Vrijdag 30 maart 2012 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Viering Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia Tielrode
Dames en heren
Vandaag start de paasvakantie. Voor veel mensen een moment om het even wat kalmer aan te doen. Maar niet voor de leden van de Koninklijk Harmonie Sint-Cecilia. De academische zitting en de opening van de tentoonstelling over het 200-jarig bestaan vandaag, is alweer een bijzonder moment in uw jubileumjaar. Het toont aan dat deze harmonie verder kijkt dan haar muziek en partituren, maar ook aandacht heeft voor erfgoed. En laat erfgoed en muziek nu net twee sectoren zijn, waar ik in mijn cultuurbeleid veel aandacht aan geef.
1
Dames en heren, Het was daarom met veel plezier dat ik ervoor koos om vanavond naar Temse (Tielrode) af te zakken. En ik zie dat 200 jaar duidelijk geen vat heeft op deze harmonie. Na al die jaren blijft de harmonie jong en actief van opvatting. Dit is ongetwijfeld een verdienste van de opeenvolgende besturen, dirigenten en muzikanten die sinds 1812 in een steeds veranderende maatschappij erin zijn geslaagd om nieuw bloed aan te trekken en mensen warm te maken voor muziek.
Meneer de voorzitter, u mag terecht trots zijn op uw harmonie. Ik ben er mij zeer van bewust dat het draaiende houden van dergelijke vereniging niet eenvoudig is, onder meer vanwege de financiële en administratieve drempels. Toch ben ik ervan overtuigd dat deze gemeente niet zonder deze harmonie kan. U en al uw leden betekenen meer voor de gemeenschap dan u durft te denken.
2
Uit een uitgebreid onderzoek naar de amateurkunsten in Vlaanderen, eind 2009, bleek dat maar liefst 1 op de 3 mensen wekelijks met amateurkunst bezig is. Vlaanderen en Brussel tellen samen meer dan 2 miljoen amateurkunstenaars.
Allemaal hebben ze een rotsvaste goesting gemeen: goesting in kunst, maar evenzeer goesting in engagement. U wist het wellicht al, maar het is ook wetenschappelijk bewezen: amateurkunstenaars zijn meer solidair (en minder sociaal geïsoleerd) dan nietamateurkunstenaars. Wist u ook dat ze in verenigingen vaker actief of organiserend lid zijn, zowel in verenigingen van amateurkunsten als in sociale verenigingen? Dat ze een groter vrijetijdsnetwerk hebben, dan zij die geen creatieve hobby beoefenen? Dat ze een positiever zelfbeeld hebben en veel vaker dan nietamateurkunstenaars naar musea, concerten, theater, etc. gaan?
Hoe dynamisch ze zijn, mag ook blijken uit het feit dat ze dubbel zo vaak sporten als de niet-amateurkunstenaar. Misschien zouden we 3
ons beter afvragen: is er iets wat de amateurkunstenaar niet kan? (Ook bekende schrijvers staan soms sprakeloos van de kracht van de amateurkunsten.)
Zoals ik al zei, heeft deze bruisende sector daadkracht en troeven te koop. Binnen een beleid waarin we een zo ruim mogelijke participatie nastreven, is kunstbeoefening een erg waardevolle hefboom. Deze harmonie ging van start toen muziek nog het voorrecht van de elite was. Zij speelde een belangrijke rol in de democratisering van de muziek, door muziek in het bereik van het brede publiek te brengen. Jullie voorgangers hadden het al snel begrepen: kunst brengt mensen bijeen. Waar meer dan in deze sector vind je zo’n mooi samengaan van jong en oud, van laag- en hooggeschoold?! Kunst beoefenen is hier de allesverbindende taal. Afkomst, leeftijd of overtuiging zijn niet belangrijk wanneer je samenkomt om te zingen, te acteren of te musiceren. Maar hoe blijven we zo’n sector stimuleren die al zulke imponerende cijfers kan voorleggen? En hoe doe je dat voor zo’n ruime en diverse 4
sector, een sector die bovendien doordat er met vrijwilligers wordt gewerkt, totaal andere noden heeft dan de professionele kunstensector?
Ik denk dat we een evenwicht gevonden hebben via het Amateurkunstendecreet. En op dit moment wordt er daaraan gestalte gegeven door het steunpunt: Het Forum voor de Amateurkunsten en de 9 verschillende disciplinaire organisaties, waarvan jullie vermoedelijk VLAMO het beste kennen. De voorzitter is hier aanwezig en kan beter dan wie ook uitleggen wat zij allemaal doen. Ik denk onder meer aan de ondersteuning die ze geven aan de duizenden amateurverenigingen en individuele kunstenaars in Vlaanderen en Brussel. Ik denk aan de hulp en de bewustmaking rond onder meer de vrijwilligerswetgeving, de auteursrechten, de vzwwetgeving, … De bestuurders zullen dit wel kennen. Daarnaast wil ik als minister ook investeren in ondersteuning voor buitenlandse reizen en tournees. Vlaanderen mag dan geografisch een kleine regio zijn, maar cultureel staan we overal op de kaart! 5
Met die strategie richten we ons dus duidelijk op het bovenlokale en de sector is daarmee tevreden, blijkt uit hetzelfde onderzoek. Om dit alles te realiseren heb ik op de begroting 2012 voor deze sector 500.000 euro extra voorzien. Naast de 6.650.000 euro die ze al in 2011 kreeg. Om al dit talent te ondersteunen dragen ook de provincies en de steden en gemeenten hun steentje meer dan bij. De provincie doet dat via haar tornooien, waarvan er vorig weekend nog één plaatsvond. Maar ook de gemeente Temse springt in de bres, en naar ik begrepen heb, doen ze dit hier met veel overtuiging. Volgens bronnen die liever anoniem wensen te blijven, zou dat iets te maken hebben me het feit dat de grootvader van jullie burgemeester (Luc De Ryck) eind jaren ’20 dirigent is geweest van deze harmonie. Ik hoop daar in de tentoonstelling straks de bewijzen van te zien.
Ik denk trouwens dat de jaarlijkse WAK (Week van de Amateurkunsten) een erkenning is voor al het werk dat de gemeentebesturen verzetten voor hun amateurkunstenaars. Ze 6
zorgen vaak voor infrastructuur, basisondersteuning, kwaliteitsstimulering door het organiseren van wedstrijden en noem maar op. Dit is nog maar eens een bewijs hoe breed en gelaagd deze sector gedragen wordt. Als ik trouwens goed geïnformeerd ben, dan zal jullie jubileumjaar een hoogtepunt kennen tijdens de WAK van 27 april t.e.m. 6 mei.
Ik wil jullie dan ook al bij voorbaat bedanken voor jullie deelname aan dit sectorevenement. Tijdens de Week van de Amateurkunsten is het de bedoeling om de beoefenaars zelf extra in de spots te zetten. Dit is jullie week. Op dat moment krijgen we te horen, waar jullie een heel jaar voor gewerkt hebben. Heel Vlaanderen zal er over horen. Zelfs buiten Vlaanderen, want in 2011 had er voor het eerst ook een “Week van de Amateurkunst” plaats in Nederland en ook Schotland nam dit evenement over. Dat maakt mij erg trots op onze amateurkunstenaars, die nu ook internationale weerklank vinden. Van harte proficiat!
7
Joke Schauvliege Minister van Leefmilieu, Natuur & Cultuur
8