Vrijdag 3 februari 2012 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR De creatieve industrie als groeipool - Artevelde Hogeschool
Geachte genodigden, Geachte algemeen directeur, Dames en heren,
Het doet me veel plezier hier vandaag aanwezig te zijn op de opening van deze Mediacampus op de Artevelde Hogeschool. Want we beleven geen gemakkelijke tijden. Onze economie turnt zich om in een andere richting, heroriënteert zich als een vliegdekschip dat een bocht moet nemen. De klassieke industrie maakt de grootste crisis door sinds de jaren 30, al blijft haar productiviteit en werkgelegenheid – ondanks een aantal recente tegenslagen – redelijk 1
hoog. Zowel qua werkgelegenheid als inzake investeringen komen andere sectoren meer in trek. Om maar één voorbeeld te geven: de globale media- en entertainmentsector levert een bijdrage van 1,67 biljoen euro aan de wereldeconomie (PriceWaterhouseCooper 2008).
Als overheid moeten we inspelen op die evolutie, met ondersteuning, begeleiding en goede vorming. Deze Mediacampus is daar een mooi voorbeeld van.
Creativiteit is een belangrijk thema geworden in de westerse economie. Je vindt het natuurlijk in alle sectoren maar het is cruciaal voor de culturele en creatieve industrieën. In die industrieën is creativiteit geen ingrediënt in een groter proces om tot een wervend product te komen, maar het vertrekpunt van de waardeketen. Met andere woorden: aan het begin van de waardeketen staat een creatieveling of kunstenaar die het proces start. Zonder hem of haar is er geen creatief product of dienst. Denk aan een regisseur, een scenarist, een auteur, een designer, een site-ontwerper. 2
Om die creativiteit, en het netwerk dat eronder ligt, te versterken, bouwen we op zowel Vlaams als Europees niveau aan een stimulerend kader. Europese studies wijzen uit dat de culturele en creatieve sectoren nog veel groeipotentieel hebben en - belangrijker misschien nog - Europa een competitief voordeel bieden tegenover andere (wereld)economieën. Wat voor Europa geldt, geldt des te meer voor Vlaanderen; net als Europa hebben we weinig natuurlijke grondstoffen, energiebronnen of grote open ruimtes. Net daarom moeten we meer inzetten op al dat creatieve potentieel, op die mix van kleine grijze hersencellen, goede intuïtie en spitse impulsen.
Ook de bredere maatschappij doet daar zijn voordeel bij. Ik denk aan de opmars van serious games en service design in het kader van gezondheidszorg en vergrijzing. Vandaag nog las ik hoe voor een vrouw van 83 een kunstkaak uit titaan zeer precies laagje per laagje uit een 3D-printer is afgedrukt. Een huzarenstukje dat werd
3
ontworpen aan de universiteit van Hasselt en gemaakt door een Leuvens bedrijf (LayerWise). Creatieve industrie maakt ook de brug naar de klassieke industrie: ik reikte onlangs een Eco Design Award uit aan Hegge ID. Dat bedrijf ontwikkelde een autodeur die 20% minder weegt dan een gewone deur. Zo verbruik je minder brandstof en krijg je een lagere CO2uitstoot. Het lijkt een kleine ingreep, maar het zou wel eens een verandering kunnen zijn voor de hele auto-industrie.
Dames en heren, De creatieve sectoren staan in Vlaanderen al stevig op de kaart. Dat bevestigde het onderzoek van de Antwerp Management School in opdracht van Flanders DC. In 2008 was de sector goed voor bijna 70.000 werknemers (tewerkgesteld door 8.170 werkgevers), bijna 52.000 zelfstandigen en een toegevoegde waarde van 7 miljard euro of 3% van het bruto binnenlands product. Daarmee staat de economische waarde van de sector buiten kijf. Daarmee kan en mag ze ook de nodige aandacht en steun opeisen die ze verdient. 4
Daarom ben ik ook erg blij dat de creatieve sectoren in Vlaanderen zich gegroepeerd hebben in het Overleg Creatieve Industrieën (OCI). Nu hebben ze als sector een gezicht en ontwikkelen ze zelf initiatieven om in dialoog te treden met de overheid. Dat was noodzakelijk, want het gaat over een heel diverse groep van freelancers, zelfstandigen, werknemers en van make-up artiesten, tot regisseurs, reclamemakers, technici en webontwikkelaars. Zo kunnen we ons beleid beter afstemmen, in overleg met de sector.
Uit Europese en Vlaamse studies blijkt dat de creatieve ondernemer behoorlijk verschilt van de traditionele ondernemer. Hij of zij is vaak niet vast te pinnen op één specifieke discipline. Ze (creatieven en kunstenaars) zijn veelzijdig, beginnen geregeld nieuwe samenwerkingen en halen oude ambachten vanonder het stof. De overheid moet zich daaraan aanpassen en meer op een transversale manier denken. Dat doen we ook binnen de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen: we werken aan een geïntegreerde benadering en gaan de huidige versnippering tegen. 5
Een mooi voorbeeld daarvan is dat we één globaal businessplan gaan opstellen. Dat moet de creatieve ondernemer toelaten zijn creativiteit op operationeel niveau te tillen. Dat businessplan kunnen dan alle overheidsactoren gebruiken. Nu heeft iedereen zijn eigen model dat vooral geënt is op de traditionele economie.
Er zijn eerder al inspanningen gebeurd. Vlaanderen heeft al langer het belang van de Creatieve Culturele Industrie (CCI) ingezien en richtte daarom in 2006 CultuurInvest op. CultuurInvest is een autonoom investeringsfonds. Het steunt culturele en creatieve ondernemingen via kapitaalparticipaties en achtergestelde leningen omdat die ondernemingen op de commerciële kredietmarkt het vaak moeilijker hebben om investeerders aan te trekken en traditionele leningen te krijgen. Dat heeft te maken met de symbolische meerwaarde die gecreëerd wordt en die in financiële termen moeilijk vatbaar is: creatieve ondernemers maken meestal producten die heel kapitaalintensief zijn bij het begin, maar die mogelijkerwijs een heel lange looptijd hebben en blijvend interesse opwekken. 6
Dat geldt voor meerdere producten: voor film, voor mode, voor design, voor modelijnen of voor games. Concreet: Michaël Roskam die met Rundskop genomineerd is voor een Oscar voor beste Buitenlandse Film (en die we via het VAF ondersteunden en nu extra promotiesteun geven), heeft tientallen versies van zijn scenario geschreven. Het heeft vijf jaar geduurd om Rundskop te maken. Voordien had hij nog nooit een langspeelfilm gemaakt. Roskam is eigenlijk kunstschilder van opleiding en leefde al die tijd naar eigen zeggen bescheiden. Hij leende dvd’s in de bibliotheek om inspiratie op te doen i.p.v. ze te kopen zoals de meesten onder ons misschien doen. Terwijl hij straks in een zaal zit met George Clooney en ongeveer elke filmster die je dit jaar in de cinema gezien hebt.
Meer nog: wat door sommigen als nutteloos, als hobby of als tijdverdrijf wordt bestempeld, kan later veel impact hebben. Steve Jobs, de oprichter van Apple, studeerde ooit tussen zijn informaticavakken door, kalligrafie. Niemand van zijn klasgenoten begreep 7
waarom, maar het is net van daar dat hij zijn strakke design, zijn minimalisme en de grote aantrekkingskracht van de Apple-producten haalde. Wat je met andere woorden nodig hebt, is een cultureel bloeiend klimaat, met een groot creatief aanbod en gezonde prikkels tot ondernemerschap. (Ik weet dat men hier in de opleiding Grafimedia aandacht heeft voor management en marketing; dat versterkt de mensen in het werkveld aanzienlijk).
In alle fases van het leven van een creatieve ondernemer zit er een stukje overheid: voor opleiding, culturele voorzieningen, subsidies of investeringssteun. CultuurInvest kan daarom een belangrijke rol spelen. Het is een jong investeringsfonds dat werkt met financiële instrumenten op langere termijn. Maar het fonds heeft intussen al een pak ervaring en wordt ook Europees geroemd voor zijn good practices. Sinds de oprichting in 2006 heeft het tot eind vorig jaar al 8,1 miljoen euro rechtstreeks geïnvesteerd in verschillende bedrijven, zowel voor klanten in mode, design als in gaming. 8
Belangrijker is dat CultuurInvest niet enkel zelf investeert maar ook andere investeerders en kredietinstellingen aantrekt. Dat noemen we het multiplicatoreffect. Per 1 euro die CultuurInvest investeert, haalt het project 2 euro elders op. Eind 2011 bedroeg dat 14,8 miljoen euro. Voor een sector met veel kleine en middelgrote ondernemingen is dat zonder meer indrukwekkend.
Ik heb de voorbije werking van CultuurInvest ondertussen geëvalueerd en beter dan vroeger afgestemd op de noden. Ik wil dat CultuurInvest zelf meer de boer opgaat, zelf opportuniteiten opzoekt en meer communiceert naar eventuele geïnteresseerden. De evaluatie leerde ons nog andere dingen over de creatieve ondernemer. Het is doorgaans een eenmansbedrijf of een kleine KMO. We kunnen zelfs spreken van micro-ondernemingen of nanoondernemingen. Het gaat over jonge ondernemers die kleine omzetten realiseren en vaak weinig kapitaal hebben. Om toch genoeg inkomsten en ervaring op te doen, doet hij dikwijls aan multi9
jobbing: hij combineert verschillende jobs om een inkomen te verwerven en dat doet hij zowel binnen de CCI als binnen de traditionele economie. Markant is ook dat hij niet zo veel ervaring heeft en groei niet ziet als financiële groei maar groei eerder ziet op organisatieniveau, en op creatief of artistiek vlak. Maar groei is ook binnen de creatieve sectoren nodig om in de toekomst voldoende uitdagende projecten te realiseren.
Daarom wil de Vlaamse overheid de broodnodige groei stimuleren. Dat kan niet zonder een bloeiend cultureel klimaat. Bibliotheken met de actuele collecties boeken, cd’s en dvd’s. Musea met fascinerende exposities. Theaterzalen met prachtige voorstellingen. Dat is één van de (vele) redenen waarom we met de Vlaamse Regering aanzienlijk minder bespaard hebben op Cultuur, dan in landen zoals Nederland of Groot-Brittannië. Die humuslaag – waarmee de creatieve ondernemer zich voedt – mag onder geen beding drooggelegd worden.
10
De culturele sector en de creatieve industrie vormen vaak communicerende vaten. Daarom wil ik niet-commerciële organisaties graag aanmoedigen door hen ook toegang te geven tot CultuurInvest. Subsidies moeten meer een hefboom tot ondernemerschap zijn om zo nieuwe kruisbestuivingen en initiatieven te stimuleren. Ik denk bijvoorbeeld aan de spin-off die de Vooruit heeft ontwikkeld rond digitale cultuuragenda’s.
Dames en heren, De creatieve ondernemer werkt en creëert lokaal. Ook al zijn zijn klanten misschien internationaal. Maar wat hij zeker moet doen, is permanent de evoluties en de veranderingen op het terrein volgen. Dat is ook de ambitie van de Artevelde Hogeschool. Deze hogeschool kiest resoluut voor vernieuwing van zijn opleidingen en speelt alert in op hedendaagse ontwikkelingen en nieuwe technologieën. Ik wil u van harte feliciteren met deze vernieuwde, mooie Mediacampus: het wordt een trekpleister voor de creatieve ondernemers van morgen. Ik ben er rotsvast van overtuigd dat door al onze krachten te 11
bundelen, door een bloeiend cultureel klimaat te onderhouden, het creatief potentieel voor Vlaanderen en onze ondernemers alleen maar kan groeien.
(Dank voor uw aandacht)
Joke Schauvliege Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur & Cultuur
12