WORKSHOPFICHE
Lego Lingua
Deze workshopfiche geeft begeleiders de kans om meer te halen uit de spelletjes van Lego Lingua. We geven enkele tips om talensensibiliserend aan de slag te gaan en thuis- en andere talen maximaal aan te spreken. In deze workshop komen de spelletjes Lingo Bingo en Papesnello aan bod. De workshop duurt ongeveer 2u. Het is interessant om bij de start van de workshop na te gaan welke talen de kinderen uit de groep spreken. De begeleider kan daarvan een demonstratie vragen en vragen met wie de kinderen die taal spreken. Inhoud
De workshop bestaat uit: • Spel 1: Lingo Bingo • Spel 2: Papesnello • Uitbreiding
Doelstellingen
• De kinderen kunnen aspecten van het dagelijks leven in een land van een ander cultuurgebied vergelijken met het eigen leven (dieren, voertuigen, groenten en fruit , kledij en geschriften). • De kinderen kunnen de relatie beschrijven tussen de omgeving en aspecten van het dagelijks leven van de mensen. • De kinderen zijn bereid om vanuit een concrete context te reflecteren over het klankniveau van taal. • De kinderen passen de afgesproken spelregels toe en aanvaarden de sancties bij overtredingen.
Benodigde materialen
Spelmateriaal voor Lingo Bingo • grote prenten • 25 bingokaarten • audio-CD + CD-speler • jetons voor elke leerling • CD-lijst voor de begeleider Spelmateriaal voor Papesnello • 86 spelkaarten: 4 letters/tekens in 4 verschillende kleuren van 5 verschillende geschriften: Arabisch, Hebreeuws, Latijns, hiërogliefen en morsecodes) en 6 actiekaarten. • totem (papegaai) Spelmateriaal voor Kraak de code • Pen en papier • Schat • Voorbeelden van geheimschriften
Workshopfiche LINGO BINGO en Papesnello uit Lego Lingua, meertalige spellenbox © Integratiecentrum Foyer
1
WORKSHOPFICHE
Lego Lingua
30 minuten
Spelvoorbereiding
De begeleider zorgt vooraf voor onderstaande zaken: • CD-speler klaar zetten • Het lokaal schikken (in groepjes van 4 tot 6 personen) De begeleider heeft grote prenten (hond, broek, muts, ...) meegebracht en stelt hier enkele vragen over. Richtvragen: • Wat zie je? • Kan er iemand dit benoemen in een andere taal? Elke speler krijgt een bingo-kaart en 15 jetons. Lingo Bingo gaat over 4 thema’s: groenten en fruit, vervoersmiddelen, dieren en kledij. Het spel wordt gespeeld met 90 woorden. De woorden zijn in een tiental talen te horen op de audio-CD. Op de spelkaarten worden de woorden visueel voorgesteld en onder elke tekening staat het woord in de taal zoals die te horen is op de audio-CD. Het zijn allemaal talen met een Latijns schriftbeeld. De talen die voorkomen op de audio-CD zijn Engels, Roemeens, Nederlands, Spaans, Catalaans, Kreools, Italiaans, Turks, Fins, Afrikaans en Portugees. De woorden die voorkomen zijn doelbewust woorden uit verschillende culturen. Bijvoorbeeld bij dieren zal het niet alleen gaan over honden, koeien en katten (dieren die we in België vaak zien) maar ook over dieren uit andere culturen: kamelen, salamanders,…
Doel
Om ter snelst een verticale, horizontale lijn of de volledige kaart markeren (volgens afspraak).
Korte speluitleg
De begeleider spreekt af wanneer er sprake is van ‘Lingo Bingo’. De eerste ronde wordt er gespeeld voor een verticale lijn. Diegene die als eerste een verticale lijn gemarkeerd heeft door op elke tekening van die lijn een jeton te leggen, roept ‘Lingo Bingo’ en wint de ronde. De begeleider laat telkens een woord van de audio-CD horen. Heeft een speler dit woord op zijn bingokaart staan, dan legt de speler een jeton op dat woord. Wanneer er een eerste winnaar gekend is, wordt er met dezelfde gemarkeerde kaarten verder gespeeld voor een gemarkeerde horizontale lijn en vervolgens een gemarkeerde volle kaart.
Workshopfiche LINGO BINGO en Papesnello uit Lego Lingua, meertalige spellenbox © Integratiecentrum Foyer
2
WORKSHOPFICHE
Lego Lingua
Belangrijk om weten
Extra taken spelleider • De begeleider duidt op de CD-lijst (deze kan je downloaden op http://www.foyer.be/legolingua) aan welke woorden reeds aan bod kwamen. Zo kan hij controleren of de woorden die gemarkeerd zijn wel degelijk aan bod gekomen zijn. • De spelleider kan er voor kiezen de tracks van de CD telkens éénmaal te herhalen. • Telkens het spel gespeeld wordt, kan de spelleider op de CD-speler kiezen voor ‘shuffle’. Dan worden tijdens elk spel de woorden in andere volgorde afgespeeld.
Nabespreking
De begeleider vraagt : • Welke talen hoorde je tijdens het spel? • Heb je al deze objecten al in België gezien? Welke wel? Welke niet? • Hoe zou het komen dat sommige groenten hier niet groeien maar in andere landen wel? • Hoe zou het komen dat sommige dieren hier niet leven maar in andere landen wel? • Welke woorden kon je gemakkelijk verstaan? Waarom (niet)? • Welke woorden kon je moeilijk verstaan? Waarom (niet)? • Wat vond je leuk aan het spel? • Wat vond je niet leuk aan het spel?
Workshopfiche LINGO BINGO en Papesnello uit Lego Lingua, meertalige spellenbox © Integratiecentrum Foyer
3
WORKSHOPFICHE
Lego Lingua
40 minuten
Spelvoorbereiding
De begeleider vertelt de kinderen hoe het spel ‘Papesnello’ in elkaar zit. De begeleider laat een groepje kinderen het spel traag en volledig begeleid spelen. De andere kinderen kijken eventjes toe. De begeleider legt het spel eerst uit zonder de ‘speciale kaarten’, deze worden later uitgelegd. De 80 symboolkaarten bestaan uit verschillende letters uit 3 verschillende geschriften: hiërogliefen, Arabisch, Hebreeuws en een communicatiecode, namelijk de morsecode. Aan het begin worden de kaartjes gelijk verdeeld over alle spelers en legt iedere speler een gedekte stapel voor zich neer. De houten totem wordt in het midden van de tafel geplaatst, waarna het spel kan beginnen. Het is de bedoeling om als eerste alle kaarten kwijt te raken. De spelers draaien om de beurt en klokgewijs één kaartje om (start met de achterste rechter- of linkerhoek van de kaart en draai de kaart van je weg) en leggen deze open op hun eigen aflegstapel (net voor de gedekte stapel kaarten). Zodra twee spelers hetzelfde symbool hebben omgedraaid, moeten zij zo snel mogelijk de totem grijpen. Daarbij moet je dezelfde hand gebruiken waarmee je de kaartjes omdraait. Degene die de totem als eerste pakt, wint. De verliezer moet beide aflegstapels (van winnaar en verliezer) onder zijn voorraad gedekte kaarten leggen. Je bent helemaal de sigaar als je ten onrechte de totem grijpt. Dan moet je de aflegstapels van alle spelers aan jouw gedekte stapel toevoegen.
Doel:
Degene die als eerste alle kaarten kwijtraakt, wint het spel.
Belangrijk om weten
• Wanneer meerdere personen tegelijkertijd de totem te pakken hebben, dan is degene met de meeste vingers rond de totem de duelwinnaar. Heeft iedereen evenveel vingers rond de totem, dan is de winnaar degene die de totem op het laagste punt vasthoudt. • De speler die ten onrechte de totem pakt en de speler die de totem laat vallen of omgooit, wordt gestraft. Hij moet alle openliggende kaarten onderaan zijn stapel met gedekte kaarten leggen. De begeleider verdeelt de groep in groepen van minimaal 4 en maximaal 10 spelers. De begeleider laat alle kinderen eerst spelen zonder de speciale kaarten. De begeleider kijkt rond en helpt waar nodig. Als de kinderen het basisspel begrijpen dan legt de begeleider het spel stil en komen ze terug rond het instructiegroepje staan. De begeleider legt de speciale actiekaarten uit en laat de kinderen telkens luidop herhalen wat deze kaarten exact willen zeggen.
Workshopfiche LINGO BINGO en Papesnello uit Lego Lingua, meertalige spellenbox © Integratiecentrum Foyer
4
WORKSHOPFICHE
Lego Lingua
Speciale actiekaarten
• Bij de kaart “totem in de bek van de papegaai” proberen alle spelers om ter snelst de totem te grijpen. De snelste speler legt zijn aflegstapel omgedraaid onder de totem. Dit is een “bonuspot” voor de volgende verliezer. Deze neemt dan de kaarten van zichzelf en zijn medespeler(s) en de bonuspot samen.
• Bij de kaart “pijlen rond de papegaai” moet iedereen tegelijk rechtstaan, zijn kaarten laten liggen en zo snel mogelijk op een andere stoel gaan zitten. Bekijk dus de stapels van de andere spelers en probeer te gaan zitten bij een kleine stapel. Het spel kan weer helemaal anders zijn. Iemand die bijna uitgespeeld is, heeft nu misschien zelfs de meeste kaarten en omgekeerd. De beurt gaat gewoon terug verder als alle spelers terug zitten. De speler die vervolgens aan de beurt is, is de persoon die nu na de speciale kaart volgt. • Bij de kaart “gekleurde pijlen” veranderen de regels. Vanaf nu draait het om identieke kleuren in plaats van symbolen. Deze kaart telt niet direct, dit wil zeggen dat het kan zijn dat dezelfde kleuren al op de tafel liggen. We beginnen dus pas te spelen vanaf het moment dat de volgende kaart gelegd wordt. Als de kleur van die nieuwe kaart hetzelfde is als een kleur die al op tafel ligt, mag je naar de totem grijpen. De werking van deze kaart vervalt van zodra er een andere actie volgt. Dat wil zeggen: zodra de totem valt of opgepakt wordt of wanneer een andere kaart met gekleurde pijlen gelegd wordt. We kijken dan terug naar dezelfde symbolen.
Belangrijk om weten
• Bij de kaart ‘gekleurde pijlen’ kan het zijn dat meer dan 2 spelers de totem op hetzelfde moment mogen grijpen. De winnaar verdeelt hier zijn kaarten (+ eventueel die van de pot) onder alle verliezers. • Is de laatste kaart van een speler een speciale kaart, dan kan het gebeuren dat je niet kan uitspelen • Bijv. de laatste kaart is een ‘totem in de bek-kaart’, als je dan de totem niet zelf kan grijpen, moet je alle afgelegde kaarten van alle spelers nemen en opnieuw spelen. • Misschien is de laatste kaart de ‘pijlen rond de papegaai’-kaart en jij gaat aan deze enige kaart zitten of je trekt de ‘gekleurde pijlen’-kaart. Deze speciale kaarten leg je dan onder de totem als bonuspot voor de volgende verliezer. Als dit je enige kaart was, dan ben je uitgespeeld en heb je gewonnen. Anders speel je verder met je afgelegde stapel kaarten tot die ook weg zijn.
Workshopfiche LINGO BINGO en Papesnello uit Lego Lingua, meertalige spellenbox © Integratiecentrum Foyer
5
WORKSHOPFICHE
Lego Lingua
Nabespreking
De begeleider stelt enkele richtvragen: • Welke schriften/tekens zag je in het spel? • Hoe spreek je die tekens uit? • Wat vond je leuk aan het spel? • Wat vond je niet leuk aan het spel? • Wat was er moeilijk aan het spel?
Workshopfiche LINGO BINGO en Papesnello uit Lego Lingua, meertalige spellenbox © Integratiecentrum Foyer
6
WORKSHOPFICHE
Lego Lingua
Uitbreiding Kraak de code De kinderen worden in 4 groepen verdeeld. Ieder groepje krijgt een schat die ze mogen verstoppen. Vervolgens mogen ze een tekstje schrijven waarmee de andere groepjes de schat kunnen terugvinden. Dit tekstje gaan ze omzetten in geheimschrift. De kinderen kunnen daarbij zelf een geheimschrift ontwikkelen of kunnen een schrift gebruiken dat de begeleider voor hen meebracht. Voor inspiratie: morsecode of Hebreeuws uit Papesnello of google afbeeldingen, zoekterm: geheimschrift. De geheime teksten met de ontcijfersleutel worden doorgeven aan een ander groepje. Elk groepje tracht het schrift zo snel mogelijk te ontcijferen en gaat op zoek naar de schat. Talen visualiseren De begeleider vindt in de spellendoos van Lego Lingua een poster om de meertaligheid van de groep in kaart te brengen. De begeleider kan deze poster daarna ophangen op een zichtbare plaats. Extra posters zijn te verkrijgen bij Jeugd & Vrede:
[email protected] Eindtermen voor de basisschool • LO 1.17, 1.20bis • WO 6.8, 6.9 • Ned 6.3, 6.5
Workshopfiche LINGO BINGO en Papesnello uit Lego Lingua, meertalige spellenbox © Integratiecentrum Foyer
7