Wat doe je voordat je de krant belt? Als je aandacht wilt voor je initiatief, is het allerbelangrijkste dat je bedenkt wie je doelgroep is, en hoe je die het beste bereikt. Dat is niet per se de regionale krant. Zijn het je dorpsbewoners, de mensen dicht om je heen, dan is vaak de lokale krant het meest zinvolle medium. Bovendien is het veel makkelijker daar ruimte in de krant te krijgen, omdat ze vaak moeite hebben de krant vol te krijgen. Wil je jongeren bereiken, dan moet je dat via je website doen. Daar komen ze uiteraard niet vanzelf naar toe, dus daar moet je ze naartoe lokken via facebook, twitter of instagram. Ben je met iets bezig waarvan je denkt: daar kunnen heel veel dorpen in Brabant hun voordeel mee doen, dan kun je wel de regionale krant proberen.
Voor je de krant belt, moet je een aantal dingen bedenken. Heb ik nieuws? Een krant/medium moet een reden hebben om te schrijven. Er moet dus een aanleiding zijn. Dat hoeft geen heel grote aanleiding te zijn, maar er moet nieuws te vertellen zijn. Verplaats je in de doelgroep. Is jouw nieuws alleen voor jou interessant, of ook voor anderen. Dat er een nieuwe penningmeester is, is voor het bestuur van de stichting/vereniging heel interessant, maar zit de rest van de wereld er op te wachten/kan die er iets mee? Bedenk hoe je je verhaal wilt vertellen: maak er een verhaal van. Mensen zijn vaak lui, en journalisten zijn net mensen. Dus als jij voor ze bedenkt hoe ze hun verhaal zo leuk mogelijk in de krant kunnen krijgen, zijn ze eerder geneigd er iets mee te doen. Journalisten zijn geïnteresseerd in mensen, en in wat nieuws voor mensen betekent. Ze zijn veel minder geïnteresseerd in processen. Als je nieuws hebt, bedenk dan dus voor wie je dit doet, en wat dit betekent. Zoek iemand uit voor wie je dit doet (tante Truus), en vraag haar aan de krant te vertellen wat dit nieuws voor haar betekent, welk probleem het oplost, en waarom ze er zo blij mee is. Dat is veel interessanter dan een bestuurslid dat vertelt waarom hij dit voor tante Truus doet. Probeer als het enigszins kan, ook een afspraak te maken op locatie. Dan ziet de journalist meteen wat je aan het doen bent, maar bovendien is het veel leuker voor een foto. Want: Een verhaal met een foto valt veel meer op, dus mensen gaan het veel sneller lezen. Denk voor je de krant belt dus ook goed na over het beeld. Waar kun je een foto maken, en hoe zorg je dat het ook nog een leuke foto is. Een leuke foto is een foto waar in ieder geval mensen op staan, en het helpt als er een tegenstelling in zit: oud en nieuw (tante Truus met haar 3-jarige kleindochter met die leuke blonde paardenstaart), lelijk/mooi (de glanzende tekeningen van de nieuwbouw die je laat zien voor het oude, vervallen pand). Als je aandacht wilt op TV, is denken in beelden helemaal noodzakelijk. Ook als je zelf een verhaal naar de krant stuurt: denk na over de foto. Ga niet op zaterdagavond bedenken dat er nog een foto gemaakt moet worden, waarna je de dorpswinkel in de stromende regen fotografeert terwijl hij dicht is en er geen mens op straat is. Die foto wordt gegarandeerd niet geplaatst, dus meesturen heeft geen zin. Het is de moeite waard om te investeren in fotografie. Ongetwijfeld is er een goede amateurfotograaf in je dorp, waarmee je samen kunt werken. Zoek daar naar! Meestal is zo iemand al heel blij met naamsvermelding in de krant. Jij hebt geholpen met een goede foto, hij of zij werkt aan naamsbekendheid. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Als je iemand hebt die goed kan schrijven, kun je ook zelf een verhaal schrijven en dat aanleveren. Bij huis-aan-huisbladen werkt dat echt goed. Volg dan wel dezelfde stappen als hierboven, want ook dan moet je wel iets te melden hebben.
1
Persbericht schrijven Een persbericht moet aan een aantal eisen voldoen: De allerbelangrijkste: er moet nieuws in staan!! Dat lijkt voor de hand liggend, toch is het heel vaak zo dat mensen persberichten sturen waar geen nieuws in staat. Bedenk goed: ik vind dit razend interessant, maar is dit ook belangrijk voor een grote groep mensen om te weten? Als je regelmatig persberichten verstuurt waar geen nieuws in staat, die alleen voor een heel kleine kring mensen interessant zijn of die alleen pr-berichten zijn, ondermijn je je eigen geloofwaardigheid. Na verloop van tijd zal de redactie ze weggooien zonder te lezen, omdat er toch nooit iets in staat. En dan komt de dag dat je echt belangrijk nieuws hebt… Bedenk ook goed naar wie je je persbericht stuurt. Een nieuwtje kan heel interessant zijn voor een vakblad, maar helemaal niet voor een regionaal of landelijk dagblad, omdat de groep geïnteresseerden simpelweg te klein is.
Wat moet er ALTIJD in een persbericht staan (behalve nieuws):
De 5 W’s en de H: wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe. Bij voorkeur een citaat, want een artikel n.a.v. een persbericht wordt altijd levendiger als de journalist iemand kan citeren. Goede contactinformatie: waar kan de journalist terecht als hij meer info wil over dit bericht? (NB: zorg dat de contactpersoon ook bereikbaar is. Een persbericht sturen en dan drie weken op vakantie gaan is niet handig.) Maak duidelijk wat info voor de redactie is, bijvoorbeeld door er boven te zetten ‘Informatie voor de redactie, niet voor publicatie’. Daarmee voorkom je dat je eigen 06-nummer in de krant staat voor meer info…
Wat moet er NIET in:
Negatieve kwalificaties. Dus niet: ‘daarmee maken we de zorg een beetje minder slecht’, maar: ‘daarmee verbeteren we de zorg’. De ik-vorm (die mag je nooit gebruiken in een persbericht). Geen superlatieven als ‘geweldig’ ‘uniek’. Een persbericht is geen marketingtool, maar een weergave van de feiten. Laat de lezer zelf uit de tekst concluderen dat iets uniek is. Schrijf dus niet: “dit is een unieke samenwerking die…” Maar: ‘dit is de eerste keer dat deze twee ziekenhuizen samenwerken’.
De opbouw van een persbericht:
Datum van versturen. Eventueel een chapeau (voor wat meer achtergrondinfo). Kop (geef in één regel de essentie van het bericht weer). Inleiding, vet gedrukt, met plaatsnaam en datum van versturen. Hierin moet ALTIJD het nieuws staan.
2
Korte bondige tekst, bij voorkeur op één A4. Bij het inkorten door de journalist vallen meestal de laatste alinea’s af, dus verleen service en laat het nieuws in volgorde van belangrijkheid in je persbericht verschijnen: het minst belangrijke in de laatste alinea dus. Bij meer dan drie alinea’s om de twee alinea’s een tussenkop van maximaal twee woorden. Als je een foto meestuurt: een bijschrift waarin duidelijk vermeld is wie op de foto staan. Een noot voor de redactie met info die van belang is voor het verwerken van het persbericht (wie geeft meer info, wie is de fotograaf, dat de foto rechtenvrij gebruikt worden als de naam van de fotograaf vermeld wordt, etc.). meld ook altijd dat de foto rechtenvrij gebruikt kan worden in combinatie met dit artikel. Daarmee voorkom je hergebruik van een foto bij een artikel over een ander onderwerp. Dat kan nl. heel vervelend zijn. Als je veel informatie kwijt wilt (je wilt bijvoorbeeld een onderzoek vermelden) stuur dan een bijlage mee. Maar onderscheid tussen wat je in je persbericht zet (need to know) en wat extra informatie is die eventueel weggelaten kan worden ( nice to know). Nog beter is de bijlage online plaatsen en een link in het bericht geven waar de info gedownload kan worden.
Wat nuttige informatie:
Als je een belangrijk persbericht stuurt, bel dan de journalist even om er de aandacht op te vestigen. Een embargo is een afspraak tussen degene die een persbericht verstuurd en degene die er een artikel van maakt. Een embargo kun je dus nooit opleggen, je spreekt het af met de journalist. Bij een persbericht met aan aankondiging van een activiteit: stuur het niet te laat, want als de krant van de volgende dag vol zit is er geen mogelijkheid meer om het een dag later te plaatsen. Stuur het ook niet te vroeg, want dan wordt het geprint en in een bakje gelegd, waar alle nieuwe persberichten bovenop worden gelegd. Je loopt kans dat het dan vergeten wordt. Het beste is circa vijf werkdagen van tevoren. Stuur geen persberichten over evenementen/bijeenkomsten waar geen pers aanwezig mag zijn. Dan kun je beter achteraf een bericht sturen (als er tenminste nieuws te melden is, het simpele feit dat er een bijeenkomst was is geen nieuws). Als je foto’s mee stuurt: voor de krant moeten ze flink groot zijn (minimaal 2 mb). Lever kant en klare verhalen aan, waar mogelijk, met contactpersonen die de pers eventueel kan interviewen. Ga uit van de journalist/lezer: wat is voor hem interessant (dus: wat is het effect van jouw nieuws op de lezer)
Als het persbericht resulteert in een interview:
Als je een artikel ter inzage wilt voor plaatsing, dan bespreek je dat van tevoren met de journalist. Het is geen recht, de journalist doet je een plezier door het toe te staan. Vraag het dus altijd vriendelijk. Als hij het niet wil, is aan jou de keuze: werk ik wel of niet mee. Als je het artikel in mag zien, mag je het controleren op feitelijke onjuistheden. Bemoei je verder zo weinig mogelijk met de inhoud, of met de stijl van de schrijver. Dat is zijn keuze. Wat absoluut not-done is, is melden: ja, dat heb ik wel gezegd, maar…. Je wist waarom een journalist hier was, dan had je op moeten letten in het gesprek. Wees dus alert, als je met een journalist spreekt. Realiseer je dat ‘off-the-record’ feitelijk niet bestaat. Het hangt van de journalist af of hij wel of niet opschrijft wat jij off-the-record zegt. Let dus altijd op wat je zegt!
3
Tips over opmaak en versturen persbericht: Hoe makkelijker een redacteur het persbericht kan bewerken, des te groter is de kans dat hij leest en er meteen mee aan de slag gaat. Gebruik geen bijlage bij de e-mail, maar plaats het persbericht in de e-mail zelf. Houd eventuele bijlagen zo klein mogelijk. Plaats grote rapporten, foto’s e.d. online, en geef in het bericht een link waar ze te downloaden zijn. Schrijf in de onderwerpregel van de e-mail het woord PB (elke journalist weet dat dat staat voor ‘persbericht’, dan een dubbele punt, en de titel. Houdt die zo kort mogelijk. Voeg onderaan het bericht #end toe. Dit is een code voor geautomatiseerde systemen. Voeg daaronder toe: Noot voor de redactie. Vermeld hierbij de naam en de contactgegevens van de woordvoerder die de redacteur kan bellen voor meer informatie. Plaats de e-mailadressen van de redacties in het bcc-veld. Hou het bericht ‘klein’, dit voorkomt dat het bericht niet door het spamfilter komt.
Taaltips voor het schrijven van een persbericht:
Wissel korte en lange zinnen af, dat geeft een prettige cadans. Maar: maak geen heel lange zinnen, meestal komt dat niet ten goede aan de leesbaarheid.
Voorbeeld: De Waterschapswet bepaalt dat er verschillende soorten leden zijn in het algemeen bestuur van een waterschap. Er zijn ingezetenen die bij waterschapsverkiezingen rechtstreeks worden gekozen en geborgden die worden benoemd door belangenorganisaties en vertegenwoordigen de specifieke belanghebbenden zoals de eigenaren en gebruikers van ongebouwde onroerende zaken (ongebouwd), van natuurterreinen (natuur) en van gebouwde onroerende zaken (bedrijven). Alternatief: De Waterschapswet bepaalt dat er verschillende soorten leden zijn in het algemeen bestuur van een waterschap. Er zijn ingezetenen en geborgden. Ingezetenen worden bij waterschapsverkiezingen rechtstreeks gekozen. Geborgden worden benoemd door belangenorganisaties en vertegenwoordigen de specifieke belanghebbenden. Dat zijn de eigenaren en gebruikers van ongebouwde onroerende zaken (ongebouwd), van natuurterreinen (natuur) en van gebouwde onroerende zaken (bedrijven).
Gebruik geen tangconstructies (een vorm waarbij je woorden uit elkaar haalt die bij elkaar horen).
Voorbeeld: Wij zullen bij de uitwerking van de beleidsvoornemens van het Uitvoeringsprogramma Erfgoed een subsidieregeling opstellen voor molens en her te bestemmen kerken. Alternatief: We stellen een subsidieregeling voor molens en her te bestemmen kerken op bij de uitwerking van de beleidsvoornemens van het Uitvoeringsprogramma Erfgoed.
Gebruik zo weinig mogelijk bijzinnen (is een kenmerk van veel tangconstructies).
Ook hiermee haal je delen die bij elkaar houden uit elkaar, en dat maakt de zin minder duidelijk. Je kunt het meestal oplossen door een aparte zin te maken van de bijzin.
4
Voorbeeld: Verder bevat het programma, ter uitvoering van de unaniem aanvaarde motie in de Staten over aanbestedingen voor sociale werkvoorzieningsbedrijven (SW) en de resultaatafspraken in de provinciale begroting 2012, een voorstel om MBO op te nemen in het beleid m.b.t. aanbestedingen. Alternatief: Het programma bevat ook een voorstel om MBO op te nemen in het aanbestedingsbeleid. Hiermee voeren we de resultaatafspraken uit van de provinciale begroting 2012 en van de motie in de Staten (unaniem aanvaard) over aanbestedingen voor sociale werkvoorzieningsbedrijven (SW).
Schrijf niet lijdend!!!!! De lijdende vorm is een veel gebruikte stijlvorm. Je maakt van het lijdend voorwerp een onderwerp. Voorbeeld: De ambtenaar schreef de zin. De zin werd door de ambtenaar geschreven. De lijdende vorm herken je door een overmatig gebruik van de werkwoorden ‘zijn’ en ‘worden’, en vaak ook het gebruik van het woord ‘door’. Wordt daarom ook wel ‘Tantje Doortje-stijl’ genoemd. De lijdende vorm maakt een tekst vaak onnodig formeel of zelfs plechtstatig. Voorbeeld: ‘Voor het het realiseren van onze stevige ambities zullen wij nu een aantal concrete stappen zetten. Voor inkooppakketten waarover wij de komende periode besluitvorming moeten plegen zullen wij de nieuwe procedures toepassen. Afhankelijk van de omvang van de opdracht (boven of onder de Europese drempelwaarde) zal het hierbij gaan om een Europese aanbesteding (openbaar) of een meervoudig onderhandse aanbesteding waarbij de provincie zelf minimaal drie gegadigden uitnodigt. Alternatief: We zetten een aantal concrete stappen om onze stevige ambities te realiseren. Bij nieuwe inkooppakketten passen we nieuwe procedures toe. Afhankelijk van de grootte van de opdracht (boven of onder de Europese drempelwaarde) gaat het dan om een Europese aanbesteding (openbaar) of een meervoudig onderhandse aanbesteding. Daarbij nodigt de provincie zelf minimaal drie gegadigden uit. Afkortingen. Schrijf afkortingen de eerste keer altijd voluit, met de afkorting tussen haakjes erachter. Realiseer je dat wij afkortingen vaak gebruiken, maar dat ze bij je lezers vaak maar af en toe langs komen en dus niet bekend zijn. Afkortingen maken een tekst slecht leesbaar. Is het onvermijdelijk om er veel te gebruiken, maak dan bij het stuk een afkortingenlijst, die snel te raadplegen is. Gebruik tussenkoppen. Ze wijzen je de weg. Zet conclusies in je tussenkoppen, zodat de lezer houvast heeft. Houd het simpel Gebruik geen woorden als ‘een negental’, je kunt ook gewoon ‘negen’ gebruiken. Zeg niet: ‘is werkzaam bij’, maar gewoon ‘werkt bij’.
5
Voorbeeld: Bemensing van de organisatie van Jheronimus Bosch 500 hoort niet tot de competentie en verantwoordelijkheid van GS. In de beweringen van vragenstellers dienaangaande zien wij overigens geen omstandigheden die van invloed zouden moeten zijn op ons vertrouwen in deze organisatie. Alternatief: GS gaat niet over de bemensing van de organisatie van Jheronimus Bosch 500. In wat de vragenstellers hier over zeggen, zien wij geen reden om minder vertrouwen te hebben in de organisatie. Gebruik geen dubbele ontkenningen. Bijvoorbeeld: het is niet zo dat we dit nooit doen. Zeg gewoon: Dit doen we af en toe/regelmatig/vaak.
Geen vage termen als ‘men’: zeg om wie het gaat. Bij ‘daarnaast’ geen ‘ook’ gebruiken. Gebruik zo weinig mogelijk vaktaal. De lezer is per definitie niet zo goed ingevoerd als jij! Gebruik ‘welke’ alleen als vragend voornaamwoord!! Het = onzijdig = mannelijk. (behalve het meisje) Teveel en te veel. ‘Er’ kan meestal weg (behalve als je het kunt vervangen door ‘daar’) Houden op – organiseren op
En: gebruik de spellingscontrole. Optie: tegenlezen.
Het getuigt van respect voor je lezer als je een stuk zo foutloos mogelijk aanlevert. De ergernis over een stuk vol tik – en taalfouten kan zo groot zijn, dat het invloed heeft op de beoordeling van het stuk!
6