Werkprotocollen gemeente Buren Werkprotocollen behorende bij de natuurwaardenkaart gemeente Buren projectnr. 239110 revisie 01 17 mei 2013
auteur(s) ir. M.E. Leenen - Rijnierse
Opdrachtgever Gemeente Buren - Ruimtelijke Ontwikkeling Dhr. W. Vermeulen Postbus 23 4020 BA Maurik
datum vrijgave 17 mei 2013
beschrijving revisie 00 Definitieve rapportage
goedkeuring H.J. Riphagen
vrijgave A.J. Bosma
Colofon
Projectgroep bestaande uit: ir. M.E. Leenen - Rijnierse
Tekstbijdragen: ir. M.E. Leenen - Rijnierse ing. H.J. Riphagen
Fotografie:
Vormgeving: ir. M.E. Leenen - Rijnierse Datum van uitgave: 16 mei 2013 Contactadres: Zutphenseweg 31D 7418 AH Deventer Postbus 321 7400 AH Deventer
Copyright © 2013 Ingenieursbureau Oranjewoud Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
Inhoud blz.
1
Inleiding ..............................................................................................................2
1.1 1.2 1.3 1.4
Flora- en faunawet...............................................................................................................2 Taak gemeente ....................................................................................................................4 Reikwijdte gedragscode en werkprotocollen .......................................................................5 Overige natuurwetgeving.....................................................................................................6
2
Bestendig beheer en onderhoud...........................................................................7
2.1 2.2 2.3
Onderhoud houtige begroeiingen ........................................................................................8 Onderhoud kruidachtige begroeiingen.................................................................................9 Onderhoud waterbegroeiingen..........................................................................................10
3
Ruimtelijke inrichting en ontwikkeling................................................................12
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Dempen en verbreden van waterlichamen en waterbodemsanering.................................12 Het aanbrengen van duikers en dammen...........................................................................14 Slopen, renoveren en verbouwen van gebouwen en kunstwerken ....................................15 Bouwrijp maken van de grond en aanbrengen van verhardingen ......................................16 Het verwijderen van houtige en grazige vegetatie .............................................................17
Literatuurlijst ...................................................................................................................18 Bijlage 1: Beschermde soorten tabel 2 en 3 in de gemeente Buren ......................................1
blad 1 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
1
Inleiding In deze rapportage is beschreven op welke manier veel voorkomende werkzaamheden in de gemeente Buren kunnen worden uitgevoerd, zodat schade aan de flora- en fauna zoveel mogelijk wordt voorkomen of beperkt. De voorwaarden die gelden om ten aanzien van de Flora- en faunawet conflicten te voorkomen, worden vastgelegd in een werkprotocol. Elk werkprotocol is gebaseerd op de activiteiten die de gemeente Buren uitvoert en de impact daarvan. De activiteiten zijn samen met de gemeente Buren geïdentificeerd als meest voorkomend. Leidend bij de werkprotocollen zijn de voorwaarden die zijn gesteld in de Gedragscode Beheer Groenvoorzieningen (Vereniging Stadswerk Nederland, 2008) en de beperkingen die worden gesteld vanuit de Flora- en faunawetgeving. De gedragscode gaat uit van een algemene situatie die in de praktijk nadere afstemming vergt. Bovendien wordt gebruik gemaakt van ervaringen die opgedaan zijn bij de gemeente en Oranjewoud, waardoor vroegtijdig maatregelen kunnen worden getroffen om conflicten met de natuurwetgeving te voorkomen. Elk werkprotocol geeft een beschrijving van de maatregelen die in het veld moeten worden uitgevoerd. Daaronder vallen bijvoorbeeld maatregelen die moeten worden uitgevoerd voordat beheer of onderhoud kan plaatsvinden, zoals het wegvangen van vissen in sloten die gesaneerd worden. Bovendien worden extra maatregelen beschreven die tijdens werkzaamheden nodig zijn ten aanzien van bepaalde soorten, zoals voor het vermijden van broedgevallen van vogels op plekken waar werkzaamheden plaats vinden in het broedseizoen. Ook zijn instructies opgenomen die van belang zijn voor de mensen die in het veld werken.
1.1
Flora- en faunawet Onder de werking van de Flora- en faunawet vallen circa 1.000 dier- en plantensoorten. Alle inheemse zoogdieren (m.u.v. de huismuis en zwarte en bruine rat), vogels, amfibieën en reptielen zijn beschermd. Tevens hebben een aantal soorten planten, vissen, insecten en ongewervelden een beschermde status. Voor de in het wild voorkomende planten en dieren geldt de algemene zorgplicht (art. 2). Volgens de Flora- en faunawet mogen beschermde dier- en plantensoorten niet worden verwond, gevangen, opzettelijk worden verontrust of gedood. Voortplanting- of vaste rust- of verblijfplaatsen mogen niet worden beschadigd, vernield of verstoord. Beschermde planten mogen op geen enkele wijze van hun groeiplaats worden verwijderd of vernield. De verbodsbepalingen van de wet staan genoemd in onderstaand kader. Verboden handelingen met betrekking tot beschermde planten: Artikel 8: Het plukken, verzamelen, afsnijden, vernielen, beschadigen, ontwortelen of om een andere manier van de groeiplaats verwijderen van planten Artikel 13: Het vervoeren en onder zich hebben (in verband met verplaatsen) van planten Verboden handelingen met betrekking tot beschermde dieren: Artikel 9: Het doden, verwonden, vangen of bemachtigen van dieren. Het met het oog op bovenstaande doelen opsporen van dieren. Artikel 10: Het opzettelijk verontrusten van dieren Artikel 11: Het beschadigen, vernielen, uithalen wegnemen, verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren. Artikel 13: Het vervoeren en onder zich hebben (in verband met verplaatsen) van dieren De werkingssfeer van de Flora- en faunawet is niet beperkt tot of gerelateerd aan speciaal aangewezen gebieden, maar geeft soorten overal in Nederland bescherming. In artikel 75 van de Flora- en faunawet worden de ontheffingsmogelijkheden weergegeven. Op 23 februari 2005 is de Algemene Maatregel van Bestuur m.b.t. artikel 75 van de Flora- en faunwet in werking getreden. Middels deze AMvB wordt onder bepaalde voorwaarden een algemene vrijstelling blad 2 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
geregeld van de ontheffingsplicht van de Flora- en faunawet. Deze vrijstelling geldt voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, bestendig gebruik en bestendig beheer en onderhoud en voor bepaalde (algemeen voorkomende) soorten. Welke voorwaarden verbonden zijn aan de vrijstelling hangt af het de dier- of plantensoorten die voorkomen in het plangebied. In de AMvB worden hiertoe verschillende beschermingsregimes onderscheiden. Soorten van tabel 1 – algemene soorten – lichtste beschermingsregime AMvB: Voor deze soorten geldt voor ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling van de ontheffingsplicht. Voor deze soorten is derhalve geen ontheffing nodig. Wel geldt ten aanzien van deze soorten de zorgplicht, die eveneens van de Flora- en faunawet uitgaat. Soorten die vallen onder de vrijstelling betreft onder andere algemene zoogdiersoorten, zoals algemene muizen- en spitsmuizen, de Egel, Konijn en Mol, Ree en Vos; , algemene amfibieënsoorten, waaronder de Bruine kikker, Gewone pad en Kleine watersalamander en plantensoorten als Grasklokje en Gewone dotterbloem. Soorten van tabel 2 – overige soorten – middelste beschermingsregime AMvB: Voor soorten van tabel 2 van de AMvB is bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling mogelijk van de ontheffingsplicht, indien gewerkt wordt volgens een door het Ministerie goedgekeurde gedragscode en de in dit rapport opgenomen werkprotocollen. Ontbreekt dit, dan dient ontheffing aangevraagd te worden, welke wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort’(lichte toets). Daarnaast geldt ook voor soorten van tabel 2 de algemene zorgplicht.
Soorten van tabel 3 – genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in Bijlage 1 van de AMvB – zwaarste beschermingsregime AMvB. Voor soorten van tabel 3 geldt het zwaarste beschermingsregime en is bij ruimtelijke ontwikkelingen geen vrijstelling mogelijk van de ontheffingsplicht, ook niet met een gedragscode of werkprotocollen. Voor deze soorten dient een ontheffing aangevraagd te worden, welke aan vier criteria wordt getoetst (zware toets): de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats wordt niet aangetast, er is sprake van een in of bij wet genoemd belang, er is geen alternatief en ‘doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort’. Daarnaast geldt ook voor soorten van tabel 3 de algemene zorgplicht. Voor Bijlage 1 soorten uit Tabel 3 kan ontheffing worden aangevraagd op grond van alle belangen genoemd in het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. In de praktijk komen bij Bijlage 1- soorten onderstaande vier belangen het meeste voor bij een ontheffing voor een ruimtelijke ingreep: 1. Bescherming van flora en fauna (b); 2. Volksgezondheid of openbare veiligheid (d); 3. Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten (e); 4. Uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimte inrichting of ontwikkeling (j) Voor Bijlage IV-soorten van de Habitatrichtlijn uit Tabel 3 geldt voor een ruimtelijke ingreep alleen ontheffing wordt verleend op grond van een belang uit de Habitatrichtlijn: 1. Bescherming flora en fauna (b) 2. Volksgezondheid of openbare veiligheid (d); 3. Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten (e);
blad 3 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
Vogels Vogels zijn niet opgenomen in Tabel 1 t/m 3; alle vogels zijn in Nederland gelijk beschermd. T.a.v. vogels geldt, dat werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waardoor hun nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord verboden zijn. Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt een vrijstelling wanneer gewerkt wordt volgens een goedgekeurde gedragscode en de in dit rapport opgenomen werkprotocollen. Ontbreken deze dan dient formeel een ontheffing te worden aangevraagd. Voor broedvogels wordt echter geen ontheffing verleend waarbij als voorwaarde wordt gesteld dat broedvogels niet verstoord mogen worden tijdens het kwetsbare broedseizoen; dit mede in het kader van de algemene zorgplicht die ook voor vogels geldt. Bescherming van vogelnesten Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Hiervoor is geen standaardperiode, het gaat erom of er een broedgeval is. Verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keer elk jaar terug naar hetzelfde nest. Deze soorten staan vermeld in categorie 1 t/m 4 van de 'Aangepaste lijst van jaarrond beschermde vogelnesten' (Ministerie van LNV, 2009). Indien de werkzaamheden effect hebben op deze soorten is een ontheffing nodig. Voor vogels kan alleen een ontheffing worden verleend op grond van een wettelijk belang uit de Vogelrichtlijn. Dit zijn: Bescherming van flora en fauna (b); Veiligheid van het luchtverkeer (c); Volksgezondheid of openbare veiligheid (d). De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik zijn alleen tijdens het broedseizoen beschermd. Voor deze soorten* is geen ontheffing nodig, indien werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden of maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat deze soorten zich op de bouwplaats gaan vestigen tijdens het broedseizoen. Buiten het broedseizoen mag van deze soorten het nest worden verplaatst of verwijderd. * Een deel van deze soorten zijn ondergebracht in categorie 5 van de 'Aangepaste lijst van jaarrond beschermde vogelnesten' (Ministerie van LNV, 2009). Hoewel het onderbrengen van deze soorten op deze lijst anders doet vermoeden is de vaste rust- en verblijfplaats van deze vogels niet jaarrond beschermd. Dit betreffen namelijk vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor gebroed hebben of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Algemene zorgplicht De algemene zorgplicht (artikel 2 Flora- en faunawet) houdt in dat planten en dieren niet onnodig vernield/gedood of verstoord mogen worden. Dit betekent dat handelingen (of het nalaten hiervan) waarvan men weet, of redelijkerwijs kan vermoeden, dat ze nadelig zijn voor planten en/of dieren niet mogen worden uitgevoerd. Wanneer dergelijke handelingen toch uitgevoerd moeten worden, moeten maatregelen, voor zover dit in redelijkheid kan, worden genomen om de nadelige gevolgen te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Er dient bijvoorbeeld zo gewerkt te worden dat dieren kunnen ontsnappen en het kan nodig zijn om soorten te verplaatsen (bijvoorbeeld planten en amfibieën). Deze algemene zorgplicht geldt voor elke soort en elk individu in Nederland.
blad 4 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
1.2
Taak gemeente De gemeente werkt volgens de werkprotocollen en de gedragscode beheer groenvoorzieningen. In deze werkprotocollen, specifiek opgesteld voor de gemeente Buren, zijn onder meer de volgende items verwoord: • Zoneringdocument met kaart waaruit blijkt waar specifieke natuurgebieden liggen (wettelijk beschermd, lokaal waardevol, 0-status). • Informatie over de aanwezigheid van bijzondere soorten, beschermingsstatus per soort en hoe deze soorten te beschermen, te behouden of te ontwikkelen (soortbescherming). • Werkprotocollen, werkplan of bestek met daarin de gewenste maatregelen om de terreindoelstelling te bereiken (terreinbeheer). • Monitoring en evaluatie. • Met LNV afhandelen van calamiteiten waardoor soortbescherming in gevaar is gekomen.
1.3
Reikwijdte gedragscode en werkprotocollen Deze werkprotocollen en de gedragscode is van toepassing op de uitvoering van werkzaamheden in groenvoorzieningen en op ruimtelijke ontwikkelingen in en direct rond de gemeentelijke groenvoorzieningen. Er zijn werkprotocollen opgesteld voor werkzaamheden in het kader van ‘bestendig beheer en onderhoud’ (hoofdstuk 2) welke aansluiten op de gedragscode beheer groenvoorzieningen. Hier is voor werkzaamheden in het kader van ‘ruimtelijke ontwikkeling en inrichting’ een apart hoofdstuk met werkprotocollen opgesteld (hoofdstuk 3). Deze werkprotocollen sluiten aan op de gedragscode van de gemeente Tiel. Per activiteit is een werkprotocol opgenomen, waarin per legenda eenheid op de natuurwaardenkaart wordt aangegeven wanneer en onder welke voorwaarden gewerkt kan worden. Onderstaande werkzaamheden worden onderscheiden: Bestendig beheer en onderhoud Houtige boombegroeiingen met gazon of verharding als ondergrond. Houtige begroeiingen met ondergroei. Houtige struweelbegroeiing. Houtige sierbegroeiing. Kruidige begroeiingen met jaarlijks extensief onderhoud. Kruidige begroeiingen met jaarlijks intensief onderhoud. Waterbegroeiingen en overgangen land-water. Het baggeren en schonen van watergangen. Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting Het slopen, renoveren of verbouwen van bouwwerken. Het dempen of verbreden van waterlichamen en waterbodemsanering. Het aanbrengen van duikers/ damwanden. Het verwijderen van bomen, struweel en grazige vegetatie. Het aanbrengen van verhardingen. 1. Bestendig beheer en onderhoud en bestendig gebruik Het gaat hier om beheer en onderhoud dat langere tijd op dezelfde wijze worden uitgevoerd en daarom bestendig is. Het gaat dan niet noodzakelijkerwijze om werkzaamheden die jaar in jaar uit plaatsvinden: ook beheer en onderhoud dat steeds in een cyclus met tussenpozen van een aantal jaren plaatsvinden kunnen bestendig zijn. Wanneer grote veranderingen in de werkwijze worden doorgevoerd of grootschalige maatregelen worden genomen, is geen sprake meer van bestendig beheer en onderhoud maar van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Dit is ook het geval wanneer werkzaamheden het karakter hebben gekregen van het wegwerken van achterstallig onderhoud, zoals bij sanering van waterbodems. blad 5 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
Onder het begrip “bestendig gebruik” vallen activiteiten die al jaren lang samenhangen met de landschappelijke kwaliteit van een gebied, en die daarin zijn ingepast. Hiervoor geldt als voorwaarde, evenals bij “bestendig beheer en onderhoud”, dat de activiteiten al langer op dezelfde manier plaatsvinden en kennelijk niet hebben verhinderd dat zich beschermde soorten hebben gevestigd. Zodra veranderingen worden aangebracht in de frequentie, omvang of intensiteit en dus duidelijk wordt afgeweken van de gebruikelijke gang van zaken, is er niet langer sprake van bestendig gebruik. 2. Ruimtelijke ingreep/ontwikkeling Hierbij gaat het doorgaans om min of meer ingrijpende veranderingen die leiden tot functieverandering of uiterlijke veranderingen van een gebied. In onderstaand schema zijn de mogelijkheden tot vrijstelling van de ontheffingsplicht weergegeven. Categorie Verbodsbepalingen flora- en Soorten Soorten Soorten Vogels faunawet tabel 1 tabel 2 tabel 3 Bestendig beheer en onderhoud Artikel 8 tot en met 12 Bestendig gebruik Artikel 8, 9, 11 en 12 Artikel 10 (opzettelijk verstoren) Ruimtelijke ontwikkeling en Artikel 8 tot en met 12 inrichting = Algehele vrijstelling van de ontheffingsplicht (zorgplicht geldt wel) = Vrijstelling van de ontheffingsplicht, mits gewerkt wordt volgens een (goedgekeurde) gedragscode/werkprotocollen = Ontheffingsplicht (ontheffing aanvragen voor het overtreden van verbodsbepalingen) Voor werkzaamheden die niet binnen één van de bovenstaande categorieën vallen, moet ontheffing aangevraagd worden, tenzij het werk uitgevoerd kan worden zonder dat schadelijke effecten optreden voor soorten van tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet (zie bijlage 1) op de bewuste locatie. Indien een ontheffing nodig is zal het werken volgens werkprotocollen de negatieve effecten verminderen, en de kans op het verkrijgen van een ontheffing vergroten. Ten alle tijden geldt de algemene zorgplicht.
1.4
Overige natuurwetgeving In beschermde natuurgebieden geldt niet alleen de bescherming van planten en dieren door de Flora- en faunawet maar daarnaast ook de bescherming van het natuurgebied zelf. In de gemeente Buren zijn de uiterwaarden langs de Nederrijn beschermd natuurgebied (het gebied tussen de Rijnbandijk en Marsdijk in de gemeente Buren en de Rijndek/ Lekdijk in de gemeenten Wijk bij duurstede, Utrechtse Heuvelrug en Rhenen) en is aangewezen als Natura 2000-gebied. Daarnaast maakt het gebied rondom de Nederrijn onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur op grond van het streekplan van de provincie Gelderland. Ook op diverse andere plekken in de gemeente Buren zijn gebieden aangewezen die behoren tot de Ecologische Hoofdstructuur. Activiteiten en werkzaamheden die daar plaatsvinden moeten dus niet alleen worden getoetst op hun effecten op beschermde soorten, maar ook op de ‘wezenlijke waarden en kenmerken’ die hebben geleid tot bescherming van het gebied. Daarbij is de provincie Gelderland bevoegd gezag.
blad 6 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
2
Bestendig beheer en onderhoud Bestendig beheer en onderhoud zijn werken aan vaarwegen, watergangen, waterkeringen, oevers, wegen, spoorwegen en bermen en werk in het kader van natuurbeheer landbouw en bosbouw. Het gaat om activiteiten die bestaan uit de voortzetting van een handeling die gericht is op behoud van de bestaande situatie. De werkzaamheden worden al langer op deze wijze uitgevoerd. Zodra grote veranderingen worden doorgevoerd (zoals de toepassing van nieuwe technieken of machines, ingrijpende grootschalige maatregelen is er geen sprake meer van bestendig beheer en onderhoud. Dan wordt gesproken over ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Onder bestendig beheer en onderhoud en bestendig gebruik vallen de volgende werkzaamheden: Onderhoud houtige begroeiingen Houtige boombegroeiingen met gazon of verharding als ondergrond. Houtige begroeiingen met ondergroei. Houtige struweelbegroeiing. Houtige sierbegroeiing. Onderhoud kruidachtige begroeiingen Kruidige begroeiingen met jaarlijks extensief onderhoud. Kruidige begroeiingen met jaarlijks intensief onderhoud. Onderhoud waterbegroeiingen Waterbegroeiingen en overgangen land-water. Het baggeren en schonen van watergangen.
blad 7 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
2.1
Onderhoud houtige begroeiingen Type werkzaamheden: Houtige boombegroeiingen met gazon of verharding als ondergrond. Houtige begroeiingen met ondergroei. Houtige struweelbegroeiing. Houtige sierbegroeiing. Omschrijving: Het kappen, snoeien en dunnen van opgaande beplanting in het kader van regulier onderhoud. Het verwijderen van takken of uitlopers van struiken (heesters) of bomen met als doel deze een volgend jaar beter te laten groeien, in een bepaalde vorm te behouden of om paden en wegen voor veiligheid van weggebruikers in voldoende mate vrij te houden.
Soortgroep/ periode jan feb mrt apr mei jun Flora Broedvogels Vogels met jaarrond beschermde nesten Vleermuizen Overige soorten Legenda = Voorkeursperiode voor de uit te voeren werkzaamheden = Werkzaamheden mogen onder voorwaarden worden uitgevoerd = Werkzaamheden bij voorkeur niet uitvoeren
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Te ondernemen werkstappen: Controleren natuurwaardenkaarten, registeren nieuwe plaatsen van beschermde soorten. Bomen met bewoonde holten van vleermuizen worden niet gekapt, binnen een straal van 10 meter worden evenmin bomen gekapt. Aangeven beschermingszone. In de periode van 15 maart tot 15 juli wordt in beginsel geen beplantingen gekapt in verband met het broedseizoen van vogels. Wanneer er geen nesten aanwezig zijn kunnen werkzaamheden wel plaats vinden. Uitzonderingen mogelijk bij gevaarlijke situaties. Snoeiwerkzaamheden worden buiten het groeiseizoen van beplantingen uitgevoerd. Dat is in het late najaar of in het vroege voorjaar (voor half maart). Bomen met vaste broedplaatsen van vogels (kolonie, jaarlijks bezet roofvogelnest) markeren. Deze bomen worden niet zonder ontheffing van de flora en faunawet gekapt, ook niet buiten het broedseizoen. In een zone van 10 meter worden geen bomen gekapt, ook niet buiten het broedseizoen. Bij de afvoer van de gekapte beplantingen (wegslepen en dergelijke) wordt voorkomen dat (bijzondere en beschermde) plantensoorten worden beschadigd. Takken- of bladhopen die ook kunnen dienen als overwinteringsplaats van bijvoorbeeld egels of (in de toekomst) als broedhoop van ringslangen worden niet verwijderd. Nieuwe hopen registeren op kaart. -
blad 8 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
2.2
Onderhoud kruidachtige begroeiingen Type werkzaamheden: Kruidige begroeiingen met jaarlijks extensief onderhoud. Kruidige begroeiingen met jaarlijks intensief onderhoud. Omschrijving: Het regelmatig maaien en al of niet afvoeren van maaisel. Onderscheid kan worden gemaakt tussen zeer frequent (± 20-25 maal per jaar) gemaaide gedeelten (gazons) en gedeelten met een veel lagere frequentie (één-tweemaal per jaar) gemaaide gedeelten (bijvoorbeeld wegbermen).
Soortgroep/ periode Broedvogels Vogels met jaarrond beschermde nesten Weidevogels Vleermuizen Heikikker Poelkikker Rugstreeppad Kamsalamander Bittervoorn Kleine Modderkruiper Grote Modderkruiper Rivierdonderpad
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Legenda = Voorkeursperiode voor de uit te voeren werkzaamheden = Werkzaamheden mogen onder voorwaarden worden uitgevoerd = Werkzaamheden bij voorkeur niet uitvoeren Te ondernemen werkstappen: Maaien dient gefaseerd uitgevoerd te worden op plaatsen waar bijzondere planten- en diersoorten zijn waargenomen. Op waterkanten is dit mogelijk door beide oevers om het andere jaar te maaien of door kleine gedeelten van een waterkant niet te maaien. Het maaisel dient na afloop van de werkzaamheden afgevoerd te worden. Als laatbroedende vogels worden vermoed, wordt het maaien uitgesteld tot na 15 augustus. Maaiwerkzaamheden mogen tussen 1 juni en 15 juli worden uitgevoerd mits voorafgaand gecontroleerd is en tijdens de werkgang goed wordt gelet op broedende vogels en bloeiende plantensoorten van tabel 2 en 3 opdat deze tijdens de werkzaamheden gespaard worden. Wanneer sprake is van de aanwezigheid van vogels, worden de vogels, hun nesten, eieren en jongen voor aanvang van de werkzaamheden actief opgespoord en gespaard. Dat betekent dat locaties met nesten niet worden gemaaid en dat bij de maaiwerkzaamheden een afstand van 5 meter wordt aangehouden. Op plaatsen waar de Heikikker voorkomt, dient niet gemaaid te worden tijdens regen. 25% van de vegetatie moet gespaard blijven. Bij aanwezigheid van de Poelkikker is maaien tijdens regen verboden. Wanneer eerder wordt gemaaid dan september of oktober, moet minimaal 25% van de vegetatie gespaard worden. Bij aanwezigheid van de Kamsalamander: In april tot en met juli zijn de volwassen dieren in het water. In die periode kunnen de oevers het beste gemaaid worden.
blad 9 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
2.3
Onderhoud waterbegroeiingen Type werkzaamheden: Waterbegroeiingen en overgangen land-water. Het baggeren en schonen van watergangen. Omschrijving: Onder het baggeren en schonen van watergangen valt het reguliere, vijf à tien jaarlijkse onderhoud van watergangen waarbij nadrukkelijk geen sprake is van achterstallig onderhoud. Onder onderhoud van watergangen vallen baggerwerkzaamheden en het schonen van watergangen. Er is sprake van achterstallig onderhoud wanneer: Dat de werkzaamheden niet plaatsvinden in een reguliere cyclus. Het een relatief forse ingreep betreft met een duidelijk fysieke invloed op de omgeving. Er sprake is van een substantiële wijziging in de omstandigheden waarbij de habitat (leefomgeving) veranderd. Als voorbeelden van achterstallig onderhoud kan worden genoemd: ophoging van kaden, sanering van een waterbodem, herprofilering van waterlopen.
Soortgroep/ periode Broedvogels Vogels met jaarrond beschermde nesten Weidevogels Vleermuizen Heikikker Poelkikker Rugstreeppad Kamsalamander Bittervoorn Kleine Modderkruiper Grote Modderkruiper Rivierdonderpad
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Legenda = Voorkeursperiode voor de uit te voeren werkzaamheden = Werkzaamheden mogen onder voorwaarden worden uitgevoerd = Werkzaamheden bij voorkeur niet uitvoeren Te ondernemen werkstappen: Locaties waar beschermde soorten van de flora- en faunawet van tabel 2 en 3 voorkomen, worden zoveel gespaard als nodig is om de functies van het leefgebied van voorkomende beschermde soorten te behouden. Dit houdt in: gefaseerd baggeren (bijvoorbeeld stukken watergang overslaan of de aanwezig beschermde soorten van de flora- en faunawet tabel 2 en 3 tijdelijk isoleren van het deel van de watergang waar de werkzaamheden plaatsvinden. Locaties waar beschermde soorten van de flora- en faunawet tabel 2 en 3 voorkomen en het besparen van deze locaties niet mogelijk is, wordt het op de kant gedeponeerde slib gecontroleerd op aanwezigheid van beschermde vissen en amfibieën. Bij aantreffen in de gedeponeerde slip van deze soorten, worden de soorten weer teruggezet in het water. Bij de aanwezigheid van de Heikikker dient minimaal 25% van de slootvegetatie en waterbodem bespaard blijven. Locaties waar de Kamsalamander voorkomt kan gebaggerd worden in oktober tot en met januari november, wanneer de watertemperatuur maar boven de 0°C is. Minimaal 25% van de watervegetatie en de waterbodem dient bespaard te blijven. Bij sterke aangroei van bagger kan om de 5 jaar gebaggerd te worden. blad 10 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
-
-
-
Bij aanwezigheid van de Poelkikker kan gebaggerd worden ik oktober en november, wanneer de watertemperatuur maar boven de 0°C is. Bij sterke aangroei van bagger kan om de 5 jaar gebaggerd worden. Watergangen waar de Bittervoorn voorkomt kunnen alleen gebaggerd worden bij temperaturen boven het vriespunt. Een cyclus waarbij eens in de drie jaar wordt gebaggerd heeft de voorkeur. Op plaatsen waar de Bittervoorn wordt verwacht, wordt de gedeponeerde slip gecontroleerd op zoetwatermosselen (Zwanemossels) en bij aantreffen worden deze teruggeplaatst in het water. Wanneer de slib niet gedeponeerd kan worden op de oever en beschermde soorten worden verwacht, moet onder deskundige begeleiding beschermde soorten van de flora- en faunawet tabel 2 en 3 worden weggevangen en uitgezet in vergelijkbaar leefgebied in de directe omgeving waar geen bagger- en herprofileringswerkzaamheden plaats gaan vinden. Watergangen waar Kleine Modderkruipers worden verwacht, kunnen gebaggerd worden in periode dat de watertemperatuur laag is, maar boven nul is, wanneer in beeld is gebracht waar de groepen Kleine Modderkruipers zich bevinden. Deze plekken moeten ontzien worden. Watergangen waar Grote Modderkruipers voorkomen dienen gefaseerd gebaggerd te worden in ruimte en tijd. Minimaal 25% van de vegetatie dient gespaard te blijven. Eens in de 3 tot 6 jaar moeten de watergangen geschoond te worden. De bagger dient op de kant geplaatst te worden en direct gecontroleerd te worden op de aanwezigheid van Grote Modderkruipers. Aangetroffen vissen terugzetten in het water. Aanbevolen wordt om de baggerwerkzaamheden te combineren met schoningswerkzaamheden. Baggeren in periode dat de watertemperatuur laag is, maar boven nul is, is mogelijk wanneer in beeld is gebracht waar de groepen Grote Modderkruipers zich bevinden. Deze plekken moeten ontzien worden. Bij aanwezigheid van de Rivierdonderpad dient niet gebaggerd te worden nabij schuil- en paaiplaatsen welke bestaan uit oeverzones met steenbestorting en boomwortels.
blad 11 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
3
Ruimtelijke inrichting en ontwikkeling Werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling omvatten bouw-, cultuur- en civieltechnische werkzaamheden. Het gaat doorgaans om ingrijpende veranderingen die leiden tot een functieverandering of uiterlijke verandering van het gebied. Het betreft de volgende typen werkzaamheden: -
3.1
Het dempen of verbreden van waterlichamen en waterbodemsanering. Het aanbrengen van duikers/ damwanden. Het slopen, renoveren of verbouwen van bouwwerken. Het verwijderen van bomen, struweel en grazige vegetatie. Het bouwrijp maken van de grond aanbrengen van verhardingen.
Dempen en verbreden van waterlichamen en waterbodemsanering Type werkzaamheden: Dempen van waterlichamen Vergraven (verbreden) van watergangen Waterbodemsaneringen Omschrijving: Onder slootdemping wordt verstaan het dichtstorten van een watergang, al dan niet door de watergang eerst droog te malen. Hierbij kan het leefgebied van diverse diersoorten worden aangetast. Verbreding van een watergang valt onder herprofilering. Herprofilering is het opnieuw vormgeven van het profiel van een watergang, waarbij het profiel afwijkt van het oorspronkelijke profiel. Onder een waterbodemsanering wordt verstaan het verwijderen van verontreinigd slib van de waterbodem. Er is sprake van achterstallig onderhoud met betrekking tot sanering wanneer het verwijderen van slib niet plaatsvindt in een reguliere cyclus, het een relatief forse ingreep betreft met een duidelijk fysieke invloed op de omgeving of het een substantiële wijziging van habitats veroorzaakt.
Soortgroep/ periode Broedvogels Vogels met jaarrond beschermde nesten Weidevogels Heikikker Poelkikker Rugstreeppad Kamsalamander Bittervoorn Kleine Modderkruiper Grote Modderkruiper Rivierdonderpad
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
= Voorkeursperiode voor de uit te voeren werkzaamheden = Werkzaamheden mogen onder voorwaarden worden uitgevoerd = Werkzaamheden bij voorkeur niet uitvoeren Te ondernemen werkstappen: - De werkzaamheden worden buiten het voortplantingsseizoen van vissen, amfibieën en vogels uitgevoerd, in de periode half augustus tot half maart (voor specifieke soorten geldt een niet gevoelige periode die hiervan af kan wijken). Slootdempingen buiten de periode half augustus - half maart worden alleen dan uitgevoerd, wanneer uit een inventarisatie is gebleken dat geen blad 12 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
-
beschermde soorten aanwezig zijn in en langs de te dempen watergang én aanwezige vissen worden verplaatst (onder deskundige leiding). Werkzaamheden uitvoeren bij een watertemperatuur boven de 0°C. De werkrichting is in de richting van een watergang waarmee de betreffende watergang in verbinding staat, zodat achtergebleven vissen kunnen ontsnappen. Bij aanwezigheid van de Kamsalamander dienen graafwerkzaamheden in september uitgevoerd te worden, voordat de soort zijn winterslaap begint.
Bij demping van de watergang - Vang de beschermde vissen weg door (achtereenvolgens) het aanbrengen van kleine dammetjes in de te dempen watergang, gevolgd door het leegpompen van een deel van de watergang en ten slotte het wegvangen van de in de drooggevallen watergang aanwezige vissen onder deskundige begeleiding. De vissen worden in een nabijgelegen watergang uitgezet of in een nieuw gegraven geschikt biotoop. - Het wegvangen van de vissen is mogelijk in periode dat de watertemperatuur laag is, maar boven nul is, wanneer in beeld is gebracht waar de groepen vissen zich bevinden. Hierdoor kan heel effectief de vissen worden weggevangen. - Blijven er na het droogmalen vissen over, dan worden de vissen teruggezet in veilig water. -
Bij aanwezigheid van Rugstreeppadden en/ of Kamsalamanders en/of Heikikkers, en afwezigheid van beschermde vissoorten kan een watergang ook gedempt worden in de periode half februari tot en met september, maar dan dienen de volgende mitigerende maatregelen getroffen te worden: Het zoeken en verplaatsen van eisnoeren, eiklompen en larven van de Rugstreeppad en of Kamsalamander en/of Heikikker. Hier is een ontheffing voor nodig. Overige exemplaren van de amfibieën wegvangen en verplaatsen. Voorafgaand aan de werkzaamheden dient het projectgebied ontoegankelijk worden gemaakt voor Rugsstreeppadden door bijvoorbeeld het plaatsen van paddenschermen.
blad 13 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
3.2
Het aanbrengen van duikers en dammen Type werkzaamheden: Aanbrengen van duikers Aanbrengen dammen Omschrijving: Voor het aanbrengen van duikers en dammen, kan de natuurkalender van het dempen en vergraven van watergangen worden aangehouden.
Soortgroep/ periode Broedvogels Vogels met jaarrond beschermde nesten Weidevogels Heikikker Poelkikker Rugstreeppad Kamsalamander Bittervoorn Kleine Modderkruiper Grote Modderkruiper Rivierdonderpad
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
= Voorkeursperiode voor de uit te voeren werkzaamheden = Werkzaamheden mogen onder voorwaarden worden uitgevoerd = Werkzaamheden bij voorkeur niet uitvoeren Te ondernemen werkstappen: - Er dient gewerkt te worden buiten de kwetsbare periode van de voortplanting en de overwintering. De meest gunstige periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden zijn de maanden september en oktober. Echter, deze periode kan zowel eerder als later beginnen of eindigen afhankelijk van de lokale klimatologische omstandigheden en van de meteorologische omstandigheden voorafgaand en tijdens de werkzaamheden. Een deskundige op het gebied van bittervoorns dient de exacte periode aan te geven. - De aanwezige beschermde vissoorten en grote zoetwatermosselen op en nabij de plek waar de dam gepland is in de watergang moeten worden weggevangen door het achtereenvolgens nemen van de volgende maatregelen, allen onder begeleiding van een deskundige op het gebied van vissen: o ter plekke van de aan te leggen dam is het nodig om een compartiment te realiseren o de waterdiepte dient tot 30 à 40 centimeter verlaagd te worden o de aanwezige vissen en grote zoetwatermosselsoorten dienen afgevangen te worden. o de afgevangen exemplaren worden zo snel mogelijk verplaatst naar een plek met (nieuw gemaakt) geschikt leefgebied. Vanwege de beperkte oppervlakte waar de ingreep plaats vindt volstaat vaak een plek op beperkte afstand (maximaal circa 50 à 100 meter) verwijderd van de werklocatie. - Er dient een ecologisch werkprotocol opgesteld te worden waarin alle ten behoeve van de voorkomende beschermde soorten te nemen maatregelen worden vastgelegd. Dit ecologisch werkprotocol dient op de locatie aanwezig te zijn en onder alle betrokken partijen bekend te zijn. Werkzaamheden dienen aantoonbaar conform dit protocol te worden uitgevoerd. - De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten die in die watergang voorkomen. - Het aanleggen van een duiker dient zo uitgevoerd te worden dat deze ongeveer ¾ gevuld zijn met water en ¼ met lucht. De duikerbuizen dienen aan de binnenzijde een minimale doorsnede te blad 14 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
hebben van 70 centimeter. Bij de aanleg moet gelet worden op de geleidende werking van de constructie, om zo vissen in de richting de duiker te leiden.
3.3
Slopen, renoveren en verbouwen van gebouwen en kunstwerken Type werkzaamheden: Alle werkzaamheden aan gebouwen en kunstwerken Omschrijving: Onder deze werkzaamheden vallen de sloop, renovatie en verbouwen van kunstwerken en gebouwen. Ook het verwijderen van groen rondom gebouwen valt hieronder. Hierbij dient rekening gehouden te worden met muurplanten, vaste verblijfplaatsen van vogels en vleermuizen en de Steenmarter.
Soortgroep/ periode Broedvogels Vogels met jaarrond beschermde nesten Vleermuizen Winterverblijfplaatsen Zomerverblijfplaatsen Onbekend wat voor verblijfplaats
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
= Voorkeursperiode voor de uit te voeren werkzaamheden = Werkzaamheden mogen onder voorwaarden worden uitgevoerd = Werkzaamheden bij voorkeur niet uitvoeren Te ondernemen werkstappen: - Voordat de werkzaamheden worden uitgevoerd dient onderzocht te worden of en welke vleermuissoorten gebruik maken van het te slopen gebouw/ kunstwerk als verblijfplaats. - In de periode half maart tot en met half juli worden geen werkzaamheden uitgevoerd die leiden tot aantasting of verstoring van broedvogels, wanneer in het te slopen gebouw of in het groen rond de bebouwing broedende vogels aanwezig zijn. - Sloopwerkzaamheden uitvoeren buiten het voortplantingsseizoen van de Steenmarter (eind maart tot en met eind juli) op locaties waar deze soort is aangetroffen of hier aanwijzingen voor zijn. - Van muurplanten worden belangrijke populaties gespaard of (als dat niet mogelijk is) na de werkzaamheden weer teruggeplaatst in de muur (‘transplantatie’).
blad 15 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
3.4
Bouwrijp maken van de grond en aanbrengen van verhardingen Type werkzaamheden: - Vergraven grond - Aanbrengen grond - Aanbrengen verhardingsmaterialen Omschrijving: Onder het bouwrijp maken van de grond wordt niet alleen het opbrengen van zand verstaan maar ook het zo nodig verwijderen van de toplaag van de bodem en de aanwezige vegetatie, en het eventueel noodzakelijke bemalen van de locatie. Onder aanbrengen van verhardingen worden heiwerkzaamheden, bouwwerkzaamheden en de aanleg van toevoerwegen naar de bouwplaats. verstaan
Soortgroep/ periode Broedvogels Vogels met jaarrond beschermde nesten Weidevogels Heikikker Poelkikker Rugstreeppad Kamsalamander
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
= Voorkeursperiode voor de uit te voeren werkzaamheden = Werkzaamheden mogen onder voorwaarden worden uitgevoerd = Werkzaamheden bij voorkeur niet uitvoeren Te ondernemen werkstappen: - Het bouwrijp maken wordt niet tijdens het broedseizoen opgestart, tenzij is vastgesteld dat broedende vogels afwezig zijn in het gebied dat bouwrijp wordt gemaakt. - Vestiging van broedende vogels wordt voorkomen door het plaatsen van wapperende linten op geschikte broedlocaties en het afvlakken van steile wanden in zanddepots. - Op plaatsen waar de Rugstreeppad wordt verwacht, kunnen werkzaamheden voor het bouwrijp maken van de grond tussen april en eind september plaatsvinden. Tijdens de werkzaamheden moet gelet worden op voortplantende Rugstreeppadden. Indien aanwezig wegvangen en verplaatsen. - Groeiplaatsen van beschermde plantensoorten worden gespaard. Wanneer dat niet mogelijk is, worden de planten op de juiste wijze verplaatst onder leiding van een deskundige.
blad 16 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
3.5
Het verwijderen van houtige en grazige vegetatie Type werkzaamheden: - Het verwijderen van bomen - Het verwijderen van struiken/bosschages - Het verwijderen van grazige vegetaties Omschrijving: Het kappen, snoeien en dunnen van opgaande beplanting in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en onderhoud. Ook het verwijderen van grazige vegetatie en oevervegetatie valt hieronder.
Soortgroep/ periode jan feb mrt apr mei jun Flora Broedvogels Vogels met jaarrond beschermde nesten Vleermuizen Heikikker Poelkikker Rugstreeppad Kamsalamander Overige soorten Legenda = Voorkeursperiode voor de uit te voeren werkzaamheden = Werkzaamheden mogen onder voorwaarden worden uitgevoerd = Werkzaamheden bij voorkeur niet uitvoeren
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Te ondernemen werkstappen: Bomen met bewoonde holten van vleermuizen worden niet gekapt, binnen een straal van 10 meter worden evenmin bomen gekapt In de periode van 15 maart tot 15 juli worden geen beplantingen gekapt in verband met het broedseizoen van vogels, tenzij sprake is van gevaarlijke situaties. Bomen met vaste broedplaatsen van vogels (kolonie, jaarlijks bezet roofvogelnest) worden niet gekapt, ook niet buiten het broedseizoen. In een zone van 10 meter worden geen bomen gekapt, ook niet buiten het broedseizoen Bij de afvoer van de gekapte beplantingen (wegslepen en dergelijke) wordt voorkomen dat bijzondere beschermde plantensoorten worden beschadigd Takken- of bladhopen die ook kunnen dienen als overwinteringsplaats van bijvoorbeeld egels of (in de toekomst) als broedhoop van ringslangen worden niet verwijderd Bij aanwezigheid van de Kamsalamander kunnen de werkzaamheden voor verwijdering van de vegetatie het beste plaatsvinden in de periode dat de volwassen Kamsalamanders zich in het water bevinden. Dit is globaal van begin april tot en met juli. Een deskundige dient de werkbare periode aan te geven. Op plaatsen waar de Heikkker voorkomt, kunnen de werkzaamheden het beste plaatsvinden als de dieren zich niet ophouden op hun overwinteringsgebied. Dit is de periode die loopt van maart tot en met september.
blad 17 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
Literatuurlijst -
-
-
-
Dienst Regelingen, december 2011. Soortenstandaard Bittervoorn Rhodeus amarus. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dienst Regelingen, Ministerie, december 2011. Soortenstandaard Kleine Modderkruiper Cobitis taenia. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dienst Regelingen, Ministerie, december 2011. Soortenstandaard Grote Modderkruiper Misgurnus fossilis. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dienst Regelingen, Ministerie, december 2011. Soortenstandaard Rugstreeppad Bufo calamita. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dienst Regelingen, Ministerie, december 2011. Soortenstandaard Kamsalamander Triturus cristatus. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Dienst Regelingen, Ministerie, december 2011. Soortenstandaard Heikikker Rana arvalis. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Hoogerwerf, G, T. Brouwer & P. van Hoof, 2008. Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen, uitwerking maatregel protocollen ter bescherming van soorten. NatuurbalansLimes Divergens BV, Nijmegen. In opdracht van Waterschap Rivierenland. Jeurink N., A. van den Berg, L. Hoogenstein, 2008. Gedragscode Flora- en Faunawet Gemeente Tiel, gedragscode voor "ruimtelijke ontwikkelingen", "bestendig beheer en onderhoud" en "bestendig gebruik". Tauw, Deventer. In opdracht van de gemeente Tiel. Koopman, A.D.G., L.S.A. Anema en P.H.N. Boddeke, 2006. Natuurwaardenkaart Alphen aan den Rijn, toelichting en kalender. Bureau Waardenburg bv, Culemborg. In opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn. Ministerie van LNV. Natuurkalender tabel 3 soorten Stowa. Soortenprotocollen flora- en faunawet via http://soortprotocollenfloraenfaunawet.stowa.nl/terug-naar-overzicht Unie van Waterschappen, 2006. Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Den Haag.
blad 18 van 18
Werkprotocollen gemeente Buren behorende bij natuurwaardenkaart gemeente Buren Projectnr. 239110 17 mei 2013 , revisie 01
Bijlage 1: Beschermde soorten tabel 2 en 3 in de gemeente Buren Hieronder wordt een lijst weergegeven van alle beschermde soorten van tabel 2 en 3 van de flora- en faunawet die voorkomen in de gemeente Buren. Alleen de soortgroepen vleermuizen, amfibieën, vissen, weidevogels en vogels met jaarrond beschermde nesten zijn opgenomen. Soort of soortgroep Weidevogels
Latijnse naam alle soorten
Beschermingsregiem vogels
Vogels met jaarrond beschermde nesten
alle soorten
Vogels met jaarrond beschermde nesten
Vleermuizen
alle soorten
tabel 3
Vissen - Rivierdonderpad - Kleine Modderkruiper - Grote Modderkruiper - Bittervoorn
Cottus gobio Cobitis taenia Misgurnus fossilis Rhodeus cericeus
tabel 2 tabel 2 tabel 3 tabel 3
Amfibieën - Poelkikker - Heidekikker - Rugstreeppad - Kamsalamander
Rana lessonae Rana arvalis Bufo calamita Triturus cristatus
tabel 3 tabel 3 tabel 3 tabel 3