NADERE UITLEG WET- EN REGELGEVING LEGIONELLAPREVENTIE IN DRINK- EN WARM TAPWATER
Landelijk Overlegorgaan Preventie Legionella (LOPL) Werkgroep IWR-LPD 5 maart 2013
DOELSTELLING Veel marktpartijen ervaren de wet- en regelgeving voor legionellapreventie in drink- en warm tapwater als zeer complex. Er zijn vooral veel onduidelijkheden rond: de zorgplichten, de toepassing van alternatieve beheerstechnieken, en de opsplitsing in componenten van leidingwaterinstallaties bij de risicoanalyse. Dit document is opgesteld door de werkgroep Interpretatie Wet- en Regelgeving LegionellaPreventie Drinkwater (IWR-LPD) van het Landelijk Overlegorgaan Preventie Legionella (LOPL). Met als doel duidelijkheid te verschaffen over hoe de verschillende regels op het gebied van de zorgplichten en (alternatieve) beheerstechnieken in hun samenhang uitgelegd moeten worden. En ook om helder te maken in hoeverre vergelijkbare componenten (elementen) als één component in de risicoanalyse kunnen worden aangemerkt. Dit document beperkt zich daarbij tot de artikelen in de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit en de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater, die betrekking hebben op de drie hierboven genoemde aandachtspunten. Dit document is bedoeld als basisdocument voor het schrijven van brochures voor verschillende doelgroepen.
Samenstelling werkgroep IWR-LPD: Fred Balster (LOPL - adviseur OTAL) Monique Bastmeijer (bestuurslid technische zaken Stichting Veteranenziekte) Eric van der Blom (Uneto-VNI, afdeling Beleid) Bart Jan Kordes (LOPL - Branche Overleg Alternatieve Technieken) Will Scheffer (voorzitter/rapporteur) Brenda van Rijn (Van Rijn Advies, secretaris /co-rapporteur)
Meegelezen en van commentaar voorzien: Wilfred Reinhold, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, directie Duurzaamheid Frank Oesterholt, KWR Watercycle Research Institute
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
1
Inhoud INLEIDING
3
ZORGPLICHTEN
1.
Drinkwaterwet, Hoofdstuk III, De zorg voor de kwaliteit van drinkwater
1.1 1.2
Primaire verantwoordelijkheid Zorgplichten Drinkwaterwet met directe of indirecte relatie met legionellapreventie
2.
Drinkwaterbesluit, Hoofdstuk 3, De zorg voor de kwaliteit van drinkwater
2.1 2.2
Zorgplichten Drinkwaterbesluit met directe of indirecte relatie met legionellapreventie Verontreinigingen
3.
Normen, richtlijnen en hulpmiddelen voor het invullen van de zorgplichten
5
8
10
ALTERNATIEVE BEHEERSTECHNIEKEN
4.
Drinkwaterbesluit, Hoofdstuk 4, Legionellapreventie
4.1
De eerste trede van de ladder volgens artikel 44, lid 1 A. Thermisch beheer B. Fysisch beheer C. Fotochemisch beheer De tweede trede volgens artikel 44, lid 2 D. Elektrochemisch beheer De derde trede: curatieve beheersmaatregelen volgens artikel 44, lid 3 E. Chemisch beheer Artikelen 44.4, 44,5 en 44.6
4.2 4.3. 4.4
11
CLUSTERING COMPONENTEN
5.
Legionella-risicoanalyse: clustering van elementen tot één component; vereenvoudiging van de registratie
28
OVERIG
6.
Kwaliteitsborging door certificering
34
Bijlage: status van (onderdelen) beleidsbrieven
36
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
2
INLEIDING De Nederlandse wet- en regelgeving voor legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater, is herzien en gebaseerd op de Drinkwaterwet (2009), het Drinkwaterbesluit (2011), zijnde een Algemene Maatregel van Bestuur waarnaar de Drinkwaterwet verwijst, de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater (2011), zijnde een ministeriële regeling waarnaar het Drinkwaterbesluit verwijst, en • de Drinkwaterregeling (2011), zijnde nadere regels waarnaar het Drinkwaterbesluit verwijst. De herziene wet- en regelgeving is op 1 juli 2011 in werking getreden. Veel marktpartijen ervaren de wet- en regelgeving voor legionellapreventie in drink- en warm tapwater als zeer complex. Er zijn vooral veel onduidelijkheden rond: de zorgplichten, de toepassing van alternatieve beheerstechnieken, en de opsplitsing in componenten van leidingwaterinstallaties bij de risicoanalyse. Dit document beoogt meer duidelijkheid te verschaffen over de artikelen in de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit en de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater, die betrekking hebben op de drie hierboven genoemde aandachtspunten. Zorgplichten Legionellapreventie staat in relatie tot de zorg voor de kwaliteit van drinkwater. In de Drinkwaterwet (hoofdstuk III) en het Drinkwaterbesluit (hoofdstuk 3) zijn zorgplichten opgenomen die een directe of indirecte relatie hebben met legionellapreventie. Die zorgplichten hebben ondermeer betrekking op het ontwerp en de staat van de installaties, de daarin toe te passen materialen, en het gevaar voor verontreinigingen waaronder de vorming van biofilm. De zorgplichten in de Drinkwaterwet zijn van toepassing op eigenaren van drinkwaterbedrijven, en/of op eigenaren van collectieve watervoorzieningen, en/of op eigenaren van collectieve leidingnetten, en/of op eigenaren van woninginstallaties en overige installaties. De zorgplichten in het Drinkwaterbesluit zijn van toepassing op eigenaren van drinkwaterbedrijven, en/of op eigenaren van collectieve watervoorzieningen, en/of op eigenaren van collectieve leidingnetten. In de Drinkwaterwet en het Drinkwaterbesluit zijn de eisen (artikelen) die van toepassing zijn op de verschillende eigenaren in aparte paragraven opgenomen. De teksten van de zorgplichtartikelen die voor de verschillende eigenaren van gelijke strekking zijn, worden in die aparte paragraven niet herhaald. Er wordt volstaan met een verwijzingsartikel naar een eerder artikel in een voorgaande paragraaf, waarin die tekst is opgenomen. In het Drinkwaterbesluit is aangegeven dat als aan een bepaalde zorgplicht van dat besluit wordt voldaan, tevens wordt voldaan aan de daaraan gekoppelde zorgplicht van de Drinkwaterwet. In dit document zijn schema’s opgenomen om de directe en indirecte relaties van de zorgplichten met legionellapreventie makkelijker inzichtelijk te maken. Er zijn, juridisch gezien, verschillende eigenaren te onderscheiden van collectieve watervoorzieningen of collectieve leidingnetten die primair verantwoordelijk zijn voor het voldoen aan de zorgplichten. Soms kan ook een exploitant worden aangesproken. In dit document is een nadere uitleg gegeven. _______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
3
Alternatieve beheerstechnieken Het Drinkwaterbesluit bevat ondermeer voorschriften voor de volgorde van legionella beheersmaatregelen. Er zijn verschillende beheerstechnieken mogelijk die, elk onder hun eigen specifieke voorwaarden, mogen worden toegepast. Daarbij geldt een bepaalde volgorde (ladder). Pas als een techniek op de eerste trede van de ladder niet tot het gewenste resultaat leidt, mag bij het voldoen aan de daarvoor gestelde voorschriften, een volgende trede worden opgegaan. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gesteld met betrekking tot de in het Drinkwaterbesluit opgenomen volgorde van beheersmaatregelen. Daaraan is vooralsnog in (het gereserveerde artikel 9) van de Regeling legionellapreventie geen invulling gegeven. In dit document is daarom een nadere uitleg opgenomen met schema’s in de vorm van een ladder. Clustering componenten Vanuit de praktijk is de vraag gesteld of de Regeling legionellapreventie voor de risicoanalyse mogelijkheden biedt voor een vereenvoudiging van de registratie van componenten binnen enkele hoofdfuncties. Dit document geeft aan dat op grond van de Regeling hoofdfuncties kunnen worden opgesplitst in componenten als een afzonderlijk element en in componenten samengesteld uit meerdere elementen. De Regeling schrijft ten behoeve van een systematische werkwijze voor de risicoanalyse een nummering van componenten voor. Hierbij worden de componenten beginnend aan de inlaat van de hoofdfunctie en oplopend naar de eindpunten genummerd en op een rij gezet. De nummering kan aanzienlijk vereenvoudigd worden door leidingdelen met eenzelfde minimum gebruiksintensiteit in ruimten met een vergelijkbare temperatuurregime als één component aan te merken, dus als een component die is samengesteld uit meerdere elementen. In dit document staat daarvan een voorbeeld.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
4
1.
Drinkwaterwet, Hoofdstuk III, De zorg voor de kwaliteit van drinkwater
De drinkwaterwet stelt eisen aan eigenaren van: § 1 Drinkwaterbedrijven (DB) - artikelen 21 t/m 24 § 2 Collectieve watervoorzieningen (CW) -) artikelen 25 en 26 § 3 Collectieve leidingnetten (CL) - artikelen 27 t/m 30 § 4 Woninginstallaties en overige installaties (WI) – artikel 31 In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering en naleving van de drinkwaterregelgeving, en de wettelijke zorgplichten met een directe of een indirecte relatie met legionellapreventie die de Drinkwaterwet oplegt. Na het beschrijven van de relevante wetsartikelen en de door de wetgever gehanteerde toelichting volgt ter verduidelijking zonodig een nadere uitleg. Om aan het eind van het hoofdstuk alle bepalingen in zijn samenhang schematisch samen te vatten. 1.1
Primaire verantwoordelijkheid
Gebaseerd op artikel 1, lid 3: Voor de uitvoering en naleving van de drinkwaterregelgeving wordt met de eigenaar van een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet, indien deze niet zelf die voorziening of dat leidingnet exploiteert, gelijkgesteld de exploitant daarvan, voor zover het betreft de uitvoering van maatregelen of de naleving van verplichtingen die, naar gebruikelijk is, behoren tot de bevoegdheid van een exploitant. In de toelichting op het Drinkwaterbesluit (artikel 31) wordt onder de ‘eigenaar’ verstaan: de juridische eigenaar, ook indien deze niet de economische eigenaar (de exploitant) is. Voor leidingwaterinstallaties in gebouwen betekent dit dat de gebouweigenaar primair verantwoordelijk is en te allen tijde volledig aanspreekbaar is op de naleving van de drinkwaterregelgeving, ook als de gebouweigenaar de exploitant opgedragen of gemachtigd heeft om uitvoering te geven aan de verplichtingen uit de drinkwaterregelgeving. Nadere uitleg: Er kan sprake zijn van een: a. juridische eigenaar van een locatie/gebouw met inbegrip van de daarin aanwezige collectieve watervoorziening of collectief leidingnet; of b. juridische eigenaar van een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet in een locatie /gebouw dat wordt gehuurd; of c. exploitant van een locatie/gebouw met inbegrip van de daarin aanwezige collectieve watervoorziening of collectief leidingnet. Wie is primair verantwoordelijk? In situatie a is de juridische eigenaar van locatie/gebouw primair verantwoordelijk. In situatie b is de juridische eigenaar van de collectieve watervoorziening of collectief leidingnet primair verantwoordelijk, dus niet de juridische eigenaar van locatie/gebouw. In situatie c is de juridische eigenaar van locatie/gebouw primair verantwoordelijk en volledig aanspreekbaar. De exploitant kan worden aangesproken op de uitvoering en naleving van verplichtingen uit de drinkwaterregelgeving, waaronder beheersmaatregelen, inclusief kleine wijzigingen/aanpassingen, aansluitingen van toestellen, en eenvoudige reparaties / herstelmaatregelen aan het leidingnet. Dit betreft dus geen bouwkundige of klimaattechnische aanpassingen. _______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
5
De exploitant kan dus, evenals de eigenaar, een bestuurlijke dwangmaatregel worden opgelegd. Wanneer grote investeringen nodig zijn om aan de drinkwaterregeling te kunnen voldoen, en de juridische eigenaar van een locatie/gebouw met inbegrip van de daarin aanwezige collectieve watervoorziening of collectief leidingnet is daarvoor niet bereikbaar, dan wordt de exploitant daarop aangesproken. Tip: in een huurovereenkomst of convenant kan geregeld worden wat een juridisch eigenaar en wat een exploitant moet doen.
1.2
Zorgplichten Drinkwaterwet met een directe of indirecte relatie met legionellapreventie
Gebaseerd op artikel 21, lid 1: De eigenaar van een collectieve watervoorziening en/of collectief leidingnet draagt er zorg voor dat het drinkwater geen organismen, parasieten of stoffen bevat, in aantallen per volume-eenheid of concentraties, die nadelige gevolgen voor de volksgezondheid kunnen hebben. (artikel 25, lid 1 verwijst naar artikel 21, lid 1 en artikel 29, lid 1 verwijst naar artikel 21, lid 3 aanhef ). Gebaseerd op artikel 29, lid 1: De eigenaar van een collectief leidingnet draagt er zorg voor dat het ontwerp en de staat van dat collectieve leidingnet en de daarin toe te passen materialen zodanig zijn dat deze geen omstandigheden opleveren waardoor niet voldaan wordt aan artikel 21, lid 1 alsmede dat het ontwerp, die staat of die materialen niet de deugdelijkheid van het drinkwater aantasten. Nadere uitleg Voor het collectieve leidingnet van een bouwwerk is het Bouwbesluit (als AMvB van de Woningwet) van toepassing. In het Bouwbesluit (artikel 6.12 en 6.13) staat dat voldaan moet worden aan NEN 1006. Het tweede lid van de artikelen 6.12 en 6.13 van het Bouwbesluit biedt een grondslag om bij ministeriële regeling nadere voorschriften op te nemen over de voorzieningen voor drinkwater en warmtapwater. Zie (hoofdstuk 3 van) de Regeling Materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening waar om gezondheidsrisico’s te beperken eisen zijn gesteld aan de toegepaste materialen. Het voorwoord van NEN 1006 verwijst naar de Waterwerkbladen. Daarin staan een aantal leidingmaterialen en producten beschreven met vermelding van Beoordelingsrichtlijnen (BRL’s) waaraan voldaan moet worden om onder meer in lijn te zijn met artikel 29 lid 1 van de Drinkwaterwet. Wanneer een product of materiaal is voorzien van een erkende kwaliteitsverklaring (zie hoofdstuk 4 van de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening), Kiwa keur en/of Kiwa ATA dan is hieraan voldaan. Daar waar geen erkende kwaliteitsverklaring of Beoordelingsrichtlijn (BRL) voor Kiwa keur voorhanden is, wordt geadviseerd om te overleggen met het drinkwaterbedrijf. Gebaseerd op artikel 30: De eigenaar van een collectief leidingnet draagt er zorg voor dat het ontwerp en de staat van dat collectieve leidingnet alsmede de toestellen en leidingen die daarvan deel uitmaken en die middellijk of onmiddellijk zijn aangesloten op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, dan wel op een _______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
6
ander collectief leidingnet, geen gevaar kunnen opleveren voor verontreiniging van dat andere leidingnet en van het door middel van de bedoelde toestellen en leidingen aan consumenten of andere afnemers ter beschikking gestelde drinkwater. Gebaseerd op artikel 31: De eigenaar van een woninginstallatie (of daarmee vergelijkbare andere installatie) draagt er zorg voor dat de staat van die installatie en van de toestellen en leidingen die daarvan deel uitmaken en die middellijk of onmiddellijk zijn aangesloten op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, dan wel op een collectief leidingnet, geen gevaar kunnen opleveren voor verontreiniging van dat andere leidingnet en van het door middel van de bedoelde toestellen en leidingen aan consumenten of andere afnemers ter beschikking gestelde drinkwater.
DRINKWATERWET – Hoofdstuk III. De zorg voor de kwaliteit van drinkwater § 2. Eigenaar van
collectieve watervoorziening Artikel 25, lid 1: verwijzing naar
§ 1. Zorgplicht, gebaseerd op artikel 21, lid 1 Het drinkwater bevat geen organismen, parasieten of stoffen in aantallen per volume-eenheid of concentraties, die nadelige gevolgen voor de volksgezondheid kunnen hebben
§ 4. Zorgplicht, gebaseerd op artikel 31: De eigenaar van een woninginstallatie (of daarmee vergelijkbare andere installatie) draagt er zorg voor dat de staat van die installatie en van de toestellen en leidingen die daarvan deel uitmaken en die middellijk of onmiddellijk zijn aangesloten op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, dan wel op een collectief leidingnet, geen gevaar kunnen opleveren voor verontreiniging van dat andere leidingnet en van het door middel van de bedoelde toestellen en leidingen aan consumenten of andere afnemers ter beschikking gestelde drinkwater.
DRINKWATERBESLUIT – Hoofdstuk 3 Uitwerking zorgplichten gebaseerd op artikel 12 (art. 31, lid 1 en art. 33, lid 1 verwijzen o.a. naar art. 12 en 19): Voor zover de eigenaar van een collectieve watervoorziening en/of collectief leidingnet voldoet aan de in par. 3.2 en 3.3 van toepassing zijnde bepalingen en de daarop berustende voorschiften, voldoet hij daarmee, voor zover het betreft de in die bepalingen en voorschriften geregelde onderwerpen, tevens aan artikel 21, lid 1 van de Drinkwaterwet .
§ 3. Eigenaar van
collectief leidingnet Artikel 29, lid 1: verwijzing naar Artikel 21, lid 3, aanhef: verwijzing naar
Zorgplicht, gebaseerd op artikel 29, lid 1: Ontwerp en staat van het collectief leidingnet en de daarin toe te passen materialen zijn zodanig dat deze geen omstandigheden opleveren waardoor niet voldaan wordt aan artikel 21, lid 1. Het ontwerp, de staat of de materialen mogen de deugdelijkheid van het drinkwater niet aantasten.
Zorgplicht gebaseerd op artikel 30: Ontwerp en staat van het collectief leidingnet alsmede de toestellen en leidingen die daarvan deel uitmaken en die middellijk of onmiddellijk zijn aangesloten op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf of collectieve watervoorziening, dan wel op een ander collectief leidingnet, mogen geen gevaar kunnen opleveren voor verontreiniging van dat andere leidingnet en van het door middel van de bedoelde toestellen en leidingen aan consumenten of andere afnemers ter beschikking gestelde drinkwater
Schema 1: Zorgplichten in Drinkwaterwet die direct of indirect een relatie hebben met legionellapreventie
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
7
2.
Drinkwaterbesluit, Hoofdstuk 3, De zorg voor de kwaliteit van drinkwater
Het Drinkwaterbesluit stelt regels aan eigenaren van: § 3.1 Drinkwaterbedrijven (DB) - artikelen 12 t/m 30 § 3.2 Collectieve watervoorzieningen (CW) - artikelen 31 t/m 32 § 3.3 Collectieve leidingnetten (CL) - artikelen 33 t/m 34 2.1 Zorgplichten Drinkwaterbesluit met directe of indirecte relatie met legionellapreventie Naast de zorgplichten die de Drinkwaterwet stelt (zie hoofdstuk 1) legt het Drinkwaterbesluit eveneens zorgplichten op die mede betrekking hebben op het voorkomen van legionella. Gebaseerd op artikel 12: Voor zover de eigenaar van een collectieve watervoorziening en/of collectief leidingnet voldoet aan de in paragrafen 3.2 en 3.3 opgenomen bepalingen en de daarop berustende voorschiften, voldoet hij daarmee, voor zover het betreft de in die bepalingen en voorschriften geregelde onderwerpen, tevens aan artikel 21, lid 1 van de Drinkwaterwet. (artikel 31, lid 1 en artikel 33, lid 1 verwijzen naar artikel 12) Gebaseerd op artikelen 31 en 33: De eigenaar van een collectieve watervoorziening en/of collectief leidingnet draagt er zorg voor dat de chemicaliën en materialen, die gebruikt worden bij de distributie van drinkwater, geen nadelige gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Daaronder wordt mede verstaan het effect dat de gebruikte materialen hebben op de vorming van biofilm in de leidingen. (artikel 31, lid 1 verwijst naar artikel 19 en artikel 33, lid 1 verwijst naar artikel 19 voor alleen materialen) Gebaseerd op de wettelijke toelichting op het Drinkwaterbesluit In het tweede lid van artikel 19 is aangegeven dat deze bepaling niet van toepassing is op materialen die deel uitmaken van een gebouw in de zin van de Woningwet. De reden hiervoor is dat in een dergelijke situatie de Woningwet reeds van toepassing is. Volgens de toelichting op het Drinkwaterbesluit is op basis van de Woningwet bepaald dat deze regels eveneens op leidingnetten binnen gebouwen van toepassing zijn. Zie ook de in paragraaf 1.2 gegeven nadere uitleg van artikel 29, lid 1 van de Drinkwaterwet. Artikel 44 in hoofdstuk 4 (Legionellapreventie) van het Drinkwaterbesluit, en de daarop berustende bepalingen zijn in principe alleen van toepassing op de installaties, genoemd in artikel 35 (ook wel prioritaire installaties genoemd). Op basis van artikel 31 en 33 van het Drinkwaterbesluit is echter artikel 44 van overeenkomstige toepassing op eigenaren van niet-prioritaire installaties. Dit houdt in dat ook een eigenaar die niet onder de reikwijdte van artikel 35 van het Drinkwaterbesluit valt, en die dus ook niet aan verplichte legionellapreventie hoeft te voldoen, maar die vanuit de algemene zorgplicht voor deugdelijk drinkwater toch preventieve maatregelen wil nemen, verplicht is om voor ander beheer dan thermisch beheer, de in artikel 44 opgenomen volgorde van de beheersmaatregelen aan te houden.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
8
DRINKWATERBESLUIT – Hoofdstuk 3. De zorg voor de kwaliteit van drinkwater § 3.2 Eigenaar van
collectieve watervoorziening Artikel 31, lid 1: verwijzing naar
§ 3.1 Relatie met zorgplicht deugdelijk drinkwater, gebaseerd op artikel 12: Wordt voldaan aan de van toepassing zijnde bepalingen in de par. 3.2 en 3.3 en de daarop berustende voorschiften dan wordt, voor zover het betreft de in die bepalingen en voorschriften geregelde onderwerpen, tevens voldaan aan artikel 21, lid 1 van de Drinkwaterwet.
Artikel 33, lid 1: verwijzing naar
Artikel 19
Artikel 19
DRINKWATERWET § 1. Zorgplicht, gebaseerd op artikel 21, lid 1
Artikel 44
§ 3.3 Eigenaar van
collectief leidingnet
(voor materialen)
Artikel 44
Het drinkwater bevat geen organismen, parasieten of stoffen in aantallen per volume-eenheid of concentraties, die nadelige gevolgen voor de volksgezondheid kunnen hebben.
Zorgplicht, gebaseerd op artikel 19 Chemicaliën en materialen, die gebruikt worden bij de distributie van drinkwater, mogen geen nadelig gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Daaronder wordt mede verstaan het effect dat de gebruikte materialen hebben op de vorming van biofilm in de leidingen. Gebaseerd op toelichting Drinkwaterbesluit De eigenaar die niet onder de reikwijdte van artikel 35 van het Drinkwaterbesluit valt, en die dus ook niet aan verplichte legionellapreventie hoeft te voldoen, maar die vanuit de algemene zorgplicht voor deugdelijk drinkwater toch preventieve maatregelen wil nemen, is verplicht om voor ander beheer dan thermisch beheer, de in artikel 44 opgenomen volgorde van de beheersmaatregelen aan te houden.
Schema 2: Zorgplichten in Drinkwaterbesluit met directe of indirecte relatie met legionellapreventie 2.2
Verontreinigingen
Gebaseerd op artikel 10, Richtlijn 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie inzake de kwaliteit van het water bestemd voor menselijke consumptie (PbEG L 330): Lidstaten zorgen ervoor dat materialen (in nieuwe installaties) en stoffen die bij de bereiding en distributie van water worden gebruikt, en daardoor veroorzaakte verontreinigingen, niet in te hoge concentraties in water achterblijven en geen afbreuk doen aan de bescherming van de volksgezondheid. Opmerking: hieruit blijkt dat verontreinigingen veroorzaakt kunnen worden door zowel gebruikte materialen als stoffen. Artikel 19 van het Drinkwaterbesluit voegt daaraan toe dat daaronder ook wordt verstaan het effect dat de gebruikte materialen hebben op de vorming van biofilm in de leidingen. Biofilmvorming wordt dus gezien als een vorm van verontreiniging. De zorgplichten op grond van artikel 21, lid 1 (en de verwijzingen daar naar in de artikelen 25 en 29, lid 1) en de artikelen 30 en 31 van de Drinkwaterwet en de artikelen 12 en 19 (en de verwijzingen daar naar in de artikelen 31 en 33) van het Drinkwaterbesluit houden onder meer ook in dat vanuit woninginstallaties, collectieve leidingnetten en collectieve voorzieningen geen doorslag mag plaatsvinden van biofilm naar het leidingnet van een drinkwaterbedrijf, en andere collectieve installaties waarop is aangesloten, als daardoor afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de volksgezondheid.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
9
3.
Normen, richtlijnen en hulpmiddelen voor het invullen van de zorgplichten
Voldoet het ontwerp en de aanleg van de collectieve leidingwaterinstallatie (het collectieve leidingnet, alsmede de toestellen en leidingen die daarvan deel uitmaken) aan de versies van NEN 1006 en de Waterwerkbladen die ten tijde van het ontwerp en de aanleg van toepassing waren, dan biedt dat nog geen zekerheid dat aan de zorgplichten voor deugdelijk drinkwater is voldaan. Op de eerste plaats is daarvoor een toetsing nodig aan de meest recente versies van NEN 1006 en de Waterwerkbladen, voor zover het voorschriften en richtlijnen betreffen die betrekking hebben op die zorgplichten. Dan kan blijken dat alsnog herstel- of beheersmaatregelen nodig zijn. In NEN 1006 en de Waterwerkbladen zijn de voorschriften en richtlijnen voor het voorkómen van groei van Legionella in leidingwaterinstallaties niet in concrete maatregelen uitgewerkt. De eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie die niet valt onder de reikwijdte van artikel 35 van het Drinkwaterbesluit, kan er voor kiezen om, gelet de functie van zijn gebouw/installatie en de aard van de gebruikers, legionellabeheersmaatregelen uit te voeren. Voor de keuzen daarvan is als hulpmiddel beschikbaar de handleiding ISSO-publicatie 55.2 ‘Zorgplicht Legionellapreventie Collectieve Leidingwaterinstallaties’ en de ISSO-website ‘Zorgplicht legionellapreventie’ (www. zorgplicht-legionella.nl). Kiest deze eigenaar ter preventie van Legionella, in plaats van thermisch beheer, voor fysisch- of fotochemisch beheer, dan is hij verplicht te voldoen aan artikel 44 van het Drinkwaterbesluit.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
10
4.
Drinkwaterbesluit, Hoofdstuk 4. Legionellapreventie
Het Drinkwaterbesluit bevat verplichte maatregelen voor Legionellapreventie die van toepassing zijn voor eigenaren van: collectieve watervoorzieningen en/of collectieve leidingnetten aangewezen in artikel 35 - Reikwijdte; collectieve watervoorzieningen en/of collectieve leidingnetten die niet onder de reikwijdte van artikel 35 vallen, maar die vanuit de zorgplicht alternatieve beheersmaatregelen willen nemen. In dit hoofdstuk komen de verschillende beheerstechnieken aan de orde die op basis van artikel 44, lid 1, lid 2, of lid 3 elk onder hun eigen specifieke voorwaarden, mogen worden toegepast. Daarbij geldt een bepaalde volgorde (ladder). Pas als een techniek op de eerste trede van de ladder niet tot het gewenste resultaat leidt, mag een volgende trede worden opgegaan. 4.1
De eerste trede volgens artikel 44, lid 1
Gebaseerd op artikel 44, lid 1 De te nemen beheersmaatregelen zijn gebaseerd op thermisch beheer, op fysisch beheer, voor zover dit gecertificeerd is op basis van BRL K14010-1, op fotochemisch beheer, voor zover dit gecertificeerd is op basis van BRL K14010-1 en onverminderd artikel 14 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden, of op een combinatie van deze beheersvormen. Nadere uitleg Deze bepaling is ook van toepassing voor de eigenaar die niet onder de reikwijdte van artikel 35 van het Drinkwaterbesluit valt, maar die vanuit de zorgplicht voor legionellapreventie, al dan niet in combinatie met een warm tapwatertemperatuur tussen 50 en 60 °C, fysisch- of fotochemisch beheer wil toepassen. (artikel 31, lid 1 en artikel 33, lid 1) Thermisch beheer, fysisch beheer en fotochemisch beheer zijn gelijkwaardige beheersconcepten, maar de eisen die daaraan worden gesteld zijn verschillend. Artikel 14 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden heeft betrekking op de toelating door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). In het wettelijk gebruiksvoorschrift van die toelating staat het toepassingsgebied vermeld. Hierna wordt achtereenvolgens ingegaan op de criteria voor toepassing van de technieken die op de eerste tree van de ladder staan. A. Thermisch beheer B. Fysisch beheer C. Fotochemisch beheer
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
11
A. Thermisch beheer Criteria thermisch beheer De criteria voor het thermisch beheer in collectieve leidingwaterinstallaties zijn: 1. de koudwatertemperatuur is niet hoger dan 25 °C; 2. de warmtapwatertemperatuur is niet lager dan 60 °C; 3. er zijn geen dode leidingstukjes of ongebruikte leidingen; 4. er vindt wekelijks gebruik op alle tappunten plaats. Criterium 1 geldt ook voor warmwateruittapleidingen. Deze leidingen moeten na gebruik afkoelen tot ten hoogste 25 °C. In tabel IIIa van het Drinkwaterbesluit staat als maximumwaarde voor de drinkwatertemperatuur 25 °C. De Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit en de Regeling Legionellapreventie stellen geen eis aan de temperatuur van warm tapwater in het gebouw. Wel geeft de Regeling Legionellapreventie het verband aan tussen de (warmtap)watertemperatuur en de voor Legionella gunstige groeiomstandigheden. Het thermisch beheersconcept is dus in de wet- en regelgeving voor drinkwater niet concreet ingevuld met het noemen van een minimumwaarde voor de warmtapwatertemperatuur.
4 wekelijks gebruik alle tappunten
3 geen dode leidingstukjes of ongebruikte leidingen
met toepassingsvoorwaarden
drinkwater < 25 °C
Beheersconcept
2 warmwater > 60 °C
Criteria
1
Aanvullende voorwaarden / opmerkingen
volgorde (ladder) toepassing beheersconcepten
Drinkwaterwet, Drinkwaterbesluit en Regeling Legionellapreventie stellen geen eis aan de temperatuur van warm tapwater. Het thermisch beheersconcept is in deze wet- en regelgeving niet volledig ingevuld: er is geen eis opgenomen voor de minimum temperatuur van warm tapwater
Thermisch (BB / NEN 1006)
ν ν ν ν
Beheersmaatregelen volgens LBP
trede 1
Schema 3. Thermisch beheer op ladder voor volgorde beheersconcepten. V = criterium van toepassing
Samenvatting: thermisch beheer op de eerste trede van de ladder voor de volgorde van beheersconcepten (artikel 44 lid 1 van het Drinkwaterbesluit). Dit beheersconcept is gebaseerd op vier criteria. De drinkwaterregelgeving stelt echter geen eis aan de minimum temperatuur van warm tapwater. _______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
12
Bouwbesluit Het Bouwbesluit 2012 stelt de eis dat voorzieningen voor drinkwater en warm tapwater voldoen aan NEN 1006. De Regeling Bouwbesluit 2012 schrijft voor dat NEN 1006+A3 2011 ‘Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI-2002)’ van toepassing is op nieuwbouw en NEN 1006 1981 (AVWI - 1981), inclusief correctieblad C1: 1990, voor bestaande bouw. Het verschil in versie van NEN 1006 is van belang voor het voldoen aan de criteria voor het thermisch beheersconcept. NEN 1006 -2002 geldt voor bouwwerken met een vergunning die is afgegeven op het moment dat de Regeling Bouwbesluit 2003 van toepassing was. In NEN 1006 - 2002 is het thermisch beheersconcept volledig en concreet ingevuld. Het eerste criterium (koudwatertemperatuur) staat in 2.1.2 van dat normblad, het tweede (warmtapwatertemperatuur) in 4.4h, het derde (dode einden) in 3.4.4 en het vierde (verversing) in 3.1.4 en 4.5.3b. In Waterwerkblad WB 3.1 (par. 3.1) staat: ‘Wanneer de inhoud van een leiding niet wekelijks wordt ververst, dan moet aan het begin van dat leidingdeel een controleerbare keerklep (EA) worden aangebracht.’ Hierbij moet worden opgemerkt dat dit alleen van toepassing is voor installaties waarop geen aerosolvormende tappunten staan aangesloten [ISS0-publicatie 55.1, - par. ‘Installatie met weinig aërosolvormende tappunten’] In Waterwerkblad 4.5 A zijn de voorschriften met betrekking tot het vierde criterium voor brandblusleidingen nader uitgewerkt. In de NEN 1006 (1981) is het thermisch beheersconcept niet concreet gemaakt. 4 wekelijks gebruik alle tappunten
3
warmwater > 60 °C
met toepassingsvoorwaarden
drinkwater/warmwater uittapleidingen < 25 °C
Beheersconcept
2
geen dode leidingstukjes of ongebruikte leidingen
Criteria
1
Aanvullende voorwaarden / opmerkingen
volgorde (ladder) toepassing beheersconcepten
m.i.v. Bouwbesluit / Regeling Bouwbesluit 2003 regulier: thermisch beheer Nieuwbouw: NEN 1006: Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI – 2002) Bestaande bouw: NEN 1006: Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties (AVWI – 1981), inclusief correctieblad C1: 1990. Deze versie noemt geen temperaturen. Thermisch (BB / NEN 1006)
ν ν ν ν
Beheersmaatregelen volgens LBP
trede 1
Schema 4. Regulier in het Bouwbesluit is het thermisch beheersconcept. V = criterium van toepassing (1 en 2 alleen voor nieuwbouw vanaf 2003)
Samenvatting: het Bouwbesluit wijst normblad NEN 1006 aan waaraan een collectieve installatie moet voldoen. Vanaf de inwerkingtreding van Bouwbesluit 2003 is een versie van NEN 1006 van toepassing waarin de vier criteria voor het thermisch beheersconcept zijn ingevuld. _______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
13
Voorwaarden toepassing thermisch beheer: a. uitvoering van een legionella-risicoanalyse overeenkomstig bijlage 2 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater, en verder volgens artikel 37 van het Drinkwaterbesluit; b. indien uit de legionella-risicoanalyse blijkt dat er een risico is, en deze niet wordt opgeheven door herstelmaatregelen, het opstellen van een legionella-beheersplan overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit; c. de legionella-risicoanalyse en het legionella-beheersplan moeten respectievelijk worden uitgevoerd en opgesteld door een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf (zie artikelen 37 en 38 van het Drinkwaterbesluit, en de overgangsbepaling in artikel 69 Drinkwaterbesluit); d. overeenkomstig het legionella-beheersplan maatregelen en controles uitvoeren en bijhouden in een logboek (artikel 40 van het Drinkwaterbesluit) e. van toepassing op prioritaire installaties1 , en na keuze door eigenaar, ook op niet-prioritaire installaties B. Fysisch beheer De technieken die voor fysisch beheer ter legionellapreventie worden toegepast zijn UV-licht membraanfiltratie of pasteurisatie. Criteria fysisch beheer Onderstaand wordt ingegaan op de criteria die worden gesteld aan het toepassen van fysisch beheer in de bestaande bouw of bij nieuwbouw, en in zijn toepassing als poortwachter of als beheerstechniek op het gebruikspunt. Bouwbesluit - bestaande bouw Op een bestaande prioritaire locatie (artikel 35, lid 1 van het Drinkwaterbesluit) mag gekozen worden voor een fysisch beheersconcept. Dat zal bijvoorbeeld het geval zijn bij problemen met het voldoen aan de criteria 1 en 2 van het thermisch beheersconcept, maar ook als vanwege energetische overwegingen gekozen wordt voor een lagere warmtapwatertemperatuur dan 60 °C. Fysisch beheer en fotochemisch beheer (zie paragraaf 4.4) zijn gelijkwaardig gesteld aan thermisch beheer maar hebben wel andere kenmerken. De voorwaarden die aan deze beheersvormen worden gesteld zijn niet op alle punten gelijk. Eén van de gevolgen van die voorwaarden is de aanpassing van het op het thermisch beheersconcept gebaseerde legionellabeheersplan met aspecten van de alternatieve techniek. Voor een fysische techniek wordt daarbij gebruik gemaakt van de Beleidsbrief van 1 oktober 2008 van het toenmalige ministerie van VROM. Die brief gaat over fysische technieken in relatie tot thermisch beheer. Hierin staan voorwaarden voor het toepassen van fysisch beheer, waardoor de volgende thermische beheersmaatregelen niet nodig zijn: 1. spoelen bij langdurig stilstaand water; 2. maatregelen tegen opwarming koud water; 3. thermisch spoelen van mengwatersystemen met een inhoud van meer dan 1 liter; 4. temperatuur warmtapwater van 60 °C (deze kan worden verlaagd tot 50 °C).
1
Prioritaire installaties: installaties bij instellingen die genoemd zijn in artikel 35 van het Drinkwaterbesluit.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
14
Deze opsomming geldt voor legionellapreventie. De inhoud van leidingen waarop tappunten staan aangesloten voor hygiënische doeleinden of consumptief gebruik moeten vanwege de organoleptische/esthetische parameters wel wekelijks ververst worden (NEN 1006, par. 3.1.4 en Waterwerkblad WB 3.1, par. 3.1). De inhoud van die leidingen kan ook vlak vóór het gebruik, bijvoorbeeld in een hotelkamer, worden ververst. Omdat in NEN 1006 (1981) het thermisch beheersconcept niet toetsbaar is ingevuld, is er vanuit de Bouwregelgeving van vóór 2003 geen belemmering voor het aanpassen van het legionella-beheersplan aan de Beleidsbrief van VROM. Volgens artikel 33 van het Drinkwaterbesluit, dat betrekking heeft op alle collectieve leidingwaterinstallaties, is artikel 44 van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat het hierboven staande ook van toepassing is op bestaande niet-prioritaire installaties, ook wel zorgplicht installaties genoemd. Bouwbesluit – nieuwbouw De bouwregelgeving zorgt sinds 2003 voor een extra formaliteit bij toepassing van fysisch beheer voor prioritaire en niet-prioritaire collectieve installaties. Het reguliere uitgangspunt in NEN 1006 (AVWI-2002) is thermisch beheer en is daarin dan ook volledig en concreet ingevuld. Het ontwerp van een collectieve leidingwaterinstallatie, en de instandhouding ervan, dient dan ook in overeenstemming te zijn met NEN 1006+A3 2011 (AVWI -2002), met inbegrip van de vier criteria die van toepassing zijn op het thermisch beheer. Om te kunnen afwijken van de temperatuureis van 60 °C voor warm tapwater moet een beroep worden gedaan op de gelijkwaardigheidsbepaling volgens artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012. Daarin staat vrij vertaald: aan een voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien het gebruik van het gebouw en de installatie daarin anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van veiligheid, bescherming van de gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en bescherming van het milieu biedt als is beoogd met de in NEN 1006 gestelde voorschriften. Een gelijkwaardige oplossing moet bij het gebruik van het gebouw en de installatie in stand worden gehouden. De gelijkwaardigheid moet ten genoegen van het bevoegd gezag (gemeentelijke bouwtoezicht) worden aangetoond. Als de voorgestelde oplossing gelijkwaardig is dan zal het bevoegd gezag het beroep op gelijkwaardigheid honoreren. Punt 5 van de Beleidsbrief van VROM van 1 oktober 2008 kan hiervoor worden aangehaald. Die luidt: ‘Het fysisch beheer is mede gericht op beheersing van legionellarisico’s die samenhangen met het hanteren van een lagere warmtapwatertemperatuur dan 60 °C. Bij fysisch beheer kan de temperatuur van het warm tapwater (aan het tappunt) dan ook worden verlaagd (niet lager dan 50 °C). Bij gebruik van een circulatiesysteem geldt deze minimumwaarde op het eind van de retourleiding, bij eventuele deelringen geldt deze waarde op het verste punt.’ Een van de voorwaarden in de Beleidsbrief voor het toepassen van fysisch beheer, waardoor de temperatuur van het warme tapwater kan worden verlaagd, is achterhaald door het Drinkwaterbesluit. Zo staat in de Beleidsbrief dat het wel gewenst is, maar niet verplicht, dat het toegepaste fysisch beheerssysteem is gecertificeerd overeenkomstig BRL 14010. Het Drinkwaterbesluit verplicht die certificering (in artikel 44, lid 1) nu wel.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
15
Voorwaarden toepassing fysisch beheer als poortwachter2: Om fysisch beheer als poortwachter (in een bepaald deel van de installatie) te mogen gebruiken, moet of moeten a. een ATA-certificaat aanwezig zijn; b. beschikt worden over een certificaat op basis BRL K14010-1; c. het beheersconcept van de desbetreffende techniek overeenkomstig BRL K14010-1 worden uitgevoerd; d. uitvoering van een legionella-risicoanalyse van de nageschakelde installatie overeenkomstig bijlage 2 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater, en verder volgens artikel 37 van het Drinkwaterbesluit plaatsvinden; e. de nageschakelde installatie eventueel zo aangepast te worden dat de desbetreffende fysische techniek functioneert als bedoeld door de certificaathouder/leverancier; f. een legionella-beheersplan voor de nageschakelde installatie zijn opgesteld, aangepast met de aspecten beschreven in de beheersinstructie van de toe te passen techniek overeenkomstig BRL K14010-1 en verder overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit en het meetprogramma volgens tabel IIId van de Drinkwaterregeling; g. de legionella-risicoanalyse en het legionella-beheersplan respectievelijk worden uitgevoerd en opgesteld/aangepast door een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf (artikelen 37 en 38 van het Drinkwaterbesluit). h. overeenkomstig het legionella-beheersplan maatregelen en controles uitvoeren en bijhouden in een logboek (artikel 40 van het Drinkwaterbesluit) Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle collectieve installaties (prioritair en niet-prioritair) waarvoor een bouwvergunning is verleend vóór dat het Bouwbesluit 2003 in werking was getreden; alle collectieve installaties (prioritair en niet-prioritair) waarvoor een bouwvergunning is verleend op basis van het Bouwbesluit 2003/ Regeling Bouwbesluit 2003 en Bouwbesluit 2012/Regeling Bouwbesluit 2012, en de gelijkwaardigheid van de temperatuurverlaging warm tapwater is aangetoond op basis van de VROM Beleidsbrief van 1 oktober 2008 met betrekking tot het beheer van fysische technieken in relatie tot thermisch beheer. Voorwaarden toepassing fysisch beheer op gebruikspunt: Om fysisch beheer op een bepaald gebruikspunt te mogen gebruiken, moet of moeten a. een ATA-certificaat verleend zijn; b. beschikt worden over een certificaat op basis BRL K14010-1 c. het beheersconcept van de toe te passen techniek overeenkomstig BRL K14010-1 worden uitgevoerd; d. een legionella-risicoanalyse overeenkomstig bijlage 2 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater, de voorschriften 1.1.1, 1.1.2, 1.2.1b, 1.2.2 en 4.7, en verder volgens artikel 37 van het Drinkwaterbesluit worden uitgevoerd; e. een legionella-beheersplan worden opgesteld, aangepast met de aspecten beschreven in de beheersinstructie van de toe te passen techniek overeenkomstig BRL K14010-1 en verder overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit en het meetprogramma volgens tabel IIId van de Drinkwaterregeling; f. de legionella-risicoanalyse en het legionella-beheersplan respectievelijk worden uitgevoerd en opgesteld/aangepast door een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf (artikelen 37 en 38 van het Drinkwaterbesluit). 2
in een voedende leiding van de gehele installatie of van een deel van de installatie:
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
16
g. overeenkomstig het legionella-beheersplan maatregelen en controles uitvoeren en bijhouden in een logboek (artikel 40 van het Drinkwaterbesluit) Deze voorwaarden zijn van toepassing: op alle collectieve installaties (prioritair en niet-prioritair) waarvoor een bouwvergunning is verleend vóór dat het Bouwbesluit 2003 in werking was getreden; op alle collectieve installaties (prioritair en niet-prioritair) waarvoor een bouwvergunning is verleend op basis van het Bouwbesluit 2003/ Regeling Bouwbesluit 2003 en Bouwbesluit 2012/Regeling Bouwbesluit 2012, en de gelijkwaardigheid van de temperatuurverlaging warm tapwater is aangetoond op basis van de VROM Beleidsbrief van 1 oktober 2008 met betrekking tot het beheer van fysische technieken in relatie tot thermisch beheer.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
17
C. Fotochemisch beheer De techniek die voor fotochemisch beheer (Advanced Oxidation Technology (AOT)) als legionellapreventietechniek wordt toegepast bestaat uit UV-licht in combinatie met bijvoorbeeld titaniumoxide waardoor hydroxylradicalen ontstaan die een biocidewerking hebben, maar niet tot in de nageschakelde installatie. Als voorwaarden voor toepassing van fotochemisch beheer als poortwachter3 gelden dat a. het Ctgb een toelating heeft afgegeven; de apparatuur van de betreffende techniek mag uitsluitend geplaatst en onderhouden worden door installateurs die bekend zijn met deze apparatuur (de leverancier of een installateur die door de leverancier is aangewezen); een servicecontract met of via de leverancier dient te zijn afgesloten om de werking van het systeem te waarborgen; b. een ATA-certificaat aanwezig is; c. beschikt wordt over certificaat op basis BRL K14010-1; d. het beheersconcept van de toe te passen techniek overeenkomstig BRL K14010-1 wordt uitgevoerd; e. een legionella-risicoanalyse van de nageschakelde installatie overeenkomstig bijlage 2 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater, en verder volgens artikel 37 van het Drinkwaterbesluit wordt uitgevoerd; f. de nageschakelde installatie eventueel zo wordt aangepast dat de betreffende techniek functioneert als bedoeld door de certificaathouder/leverancier; g. een legionella-beheersplan wordt opgesteld voor de nageschakelde installatie, aangepast met de aspecten beschreven in de beheersinstructie van de toe te passen techniek overeenkomstig BRL K14010-1 en verder overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit en het meetprogramma volgens tabel IIId van de Drinkwaterregeling; h. de legionella-risicoanalyse en het legionella-beheersplan respectievelijk worden uitgevoerd en opgesteld/aangepast door een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf (artikelen 37 en 38 van het Drinkwaterbesluit) i. overeenkomstig het legionella-beheersplan maatregelen en controles uitvoeren en bijhouden in een logboek (artikel 40 van het Drinkwaterbesluit) Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle collectieve installaties (prioritair en niet-prioritair).
In de hierna volgende schema’s zijn de voorwaarden voor het toepassen van fysisch en fotochemisch beheer weergegeven: Schema 5: voor nieuwbouwlocaties Schema 6: voor bestaande zorgplichtlocaties Schema 7: voor bestaande prioritaire locaties
3
in een voedende leiding van de gehele installatie of van een deel van de installatie
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
18
volgorde (ladder) toepassing beheersconcepten
4 wekelijks gebruik alle tappunten
3 geen dode leidingstukjes of ongebruikte leidingen
met toepassingsvoorwaarden
drinkwater / warmwater uittapleidingen < 25 °C
Beheersconcept
2 warmwater > 60 °C
Criteria
1
Aanvullende voorwaarden / opmerkingen
nieuwbouw locaties vanaf 1 april 2012 • of beveiliging EA aan begin leiding volgens WB 3.1 (par. 3.1) waarop geen tappunt is aangesloten voor consumptie of hygiënische doeleinden ** < 60 °C en > 50 °C mag ook bewuste keuze zijn
Bouwbesluit / Regeling Bouwbesluit 2012: NEN 1006: Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (AVWI – 2002) + A3 2011
Chemisch
trede 3
Bouwbesluit 2012, art. 1.3: Gelijkwaardigheid aantonen door te voldoen aan voorwaarden in Beleidsbrief oktober 2008
Elektrochemisch
Fysisch ATA en BRL K 14010 -1
Fotochemisch (AOT)
ν
X**
ν ν*
Ctgb toelating, ATA en BRL K 14010-1
ν ν ν ν
Thermisch (BB / NEN 1006)
Xν ν ν ν
trede 2 Beheersmaatregelen volgens aangepast LBP
Beheersmaatregelen volgens LBP
wanneer gekozen wordt voor een lagere warmwatertemperatuur (criterium 2)
trede 1
Schema 5. Fysisch en fotochemisch beheer op ladder beheersconcepten voor nieuwbouwlocaties V = aan criterium wordt voldaan X = aan criterium wordt niet voldaan
Samenvatting: in artikel 44 lid 1 van het Drinkwaterbesluit zijn het fysisch - en fotochemisch beheer gelijkwaardig gesteld aan thermisch beheer. Voor de toepassing van fysisch - en fotochemisch beheer, die op alle nieuwbouw van zorgplicht en prioritaire locaties mogen worden toegepast, gelden aanvullende eisen. Voor fysisch beheer, bij een keuze voor een lagere warmwatertemperatuur dan voorgeschreven in NEN 1006, in het kader van het Bouwbesluit, het aantonen dat aan de Beleidsbrief van 1 oktober 2008 wordt voldaan. Op de eerste trede van ladder is daarom een tussenstapje gemaakt.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
19
4 wekelijks gebruik alle tappunten
3 geen dode leidingstukjes of ongebruikte leidingen
met toepassingsvoorwaarden
drinkwater / warmwater uittapleidingen < 25 °C
Beheersconcept
2 warmwater > 60 °C
Criteria
1
Aanvullende voorwaarden / opmerkingen
volgorde (ladder) toepassing beheersconcepten
bestaande zorgplicht locaties • of beveiliging EA aan begin leiding volgens WB 3.1 (par. 3.1) waarop geen tappunt is aangesloten voor consumptie of hygiënische doeleinden ** < 60 °C en > 50 °C mag ook bewuste keuze zijn
M.i.v. Bouwbesluit 2003 / Regeling Bouwbesluit 2003: NEN 1006 (AVWI – 2002) Formeel aantonen van gelijkwaardigheid
Chemisch
trede 3
Vóór inwerkingtreding Bouwbesluit 2003: NEN 1006 (AVWI – 1981), incl. C1: 1990 Aantonen van gelijkwaardigheid n.v.t.: normblad noemt geen min. warmwatertemperatuur
Elektrochemisch
Fysisch ATA en BRL K 14010 -1
Fotochemisch (AOT) Ctgb toelating, ATA en BRL K 14010-1
Thermisch (BB / NEN 1006)
X X** ν X
ν*
ν ν ν
Xν ν ν ν
trede 2 Beheersmaatregelen volgens aangepast LBP
Beheersmaatregelen volgens LBP
wanneer het redelijkerwijs niet mogelijk is om aan criterium 1, of 1en 2 te voldoen, of wanneer gekozen wordt voor een lagere warmwatertemperatuur (criterium 2)
trede 1
Schema 6. Fysisch en fotochemisch beheer op ladder beheersconcepten voor bestaande zorgplicht locaties V = aan criterium wordt voldaan X = aan criterium wordt niet voldaan
Samenvatting: voor de toepassing van fysisch beheer op bestaande zorgplicht locaties is, bij een bewuste keuze voor een lagere warmwatertemperatuur dan voorgeschreven in NEN 1006, het aantonen van gelijkwaardigheid afhankelijk van het bouwjaar.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
20
4 wekelijks gebruik alle tappunten
3 geen dode leidingstukjes of ongebruikte leidingen
met toepassingsvoorwaarden
drinkwater / warmwater uittapleidingen < 25 °C
Beheersconcept
2 warmwater > 60 °C
Criteria
1
Aanvullende voorwaarden / opmerkingen
volgorde (ladder) toepassing beheersconcepten
bestaande prioritaire locaties • of beveiliging EA aan begin leiding volgens WB 3.1 (par. 3.1) waarop geen tappunt is aangesloten voor consumptie of hygiënische doeleinden ** < 60 °C en > 50 °C mag ook bewuste keuze zijn
M.i.v. Bouwbesluit 2003 / Regeling Bouwbesluit 2003: NEN 1006 (AVWI – 2002) Formeel aantonen van gelijkwaardigheid
Chemisch
trede 3
Vóór inwerkingtreding Bouwbesluit 2003: NEN 1006 (AVWI – 1981), incl. C1: 1990 Aantonen van gelijkwaardigheid n.v.t.: normblad noemt geen min. warmwatertemperatuur
Elektrochemisch
Fysisch ATA en BRL K 14010 -1
Fotochemisch (AOT) Ctgb toelating, ATA en BRL K 14010-1
Thermisch (BB / NEN 1006)
X X** X
ν ν*
ν ν ν
Xν ν ν ν
trede 2 Beheersmaatregelen volgens aangepast LBP
Beheersmaatregelen volgens LBP
wanneer het redelijkerwijs niet mogelijk is om aan criterium 1, of 1en 2 te voldoen, of wanneer gekozen wordt voor een lagere warmwatertemperatuur (criterium 2)
trede 1
Schema 7. Fysisch en fotochemisch beheer op ladder beheersconcepten voor bestaande prioritaire locaties V = aan criterium wordt voldaan X = aan criterium wordt niet voldaan
Samenvatting: ook voor de toepassing van fysisch beheer op bestaande prioritaire locaties is, bij een bewuste keuze voor een lagere warmwatertemperatuur dan voorgeschreven in NEN 1006, het aantonen van gelijkwaardigheid afhankelijk van het bouwjaar.
4.2
De tweede trede volgens artikel 44, lid 2 (vereenvoudigde tekst)
Voor zover thermisch, fysisch of fotochemisch beheer naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf redelijkerwijs niet mogelijk is, kan, onverminderd de toelating van het Ctgb, worden gekozen voor elektrochemisch beheer, voor zover dit gecertificeerd is op basis van BRL K14010-2. Nadere uitleg Lid 2 van artikel 44 is de tweede trede van de ‘ladder’ en heeft betrekking op bestrijding van Legionella en biofilm.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
21
D.
Elektrochemisch beheer
De technieken die voor elektrochemisch beheer ter bestrijding van Legionella en biofilm worden toegepast zijn: koper-zilverionisatie; anodische oxidatie; of elektrodiafragmalyse (een vorm van anodische oxidatie). Bestrijding in plaats van preventie In het wettelijk gebruiksvoorschrift van de Ctgb toelating staat het toepassingsgebied vermeld: ‘elektrochemisch beheer betrekking heeft op bestrijding van Legionella en biofilm in prioritaire installaties. Elektrochemisch beheer mag niet preventief gebruikt worden’. Daaruit blijkt dat het alleen op bestaande prioritaire locaties mag worden toegepast waar sprake is van een besmetting en waar naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf thermisch, fysisch of fotochemisch beheer redelijkerwijs niet mogelijk is. Criteria voor toepassing elektrochemisch beheer Elektrochemisch beheer wordt op bestaande prioritaire locaties toegepast als blijkt dat de leidingwaterinstallatie, naast het niet kunnen voldoen aan criteria 1 (drinkwatertemperatuur) van het thermisch beheersconcept, ook niet kan voldoen aan criteria 3 van dat beheersconcept (geen dode leidingstukjes en/of ongebruikte leidingen). Soms komen in de leidingen (hulpstukken) en daarin opgenomen appendages of daarop aangesloten toestellen (kranen) kleinere ruimten, hoekjes en holle ruimten voor waarin de bacteriën een schuilplaats vinden. De reiniging en desinfectie van de installatie na een besmetting blijkt dan niet (altijd) voldoende voor de bestrijding van die bacteriën en daardoor treedt op verklaarbare wijze bij thermisch, fysisch of fotochemisch beheer een herhaalde besmetting op. Een lagere warmwatertemperatuur (< 60 °C en > 50 °C) dan voorgeschreven in NEN 1006 (2002) is op dit moment niet toegestaan. In de subcommissie Technieken Legionellapreventie van de commissie Materialen en chemicaliën van het ministerie van I&M zijn met leveranciers afspraken gemaakt over pilots waaruit een voldoende effectiviteit van de elektrochemische techniek bij een lagere warmwatertemperatuur moet blijken. Resultaten van deze pilots zijn nog niet beschikbaar. Gemotiveerd oordeel Bij het gemotiveerde oordeel van het gecertificeerde bedrijf valt te denken aan een herhaalde overschrijding van de in artikel 36 van het Drinkwaterbesluit genoemde norm (drinkwater en warm tapwater bevatten minder dan 100 kolonie vormende eenheden legionellabacteriën per liter, van de soorten genoemd in artikel 4 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater), die is vastgelegd in het logboek (dossiervorming), terwijl alle aanpassingen zijn uitgevoerd die redelijkerwijs gevergd kunnen worden om de installatie te laten voldoen aan de geldende technische eisen; de installatie op een deugdelijke wijze wordt beheerd, en in de praktijk ondervonden is danwel redelijkerwijs verwacht mag worden dat het toepassen van fysische of fotochemische technieken op de betreffende locatie onvoldoende effect heeft. Opmerkingen: - In de toelichting op artikel 62 van het Drinkwaterbesluit staat dat biociden (lees hier elektrochemisch beheer) alleen daar mogen worden gebruikt waar legionellaproblemen structureel zijn en redelijkerwijs niet op een andere manier kunnen worden opgelost. _______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
22
- Hier kan het principe van de milieuwetgeving worden gevolgd: technisch (zonder financiële afweging) én praktisch ( met financiële afweging) best haalbaar. Voorwaarden voor toepassing van elektrochemisch beheer in de voedende leiding van de gehele installatie of van een deel van de installatie zijn: a. er is een toelating van het Ctgb, en voor de inwerkingstelling een registratiemelding aan het ministerie van I&M, en in overeenstemming met de Ctgb- toelating; apparatuur van de betreffende techniek mag uitsluitend geplaatst en onderhouden worden door installateurs die bekend zijn met deze apparatuur (de leverancier of een installateur die door de leverancier is aangewezen); een servicecontract dient met of via de leverancier te zijn afgesloten om de werking van het systeem te waarborgen; b. voorzien van ATA-certificaat; c. voorzien van certificaat op basis BRL K14010-2; d. het beheersconcept van de toe te passen techniek dient overeenkomstig BRL K14010-2 opgesteld te worden; e. voor zover (nog) niet aanwezig, de uitvoering van een legionella-risicoanalyse van de nageschakelde installatie moet overeenkomstig bijlage 2 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater, en verder volgens artikel 37 van het Drinkwaterbesluit plaatsvinden; f. het zo nodig aanpassen van de nageschakelde installatie zodat de betreffende elektrochemische techniek functioneert als bedoeld door de certificaathouder/leverancier; g. het opstellen/aanpassen van het legionella-beheersplan voor de nageschakelde installatie, met de aspecten beschreven in de beheersinstructie van de toe te passen techniek overeenkomstig BRL K14010-2 en verder overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit en het meetprogramma volgens tabel IIId van de Drinkwaterregeling; h. de legionella-risicoanalyse en het legionella-beheersplan moeten respectievelijk zijn/worden uitgevoerd en opgesteld/aangepast door een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf (artikelen 37 en 38 van het Drinkwaterbesluit); i. overeenkomstig het legionella-beheersplan maatregelen en controles uitvoeren en bijhouden in een logboek (artikel 40 van het Drinkwaterbesluit)
Deze voorwaarden gelden bij toepassing in bestaande prioritaire installaties waar naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf thermisch, fysisch of fotochemisch beheer redelijkerwijs niet mogelijk is. Opmerking: Voor niet-prioritaire locaties is elektrochemisch beheer dus niet toegestaan. Dit volgt uit de gebruiksvoorschriften die zijn opgenomen in toelatingen die door Ctgb zijn afgegeven op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Voor de tekst van de toelatingen zie www.ctgb.nl en zoek daar bij toelatingen - Bestrijdingsmiddelenbank op werkzame stof: koper (voor koper-zilverioniatie) en natriumchloride (voor anodische oxidatie).
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
23
volgorde (ladder) toepassing beheersconcepten
4 wekelijks gebruik alle tappunten
3 geen dode leidingstukjes of ongebruikte leidingen
met toepassingsvoorwaarden
drinkwater / warmwater uittapleidingen < 25 °C
Beheersconcept
2 warmwater > 60 °C
Criteria
1
Aanvullende voorwaarden / opmerkingen
bestaande prioritaire locaties •
of beveiliging EA aan begin leiding volgens WB 3.1 (par. 3.1) waarop geen tappunt is aangesloten voor consumptie of hygiënische doeleinden ** < 60 °C en > 50 °C mag ook bewuste keuze zijn *** < 60 °C en > 50 °C (nog) niet toegestaan
Chemisch
trede 3 Elektrochemisch Ctgb toelating + Elektrochemisch ATA-certifcaat, BRL K 14010, deel 2
Fysisch ATA en BRL K 14010 -1
Fotochemisch (AOT) Ctgb toelating, ATA en BRL K 14010-1
Thermisch (BB / NEN 1006)
***
X V X
X X** X
ν
ν ν*
ν ν ν
Xν ν ν ν
Beheersmaatregelen volgens aangepast LBP
trede 2 wanneer het niet mogelijk is aan criteria 1 en/of 3 Beheersmaatregelen te voldoen, en bestrijding van Legionella door volgens thermisch -, fysisch – of fotochemisch beheer naar schriftelijk en aangepast LBP gemotiveerd oordeel van gecertificeerd bedrijf (BRL 6010) redelijkerwijs niet mogelijk is, wanneer het redelijkerwijs niet mogelijk is om aan Beheerscriterium 1, of 1en 2 te voldoen, of wanneer gekozen maatregelen volgens LBP wordt voor een lagere warmwatertemperatuur (criterium 2)
trede 1
Schema 8. Elektrochemisch beheer op ladder beheersconcepten voor bestaande prioritaire locaties. V = aan criterium wordt voldaan X = aan criterium wordt niet voldaan
Samenvatting: op de tweede trede van de ladder van beheersconcepten van bestaande prioritaire locaties staat elektrochemisch beheer. Dit beheer mag niet worden toegepast op zorgplicht locaties en op nieuwbouw prioritaire locaties. Voor de toepassing van elektrochemisch beheer gelden specifieke eisen.
4.3
De derde trede volgens artikel 44, lid 3 (vereenvoudigde tekst)
Voor zover elektrochemisch beheer naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf redelijkerwijs niet mogelijk is, kan, onverminderd de toelating van het Ctgb, worden gekozen voor chemisch beheer. Nadere uitleg Lid 3 van artikel 44 is de derde trede van de ‘ladder’ en heeft betrekking op bestrijding van Legionella en biofilm.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
24
E.
Chemisch beheer
Onder chemisch beheer wordt onder meer verstaan het doseren van chloordioxide, monochlooramine of waterstofperoxide. Gemotiveerd oordeel Bij het gemotiveerde oordeel van het gecertificeerde bedrijf valt te denken aan: een telkens terugkerende overschrijding van de in artikel 36 van het Drinkwaterbesluit genoemde norm (drinkwater en warm tapwater bevatten minder dan 100 kolonie vormende eenheden legionellabacteriën van de soorten genoemd in artikel 4 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater), ondanks de bestrijding van Legionella en biofilm door toepassing van een elektrochemische techniek. Voor chemisch beheer ter bestrijding van Legionella en biofilm in collectieve leidingwaterinstallaties is (nog) geen BRL beschikbaar. Voorwaarden voor toepassing van chemisch beheer in de voedende leiding van de gehele installatie of van een deel van de installatie zijn: a. voorzien van toelating van het Ctgb: apparatuur van de betreffende techniek mag uitsluitend geplaatst en onderhouden worden door installateurs die bekend zijn met deze apparatuur (de leverancier of een installateur die door de leverancier is aangewezen). een servicecontract dient met of via de leverancier te zijn afgesloten om de werking van het systeem te waarborgen; b. voorzien van ATA-certificaat; c. voorzien van certificaat, zodra hiervoor een BRL beschikbaar is; d. een beheersconcept van de toe te passen techniek van de leverancier, e. het aanpassen van de nageschakelde installatie zodat de betreffende chemische techniek functioneert als bedoeld door de leverancier; f. het aanpassen van het legionella-beheersplan voor de nageschakelde installatie, met de aspecten beschreven in de beheersinstructie van de toe te passen techniek van de leverancier en verder overeenkomstig artikel 38 van het Drinkwaterbesluit ; g. de legionella-risicoanalyse en het legionella-beheersplan moeten respectievelijk zijn/worden uitgevoerd en opgesteld/aangepast door een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf (artikelen 37 en 38 van het Drinkwaterbesluit); h. overeenkomstig het legionella-beheersplan maatregelen en controles uitvoeren en bijhouden in een logboek (artikel 40 van het Drinkwaterbesluit)
Deze voorwaarden gelden bij toepassing in bestaande prioritaire installaties waar naar het schriftelijke en gemotiveerde oordeel van een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf elektrochemisch beheer redelijkerwijs niet mogelijk is. Opmerking: Er is op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden voor chemisch beheer nog geen enkele toelating afgegeven door het Ctgb. Vooralsnog is toepassing van chemisch beheer dus nergens toegestaan.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
25
Chemisch Chemisch Ctgb-toelating + ATA certifciaat
volgorde (ladder) toepassing beheersconcepten
4 wekelijks gebruik alle tappunten
3 geen dode leidingstukjes of ongebruikte leidingen
met toepassingsvoorwaarden
drinkwater / warmwater uittapleidingen < 25 °C
Beheersconcept
2 warmwater > 60 °C
Criteria
1
***
X V X V
Aanvullende voorwaarden / opmerkingen
bestaande prioritaire locaties •
of beveiliging EA aan begin leiding volgens WB 3.1 (par. 3.1) waarop geen tappunt is aangesloten voor consumptie of hygiënische doeleinden ** < 60 °C en > 50 °C mag ook bewuste keuze zijn *** < 60 °C en > 50 °C (nog) niet toegestaan
Beheersmaatregelen volgens aangepast LBP
trede 3 Elektrochemisch Ctgb toelating + Elektrochemisch ATA-certifcaat, BRL K 14010, deel 2
Fysisch ATA en BRL K 14010 -1
Fotochemisch (AOT) Ctgb toelating, ATA en BRL K 14010-1
Thermisch (BB / NEN 1006)
***
X V X
X X** X
ν
ν ν*
ν ν ν
Xν ν ν ν
Beheersmaatregelen volgens aangepast LBP
wanneer het niet mogelijk is aan 1 en/of 3 te voldoen, en bestrijding van Legionella door elektrochemisch beheer naar schriftelijk en gemotiveerd oordeel van gecertificeerd bedrijf (BRL 6010) redelijker wijs niet mogelijk is
trede 2 wanneer het niet mogelijk is aan criteria 1 en/of 3 Beheersmaatregelen te voldoen, en bestrijding van Legionella door volgens thermisch -, fysisch – of fotochemisch beheer naar schriftelijk en aangepast LBP gemotiveerd oordeel van gecertificeerd bedrijf (BRL 6010) redelijkerwijs niet mogelijk is, wanneer het redelijkerwijs niet mogelijk is om aan Beheerscriterium 1, of 1en 2 te voldoen, of wanneer gekozen maatregelen volgens LBP wordt voor een lagere warmwatertemperatuur (criterium 2)
trede 1
Schema 9. Chemisch beheer op ladder beheersconcepten voor bestaande prioritaire locaties. V = aan criterium wordt voldaan X = aan criterium wordt niet voldaan
Samenvatting: op de derde trede van de ladder van beheersconcepten van bestaande prioritaire locaties staat chemische beheer. Dit beheer mag niet worden toegepast op zorgplicht locaties en op nieuwbouw prioritaire locaties. Voor de toepassing van chemisch beheer gelden specifieke eisen. 4.4
Artikelen 44.4, 44.5 en 44.6
Artikel 44, lid 4 Bij toepassing van fysisch of fotochemisch beheer is de eigenaar van de collectieve watervoorziening of het collectief leidingnet verantwoordelijk voor het in acht nemen van de voorwaarden en voorschriften, opgenomen in BRL K 14010-1 Artikel 44, lid 5 Bij toepassing van elektrochemisch beheer is de eigenaar verantwoordelijk voor het in acht nemen van de voorwaarden en voorschriften, opgenomen in BRL K 14010-2.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
26
Artikel 44, lid 6 Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste tot en met vijfde lid. Nadere uitleg Het ministerie heeft besloten om van deze mogelijkheid, waarvoor in de ‘Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater’ artikel 9 is gereserveerd, voorlopig geen gebruik te maken. Indien daar op basis van de ervaringen bij controle en toezicht aanleiding toe is, kan in de toekomst worden overwogen om alsnog aan artikel 9 invulling te geven. Mogelijk kunnen dan ook de relevante delen van de VROM Beleidsbrief van 1 oktober 2008 daarin worden opgenomen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
27
5.
Legionella-risicoanalyse: clustering van elementen tot één component: vereenvoudiging van de registratie
De bepalingen voor het uitvoeren van een legionella-risicoanalyse zijn te vinden in het Drinkwaterbesluit (artikel 37, lid 1 en 2) en nader uitgewerkt in de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater (artikel 5 en bijlage 2). Gebaseerd op artikel 37, lid 1en 2 van het Drinkwaterbesluit: De eigenaar van een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet, als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van het Drinkwaterbesluit, draagt zorg voor de uitvoering van een legionella-risicoanalyse met betrekking tot de kans, dat niet wordt voldaan aan artikel 36 van het Drinkwaterbesluit (< 100 kve/l legionellabacteriën van een soort genoemd in artikel 4 van de ‘Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater’); ten gevolge van een omstandigheid als bedoeld in artikel 29, eerst lid van de Drinkwaterwet; overeenkomstig de voorschriften in de ‘Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater’. Opmerking: Zie schema 1 voor de Zorgplicht gebaseerd op artikel 29, lid 1 van de Drinkwaterwet. Artikel 5 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater De eigenaar van een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van het Drinkwaterbesluit, voert een legionella-risicoanalyse uit overeenkomstig de daarvoor in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen voorschriften en draagt zorg voor de in verband daarmee te treffen maatregelen. Bijlage 2 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater: Een risicoanalyse wordt uitgevoerd overeenkomstig de voorschriften 1.1.1 tot en met 4.7 Uitvoering inventarisatie tappunten Voorschrift 1.1.1: Beoordeeld wordt in hoeverre de tappunten die deel uitmaken van een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet (of daarop kunnen zijn aangesloten) aan te merken zijn als aërosolvormende tappunten. Verdeling van de collectieve leidingwaterinstallatie in hoofdfuncties Samenvatting voorschrift 3.1: Ten behoeve van de legionella-risicoanalyse verdeelt voorschrift 3.1 de collectieve leidingwaterinstallatie in vijf hoofdfuncties: - de grondstof; - de drinkwaterinstallatie, zijnde een leidingnet tussen het centrale leveringspunt en alle tappunten; - de warmtapwaterbereiding; - het warmtapwaterleidingnet; - de tappunten. _______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
28
Risicoanalyse van component tot systeem Voorschrift 4.2: Bij de risicoanalyse wordt de volgende procedure gevolgd: a. binnen de collectieve watervoorziening of het collectieve leidingnet worden per hoofdfunctie, als bedoeld in voorschrift 3.1, componenten onderscheiden; b. vervolgens wordt per component een risicoanalyse uitgevoerd; c. daarna wordt per hoofdfunctie voor de gehele installatie een risicoanalyse uitgevoerd. Voorschrift 4.3.1: Bij de uitvoering van voorschrift 4.2, onder a, wordt rekening gehouden met de volgende factoren die een verandering in de risicofactoren kunnen veroorzaken: a. leidingvertakking, het is hierbij met name van belang of de functie van een leiding en daarmee de gebruiksintensiteit verandert; b. ruimte, per ruimte wordt bezien of deze ruimte een verhoogde kans biedt op warme punten (hot spots) voor de drinkwaterleidingen en warmwateruittapleidingen. Voorschrift 4.3.2: Toestellen worden als afzonderlijke componenten gezien. Voorschrift 4.3.3: De componenten worden genummerd, beginnend aan de inlaat van de hoofdfunctie en oplopend naar de eindpunten, en vervolgens op een rij gezet. Voorschrift 4.3.4: De nummering van de componenten wordt op het installatieschema ingetekend. Voorschrift 4.3.5: Per component worden de vereiste gegevens in een overzicht ingevuld. Uit de toelichting op bijlage 2 van de Regeling Indien alle componenten ten minste risiconeutraal zijn, kan eenvoudig worden vastgesteld dat de totale installatie geen risico op groei met zich brengt. Nadere uitleg met betrekking tot het opsplitsen van hoofdfuncties Hoofdfuncties kunnen worden opgesplitst: - in componenten als afzonderlijk element, en - in componenten samengesteld uit meerdere elementen Met de opsplitsing van elke hoofdfunctie in (installatie)componenten wordt een systematische installatiebeschrijving en risicobeschrijving beoogd.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
29
Nadere uitleg met betrekking tot componenten De componenten worden geïdentificeerd door, op papier en in de praktijk, de installatie vanaf de inlaat naar de uiteinden te volgen. Hierbij worden risicofactoren en daarvan afgeleide aandachtspunten in kaart gebracht. In voorschrift 1.1 van de ‘Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater’ wordt onder een component verstaan: ‘onderdeel van de installatie dat wat betreft de kans op groei danwel afdoding van legionellabacteriën als een eenheid kan worden beschouwd’ Een component (eenheid) kan dus een afzonderlijk element zijn, of zijn samengesteld uit meerdere elementen (subeenheden). Voorbeelden van afzonderlijke componenten zijn: leidingdelen (leiding tussen twee aftakkingen, of leiding vanaf aftakking naar tappunt, toestel, nooddouche, e.d.) toestellen (bijv. centraal thermostatisch mengtoestel) drinkwaterreservoirs pompen nooddouches brandslanghaspels Nadere uitleg met betrekking tot voorschrift 4.3.1: Om de componenten te onderscheiden, of eventueel de meerdere elementen te kunnen clusteren tot een component (eenheid), wordt gekeken naar de factoren die een verandering in de risicofactoren kunnen veroorzaken. Die factoren betreffen leidingvertakkingen, leidingdelen zonder aerosolvormende tappunten, en ruimte(n). Bij vertakkingen is het vooral van belang of de functie van de leiding, en daarmee de gebruiksintensiteit (tapfrequentie), verandert. Hierbij kan ook een omgekeerde werkwijze worden gevolgd: als uit de inventarisatie van tappunten blijkt dat alle tappunten van een (deel van de) installatie minimaal dagelijks of wekelijks gebruikt worden, dan geldt dat ook voor alle aangesloten leidingdelen. Per ruimte dient te worden vastgesteld of er een verhoogde kans is op warme punten (hot spots) voor de drinkwaterleidingen en warmwateruittapleidingen. Voorbeelden van componenten die zijn samengesteld uit meerdere elementen, en die als een eenheid kunnen worden beschouwd zijn: (deel van een) leidingnet, bestaande uit opeenvolgende leidingdelen (in serie en/of vertakt), elk met een risiconeutrale beoordeling (liggen in een groep van ruimten met één temperatuurregime, alle tappunten worden dagelijks of wekelijks gebruikt); (deel van een) leidingnet, dat met een terugstroombeveiligingseenheid EA, nabij het centrale leveringspunt (watermeter) is gekoppeld aan de drinkwaterinstallatie, en waarop meerdere nietaerosolvormende tappunten zijn aangesloten; een brandblusleiding, die met een terugstroombeveiligingseenheid EA is gekoppeld aan de drinkwaterinstallatie, en waarop brandslanghaspels zijn aangesloten een drukverhogingsinstallatie, bestaande uit pompen, leidingwerk, appendages, schakelvat, e.d.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
30
Beschrijving componenten gebaseerd op voorschriften 4.3.3 t/m 4.3.6 Voor een systematische werkwijze is een vorm van ordening van de componenten vereist. Eén van de mogelijkheden hiervoor is die van nummering. Hierbij worden de componenten beginnend aan de inlaat van de hoofdfunctie en oplopend naar de eindpunten genummerd en op een rij gezet. De nummering wordt op het installatieschema ingetekend. Per component worden de vereiste gegevens (zie voorschrift 4.3.6) in een overzicht ingevuld, waarna de beschrijving gereed is. De nummering kan aanzienlijk vereenvoudigd worden door leidingdelen met eenzelfde minimum gebruiksintensiteit in ruimten met een vergelijkbare temperatuurregime als één component aan te merken, dus als een component die is samengesteld uit meerdere elementen. In schema 10 is hiervan een voorbeeld gegeven.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
31
Overzicht nummering componenten: Hoofdfunctie Drinkwaterinstallatie: Hoofdfunctie Warmwaterbereiding:
Hoofdfunctie Warmwaterleidingnet:
1-2 leveringspunt 4b-4c warmwatertoestel (> 60 °C) 4c-4d uittapleiding (meerv. > 60°C) 2-2a leidingnet 2-3 leidingdeel (hoofdleiding) 3-3a brandblusleiding 3-4 leidingdeel (hoofdleiding) 4-5 leidingdeel (hoofdleiding) 4-4a leidingdeel (verdeelleiding) 4a-4d uittapleiding (meervoudig) 4-4b uittapleiding (meervoudig) 5- .. ................................
Schema 10. Voorbeeld vereenvoudigde leidingnummering van componenten samengesteld uit meerdere elementen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
32
Toelichting schema 10
• •
•
Alle leidingdelen tussen 2 en 2a vormen één component. Op dit leidingnet staan uitsluitend niet-aerosolvormende tappunten aangesloten. Dit leidingnet is door middel van een beveiligingseenheid EA (keerklep), direct na het leveringspunt, gesplitst. Het leidingnet vanaf 3 naar 3a betreft een separate brandblusleiding en vormt één component. Op dit leidingnet staan uitsluitend brandslanghaspels aangesloten. Dit leidingnet is door middel van een beveiligingseenheid EA (keerklep) gescheiden van de drinkwaterinstallatie. Alle op de leidingdelen tussen 4a en 4d aangesloten tappunten (aerosolvormend en nietaerosolvormend) voldoen aan de minimum gebruiksfrequentie (ten minste wekelijks) en daarmee ook de leidingdelen zelf. Bovendien bevinden deze leidingdelen zich in (een groep van) ruimten waarin de temperatuur niet hoger is dan 25 °C en vormen daardoor één component (geldt ook voor 4c-4d).
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
33
6. Kwaliteitsborging door certificering Is het ontwerp en de aanleg van de collectieve leidingwaterinstallatie uitgevoerd door een bedrijf dat gecertificeerd is op basis van BRL 6000, deel 08A (ontwerp), respectievelijk deel 08B (installeren), dan mag de eigenaar het gerechtvaardige vertrouwen hebben dat het ontwerp en de aanleg van die collectieve leidingwaterinstallatie voldoet aan de zorgplichten op grond van artikel 21, lid 1 en artikelen 29 en 30 van de Drinkwaterwet en artikelen 12 en 19 van het Drinkwaterbesluit. Wordt het beheer en onderhoud van die collectieve leidingwaterinstallatie uitgevoerd door een bedrijf dat gecertificeerd is op basis van BRL 6000, deel 08C (beheer en onderhoud), dan mag de eigenaar het gerechtvaardige vertrouwen hebben dat de staat van die collectieve leidingwaterinstallatie voldoet aan de zorgplichten op grond van de artikel 21, lid 1 en artikelen 29 en 30 van de Drinkwaterwet en artikelen 12 en 19 van het Drinkwaterbesluit. Het ontwerp, de aanleg en het beheer en onderhoud door gecertificeerde bedrijven, als hierboven genoemd, biedt geen absolute garantie dat aan de wet- en regelgeving wordt/is voldaan. De eigenaar kan daarmee wel aantonen dat hij zich (maximaal) heeft ingespannen om aan de zorgplichten te voldoen. Status Beoordelingsrichtlijnen Publiek rechtelijk: - BRL-K14010-1/01 [A1] van 21-03-2012 voor het Kiwa attest-met-productcertificaat voor legionellapreventie met alternatieve technieken. Deel 1 Fysische techniek inclusief beheersconcept voor de nageschakelde installatie. - BRL K14010-2/01 van 24-02-2009 voor het Kiwa attest-met-productcertificaat voor legionellapreventie met alternatieve technieken. Deel 2 Elektrochemische technieken: - koper-zilverionisatie; - Anodische oxidatie. - Laatste NBRL 6010 van 20 maart 2012: Legionellapreventie-advisering voor collectieve drinkwaterinstallaties (status per eind juni 2012: ligt ter goedkeuring voor bij RvA) Privaat rechtelijk: - NBRL 6000- 08A/B van 20 maart 2012 (laatste versie, ligt ter goedkeuring voor bij RvA per eind juni 2012) met aanvullingsblad van 27 februari 2007 Ontwerpen en installeren van leidingwaterinstallaties van bouwwerken, anders dan individuele woningen. - NBRL 6000- 08C van 20 maart 2012 (laatste versie, ligt ter goedkeuring voor bij RvA per eind juni 2012) Beheren en onderhouden van leidingwaterinstallaties van bouwwerken, anders dan individuele woningen.
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
34
locatie waarop art. 35 en/of art. 44 Drinkwaterbesluit van toepassing is
j
j
realisatiefase (uitvoering) (B)
Legionella-RA en Legionellabeheersplan gebaseerd op thermisch beheersconcept
n n
voldoet voldoet aan aan voorschriften
j
voldoet aan regels
n j n
BRL 6000- 08C(2)
j
Legionellabeheersplan aanpassen a.d.h. van beheersinstrutie alternatieve techniek
L-Beheersplan voldoet aan voorschriften
n
beheersmaatregelen / onderhoud incl. legionellabeheersmaatregelen (C2)
Alternatieve techniek j beheersinstructie alternatieve techniek
voldoet aan beheer(s)plan en regels
n
N-BRL 6010
n
voldoet aan voorschriften
BRL K 14010, delen 1/2
N-BRL 6000-08(B) N-BRL 6000-08(A)
Legionellapreventie adviseur
beheer(s)plan en logboek leidingwaterinstallatie (C1)
N-BRL 6000-08C(1)
Adviseur / installateur Installateur Beheerder / Installateur Installateur
ontwerpfase en uitwerkingsfase (A)
j rapportage t.b.v. logboek
Fabrikant / leverancier
Schema 11. Kwaliteitsborging collectieve leidingwaterinstallaties
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
35
Bijlage: status van (onderdelen) beleidsbrieven Fysische technieken: - Beleidsbrief van 1 oktober 2008 m.b.t. beheer fysische technieken in relatie tot thermisch beheer Status: geldt nog steeds, met uitzondering van opmerking dat BRL niet verplicht is (is inmiddels wel het geval sinds inwerkingtreding Drinkwaterbesluit op 1 juli 2011). Koper/zilverionisatie: - Beleidsbrief van 20 februari 2007 m.b.t. Landelijke aanpak verboden toepassing koper-zilverionisatie Status: niet meer relevant, tekst is aangepast bij brief van 20 augustus 2008. - Beleidsbrief van 20 augustus 2008 m.b.t. aanpassing voorwaarden c en d uit brief van 20 februari 2007 Status: geldt tot 1 januari 2013 (zie brief 24 augustus 2011). - Beleidsbrief van 19 februari 2010 m.b.t. verlenging geldigheidsduur ‘Landelijke aanpak koperzilverionisatie’ Status: niet meer relevant. - Beleidsbrief van 24 augustus 2011 m.b.t. verlenging geldigheidsduur ‘Landelijke aanpak koperzilverionisatie” Status: is relevant tot 1 januari 2013 (wordt waarschijnlijk verlengd tot september 2013). Anodische oxidatie: - Beleidsbrief van 5 maart 2008 m.b.t. Landelijke aanpak toepassing anodische oxidatie Status: geldt tot 1 januari 2013. (zie brief 24 augustus 2011). - Beleidsbrief van 24 augustus 2011 m.b.t. verlenging geldigheidsduur ‘Landelijke aanpak anodische oxidatie’. Status: is relevant tot 1 januari 2013 (wordt waarschijnlijk verlengd tot september 2013). .
_______________________________________________________________________________________________________________ Nadere uitleg Wet- en regelgeving Legionellapreventie in drink- en warm tapwater 5 maart 2013
36