Zeven redenen om te lanterfanten. Terug van vakantie, er weer dubbelhard tegenaan. Regelen, plannen, evalueren, reorganiseren, optimaliseren... Even was er rust, een paar weken kon je ‘lekker niks doen’. Maar het lijkt wel alsof dat niksdoen één groot doel had: meteen daarna nog harder nog meer doen. Waarom moet alles steeds maar beter, sneller, gestroomlijnder? Door Reinier Sonneveld
Wie deze vakantie met het vliegtuig terugkwam van de vakantiebestemming, zal minstens één ding zijn opgevallen. Je steeg op, keek naar beneden en zag een chaos. Je landde in Nederland, keek naar beneden en zag een uiterst nauwgezet vakjespatroon. Nederland is het land van de opperste ordening. De kadasters hebben elke VINEX-struik gearchiveerd, over elke komma op de 2in1-shampoo-verpakking (nu met handgrepen) is vergaderd, groen glas in de groene glasbak, bruin glas in de bruine, evaluatievergaderingen, time management, clean desk policy, ultra-dit, mega-dat, targets... Alles heeft zijn nut, alles zijn plekje, alles is doelgericht. Want alles kan sneller, beter, hoger, meer. Net terug van vakantie en meteen weer mee in de stroom. Nauwelijks tijd om met heimwee terug te kijken aan die heerlijke vakantieweken. In het begin van de vakantie zat het nog in je lijf: meer, meer, meer. Je wilde efficiënt vakantievieren, je wilde nu eindelijk eens optimaal genieten... Maar later in de vakantie werd je waarschijnlijk rustiger. Je ontdekte het genot van het nutteloze. Hier 7 redenen om te blijven hangen, lummelen en dralen.
1. Inspiratie komt in de vergeten momenten In 2002 gaf 29 % van de Nederlandse bevolking aan onder ‘hoge tijdsdruk’ te moeten werken, 41 % moest in een ‘hoog tempo’ werken. Gezien onze welvaart zijn dit wonderlijk extreme cijfers. Stress kost Nederland elk jaar tegen de 3 miljard euro. Nog even en klachten als gevolg van hoge werkdruk zijn volkskwaal nummer 1. Prof. Philippe Corten, verbonden aan de universiteit van Brussel, studeerde jaren op het onderwerp stress en meent dat stress van alle tijden is. Maar er is tegenwoordig wel een extra factor: ,,De hele organisatie van onze huidige samenleving en het idee dat men het ‘nuttige’ tijdsgebruik moet maximaliseren, waarbij het idee zit dat er geen dode tijd mag zijn. Zich ontspannen wordt als verloren tijd beschouwd ofwel moet zeer afgemeten, gechronometreerd zijn’’. We hebben en masse het idee gekregen dat alles een functie moet hebben, dat elk stukje tijd nuttig moet zijn. Maar sommige dingen lijken allergisch voor nut en verschijnen pas op momenten die nutteloos lijken. Zo heeft schrijver Harry Mulish zijn beste ideeën als hij onder de douche staat. En schrijfster Renate Dorrestein verklaart: ,,Als inspiratie één kenmerk heeft, dan is het nu juist dat zij niet te halen valt. Inspiratie is niet iets waar je met een vlindernetje achteraan holt om het te bergen in een glazen pot’’. Iets als inspiratie is nauwelijks te ‘pushen’ of te stimuleren, er zijn geen trucjes voor. Sterker nog, als je inspiratie doelgericht najaagt, blijft het weg.
2. Verrassingen komen bij ‘slechte’ organisatie Adrian Verbree is predikant en een van de velen die een zogeheten burnout kreeg. Hij was volkomen opgebrand. In zijn boekje Eclips vertelt hij hoe efficiënt hij kon werken. Hij droeg een opvallend grote agenda bij zich waar hij elk stukje tijd in noteerde: ‘Zelfs mijn ontspanning is gepland: als ik nu direct wegga, kan ik nog drie kwartier vissen...’. Daarachter zat een onvermoeibare controledrang: ‘Ik kan er niet tegen wanneer ik mijn grip op de dingen verlies. Ik heb altijd alles onder controle’. En zelfs in zijn proces van herstel maakte hij nog vaak dezelfde fout: ‘U pakt uw genezing aan als een project’, verwijt zijn psycholoog hem. ‘Met dezelfde gedrevenheid en snelheid waarmee u zoveel in uw leven hebt aangevat, zo zit u ook hier. Zo werkt het niet. Een tijdschema is onzin.’ In de verhalen van burnout gebeurt uitvergroot waar veel meer mensen onder lijden: controledrang en overorganisatie. In Nederland weet je dat je bus om 14.51 komt. Dus je vertrekt om 14.46 van huis, het is 3 minuten lopen, je hebt 2 minuten speling en daar is de bus. We kijken strak voor ons uit, hebben geen ruimte in ons hoofd voor een kletspraatje, en we zuchten als de bus een paar minuten vertraging heeft. Maar dan een land als Nicaragua. Daar weet je dat de bus 2 uur te laat kan vertrekken, maar ook 2 uur te vroeg. Dus kom je ergens ‘s ochtends aan kuieren, je vraagt iemand of de bus al vertrokken is, nee, oh, waar moet je naartoe, waar kom je vandaan... En je hebt weer een kennis erbij en hoort de prachtigste verhalen. Juist omdat het slecht werkt, werkt het. García Márquez schreef: ‘Span je niet zo in, de beste dingen gebeuren wanneer je ze het minst verwacht’. Als Fleming wat zorgvuldiger met zijn petrischaaltjes was omgesprongen, zaten we nu zonder penicilline.
3. Grote beslissingen laten zich niet efficiënt nemen Hoe langer de wijn staat, hoe beter die wordt. Rijping komt met de jaren. Professor Koen Raes is rechtsfilosoof in Gent en werd uiterst kritisch op onze westerse cultuur: ,,We wensen dat handelingen en toestellen hun nuttigheid bewijzen en wat dat niet kan, wordt overboord gegooid. Nochtans leiden nuttigheidsvragen zelden tot definitieve antwoorden. Zij stoppen meestal bij een heel rechtstreekse nuttigheid. De nuttigheidsvraag ontwijkt zelfs die fundamentele vraag: we worden overrompeld door dermate talrijke kleine nuttigheidsoverwegingen, dat de globale vraag naar het waarom en waartoe van alles zelden wordt gesteld, laat staan beantwoord.’’ Efficiëntie en doelmatigheid hebben zeggingskracht over de details, maar zijn krachteloos als het gaat om de grote vragen. Dat is ook precies het onbehagen dat je voelt bij een christelijk boekje als Het 60-minuten huwelijk. Rob Parsons schreef het met als ‘lokkende’ slogan: ‘Eén uur om je huwelijk diepgaand te vernieuwen...’. Welja, eventjes huplakee in een uurtje een heel huwelijk doornemen en ook nog eens ‘diepgaand vernieuwen’! Wie efficiënt wil leven, zal niet aan de grote vragen toekomen. Wie met een microscoop een olifant wil bestuderen, zal er weinig van snappen. Maar als je even, vermoeid waarschijnlijk, van je microscoop opkijkt, dán gebeurt er iets... Hoeveel besluiten tot een huwelijksaanzoek zullen zijn genomen juist in de file of in de wachtrij?
4. Een geduldig mens is een rijker mens Cliff Powell en Graham Barker schreven het boekje Druk, druk, druk! over ‘christelijk stress management’ en constateren dat een jachtig mens vaak een geestelijk onvolwassen mens
is: ‘Een dieperliggend probleem is dat stress-verhogende zaken voorzien in onbewuste behoeften. We laten onszelf vaak overbelast maken omdat het voorziet in een innerlijk behoefte’. Zij plaatsen deze onvolwassenheid in een voortdurend gevoel van tekortschieten: ‘Het volwassen individu echter ervaart niet de druk dat hij zich aan andere móet vasthouden en aan hun verwachten voldoen.’ Adrian Verbree peilt ook iets dergelijks in hemzelf: steeds was hij druk, maar ,,niet per se uit liefde voor het werk, niet uit hobbyisme, maar uit schuldgevoel’’. De christelijke filosoof Blaise Pascal (1623-1662) ontwikkelde beroemde ideeën over de ‘verstrooiing’ die mensen zoeken. Mensen kunnen hun sterfelijkheid niet aan en vluchten in verstrooiende activiteiten: ‘We streven naar een rustig leven door te strijden tegen het een of ander dat dit in de weg staat, en als we het uit de weg geruimd hebben wordt de rust ondraaglijk. We moeten daaraan ontsnappen en kunnen niet anders dan om drukte smeken’. Altijd willen we volledig door iets in beslag worden genomen, anders gaat de rotzooi in onszelf sarren. In de Middeleeuwen was traagheid een van de zeven hoofdzonden. Maar hier werd niet ‘relaxen’ mee bedoeld, maar verwaarlozing van je geestelijke kracht, aandachtsverslapping. Juist het huidige druk-druk-druk lijkt dus een vorm van die oude hoofdzonde traagheid, een vlucht voor je innerlijke chaos. Jos Douma (zie kader) vond bij zichzelf een dergelijke angst voor stilte: binnen is het zo onrustig. Maar wie het lukt door die angsten heen te breken en echt tijd voor zichzelf te nemen, zal een voller mens worden, met een dieper contact met zichzelf en... met God.
5. God schiep de zevende dag Christenen lijken wel extra bedreven in doelgericht denken, en zeker calvinisten heten een ijverig volkje. Socioloog Max Weber ontwikkelde vanuit deze constatering zelfs zijn beroemde Weber-these: de calvinistische vlijt zou een van de hoofdoorzaken zijn van het ontstaan van het westerse kapitalisme. Stel dat deze these klopt, dan heeft toch iemand de Bijbel verkeerd begrepen. Want de Bijbel zelf neemt alle tijd: 1000 bladzijden en nota bene viermaal een Evangelie. Dat had efficiënter gekund. Maar dat gebeurde nu net niet. Cliff Powell en Graham Barker wijzen op de houding van Jezus Christus zelf. Hij wacht dertig jaar eer Hij met Zijn openbaar optreden begint. Hij blijkt te weten dat Hij een ‘vraatzuchtig’ mens werd genoemd, toch staat Hij direct erna toe dat een vrouw een klein fortuin aan mirre over Zijn voeten giet (Lucas 7). Nutteloze verkwisting. Jezus kende Zijn prioriteiten, Hij kon mensenmassa’s achterlaten (Mattheüs 8) en genas niet alle mensen in Israël: Hij moet langs de verlamde man bij de tempel zijn gelopen die later door Petrus werd genezen (Handelingen 3). Voelen we ons deserteurs van de schepping als we rusten? Is rusten decadent? Rust hoort bij het werk als de oogleden bij de ogen. Zelfs God doet het als Hij de zevende dag schept. ‘Ga tot de mier, gij luiaard’, sprak Salomo (Spreuken 6). Maar als Salomo de huidige mier-mensen had gezien, had hij ongetwijfeld geschrokken gesproken: ‘Ga tot de luie varkens, gij streber!’ Je kunt de tijd doden zonder de eeuwigheid te verwonden. Aan de bodem van ons gestress treffen we waarschijnlijk weer de aloude zelfoverschatting aan, de oerzonde: hoogmoed. Juist het overmatige schuldgevoel van jachtige mensen wijst hierop: wie denken we wel dat we zijn, dat we geen nee kunnen zeggen, dat we dus alles maar tot onze verantwoordelijkheid en gebied menen te kunnen rekenen? Jachtigheid wijst op een
gebrek aan realiteitszin. Wie vandaag God nog kent, zal ook eerder zijn plek en capaciteiten beseffen.
6. Schoonheid is niet nuttig De Gentse kardinaal Godfried Danneels is uiterst kritisch over ons westerse tijdsbegrip: ,,Snelheid is de oorzaak van veel ongevallen in het leven en de liefde. Geduld gunt aan de tijd zijn kansen opdat mensen en dingen kunnen rijpen. Ongeduldig zijn is vergeten dat alles ergens ‘geboren’ moet worden en dat alles gedragen moet worden en uitgedragen als een ongeboren vrucht’’. De term quality time burgert steeds meer in en bederft alles waar de liefde over gaat: liefde valt niet efficiënt te beleven, liefde wil zich niet laten plannen. Liefde wil juist alle agenda’s in de war schoppen en uitzinnig nutteloos zijn. Net als de schoonheid. John Ruskin sprak: ,,Bedenk dat de schoonste dingen op aarde de meest nutteloze zijn: pauwen en lelies bijvoorbeeld’’. Of neem sport. Christelijk filosoof C.E. Evink ziet wel allerlei functies van sporten: voor je gezondheid, voor sociale contacten, maar: ,,De belangrijkste reden om voor sport te kiezen, ligt in de sport zelf. Mensen doen sport omdat het leuk is. Slechts in tweede instantie kan sport functioneel zijn voor een bepaald doel. Het is zelfs essentieel voor sport dat het bijzaak is. Wanneer men sport dienstbaar wil maken aan een hoger doel, zou dat wel eens ten koste kunnen gaan van de sport zelf’’. Alle grote dingen van het leven onttrekken zich aan planning en beheersing. Kardinaal Danneels: ,,Niets behoort ons toe, ook de tijd niet. Alles is ons gegeven. De christen gaat de tijd niet te lijf als een veroveraar, maar hij beschouwt de tijd als een gave’’. Wie niet snapt wat genade is, zal als een razende proberen ook de liefde en de schoonheid te plannen en te beheersen. Maar doelgerichte kunst is vaak kitsch, en ‘efficiënte’ verwondering is een kick.
7. Genieten kan niet doelgericht In de strip Casper & Hobbes klaagt Casper: ‘Het is zondag en ik heb nog maar een paar uur vrijheid voor ik weer naar school moet. In tussentijd moet ik alle mogelijk lol persen uit elke minuut. Ik wil geen seconde vrijheid verspillen, ik wil elk moment kunnen zeggen: ik heb de tijd van mijn leven!’ Hobbes: ‘Ik wist niet dat lol zoveel werk betekende’. Casper: ‘Wel als je je er serieus aan zet. Dan is er geen lol meer aan’. Waarom moeten we zelfs als we niets doen, toch nog iets doen (vissen, kanoën, zonnen, lezen)? Om een waan van nut te koesteren? We ontspannen niet zomaar, we ontspannen ergens óm. We ontspannen om weer fris te kunnen werken. En vervolgens werken we hard om langer te kunnen ontspannen... Je zou bijna vergeten hoeveel we in het Westen ook aan dat harde werken, al die plannen en doelen te danken hebben. Want efficiëntie op zich is geweldig. Als het zich maar op zijn plek houdt en afblijft van de kerndingen van het leven. Want de dingen waar het om draait in het leven, stikken in planmatigheid. De Noorse filosoof Jon Elster stelt dat geluk altijd een ‘bijproduct’ is. Gelukkig ben je immers, wanneer je erin slaagt andere doeleinden te bereiken: omdat je een moeilijke opdracht hebt overwonnen, omdat je relatie slaagt, omdat je schoonheid hebt ervaren. Geluk zelf is niet doelgericht te verwerkelijken.
Geluk overkomt je, als bij toeval. Ga met je kinderen naar Artis en leg je toe op een dagjehelemaal-zonder-gezanik. Ga naar het Rijksmuseum en probeer nu eens echt-helemaalte-genieten. Het lukt niet - juist omdat je het per se wil. Zijn we in het Westen zó erg naar geluk gaan streven, dat ons streven zelf ons ongelukkig maakt? Lijken we op die wielrenner die zo hard de finish overschoot, dat hij de beker kapot reed? Lang leve het lanterfanten. Dichter Gerrit Komrij verzuchtte: ,,Alle ellende in de wereld komt voort uit het feit dat iemand niet gewoon met z’n armen over elkaar kan blijven zitten’’. Een anekdote uit Afrika vertelt hoe de zwarte dragers van een ontdekkingsreiziger na enkele dagen opgejaagde mars weigerden nog verder te gaan, ondanks de belofte van hoge beloningen. Ze verklaarden dat ze zo snel waren gegaan dat ze hun ziel ergens achtergelaten hadden. Nu moesten ze wachten tot hun ziel hen weer had ingehaald. www.lanterfanten.nl