Wmo-informatieblad 1
Hulp in de huishouding Als je een hulp in kunt huren om het huishouden voor je te doen, dan is dat fijn. Vooral als je het druk hebt met werk of andere zaken en het daarom niet zelf kunt doen. Maar dat is een keuze. Wat te doen als je het huishoudelijk werk niet meer kúnt doen, omdat je pijn hebt of omdat je op een andere manier beperkt bent in je mogelijkheden? Dan is huishoudelijke hulp geen keuze, maar een noodzaak. Dan ben je afhankelijk van de hulp van anderen en dat is een groot verschil. Bij het toekennen van hulp in de huishouding wordt onderscheid gemaakt tussen het alleen uitvoeren van huishoudelijk werk (HH 1) en huishoudelijk werk met tegelijk ondersteuning, bijvoorbeeld het plannen en organiseren van een huishouding (HH 2).
advies aan de gemeente en als de gemeente dat advies overneemt, heeft u een zogeheten indicatie voor hulp in de huishouding. In het algemeen geldt dat u deze indicatie krijgt, wanneer u zelf niet (meer) tot bepaalde huishoudelijke taken in staat bent én wanneer er geen of niet genoeg mensen in uw omgeving zijn die u daarbij kunnen helpen. Hulp in de huishouding komt pas in beeld als uw huisgenoot of huisgenoten de noodzakelijke zorg niet op een verantwoorde manier kunnen bieden of daar te zwaar door worden belast.
Voor wie? Door de Wmo is de gemeente nu verantwoordelijk voor het verlenen van hulp in de huishouding aan mensen die het zelf niet (meer) kunnen. Wanneer krijgt u van de gemeente huishoudelijke hulp? Iedereen en elke situatie is anders. Daarom zal de Wmo-consulent van de gemeente ervoor zorgen dat deze vraag in uw persoonlijke geval een antwoord krijgt. De gemeente laat door een deskundige bekijken of u hulp nodig hebt en waaruit die hulp moet bestaan. Die deskundige geeft
Persoonsgebonden budget De gemeente regelt de hulp in de huishouding voor u, op basis van de keuze die u voor een bepaalde zorgleverancier heeft gemaakt. Deze werkwijze wordt wel ‘in natura’ genoemd. Wilt u nog meer ‘eigen baas’ zijn en alles zelf regelen, dan kunt u ook een persoonsgebonden budget van de gemeente ontvangen, waarmee u zelf uw hulp inkoopt. Met dat geld kunt u bijvoorbeeld ook een vertrouwde kennis die u al in het huishouden helpt, een vergoeding geven. Dat lijkt makkelijk, maar bedenk wel dat u op deze manier ‘werkgever’ wordt, met alles wat daarbij hoort. U kunt uitgebreider over de keuze tussen in natura en persoonsgebonden budget lezen op informatieblad 6.
Wie levert de hulp? Wie een indicatie heeft gekregen voor hulp in de huishouding, bepaalt zelf welke organisatie (zorgaanbieder) deze hulp gaat geven. De Zeeuwse gemeenten kopen de huishoudelijke hulp gezamenlijk in en u kunt kiezen uit veertien zorgaanbieders, met wie de gemeente een overeenkomst heeft gesloten. Als u al hulp heeft, hoeft u niet van zorgaanbieder te veranderen, maar dit kan wel. De gemeente regelt de hulp voor u. U hoeft dus zelf geen contact op te nemen met de zorgaanbieder die u kiest.
• Agathos Thuiszorg • Allévo • Curadomi • NedZorg • Stichting Ouderenzorg Kapelle • PrivaZorg • RST Zorgverleners • SVRZ
Dit zijn op alfabetische volgorde de zorgaanbieders waaruit u kunt kiezen:
Meer informatie over deze leveranciers is te vinden in de folder ‘14 zorginstanties naar keuze’, verkrijgbaar bij het Wmo-loket.
• S tichting Thuiszorg Nederland • Thuiszorg Ter Weel • Stichting Werkt voor Ouderen • Zorgcentrum De Schutse • Zorgstroom • Stichting Zorgverlening van de Gereformeerde Gemeenten
Rolstoel Een rolstoel is een handig hulpmiddel voor mensen die slecht ter been zijn om er zich in en om het huis mee te verplaatsen. Het zijn wel kostbare dingen, die niet voor iedereen betaalbaar zijn. Daarom regelt de Wmo dat u toch over een rolstoel kunt beschikken, zodat u zo lang mogelijk zelfstandig kunt wonen. Welke rolstoelen? Rolstoelen zijn er in heel wat soorten en maten: de handbewogen (duw-)rolstoel, de elektrische binnen- of buitenrolstoel, de kinderrolstoel enzovoort. Ook zijn er sportrolstoelen voor de sportbeoefenaar met beperkingen. Uw rolstoel wordt zonodig aangepast aan uw beperking of lichaamsbouw. Voor wie? Woont u zelfstandig? Of heeft u een gehandicapt kind? Kunt door een langdurige beperking of ziekte zich niet makkelijk verplaatsen? Dan kunt u of uw kind in aanmerking komen voor een rolstoel van de gemeente. Bewoners van verzor-
Uitleenservice Iedereen die in Nederland woont of werkt en verzekerd is in het kader van de AWBZ kan hulpmiddelen lenen. U kunt daarbij denken aan een rolstoel, anti-decubituskussen, douche- en toiletstoel, toiletverhoger enzovoort. De uitleentermijn is zes maanden of korter. Als u verwacht het hulpmiddel na deze periode nog nodig te hebben, kunt u
Wmo-informatieblad 2
gingshuizen komen ook in aanmerking voor deze voorziening. Wilt u een sportrolstoel, dan moet u wel aantonen dat u lid bent van een sportvereniging. Deze regeling is niet bedoeld voor mensen die als gevolg van een ongeluk of operatie een tijdje niet kunnen lopen. In bruikleen of zelf kopen? De gemeente kan een rolstoel voor u regelen die u in bruikleen krijgt. U hoeft hiervoor geen eigen bijdrage te betalen. Ook betaalt u geen verzekeringskosten of onderhouds- en reparatiekosten. Die betaalt u wel bij schade door opzet of verkeerd gebruik. Wilt u zelf een rolstoel kopen, dan kunt u (behalve in de gemeente Reimerswaal) hiervoor een persoonsgebonden budget krijgen (zie ook informatieblad 6). Een deskundige stelt ook dan in opdracht van de gemeente samen met u de persoonlijke eisen vast, waaraan uw rolstoel moet voldoen. In het persoonsgebonden budget wordt ook rekening gehouden met de jaarlijkse kosten van onderhoud en reparatie.
het aanvragen bij het Wmo-loket van uw gemeente. Dus: eerst lenen, dan aanvragen als Wmo-voorziening. Voor het lenen van hulpmiddelen kunt u terecht bij Jeremiasse Care2Move, tel. (0113) 211274, of bij de uitleenservice van Allévo Zorg- en dienstverlening, tel. (0113) 249111.
Vervoer Ons dagelijks leven is ondenkbaar zonder vervoermiddel. We gaan met de auto op familiebezoek, stappen op de fiets om een boodschap en gaan met de bus naar een concert. Het is belangrijk dat ouderen en mensen met een beperking volop in de maatschappij mee kunnen doen. Maar vaak kunnen deze mensen geen of moeilijk gebruik maken van openbaar vervoer, omdat dit meestal slecht toegankelijk is. Om dit soort problemen op te lossen of in ieder geval te verminderen, regelt de Wmo andere vormen van vervoer. Er is daarbij onderscheid tussen collectief vervoer en individueel vervoer. Voor wie? Woont u zelfstandig? Heeft u problemen door een beperking? Kunt u daardoor niet naar uw familie of naar uw vereniging? Dan kunt u een Wmo-vervoervoorziening aanvragen. Voorwaarde is wel dat gebruikelijke vervoermiddelen, zoals openbaar vervoer, fiets en snorfiets, voor u niet bruikbaar zijn. Bovendien moet de beperking van langdurige aard zijn; deze regeling is niet bedoeld voor mensen die door een ongeluk of operatie een tijdje niet of minder mobiel zijn. Wanneer uw (gezamenlijk) inkomen hoger is dan anderhalf keer de bijstandsnorm, kunt u uw vervoer zelf betalen. Zowel het collectieve als het individuele vervoer is bedoeld voor het onderhouden van contacten. Het is wel mogelijk het vervoer te gebruiken voor bijvoorbeeld artsenbezoek in het
Andere vervoervoorzieningen Er bestaan ook andere Wmo-vervoervoorzieningen, zoals een scootmobiel, een driewielfiets en een tandem. U kunt deze vervoermiddelen van de gemeente in bruikleen krijgen (in natura). Voor aanschaf en onderhoud ervan kunt u ook een persoonsgebonden budget aanvragen (zie ook informatieblad 6). Ook kan uw auto aangepast worden. Voor meer informatie over deze vormen van vervoervoorziening kunt u terecht bij het Wmo-loket.
Wmo-informatieblad 3
ziekenhuis, maar dit kan alleen als het niet lukt om het vervoer via uw ziektekostenverzekering te regelen. Ook bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen kunnen voor deze Wmovoorziening in aanmerking komen. Collectief vervoer In de Oosterschelderegio kunt u met de Teletaxi Oosterschelderegio van deur tot deur reizen. Dit is collectief vervoer en dat betekent dat u met meerdere mensen tegelijkertijd reist. Hierdoor is het mogelijk om goedkoop binnen de regio van deur tot deur te reizen. U kunt hiervoor een teletaxipas bij het Wmo-loket aanvragen. Vervoer buiten de Oosterschelderegio wordt geregeld door het landelijke vervoerssysteem Valys. Hiervoor heeft u een pas nodig, die kunt aanvragen bij Valys (www.valys.nl). Een folder met aanvraagformulier is verkrijgbaar bij het Wmo-loket van de gemeente. Individueel vervoer Soms kunt u in aanmerking komen voor een individuele vervoerkostenvergoeding. Dat kan alleen op medisch advies. U bent dan niet in staat om met openbaar vervoer te reizen en het collectief vervoer lukt ook niet. Een persoonlijke vervoersvoorziening ontvangt u per kwartaal. Er wordt een vast bedrag vastgesteld. U mag helemaal zelf weten hoe u reist.
Gehandicaptenparkeerkaart Het is geen Wmo-voorziening, maar wel nuttig om hier te vermelden: de gehandicaptenparkeerkaart geeft recht om een auto te parkeren op speciaal aangewezen parkeerplaatsen. U kunt ook staan op parkeerplaatsen waar andere motorvoertuigen niet mogen parkeren. Sinds 2001 is er een nieuwe gehandicaptenkaart, die in alle landen van de Europese Gemeenschap geldig is. U kunt deze aanvragen bij de gemeente.
verhuizing of Won ingaanpassing
Wmo-informatieblad 4
Ouderen en mensen met een beperking ondervinden vaak praktische problemen in hun huis. Het gebruik van toilet, badkamer of trap kan lastig tot onmogelijk zijn. Als ze vallen, kan dat nare gevolgen hebben. Verhuizing? Als wonen in het eigen huis steeds gevaarlijker wordt, kijkt de gemeente eerst of de aanvrager misschien beter kan verhuizen naar een al aangepaste woning of naar een woning die eenvoudig aan te passen is. Is dat het geval, dan is het mogelijk dat een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt voor verhuis- en inrichtingskosten. Die krijgt u niet als deze verhuizing normaal is en niets met de beperking te maken heeft. Aanpassing Indien verhuizing niet noodzakelijk is, zijn er allerlei voorzieningen en aanpassingen mogelijk die het voor de gehandicapte of oudere mogelijk maakt zelfstandig te blijven wonen in de huidige woning. Deze aanpassingen kunnen worden aangebracht in keuken, toilet, douche of badkamer. Ook het verwijderen van drempels, het verhogen van de oprit en het aanbrengen van een traplift is mogelijk. Naast woningaanpassingen zijn ook andere woonvoorzieningen aan te vragen, zoals een toiletstoel, een patiëntenlift of rolstoelvaste vloerbedekking. Voor wie? Woont u zelfstandig? Heeft u een probleem door een beperking? Kunt u daardoor niet goed wonen in uw huis? Dan kunt u deze Wmo-voorziening aanvragen. Ook voor thuiswonende gehandicapte kinderen zijn deze voorzieningen beschikbaar. Voor uitwonende gehandicapte kinderen kan de ouderlijke woning toegankelijk worden gemaakt. In al deze gevallen geldt dat de gemeente bij de beoordeling van uw aanvraag medisch advies inwint. De adviseur bezoekt u thuis en bekijkt welke belemmeringen u ondervindt. Krijgt u de voorziening, dan stelt hij samen met u de eisen op waaraan de woningaanpassing moet voldoen. Bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen komen niet in aanmerking voor de hier genoemde voorzieningen en aanpassingen.
Kosten Samen met u bekijkt de gemeente of de bouwkundige aanpassing of de woonvoorziening (toiletstoel, lift, enz.) u in natura geleverd wordt of in de vorm van een persoonsgebonden budget (zie informatieblad 6). De gemeente betaalt in de meeste gevallen de kosten van de woningaanpassing. Alleen als uw (gezamenlijk) inkomen hoger is dan anderhalf maal de bijstandsnorm, blijft een deel van de kosten voor eigen rekening (zie ook informatieblad 5). Uiteraard worden tevoren de totale kosten en uw bijdrage berekend, zodat u weet waar u aan toe bent.
Eigen bijdrage Voor hulp in de huishouding of een andere voorziening betaalt u een eigen bijdrage. U betaalt die niet voor een rolstoel, die u in bruikleen heeft, en voor collectief vervoer. Hoeveel? De eigen bijdrage wordt berekend over een periode van vier weken; per jaar zijn er dertien perioden. De eigen bijdrage per periode van vier weken is per 1 januari 2007 minstens : • € 16,60 voor ongehuwden; • € 23,80 voor gehuwden/samenwonenden. Deze bedragen worden jaarlijks aangepast. De hoogte van uw eigen bijdrage is verder afhankelijk van uw gezinssamenstelling, leeftijd en inkomen. Op basis van uw verzamelinkomen en dat van uw eventuele partner berekent het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten te Den Haag (CAKBZ) welke bijdrage u moet betalen. U betaalt aan het CAK-BZ en niet aan de gemeente.
Wmo-informatieblad 5
Uw eigen bijdrage voor 2007 wordt berekend over uw (gezamenlijk) inkomen in 2005, zoals dat bij de Belastingdienst bekend is. Geen optelsom van bijdragen De Wmo bepaalt dat bij meer dan één voorziening niet alle eigen bijdragen bij elkaar worden opgeteld. Heeft u bijvoorbeeld huishoudelijk hulp én een woonvoorziening én een scootmobiel nodig, dan hoeft u niet driemaal de volle eigen bijdrage te betalen. Zelf berekenen Het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten (CAK) heeft een website waar u zelf uw eigen bijdrage kunt berekenen: www.cak-bz.nl. U kunt het gratis informatienummer 0800-1925 bellen; houdt uw inkomensgegevens van 2005 dan bij de hand. Ook kunt u de CAK-brochure Toelichting eigen bijdrage Wmo opvragen.
In natura of persoonsgebonden budget Wmo-informatieblad 6
Wanneer u een indicatie heeft voor een Wmo-voorziening, dan kunt u kiezen tussen twee mogelijkheden: een persoonsgebonden budget of ‘in natura’. Kiest u niet, dan wordt het in natura, waar overigens de meeste aanvragers voor kiezen. Zorg in natura Bij zorg in natura regelt de gemeente dat u de voorziening krijgt en zorgt de gemeente ook voor de betaling ervan. De Wmo-consulent betrekt u er uiteraard wel bij. U zegt zelf bij de aanvraag van hulp in de huishouding welke zorgverlener u neemt. Kiest u voor in natura, dan is dat makkelijker voor u en hoeft u nauwelijks administratie bij te houden. U krijgt een leverancier, die al heeft laten zien in prijs en kwaliteit betrouwbaar te zijn. Persoonsgebonden budget Als u voor een persoonsgebonden budget (pgb) kiest, ontvangt u geld van de gemeente om de hulp of andere voorziening zelf te regelen. Alleen voor een bouwkundige woningaanpassing en voor collectief vervoer in de regio kan geen pgb gegeven worden. In de gemeente Reimerswaal is er ook geen pgb voor rolstoelen. Vaak moet u een gedeelte van de kosten zelf betalen. Daarom wordt een pgb soms ook wel een ‘financiële tegemoetkoming’ genoemd. Kiest u voor een pgb, dan bepaalt u zelf door wie, wanneer, waar en hoe de voorziening wordt geleverd; u maakt zelf de afspraken met de leverancier. U houdt de administratie bij en betaalt de leverancier. Van uw besteding legt u verantwoording af bij de gemeente. U bent verder zelf verantwoordelijk voor mogelijk onderhoud en reparatie. Het pgb in zeven stappen 1. U vraagt hulp in de huishouding of een andere voorziening aan bij het Wmo-loket; 2. u kiest voor een pgb; 3. de gemeente stelt vast welke voorziening of hoeveel uren hulp in de huishouding u nodig heeft en kent u het pgb toe; 4. de gemeente maakt het budget aan u over; 5. u koopt en betaalt een geschikte voorziening of koopt verantwoorde hulp in; 6. u legt verantwoording af aan de gemeente; 7. u betaalt terug aan de gemeente wat u niet uitgegeven heeft.
Meer informatie over het pgb Voor meer informatie over het pgb kunt u terecht bij Per Saldo, de belangenvereniging van mensen met een persoonsgebonden budget, te Utrecht, tel. (030) 2304066, website www.pgb.nl. Ook kunt u informatie inwinnen bij het PGBservicecentrum van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) te Utrecht (tel. (030) 2648200, website www.svb.nl). Voor mensen met een lichamelijke, zintuiglijke en verstandelijke beperking en voor mensen met een chronische ziekte biedt MEE Zeeland gratis hulp, advies en ondersteuning. Als de klant erom vraagt, helpt MEE ook bij het pgb (tel. (0113) 225000, website www. meezeeland.nl).