines op omgeving Principes: gedeconcentreerde bundeling + clusteringsprincipe Afwegingselement: 1
De windturbines moeten aansluiten bij de schaal en opbouw van het landschap, liefst op bedrijventerreinen, langsheen grote infrastructuren
2
De omvang van het project mag de functies van het gebied niet verstoren (zie milieuvergunning)
2.2.2 Voorbeeld van uitermate geschikte locatie lijnstructuur
industrieterrein
2.2.2 Ruimtelijke/landschappelijke studie: lijnstructuren in Lennik
Gewestwegen: N8, N 285 + kleinere N282
2.2.2 Ruimtelijke/landschappelijke studie: landschapsatlas in Lennik
Groot open agrarisch gebied tussen Lennik-PepingenElingen + vallei Moeille Eizeringen
2.2.3 Ruimtelijke studie: bestemming van locaties: Windplan Vlaanderen 4 klassen van gebieden voor windturbines: klasse 0: ongeschikte gebieden woongebieden, natuurgebieden, beschermde monumenten en landschappen + negatieve buffers rond deze gebieden van 250 meter ((donker)rood, roze) klasse 1: uitermate geschikte gebieden industriegebieden, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut + positieve buffer van 250 meter ((licht)groen)
2.2.3 Ruimtelijke studie: bestemming van locaties: Windplan Vlaanderen klasse 2 : geschikte gebieden met eventuele beperkingen agrarische gebieden, recreatiegebieden (geel)
klasse 3: geschikte gebieden mits afweging van andere belangrijke functies landschappelijk waardevolle agrarische gebieden (oranje)
2.2.3 Ruimtelijke studie: Windplan Vlaanderen voor Lennik (N-C)
2.2.3 Ruimtelijke studie: Windplan Vlaanderen voor Lennik (Z)
2.2.3 Ruimtelijke studie: bepalen van te onderzoeken locaties
2.2.4 Onderzoek locaties ten velde Onderzoek ten velde: 1 Uitsluiten locaties nabij zonevreemde woningen, feitelijke natuurgebieden + extra buffer van 250 m
2 Bepalen van geluid- en slagschaduwcontouren
3 Specifieke inpasbaarheid in het landschap
Hulpmiddelen: satellietbeelden + foto’s
2.4 Onderzoek locaties ten velde, voorbeeld locatie 2b
2.4 Onderzoek locaties ten velde, voorbeeld locatie 2b
2.2.4 Onderzoek locaties ten velde, voorbeeld locatie 2c
2.2.4 Onderzoek locaties ten velde, voorbeeld locatie 2c
2.2.5 Evaluatie locaties Score volgens 5 criteria (1=best,2= middelmatig, 3=slecht) 1
Klasse-indeling (1=klasse 1, 2=klasse 2, 3=klasse3)
2
Visibiliteit (1=langs grote infrastructuren, 2= verstopt door reliëf, 3= in open veld)
3
Geluidsbronnen (1= langs drukke weg, 2= bij voortdurende geluidsbron, 3= rustige locatie)
4
Slagschaduwstopregeling (1= minimaal, 2= bepaalde momenten/perioden, 3= frequent)
5
Impact op natuur (1= natuur>500 m, 2= 250
2.2.5 Evaluatie locaties
2.2.5 Geselecteerde locaties
2.2 Conclusie haalbaarheidsstudie windenergie Lennik 1 Na windtechnische, landschappelijke, ruimtelijke en locatiestudies zijn 3 geschikte locaties geselecteerd langsheen de N285 2 Deze 3 windturbines zijn geschikt omwille van hun beperkte landschappelijke impact, geen geluidsoverlast en geen slagschaduw (verholpen door stopregeling) voor omwonenden 3 Indien gekozen wordt voor het gebruik van 2 MW-types volstaan deze 3 locaties voor de elektriciteitsproductie van de hele gemeente Lennik (1 WT van 2 MW levert per jaar 4000 MWh of genoeg voor 1000 gezinnen)
2.3 Overzicht hernieuwbaar energiepotentieel per doelgroep
2.3 Technisch potentieel per techniek
2.4 Vergelijking potentieelhuidige situatie
2.5 Evaluatie potentieel: sociaal, economisch
2.5 Evaluatie: sociaal, economisch
2.5 Evaluatie: ecologisch
2.6 Mogelijkheden energiebesparing
REG: samenaankoop dak/vloerisolatie, superisolerend glas via Kyotoproject + sensibilisatie
2 Conclusie duurzame energie in Lennik 1 Meten is weten: duurzame energie is nodig en mogelijk in Lennik, tegen 2020 voor 50 % HER + 50 % REG 2 Verschillende acties zijn aangewezen: samenaankopen, workshops, landbouwers (Kyoto-project), gemeentelijk actieplan windenergie 3 Gemeentelijk actieplan windenergie: 1 Communicatieplan 2 Aankoopplan 3 Realisatieplan Cruciaal: betrokkenheid inwoners-gemeenteontwikkelaar via coöperatieve aanpak
3 Actieplan duurzame energie in de gemeente Acties opgesplitst per doelgroep/techniek/inbreng gemeente: 1 Rationeel energiegebruik: samenaankoop bioecologisch isolatiemateriaal + workshops via Kyotoproject (energiegebruik verder naar beneden) 2 Zonnepanelen (PV en zonneboiler): samenaankoop + workshops via Kyoto-project 3 Biomassa: organisatie werking via Boerenbond, Agroaanneming, Bosgroep (Kyotoproject) 4 Windenergie via gemeentelijk actieplan
3.1 Actieplan windenergie door de gemeente Lennik 1 Steun verwerven bij bevolking
2 Controle over project verwerven (aankoop gronden)
3 Controle over project behouden (opstellen lastenboek met belangrijkste voorwaarde voor gunning coöperatieve aanpak, deelname in lokale coöperatieve)
3.1 Welke aanpak windenergie? Hoe windenergie best benaderen? Landscape Capacity and Social Attitudes towards Wind energy Parks in Belgium (LACSAWEP, KU Leuven): = lokalisatie + participatie 1 Politiek: bottom-up, niet alleen informatie, consultatie maar ook samenwerking in planning (vermijden ongerustheid negatieve invloeden) 2 Sociaal: = lokalisatie, niet buitenstaanderontwikkelaar maar project gemeenschap/gemeente 3 Economisch: aandeelhouderschap buurt, rechtstreekse afname elektriciteit
3.1.1 Steun verwerven bij bevolking: eerlijke communicatie 1 Voorstelling op gemeentelijke milieuraad, GECORO, open milieuraad, schepencollege, + schepencollege Gooik, wandeling langs locaties 2 Bespreking haalbaarheid stappenplan met Vlaams Energieagentschap, Stedenbouw Vlaams Gewest, Ruimtelijke ordening Vlaams-Brabant 3 Acties naar buurt gericht: presentaties voor omwonenden, contact op gemeentehuis, bezoek aan projecten te Eeklo en te Diksmuide (Beau Vent), informatiebrochure
3.1.2
Controle over project verwerven
Aankopen gronden locaties in eigendom van openbare instellingen (OCMW, kerkfabriek) Voordelen: 1 Volledige controle over ontwikkeling project (projectontwikkelaar, aanpak, verdeling van opbrengsten) 2 Indien niet-gemeentelijke projectontwikkelaar, jaarlijkse vergoedingen voor gebruik gemeentelijke gronden naar gemeente (geen privé recht van opstal) + uitvoeren impactanalyse voor evaluatie impact bij verschillende vermogens en hoogten en keuze
3.1.3
Controle over project behouden
1 Opstellen lastenboek ter ontwikkeling windenergie op gemeentelijke locaties 2 Belangrijkste voorwaarden bij gunning project: 1 Communicatie (individueel) 2 Financiële participatie via aandeelhouderschap met prioriteit voor inwoners gemeente 3 Participatie van inwoners via elektriciteitslevering 4 Participatie van inwoners in bestuur coöperatieve via aandeelhouderschap 3 Eventuele deelname in lokale coöperatieve
Conclusie duurzame energie Lennik 1 Energie heeft steeds grotere invloed op gezinnen Lennik: 1 Energiekosten: 5 193 420 € (1 885 400 € elektriciteit) (1500-1800 €/gezin.j, 2400 € in 07/2008) 2 CO2-uitstoot: 27 670 ton CO2 (3,2 ton/inwoner, 25 %) 2 Groot potentieel duurzame energie: 50 % HER + 50 % REG 3 Groot potentieel energieopwekking windenergie: 3 windturbines = 3000 gezinnen = elektriciteit heel Lennik, 72 % totaal potentieel HER 4 Groot potentieel CO2-besparing windenergie: nu = 960 kg CO2/inwoner.j (8 % 12,4 ton CO2), wind = 14 kg CO2/inwoner.j (- 7,9 % op 12,4 ton CO2) 5 Gemeente als hoeder sociaal aspect duurzame energie