Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
bron Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel. Algemeene Landsdrukkerij, Den Haag / A. Oosthoek, Utrecht 1923
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_voo016voor06_01/colofon.php
© 2013 dbnl
i.s.m.
V
Voorwoord. Afdeeling A der bij Koninklijk besluit van 10 Mei 1918, No. 66 ingestelde Rijkscommissie voor de Monumentenzorg heeft in opdracht het samenstellen en uitgeven eener geillustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die eenig belang hebben uit een oogpunt van kunst of geschiedenis. Aldus zal worden verkregen een handboek, waarin men over de aanwezigheid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geschiedenis en kunst uitvoerige inlichtingen kan vinden en tegelijkertijd een volledige en betrouwbare bron voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis. Teneinde dit groote werk met meer kennis van zaken te kunnen volbrengen en een handleiding te scheppen, welke bij de in bewerking zijnde en de voorgenomen geillustreerde beschrijvingen nuttigen dienst zou verleenen, tevens ook om zoo spoedig mogelijk een overzicht te verstrekken van al wat het behouden waard is, ging men ertoe over eene ‘Voorloopige lijst’ der monumenten uit te geven, waarin gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen alleen kort worden vermeld. Voor het thans verschijnende zevende deel dezer lijst1), bevattende de monumenten der provincie Overijsel, is het voorbereidend werk in de jaren 1904-1918 geschied door het lid der Afdeeling, den heer F.A. HOEFER. Deze heeft daarna, bijgestaan door het lid, den heer W. TE RIELE GZN., die in het bijzonder op architectonisch gebied van voorlichting diende, zijn materiaal herzien, waartoe beide heeren de volgende plaatsen bezochten: Almeloo, Ambt-Ommen, Avereest, Batmen, Blokzijl, Dalfsen, Dedemsvaart, Delden, Deventer, Diepenheim, Enschedé, Goor, Den Ham, Hardenberg, Heemse, Heinoo, Hellendoorn, IJselmuiden, Kampen, Kampereiland, Mastenbroek, Oldemarkt, Oldenzaal, Olst, Ommen, Raalte, Rijsen, Steenwijk, Steenwijkerwold, Weerseloo, Wijhe, Zalk en Veekaten, Zwolle en Zwollerkarspel. De heer HOEFER heeft toen zijn aanteekeningen in systematischen vorm gebracht en deze zijn vervolgens door het bureau, met behulp van de hier aanwezige gegevens, aangevuld, in den loop van 1921-1922 in persklaren vorm gebracht en
1) Deel I, II, III, IV, V 1 en VI gewijd aan de provincie Utrecht, Drente, Zuid-Holland, Gelderland, Noord-Holland (uitgezonderd Amsterdam) en Zeeland, zijn eveneens verkrijgbaar bij den uitgever A. OOSTHOEK te Utrecht.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
VI gedeeltelijk ter perse gelegd. Het bleek toen echter noodig talrijke vraagpunten op te lossen, wijzigingen en aanvullingen aan te brengen, hetgeen in de meeste gevallen een onderzoek ter plaatse noodzakelijk maakte. Hiertoe bezichtigde het lid, tevens secretaris der Afdeeling, Dr. E.J. HASLINGHUIS, monumenten in de gemeenten Blokzijl, Deventer, Oldenzaal, Olst, Ootmarsum, Raalte, Rijsen, Steenwijk, Tubbergen, Vollenhove, Wijhe, Zwolle, terwijl de commies, de heer F.A.J. VERMEULEN, bezoeken bracht aan de gemeenten Almeloo, Ambt-Delden, Borne, Delden, Deventer, Diepenveen, Goor, Hengeloo, Kampen, Rijsen, Wijhe, Wilsum, Zalk en Veekaten, Zwolle. Ook de vernummering van perceelen, welke middelerwijl in enkele groote gemeenten, met name in Deventer en Kampen had plaats gehad, veroorzaakte eenige vertraging tijdens het ter perse leggen van den tekst. Omtrent het aandeel der leden van de Afdeeling in de samenstelling van dit werk, dient nog te worden vermeld, dat de schilderijen, muurschilderingen en gebrandschilderde vensters door het lid Dr. C. HOFSTEDE DE GROOT in 1922 en 1923 werden opgenomen en geïnventariseerd. De drukproeven zijn behalve door den samensteller en het bureau ook door den voorzitter, Mr. Dr. J.C. OVERVOORDE, nagezien. De registers zijn samengesteld door het bureau, vooral door den heer VERMEULEN. Met erkentelijkheid moge nog de medewerking worden herdacht, welke werd ondervonden van particulieren, vertrouwd met de locale geschiedenis en toestanden in verschillende gemeenten, met name van mej. C.J. WELCKER, gemeente-archivaris te Kampen, en van de heeren, Mr. J. ACQUOY, gemeente-archivaris te Deventer, Dr. M.E. HOUCK ter zelfder plaatse, Mr. G.J. TER KUILE te Enschedé, en A.J. REIJERS, architect te Kampen. Zijn de voorafgaande zes deelen der voorloopige lijst gedrukt door bemiddeling van den uitgever A. OOSTHOEK te Utrecht, het thans verschijnende deel werd, op verlangen van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, op de persen der Landsdrukkerij gebracht. Hieruit zijn de typografische verschillen en de andere soort van papier te verklaren, waardoor dit deel van zijn voorgangers afwijkt. Evenals tot dusverre zijn de monumenten in deze lijst gerangschikt volgens de gemeenten, en deze laatste in alphabetische volgorde geplaatst naar de spelling der ‘Woordenlijst’ van het Aardrijkskundig Genootschap. Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling: a. Voorhistorische. Romeinsche en oud-Germaansche monumenten. b. Verdedigingswerken. c. Bruggen, sluizen, standbeelden en andere gedenkteekenen, kruisen, pompen, grenssteenen, enz. d. Wereldlijke openbare gebouwen. e. Kerkelijke gebouwen. f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
VII g. Particuliere gebouwen. h. Musea, particuliere verzamelingen, varia. Aan de vermelding der monumenten zijn toegevoegd: eene opsomming hunner voornaamste onderdeelen, enkele historische gegevens, voor zoover die in voor de hand liggende literatuur werden gevonden en betrouwbaar geacht, en eene dateering, waar mogelijk aangegeven door een jaartal, en overigens door een eeuwcijfer, gevolgd door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft eener eeuw, of door a, b, c, d, om een der vierendeelen van de eeuw aan te wijzen. De plaatsaanduiding der onderdeelen van een gebouw geschiedt zooveel mogelijk door aanduiding der windstreek, waarop zij gelegen zijn, bij kerken echter steeds, als waren zij zuiver georiënteerd. Bij Hervormde kerken, die oorspronkelijk zijn gebouwd voor den Katholieken eeredienst, is dit, voor zoover het zonder opzettelijk onderzoek mogelijk was, kenbaar gemaakt door den beschermheilige, aan wien zij waren gewijd, te vermelden. Aangezien de gegevens voor deze lijst grootendeels vóór 1921 zijn bijeengebracht, konden de merken op zilverwerk, waarvan de vermelding bij besluit der Afdeeling van 22 Februari 1921 werd voorgeschreven, niet worden medegedeeld. Een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken, een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken, een register van geslachts- en persoonsnamen, en een topografisch register besluiten het boek. Zooals de titel aanduidt, draagt dit werk een voorloopig karakter. Voor op- en aanmerkingen houdt onze Afdeeling zich daarom dringend aanbevolen. Afdeeling A der Rijkscommissie voornoemd: De Voorzitter: Mr. Dr. J.C. OVERVOORDE. De Secretaris: Dr. E.J. HASLINGHUIS.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
1
Almeloo (Stad-). d. Wereldlijke openbare gebouwen. Het voormalig RAADHUIS, thans politiebureau, heeft een eenvoudigen klassicistischen gevel (± 1800). Op het dak een koepel (XVIII).
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H.H. Mauritius en Georgius, omstreeks 1570 alleen H. Georgius), oorspronkelijk slotkapel der heeren van Almeloo, omstreeks 1390 geheel vernieuwd, in 1733 grootendeels afgebroken, in 1738 herbouwd blijkens opschrift, is een kruiskerk, bestaande uit een baksteenen schip en dwarspand (1738) met plint en hoeken van Bentheimersteen, een in Bentheimersteen opgetrokken ⅝-gesloten koor (XV d), en eenen vierkanten baksteenen toren (1738) met achtkanten koepel (1777). Consistoriekamer (XVIII) ten Z. van het koor. Aan de noord- en zuidzijde ingangen met gebeeldhouwde bekroning (XVIII, geverfd). In den meest oostelijken wand van het koor een dichtgemetseld spitsboogvenster met traceeringen. Inwendig: Onder den verhoogden vloer van het koor een grafkelder (in 1738 geheel vernieuwd) der heeren van Almeloo, overkluisd met riblooze kruisgewelven. Hierin, tegen een zuil, een opschrift en: 1771. De kerk bezit: Preekstoel (XVIII, geverfd). Gebeeldhouwde heerenbank (XVIII, wit gelakt). Tochtportaal (XVIII, geverfd). Grafzerken (XV-XVII), waaronder enkele priesterzerken. Marmeren grafmonument (XVIII c/d) van Graaf Adolf Hendrik
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
2 van Rechteren, met gebeeldhouwde wapens en kwartieren, tegen den oostwand van het koor. Epitaaf (XVIII d) van Carel August van Rechteren, in den zuidwand van het koor. Twee zilveren Avondmaalsbekers (1839). Een zilveren doopbekken en drie dito collecteschalen (alles 1842). Twee klokken: een in 1629 gegoten door Hendrik ter Horst, en een in 1638 gegoten door Casparus Coninck. Eenige rouwborden, uit deze kerk afkomstig, zijn thans in het huis Almeloo. 2. De moderne R.K. KERK (H. Georgius) bezit: Zandsteenen doopvont (XIV d), bestaande uit een achtkante kuip met ronden rand en een achtkant voetstuk. Op de kuip een steenhouwersmerk L. 3. De DOOPSGEZINDE KERK heeft een eenvoudigen halsgevel (± 1800). Ingang, geflankeerd door Ionische pilasters, bekroond door een driehoekig fronton.
g. Particuliere gebouwen. 1-4. Klompengang 10-16. Huisjes (XVII) in vakwerkbouw, met uitstekende balkkoppen. 5. Groote straat 62. Heerenhuis (XVIII d) met rechte kroonlijst. Deurtravee met versierde omlijsting. Inwendig: grijs-in-grijs geschilderd behangsel, voorstellende een Romeinschen triomftocht, en bestaande uit vier stukken en een deurstuk (1778, door And. Warmoes). 6. Groote straat 67. Halsgevel (XVII d). In den top gebeeldhouwde wapens. Pui modern. Van de voormalige wevershuisjes aan het Schokland is er een overgebracht naar het Openluchtmuseum te Arnhem.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
3
h. Particuliere verzamelingen. VERZAMELING H.E. TEN CATE (Wierdensche straat). Schilderijen, teekeningen en etsen, waaronder van Rembrandt (gewasschen penteekening voor een der Staalmeesters), Jan Steen, J. en S.v. Ruysdael, J.v. Goyen, A.v.d. Neer, J.v.d. Capelle, J.v.d. Heyden, G. ter Borch en Ph. Wouwerman. VERZAMELING-MR. G.J. TER KUILE. Schilderijen, waaronder een Christus (XVIa, Hollandsche school) op weg naar Emmaus, en een portret (XVIII d), voorstellend Maria van Lelievelt, weduwe van Ds. W. van den Broeck, in gesneden lijst met hare acht kwartieren. Verzameling van praehistorische voorwerpen.
Ambt-Almeloo. g. Het HUIS ALMELOO, in 1318 vermeld, in 1662 vernieuwd, met den hoofdingang naar het Oosten, blijkens een houten gedenktafel, thans nog op het huis bewaard, in 1778 en 1883 aanmerkelijk verbouwd, in 1908 gerestaureerd, bestaat uit een door water omgeven hoofdgebouw met twee vleugels. De noordelijke vleugel heeft in den voorgevel ankers: 1778 en 1883. Inwendig: in den zuidelijken vleugel een geschilderd behangsel (XVIII d), fantazielandschap, waarin het huis Almeloo, en een (XVIII c, nabootsing van gobelin), voorstellend de geschiedenis van Don Quichotte. In het huis bevinden zich een verzameling familieportretten (XVII, XVIII en XIX A, waaronder vele door R. Koets en Palthe); trouwen wapenborden (XVII, XVIII); geschilderde en geteekende topografica (XVIII en XIX a); portretten van Frederik Hendrik en Maria I Stuart. Links en rechts vóór het kasteel bouwhuizen met het jaartal 1664.
Ambt-Delden. Ambt-Delden. g 1. Het KASTEEL TWICKEL, in 1347 gebouwd door Herman van Twickel, ter vervanging van het meer noordwaarts gelegen, toen gesloopte, huis to Eysinc, in 1551 geheel verbouwd, XVI d en XVII wellicht hersteld en gewijzigd, XIX d gerestaureerd en
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
4 andermaal in 1921, is een in bak- en natuursteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een hoofdgebouw (midden-XVI) met eenen vierkanten in 1850 verbouwden toren tegen den zuid-westelijken hoek, een rechthoekig op den achtergevel staanden oostelijken vleugel (XVI c) en een dergelijken westelijken vleugel (1847), welke een binnenplein omsluiten. Het geheel is omgeven door een binnengracht, waarover een tweebogige steenen brug (XVI) vóór den hoofdingang, aan de zuidzijde; en is gelegen aan een voorplein, dat aan de oost- en westzijde geflankeerd wordt door bouwwoningen. Het hoofdgebouw heeft een voorgevel (1515 in ankers) van baksteen met zandsteenen banden, met, boven den hoofdingang, een puntgevel. De ingang (1551) bestaat uit een rondbogige, zandsteenen poort, met eene bekroning (omstreeks 1850 vernieuwd), waarin de wapens-v. Raesfelt en Twickelo, en geflankeerd door twee zuilen met composietkapiteelen, waarop zandsteenen beelden, voorstellend Adam en Eva. Vensters met zandsteenen omlijsting en driehoekige frontons, waarin kopjes. Gevelsteenen: boom met slang en aanbidding der Koningen. Twee zandsteenen arkels en dakkapellen met zandsteenen omlijsting en driehoekige frontons. Het achterste gedeelte (XVII d) van het hoofdgebouw heeft een steen waarin: 1662 en wapens. Het inwendige wordt sinds 1921 verbouwd en was niet te bezichtigen. Hier bevinden zich o.a. een gebeeldhouwde schoorsteen (XVI d) met marmeren Dorische zuilen, een marmeren schoorsteenmantel (XVIII a) met witmarmeren relief, gedateerd 1737, door Jan Peter van Baurscheit; een bronzen beeld van admiraal Wassenaar Obdam; een verzameling krijgstuig; wapenrustingen (XVI); een groote koperen kaarsenkroon, enz. Op het voorplein twee bronzen kanonnen (1775). In het park: bronzen zonnewijzer (1642), zonnewijzer op steenen voetstuk (XVIII d), gebeeldhouwde steenen bank (XVII b) zandsteenen tuinbank (XVIII a) met drie gebeeldhouwde leeuwen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
5 als wangen, steenen bank (XVII b) met looden faunfiguren als wangen en looden relief in de rugleuning, zandsteenen siervazen (XVIII), looden beelden (XVII d-XVIII a), afkomstig uit Engeland. Het rentmeestershuis van Twickel (1726) heeft een klassicistischen gevel met, boven de deur, zware kroonlijst, waarin het jaartal. 2. Het HUIS WEGDAM, in 1450 vermeld, in 1618 hersteld, later herhaaldelijk verbouwd, heeft in het overgebleven gedeelte Bentheimer steenen met: 1684 en 1689, en een steen met: 1758 en de wapens-v. Coeverden en Raesfelt.
Azeloo. De NOORDMOLEN, watermolen, XIV b vermeld als dubbele watermolen, werd in 1917 hersteld. Thans buiten gebruik.
Ambt-Hardenberg. Heemse. e. De thans NED. HERV. KERK is een oorspronkelijk (XIII?) van oersteen opgetrokken, nu bepleisterd gebouw, in 1823 en 1848 vertimmerd, bestaande uit een schip met ⅜-gesloten koor (XV), en eenen vierkanten baksteenen toren (XV b). Tegen de koorsluiting steunbeeren. De toren bestaat uit drie geledingen, door zandsteenen lijsten gescheiden, en wordt gedekt door een ingesnoerde achtkante spits. Aan de westzijde een spitsbogige ingang. Aan den voet een bergsteenen plint en brokken oersteen. In de bovenste geleding spitsbogige galmgaten. De kerk bezit: Preekstoel (1681). Koperen lezenaar (XVII c). IJzeren doopbekkenhouder (XVIII b). Eiken bank (1662).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
6 Grafzerken (XVII). Twee klokken, waarvan een in 1520 gegoten, door Henrich de Tremonya (Dortmund), en een in 1829 door van Bergen te Midwolde. In den tuin der Ned. Herv. pastorie staat een zandsteenen doopvont (XIII).
Lutten. e. De R.K. KERK (H. Plechelmus) werd in 1830-1831 gebouwd.
Slagharen. e 1. De R.K. KERK (H. Alphonsus van Liguori), in 1873 gebouwd door A. Tepe, in 1905 vergroot door W. te Riele Gzn., bezit: Drie koperen kronen (1786). 2. Van het voormalig KLOOSTER DER CISTERCIENSEN Sibculo (Sibkelo), of klooster van Onze Lieve Vrouwe van Galilea, XVII gesloopt, bestaan nog slechts keldergewelven (XV).
Ambt-Ommen. Ambt-Ommen. g 1. Het KASTEEL EERDE, XIII vermeld, in 1380 belegerd en verbrand, vervolgens herbouwd, en andermaal, in 1521, door de Zwollenaars verwoest, XVIII a geheel herbouwd voor Johan Werner van Pallandt, is een van baksteen met toepassing van bergsteen opgetrokken, langgestrekt rechthoekig gebouw van twee verdiepingen boven een kelderverdieping, gelegen aan een voorplein, te weerszijden waarvan bouwhuizen (XVIII a), omgeven door een gracht. Het hoofdgebouw heeft een vooruitspringende middenpartij bekroond door een gebogen fronton, waarin een wijzerplaat. Hieronder de in steen gehouwen wapens-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
7 van Pallandt en van Baer, en: 1715. Inwendig: overwelfd onderhuis. In dit kasteel*) moeten zich o.a. bevinden: een ledikant (midden-XVIII) met hangenden hemel, bekleed met opgewerkte en geborduurde zijde. Wandtapijten (XVII). Tinnen schotels en borden (XVII), waarop het wapen-van Pallandt is aangebracht. 2. Het HUIS HET LAAR, in 1230 door bisschop Willebrand verwoest, daarna herbouwd, in 1372 andermaal verbrand en toen vervangen door een dichter bij Ommen gelegen slot, dat 1380 verbrand werd door bisschop Floris van Wevelinkhoven, in 1745 voor Jan Lodewijk graaf van Rechteren verbouwd tot jachtslot, ± 1905 verbouwd en gewijzigd, heeft in het onderhuis van het tegenwoordige gebouw gewelven (XVIII).
Vilsteren. e. De R.K. KERK (H. Willebrordus), in 1897 gewijd, bezit: Kazuifel van gebloemd zijden fluweel, waarop een breed gaffelkruis (XV), met borduurwerk in goud en zijde, volgens overlevering afkomstig uit de R.K. kerk te Ommen (Stad-). HUIS VILSTEREN. Inrijhek (XVIII d) met siervazen op de pijlers. In het huis Klein Archem worden zes familieportretten bewaard uit het geslacht van Haersolte (XVIII a-XIX A), waaronder twee (1707, door H. de Valk).
Ambt-Vollenhove. g. In de Rietvink bij Blokzijl een baksteenen halsgevel (XVIII) met zandsteenen aanzetkrullen. Inwendig: een kamer met betimmering en geschilderd behangsel (alles XVIII c).
Avereest. Avereest. e. De NED. HERV. KERK (1852) bezit: Koperen kroon (XVII, hersteld ± 1850). Twee klokken: een groote, in 1636 door Kilianus Wegewart, en een kleine, in 1698 gegoten.
*) De eigenaar wilde het huis niet laten bezichtigen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
8
Batmen. e. De NED. HERV. KERK (O.L. Vrouw), wellicht XIII gebouwd, XV verbouwd, en in 1870 vergroot door aanbouw van twee zijbeuken, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (1870), een ⅝-gesloten koor (XV a) en eenen vierkanten toren met zadeldak. De toren bestaat uit vier geledingen, waarvan drie (XIV c) en eene (XVI). Inwendig: in het koor steenen kruisribgewelven. De kerk bezit: Preekstoel (XVIII a). Grafzerk (1532). Muurschilderingen (XV d, ontdekt in 1870, gedeeltelijk weer overgewit) in het koor, voorstellende den dood der tienduizend martelaren, profeten met spreukbanden, waarop de Tien geboden, en een Christuskop. Twee zilveren Avondmaalsbekers (1799). Twee klokken, in 1829 gegoten door Korthaus, uit een oudere, in 1629 gegoten door Trier en Effens (P. van Trier en H. Evers?).
Blankenham. e. De NED. HERV. KERK (H. Nicolaas), in 1892 ter plaatse eener oudere opgetrokken, bezit: Klok, in 1597 gegoten door Cornelius Ammeroy.
Blokzijl. d. Wereldlijke openbare gebouwen. Het RAADHUIS bezit; Koperen kroontje (XVII). Ganglantaarn (XVIII), met lood gemonteerd.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK, met den toren 1609-1630 gebouwd
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
9 ter plaatse eener oudere, zou, volgens eene aanteekening (1805), 1644-1662 achtereenvolgens naar het Z., het W. en het O. zijn uitgelegd. In 1858 en in 1902 is zij belangrijk hersteld. Grootendeels gecement baksteenen gebouw, welks plattegrond den vorm heeft van een Grieksch kruis met eenen in den noordelijken arm gebouwden toren. Tegen den zuidelijken arm een portaal (1643) met zandsteenen versieringen. In de eindgevels van drie armen rondbogige vensters (die in den zuidgevel gewijzigd en vergroot). Boven den ingang in den oostelijken arm een steen (1662). De gecemente toren bestaat uit een vierkant benedendeel en een achthoekig bovendeel met open houten koepel. In den toren twee gedenksteenen (1609 en 1630). Inwendig: ellipsvormig houten gewelf met trekbalken, muurstijlen en korbeelen. Vier gesneden koppen in de hoeken der kruising. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1663) met snijwerk. Koperen lezenaar (XVII c) op den preekstoel. Koperen doopbekkenhouder, koperen zandlooperhouder en koperen kandelaar met twee armen (alles XVII c). Eiken banken (1663). Grafzerken (XVII en XVIII). Hardsteenen herinneringsplaat (1813) aan Taco Kuiper. Vijf koperen lichtkronen (XVII c); twee gesneden lichtarmen (XVIII). Tekstbord (XVII). Opschriftbord (1686, door Mr. A. Stellingwerf). Twee houten offerblokken (XVII) met ijzeren beslag. Een zilveren Avondmaalsbeker (1607), en drie (XVII). Model van een oorlogschip (XVII c). Grafplan (1805) der kerk. Twee klokken: een in 1635 gegoten door M.F. (rançois?) S.(imon?)., en een in 1768 gegoten door Joan Nicolaas Derck. Een gebrandschilderd glas (1662), uit deze kerk afkomstig, bevindt zich thans in het museum te Zwolle.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
10 2. De DOOPSGEZINDE KERK bezit: Twee zilveren Avondmaalsbekers (1820), een dito (1819) en twee (1824); een zilveren broodschaal (XVIII) en een zilveren doopbekken (1821). 3. De N. ISRAËLIETISCHE SYNAGOGE bezit: Drie koperen kronen (XVII). Een koperen Chanoeka-luchter (XVII).
g. Particuliere gebouwen. A. Trapgevels, meerendeels met zandsteenen lijsten en afdekkingen, boog- en negblokken. 1. Verlaat II 189. Gepleisterde trapgevel. Gebeeldhouwd kopje. Gevelsteen: 1629. 2. Brouwerstraat III 303. Trapgevel. Gevelsteen: 1630. 3. Bierkade II 172. Gevel met gewijzigden top, waarin een ovaal omlijst venster. Drie gevelsteenen: gekruiste bijlen en 1660. 4. Noorderkaai I 10. Trapgevel. In ankers: 1675. 5. Brouwerstraat III 286. Trapgevel (XVII c). Vensters met glas in lood. 6. Bierkade II 173. Gevel (XVII c) met één trap. Ovaal venster. 7. Bierkade II 174. Dergelijke gevel. Gesneden deur (XVIII d). 8. Kerkstraat III 257. Trapgevel met top (XVII c). als nr 3. 9-10. Kerkstraat III 265 en 266. Twee trapgevels (XVII). 11. Noorderkaai I 8. Gevel (XVII) met twee trappen. Ontlastingsbogen met versierde boogblokken.
B. Halsgevels, meerendeels met gebogen houten afdekking, zandsteenen lijsten en aanzetkrullen. 12. Kuinderstraat I 38. Halsgevel (XVII d). Boven en onderdour. Trap voor den ingang. 13-14. Bierkade II 177 en 176. Twee halsgevels (XVIII b). Gevelsteenen: 1629 en 1634. Houten deuromlijsting, waarin een scheepje.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
11 15. Kerkstraat III 275. Halsgevel. In den top: 1761. Vlechtingen. Benedendeel (XVII). 16. Kerkstraat III 240. Halsgevel. In den top: 1768. 17. Kerkstraat III 272. Halsgevel met banden van gele steen. Fries (XVII a) met gemetselde boogjes. In het fronton: 1810. 18. Breestraat II 219. Halsgevel (XVIII). 19. Brouwerstraat III 301. Dergelijke gevel. 20-21. Noorderkaai I 23 en 33. Dergelijke gevels. 22. Verlaat II 180. Halsgevel (XVIII). Sierankers. Gevelsteen: 1630. 23. Verlaat II 228. Halsgevel (XVIII). 24. Zeedijk III 234. Halsgevel (XVIII). In den top een scheepje. 25. Kerkstraat III 272 Halsgevel. In den top: 1810. Gevelsteen. In ankers: 1615.
Voorts nog de volgende gevels: 26. Bierkade II 179. Gepleisterde gevel. Gevelsteen: 1626. Acht ankers. In een muurtje achter dezen gevel een steen: 1630. 27. Kerkstraat III 279, hoek Zeedijk. Gevel met top als nr. 3. Drie ovale lichten in zandsteenen omlijstingen. Drie gevelsteenen: standerdmolen en 1666. 28. Brouwerstraat III 285. Baksteenen puntgevel (XVII c) met baksteenen waterlijst en één trap aan weerszijden. 29. Pleintje bij de Brug II 290. Gepleisterde gevel. Gevelsteen: 1657. 30. Brouwerstraat III 304. Baksteenen topgevel (XVII). Vlechtingen. Waterlijst met muizetand. 31-32. Breestraat II 211. Twee baksteenen topgevels. Vlechtingen. In ankers: 1754. 33. Verlaat II 184. Gevel (XVIII c) met houten gootlijst. Dakkapellen met halsgeveltjes. Houten bovenafdekking en zandsteenen waterlijsten. 34. Verlaat II 185. Dergelijke gevel.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
12 35. Kerkstraat III 245. Baksteenen gevel Twee steenen: 1807. 36. Kuinderstraat I 101. Topgevel met houten afdekking, waarin: 1815. 37. Kathoek II 223. Topgevel, waarin: 1826.
Gevelsteenen, voorzoover nog niet vermeld: Pleintje bij de Brug III 289 (in de Brouwerstraat); Zeedijk III 281 (1610); Kerkstraat III, 290 (1657) Ankers: Verlaat II 187 (1769). In een der kamers van het huis Dominéswal III 293, bevindt zich een gedeelte van een eiken betimmering (XVII c).
Borne. Borne. e. De NED. HERV. KERK (H. Stephanus), XV gebouwd, in 1828 hersteld, 1919-1921 gerestaureerd onder leiding van den architect W. te Riele Gzn., is een baksteenen hallenkerkje, bestaande uit een tweebeukig schip (XV b, verbreed XV c), een smaller ⅝-gesloten gemeenschappelijk koor (XV b), en eenen vierkanten toren (XV b) met achtkante spits (XV d). Tegen de noordzijde van het koor een sacristie (XV c). Hoog zadeldak, zware steunbeeren, spitsboogvensters. De toren heeft hoekblokken van Bentheimersteen, en, in de bovenste geleding, spitsbogige nissen en galmgaten. In den westgevel een spitsbogige ingang met zandsteenen traceeringen. Inwendig: kruisribgewelven, wierzandsteenen ribben neerkomen op schalken. In één der gewelven van den zuidbeuk een sluitsteen met gebeeldhouwd schildje. De beide beuken zijn gescheiden door twee, in de middenas van schip en koor staande, ronde zandsteenen zuilen. In een der zuidwestelijke gewelfschelpen van het schip: Anno 1482 en een huismerk. In den oostwand der koorsluiting een gebeeldhouwde steen met de wapens-van Schele tot Weleveld en Schelenburgh, het wapen-v. Twickel, en het wapen-v. Middachten (bij de restauratie van elders hierheen over-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
13 gebracht). Tegen de wanden van de koorsluiting eenige opschriften (XVI-XVII?), achter glas geplaatst. In de sacristie een kruisribgewelf, een spitsboognis en twee kleinere nissen. Op den muur: 1613. In den toren een kruisribgewelf en, tusschen kerk en toren, een groote spitsbogige doorgang. In den zuidelijken torenmuur een uitgespaarde trap tot de eerste verdieping; vandaar naar de bovenste verdieping een eiken spiltrap (XVI?). De kerk bezit: Altaarsteen (XV), thans als tafel in de sacristie geplaatst. Gebeeldhouwden zandsteenen preekstoel (XVI d), in welks kuip in het Nedersaksisch bijbelteksten zijn gehouwen. Grafzerken (XVI-XVII). In de koorsluiting: gewelfschilderingen, voorstellend Christus op den regenboog, tusschen Maria en Johannes den Dooper; muurschilderingen, voorstellend: aan de noordzijde den H. Christophorus, een gebaard man en een ridder, een abdis, en links en rechts van de koorvensters zeven apostelen; op den noordwand van het schip muurschilderingen, voorstellende St. Joris met den draak, den H. Antonius Abt en den H. Rochus; en aan de noordzijde naast den triomfboog een, voorstellende den boom van Jesse; tegen den zuidmuur een beschadigde groep, voorstellende de H. Maagschap (alles XV d). Gebrandschilderd ruitje (XVII, fragment van elders afkomstig), waarin het wapen van Enschede. Offerblok (XV, opgehakt) van Bentheimersteen. Zilveren beker (XVII) en twee kleinere bekers (1765). Tinnen Avondmaalskan (XVII). Drie klokken: een in 1457 gegoten, een in 1645 gegoten door F. Hemony, en een in 1676 door Jan Fremy. g. Ennekendijk. Gevelsteen (1779). In een huis aan een achterweg bevindt zich boven de achterdeur een balk met opschrift en: 1728. VERZAMELING-V. BÖNNINGHAUSEN. Familieportretten uit de geslachten v. Bönninghausen, van Voorst tot Voorst, Mulert. Portret van Suffia van Amerongen, moeder van Lysbet Jansz van Egmont van de Niewburgh door Maerten van Heemskerck.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
14
Bornerbroek. e. De R.K. KERK (H. Stephanus), in 1800 gebouwd, 1857 vergroot, en andermaal, in 1868, onder leiding van G. te Riele Wzn., bezit: Twee koperen kronen (XVII). Twee klokken: een in 1701 gegoten door M.D. Bergh, en een in 1840 gegoten. In den tuin der pastorie bevindt zich een zandsteenen doopvont (XVI a).
Hertmen. e. De moderne R.K. KERK (H. Stephanus) bezit: Verguld zilveren Miskelk (XV), wellicht afkomstig uit het voormalig klooster Frenswegen (Hannover). Op den voet zijn een kruisbeeldje en twee wapenschildjes bevestigd. In de pastorie: twee teekeningen (XVIII) door Spilman, voorstellende het kasteel Weleveld. Een eikenhouten Christusbeeldje (XV?), uit deze pastorie afkomstig, bevindt zich thans in particulier bezit te Haaksbergen.
Zenderen. e 1. De R.K. KERK (H. Stephanus), in 1798 gebouwd, 1908 verbouwd, bezit: Gebeeldhouwden steen (XVII a) met wapens. 2. Het KLOOSTER DER CARMELIETEN (1881) bezit: Schilderij (XVII c, afkomstig uit het klooster te Boksmeer), voorstellend W.D. Lindanus, bisschop van Roermond (met het jaartal 1591, op de waardigheid betrekking hebbende). Zeven ovale schilderingen (Vlaamsch, midden-XVII), voorstellend heiligen der orde. Een exemplaar der Summa Theologica van Thomas van Aquino, in 1522 te Parijs gedrukt.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
15
Dalfsen. Dalfsen. e. De NED. HERV. KERK (H. Cyriacus) in 1231 vermeld, waarschijnlijk XV a gebouwd, met gebruikmaking van de overblijfselen eener oudere, in 1455 van een nieuw koor voorzien, XVI a gedeeltelijk verbrand en herbouwd, XVII met gebrandschilderde glazen versierd en belangrijk hersteld, is een deels in tuf-, deels in baksteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een driebeukig schip, een ⅝-gesloten koor (1455), en eenen vierkanten toren (XV a) met spits. Het uitwendig geheel gepleisterde schip heeft kleine spitsboogvensters in de rechtgesloten zijbeuken. In het koor hooge spitsboogvensters. Eensversneden steunbeeren. De toren bestaat uit vier geledingen, waarvan er drie met tufsteen bekleed zijn; de bovenste, waarschijnlijk tengevolge van een brand ingekort, bestaat geheel uit baksteen. Aan de westzijde een spitsbogige ingang. In den boogtrommel een nisje met bergsteenen omlijsting. Boven dezen ingang een spitsboogvenster en in alle gevels spitsbogige nissen met zandsteenen traceeringen. Inwendig: in den middenbeuk steenen kruisribgewelven, rustend op schalken met kapiteelen; in de zijbeuken netgewelven, welker ribben eveneens op dergelijke schalken neerkomen. Tusschen midden- en zijbeuken ronde zuilen. De ribben van het gewelf der koorsluiting rusten op als kopjes gebeeldhouwde kraagsteenen. In den zuidmuur van den zuidelijken zijbeuk een zandsteenen deuromlijsting. Aan de oostzijde van dezen beuk de grafkapel van v. Rechteren met grafkelder. In den toren een in den muur uitgespaarde gemetselde spiltrap, en, over de benedenruimte een kruisribgewelf. De kerk bezit: Twee altaarsteenen. Eiken preekstoel (XVIII c). Orgel (1808). Eiken banken (XVIII) en overblijfselen (XVIII) van banken.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
16 Marmeren grafmonument (XVIII a), met gebeeldhouwde krijgstropheën en met wapens en kwartieren van van Johan Seger van Rechteren († 1701), zijn echtgenoote Agatha Sophia van Raesfelt († 1705), hun zoon Joachim Hendrik Adolf († 1719), en diens echtgenoote Amalia Alexandra Frederica van Limpurg, die het monument liet plaatsen. Grafzerken (XV en XVI). Drie koperen kronen (1758). Twee psalmborden (XVIII b). Twee zilveren bekers: één (1612), vernieuwd en vergroot (1682), en één (1772). Zilveren schenkkan (XVIII a). Drie zilveren schotels (XIX a). Twee klokken: een, in 1555 gegoten door Wilhelmus Wegewaert, in 1920 hersteld, en een in 1560 gegoten. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII c). 2. De moderne R.K. KERK (H. Cyriacus) bezit: Eikenhouten beeld (XV c, geverfd), voorstellend de H. Maagd, afkomstig van de Hoonhorst. g 1. Het HUIS RECHTEREN, XIII vermeld als roofslot, 1320 herbouwd en versterkt, andermaal in 1522 door Karel van Egmond; kort na 1591 ontmanteld, waarbij alleen de hoofdgebouwen overbleven, meermalen door brand geteisterd; XVII, XVIII en XIX gedeeltelijk verbouwd en uitgebreid, bestaat uit een hoofdgebouw (XV, verbouwd XVII d), met twee loodrecht hierop staande vleugels (XVIII, deels op oude fundeeringen), waarvan de oostelijke aan de noordzijde aansluit bij een ronden verdedigingstoren (XIV), en tusschen welke een voorgebouw (1726) werd opgetrokken. Het geheel ligt aan een voorplein, te weerszijden waarvan bouwhuizen, en is omgeven door een gracht, waarover een steenen brug (1863), ter vervanging eener ophaalbrug. Het hoofdgebouw heeft twee brandgevels met trappen en vensters, wier boogtrommels versierd zijn met schelpvormen. Aan den achtergevel een meezekouw, de moeten van vensters en van een boog; schietgaten. Het voorgebouw, in 1898 met een verdieping verhoogd, heeft een door pilasters geflankeerde middentravee met
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
17 hoofdingang. De verdedigingstoren bestaat uit een cylindervormigen romp, met schiet- en werpgaten, en bekroond door een overkragend achtkant met openingen voor het uitbrengen van een houten weergang, en een achtkante spits (XVII a), eindigend in een peervorm. In het bouwhuis aan de westzijde van het voorplein een gevelsteen: 1685, in dat aan de oostzijde een dergelijke steen met: 1725. Inwendig: familieportretten (XVI d-XIX a) van het geslacht v. Rechteren, o.a. als sopraportes in de (moderne) betimmering van de ridderzaal. In den witten salon drie deuren en een schoorsteen (XVIII a, snijwerk in den trant van Marot) met ingevoegde portretten. Plafond (XVIII a). In de eetzaal een schoorsteenstuk (XVII d, door H. ten Oever), voorstellend Andromeda, en twee deurstukken (door denzelfde), voorstellende Europa en Mercurius met Argus. In een der salons een meisjesportret (XVII d, door H. ten Oever). Voorts zijn in het kasteel aanwezig een verzameling opgegraven voorwerpen, meerendeels wapentuig, en een klok, in 1560 gegoten door Hendricus Detremunde (Dortmund). 2. Het HUIS DEN BERG, XVIII a gebouwd, ter vervanging van een XIV vermeld kasteel, is een rechthoekig baksteenen gebouw, met een half-zeshoekigen uitbouw aan de achterzijde, welke bekroond wordt door een koepeltje. In het midden van den voorgevel de deurtravee, met vensters, waarboven de gebeeldhouwde zandsteenen wapens - v. Dedem en v. Delen, afgedekt door de halfrond getoogde kroonlijst. Toegangshek met vier gemetselde pijlers, bekroond door siervazen (XVIII). Op de beide middelste vazen de wapens - v. Dedem en v. Delen. In het huis bevinden zich geschilderde portretten (XVII c-XVIII d) uit de families van Dedem, van Rechteren en aanverwante geslachten, waaronder vier schilderijen door B. van der Helst (twee gedagteekend: 1661), en andere door D. van der Lisse, R. Koets, N. Maes, Joh. Vollevens e.a.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
18 3. Het HUIS DE LEEMCULE werd in 1823 gebouwd, ter vervanging van een in 1812 gesloopt kasteel. 4. Het HUIS DE RUTENBERG, in 1328 vermeld, XIX a gesloopt, werd in 1828 door het tegenwoordige vervangen. Toegangshek met siervazen, afkomstig van het in 1839 gesloopte huis te Broekhuizen. Aan de binnenzijde der pijlers: 1839. In een huis tegenover de Ned. Herv. kerk een gevelsteen (XVIII a), waarop een gruttersmolen. Bij de R.K. kerk een hardsteenen stoeppaal (XVII c).
Hoonhorst. e. De R.K. KERK (H. Maria Onbevlekt Ontvangen) bezit: Ivoren kruisbeeld (XVIII a). Steenen Nood Gods (XVII d), afkomstig uit de voormalige kerk aan de Koestraat te Zwolle.
Delden (Stad-). d In het raadhuis een steen met het stadswapen en met een tijdvers (1738), afkomstig uit het oude raadhuis. e 1. De NED. HERV. KERK (H. Blasius), blijkens een gedenksteen in 1463 gebouwd, ter plaatse en deels met overblijfselen eener oudere (in 1118 vermeld), in 1581 en 1584 door brand geteisterd, XVII a hersteld, is een grootendeels in Bentheimersteen opgetrokken, driebeukige hallenkerk, bestaande uit een ⅝-gesloten middenbeuk, een driezijdig gesloten zuidbeuk, een rechtgesloten noordbeuk, met een vierkant baksteenen uitbouwtje aan de oostzijde en eenen zwaren, vierkanten bergsteenen toren (XV c), verbouwd in 1516. Het koor van den middenbeuk bestaat beneden uit tuf-, boven uit baksteen. In den oostelijken sluitingsmuur een nisje. Aan de noordzijde bevinden zich twee ingangen; de oostelijke hiervan is dichtgemetseld. Hiernevens twee onmiddellijk naast elkaar geplaatste steunbeeren. Boven den ingang van het zuidelijk koor een gedenksteen met opschrift, betreffende het leggen van den eersten steen, en: 1463. De toren bestaat uit twee geledingen en wordt gedekt door een lage spits. Boven
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
19 den ingang, aan de westzijde, een steen met opschrift en: 1516. Op verschillende plaatsen in het benedengedeelte der muren, voornamelijk aan de noord- en oostzijde, bevinden zich loodrechte groeven, wellicht ontstaan door uitslijping. Inwendig (geheel gepleisterd): tusschen middenbeuk en zuidbeuk drie pijlers; tusschen middenbeuk en noordbeuk een pijler en een ronde zuil. Het benedengedeelte dezer pijlers behoort blijkbaar tot een vroegeren bouw (XII-XIII?). Steenen kruisribgewelven, behalve boven de zuidelijke koorsluiting en het oostelijk gewelfvak van den noordelijken zijbeuk, die met een vlakke houten zoldering gedekt zijn. In de benedenruimte van den toren inkassingen voor een kruisgewelf. Groote rondbogige muurnissen. In den zuidmuur een uitgespaarde wenteltrap. Boven den boog tusschen toren en schip een steen met opschrift (1538) betreffende de sluiting van dezen doorgang. De kerk bezit: Overblijfselen van een sacramentshuisje (XV d). Eiken preekstoel (XVII d). Eiken doophek (XVII d). Koperen lezenaar (1683), zandlooperhouder (XVII d), en drie koperen blakers (XVII d). Banken (XVII en XVIII). Orgel (1847), vervaardigd door C.F. Naber. Grafzerken (XVI), en een (1604). Overblijfselen van muurschilderingen in het koor en tegen den oostmuur van den noordbeuk. Twee koperen kronen (1781). Grafsteen (1545) van Frederik van Twickello. Vier zilveren bekers, waarvan twee met een gegraveerde afbeelding der kerk, benevens eenig tinwerk worden in het kasteel Twickel bewaard. Twee zilveren bekers (XVII d). Een klok, in 1632 gegoten; een, in 1780 gegoten door Alexis Petit, en een, in 1786 gegoten door Petit en Zonen. Wijzerplaat (XVII d), in de kerk. Vóór den ingang van het kerkhof een ijzeren rooster. 2. De R.K. KERK (H. Blasius) bezit: Houten doopvont (1834).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
20 Zilveren monstrans (± 1500). Kelk (± 1500). g 1. Huis A 31. Halsgevel met aanzetkrullen en gebogen fronton, waarin twee druiventrossen en: 1750. 2. A1. Dergelijke gevel. (De Posthoorn.) In het fronton een kroon en: 1764. Gevelsteen. 3. A 60. Puntgevel (XVIII c). Bovendeel vakwerkbouw, uitspringend boven het in tegelwerk en baksteen opgetrokken benedengedeelte.
Denekamp. Denekamp. e 1. De NED. HERV. KERK (1808, in 1840 hersteld) bezit: Houten offerblok (XVII d). Koperen kroontje (XVII d). Zilveren beker (XVII c). 2. De R.K. KERK (H. Nicolaas), XIII c gebouwd, XV b verbouwd, in 1810 vergroot met een dwarspand en een koor, welke uitbreiding XX a wederom werd afgebroken onder leiding van den architect W. Te Riele Gz., is een geheel in Bentheimersteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip (XIII c) en eenen vierkanten toren (XIII c, verhoogd XV d) met een driehoekigen traptoren aan de zuidzijde. De toren bestaat uit drie geledingen. Aan de westzijde een ingang. Spitsbogige vensters en galmgaten. Inwendig: baksteenen kruisribgewelven (XV d). In den toren een kruisribgewelf. Vóór het kerkhof een ijzeren rooster. De kerk bezit: Doopvont (XV) van Bentheimersteen, thans als wijwatervat in gebruik. Twee koperen kronen (XVII d).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
21 Twee klokken, in 1436 en in 1518 gegoten, en een in 1530 gegoten door Wolter Wuterius. g 1. Het HUIS BRECKELENKAMP, in 1391 vermeld, XVII A herbouwd voor Everhard Bentinck tot Breckelenkamp, in 1844 gewijzigd, bestaat uit een zeer bouwvallig baksteenen hoofdgebouw met banden van Bentheimersteen, en twee rechthoekig hierop staande baksteenen vleugels, die een voorplein omsluiten. Het geheel omgeven door een gracht, waarvan de kanten bekleed zijn met zware stukken Bentheimersteen. Boven den ingang in den linkervleugel wapens en: 1651; boven de poort in den rechtervleugel eveneens een wapen en: 1844. Bij de hoeken der vleugels aan iedere zijde nog een ingang, bekroond door wapens. Boven den rechteringang: 1633. Aan de achterzijde van het gebouw, op de eerste verdieping, de oorspronkelijke kruiskozijnen; de vensters hieronder zijn gewijzigd, maar de moeten van vroegere zijn nog zichtbaar; twee uitgebouwde gemakken, rustend op Bentheimer steenen. In ankers: 1653 en bij den rechterzijgevel: 1637. 2. Het HUIS SINGRAVEN, in 1381 vermeld, waarschijnlijk omstreeks 1661 nieuw opgetrokken, XIX geheel verbouwd, bezit: Klok (gebarsten), in 1653 gegoten door Hendrik ter Horst. De WATERMOLEN op den Dinkel, in 1448 vermeld, meermalen vernieuwd, in 1920 gerestaureerd, heeft in de kademuren dertien wapensteenen met opschriften, huismerken en jaartallen: 1544, 1610, 1619, 1646, 1671, 1737, 1740, 1818, 1854, 1911, 1920.
Lattrop. e. De R.K. KERK (H.H. Simon en Judas) bezit: Eiken Nood Gods en Mariabeeld (beide XV c). Koperen kroontje (XVII d). Bij Tilligte staat een oude boerderij van het Nedersaksische type, een z.g. ‘los hoes’.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
22
Deventer. b. Verdedigingswerken. 1. Van DE BERGPOORT (1619), als laatst overgeblevene der stadspoorten in 1880 afgebroken, is het buitenfront, met beeldhouwwerk van Hendrik de Keyser, overgebracht naar het terrein van het Rijksmuseum te Amsterdam. 2. Van de voormalige BINNEN-VISCHPOORT, XIV vermeld als Dijkpoort, in 1838 gesloopt, bevindt zich een steen met het stadswapen, en van de BUITEN-VISCHPOORT (1616) een steen met een opschrift in het museum in de Waag. 3. Van de OMMURING, die wellicht reeds X bestond, XIII werd gewijzigd, midden-XIV uitgebreid door aanleg van een tweeden ringmuur, XV B andermaal uitgebreid en verbeterd, en wederom XVI A, in 1597 vernieuwd en gewijzigd op last van Prins Maurits door Adriaan Anthonisz. Metius, XVII nogmaals vernieuwd, in 1702 gewijzigd volgens plannen van Coehoorn, 1874-1880 gesloopt, is thans nog over een stuk vestingmuur (XV) aan de Welle, bij de schipbrug Een dergelijk brok muurwerk (XV) in de Smedenstraat, tusschen de huizen nrs. 131 en 141. Aan den Bokkingshang een steen (1587) met stedelijk wapen en schildhouders tegen een gebouwtje, dat tot de versterkingen behoorde. 4. Van de VESTINGTORENS bestaan nog slechts; een gedeelte van eenen toren (XV) bij de Zandpoort; een dergelijk overblijfsel (XV) bij de haven, een fragment (XV), ingericht tot zitplaats, bij de Welle; en een ronde baksteenen toren (XV) in de straat ‘Achter de muren’. 5. Een gedeelte van de voormalige gracht is nog zichtbaar in de tuintjes van de huizen der Smedenstraat.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
23
c. Pompen, grenssteenen, gerechtssteenen, enz. Achter Kleine Overstraat 61 een houten pomp (XVII a) met ijzeren beslag en zwengel. Bij den Penninkshoek een pomp (XVIII b), met bolvormige bekroning. In een nis aan de noordoostzijde der Lebuinuskerk een hardsteenen pomp (XVIII d), bekroond door een siervaas. Op de Brink zerksteenen voor de palen van het schavot.
d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS, in 1347 vermeld, meermalen verbouwd, in 1694 andermaal gewijzigd en met het naastgelegen voormalige Wanthuis (1652) achter een gemeenschappelijken gevel vereenigd, is een complex van grootendeels bergsteenen, twee binnenplaatsen omgevende gebouwen, bestaande uit: a. een hoofdgebouw, in 1694 verbouwd door Jacob Roman, die hierbij een deel van het belendende Wanthuis (zie b) aantrok en voor het geheel een voorgevel, aan het Groote Kerkhof gelegen, ontwierp. Deze gevel, van Bentheimersteen in klassicistischen trant opgetrokken, in 1747 en 1753 geverfd, heeft een vooruitspringende middenpartij, met hoofdingang, waarvoor een Toscaansche portiek, bekroond door een balustrade, en een bordes met trappen (in 1766 hersteld). Te weerszijden van deze middenpartij twee balkons op consoles. Kroonlijst, waarboven een attiek met, in het midden, gebeeldhouwde wapens, gedekt door een kroon, en met siervazen op de hoeken; b. een langgestrekten zijvleugel (1662, door Ph. Vingboons) aan de Polstraat, het voormalige Wanthuis, in 1694 bij het raadhuis getrokken (zie a). Gevel met doorgaande Toscaansche pilasters en hoofdgestel, in welks fries: 1662; c. een achtergebouw (muurwerk ± 1600, gepleisterd), met vierkanten traptoren. Inwendig (XIX zeer gewijzigd): In a: vestibule, vroeger ‘voor-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
24 plein’ genoemd, in 1766 ingericht tot eetzaal, in 1776 hersteld. Gebeeldhouwde eiken portiek (1665, wellicht door Derck Daniëls, zoon van den Kamper schrijnwerker Daniël Berents), aan den ingang der commissie-kamers, met Ionische pilasters en segmentvormig, doorbroken fronton met gemeentewapen. In het ornament van den middensten pilaster een zegel met: 1665. Zijwanden en plafond (XVIII c) van stuc. Schouw (vermoedelijk in 1766 vervaardigd, door Jeronimus Columba) in stuc met gemeentewapen. Te weerszijden hiervan, tegen den stuc-wand (1776), gebogen frontons, waarin medaillons met Latijnsche opschriften. Vijf geschilderde gildeborden: van het kuipersgilde (1635), bouwliedengilde (1634), bakkersgilde (1634, tekst in 1779 aangevuld), smidsgilde (XVII b), slijtersgilde (1690, vernieuwd in 1769), alle in gesneden lijsten. Twee borden in gesneden omlijsting (XVIII), op elk waarvan zes beulszwaarden, waarvan een in 1378 geschonken door keizer Wenceslas en een met het jaartal 1499. Twee tweehands statiezwaarden (XV). Twee brandspuiten (XVII), een waarvan ‘de Mennistenspuite’ genoemd wordt. Achter de vestibule de raadzaal (1659 gewijzigd, en andermaal in 1805). Gebeeldhouwde eiken deuren (XIX a). Gebeeldhouwde eiken wandversiering (XVII c), overblijfsel van het vroegere gestoelte der burgemeesters, ingericht tot wandkast, met drie composietpilasters onder een vooruitspringende kroonlijst, met Latijnsch opschrift en gebogen fronton, waarin het gemeentewapen. Hierboven een klok (1731, door den horlogemaker Joost van Houten te Deventer), in gebeeldhouwde kast (XVIII b); rondom de wijzerplaat vier geschilderde tafereelen (XVIII a, door G.J. Palthe), de jaargetijden voorstellend. Te weerszijden der klokkenkast twee eiken beelden (midden-XVII), voorstellend Justitia en Prudentia. Vier schilderijen (1628, door Hendrik Terbruggen), voorstellend de vier Evangelisten, in 1707 aan de stad geschonken; schilderij (1667, door Gerard Terborch), voorstellende den Deventer magistraat, in gesneden, verguld lindehouten lijst (XVII c); een portret
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
25 (XIX a) van koning Willem I. Op de bovenverdieping twee vertrekken, waarin de stedelijke- of Athenaeumbibliotheek, in 1560 begonnen, in 1597 bij magistraatsbesluit gesticht, XIX a vermeerderd met een groot deel der boekerij van de voormalige Geldersche academie te Harderwijk, en bevattende ruim vijfhonderd handschriften, een groote verzameling wiegedrukken, een blokboek (Donatus, ± 1450), enz. In b: Rechts van de vestibule de commissiekamers (voormalige secretarie). Geschilderd portret (XIX b) van koning Willem II als veldheer. Een mansportret met doodshoofd, uit een dezer kamers afkomstig, is thans in het Waagmuseum. In de bodekamer een spiegeltje in gesneden, vergulde lijst (XVIII b/c), een portret van Math. v. Schaack, en een vuuraanmaker (XVIII d). Op de bovenverdieping nog een vertrek, waarin een gedeelte der Athenaeum-bibliotheek. In c: Burgemeesterskamer, vroeger de ‘nieuwe kamer’ (± 1653, vensters en zoldering ver nieuwd in 1853). Eiken wandbetimmering (XVII c) met gebeeldhouwde muurkasten. Schouw met eiken betimmering (XVII c) en marmeren Ionische zuilen; schoorsteenstuk (doek, gemerkt: D. Hardenstein, 1653), voorstellende Scipio en de bruid van Numantia. Ovale levensgroote geschilderde borstbeelden (± 1700) van Prins Willem III en Maria II Stuart, door of in den trant van J.H. Brandon. Van het stadszilverwerk bestaat nog slechts een verguld zilveren beker (1660) van Adriaan van Bockholt, thans in particulier bezit. 2. Groote Kerkhof 14. Het LANDSHUIS, in 1361 vermeld als herberg ‘Brunenberg’, sinds 1364 Stadsherberg, in 1632 herbouwd, waarschijnlijk door Marten Luloffs, stadstimmerman, en mr. Melchior, stadsmetselaar, in den tegenwoordigen vorm en ingericht tot vergaderplaats der Gedeputeerde Staten van Overijsel, 1839-1870 gymnasium, thans politiebureau, is een ge-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
26 bouw met rijk in bak- en bergsteen opgetrokken trapgevel. Tusschen de vensters baksteenen pilasters met zandsteenen blokken. Breede waterlijsten. Boven de vensters (in 1770 gewijzigd) overblijfselen van de oorspronkelijke ontlastingsbogen, waarin sluit steenen met kopjes. Tegen de trappen gebeeldhouwde vleugelstukken en op de hoeken obelisken. In den top een nis, met beeld van een krijgsman, het wapen der stad houdend, waarboven: 1632, afgedekt door een gebogen fronton met schelp en bekroond door een obelisk. Gelijkvloers, in het midden, de hoofdingang met rijk gebeeldhouwde portiek, bekroond door het stedelijk wapen. Te weerszijden twee kleine gebeeldhouwde portieken. Inwendig (geheel gewijzigd): in het voorportaal rondbogen, rustend op twee gothische zuilen (XV) met gegroefde schachten. 3. De WAAG, in 1528 gebouwd, en tevens bestemd tot Burgerwacht, in 1620 en 1643 gedeeltelijk hersteld, in 1873 gerestaureerd en inwendig geheel gewijzigd, in 1921 door den stadsarchitect Uytenhout hersteld en, aan de noordzijde, van een nieuwe fundeering in beton voorzien, is een, deels uit materiaal van gesloopte forten in baken bergsteen opgetrokken, geheel vrijstaand gebouw op rechthoekig grondplan, met zuilenhal en dubbele trap vóór den hoofdingang in den oostelijken smallen gevel, en eenen half-achthoekigen traptoren op den noord-oostelijken hoek. Het gebouw bestaat uit drie verdiepingen, gescheiden door waterlijsten, waarvan die boven de benedenverdieping rust op een rondgaand spitsboogfries. Vensters gedekt door zandsteenen korfbogen met toten. Uitgekraagde achtkante hoektorentjes met lichtsleuven, zandsteenen hoekstijlen met traceeringen en koepelvormige afdekking. Boven de gootlijst, tusschen zandsteenen pinakels zonder spitsen, een zandsteenen balustrade met traceeringen. Wolfdak, waarop een klokketorentje (XVII a) met peervormige bekroning. De zuilenhal met bordes, geflankeerd door trappen, vóór den hoofdingang, in 1643 gebouwd naar een
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
27 ontwerp der steenhouwers Jan Bour en Hans Willem Amushoff uit Gildehaus, wordt overdekt door twee kruisgewelven, rustend op Toscaansche zuilen. Zij heeft vier rondbogen met gebeeldhouwde sluitsteenen. In het midden der voorzijde een groote gebeeldhouwde spuwer. Op de balustrade van het bordes en op de leuningen der trappen schildhoudende leeuwen. In een fries onder de balustrade twee opschriften betreffende den bouw, met: 1643 en 1644. Voorts in den voorgevel drie steenen met: 1620, 1755 en 1873. In den noordelijken zijgevel een stichtingssteen met opschrift en: 1528, en een steen met zon en maan. Gebeeldhouwde draagsteenen, op twee waarvan nog beeldjes staan. Tegen den muur hangt een koperen ketel (1434) ter bestraffing van valsche munters. Inwendig (in 1862 als waag buiten gebruik gesteld, in 1867 teeken- en werkschool, in 1871 telegraafbureau, in 1873 gymnasium, in 1893 H.B.S. voor meisjes, thans stedelijk museum) bevindt zich nog een steenen spiltrap in den traptoren. Zie verder: h 1. 4. BOTERWAAG, zie g 1. I. MUNTENPLAATS. Van de voormalige MUNT bestaat nog een XVI c opgetrokken, in 1915 naar plannen van den architect A. Mulder, onder leiding van H.J. Witteveen en E. Bokhorst, uit- en inwendig geheel gerestaureerd en vernieuwd gebouw met half-achtkanten traptoren, gedekt door een nieuwe spits. Tegen den voormuur een schuin afgedekte steunbeer, waarvoor een gemetselde pomp met houten afdak. Ellipsbogige ingang. Vensters met vernieuwde kozijnen. De traptoren heeft bergsteenen lijsten, hoek- en negblokken en een door een ellipsboog gedekten ingang. Poortje met zandsteenen omlijsting, waarin twee rozetten en een masker.
c. Kerkelijke gebouwen. 1. De GROOTE OF ST. LEBUINUSKERK, ± 770 gesticht door
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
28 den H. Lebuinus en aan de H. Maagd gewijd, meermalen verwoest en herbouwd, in 937 door bisschop Balderik vergroot; in 1040, onder bisschop Bernulphus, vervangen door een tufsteenen basiliek (met een oostelijk en een westelijk dwarspand), en tot een, aan den H. Lebuinus gewijde, kapittelkerk verheven, in 1235 gedeeltelijk verbrand, in 1251 herbouwd en met steenen gewelven overkluisd, in 1334 andermaal door brand geteisterd, XV en XVI gewijzigd en vergroot, 1905-1920 uitwendig gerestaureerd door den architect W. te Riele Gzn., is een hallenkerk (sinds XV), bestaande uit: een driebeukig, in bak- en bergsteen (hier en daar met gebruik van tufsteen) opgetrokken schip (zuidbeuk verhoogd en verbreed XV A, noordbeuk XVI A); een driezijdig gesloten koor met een onregelmatig 6/12-gesloten kooromgang (1486 - nà 1502); een aan de zuidzijde van het schip uitgebouwde rechthoekige kapel (1494-1499): de Magistraatskapel, met een driezijdig gesloten koornis; een westelijk portaal (XIV a) voor den hoofdbeuk; een driebeukige tufsteenen krocht (XI B), met halfrond gesloten koornis, onder het koor; en eenen vierkanten toren 1334-1499, ter vervanging van een XI B) vóór den zuidbeuk (een tweede, noordelijke toren werd midden-XIV gesloopt in verband met de verbouwing der Mariakerk. Zie e 3). In den westgevel een dubbele, rondbogige ingang (XIV a) van het portaal, waarboven een groot spitsbogig venster met vischblaastraceeringen, gedekt door een ezelsrugboog. De noordgevel van het voormalig westelijk dwarspand, thans deel uitmakend van het noordelijk front der kerk, vertoont, naast het later aangebrachte spitsboogvenster, dichtgemetselde rondboogvensters (XI B), overblijfselen van rondbogige nissen en sporen van een vroeger aanbouwsel, het Bisschopshof (na 1235 gebouwd, XVII gesloopt). Ter plaatse van den noordgevel van het voormalig oostelijk dwarspand, bevinden zich neggen van rondboogvensters (XI B). De steunbeeren aan deze zijde hebben pinakelvormige versnijdingen, bekroond door gewrongen kepels. Vensters met tuf-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
29 steenen neggen en zandsteenen negblokken. Traceeringen, versieringen der steunbeeren, balustrades en pinakels van de koorzijde en van den zuidgevel meerendeels nieuw, evenals de daken der zijbeuken en de dakruiter der Magistraatskapel. De toren bestaat uit: een benedenste geleding (XIV b) met twee zware bergsteenen steunbeeren (XIV c) aan de westzijde, en drie (XV A) aan de zuidzijde; een terugspringende tweede geleding (1463), bekroond door een balustrade; en eene achtkante opengewerkte lantaarn (1614, naar ontwerp van Hendrik de Keyser), met koepeldak en peervormige bekroning. In beide geledingen spitsboognissen met vischblaastraceeringen. In het fries boven de galmgaten van de lantaarn een Latijnsche pentameter. Tegen den zuidoostelijken hoek der onderste geleding een achtkante traptoren met peervormige afdekking. Inwendig (geheel gewit): in het schip, tusschen de voormalige dwarspanden, pijlers van afwisselende zwaarte (rechthoekige kern, wellicht X A, van baksteen en banden van Drakenveldscheen zandsteen), waartegen schalken met bladkapiteelen (midden-XIII en XV). Op 1.70 M. onder den tegenwoordigen vloer (in 1847 gelegd, door den stadsarchitect B. Looman) bevinden zich de roode zandsteenen voetstukken (XI B) der oorspronkelijke pijlers, en een vloer van Bentheimersteen. In het voormalig oostelijk dwarspand vier kruispijlers (kern XI B), XIII B verzwaard door schalken met schachtringen, bladkapiteelen en basementen met hoekblaadjes. Deze pijlers dragen ronde scheibogen (XI B) met profileeringen (XIII). Van het westelijk dwarspand staan nog de twee oostelijke kruispijlers, met den oorspronkelijken rondboog (XI B) over het middenschip. Aan de zes kruispijlers komen de imposten en aanzetten voor van de vroegere lage gordelbogen tusschen de zijbeuken en de dwarsarmen (bij de twee zuidelijke pijlers van het oostelijk dwarspand zijn de aanzetten weggekapt). Aan den zuidoostelijken pijler van dit dwarspand een geprofileerd kraagsteentje (XII, van een vroeger gewelf), terwijl de vier
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
30 kruispijlers hier de moeten vertoonen eener (XIX A verdwenen) koorafscheiding, waarvan het voetstuk zich nog onder den vloer van het middenschip bevindt, evenals oudere vloeren. Nabij den westelijken wand zijn overblijfselen gevonden eener gedeeltelijk baksteenen fundeering (XI B) van den voormaligen noordelijken toren. Langs de wanden van het koor (thans ‘trouwkapel’) schalken (XIII B) met schachtringen, koolbladkapiteelen en basementen met hoekblaadjes. De zijden der koorsluiting zijn spitsbogig geopend op den kooromgang en gescheiden door twee ronde zuilen met smalle lijstkapiteelen en korte schalken op draagsteentjes. Hier bevinden zich, aan de noord- en zuidzijde, beneden, overblijfselen eener vroegere halfronde koorsluiting; boven, sporen van de overwelving der voormalige absis. Steenen ster- en netgewelven (zuidbeuk XV; kooromgang na 1486; koor na 1502; noord- en middenbeuk XVI A). Boven de gewelven van het middenschip sporen van rondboogvensters (XI B) en van muraalbogen (XIII B?); boven die van het voormalig westelijk dwarspand overblijfselen van de rondbogen tusschen de noordelijke en de zuidelijke pijlers. In de krocht zes zuilen (XI B), waarvan twee met geschubde en vier met schroefdraadvormig gegroefde, slinkende schachten, onzuiver-Attische basementen en teerlingkapiteelen met afgeschuinde dekplaten. Riblooze kruisgewelven, aan de noord-, oost- en zuidzijde rustend op lisenen. Van een, thans gedempten, tufsteenen put in het midden der krocht bleef nog het houten deksel bewaard. In de benedenruimte van den toren een houten overzoldering. In den oost- en in den noordwand spitsbogige nissen van gedichte doorgangen. In de vier hoeken ronde schalken op hooge, geprofileerde voetstukken. Kraagsteenen, waarboven sporen van weggebroken muurzuilen. Op de derde verdieping een groote eiken klokkenstoel (XVII). In een der rechtstanden een jaartal: 1613. In den traptoren een wenteltrap van Drakenveldersteen, en een dichtgemetselde deur boven den aanzet der gewelven.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
31 De kerk bezit: Altaarsteen in de krocht. Eiken preekstoel (1781, door P.J. Zickler). Orgel (1839, door J.H. Holtgreve). Grafzerken (waaronder enkele XV). Gebeeldhouwde zerk, met figuur in kostuum en met omlijsting (alles XVIc, maar met een opschrift: Ao 1689). Beeldhouwwerk: in den noordwand van den noordelijken zijbeuk twee geschonden reliefs (XVI A); in de krypt (op het altaar liggend) een gebeeldhouwde draagsteen (XV, met sporen van polychromie) en een fragment van een vrouwebeeldje (XVI a). Gewelfschilderingen (± 1500) in den kooromgang en in de krocht. Muurschilderingen (XVI A), in den noordbeuk, voorstellende het Laatste Oordeel; in den kooromgang, voorstellende den H. Michael, een geharnast heilige en een heilige met staf. Dergelijke schilderingen (XV d of XVI a) in de krocht, voorstellend engelen met de lijdensemblemen. Wijdingskruis in den noordmuur bij den kooromgang. Twee gebeeldhouwde wapenborden (XV c) van bisschop Rudolf van Diepholt. Avondmaalszilver: twee bekers (1628) en twee (XVII), een schotel (1707). Twee groote en twee kleine tinnen schenkkannen (1822). Klokken: eene (1458), en eene, in 1504 gegoten door Wilh. Wegewart. Klokkenspel van zeven-en-dertig klokken, waarvan een in 1613 gegoten door Hendrick Wegewart, veertien in 1647 door F. Hemony, twee in 1647 en eene 1653 door F. en P. Hemony, zeven in 1664 door F. Hemony, een in 1753 door C. Crans en drie in 1755 door J. Borchhardt. De bisschopsstaf van bisschop Aegidius de Monte, bestaande uit een ebbenhouten stok en een verguld koperen krul met een latijnsch opschrift en: 1570 (benevens een later aangebracht
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
32 opschrift en: 1853), is thans bij den Oud-Katholieken bisschop van Deventer te Rotterdam. Aan de noordzijde der kerk is, tegen het voormalig oostelijk dwarspand, de kosterswoning (XVII a) aangebouwd. Topgevel met in- en uitgezwenkte zijkanten in Geldersch-Overijselschen trant. Benedendeel gewijzigd. Sierankers. In dit huis bevindt zich een schilderij (XVIII, op doek), voorstellend het inwendige der Bergkerk. 2. De ST. NICOLAAS- OF BERGKERK, XII d gesticht, in 1206 gewijd en sindsdien tweede parochiekerk, in 1463 vergroot door verbreeding der zijbeuken en aanbouw van een kooromgang, in 1497 andermaal door den aanleg van nieuwe dwarsarmen, en vermoedelijk tevens door verhooging van den middenbeuk, XVI d verbouwd of hersteld, gewijzigd XIX b, wordt sinds 1915 hersteld. Het is een deels uit tuf-, deels uit baksteen, met toepassing van Bentheimer steen, opgetrokken kruiskerk, bestaande uit: een driebeukig schip (noord- en middenbeuk van tufsteen); een dwarspand (tufsteen); een ⅝-gesloten koor met een 9/16-gesloten, baksteenen omgang; een vierkante kapel in den noordoostelijken hoek, tusschen dwarspand en koor; dergelijke aanbouwsels (± 1900 verbouwd tot kosterswoning), in den zuidoostelijken hoek, een achtkant traptorentje omsluitend; en twee vierkante torens voor de zijbeuken. Aan de westzijde tusschen de beide torens, een hoog opgaande, grootendeels tufsteenen puntgevel, met een ingang (XV d), waarboven een zeer hoog spitsboogvenster (XX a hersteld); in den top een spitsboognis met traceeringen (XVI a). Spitsboogvensters met bergsteenen negblokken (posten en traceeringen nieuw). Langs schip en kooromgang een tufsteenen plint XV c (grootendeels vernieuwd) met schuine afdekking van Bentheimersteen. Langs de armen van het dwarspand een dergelijke plint (XV d) met rijker geprofileerde afdekking. Aan de noordzijde een grond-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
33 keerend muurtje. Voor den ingang aan de noordzijde van het dwarspand een breede trap. In de muren van den middenbeuk, boven de daken der zijbeuken, dichtgemetselde, zeer hooggeplaatste venstertjes; boven den kooromgang spitsboogvensters, waartusschen tufsteenen steunbeeren. De torens (hersteld in 1337, in 1830 van nieuwe ingangen aan de westzijde voorzien, 1843-44 plaatselijk vernieuwd) bestaan uit vijf geledingen, waarvan de drie onderste (± 1200) van tufsteen zijn, de vierde (XIII), eveneens van tufsteen, iets terugspringt, terwijl de vijfde (XV?) in baksteen is opgetrokken. In elk der gevels lisenen en rondboogfriezen. De zuidelijke toren heeft in de tweede geleding klaverbladvormig afgedekte nissen en in de derde geleding friezen van elkander kruisende rondboogjes. In de vierde geleding rondboogvensters (XIII) met tusschenzuiltjes (1843-'44 vernieuwd). In de vijfde geleding spitsbogige vensters. Inwendig: ronde zuilen van Bentheimersteen. De twee zwaardere oostelijke zuilen (middellijn 1.35 M.) van de ‘kruising’ bestaan uit tufsteen met banden van Bentheimersteen. Steenen kruisribgewelven (XV c). In middenschip en koor schalken zonder kapiteelen, in zijbeuken en kooromgang met eenvoudige kelkkapiteelen en voetstukken. Tusschen de beide torens een portaal, eveneens met een kruisribgewelf overdekt. Ronde schei- en gordelbogen tusschen dwarspand en beuken. Onder de vensters der sluitingswanden van het koor korfbogige nissen. Op de hoeken van dwarspand en kooromgang twee diepe, door halve rondbogen gedekte nissen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII b). Orgel (XIX b). Houten portaal (XVII c, zijwanden 1917) in den noordelijken dwarsarm. Grafzerken (XVI en later). Gewelfschilderingen (1463 - XVII b, gerestaureerd ± 1915 door E. Bokhorst).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
34 Muurschilderingen: drie (XIII A, ontdekt 1915) in de boven vermelde nissen tegen den oostwand van de dwarsarmen, voorstellende twee bisschopsfiguren, in omlijsting met opschrift, en een triomfeerenden Christus met engelen; tegen den oostwand van den zuidelijken arm een schildering (midden-XVI) voorstellend een winterlandschap met kasteel; een (XV d, ontdekt 1914) in den noordbeuk, voorstellende den stamboom van Jesse; eene (XV, ontdekt in 1903, gerestaureerd door E. Bokhorst), tegen den zuidwand van den kooromgang, voorstellend Christus en den H. Thomas; een dergelijke aan de noordzijde van den omgang, voorstellende den H. Christophorus, en tegen den oostelijken sluitwand een, voorstellende de H. Drievuldigheid. Tegen den westwand ten Zuiden van het orgel, overblijfselen van twee geschilderde tafelen der wet in renaissance-omlijsting, gedateerd: 1562. Drie groote en vier kleinere koperen kronen (XVII c). Houten bord (XVII) met Avondmaalstekst. Twee zilveren bekers (1616) met gegraveerde versiering, en twee (1618), met gegraveerde afbeelding der kerk en opschrift. Twee klokken in den noordelijken toren: een, onder een afdakje, aan de buitenzijde der spits, en een in den noordmuur, dicht onder de spits. Een houten Christusbeeld (XV), gevonden in een der pijlers, en een dubbele houten offerkist (XVII), voorzien van twee afsluitingen met overvallen, bevinden zich thans in het stedelijk museum. 3. Van de O.L. VROUWE- of MARIAKERK, vermoedelijk tusschen 1235 en 1251 gesticht, in 1334 afgebrand en herbouwd als driebeukige recht-gesloten basiliek, XV d gewijzigd, in 1566 aan de Hervormden overgegaan, in 1602 voor afbraak verkocht, werd in 1612 de noordelijke zijbeuk en een deel van den middenbeuk gesloopt, en 1647-1657 het overblijvende gedeelte tot
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
35 Arsenaal ingericht, dat in 1836 door het Rijk werd overgenomen. Dit gedeelte bestaat thans nog uit een bak- en bergsteenen beuk, zonder overdekking (thans binnenplaats), een zuidelijken tufsteenen zijbeuk (XV d, thans Arsenaal), welks oostelijk gedeelte, ter plaatse van den vroegeren noordelijken toren der Lebuïnuskerk, aan het westelijk portaal en den noordbeuk dezer kerk grenst (zie e 1), en een overblijfsel der voormalige Sacramentskapel (XV c, sinds 1612 ingericht tot particuliere woning), ten Noorden van den niet meer aanwezigen noordbeuk. De zuidelijke gevel heeft dichtgemetselde spitsboogvensters en steunbeeren met nissen en bergsteenen versieringen. De voormalige Sacramentskapel heeft aan de noordzijde een puntgevel, met een gedicht spitsboogvenster, waaronder de moet van een dergelijk venster. Inwendig: in den middenbeuk zijn de scheibogen aan noord- en zuidzijde dichtgemetseld; te weerszijden bevinden zich hier in het muurwerk nog de pijlers en schalken, waarvan het bovengedeelte met de gewelven werd weggebroken, alsmede muurnissen boven de scheibogen. In den noordmuur overblijfselen van een bergsteenen fries van driepasboogjes. In het westelijke deel overblijfselen van twee rondbogen. Bij het inrichten van dezen zijbeuk tot Arsenaal werden ook hier de gewelven uitgebroken, en het gebouw in verdiepingen verdeeld. In de voormalige Sacramentskapel bevinden zich moeten van spitsbogen en muraalbogen van een vroeger gewelf. 4. De EV. LUTHERSCHE KERK bezit: Orgelkast met snij- en beeldhouwwerk (XVIII). Twee zilveren Avondmaalsbekers, een dito schenkkan en schotel (alles XVIII), een zilveren schotel (1696); een zilveren bordje (1693), een koperen doopkan (XVII). 5. De DOOPSGEZINDE KERK. Zie g 7. 6. De R.K. KERK VAN DEN H. LEBUINUS of BROEDERKERK,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
36 in 1335 gesticht door Eleonora, gemalin van Reinoud II van Gelre, als kloosterkerk der Minderbroeders, en aanvankelijk bestaande uit een driebeukig schip met dwarspand en koor, werd herhaaldelijk verbouwd, waarbij de zuidelijke zijbeuk en de zuidarm van het dwarspand moeten zijn afgebroken, het koor verlengd, en de noordelijke zijbeuk verbreed en naar het Oosten uitgelegd. In 1578 werd de kerk door de Minderbroeders ontruimd, in 1579 door de Hervormden in gebruik genomen, in 1594 hersteld, in 1688 aan de Fransche gemeente toegewezen, in 1717 andermaal hersteld, 1795-1799 militair magazijn, in 1799 aan de R.K. gemeente teruggegeven, in 1803 opnieuw gewijd, in 1855 tot parochiekerk verheven, 1865-1868 aanmerkelijk gewijzigd, waarbij de noordelijke beuk langs de volle lengte van den zuidelijken werd doorgetrokken. Het baksteenen gebouw is thans een hallenkerk, bestaande uit twee beuken, ieder met een ⅝-gesloten koor. Op het zuidelijk dak een neo-gothische dakruiter (1868). Aan de westzijde twee puntgevels met spitsboogvensters en nissen, waarin baksteenen traceeringen (XV d). Tegen den zuidelijken dezer twee gevels een neo-gothisch portaal (1868). Op den zuidwesthoek een overhoeksche steunbeer. In het midden van den noordelijken gevel een iets vooruitspringende travee met twee overhoeksche steunbeeren, overblijfselen van het vroegere dwarspand. Op verschillende plaatsen moeten van voormalige aanbouwselen. Inwendig (grootendeels vernieuwd): tusschen de beide beuken pijlers, waarvan de vier westelijke, naar bij eene herstelling (± 1900) gebleken is, in hun kern oudere zuilen bevatten, terwijl die in het oostelijke, vroeger eenbeukige deel, aan hunne noordzijde vermoedelijk de tot halve zuilen bijgewerkte voormalige steunbeeren behouden hebben. Steenen kruisribgewelven. In het zuidelijk koor netgewelven; de gewelven boven het noordelijk koor zijn nieuw. De kerk bezit: Grafzerk (XIV c, sterk afgesleten) van Eleonora van Engeland. Verguld zilveren ciborie (XV a).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
37 Ivoren beker (IV of V, Romeinsch), z.g. Lebuinuskelk, met verguld zilveren montuur (XVI). Paramenten: rood fluweelen kazuifel met gaffelkruis en borduurwerk (XV d), voorstellend tafereelen uit het lijden van Christus; twee dalmatieken (XV d) van gebloemd roodzijden fluweel; een dergelijke koorkap; kazuifel (XVII) in vioolvorm, van witzijden damast met borduurwerk in hoog relief; bijbehoorende koorkap en twee dalmatieken van dezelfde stof. Het Evangeliarium van den H. Lebuinus, karolingsch handschrift met rijk versierden band (XIII a), bevindt zich in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. In de R.K. Pastorie een schilderij (Vlaamsch, XVI c/d), voorstellend de graflegging; een (Hollandsche school, midden-XVII), voorstellend de graflegging; en een (Hollandsche school, midden-XVII), voorstellend den H. Petrus. 7. Van het voormalige ST. AGNESKLOOSTER, ook Meester Geerts- of Buyskensklooster genoemd, omstreeks 1500 gebouwd, in 1640 grootendeels gesloopt bij het doorbreken der straat Klooster, bestaan nog slechts de noordmuur (XVI a) der kapel, waarbij een vermoedelijk ouder stuk muurwerk aansluit, en eenige geheel gewijzigde gebouwen, waarvan een in 1659 tot particuliere woning werd verbouwd (Zie g 46). Boven den zijgevel van Lange-Bisschopstraat 1 steekt nog een fragment uit van een trapgevel der voormalige kloostergebouwen met geschonden toppilasters en spitsbogige nissen. 8. Voormalige Proostdij, zie bij Fragmenten, nr. 1 (blz. 47).
f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst. 1. Bagijnenstraat 8. Het BURGERWEESHUIS EN KINDERHUIS, in 1859 in nieuw-griekschen stijl gebouwd terplaatse van het in 1306 ingewijde, in 1360 verbrande en herbouwde Oude Convent of Oude
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
38 Bagijnenhuis, waarvan in 1780 nog de kerk bestond, en ontstaan uit de samenvoeging van het voormalige ‘olde wesenhuis’ (1560) en van het vroegere kinderhuis (gebouwd ± 1680, gesloopt XIX b), heeft van de vroegere gebouwen vier beelden (XVII), voorstellend twee weesjongens en twee weesmeisjes; en twee leeuwen met het gemeentewapen, thans geplaatst voor den gevel van het woonhuis. Twee beelden (XVIII d), een jongen en een meisje voorstellend, vermoedelijk afkomstig van het kinderhuis, te weerszijden van den ingang. In den tuinmuur een steen afkomstig van het oude weeshuis, met opschrift en: 1610. Aan de binnenzijde der poort een gedenksteen met opschrift en: 1846. Verder bezit de stichting: twee wapenborden (1724) van provisoren; een Oost-Indische kist (1760) met koperen beslag (XVII a); eenige in het Waagmuseum bewaarde wapenborden. 2. Molenstraat. De RIJKS-INFIRMERIE, sinds 1886 gevestigd in dit 1638 opgetrokken, in 1840 geheel vernieuwd gebouw, ter plaatse van het in 1474 hierheen overgebrachte, voormalige St. Geertruidengasthuis, of PESTEN-GASTHUIS, heeft in den hoofdgevel aan de binnenplaats twee steenen met opschrift en: 1638, 1840. Een fragment der poort van het pesten-gasthuis met gebeeldhouwd relief, waaronder een opschrift en: 1618, bevindt zich op de poort van het lijkenhuisje van het Nieuwe Ziekenhuis aan den Singel. 3. Bagijnenstraat 3. Het GROOTE GASTHUIS of Heilige Geesten- en Voorster-gasthuis, in 1798 ontstaan door samenvoeging van het Groote- of Heilige Geestgasthuis (reeds 1267 vermeld) en het Voorster-gasthuis (in 1471 gesticht aan ‘de Voorst’, in 1691 overgebracht naar het bouwhuis van het Groote Gasthuis), in 1850 vergroot met het voormalige Stappenconvent (1342 gesticht door Henricus, gezegd Stappe) aan de overzijde der Bagijnenstraat, en in 1858 geheel verbouwd, heeft in de gevels eenige gedenksteenen met opschriften en: 1835, 1858-1861, 1864. De
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
39 inrichting bezit: vier gesneden houten wapenborden (1728) met helm, helmteeken en dekkleeden van: Joan Marienburg, Arnold Weerts, Bernhart Dapper en Gerhardt Jordens. IJzeren kist (XVII d). Schilderij (XVI, paneel) voorstellende Maria met het kind Jezus. Portret (1637, paneel), vermoedelijk voorstellend Maria van Voorst, abdis van het klooster ter Hunnep. Twee portretten (XVII, paneel), wellicht baronessen van Twickelo, moeder en dochter. Twee gegraveerde zilveren bekers (1632) met opschriften, en vijf geschilderde glazen, met geslachtswapens, zijn thans in het stedelijk museum. 4. Het KRANKZINNIGENGESTICHT (St. Elisabetsgasthuis), in 1577 ingericht, in 1839 belangrijk verbouwd, in 1843 uitgebreid, door aantrekking van het belendende St. Jurriënsgasthuis, in 1857 geheel verbouwd, heeft in een der gevels aan de binnenplaats een beeldje (XVI d?). voorstellende de H. Elisabeth. Boven het gevelfront van het St. Jurriënsgesticht een beeld van St. Joris met den draak. Inwendig: in de zaal voor de godsdienstoefeningen, een houten bord (XVII, overschilderd) met opschrift. 5. Groote Overstraat 26. Het JORDENSHOFJE OF KEIZERSPLAATS, XVI gesticht door Ewold Keizer, als armenhuis in de Pontsteeg (Keizersplas), in 1856 hierheen overgebracht (blijkens gevelsteen), heeft in een der huisjes een gevelsteen der vorige stichting, met opschrift betreffende een verbouwing en: 1644. Aan de achterzijde een gevel van het Geldersch-Overijselsch type met ankers: .633. 6. Het MEYERSHOF (sinds 1852 Oude Vrouwenhuis) heeft een poortje met opschrift, huismerk en: 1661.
g. Particuliere gebouwen. A. L a t e g o t h i e k . 1. Boterstraat, hoek Brink. VOORMALIGE BOTERWAAG. Twee pakhuisgevels (± 1500, gepleisterd). De middentravee van elk der
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
40 gevels bestaat uit een doorgaande, spitsbogig gedekte nis, in welker top een hijschbalk is aangebracht. Te weerszijden van deze travee, korfbogige nissen. Een der ingangen wordt geflankeerd door steunbeeren. Gevel aan den Brink verbouwd. 2. Brink, hoek Assenstraat (gemeentespaarbank). In 1890 verbouwde en vernieuwde gevel (± 1500) met drie hoogopgaande korfbogige nissen met gothisch geprofileerde dagkanten. In den top twee medaillons met wapens. In den zijgevel twee reeksen van nissen. 3. Brink 74. Baksteenen gevel (XVI a) met bergsteenen banden. Gewijzigde top, waarin overblijfselen van top- en hoekpinakels. In de bovenste verdieping twee nissen met geprofileerde neggen en gedekt door ezelsrugbogen, waaronder twee elkaar kruisende korfboogjes. In elk dezer nissen twee vensters met kruiskozijnen. Te weerszijden hiervan korfbogige nissen, waarin ronde lichtopeningen. In de middenverdieping korfbogige vensternissen met moderne vensters. Segmentvormige ontlastingsbogen in de velden der korfbogen. Benedenpui gewijzigd. B. R e n a i s s a n c e . 4. Assenstraat 10. Puntgevel (XVI b, gepleisterd) met twee weinig uitspringende trapjes. Drie zandsteenen waterlijsten, elk rustend op twee consoles; onder de twee benedenste medaillons met kopjes. Geprofileerde vensternissen met ezelsrugbogen afgedekt. Vensters met kruiskozijnen. Boven in den top een ronde lichtopennig. Acht sierankers met vooruitspringende bloem. Voordeur met omlijsting (XVIII d). Inwendig: gebeeldhouwde eiken korbeelen (XVI b) onder de balken der eerste verdieping. 5. Bergkerkplein 1. Puntgevel (XVI c). Onder den top een baksteenen tandlijst. Afgeschuinde hoek, waarboven de zijkant van den geveltop rust op een gemetselde overkraging van profielsteen. 6. Brink 59. Huis ‘In di drie vergulden herick’ (1575). Aan
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
41 de voorzijde een topgevel, in den trant van Vredeman de Vries, met in- en uitgezwenkte zijkanten; driehoekig fronton, waarin een kop; zandsteenen lijsten, banden, neg- en boogblokken. De middentravee is op ieder der bovenverdiepingen geflankeerd door pilasters. Boven de vensters korfbogen. In de bovenverdiepingen kruiskozijnen. In de drielichten der beide middelste verdiepingen gebeeldhouwde cartouches. Fries met opschrift, drie haringen, en: 1575. Benedenpui gewijzigd. Zijgevel met dakkapel, waarin een hijschblok. Pakhuisluiken. Waterlijsten, negen boogblokken, ontlastingsbogen en moeten van vensters. Achtergevel in welks top twee weinig uitspringende trappen met gekorniste waterlijsten. Driehoekig fronton, bekroond door een schildhoudenden topleeuw. Kruiskozijnen. Steen met opschrift, drie haringen en: 1575. Benedengedeelte gewijzigd. 7. Brink. Het Penninckshuis, ± 1583 gebouwd voor Herman Penninck, sinds 1890 eigendom der Doopsgezinde gemeente, die het liet restaureeren met wijziging van de plaatsing der ankers, en op het binnenplein een nieuw kerkgebouw optrok. Topgevel met voluutvormige vleugelstukken boven een poort, waarnaast een breedere, recht afgedekte gevel. De poort wordt geflankeerd door geblokte Ionische pilasters met bossage-werk en kopjes. In de boogzwikken engelenfiguren. Hierboven een alliantie-wapen, met sporen der wapens-Penninck en van Reede, gehouden door twee leeuwen. Groot drielicht met kruiskozijnen. Zes nissen met driehoekige en met doorbroken frontons, waarin beelden, voorstellende: Fides, Spes, Charitas, Prudentia, Fortitudo en Temperantia (copieën, waarvan de geschonden origineelen thans in het Rijksmuseum te Amsterdam zijn). In den top een ovaal schild in gebeeldhouwde omlijsting; in het middelste fries drie cartouches met opschrift. In het recht afgedekte gedeelte kruiskozijnen, twee friezen met vlechtwerk, koppen en cartouches; sierankers. Twee dakkapellen met drichockige frontons. Aan de achterzijde, in de Spijkerboorsteeg, een poortje, geflankeerd door
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
42 gegroefde Toscaansche pilasters. Hoofdgestel met fries, waarin: anno 1613. Hierboven een bekroning, afgedekt door een segmentvormig fronton, te weerszijden waarvan obelisken. 8. Muntenplaats. Het ‘huisje der weduwe’ (XVI b), eertijds achterhuis van het ± 1860 gesloopte huis ‘De twaalf apostelen’ (waaruit een schouw in het stedelijk museum is opgesteld), gerestaureerd in 1915 naar plannen van A. Mulder, tegelijk met het Muntgebouw (zie d 5). Deur met rondbogige bergsteenen omlijsting en bovenlicht (vernieuwd). In den zijgevel sporen van ontlastingsbogen. Kruiskozijnen vernieuwd. 9. Brink 11-12. Het Bouwershuis, XVII b gesticht door van Marckel Bouwer, in 1804 ingericht tot gerechtshof, thans kantongerecht, bestaat uit een woonhuis (nr. 12) en een rechthoekig daarop staanden vleugel, het vroegere koetshuis (nr. 11), XIX verbouwd tot conciergewoning. Het perceel nr. 12 heeft twee verdiepingen, een wolfdak met twee schoorsteenen en, op het midden, een vierkant koepeltje (XIXa). Ingang met gebeeldhouwde zandsteenen portiek. Moderne vensters, waarboven rondbogen, aanzetsteenen en sluitsteenen, waarin kopjes. In de boogtrommels schelpvormige vullingen, in enkele waarvan een [...] kopje. In de dammen tusschen de vensters zandsteenblokken. Inwendig (alles XVIIId): Gang met marmeren vloer; gelijkvloers twee zalen (oorspronkelijk ineenloopend, thans door een houten beschot gescheiden), waarvan de voorste, nu kantoor van den ontvanger der directe belastingen, een stucplafond heeft en een marmeren schouw met spiegel in gebeeldhouwde omlijsting, waarboven een relief, voorstellend Salomo's eerste rechtspraak. In de achterste zaal, de gerechtszaal, een dergelijk plafond en schouw. Gebeeldhouwde eiken trap. Een bel (XIX a), afkomstig uit het koepeltje, is thans in de strafgevangenis te Scheveningen. Topgevels met in- en uitgezwenkte zijkanten, top- en zijpilasters (bij de oudste overhoeks) met geprofileerde afdekkingen,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
43 en meerendeels met baksteenen tandlijsten (z.g. Geldersch-Overijselsch type): 10. Menstraat 22. Gepleisterde gevel. Glas-in-loodvensters. Ankers: 1609. 11. Noordenbergschild 13 en 15. Gepleisterde gevel. Ankers: 1612. 12. Rijkmanstraat 11. Dergelijke gevel. Ankers: 1612. 13. Hofstraat 9 en 11. Twee gevels van een voormalig koopmanshuis, XIX d gerestaureerd. Gekoppelde vensters met kruiskozijnen. Ankers: 1623. 14. Menstraat 27. Gepleisterde topgevel (XVII a) met kleinen top. 15. Noordenbergschild 3. Dergelijke gevel (XVII a). 16. Noordenbergschild 4. Dergelijke gevel. 17. Noordenbergstraat 7. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1594. 18. Rijkmanstraat 7. Dergelijke gevel. 21. Walstraat 16. Dergelijke gevel. Gepleisterd. 22. Walstraat 141. Dergelijke gevel. 23. Walstraat 102. Dergelijke gevels. Ankers: 1630. 24. Noordenbergstraat 95 en 97. Degelijke gevel (1640). Te weerszijden van den top een nis, gedekt door een boog. 25. Menstraat 25. Soortgelijke gevel (XVII b, gepleisterd). Op den top een driehoekig fronton, waarop een zuiltje en waaronder een ronde lichtopening. Door de waterlijst heengevoerde middenvensters. 26-27. Smedenstraat 42 en 44. Twee halsgevels (XVII b). Te weerszijden van den top een nis gedekt door een boog (als bij g 24). 28. Korte Bisschopstraat 16. Dergelijke gevel, maar zonder pilasters. Ovale lichtopeningen in gebeeldhouwde omlijsting. Zandsteenen waterlijsten. boog- en negblokken. Ontlastingsbogen met kopjes. Festoenen. Hijschbalk. 29. Van dit type nog: Smedenstraat 56-58-60, 62, 64, Pol-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
44 straat 37, Groote Overstraat 77 (verknoeid; ankers: 1614), Kleine Poot 2 (ankers), Smedenstraat 59 (tandlijst) en 169 (ankers: .614), Noordenbergstraat 126 (gerestaureerd), Papenstraat 42 (ankers: 1616), Walstraat 130. Trapgevels, meerendeels met zandsteenen waterlijsten en afdekkingen, hoek- en negblokken, toppilaster op kopje, al dan niet bekroond door een schildhoudenden leeuw: 30. Noordenbergstraat 115. Trapgevel (XVII a). Gepleisterd. 31. Smedenstraat 173. Dergelijke gevel. 32. Menstraat 11. Dergelijke gevel. Het kopje onder den toppilaster dient tevens als sluitsteen. Sierankers en cijferankers: 1631. 33. Noordenbergstraat 131. Trapgevel. Gepleisterd. Ankers: 1634. 34. Rijkmanstraat 5. Dergelijke gevel (1640). 35. Graven 15. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1641. 36. Nieuwstraat 74. Dergelijke gevel. Kruiskozijnen. Sierankers en cijferankers: 1645. 37. Menstraat 35. Dergelijke gevel. 38. Nieuwstraat 48. Dergelijke gevel (XVII A). 39. Bergschild 13. Dergelijke gevel. 40. Korte Assenstraat 9. Dergelijke gevel. Gepleisterd. Top gewijzigd (XVIII). Gevelsteen met kat. Ankers: 1689. Topgevels met twee hooge, aanmerkelijk inspringende trappen, waartegen gebeeldhouwde, doorgaans voluutvormige vleugelstukken, driehoekig of segmentvormig fronton als bekroning, waaronder een ovale lichtopening in gebeeldhouwde omlijsting; bergsteenen afdekkingen en waterlijsten, welke veelal doorbroken worden door de vensters der middentravee; rijke toepassing van zandsteenen festoenen. 41. Groote Overstraat 26. Topgevel (1631). 42. Brink 10. Dergelijke gevel. Onder het fronton: 1645. Gebeeldhouwde boogtrommels, waarvan enkele met schelpvullingen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
45 43. Menstraat 26. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1649. 44. Kleine Overstraat 36. Dergelijke gevel (1651 onder het fronton), kopjes in de sluitsteenen. 45. Graven 9. ‘De blauwe hand’. Dergelijke gevel. Gevelsteen met opschrift en: 1652. 46. Kleine Poot 11. Dergelijke gevel (1659, gerestaureerd ± 1900). Twee zandsteenen cartouches: 1659. Zie e 7. 47. Graven 6. Dergelijke gevel (1661). Benedenpui modern. Aan de achterzijde van dit huis een puntgevel met twee baksteenen tandlijsten en moeten van vensters met ontlastingsbogen. 48. Stroomarkt 9. Dergelijke gevel. De zolderverdieping heeft een drielicht met kruiskozijnen, waarboven twee steenen: 1676. Het bovendeel der middentravee is, tot in het midden der eerste verdieping, iets vooruitgemetseld en rust daar op een bergsteenen lijst, waaronder twee kopjes als consoles. Gevels in den trant van Jac. van Campen: 49. Assenstraat 4. Pilastergevel met Ionische pilasters, gebeeldhouwde klauwstukken en driehoekig fronton. Drie gebeeldhouwde gevelsteenen: 1653. Benedenpui modern. 50. Polstraat 18. Klassicistische gevel met doorgaande baksteenen Ionische pilasters, waarop een omgekorniste kroonlijst rust. Weinig vooruitspringende middenpartij, bekroond door een driehoekig fronton. Onder de vensters der verdieping vruchtfestoenen, waarvan de twee middelste wapenschilden dragen. In het fries een Latijnsch opschrift en: 1664. Inwendig: zaal met betimmering, stuc-plafond, schouw (alles XVIII c). Geschilderd behangsel. 51. Brink 73. Klassicistische gevel (XVII c) met doorgaande baksteenen Ionische pilasters, die een rechte kroonlijst dragen. Korfbogen met bergsteenen sluit- en aanzetstukken. Vóór den ingang een trap met bordes. Inwendig: in een kamer rechts van de voordeur geschilderde behangsels (XVIII), voorstellend land-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
46 schappen en waterpartijen. In een kamer aan de tuinzijde vier groote en twee kleine paneelen (XVIII B, trant van A. Schouman), met vogels. Boven de deur grauwtjes, putti voorstellende. 52. Groote Poot 10. Gevel (XVII c/d), zeer gewijzigd. C. L o d e w i j k s t i j l e n . Gevels met rechte kroonlijst: 53. Brink 110. Het middendeel der kroonlijst, die op vier consoles rust, is getoogd, en wordt geflankeerd door twee zittende vrouwenfiguren, Juno en Diana voorstellende. In het midden van het fries een blank alliantiewapen gedekt door een kroon en: 1735. Op de kroonlijst drie siervazen. Boven de vensters geprofileerde, getoogde rollagen; in de boogtrommels gebeeldhouwd ornament. De gevel is in 1912 geheel verminkt. 54. Assenstraat 21. Gevel (midden-XVIII). 55. Assenstraat 8. Baksteenen gevel (XVIII c), wellicht gebouwd door een Amsterdamsch bouwmeester, die ook den gevel Lange Bisschopstraat 23 ontwierp (zie g 56). Inwendig: gang met stucplafond; in een vensternis een stucrelief. Kamers met betimmeringen, stucplafonds, schouw met schoorsteenstuk (grauwtje), gobelin en goudleerbehangsel (alles XVIII c). 56. Lange Bisschopstraat 23. Dergelijke gevel, waarschijnlijk door denzelfden bouwmeester ontworpen voor burgemeester Sybrand de Schepper, doch onlangs geheel verminkt. 57. Polstraat 74. Gevel (midden-XVIII). Getoogde rollagen. 58. Assenstraat 38. Baksteenen gevel (XVIII c). Inwendig: stucplafond. 59. Polstraat 36-40. Dubbel huis (XVIII c, gepleisterd) met twee puntgevels te weerszijde van een kleinen halsgevel. In nr. 36 een gesneden voordeur (XVIII c). 60. Polstraat 5. Gevel (XVIII d) met hardsteenen plint deuromlijsting.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
47 61. Groote Overstraat 83. Gevel (XVIII d). 62. Papenstraat 77. Gevel (XVIII d). 63. Stroomarkt 1. Dergelijke gevel (XVIII d). Gesmeed ijzeren hekje (XIX a). Inwendig: in een der vertrekken een gebeeldhouwde houten schouw (XVIII) met marmeren benedengedeelte. Gebrandschilderde ruitjes (1659), uit dit huis afkomstig, zijn in het stedelijk museum. 64. Assenstraat 14. Gevel (± 1800) met hardsteenen plint. 65. Bergschild 34. Eenvoudige gevel (XIX a). 66. Brink 77. Dergelijke gevel (XIX a). Halsgevels: 67. Brink 19 (XVIII d, oorspr. Geldersch-Overijselsch type), Noorderbergstraat 95-97 (dito), Nieuwe Markt 25, 26, 34, 35-36, 37-38, Menstraat 9 (vernieuwd (1771), Gravenstraat 1 en 7, Brink 82 en 82 A (XVIII c). Verder nog de volgende gevels: 68. Eenvoudige trapgevels (XVII A): Kleine Overstraat 30, Smedenstraat 217 (twee ankers), Bagijnenstraat 14, Waterstraat 6 (omlijsting van ovaal licht XVII b). 69. Menstraat 36 en 38. Gekoppeld woon- en koopmanshuis met baksteenen topgevel (1709). 70. Polstraat 54. Pakhuis met gepleisterden puntgevel. Boven den ingang een sluitsteen met: 1762. Fragmenten en détails van buitenarchitectuur. 1. Sandrasteeg 1. In den gevel van dit huis, met Stroomarkt 18 eertijds deel uitmakend van de voormalige Proostdij, bevinden zich nog overblijfselen van tufsteen en moeten van romaansche rondboogvensters. 2. Kerksteeg 18. Gepleisterd fragment (XIV?) van een geveltop, waarin een dichtgemetseld spitsboogvenster met kolonnetten.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
48 3. Tusschen Kleine Poot 15 en Groote Poot 1. Een trapgevel met fragmenten (XV?). 4. Groote Overstraat 89-91. Fragment (± 1400, gepleisterd) van een topgevel, met drie spitsboognissen, waarin moderne vensteropeningen zijn gebroken. 5. Rijkmanstraat 12. Gevel (XVI a, gepleisterd) van een huis, vroeger ‘het Ossenhoofd’ geheeten. Twee reeksen van korfbogige nissen (vgl. g 2). 6. Lange Bisschopstraat 40. Fragment (XVI A) met drie ontlastingsbogen. 7. Bergschild, tegenover 41. Gebeeldhouwde steen met wapen en: 1582, afkomstig van een vestingsmuur. 8. Noordenbergstraat 130. Gevel (oorspr. XVI, later verbouwd tot halsgevel). In ankers: 1612. 9. Spijkerboorsteeg 2. Gepleisterde gevel. Ankers: 1627. 10. Papenstraat 95. Zandsteenen deuromlijsting (XVII b). 11. Nieuwstraat 2. Fragment van een topgevel (XVII A) met één trap. Zandsteenen afdekkingen. Drie baksteenen tandlijsten. 12. Engestraat 17. Poortje, toegang gevend tot een binnenplein. Halsgevelvormige bekroning, waarin een wapenschild in omlijsting van vruchten en bloemen en gedekt door een kroon. Segmentvormig fronton, waarin: 1670. Opengewerkte aanzetkrullen. 13. Assenstraat, tusschen nrs. 6 en 8 overblijfselen (XVII c) van een poort. 14. Polstraat 57. Fragment van een gevel (XVII c, gepleisterd) met overblijfselen van pilasters, basementen en kapiteelen. 15. Sandrasteeg. Poort (XVII c), afkomstig van het voormalige huis ‘het Lam’, Kleine Poot, thans ingang van een tuin. Rond fronton, waarin cartouche met schild. 16. Walstraat 7. Kopjes en andere gebeeldhouwde versieringen (XVII c). 17. Kleine Overstraat 44. Zandsteenen poortje (XVII d).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
49 18. Polstraat 14. In den vroegeren doorgang tusschen twee huizen een gesneden deur (XVIII c) in omlijsting, waarboven een wellicht van elders hierheen overgebrachte zandsteenen versiering (XVII c), bestaande uit Ionische pilasters, waarboven een gebogen fronton met wapenschilden en maskers. 19. Assenstraat 6. Omlijstingen (XVIII b) van deur en keldergaten
Fragmenten en détails van binnenarchitectuur. 1. Stroomarkt 8. In een achterkamer beneden, een geschilderd plafond (XVII c), voorstellende een wolkenlucht met vogels. In de voorkamer boven links: wand, deur en schouw met snijwerk (XVII c). In de schouw een landschapschildering (1625, door R. Savery). 2. Sandrasteeg 3. Voormalig huis van Hendrik de Sandra, commandant der stad. In de tuinkamer een beschilderde zoldering (± 1680), voorstellend mythologische tafereelen, vogels en ornamenten. Boven de deur een dergelijke schildering, een dame met cupido's voorstellend. Schoorsteenstuk (± 1680), voorstellend de Gerechtigheid. In de studeerkamer een schoorsteenstuk (± 1700), een Italiaansch landschap weergevend. 3. Stroomarkt 18. Twee houten schouwen (XVII). 4. Polstraat 13. In de voorkamer rechts van de voordeur een geschilderd behangsel (± 1775), voorstellend een landschap met stoffage. Schoorsteen met spiegel en hoenderstuk in Rococolijst. Stucplafond. Alles ± 1775. In de kleine voorkamer links een beschilderd behangsel (± 1775). In de gang stucversiering en kamerdeuren (± 1700). 5. Kleine Overstraat 38 (achter de Arbeidsbeurs). Achterkamer met stucplafond, marmeren schoorsteen en gesneden vleugeldeuren, waarboven een versiering in stuc (alles XVIII c).
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Waterstraat 16 (met opschrift XVI), Walstraat 36 (1639), Smedenstraat 22
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
50 (1647), Roggestraat, tusschen nrs. 4 en 10 (XVII). Achter de Muren 35 (1739). Sluitsteenen: Walstraat 30 (leeuwenkop en 1639), Smeden straat 22 (1647) en Rijkmanstraat 1 (1710). Ankers, voor zoover nog niet vermeld: Smedenstraat 183 (dertien. XVII) Noordenbergstraat 124 (in een geheel vernieuwden gevel: 1583), Waterstraat 12 (zes, XVI). Rijkmanstraat 30 (1607), Polstraat 15 (1617), Noordenbergstraat 132 (1621), Bergstraat 47-49 (1629), Bergschild 18-20, 22, 24-26 (1624 en 1625), Noordenbergstraat 107 (1641), Achter de Muren (1646), Waterstraat 4 (1696).
h. Musea, particuliere verzamelingen. 1. Het STEDELIJK MUSEUM, gevestigd in de Waag (zie d 3). Bouwfragmenten. Gevelsteenen. Meubelen (XVII en XVIII) en huisraad. Proto-historisch vaatwerk en wapenen. Porcelein en aardewerk (XVII-XIX). Oude kostuums en lijfsieraden. Eene aanzienlijke verzameling munten en penningen van Deventer en Overijsel. Zegelstempels (sinds XIII) der stad. Een brandspuit (XVII, door Jan van der Heijden). Geschilderde wapenborden. Geschilderde portretten, waaronder een (XVI B) van Balth. Boedecker, grondlegger van het Athenaeum, en twee (XVI B) van zijne ouders; voorts (midden-XVII) van Petrus en Jac. Puteanus; een (1680) van Steph. Vinandus Pyghius. Een mansportret met doodshoofd, afkomstig uit een commissiekamer van het Raadhuis. Twee portretten (XVIII a) van Arnold en Gerard Marienberg, beide burgemeesters van Deventer. Schilderij (1620, door Gerrit op Gelder), voorstellend den slag bij Gibraltar. Schilderijen, afkomstig uit het Groote en Overste gasthuis, nl. drie vrouweportretten, een schilderij, voorstellend Christus aan het Kruis, en een wolvenjacht (copie naar Rubens). Eene verzameling topographica, waaronder een geschilderd panorama
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
51 (midden-XVII) van de Graafschap van Deventer tot Monferland, alsmede het beleg van Deventer in 1578; geteekende stadsgezichten, door Jan de Beyer; prenten en teekeningen (XVII B-XIX A). Een verzameling pamfletten en plaatselijke curiosa. 2. VERZAMELING Jhr. Mr. T. VAN HUMALDA VAN EIJSINGA. Talrijke familieportretten (XVII a-XIX A) uit Friesche geslachten (o.a. Eysinga, Humalda, Roorda), waaronder vijf werken van W. de Geest.
Diepenheim. Diepenheim. d. In het RAADHUIS bevinden zich negen zilveren kroezen (XVII en XVIII), voor de gemeente vervaardigd. e. De NED. HERV. KERK (H. Johannes de Evangelist), oorspronkelijk slotkapel der graven van Dalen, in 1214 parochiekerk, in 1679 geheel verbouwd, blijkens een stichtingssteen, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een thans rechtgesloten schip, en eenen vierkanten baksteenen toren met rondbogigen ingang (XVII d), waarboven een ovale lichtopening, in een omlijsting van Bentheimersteen. Inwendig geheel gepleisterd en verbouwd. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1690). Koperen lezenaar en twee kandelaars (alles 1774). Eiken heerenbank (XVII), waarin geborduurde kussens (XVII d) met het wapen-Schimmelpenninck. Banken en schotten (XVII-XVIII). Twee psalmborden (XVIII b). Twee zilveren bekers (XVII). Drie klokken, in 1679 gegoten. Eenige gebrandschilderde ruitjes, uit deze kerk afkomstig, zijn thans in het huis Diepenheim.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
52 g 1. Het HUIS DIEPENHEIM, in 1330 vermeld als in het bezit van den bisschop van Utrecht, XVI meermalen belegerd, XVII b geheel verbouwd, in 1767 gewijzigd, in 1905 andermaal verbouwd, bestaat uit een vierkant hoofdgebouw met een later aangebouwden rechter vleugel voor het personeel. Vóór het huis een hooge steenen poort met de wapens-Bentinck en -Ittersum en: 1685. In den voorgevel de wapens-Bentinck en -van Bloemendaal, in Bentheimer steen, waaronder: 1648. Hieronder een steen, met opschrift betreffende een verbouwing, en: 1707. Inwendig (XIX B geheel gerestaureerd): trappenhuis, waarin een zware steenen trap (XVII), vroeger voor het huis gelegen, en eenige gebrandschilderde ruitjes, uit de kerk afkomstig. Voorts zijn hier aanwezig: Oude meubelen, en herinneringen aan den Raadpensionaris R.J. Schimmelpenninck. Twee schoorsteenen (XVII a, trant van D. Marot). Schoorsteen (± 1750). Geschilderd portret (1675, door Nic. Maes) van Georg Albrecht, graaf van Limburg Stirum, gesneuveld in 1690 bij Fleurus. Dergelijk portret (trant van J. de Baen), voorstellend een lid der familie van der Does, in een gesneden lijst (XVII d). Portret (XVII c, Hollandsche school) voorstellend een lid der familie Bentinck op jeugdigen leeftijd. Twee kanonnen (1666) met familiewapen en den naam Borre van Amerongen op de affuiten. Vóór het kasteel bouwhuizen (XVII A). 2. Het HUIS NYENHUIS, in 1457 vermeld, in 1582 afgebroken, midden-XVII herbouwd, ± 1800 grootendeels vernieuwd, bestaat uit: een vierkant gebouw (achter- en zijgevels midden-XVII) met latere aanbouwsels (± 1858), o.a. hoektorens. In den voorgevel een Bentheimersteen met opschrift (XVIII d) betreffende de stichting van het oude huis, en: 1491. In het huis bevinden zich: geschilderde portretten uit de familie Schimmelpenninck
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
53 de Saint-Amand, Melvil, van Eikel, Knobelsdorf, van de Poll, e.a., waaronder drie (1645, door J.A. Rotius); drie (1658, door Jac. Westerbaen den Jonge); twee (1660, door P. Nason), voorstellende een echtpaar; een (1660, door C. Janssens van Ceulen), voorstellende een heer van 49 jaar; twee (1675, door Nic. Maes), voorstellende een echtpaar; zes door C.H. Hodges, voorstellende den raadpensionaris R.J. Schimmelpenninck en diens vrouw, zijn zoon Gerrit en diens vrouw, Francis Melvil en diens vrouw; twee door Prud'hon, voorstellend twee kinderen van den raadpensionaris, te paard. Bouwhuizen (XVIII). Op de Molenbeek een KOREN-WATERMOLEN, in 1237 vermeld, XV b herbouwd, in 1549 en later meermalen hersteld, bestaande uit een houten molenkast, op palen rustend, met een onderslagrad. In de kademuren Bentheimer steenen met: 1654, 1751 en 1843.
Schipbekerhuizen. c. De OUDE SLUIS. Gedenksteen (1693). g 1. Het HUIS WARMELOO, in 1457 vermeld, na 1874 afgebroken, behoudens een klein verbouwd gedeelte (XVIII), heeft een inrijhek (XVIII c) met hardsteenen palen en vazen. In het huis wordt een topsteen (XVIII c) met het wapen-Sloet bewaard. Geschilderde portretten (XVII d-XIX a) uit de families Meyjes, van Coevorden, Raesfelt en van Rechteren, waaronder door J. Leussink, R. Koets en L. Moritz. 2. Het HUIS WESTERFLIER is in 1792 ter plaatse van een oudere huizing gebouwd.
Diepenveen. e 1. De NED. HERV. KERK, oorspronkelijk kapel van het in 1409 gestichte, in 1578 verwoeste en in 1581 nagenoeg geheel gesloopte klooster der Augustinessen, werd in 1411 gewijd, na
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
54 1659 ingericht tot Hervormde Kerk, in 1720 hersteld, en andermaal in 1838. Zij bestaat uit een eenbeukig schip met driezijdige sluiting (XV d). Steunbeeren. Gedenksteen met opschrift betreffende de herstelling der kerk in 1720. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Orgel (1848). Grafzerken (1488-1514). Zilveren beker (1723). Klok, in 1629 gegoten, door Gerard Schimmel. Op de kloosterterreinen zijn gevonden: Een zwart ebbenhouten beeldje, voorstellend een pelgrim. Een beukenhouten relief (XIV?), voorstellend de H.H. Petrus en Paulus, vermoedelijk een fragment van een boekband. Twee pijpaarden beeldjes (± 1500), voorstellende de Moeder Gods. Twee pijpaarden beeldjes, voorstellende een naakten knaap met een vogel. Van deze voorwerpen, eertijds in het bezit van Prof. W. Moll te Amsterdam, is de tegenwoordige verblijfplaats onbekend. 2. Van het voormalig vrouwenklooster Marienhorst ter Hoenepe, of ter Hunnepe, in 1225 gesticht door de orde der Cisterciensen, meermalen vernield en verbouwd, in 1811 opgeheven, bevinden zich overblijfselen in een boerderij: muurwerk (XV), en een kelder (XV). Een steenen beker, een houten beker, een zegelstempel en een stuk ordelint, uit het klooster afkomstig, zijn thans in het Rijksmuseum te Amsterdam.
Kolmschate. e. De moderne R.K. KERK (H. Nicolaas) bezit: Kazuifel met borduurwerk (XV d), vermoedelijk afkomstig uit de St. Nicolaasof Bergkerk te Deventer.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
55
Rande. Van het voormalig kasteel Oud-Rande, staat nog slechts een vierkante met klimop begroeide toren (XV c), waarin zich eertijds de kapel bevond. Inwendig: kruisribgewelf met de symbolen der Evangelisten en een Christusmonogram.
Enschede. Een bronzen PAALSTAVE wordt bewaard in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden. d. In het raadhuis bevindt zich een portret van Herman van Lochem (1695-1722) door F. Menninghuysen. e. De NED. HERV. KERK (H. Martinus, sinds 1597 H. Jacobus de Meerdere), ± 1200 gebouwd, meermalen vergroot, in 1648 hersteld, in 1750 door brand geteisterd, in 1789 gerestaureerd, in 1795 als paardenstal gebruikt, in 1802 andermaal hersteld, in 1818 inwendig gewijzigd, en, andermaal, in 1842 door het wegbreken der gewelven en zuilen; tegelijkertijd naar het Oosten uitgelegd, in 1862 geheel uitgebrand en in 1863 wederom hersteld, bestaat thans uit een eenbeukig rechtgesloten schip, met een aanbouwsel aan de noordzijde, en eenen vierkanten toren van Bentheimersteen. Aan de zuidzijde een steen met opschrift betreffende een vergrooting en: 1480. De toren heeft vier geledingen: de onderste ± 1200, de overige XVIII c, hersteld in 1865. De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (± 1200). Drie koperen kronen en blakers (XVII). Twee zilveren bekers (1598). Een zilveren beker (XVII a). h. De TWENTSCHE OUDHEIDKAMER. Proto-historische voorwerpen. Weefkamer. Meubelen en gebruiksvoorwerpen uit oude boeren- en burgerwoningen. Oude kleederdrachten van Usselo en Brekkelenkamp. Een ijzeren lichtkroon, afkomstig uit de Ned. Herv. kerk te Borne; een repliek van het in het raadhuis aanwezige portret van Herman van Lochem; topographica.
Friezenveen. e. De NED. HERV. KERK (H. Antonius), in 1801 opgetrokken ter plaatse eener oudere, in 1871 vergroot, is een rechthoekig gebouw
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
56 met een aan de voorzijde uitspringende middenpartij. Naast de kerk een houten toren (XVII) met spits. Boven den hoofdingang een steen: 1801, in den zuidmuur een: 1666. De kerk bezit: Vier koperen kronen (XVII). Twee zilveren kelken (XVII). Twee klokken, waarvan een in 1531 door Segevinus Hatiseren, en een in 1796 door Johan Rutgerus Voigt gegoten.
Genemuiden. d. In het RAADHUIS bevindt zich een drinkhoorn met zilveren band (1672), hersteld na een brand in 1868. e. De NED. HERV. KERK (1883) bezit: Drie gegraveerde zilveren bekers: een met opschrift en: 1628; een (XVII d) met een wapen, opschrift en jaartallen: 1631, 1672, 1684; en een met opschrift en: 1740. Een zilveren blad, met een opschrift betreffende een herbouwing van het raadhuis en: 1788. f. In het DIACONIE-ARMHUIS een gedenksteen (1842). g. Langestraat C 104 en 105. Baksteenen puntgevel. Gevelsteen: 1741. Langestraat B 87. Baksteenen halsgevel met zandsteenen afdekkingen en aanzetkrullen. Gevelsteen: 1788. Gevelsteenen: Langestraat 127 (XVI, met opschrift en twee wapens), Dijkje 17 a (XVII); Langestraat C 5 (1794); Langestraat C 44 (1798).
Giethoorn. Noordzijde. e. De NED. HERV. KERK, in 1645 gebouwd ter vervanging eener oudere, aan den H. Martinus gewijd, in 1815 hersteld en andermaal in 1818, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
57 en een driezijdig gesloten koor, beide uitwendig gepleisterd. Vrijstaande houten klokkenstoel (1633). Aan de westzijde, in ankers: 1818. Inwendig: ellipsvorming houten gewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1646). Doophek (XVII c). IJzeren doopbekkenhouder (1646). Overblijfselen van eiken banken (XVII c). Grafzerken (XVII en XVIII). In de vensters van het koor fragmenten van gebrandschilderde glazen (XVII, 1646 en 164-.) Twee gegraveerde zilveren Avondmaalsbekers, waarvan een met opschrift en: 1638, en een (XVII b) met figuren. Klok, in 1633 gegoten.
Zuidzijde. e. De DOOPSGEZINDE KERK (1871) bezit: Vier zilveren bekers (XVIII c).
Goor. In het RAADHUIS een gepolychromeerde steen (1648) met het stadswapen en een opschrift, afkomstig uit het oude raadhuis. e. De NED. HERV. KERK (H.H. Petrus en Paulus), waarschijnlijk sinds 800 parochiekerk, in 1581 geheel verbrand en gesloopt, omstreeks 1600-1605 hersteld, andermaal in 1612, in 1740 en in 1854, is een uitwendig geheel bepleisterd gebouw, bestaande uit een lang, rechthoekig schip met een uitbouwsel (1855) aan de noordzijde, en eenen baksteenen toren (XV A) met een uitbouw aan weerszijden. In den noordelijken muur der kerk een steen met het wapen-Ripperda in omlijsting, en: 1689. Inwendig: gestucadoorde zoldering. Boven de portiek tusschen kerk en toren een opschrift: 1709. In den noordelijken uitbouw van den toren de grafkelder der Ripperda's met gebeeldhouwde portiek van Bentheimersteen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII A).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
58 Orgelgalerij (XIX a) op houten Ionische zuilen. Twee zilveren bekers (1712) met gegraveerd opschrift en wapen-Stuer. Drie klokken, waarvan één buiten den toren hangt. De beide andere zijn in 1612 en 1641 gegoten. Kerkstraat. Kosterswoning. Gewijzigde gevel. In de middentravée, boven de deur, twee gepolychromeerde bloemslingers en: 1696.
Gramsbergen. e. De NED. HERV. KERK is in 1878 ter plaatse eener oudere gebouwd, welke eene in 1672 door de Munsterschen verwoeste kerk verving. In den toren, boven den ingang aan de noordzijde, een opschrift en: 1776. De kerk bezit: Twee zilveren bekers (1651). Klok, in 1824 hergoten door van Bergen. Bij Holtheme aan de Vecht de oud-Saksische boerderij LEEMGRAVEN.
Haaksbergen. a. Eenige Germaansche urnen, hier gevonden, zijn in de Twentsche Oudheidkamer te Enschede. e 1. De NED. HERV. KERK, in 1858 gebouwd ter vervanging eener in 1851 verbrande kerk (1810), bezit: Een koperen kroon. Twee zilveren bekers, een kan, twee groote en twee kleine schotels (1702). 2. De R.K. KERK (H. Pancratius), in 1265 vermeld, wellicht 1520-1562 naar het westen uitgebreid, vermoedelijk ± 1600 aan de Hervormden overgegaan, in 1809 aan de Katholieken teruggegeven, in 1838 belangrijk hersteld, in 1887 onder leiding
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
59 van den architect A. Tepe vergroot door aanbouw van een noordelijken zijbeuk en eene doopkapel, is een geheel van Bentheimer steen opgetrokken gebouw, thans bestaande uit een driebeukig schip, waarvan hoofd- en zijbeuk 5/8-gesloten zijn, terwijl de noordbeuk een onregelmatige 3/8-sluiting heeft; voorts uit een vierkante sacristie (1887), aan de oostzijde van den zuiderzijbeuk; een doopkapel (1887) aan de noordzijde; en eenen sinds 1887 grootendeels ingebouwden toren. Boven den ingang in den zuidbeuk: 1520; in den westmuur van dezen beuk een opschrift en: 1562. Inwendig: kruisribgewelven met geprofileerde ribben. Tusschen den middenen den zuidbeuk vier ronde zuilen met achtkante voetstukken, en een vierkante pijler, zonder kapiteelen. Tegen de zuidzijde van den toren het jaartal 1420. De kerk bezit een ameublement (1810). g 1. 'T MÖLLENVELD. Voormalige herberg met put van Bentheimer steen. In- en uitwendig (XVIII). 2. Oostenstraat. Een der huizen heeft boven de deur een opschrift en: 1721. h. Een eikenhouten Christusbeeldje (XV?), afkomstig uit de pastorie te Hertmen (Borne), bevindt zich hier in particulier bezit.
Den Ham. e. De NED. HERV. KERK, in 1840 gebouwd ter plaatse van een oudere, aan de H. Maagd gewijde, heeft eenen baksteenen toren (XV a), blijkens een opschrift in cartouche boven den ingang in 1607 hersteld, voornamelijk in het bovengedeelte. Onder de spits een tandlijst. De kerk bezit: Preekstoel (XVII c). Orgel (1841). Twee klokken, waarvan eene in 1414 gegoten, en eene in 1520 gegoten door Henrick de Tremonya (Dortmund).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
60
Hardenberg (Stad-). e. De NED. HERV. KERK, 1847 gebouwd ter plaatse eener oudere, gewijd aan den H. Stephanus, bezit: Preekstoel (XIX a). Orgel (1819). Twee zilveren bekers, een zilveren kan en twee zilveren schalen (alles XVIII c). Gesmeden ijzeren lezenaar (XIX a). Twee klokken, waarvan éńe in 1506 gegoten door Geert van Wou, en ééne in 1534 door Geert van Wou en Jan ter Steghe.
Hasselt. b. Verdedigingswerken. De VISCHPOORT (XIV c) is een poortgebouwtje met een woonverdieping boven den doorgang. Aan de buitenzijde een overkraging van kopsteenen; aan de binnenzijde zandsteenen draagsteenen voor een walgang of uitbouw. Te weerszijden der poort overblijfselen van den ouden vestingmuur en de omwalling.
c. Bruggen, enz. Vóór de brug, ter plaatse van de vroegere Veerpoort, twee gemetselde pijlers waarop schildhoudende leeuwen (XV).
d. Wereldlijke openbare gebouwen. Het RAADHUIS, in 1432 vertimmerd, in 1550 verbouwd, en andermaal (XVII A), in 1724 gewijzigd, in 1818 deels verknoeid, 1907-1908 gerestaureerd onder leiding van Dr. P.J.H. en Jos. Th.J. Cuypers, is een langgestrekt rechthoekig gebouw, opgetrokken van baksteen met versieringen van bergsteen, bestaande uit een ouder westelijk gedeelte (XV d), en een oostelijk deel (midden-XVI), ter plaatse van het 1514 vermelde wijnhuis, welke in 1550 zijn vereenigd tot één geheel met, onder het westelijk deel, een kelderverdieping, en voorts, over de geheele lengte, een gelijk-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
61 vloersche verdieping, een bovenverdieping en eenen zolder. In den westelijken smallen gevel een korfbogige ingang, waarboven een drielicht, gedekt door een korfboog met boogtoten. In de verdieping vensters met vernieuwde kruiskozijnen (1908), omlijstingen van profielsteen en korfbogen met toten. Dergelijke vensters ook in den noordelijken en zuidelijken gevel van dit gedeelte. De oostelijke smalle gevel heeft een top met drie trappen, tusschen welke kleine zandsteenen vleugelstukken; gewrongen top- en hoekpinakels op geprofileerde en gebeeldhouwde kraagsteenen. Zandsteenen lijsten, hoek- en boogblokken. Aan de noordzijde vensternissen, waarin een sluitsteen met het gemeentewapen en: 1550. In verschillende zandsteenblokken komen meesterteekens voor. In den zuidelijken gevel een steen met huismerk en: 1575. Inwendig (geheel gerestaureerd): tusschen het oostelijk en westelijk deel een scheidingsmuur, de oorspronkelijke zijmuur van het 1550 verbouwde raadhuis. Onder de westzijde van het oostelijk gedeelte een kelder, overkluisd met kruisribgewelven, waarvan de breede ribben rusten op geprofileerde kraagsteenen. Op de gelijkvloersche verdieping, in het midden van den scheidingsmuur, een baksteenen pijler, met bergsteenen voetstuk, en te weerszijden sporen van dichtgemetselde bogen, die op dezen pijler rusten. Op de eerste verdieping, aan de westzijde van den scheidingsmuur, sporen van een 1638 hiertegen gebouwde, later weggebroken galerij, en, in den noordelijken hoek, een dichtgemetselde ingang, wellicht van een vroegeren traptoren. Op den zolder, in de oostzijde van dezen muur, de moet van een lager gelegen dak, vermoedelijk van het voormalige wijnhuis. In het gebouw zijn aanwezig: Drie gesneden eiken sleutelstukken, af komstig van vroegere zolderingen: een (XV d) en twee (XVII b). In de burgemeesterskamer een schilderij (1630, Hollandsche school), voorstellend het vinden van het kind Mozes. In de raadzaal: schilderij (1657,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
62 door N. van Galen), voorstellend de rechtspleging van Willem den Goede; portret van Prins Maurits, in den trant van Mierevelt; een schilderij (midden-XVII, Hollandsche school), voorstellend een gezicht op Hasselt uit het Westen; schilderij (XVII c, Vlaamsch, copie naar Rubens), voorstellend Christus en de schriftgeleerden. Bord (1626) met bijbeltekst, geschilderd door J. Hermans Campensis. Verzameling gesmeed ijzeren haakbussen (XV c), goedendags (XV c), hellebaarden en beulszwaarden (XVII), pieken (XIX a). Klok, blijkens opschrift in 1640 gegoten, door Henryck ter Horst.
e. Kerkelijke gebouwen. De NED. HERV. GROOTE KERK (H. Stephanus), volgens overlevering in 997 gesticht, in 1344 vermeld als parochiekerk, XIV a door brand geteisterd, omstreeks 1380 hersteld, en vervolgens in 1443, 1466, 1496, 1501 hersteld of verbouwd; in 1582 door beeldenstorm beschadigd; in 1596 hersteld, en andermaal na 1657; 1653-1662 van gebrandschilderde glazen voorzien, in 1725 wederom door brand gehavend en vervolgens hersteld en verhoogd, in 1904 ‘opgeknapt’, is een baksteenen gebouw, bestaande uit drie even hooge, even lange beuken, van welke de middenbeuk (± 1400) de breedste, de noordelijke (XV c evenals de zuidbeuk) de smalste is, elk met een 5/8-gesloten koor; en uit eenen ingebouwden vierkanten toren (± 1380, 1558-1596 hersteld) met een tufsteenen benedengedeelte en een houten spits (nà 1725). Tegen de zuidzijde van het schip, nabij het koor, drie aanbouwsels: de meest oostelijke (XV b), thans catechiseerkamer, opgetrokken van baksteen met banden van tufsteen; hiernaast een stovenhok, ten westen waarvan een voormalige kapel (XV B), thans consistoriekamer, gedekt door twee loodrecht op den zuidmuur van het schip geplaatste lessenaarsdaken, tusschen welke een zakgoot; aan de noordzijde een met een half achtkant uit-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
63 gebouwde traptoren. Eens versneden steunbeeren. Zandsteenen waterlijst en afdekkingen. Spitsboogvensters met nieuwe houten harnassen en traceeringen. Aan de noordzijde der koorsluiting van den middenbeuk een dichtgemetseld venster met oorspronkelijke traceering; een dergelijk venster in den zuidelijken sluitingswand van den noordbeuk. De toren bestaat uit drie geledingen, waarin spitsbogige nissen met zandsteenen traceeringen. De bovenste geleding is afgedekt met een houten balustrade (XVIII b). De spits heeft een open lantaarn met peervormige bekroning: De meest oostelijke der aanbouwsels tegen den zuidbeuk heeft twee puntgevels met overhoeks gestelde toppinakels, en gewrongen hoekpinakels. In de geveltoppen spitsbogige nissen met baksteenen traceeringen. Te weerzijden een overhoeksche steunbeer. Inwendig: steenen kruisribgewelven. Het gewelf der middelste koorsluiting heeft een gebeeldhouwden sluitsteen, den H. Stephanus voorstellend. Tusschen midden- en zijbeuken geprofileerde pijlers. In noord- en zuidbeuk wijdingskruisen. In de benedenruimte van den toren aanzetten van een weggebroken kruisribgewelf. In de catechiseerkamer twee kruisribgewelven, en een eiken wandbetimmering (XVI A), met briefpaneelen. In de consistoriekamer een netgewelf. Tusschen consistoriekamer en kerk een groote, dichtgemetselde spitsboog, De kerk bezit: Eiken preekstoel, deels vernieuwd, met overblijfselen (XVIII c). Eiken doophek (1620). Koperen lezenaar (XVIII a). Orgel, met opschrift betreffende den bouw (1802-1807). Gebrand ruitje (XVII c), met klimmenden leeuw, overblijfsel van een vensterglas, ± 1660 geschonken door den Raad van State, en geplaatst in het oostelijk venster van het middenkoor. Van de in 1904 ontdekte muurschilderingen, grootendeels door afbikking vernield, bestaat tegen den noordelijken torenmuur, nog eene (XVd, beschadigd), voorstellende den H. Christophorus.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
64 Avondmaalszilver, bestaande uit: twee zilveren bekers met gegraveerd opschrift en: 1655, Zwolsche keur, een kleine en een groote schaal (beide XVII d), met gegraveerde wapens. Twee klokken, waarvan eene in 1662 gegoten, en eene in 1738 gegoten door Ciprianus Crans Jansz. 2. De R.K. KERK (H. Stephanus), in 1748 gevestigd in het vroegere ‘olde gasthuis’ (1390), later tot Rijksarsenaal ingericht, door koning Lodewijk Napoleon in 1809 teruggegeven, is in hetzelfde jaar herbouwd. De kerk bezit: Zilveren godslamp (XVIII). Koperen kandelaar (XV). 3. Van de HEILIGE STEDE, een kerkgebouw vóór 1328 bestaande, in 1582 geplunderd, in 1590 gesloopt, bestaat nog een gedeelte der fundeeringen van de Sacramentskapel. 4. Van het voormalige MARIAKLOOSTER, een vrouwenklooster der derde orde van den H. Franciscus (XIV?, 1814-1823 gesloopt), bevinden zich twee koperen zegelstempels (XV d), met een voorstelling van de H. Maagd en het kind, staande op de halve maan, omgeven door mandorla en bloemenrand, en met een latijnsch opschrift, in het geschiedkundig museum te Zwolle.
f. Gebouwen van liefdadigheid, enz. HET ARMHUIS, in 1775 door graaf van Rechteren Limpurg gesticht in een huis (XV d), welks voorste gedeelte XVI B aangebouwd, en XVIII verbouwd werd, heeft, aan de achterzijde, dichtgemetselde vensters, met middenstijl van bak- en van bergsteen; een overstek op kraagsteenen van bergsteen en overblijfselen van eenen traptoren (alles XV d). Onder dit gedeelte een overwelfde kelder. In den voorgevel een steen met gemeentewapens, opschrift en: 1778.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
65
g. Particuliere gebouwen. 1. Heerengracht D 73. Topgevel (Geldersch-Overijselsch type) met in- en uitgezwenkte zijkanten, top- en hoekpilasters op bergsteenen consoles. Baksteenen tandlijst. Gevelsteen: 1592. Benedendeel gewijzigd. 2. Hoogstraat A 14. Gepleisterde gevel. Drie gevelsteenen: springend paard en 1611. 3. Hoogstaat B 43 bis. Trapgevel (XVII a). Zandsteenen waterlijsten, afdekkingen en draagsteen. Ontlastingsbogen. 4. Heerengracht D 67. Puntgevel (XVII a) met zandsteenen waterlijsten en afdekkingen. Ontlastingsbogen. Zandsteenen kopje als console. Ankers. 5. Nieuwstraat C 4. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1627. 6. Heerengracht D 102 en 103. Twee dergelijke gevels. Ankers. Gevelsteen: 1644. 7. Hoogstraat A 9. Dergelijke gevel (XVII A). 8. Hoogstraat B 16. Topgevel (XVII c) met waterlijst van Bentheimersteen. Ontlastingsbogen met boogblokken. 9. Hoogstraat A 6. Baksteenen gevel (XVIII c) met enkele blokken zandsteen. Ingezwenkte zijkanten met ronde afdekking.
Fragmenten en details van buitenarchitectuur: 1. Kalverstraat B 58. In den gevel een zandsteenen kopje (XV d). 2. Hofstraat B 23. Fragment van een gevel met bak- en zandsteenen waterlijsten. Console met leeuwenkop. In ankers: 1611. 3. Hofstraat B 141. Fragment van een gevel met baksteenen waterlijst. Boogtrommels gevuld met vlechtingen van roode en gele baksteen. Gevelsteen: 1613.
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Hoogstraat A 4 (1564); Veersteeg A 64 (1580).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
66
Heinoo. e 1. Van de NED. HERV. KERK (H. Nicolaas), in 1867 gesloopt en door een nieuwe vervangen, staat nog de toren (± 1400): een baksteenen bouwwerk, bestaande uit vier geledingen, gedekt door een spits. Aan de westzijde een ingang. In de bovenste geleding spitsbogige galmgaten. Inwendig: in de benedenruimte een kruisribgewelf. De kerk bezit: Twee zilveren bekers (1708), twee ronde schalen en een ovale (1801), een offerschaal (1763). Twee klokken, in 1725 gegoten door Ciprianus Crans Jansz. Een, vermoedelijk uit deze kerk afkomstig, gesneden eikenhouten relief (XV d, Noord-Nederlandsch werk), voorstellend den stal van Bethlehem, is thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. 2. De R.K. KERK (O.L. Vr. Hemelvaart), een gebouw (1857) in waterstaatsstijl, bezit: Houten beeldhouwwerk (XVIII c), afkomstig uit de voormalige R.K. kerk in de Spiegelsteeg te Zwolle. Zilveren kelk (XVII c). Een zilveren ziekenkruis (± 1840), een kazuifel en het schild eener koorkap met borduurwerk (XVI a), zijn thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. g. Het HUIS ALDERDINCK (1654 riddermatig verklaard), XVIII a herbouwd, werd in de laatste jaren inwendig verbouwd.
Hellendoorn. e. De NED. HERV. KERK (H. Sebastianus), wellicht XII gebouwd, XV vergroot, in 1747 door storm geteisterd, in 1748 verbeterd, en andermaal in 1829 aanmerkelijk hersteld, is een hoofdzakelijk van tuf- en oersteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip (XII?); een baksteenen driezijdig-gesloten koor (XVI), met
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
67 een noordelijke kapel en een zuidelijke kapel met sacristie (XVI d); en eenen baksteenen toren (XVI A), met traptoren. Inwendig: over schip en koor een zoldering van kraalschroten. Moeten van de vroegere overwelving zijn nog aanwezig. Koorkapellen en sacristie hebben steenen kruisribgewelven. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII c). Gedeelten van banken (XVI d en XVII b). Koperen lezenaar en twee koperen blakers (XVII c). Tafel (XVII b). Koperen kroontje (XVII c). Twee zilveren bekers (XVII d). Drie klokken, waarvan een in 1543 gegoten door Geert van Wou, en twee in 1547 en 1561 gegoten door Willem Wegewart. De R.K. KERK bezit een gedreven zilveren monstrans (XVIII c) en een dito kelk (XVIII d).
Hengeloo. Hengeloo. e 1. De NED. HERV. KERK, 1837-1840 gebouwd ter vervanging eener oudere, bezit: Orgel (1843). Zilveren kelk (1688). Een zandsteenen doopvont (XV), uit deze kerk afkomstig, is thans in de Twentsche oudheidkamer te Enschede. Bij den koster bevindt zich een eiken kistje, eigendom der diaconie, met ijzeren hengsels en beslag; in het deksel een opschrift en: 1773. 2. De R.K. KERK (H. Lambertus), XIX c gebouwd, ter vervanging eener oudere (1769), bezit: Zilveren kelk (XVII b), afkomstig uit de kerk te Delden. g 1. Van het voormalige HUIS HENGELOO, in 1612 verwoest, in 1616 herbouwd, waarvan het laatste overblijfsel in 1830 werd afgebroken, bevindt zich nog eene poort (XVIII c) op het buitengoed HET STROOT te Lonneker. 2. Deldenerstraat 19. Vakwerkgevel (XVII). Anker: 6. Houten geveltop.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
68 3. Deldenerstraat 47; Boerenhuis. In den sluitsteen boven de stalpoort: 1832.
Oele. Van den voormaligen dubbelen WATERMOLEN de Oldemeule, in 1334 vermeld, in 1604 verbrand, in 1690 herbouwd blijkens een steen, werd ± 1880 de oliemolen gesloopt. Thans staat nog de korenmolen, opgetrokken in vakwerkbouw. Steen met opschrift en: 1690. Inwendig, op een der zware eiken balken: 1668.
IJselmuiden. Aan het veer naar Kampereiland een VEERBEL, in 1430 gegoten. e. De NED. HERV. KERK (H.H. Crispinus en Crispianus), omstreeks 1200, XV gewijzigd, 1848-1849 vergroot met een uitbouwsel aan de noordzijde, 1911-1912 andermaal vergroot en hersteld naar plannen van den Rijksarchitect Ad. Mulder, bestaat uit een schip, waarvan het westelijke, tufsteenen, muurwerk uit den romaanschen tijd dagteekent, terwijl het overige is afgebroken voor breede baksteenen dwarsarmen (1912) aan den noord- en den zuidkant; een ⅝-gesloten koor (XV), en eenen vierkanten tufsteenen toren (± 1200). Tegen het koor eensversneden steunbeeren. De toren bestaat uit twee geledingen, waarvan de bovenste met een kleine versnijding terugspringt. In de gevels nissen, omsloten door hoeklisenen, en gedekt door friezen van elkaar kruisende rondboogjes op gebeeldhouwde kopjes. Gekoppelde rondbogige galmgaten, waarin zuiltjes met teerlingkapiteelen. Inwendig: in het koor baksteenen kruisribgewelven (XV). Tegen den oostmuur van den toren, onder de kap, de moet van een lager zadeldak. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1630). Orgel (XVIII d), afkomstig uit de Ned. Herv. kerk te Genemuiden. Twee eiken banken en een tafel (1647).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
69 Drie koperen kronen: twee (XVII d), en een (1791). Twee zilveren bekers (1750), een dito bord (1752). Klok, in 1647 gegoten door F. Hemony, en een XVII gegoten. Aan den Nieuwenweg, zuidzijde, nabij de gemeentegrens van Kampen, een baksteenen THEEKOEPELTJE (XVIII B), waarnaast een oud houten tuindeurtje.
Kampen. b. Verdedigingswerken. 1. De KOORNMARKTSPOORT, wellicht in 1337 gebouwd, tegelijk met de ommuring der bovenstad, waartoe meester Heynric te Utrecht en elders de benoodigde steenen kocht, waarschijnlijk XIV d verzwaard door aanbouw van twee torens, in 1642 gesloten en tot woning ingericht, in 1645 hersteld, omstreeks 1840 geheel gewit, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een rechthoekig middengedeelte (XIII A), en twee te weerszijden daarvan, tegen de rivierzijde aangebouwde torens (XIV d) met achtkante spitsen. In het middengebouw een rondbogige doorgang (omstreeks 1848 gewijzigd en versmald), overdekt met een tongewelf, waarachter zich overblijfselen bevinden van een vroeger kruisribgewelf. In den voor- en den achtergevel moderne vensters. Hoog wolfdak. Onder de daklijst een baksteenen tandlijst. Ook de torens hebben deze tandlijst, en daarboven overkragingen tot het dragen der dakschilden van de spitsen. Tegen de buitenzijde der torens is te weerszijden van den doorgang een schildhoudende leeuw aangebracht, afkomstig van een der omstreeks 1840 gesloopte stadspoorten. 2. De BROEDERPOORT (genoemd naar het voormalige Minderbroedersklooster), in 1465 gebouwd, in 1615 verhoogd naar het ontwerp van den schilder-landmeter Thomas Berendsz. waarbij Crijn Coenraets het steenhouwwerk vervaardigde, in 1714 gedeeltelijk ommetseld en gewijzigd, is een in bak- en bergsteen opge-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
70 trokken gebouw, bestaande uit een vierkant middengedeelte en vier hoektorens. De benedenhelft, tot de woonverdieping (1615), behoort tot het oorspronkelijke gebouw. Hierin bevindt zich de met een tongewelf (XVIII) overdekte doorgang, aan de stadszijde met de oorspronkelijke spitsbogige, aan de veldzijde met een in 1714 tot korfboog verbouwde poortopening. Te weerszijden van den doorgang aan de veldzijde twee schildhoudende leeuwen, afkomstig van de voormalige IJselbrug. De twee torens aan deze zijde zijn achthoekig, die aan de stadszijde beneden rond, overgaande naar tienkant (1615) met een rondboogfries onder de versnijding. Onder de vier spitsen geprofileerde hoekzuiltjes van bak- en bergsteen, rustend op kraagsteenen. De gevel aan de buitenzijde heeft een rechte kroonlijst, ter vervanging van een in 1714 weggebroken topgevel; die aan de stadszijde boven de gootlijst een top met inen uitgezwenkte zijkanten, toppilaster, bergsteenen banden en een rondbogig venster. Vensters met houten ramen ter vervanging van omstreeks 1830 uitgebroken kruiskozijnen. Ontlastingsbogen. Boven de spitsbogige poortopening een rondboog nisje. Aan de veldzijde, in het bovengedeelte van den middengevel, bergsteenen banden. Steen: 1714. Boven den ingang tot den zuidertoren een steen met: 1619. In de zijmuren der poort schietgaten in bergsteenen omlijsting. Inwendig: in den zuidelijken toren een zandsteenen spiltrap. Op den zolder een bekapping met diagonale verankering. 3. De CELLEBROEDERSPOORT, in 1465 gebouwd ter vervanging van de Geertspoort (XIV d), heette aanvankelijk de Hout- of St. Nicolaaspoort en kreeg den tegenwoordigen naam in 1617, toen zij, met behoud van het benedendeel der oudere poort, werd verbouwd naar het ontwerp van Thomas Berendsz., door mr. Berent Gerritsz. Zij bestaat uit een vierkant middengebouw, aan de noord- en zuidzijde geflankeerd door twee zware torens op cirkelvormig grondplan, met veertienhoekig bovengedeelte, welks uitkraging
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
71 rust op een rondboogfries. In het middengebouw een doorgang, overdekt met een tongewelf (XVIII), waarachter het oorspronkelijke kruisgewelf (1465). Aan de buitenzijde een spitsbogige poort, waarboven een sluitsteen met leeuwenkop. De verdieping (1617) is hier overgebouwd op geprofileerde zandsteenen kraagstukken, waartusschen troggewelven. Bergsteenen banden, boog- en negblokken. Fries met gebeeldhouwde cartouches. Rechte kroonlijst ter vervanging van een in 1711 weggebroken topgeveltje. Aan de stadszijde een spitsboog met leeuwenkop als sluitsteen. Fries met gebeeldhouwde cartouches, op de middelste waarvan: 1617. Drie vensters met kruiskozijnen. Topgeveltje met in- en uitgezwenkte zijkanten en halfronde afdekking met schelpvormige vulling. Onder de daklijst drie gebeeldhouwde steenen en twee, waarschijnlijk in 1839 van een der gesloopte poorten hierheen overgebracht. Schildhoudende leeuwen. Sierankers. Zandsteenen hoekblokken. Hooge veertienhoekige spitsen. Inwendig: op de eerste verdieping een eenvoudige, gemetselde schouw. Eiken bekapping. In den zuidelijken toren een zandsteenen wenteltrap, welker treden met baksteenen ondermetseld zijn. 4. Van de voormalige HAGENPOORT, XIV d reeds bestaande, in 1616 verbouwd door Thomas Berendsz., in 1893 gesloopt, bestaan nog slechts enkele brokstukken muurwerk (zie b 5). 5. Van de vroegere OMMURING en VERSTERKING (in 1318 begonnen, XIV uitgebreid en verzwaard, XVc andermaal uitgebreid, XVI a en XVI d vernieuwd, XVIII en 1813 gedeeltelijk gesloopt, 1843-1845 geheel geslecht en opgeruimd) bestaan nog slechts eenige overblijfselen: (XIV d) ten Noorden der Koornmarktspoort, en (XV c) ten Westen der voormalige Hagenpoort: a. Fragment (XIV d) van een veelhoekigen t o r e n , ten Zuiden van de voormalige Vischpoort. b. Overblijfselen (XVI) van een r o n d e e l ten Noorden van de voormalige Vischpoort.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
72 c. Het z.g. SINT NICOLAASTORENTJE, afkomstig van den vroegeren muur aan den IJsel, bekroond door een leeuw met het gemeentewapen en versierd met hetzelfde wapen, waaronder: 1611, staat thans in het plantsoen. De wallen en aardwerken (XVI-XVII) werden 1843-1845 deels geslecht, deels bebouwd, en met de bolwerken (XVI d) in plantsoenen omgeschapen (1830-1834) onder leiding van den architect J.D. Zocher.
c. Bruggen, schamppalen, enz. 1. BRUG OVER DEN BURGEL. Aan den zuidkant een steen (XVII d) met het stadswapen; aan de noordzijde een steen met: 1858. 2. Venestraat hoek Burgwal. Hardsteenen STOEPPAAL (XVII b) met wapenschild en: 16 3. Buitenhofstraat, hoek Botervatsteeg. Hardsteenen STOEPPAAL (XVII d) met versieringen en schild, waarin een huismerk.
d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Van het voormalige SCHUTTERSMAGAZIJN bevinden zich overblijfselen (XVII), waterlijsten, ontlastingsbogen en de bekroning van een poortje, in huizen aan de noordzijde der Nieuwe Markt. 2. Het RAADHUIS bestaat uit het oorspronkelijke oude, en uit een tegen de zuidzijde daarvan aangebouwd nieuw raadhuis. a. Het oude raadhuis, in 1345-1350 opgetrokken, XV c verbouwd, in 1543 zwaar door brand geteisterd, waarbij ook het muurwerk zeer te lijden had, onmiddellijk hersteld onder leiding van den stadstruffelmeester Berend van Coesfelt, in 1713 aan het benedengedeelte van de noordzijde verbouwd, waarna (XVIII d) de kaak (1548) werd weggebroken, in 1895, 1899 en 1900 gerestaureerd naar plannen van Dr. P.J.H. Cuypers, en andermaal in 1914-1916, thans grootendeels ingericht tot gemeentelijk
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
73 archief, is een gebouw (XV c) van bak- en bergsteen op trapeziumvormig grondplan, tegen welks oostzijde, aan den zuidoostelijken hoek, een vierkante toren, de schepentoren, is aangebouwd. Het bestaat uit twee verdiepingen, gedekt door een zadeldak, tusschen twee puntgevels aan de smalle zijden. Op de beide noordelijke hoeken en op den zuidwestelijken hoek drie achtkante bergsteenen arkeltorentjes. Boven den oostelijken en den westelijken langen gevel een bergsteenen balustrade (midden - XVI, gedeeltelijk vernieuwd) met op koppen en kraagsteenen rustende gebeeldhouwde pilasters, waartusschen vischblaastraceeringen, en gedekt door een kroonlijst, waarop schildhoudende leeuwen en kruisbloemen. Zandsteenen waterlijsten en hoekblokken. Vensters met (vernieuwde) zandsteenen kruiskozijnen. Tusschen de vensters baksteenen nissen, met gebeeldhouwde zandsteenen afdekkingen. Aan den westgevel, in de nissen der bovenste verdieping, zes zandsteenen beelden (XV), voorstellend: Karel den Groote, Alexander den Groote, Matigheid, Trouw, Gerechtigheid en Weldadigheid, op gebeeldhouwde draagsteenen (midden-XIV) en onder baldakijns (1900). Voor een der vensters dezer verdieping een gesmeed ijzeren traliewerk (XVI c). Een dergelijk traliewerk voor een venster in den oostgevel. In den top van den noordelijken puntgevel nissen in bergsteenen omlijsting. Te weerszijden, op de afdekkingen, kleine zandsteenen pinakels. Gewrongen toppinakel (deels vernieuwd), dienstdoende als schoorsteen. Twee later aangebrachte roosvensters. Aan de zuidzijde een dergelijke gevel, met een gedeelte van den top uitstekend boven het dak van-, en overigens ingesloten door-, het nieuwe raadhuis, op welks zolder in dezen muur zandsteenen lijsten en bogen zichtbaar zijn, onderbroken door de moeten van twee zadeldaken. Voorts in denzelfden gevel twee deuren: een, gelijkvloers, van gesneden eikenhout, met het jaartal 1607, thans toegang gevend tot het archief; en een (XVI d) met ijzerbeslag, op de bovenverdieping, toegang gevend tot de schepenkamer.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
74 De schepentoren bestaat uit een vierkante beneden- en een achtkante bovengeleding, elk onderverdeeld door zandsteenen waterlijsten, en gescheiden door een omgang met kanteelingen. Op het achtkant een gebeeldhouwde balustrade (midden-XVI) en een spits, met open peervormige bekroning. Zandsteenen hoekblokken en gebeeldhouwde afdekkingen van nissen. Op de ribben der spits verschillende dekloodjes met initialen en: 1681. Inwendig (gerestaureerd): met kruisgewelven overkluisde kelders, waarin een gevangencel met later aangebrachte deur, voorzien van een kijkgat. Op de benedenverdieping het archief en een verzameling van een aantal gevelsteenen en afgietsels van bouwfragmenten, afkomstig van bouwwerken te Kampen. Voorts: memorietafel, bestaande uit twee gedeelten met opschriften en de jaartallen 1545 en 1552. Twee geschilderde portretten (± 1660, Hollandsche school), voorstellend Maerten van Ingen en Geertrui ten Sweege; twee portretten van twee kinderen der voorgaanden. Portret van Catharina van Averenck, met het jaartal 1622. Portret (± 1560, Hollandsche school), voorstellend een heer, blijkens wapen waarschijnlijk Lodewijk Cruse Voorne. Twee portretten (XVII c, Hollandsche school), voorstellend een echtpaar uit het geslacht van Ingen. Twee portretten (XVIII d- XIX a, door Nieuwenhuis) voorstellend den schilder en zijn vrouw. Portret (XVII d) van den vlootvoogd J.W. de Winter. Verschillende wapenbordjes (XVII d-XVIII d). Op de bovenverdieping is de oude SCHEPENKAMER, door een gebeeldhouwd eiken hekwerk in twee helften verdeeld, waarvan de voorste bestemd was voor het publiek, de achterste voor schepenen en rechters. Gebeeldhouwd eiken tochtportaal, waarop een kinderfiguur, in 1546 gesneden door Peter van Cranendonck. Eiken wandbetimmering, met zitbanken, in 1545 vervaardigd door Swier Kistenmaker, tusschen Korinthische zuilen, in 1544 vervaardigd door Johan Stoeldraaier. Tegen den achterwand, rechts van den schoorsteen, het schepengestoelte, evenals de overige
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
75 betimmering in 1543-1545 gesneden door meester Vrederick, stadskistenmaker en timmermeester, met medewerking van Floer van Haerlem, Hendrik van Arnhem, Symon Jansz., Albert Jansz., Gheert Reijnersz. en Jan van Deventer, waarbij deze na 10 October 1544 werkten onder toezicht van Hendrick van Mullem. Dit schepengestoelte bestaat uit twee op een verhooging met drie treden geplaatste zitbanken, met gesneden ruggeschotten tusschen rijk gebeeldhouwde komposiet-zuilen met omgekornist hoofdgestel, welke een gebogen overhuiving met vakversiering dragen. Te weerszijden, op de hoeken der kroonlijst, twee gevleugelde kinderfiguren, gesneden door Peter van Cranendonck. Links van den schoorsteen een bij de betimmering aansluitende eiken kast (1647, blijkens een jaartal in de kroonlijst), waarin eertijds het stadszilverwerk geborgen werd. Het hek in het midden der zaal bestaat uit een borstwering, waarop zuilen met komposietkapiteelen, welke een hoofdgestel dragen; geschilderde intarsia-versieringen. Voor dit hek een verhooging met houten pleitrol. Over de geheele zaal een houten tongewelf met gekruiste schinkels en vergulde gesneden rozetten; trekbalken met muurstijlen, sleutelstukken en gesneden korbeelen, in 1543 vervaardigd door Swier Kistenmaker. Gebeeldhouwde bergsteenen schoorsteen, in 1543-1545 door Colijn de Nole te Utrecht vervaardigd, in 1545 door Ernst Maeler waarschijnlijk verguld, meermalen hersteld, in 1877 onder leiding van L.C. Heezemans gerestaureerd, thans wit geverfd, bestaande uit een op twee hermen rustenden schoorsteenmantel met gebeeldhouwd fries, gedekt door een kroonlijst, waarop engeltjes en koppen en waarboven een rechthoekige boezem, door pilasters en karyatiden in vier nissen verdeeld, in de middelste waarvan twee leeuwen met de stadskleuren en het stedelijk wapen en in de buitenste waarvan de Kracht en de Voorzienigheid; tegen de zijkanten de Matigheid en de Vrede. Voor het midden, in een omlijsting, een opschrift en: 1545, waarboven een beeld der Charitas. Het geheel wordt afgedekt
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
76 door een schuine schacht, waarvoor, als bekroning, een nis met het beeld der Gerechtigheid onder een driehoekig fronton, en waarboven, in den top, het wapen van Karel V. Boven het schepengestoelte een schilderij (1545, door Ernst Maeler) voorstellende het Laatste Oordeel. In het voorste gedeelte der zaal verschillende bouwfragmenten, beeldhouwwerken en gipsafgietsels, het stadszilver e.d. (zie h 2). In den schepentoren een vertrek, overkluisd met een stergewelf; eiken deur, in 1546 gesneden door Swier Kistenmaker, waarachter een zware ijzeren deur (± 1300?), afkomstig van het in 1362 door de Kampenaren veroverde roofslot Voorst. Eiken kast (XVI d) met ijzeren beslag. In dit vertrek wordt het oudste deel van het archief bewaard. In de spits een gedeeltelijk oude bekapping. In de bovenste ruimte een houten fragment (± 1500) met briefpaneelen, afkomstig van het bureau van gemeentewerken. Klok, in 1755 gegoten door Joan Nicolaas Derck, te Hoorn. Tegen den zuidgevel een zonnewijzer (1615). b. Het nieuwe raadhuis, in 1830-1835 opgetrokken ter plaatse van een ouder aanbouwsel, dat XVI d het voormalige wijnhuis verving, is een klassicistisch gebouw. Gevel met rechte kroonlijst, voor welks ingang, in de middenpartij, een portiek met zuilen. In het gebouw bevinden zich: in de bodekamer een houten bord, waarop geschilderd een gezicht op de voormalige houten IJselbrug en eene ordonnantie met het jaartal 1628; portret (XIX a) van Willem I. In de gang naar de oude schepenzaal: vijf schilderingen (XVII d-XVIII a) in grauw, voorstellend het Gezag, de Trouw, de Stilzwijgendheid, het Geloof, en de Hoop, afkomstig uit de Meentekamer. In de raadzaal: drie portretten, geschilderd door M.J. van Miereveld, voorstellend prins Willem I, Maurits en Frederik Hendrik; portretten van prins Willem II, geschilderd door G. Honthorst; koning-stadhouder Willem III, door Jan de Baen; Willem IV († 1751, in 1760 geschilderd door J.F.A. Tischbein, copie naar Bolomey), koning Willem I (1818,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
77 door J.C. Gael); koning Willem II (1842, door J.C. Gael). In de commissiekamers: portretten, geschilderd door M.J. van Miereveld, voorstellend Willem Lodewijk en Ernst Casimir. Schilderij (gemerkt C.B. 1654), voorstellend een gezicht op Kampen van de rivierzijde. Schilderij (± 1665, Hollandsche school), voorstellend Kampen, gezien van de landzijde. Twee copiëen naar A. van Ostade. Jachtstilleven (1842, door J. Esman). In de trouwzaal: twee eiken banken (XVII a), afkomstig uit de Bovenkerk; tapijtwerk (XVII d), voorstellend een arcadisch landschap, waarin Orpheus. Portret (1846, door J.C. van der Meer Mohr), voorstellend den burgemeester Mr. F. Lemker. In de belastingkamer: schilderij (XVIIa, trant van D. Vinckeboons), voorstellend een boschgezicht met kasteel. In het bureau van den burgerlijken stand: portretten (copiëen naar- of geheel overgeschilderde origineelen door Ger. ter Borch) van Pieter Greve en Johanna Jac. van Ingen. In de Afd. militaire zaken: stadsgezicht (XIXa, door J.J. Fels); schilderij (1847, door David Bles), voorstellende de repetitie van een orkest. In de burgemeesterskamer: schilderij (1662, door H. Avercamp), voorstellend een gezicht op Kampen van de overzijde, bij winter; drie stadsgezichten (XIX a, door J.J. Fels). In het bureau van den hoofdkommies: portret (1756, door J.F.A. Tischbein) van A. Vesterinck. In de secretarie en op de trap: twee rouwborden (XVIId en 1705) der familie Gansneb-Tengnagel, afkomstig uit de Bovenkerk. 3. DE NIEUWE TOREN, 1649-1664 gebouwd, ter plaatse van de in 1646 afgebrande kerk van het H. Geestgasthuis (in 1300 vermeld), naar de plannen en onder leiding van Philip Vingboons; sinds 1679 verzakt en overhellend, in 1701 onderschraagd en hersteld naar het plan van Gerrit Baver, stadstimmerman van Zwolle, is een in baken bergsteen opgetrokken, alleenstaande klokketoren, bestaande uit een vierkant benedengedeelte en een
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
78 achtkant bovenstuk met open koepel, van Twentsch eikenhout, 1661-1662 vervaardigd door Gerrit, Coert en Herman Wolters, gedekt door een peervormige bekroning, waarop een gesmeed ijzeren kruis (1664). Het vierkante gedeelte heeft drie een weinig versnijdende geledingen, gescheiden door bergsteenen waterlijsten. In de onderste geleding bevindt zich een vrije doorgang met rondbogige openingen, omlijst door bergsteenen blokken. Boven den oostelijken poortboog het in zandsteen gehouwen gemeentewapen met twee leeuwen als schildhouders; boven den westelijken een steen met ditzelfde wapen en: 1714. Rondbogige vensters met zandsteenen vischblaastraceeringen; zandsteenen hoek- en negblokken. Op de bovenste geleding een bergsteenen balustrade met zeventien wapens, in 1661 gebeeldhouwd naar teekeningen van Jan de Graeff, door den steenhouwer Elias Muller. Inwendig: gemetselde wenteltrap welker benedendeel, van bergsteen, afkomstig is uit een der torens van de Broederpoort. In den koepel een klokkenspel bestaande uit vijf en dertig klokken, waarvan vier gegoten in 1481-1483 door Geert van Wou, een in 1627 door Kiliaan Wegewaert te Kampen, zes en twintig in 1659 door F. Hemony, drie in 1662 door denzelfde, te Amsterdam, en een in 1790 door L. Haverkamp te Hoorn. Het klavier van dit klokkenspel werd in 1663 vervaardigd door Gerrit van Loo. Uurwerk (1669) door Sprakel. 4. Van het voormalig VLEESCHHUIS bestaat nog slechts de gewijzigde gevel (zie g 6). 5. IJsselkade. De OUDE STADSHERBERG, in 1662 gebouwd, wellicht door Ph. Vingboons, heeft een breeden pilastergevel met rechte kroonlijst, in den trant van Palladio. 6. Spoorkade. De NIEUWE STADSHERBERG (thans Buitensocieteit), ± 1840 gebouwd door Nic. Plomp, is een gebouw in klassicistischen trant.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
79
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. ST. NICOLAAS- OF BOVENKERK, wellicht XII gebouwd, omstreeks 1325 verbouwd, daarna, vermoedelijk sinds 1345, vergroot en verhoogd onder leiding van Mr. Herman en diens broeder (Christiaan?), van 1369 tot na 1393 wederom verhoogd en vergroot onder leiding van Rutger van Ceulen, XVc waarschijnlijk uitgebreid door den aanbouw der twee noordelijke en zuidelijke beuken, XVIII en XIX A gewijzigd, in 1883 gerestaureerd door J. Gosschalk, is een van bak- en bergsteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een vijfbeukig schip (onderbouw van den middenbeuk XII-XIII, noordelijkste en zuidelijkste zijbeuk XVc), een dwarspand (XIV?), tegen welks westmuur aan noorden zuidzijde portalen, een 7/12-gesloten koor (XV A), met kooromgang en een krans van dertien tusschen de steunbeeren ingebouwde kapellen, een driezijdigen traptoren in den noordhoek tusschen dwarspand en koor, en eenen vierkanten foren (kern van het benedengedeelte XII), XIV verbouwd, XVIc en 1611 hersteld, andermaal, wegens verzakking in 1627-1650, in 1686 ‘rechtgezet’ door den architect Jan de Jonge uit Amsterdam. Aan de westzijde twee gevels, met vlakke pilasters en spitsboogvensters, XIX a opgetrokken, ter afsluiting van de wellicht toen ingekorte zijbeuken, welke aanvankelijklangsden toren doorliepen, blijkens moeten in diens noord- en zuidmuren. Tegen de zijbeuken eensversneden steunbeeren, waarop zandsteenen voetingen van onvoltooide pinakels. Vierdeelige spitsboogvensters met drie en vierpassen in de traceeringen (XIV B). Boven de vensters van den lichtbeuk overkragende bergsteenen spitsbogen De zandsteenen muurversterkingen van dezen beuk dragen eveneens voetingen van onvoltooide pinakels. Tegen de hoeken der koorsluiting steunbeeren met ingehoekte voorzijde. Tusschen de bovenvensters van het koor muurzuiltjes met kelkvormige kapiteelen en onbehakte, geometrische blokken zandsteen. De vensters van het dwarspand hebben vischblaastraceeringen. In den noord-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
80 en zuidgevel van het dwarspand spitsbogige nissen met traceeringen. In het noorden het zuidportaal groote spitsbogige ingangen, te weerszijden waarvan, op de hoeken, overhoeksche steunbeeren. De traveën der zijbeuken en de transkapellen worden gedekt door eigen, dwarse wolfdaken, welke een over de geheele lengte tegen den lichtbeuk aansluitend lessenaarsdak doordringen. De toren bestaat uit vier geledingen en wordt gedekt door een houten spits (1808). In de onderste geleding aan de westzijde een ingang met houten Dorische portiek (± 1809 door Abr. M. Sorg), te weerszijden waarvan zware steunbeeren (XIX); sporen van een dichtgemetselden spitsbogigen ingang. In de tweede geleding drie spitboognissen gescheiden door vlakke pilasters, en de moet van een zadeldak. De beide bovenste geledingen hebben spitsboognissen en galmgaten. Inwendig: over schip, dwarspand, kooromgang en transkapellen kruisribgewelven; over het koor netgewelven; over koorsluiting en noordportaal stergewelven; in het zuidportaal een houten tongewelf, waaronder aanzetten van een stergewelf op gebeeldhouwde draagsteentjes (XV B). Tusschen middenbeuk en zijbeuken zware vierkante pijlers (benedengedeelte XII), met later afgeschuinde hoeken. De profielen der scheibogen loopen tegen deze pijlers te niet, behalve de rondstaaf, die tot op afwisselende hoogte is doorgetrokken. Boven deze scheibogen kleine rechthoekige muuropeningen. De gewelfribben van middenbeuk en koor rusten op ronde schalken met bladkapiteelen (XIV d). De twee westelijke pijlers der kruising zijn rond. In het schip twee rijen trekbalken, de onderste ter hoogte van de scheibogen, de bovenste tusschen de kapiteelen der schalken. In het koor alleen deze laatste rij. Tusschen de zijbeuken achtkante zuilen met ronde schalken. In het koor geprofileerde pijlers, evenals in het schip zonder kapiteelen, waartegen met bladkapiteelen bekroonde schalken, die te halver hoogte, onder de vensters, onderbroken worden door een horizontale lijst met bladornament.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
81 Doordat het bovendeel van den koormuur bij deze lijst terugspringt, wordt een galerij gevormd, welke achter de doorgaande schalken omloopt. Koorvensters met harnassen (XV d). Tusschen de pijlers van het koor een gebeeldhouwde, opengewerkte afscheiding en drie overhuifde zandsteenen sedilia. In tegenstelling met het overige deel van het koor, loopen de profielen der scheibogen van de koorsluiting tegen het boveneinde van de pijlers teniet. De benedenruimte van den toren is overdekt met een kruisribgewelf, waarin een groot werkgat. Aan de noordzijde een houten spiltrap (XVII), toegang gevend tot de eerste verdieping, van waar een in den noord- en oostmuur uitgespaarde trap voert naar de tweede verdieping. Op deze trap, waarvan het benedengedeelte, uitkomende boven het gewelf der benedenruimte, is dichtgemetseld, bevindt zich, in den oostmuur van den toren, een voormalige lichtopening, tegen welke thans de noordmuur van den lichtbeuk is aangemetseld, waarvan hier de groot formaat baksteenen zichtbaar zijn. Op de tweede verdieping dichtgemetselde galmgaten met tufsteenen neggen, waarin later sponningen zijn gebroken. In de spits een kap, in 1809-1810 gebouwd door Abr. M. Sorg. De kerk bezit: Gebeeldhouwd eiken koorhek (1552, geverfd), met koperen balusters. Hardsteenen doopvont (XVI a). Preekstoel (± 1500) van Fransche kalksteen, in 1796 gewijzigd, blijkens een jaartal in den voet van den trappaal (XVIII d), bekroond door een siervaas. Een dergelijke siervaas (XVIII d) op den bovenhoek van den trap. Blijkbaar werd de preekstoel in datzelfde jaar verplaatst, waarbij de voet en het ondergedeelte van de trap werden ingekort. Klankbord (XIX). Gesmede ijzeren hekken (XVII a-XVIII a). IJzeren doopboog, in welks bekroning initialen H.N. en: 1629. Gebeeldhouwde eiken betimmering (XVII d), deels tegen een pijler.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
82 Grafborden, zie d 2 blz. 77. Orgel, 1670-1676 vervaardigd door Johan Sleger, in 1686 tegen den oostwand van den toren opgesteld, met rugpositief en tribune rustend op Korinthische zuilen, blijkens opschrift in de voetstukken in 1743 vervaardigd door G. Kuiper. Het orgelfront is versierd met vele gebeeldhouwde figuren. Het instrument werd hersteld in 1686 door J. Duischot te Amsterdam, in 1742 door A.A. Hinz, in 1789 verbeterd door Schnitger en Freytag te Groningen, andermaal hersteld in 1866 door Z. van Dijk, en in 1898 door J. Proper. Grafmonument (XIX a) voor den vice-admiraal Jan Willem de Winter, bestaande uit een groen marmeren urn op rood marmeren voetstuk. Grafmonument (XVII) voor Rutger van Breda. Gesmeed ijzeren grafhekken (XVII d en XVIII). Graf van den klokkengieter Geert van Wou († 1527). Grafzerk (in den toren), blijkens opschrift van Herman Zelle, pastoor der kerk († 1539). Priesterzerk (XVI a); gebeeldhouwde zerk (1625) voor den architect en landmeter Thomas Berendsz.; en andere zerken (XVI en XVII). Onder den houten vloer in den zuidbeuk bij het dwarspand een groote gebeeldhouwde zerk (XVI c) in den trant van Vredeman de Vries. Gewelfschildering (opgehaald) in het koor. Tegen den torenmuur, onder het orgel, een perspectiefschildering, waarin het jaartal 1744; te weerszijden de figuren van het Geloof en de Kracht. Boven het orgel verbleekte schilderingen. Drie koperen kronen (XVII B), waarvan de westelijke met twee schilden van het smids- en een van het apothekersgilde; de middelste met een schild van de korenwegers, een van de lakenwevers en een blank; de oostelijke met een koperen poort (stadswapen) als bekroning. Twee klokken, in 1482 gegoten door Geert van Wou. Een gesneden eikenhouten groep (XVI a), voorstellend een
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
83 H. Anna Zelfderde, vermoedelijk uit deze kerk afkomstig, is thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. 2. De NED. HERV. BROEDERKERK, XIV A gesticht, aanvankelijk behoorende tot het overigens grootendeels verdwenen Minderbroedersklooster (XIII, zie e 6), in 1473 grootendeels verbrand, in 1473-1490 herbouwd, na de Hervorming eigendom der stad, in 1672-1674 wederom in het bezit der Minderbroeders, in 1720 hersteld, in 1786-1791 gewijzigd, XIX d gerestaureerd, is een baksteenen hallenkerk, spaarzaam met zandsteen verlevendigd, bestaande uit twee beuken, elk met een 7/12-gesloten koor, en een achtkanten traptoren, in den hoek der beide koorsluitingen ingemetseld tusschen twee overstaande steunbeeren. Een XIXa in de breedte gemetselde muur scheidt het gebouw in een westelijk deel, ingericht tot Ned. Herv. kerken in een oostelijk (eigendom der burgerlijke gemeente), dienende deels tot catechiseervertrekken, deels tot Armenkamer (zie f 8), en deels tot Militair kleedingmagazijn. In den noordmuur dichtgemetselde vensters met baksteenen traceeringen (XVIA). De meeste vensters zijn later ingekort en versmald. Houten kozijnen. Oorspronkelijke neggen met zandsteenen negblokken. In den zuidmuur een venster met zandsteenen neggen en overblijfselen van een zandsteenen omlijsting. Sporen van een vroegeren ingang. In de noordelijke koorsluiting een poort van de gang naar de Armenkamer, waarboven een spitsbogige nis met negeen van profielsteen. De traptoren bestaat uit drie geledingen en heeft zandsteenen afdekkingen. Op den zuidbeuk een dakruiter (± 1840, door Nic. Plomp). Inwendig: in het westelijk gedeelte, tusschen de beide beuken, ronde zuilen met bladkapiteelen, die tevens de gewelfribben dragen. Kruisribgewelven. In den noordwestelijken hoek van den noordbeuk een kwartzuil, met een lager voetstuk dan de overige zuilen. In het oostelijk deel, tusschen de beide beuken, een muur,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
84 waarin dichtgemetselde vensters met baksteenen traceeringen (XV). In den noordbeuk, boven de Armenkamer, het Militair kleedingmagazijn, waarin nog het oorspronkelijke straalgewelf der koorsluiting (dat der zuidelijke sluiting is weggebroken). In dit vertrek een gesneden portiek (XVII d, geverfd), een schouw (XVIII) en een spinde (XVII b). Gelijkvloers in dezen beuk is de gang naar de Armenkamer afgescheiden, in welker noordmuur een dichtgemetseld rondbogig tweelichtsvenster met romaansch tusschenzuiltje (XIII A); hierin nog een brugijzer met oogen voor het vroegere glas. Boven den overwelfden ingang massief metselwerk van stroomsgewijze lagen. De kerk bezit: Preekstoel (± 1840, in pseudo-gothischen trant, door Nic. Plomp). Koperen doopbekken (XVIII) en voorzangerslezenaar (XVIII a). Orgel (grootendeels XIX a), omstreeks 1887 verplaatst en hersteld. Regeeringsbanken (± 1840, door Nic. Plomp). Rond tochtportaal (± 1840, door Nic. Plomp). Priesterzerk met opschrift en: 1540. Gebeeldhouwde zerk met twee wapens en: 1630. Twee geschilderde houten tekstborden (1614); een (XVII a); een (1634), en een (XVIII a). Avondmaalszilver der Ned. Herv. kerken: twee kannen (1738), vier bekers (1738), twee broodschalen (1811) en twee (1813); een groote schaal (1738). Klok, in 1573 gegoten, door Cyprianus Crans Jansz. 3. De EV. LUTHERSCHE KERK (1843), bouwmeester Nic. Plomp, bezit: Zilveren gegraveerde broodschaal (1649), met opschrift. Doopzilver, bestaande uit: kom (1726), en kan (1751), met opschriften. 4. De DOOPSGEZINDE KERK, oorspronkelijk kapel der Cellezusters van het St. Annaklooster (XV d), sinds 1595 kerk der
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
85 Waalsche gemeente, in 1818 opgeheven, in 1823 door de Doopsgezinden aangekocht en verbouwd, onder leiding van N. Plomp, waarbij de gewelven en de vensters werden weggebroken, is een baksteenen gebouw (XV d), bestaande uit een schip; een 7/12-gesloten koor; en een traptoren aan den noordwestelijken hoek. Op enkele plaatsen nog steunbeeren. Aan de zuidzijde de ingang (1823, door N. Plomp) geflankeerd door pilasters. Inwendig: steen met opschrift betreffende de inwijding in 1847. In den traptoren een steenen wenteltrap. De kerk bezit: Preekstoel (1611, geverfd). Twee gegraveerde zilveren bekers (XVIII) met geslagen rand aan den voet. Zonnewijzer (XVII) tegen den zuidoostelijken hoek. 5. De R.K. KERK VAN O.L. VR. HEMELVAART of BUITENKERK, vermoedelijk XIII d gesticht, ter plaatse eener oudere kapel, toegewijd aan de Twaalf Apostelen, in 1369 aanmerkelijk vergroot onder leiding van Rutger van Keulen, XV b grootendeels verbouwd, in 1580 aan de Hervormden overgegaan, in 1608-1610 hersteld met gebruikmaking van materiaal der gesloopte St. Geertruidskerk, in 1733 andermaal hersteld onder Berend Hendrik van Berkum, en wederom in 1862-1868 door A. de Laat, in 1886-1893 gerestaureerd, sinds 1809 weder in het bezit der katholieken, is een driebeukige baksteenen hallenkerk, met een slechts weinig buiten de zijbeuken uitstekend dwarspand; een ⅝-gesloten koor, te weerszijden waarvan twee ⅝-gesloten zijkoren; een achtkante sacristie tegen zuidelijken koormuur en zijkoor, met een traptorentje in den hoek; een vierkant portaal (XVI a) aan de zuid-, en een dergelijk (XV c) aan de noordzijde, tegen welks westhoek een driezijdige traptoren; en eenen vierkanten toren, in 1453-'54 uit een ouderen verbouwd, in 1481 verhoogd door Andries Goerts, met een houten klokkenhuis, dat in 1607 instortte, in 1625-1629 hersteld, in 1647 plat afgedekt,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
86 in 1683 rechtgezet en hersteld door Johan de Jonge, in 1865 door verbouwing verknoeid. Zandsteenen lijsten, hoeken negblokken. In enkele der dichtgemetselde vensters nog oorspronkelijke vischblaastraceeringen. De toren bestaat uit drie geledingen en wordt gedekt door een korte spits. Inwendig: steenen kruisribgewelven, waarvan die in den middenbeuk tufsteenen ribben hebben. Ronde zuilen, bekroond door dubbel omkransde kelkkapiteelen, waarop achtkante dekplaten. Aan weerszijden tusschen zijbeuken en dwarspand, een dergelijke zuil, staande naast de lengteas der zijbeuken. De beide portalen zijn overkluisd met netgewelven, welker ribben op gebeeldhouwde kraagsteenen rusten. De sacristie bestaat uit twee verdiepingen: gelijkvloers een netgewelf, over de verdieping een stergewelf. In het traptorentje een gemetselde wenteltrap, rustend op een schroefvormig gewelf. De kerk bezit: Eiken kast (XVII), in de sacristie. Regelenboek (XV d) van het voormalig Brigittenconvent ‘Marienkamp’, waarmee eenige handschriften en wiegedrukken zijn samengebonden. Wiegedrukken, waaronder een Biblia sacra (1480) met glossen, afkomstig uit het voormalige Karthuizerklooster op den Zonneberg bij Kampen in Oosterholt (IJselmuiden). De R.K. PASTORIE, Burgwal W IV, 105, heeft een gevel (XVIIId) met rechte kroonlijst. Ingang in omlijsting, versierd met snijwerk. In den gevel aan de tuinzijde een gebeeldhouwde steen met het jaartal 1630. Zij bezit: Eiken kast (XVII), waarin het kerkelijk archief. Memorietafel (1575, Hollandsche school) voor Joseph Truchsess van Rheinfelden, voorstellende Christus aan het kruis. Schilderij (± 1575, trant van P. Aertsen), voorstellend de Aanbidding der herders. Schilderij (XVII A, Vlaamsche school), voorstellend de Graflegging van Christus. Schildering, voorstellend de vier kerkvaders Gregorius, Hieronymus, Ambrosius en Augustinus;
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
87 en een (XVII A), voorstellend de Verkondiging aan Maria, vleugels van een altaarstuk. 6. Van het voormalige MINDERBROEDERSKLOOSTER der orde van den H. Franciscus, vóór 1300 gesticht, in 1473 verbrand, 1473-1490 herbouwd, in 1507 uitgebreid, in 1579 geseculariseerd, in 1627-1630 deels gesloopt, deels gewijzigd, XVIII en andermaal in 1836 geheel verbouwd, bestaan nog slechts de vroegere kloosterkerk (zie e 2), en overblijfselen (XVI a) in de Muziekschool (zie f 11).
f. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs. 1. Van het SOETE-NAEM-JESUSHUYS, in 1539 gesticht ter opleiding van weeskinderen voor den koordienst, sinds 1554 bestemd tot weeshuis, en in 1657 tot Grootburgerweeshuis, dat in 1863 in het tegenwoordige gebouw werd overgebracht (zie f 2), bestaan nog slechts overblijfselen (XVI b) in den gevel Hofstraat WI, 18-20: sporen van een reeks rondbogige vensters Baksteenen lijst. Gedichte ingang met segmentvormigen toog. 2. Het GROOTBURGERWEESHUIS, bij raadsbesluit van 27 Februari 1657 gevestigd in het voormalige Soete-naem-Jesushuys (zie f 1), in 1863 gebouwd ter plaatse van het voormalige Cellebroedersklooster (HH. Augustinus en Alexius), heeft in een muur aan de Singelzijde een steen (XVd) met opschrift betreffende den bouw van dit klooster, vermeldend de jaartallen 1475 en 1481. In den achtergevel twee steenen met opschriften betreffende watervloeden in 1775, 1776, 1825. In een der zijgevels een gebeeldhouwde steen met: 1744. Inwendig in een der gangen een deur (XVIII), waarboven een geschilderde nisvulling op paneel, voorstellend het inwendige van een weeshuis, met onderschrift en: 1786. De stichting bezit: Drieluik (1554-1555, wellicht door Ernst Maeler), afkomstig uit het voormalige ‘Soete-naem-Jesushuys’.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
88 Schilderij (1643, gemerkt H.A.), voorstellend een duin- en boschgezicht. Jongensportret (1654, Hollandsche school, paneel). Twee schilderijen (± 1660, Hollandsche school), portretten van een heer en van een dame. Schilderij (midden-XVII, Hollandsche school, op doek), voorstellend een familiegroep. Portret (1736, op doek) eener 74-jarige dame. In de gang: geschilderd bord (1786). 3. Het BURGERWEESHUIS, in 1891 gebouwd ter plaatse van het voormalige Brigittenklooster ‘Mariencamp’ (in 1460 gesticht, in 1627 bestemd tot weeshuis), heeft, boven een poort, overblijfselen van een gevelversiering, voorstellende een weesjongen en een weesmeisje te weerszijden van een omlijst opschrift, met: 1627, en, boven ditzelfde poortje, een steen met opschrift betreffende een verbouwing en: 1719. In de regentenkamer een kast (XVII d), met fineerwerk. 4. Het GESTICHT DER LIEFDEZUSTERS bezit: Twee schilderijen (XVI d en XVIIa, Hollandsche school, op paneel), voorstellende Christus aan het kruis. 5. De GAST- EN PROVENIERSHUIZEN, in 1897 ontstaan door vereeniging van het St. Geertruids- of Bovenproveniershuis (gesticht vermoedelijk ± 1382, in 1664 met het Leprozengasthuis vereenigd) en het H. Geestgasthuis (vermoedelijk ± 1250 gesticht, in 1897 afgebroken), bestaan uit een aantal woningen (XVIII en XIX), welke met het hoofdgebouw (1897) een vierkante binnenplaats omsluiten. In den voorgevel van het hoofdgebouw, aan de Bovennieuwstraat schelpvormige vullingen van boogtrommels en maskers (alles XVI d), afkomstig van het gesloopte H. Geestgasthuis. Op verschillende der woningen aan de binnenplaats, en op den achtergevel aan den Burgwal een aantal dakkapellen (van hetzelfde voormalige gasthuis) met ge-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
89 beeldhouwde omlijstingen en de jaartallen: 1621, 1626, 1630, 1631, 1635, 1730 benevens eenige gevelsteenen met opschriften en: 1694, 1695. Boven de poort aan den Borgwal, aan de zijde der binnenplaats, een sluitsteen met: 1740. Aan enkele der huisjes deuren (XVIII) met koperen trekkers. Inwendig: in de regentenkamer: schilderij (1548, door Ernst Maeler), voorstellend de zeven werken van barmhartigheid; tweeluik (1548, wellicht door E. Maeler), voorstellend den H. Johannes den Dooper en Maria met het kind; schilderij (1552, door E. Maeler), voorstellend het Laatste Avondmaal; schilderij (1572, door Mechteld van Lichtenberch, genaamd toe Boecop), voorstellend de Aanbidding der herders; schilderij (1574, door dezelfde), voorstellend het Laatste Avondmaal; schilderij (± 1625, Utrechtsche school) voorstellend den H. Petrus, lezend; portret (± 1650, Hollandsche school) van een knaap; portret (wellicht door B. van Vollenhoven) van Corn. Simonis Ooms († 1653); portret (door Joh. Vollevens den Oude), wellicht voorstellende Hendrik Casimir II; twee portretten (± 1660, Hollandsche school, wellicht door B. van Vollenhoven) van een echtpaar; portret (1664, door Hendrik Bloemaert) van een gasthuisregent; copie (XVII) naar een ets van Lucas van Leiden, voorstellend de verzoeking van Christus in de woestijn; schilderij (vermoedelijk copie naar een Italiaansch voorbeeld), voorstellend Christus en de Kanaänietische vrouw; schilderij (midden-XVII, school van Rubens), voorstellend de marteling van den H. Laurentius. In de keuken eenig koper- en tingerei (XVII en XVIII). 6. Het STADSWERKHUIS, in 1805 gebouwd, deels ter plaatse van het voormalige klooster der Cellezusters, heeft nog een gedeelte eener balklaag en der bekapping (XVI c) van de kloostergebouwen. Boven een poortje een opschrift: ‘Linne Wevers Gilde’, en: 1665. Boven den hoofdingang een houten bord met geschilderd opschrift en: 1805-1869.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
90 7. Het ZIEKENHUIS, in 1592 vermeld als gevestigd in een deel van het vroegere Minderbroedersklooster, in 1796 vereenigd met het Pesthuis (in 1538 gesticht door Eilard Cromme), genaamd Calvariën, dat in verband hiermede in 1797 verbouwd werd, thans Militair hospitaal, heeft boven den ingang een gevelsteen met den kruisdragenden Christus, waarboven: 1538. Gevelsteen betreffende de herbouwing in 1797, en een met het jaartal 1835. Het nieuwe ziekenhuis in het Plantsoen bezit: Portret (± 1530, Hollandsche school) van Eilard Cromme, met opschrift betreffende zijn pelgrimstocht naar Jeruzalem in 1520, en zijn overlijden in 1545. Geschilderd wapenbord eener in 1656 overleden dame uit het geslacht Engelberg. 8. De ARMENKAMER, gevestigd in het noordelijk koor der Ned. Herv. Broederkerk (e 2) bezit: Schilderij (1547, door Machteld toe Boecop), voorstellend het Laatste Avondmaal. Schilderij (± 1610, Hollandsche school), voorstellend een gezicht op Kampen, van de overzijde der rivier. 9. Van het gebouw der voormalige BETHLEHEMSVERGADERING (vermoedelijk XVI a gesticht), ± 1830 gewijzigd, bestaat nog slechts een topgeveltje met gebogen zandsteenen vleugelstukken en driehoekig fronton. Kruisvenster. Fries met leeuwenkoppen en relief, voorstellende de geboorte van Christus. Hieronder een cartouche met opschrift en: 1631. In den onbelangrijken achter gevel aan de Hofstraat een halfrond gedenksteentje (XVII b, geschonden), eveneens voorstellend de geboorte van Christus (beeldhouwwerk toegeschreven aan Geert Lambertsz, van Cuylenborch). 10. Van de vroegere VENE-LYNDE-VERGADERING bestaat nog slechts een gevelsteen (XV) in het museum der stichting ‘Campen’.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
91 11. De voormalige LATIJNSCHE SCHOOL, thans Muziekschool, in 1631 gebouwd, ter plaatse van een gedeelte van het voormalige Minderbroedersklooster (zie e 6), heeft een ingang met trap, waarom een ijzeren hek (1631), en met een gebeeldhouwde bekroning boven de deur, waarin een opschrift en: 1631. Inwendig: kelders (XVIa) met kruisgewelven. Balkenzolderingen met sleutelstukken, karbeelen en muurstijlen. Oude bekapping. 12. Ebbingestraat. Het BESTEDELINGENHUIS der Ned. Herv. Diaconie heeft in de regentenkamer een schilderij (± 1640, Hollandsche school), voorstellend den uittocht van Loth uit Sodom.
g. Particuliere gebouwen. A. G o t h i e k . 1. Oude straat. Voormalig koopmanshuis, genaamd ‘het gothische huis’ (XVIa, XIXa gewijzigd, in 1907-1909 gerestaureerd), is een langgestrekt rechthoekig gebouw, bestaande uit een woonhuisgedeelte (aan de Oude straat), een middengedeelte: de voormalige grutterij, en een achtergedeelte met stallen (aan de Nieuwe straat), van elkander gescheiden door twee binnenplaatsen. Het woonhuis heeft drie verdiepingen en een zolderverdieping. Voorgevel van Udelfangersteen. Onderpui en top met trappen en pinakels zijn geheel vernieuwd. Boven de kruisvensters vischblaastraceeringen, waarin rozetten met initialen: J.O.H. en M.A.R. Tegen den achtergevel van dit woongedeelte, op de binnenplaats, sporen van een traptoren in den zuidelijken hoek. Het achterhuis heeft, aan de Buitennieuwstraat, een grootendeels baksteenen halven puntgevel (gerestaureerd), met gemetselde segmentbogen, waarin zandsteenen aanzet en sluitsteenen, boven de kruisvensters. Staafankers. Oude pannen (‘monniken’). Inwendig: in het woonhuis drie, gedeeltelijk vernieuwde, eiken trappen (XVI a) met bloktreden, borstweringen in vergaring, waartusschen briefpaneelen. Eiken schoorsteen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
92 (XVII d). Vloeren van verglaasde plavuizen op lagen van moeren kinderbalken. In het middengedeelte een keuken met zoldering (geverfd) op moer- en kinderbalken; sleutelstukken met peerkraalprofiel. Schouw met tegels en vuurplaat. In de benedenruimte der grutterij eiken balken op gebeeldhouwde kraagsteenen (XVII); gruttersmolen. Hierboven de voormalige grutterij, met volledige inrichting. In het achterhuis: fragment van een schouw (XVI a). Staldeuren met smeedwerk (XVII b) in de deurkozijnen. Binnendeur (XVI A) in gesneden omlijsting. Op den zolder de oorspronkelijke eiken bekapping met zware binten van kromhouten, door loodrechte in de zijgevels verankerde muurstijlen rustend op de moerbalken der tweede balklaag. Bij de herstelling vond men sporen van een oud verwarmingsstelsel (toevoerbuizen voor boekweitdoppen). In dit huis zijn thans gevestigd de openbare leeszaal en het museum der stichting ‘Campen’. (Zie h 1). 2. Oudestraat W IV, 250 (bij de Hagenpoort). Pakhuis (XVIa, gewijzigd XVII) met geverfden puntgevel, waarin gothisch geprofileerde zandsteenen stijlen in de dammen tusschen de vensters. Toppilaster op kopje (XVII). Vooruitstekend nokanker. Windwijzer. B. R e n a i s s a n c e . 3. Burgwal sleet W II, 6. Pakhuisgevel (1530) met geschonden top. Bergsteenen banden en boogblokken. Boven een venster der eerste verdieping een gebeeldhouwde steen, met: 1530. Hijschblok. Sierankers. Twee lantaarnhaken. 4. Oudestraat W I, 31, hoek Blauwehandsteeg. Puntgevel (XVIc) met groote voluutvormige klauwstukken. Ontlastingsbogen. Toppilaster op engelenkopje. Sierankers. Zijgevel (gepleisterd) met baksteenen tandlijst. Aan de achterzijde een een voudige puntgevel met baksteenen tandlijst en gedichte vensters. In den muur der binnenplaats een deurtje met slotplaat (XVI).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
93 5. Voorstraat W I, 26, hoek Blauwehandsteeg. Huis (XVId), genaamd ‘de Paterskerk’, wellicht onder pater Jacobus de Rechter (1678-1702) gebruikt als kerk en pastorie. Aan de Blauwehandsteeg een zijgevel van z.g. Geldersch-Overijselsch type (zie blz. 42), met in- en uitgezwenkte zijkanten. Aan de binnenplaats een dergelijke zijgevel, waartegen een uitgemetselde schoorsteen. Voorgevel gepleisterd en verbouwd. Dakvenster (XVIII d). Vóór de binnenplaats een poort (XVII a), waarop drie zandsteenen ballen met ijzeren bekroning (granaten). 6. Oudestraat W III. 119. Voormalig vleeschhuis. Topgevel van Bentheimersteen met in- en uitgezwenkte zijkanten (Vlaamsche trant, ± 1600). Onderpui verbouwd. Eenvoudige puntgevels, meerendeels met toppilaster, waarin een lelievormig haakanker: 7. Geerstraat W 1, 31. Puntgevel (XVII a). Sporen van drie gevelsteenen. 8. Buitennieuwstraat W IV, 40. Tot puntgevel gewijzigde trapgevel. Ankers: 1661. 9. Bovennieuwstraat W II, 98-981. Dergelijke gevel (XVII d). Van den oorspronkelijken gevel zijn nog drie trappen overgebleven. Baksteenen tandlijst. Ovaal venstertje in den top. 10. Burgwal IV, 98, hoek Botervatsteeg. Gepleisterde puntgeveltje (± 1700). Uitstek op balken. Tegen den top een zandsteenen afdekking. 11. Voorstraat W II, 28. Gepleisterde puntgevel. Boven den draagsteen van den toppilaster: 1781. 12. Voorstraat W II, 32. Dergelijke gevel. Twee steenen: 1793. 13. Bovennieuwstraat W II, 80. Dergelijke gevel (XVIII). 14. Bovennieuwstraat W III, 128. Dergelijke gevel (XVIII). 15. Oudestraat W III, 1451. Puntgeveltje (XVIII). Deur met onderdeurtje. 16. Oudestraat W IV, 264. Puntgevel met gevelsteen, waarop
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
94 1800 en initialen (als Buitennieuwstraat W IV, 135). In den zijgevel aan de Hagensteeg een gebeeldhouwde steen (XVII d) met het stadswapen. Trapgevels, met toppilasters op gebeeldhouwden kraagsteen, zandsteenen afdekkingen, waarvan eenige doorgetrokken als waterlijsten, hoek- en boogblokken (‘Haarlemsche’ trant): 17. Broerenstraat W III, 9, hoek Groenestraat. Trapgevel (1630, blijkens een thans verdwenen gevelsteen) met rijke toepassing van bergsteen. Eiken puibalk met looden bedekking. Fries, waarin op de hoeken borstbeelden, voorstellende Ceres en Bacchus. Vruchtenslingers. Op de eerste verdieping twee vensters met luiken, overspannen door een ontlastingsboog. Onderpui gewijzigd. 18. Geerstraat W I, 34. Dergelijke gevel (XVII b). Drie haakankers. Benedenpui gewijzigd. Eenvoudige trapgevels, meerendeels met toppilaster op gebeeldhouwden kraagsteen, zandsteenen afdekkingen, waterlijsten en lelievormig haakanker: 19. Geerstraat W I, 46. Trapgevel (XVIIa, gepleisterd). 20. Voorstraat W I, 2. Dergelijke gevel. Jaartalankers: 1648. 21. Burgwalstraat W II, 8. Dergelijke gevel (XVII b). 22. Burgwalstraat W I, 36. Op een binnenplaats een gepleisterde trapgevel (XVII A). Pilastergevels in den trant van Vingboons, met gemetselde pilasters, wier middenpaar, in den topdoorgevoerd, een driehoekig fronton draagt: zandsteenen kapiteelen en voetstukken, waterlijsten, vleugelstukken, en, onder enkele vensters, vruchtenslingers. 23. Graafschap W I, 28. Pilastergevel met groote dolfijnen als vleugelstukken. In den top drie ovale lichtopeningen in omlijsting van zandsteenen cartouches. Twee steenen: anno 1663.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
95 24. Bovennieuwstraat W III, 100. Dergelijke gevel (XVIIc). Op het fronton een siervaas. Gevelsteen, voorstellend St. Joris met den draak. C. Lodewijkstijlen en stijl van het Keizerrijk. Ingezwenkte halsgevels, meerendeels met driehoekig fronton, rollaag op de kanten, en aanzetkrullen op de hoeken: 25. Oudestraat WIV, 248. Halsgevel (geverfd). Twee steenen: 1686. Twee venstertjes met glas-in-lood, en drie steenen, waarop een wereldbol (voormalige brouwerij ‘De Werelt’). Ovale lichtopening in den top. 26. Oudestraat W IV, 246, hoek Kerksteeg. Dergelijke gevel. Twee steenen: 1687. Haakanker in den nok. 27. Bovennieuwstraat W II, 86. Dergelijke gevel (XVIId). Drie ovale lichtopeningen in den top. 28. Oudestraat W IV, 252. Dergelijke gevel (XVIId). 29. Oudestraat W IV, 184. Dergelijke gevel in Rococotrant; onder de aanzetkrullen: 1780. Een gebeeldhouwde steen (karakter XVIIIc), uit den top gevallen, is thans in het museum der stichting. ‘Campen’. Inwendig: in de gang stucwerk (XVIII d). Keuken met balkenzoldering en schouw. In het achterhuis een gesneden deur en luiken (alles XVIIId), uit den voorgevel afkomstig. 30. Oudestraat W III, 152. Halsgevel (XVIIId) met gebogen fronton. Gesneden deur. Voor den ingang een houten tochtportaal. 31. Bovennieuwstraat W III, 108. Dergelijke gevel (XVIII) met geschonden top. Gevelsteen (XVI) met twee blanke wapenschilden waarboven het helmteeken-toe Boecop en Breda. 32. Bovennieuwstraat W III, 120. Dergelijke gevel. Twee aanzetsteenen met: 1828. 33. Bovennieuwstraat W II, 23. Dergelijke gevel. Op de aanzetsteenen: 1829.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
96 34. Vloeddijk W III, 87. Dergelijke gevel (XIXb). 35. Vloeddijk W III, 109. Dergelijke gevel (XIXb). Gevels met een rechte kroonlijst: 36. Oudestraat W III, 168. Gevel (XVIII A). In de boogtrommels gebeeldhouwde vullingen; onder de vensters zandsteenen lamberkijns. Dakvensters in gesneden omlijsting. 37. Bovennieuwstraat W III, 115. Dergelijke gevel (XVIII A). Boven de deur een venster in gesneden omlijsting (geverfd). Attiek, waartegen consoles. 38. Oudestraat W III, 107, hoek Dwarssteeg. Dergelijke gevel. In de kroonlijst: 1764. Boven de deur een venster in gesneden omlijsting. Gepleisterde achtergevel (± 1600) met trappen en toppilaster. Zijgevel met moeten van ellipsvormig getoogde vensters. Ankers. 39. Bovennieuwstraat W II, 83. Gevel (± 1800). Ingang geflankeerd door Toscaansche pilasters. 40. Burgwal II, 50. GEMEENTEHUIS en secretarie van IJselmuiden. Grafhorst, Wilsum, Zalk en Kamperveen. Gevel (± 1800). Boven den door Korinthische pilasters geflankeerden ingang een groot driehoekig fronton, met gesneden vulling. Fragmenten van buitenarchitectuur: 1. Bovennieuwstraat, hoek Muntplein. Overblijfselen (± 1500) van een gothischen baksteenen trapgevel, als brandgevel tusschen twee perceelen. Trappen met pannen afgedekt. 2. Broederstraat, hoek Nieuwstraat. Gepleisterd fragment (± 1507) van den voormaligen gevel ‘het Paradijs’. Gevelsteen, voorstellend Adam en Eva. 3. Oudestraat W II, 60. Tusschen de vier vensters in het front eener bovenverdieping, dammen met gothische neggen (XVIa) van profielsteen. Daaronder een waterlijst (XVIa). Boven den puibalk overblijfselen van segmentbogen (XVII A).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
97 4. Oudestraat W IV, 125. Dergelijke overblijfselen (XVIa), an een overigens geheel onbelangrijken, gewijzigden gevel. 5. Oudestraat W III, 130, hoek Broederstraat. In den geverfden baksteenen zijgevel aan de Broederstraat sporen van gedichte vensters en ontlastingsbogen (XVI B). 6. Oudestraat, tusschen W I, 11 en 13. Zijgevels (XVI?) in de Meerminnesteeg. Moeten van vensters en ingangen. Schoorbogen tusschen de gevels over de steeg gemetseld. 7. Oudestraat W III, 162. Zijgevel in de Houtzagerssteeg. Overblijfselen (± 1600) van vensters. Een venster met zandsteenen kruiskozijnen en glas-in-lood ruitjes. Fragmenten van baksteenen waterlijsten. In den zijgevel hiertegenover twee gesneden deuren, waarvan een (XIXa) door A.M. Sorg, en een (XIXb) door Nic. Plomp. 8. Blauwehandsteeg W I, 4. Zijgevel: fragment (XVII A) van een puntgevel met een trap in het midden. 9. Geerstraat W I, 24. In den verbouwden, geverfden gevel drie sierankers (XVII). Aan de achterzijde, boven het dak, overblijfselen (XVII A) van een trapgevel. 10. Vloeddijk W III, 96. Fragment (XVII A) van een gevel, waarin twee ontlastingsbogen en twee moeten van vroegere gevelsteenen. Drie sierankers. 11. Voorstraat W I, 3. Zijgevel, waarschijnlijk een fragment (XVII A) van een geschonden trapgevel. In den top een luik. Twee baksteenen tandlijsten. In den voorgevel ankers: ‘Anno’. 12. Vloeddijk W I, 36. Fragment van een baksteenen gevel. Ankers: 1650. 13. Vloeddijk W IV, 120. In den gepleisterden zijgevel (XVII B?), een baksteenen tandlijst. Gevelsteen met gekroonden troffel. Inwendig: betimmering (XVIIc) van een winkel en een daarachtergelegen vertrek, waartusschen een schot met kleine ruitjes en een gesneden deur. Kamers met balkenzolderingen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
98 14. Voorstraat W III, 116. Gewijzigde gevel (XVII). Vensters met zandsteenen kruiskozijnen. Luiken. Twee waterlijsten. 15. Oudestraat W I, 4. Fragment (XVII) van een gevel met waterlijst; gevelsteen met zeven sterren. 16. Burgwal W IV, 130. Fragment (XVII, gepleisterd) van een topgevel, met toppilaster op kraagsteen. Lelievormig haakanker, en vier sierankers. 17. Vloeddijk W II, 66, hoek Hanensteeg. Voormalige brouwerij. Overblijfselen van een oude gootlijst. Ankers. In den zijgevel ontlastingsbogen en moeten van vensters (XVII). 18. Buitennieuwstraat W IV, 54. Fragment van een topgevel (XVII?) met waterlijst. 19. Oudestraat W IV, 222. Verminkte topgevel, waarin ankers: 1726: 20. Oudestraat W III, 164. Onder kroonlijst en vensters gebeeldhouwde lamberkijns. Boven de vensters boogtrommels met gebeeldhouwde vullingen. In een houten raamkozijn: 1740. 21. Bovennieuwstraat W II, 72. Overblijfselen van het voormalig Wichhuis (bevestigd huis van Lemker). Ingang (XVIIIA) met gesneden omlijsting. 22. Bovennieuwstraat W IV, 28. Fragment (XVIII c) van een halsgevel. Aanzetkrullen, en overblijfselen eener rollaag. 23. Oudestraat W I, 23-25. Boven een lagere zijtravee een gesneden gebogen afdekking (XVIII c). 24. Oudestraat W IV, 264. Gepleisterde, geschonden gevel (XVIII d), waarin een deur en een venster met gesneden kozijnen. Twee sierankers. 25. Buitennieuwstraat W IV, 90. Fragment (XVIII, gepleisterd) van een halsgevel.
Details van buitenarchitectuur: 1. Oudestraat W III, 154. Gebeeldhouwde kraagsteen (XVII), waarop een losse gevelsteen (vergulde zon).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
99 2. Bovennieuwstraat W II, 531. Boven den ingang een venster met omlijsting, waarin: 1756. 3. Graafschap, naast W I, 28. Op de straat een oude hoefstal (XVIII?), 4. Oudestraat W IV, 206. Houten winkelpui (XIX a), waarboven een drielichtskozijn met dubbele deur in het midden. 5-9. Gesneden deuren, ontworpen door den stadsarchitect Abr. M. Sorg (1738-1825): Burgwal W II, 59 (kosterswoning der Gereformeerde kerk); Burgwal W II, 69 (voormalige meisjesschool); Geerstraat W 1, 27; Geerstraat W I, 31; Geerstraat W I, 39; Koornmarkt 1 (voormalig gebouw van den Hoofdcursus).
Fragmenten van binnenarchitectuur: Bovennieuwstraat W III, 121. In het voorvertrek zijn, in twee kasten, gedeelten van een schouw (XVII) zichtbaar. Schilderstuk (1660, door C. Bellekien, afkomstig uit de schouw), voorstellend Alexander en de vrouwen van Darius (wellicht een copie naar Rubens). In de gang een tweede schoorsteenstuk (XVII d, paneel), voorstellend Abraham zijn zoon offerend. Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Brunnepe, Pannekoekendijk, W V, 128-130. In een gepleisterd geveltje twee steentjes, afkomstig van een voormalige ‘Vergadering’ (hofje), met opschriften en: 1562 en 1777; Buitennieuwstraat W IV, 56 (cartouche, ± 1600); Buitennieuwstraat W II, 23 (1624); Groenstraat W III, 152-154 (cartouche, 1627); Graafschap W I, 17 (1649); Voorstraat W II, 92-94 (twee, 1653); Buitennieuwstraat W IV, 70 (XVII c); Bovennieuwstraat W II, 31 (twee, 1681); Schapensteeg W IV, 65 (XVII d, zalm); Collebroederstraat, hoek Groenestraat (1727); Kerkstraat (1761); Voorstraat I, 16 (1768, aambeeld); Geerstraat W I, 33 (1795); Bovennieuwstraat W II, 33-331 (XVIII); Buitennieuwstraat W IV, 135 (1803):
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
100 Ankers, voor zoover nog niet vermeld: Voorstraat W II, 67 (1546); Bovenhofstraat W I, 20 (XVI? in den zijgevel); Voorstraat W II, 71 (1645); Voorstraat W II, 60 (XVII); Graafschap W I, 20 (XVII?); Bovennieuwstraat W II, 33-331 (XVIII?);
h. Musea, enz. 1. Het MUSEUM DER STICHTING ‘CAMPEN’, in het gothische huis (zie g 1). Bouwfragmenten, gevelsteenen enz., van plaatselijke bouwwerken. Gipsafgietsels van beeldhouwwerk, grafzerken en bouwfragmenten. Geschilderde en geteekende topographica, en portretten van bekende persoonlijkheden. 2. Verzameling in de schepenkamer (zie d 2). Bouwfragmenten. Gevelsteen, afkomstig van het voormalige ‘Soete-naem-Jesushuys’ (zie f 1), met opschrift en: 1539. Zandsteenen Nood-Godsbeeld (XV), ingericht tot reliekhouder. Smeltkroes (XVI) van Gothlandschen steen, in 1877 gevonden ter plaatse van de vroegere Munt. Vijf koperen handbrandspuiten, in 1558 vervaardigd door Thonys Pijp. Houten staf (XVIII) van het korendragersgilde. Geschilderde dobbelbak van dit gilde, met opschrift en: 1773. Stadszilver, bestaande uit: drinkhoorn van het St. Anna- of Rijnschippersgilde, gevormd uit een elandshoorn met drie zilveren reliefs (XVI en XVII), en staande op twee zilveren vogelpooten; het benedeneind, gesneden als hondekop, met een zilveren muilband, opschrift en: 1369. Zilveren beker van het St. Annaschuttersgilde, met opschrift en: 1541 (de 5 van dit jaartal later veranderd in 3). Dergelijke beker, met opschrift en: 1569. Gedreven zilveren beker (XVI c) van het St. Anna- of Rijnschippersgilde, bekroond met de figuur van een krijgsman (kostuum midden-XVI) met schild en (later aangebracht) anker. Drinkhoorn van het St. Lucasgilde (1576, in 1585 gewijzigd en andermaal in 1685 blijkens opschriften). Dergelijke hoorn van het St. Paulusof Korfmakersgilde, in 1641 vervaardigd, in 1642, in 1658 en in
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
101 1660 gewijzigd, blijkens opschriften. Verguld zilveren beker (1551, z.g. ‘Moffenbekertje’), door het raadslid Johan van Urck aan de stad geschonken. Magistraatsbeker van verguld zilver; aan de binnenzijde van het deksel een opschrift en: 1726. Zilveren schild van het St. Anna-gilde, met keur van Kampen en letters J? I.F.? Zilveren zegelstempel, in 1643 vervaardigd door Hendrick Hendriksz. van Bazel. Bandelier van het St. Anna- of Rijnschippersgilde met ketting en slot (XIV a), en versierd met schilden, waarop namen en huismerken en de jaartallen: 1546, 1549, 1551, 1552, 1560, 1561, 1562, 1563, 1565, 1566, 1664, 1675, 1739 en 1741 Voorts muntstempels (XV en XVI) van Kampen, en plaatselijke curiosa.
Kamper Eiland. De NED. HERV. OF EILANDERKERK, in 1667 opgetrokken, XVIII/XIX verbouwd, heeft van het oorspronkelijke baksteenen gebouw nog slechts het benedengedeelte bewaard.
Schokland. Ens. De NED. HERV. KERK, in 1834 gebouwd ter plaatse eener oudere, onder één dak met de pastorie, dient thans tot onderbrengen van personeel voor de onderhoudswerken.
Emmeloord. Een zandsteenen doopvont (XV), afkomstig uit de in 1859 gesloopte R.K. Kerk, en in 1772 uit de Zuiderzee opgehaald, bevindt zich thans in de R.K. Kerk te Ommen (Stad-).
Kamperveen. e. De NED. HERV. KERK, in 1748 gebouwd ter vervanging eener vroegere, aan den H. Nicolaas gewijd, bezit: Orgel (1846).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
102 g. Het HUIS WITTENSTEIN, vermoedelijk XVII gebouwd, werd XIXa gewijzigd en vergroot.
Kuinre. d. Het RAADHUIS, tevens waag, is een vierkant baksteenen gebouw (XVIIId, XIX hersteld en gedeeltelijk gewijzigd) met spaarzame toepassing van zandsteen. Wolfdak met achtkant koepeltje. Gevelsteen met gemeentewapen en: 1776. Klok, in 1683 gegoten door Claude Fremy. e 1. De NED. HERV. KERK, in 1678 gebouwd (blijkens een gevelsteen) ter vervanging eener oudere, gewijd aan den H. Nicolaas, (in 1165 gesticht ter vervanging eener in 1132 genoemde kapel, en in 1721-1743 in zee verdwenen), in 1844 grootendeels vernieuwd met behoud van den oorspronkelijken onderbouw, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een aan de westzijde ⅜-gesloten schip. Inwendig: houten tongewelf. De kerk bezit: Koperen lezenaar (XVIId). Koperen doopbekkenhouder (XVIId). Twee koperen doopbogen (1690 en 1798). Geschilderd houten bord met vers in vergulde schrijfletters (1696). Twee zilveren Avondmaalsbekers (XVIId), met het gemeentewapen onder tegen den bodem gegraveerd. Aan het gewelf hangend; een scheepje. 2. De R.K. KERK (H. Nicolaas), in 1870 gebouwd ter vervanging eener oudere (1827), bezit: Koperen doopvont (XVIII a). Zilveren Miskelk (XVIII a). Zilveren beker (XVIIc). Twee zilveren ampullen (XVIIIc). Zilveren altaarschel (XVIIId, handvat ontbreekt).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
103 Vier zilveren kandelaars (1773). Gegoten zilveren penning (± 1600) met ketting. Zilveren begrafenispenning (1734). Een missaal (handschrift, XV b/c), bevindt zich in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. g 1. Huis W I, 121. Baksteenen puntgevel met trappen en vlechtingen in de schuine zijkanten. In den top een bergsteenen kopje als draagsteen. Twee gevelsteenen: 1649. Vlakke ontlastingsbogen. 2. W I, 100. Dergelijke gevel (XVIIc). Moeten van vroegere vensters, met bogen. 3. W I, 141. Steen met gemeentewapen en: 1668. 4. In een huis tegenover het raadhuis een dergelijke steen, waaronder: 1770. Ankers: W I, 70 (1648); W I, 120 (1786); W I, 69 (1789); W I, 72 (1791).
Lonneker. a. Eenige proto-historische voorwerpen, in deze gemeente gevonden, bevinden zich in de Oudheidkamer ‘Twenthe’ te Enschede. e. De R.K. KERK (H. Jacobus de Meerdere), in 1820 gebouwd, grootendeels met materiaal der afbraak van de kloosterkerk te Glaan, in 1845 vergroot, is een rechthoekige zaalkerk met een smaller driezijdig gesloten koor. Zij bezit: Zandsteenen Nood-Godsbeeld (XIV, gepolychromeerd). Twee klokken, waarvan een zonder opschrift, en een in 1452 gegoten. g 1. Het HOF ESPELOO, midden-XIX gebouwd ter plaatse van een oud-Saksisch huis (Hof van Espeloo in 1215 voor het eerst
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
104 vermeld in een bul van paus Innocentius III), in 1887 zeer gewijzigd, heeft balken met: 1705 en 1786. Voorts zijn hier eenige nieuwjaars- of koekenijzers (1733). 2. De buitenplaats HET STROET heeft een poort (XVIII c), afkomstig van het oude Huis Hengeloo.
Glanerbrug. Langs de Rijksgrens staan enkele grenssteenen (± 1500), voorzien van het Bourgondische kruis.
Twekkeloo. Bij de halte een BOERENHUIS met een opschrift (1849) boven een keukenvenster.
Losser. Drieland. Nabij de plaats, waar vóór 1866 Nederland, Pruisen en Hannover aan elkander grensden, een driekante steen met: 1659.
Losser. e 1. De NED. HERV. KERK (1813) bezit: Eiken tafel (XVII). Koperen kroon (1794). Twee ijzeren offerblokken (XVIII). Zilveren beker (XVIII A). 2. Van de voormalige R.K. KERK (H. Martinus), waarschijnlijk ± 1230 parochiekerk, in 1665 verbrand, in 1840 en in 1862 vergroot, omstreeks 1902 gesloopt, staat op de markt nog de toren (XVI), een vierkant baksteenen gebouw met plinten, cordonbanden, hoek-, neg- en boogblokken van Bentheimersteen, be-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
105 staande uit drie geledingen, gedekt door een zadeldak (in 1667 na den brand gebouwd, ter vervanging van de vroegere spits) tusschen twee puntgevels. Aan de westzijde een spitsbogige ingang. Aan de zuidzijde een vierkant uitgemetseld traptorentje met lessenaarsdakje. Tegen den oostgevel een modern aanbouwsel, moeten van vroegere bedakingen en van een muraalboog. Rondbogige galmgaten met sluitsteen, waarin: 1637. Op den westelijken puntgevel een gesmeed ijzeren kruis met haan. Inwendig: eiken balklagen en klokkestoel. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVIII). Drie klokken, waarvan twee in 1666 gegoten, en een in 1676 door Jan Fremy. 3. De R.K. KERK (H. Maria Geboorte), in 1902 gebouwd door A. Tepe, bezit: in de retabel van het hoofdaltaar, dertien Apostelbeelden (XVI), afkomstig uit een klooster te Glaan. g 1. Huis D 182. Boven de poort een sluitsteen met opschrift en: 1667. 2. In het ‘ZOMERHUIS’ een zandsteenen schoorsteen, met versieringen, opschriften en: 1654.
Lutte. e De R.K. KERK (H. Plechelmus), 1830-1831 gebouwd, bezit: Orgel (omstreeks 1838). Twee koperen kronen: een (XVII) en een (XVIII).
Markeloo. a. Een beenen spade met kegelvormige opening, hier gevonden, bevindt zich in het Overijselsch geschiedkundig museum te Zwolle. e. De NED. HERV. KERK, in 1840 gebouwd ter vervanging eener oudere, aan den H. Martinus gewijd, bezit: Zandsteenen doopvont (XV).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
106 g 1. Het voormalige HUIS HEECKEREN, oorspronkelijk ‘Huys to Goor’, in 1450 vermeld, in 1584 verbrand, later meermalen hernieuwd en verbouwd, is thans ingericht tot school. Deze heeft drie gevelsteenen, waarvan een met de wapens-Ensse en Coevorden en het jaartal 1596 (vermoedelijk betrekking hebbend op de herbouwing); een met de wapens-Ensse tot Heeckeren en Ensse van de Scheer, initialen en: 1646; en een (XVIII c) met de wapens-Bentinck en v. Hoëvell. 2. Van de voormalige havezate STOEVELAAR bestaat nog slechts een bouwhuis met gevelsteen: 1744. Van de in 1844 gesloopte huizing zijn twee gedenksteenen (1676 en 1700) op het Huis Weldam. 3. Het HUIS WELDAM, in 1389 vermeld, in 1568 verbouwd, andermaal XVII b, gewijzigd XIX d, bestaat uit een hoofdgebouw (XVII b), waarin overblijfselen (XVI c) van een vroeger gebouw, en twee loodrecht hierop staande vleugels (XVII b); het geheel door een gracht omgeven. Tegen de achterzijde van den westvleugel is een vierkante toren (1897), en tegen de achterzijde van den oostvleugel een achtkante toren (1899) aangebouwd. Boven een poortje in den westvleugel een sluitsteen met: 1645. Voorgevel met doorgaande Ionische pilasters en zware kroonlijst, steenen kruiskozijnen, festoenen onder de zijvensters. In het gevelveld boven den hoofdingang initialen: S. (ophia) M. (argaretha) R. (aesfelt). De vleugels hebben een versiering van hoekblokken met Ionische kapiteeltjes. In de vleugels twee steenen, waarop: 1676 en 1681, afkomstig uit de bouwhuizen. Vier versierde schoorsteenen; op elk der vleugels een siervaas. Bij den toegangsweg twee wapensteenen (1709). IJzeren hek met steenen stijlen en zandsteenen siervazen (XVII d), waarop wapens. Op het voorplein twee koperen kanonnen (XVII) met het wapen-Ripperda, uit de gracht opgehaald. Inwendig: stucplafonds (XVII b). Overblijfselen van een eiken trapleuning (XVII c).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
107 Fragmenten van gebrandschilderd glas (XVII-XVIII). Eiken kist (XVI a) met wapens. Gegoten ijzeren haard (1687). Twee steenen (1676 en 1700), afkomstig van het voormalige huis Stoevelaar. Eene verzameling schilderijen, waaronder een damesportret (door G. ter Borch); een kortegaard (1748, door C. Troost, in waterverf); portretten van Iwan, graaf van Golowkin en Cornelia, gravin van Golowkin geb. van Strijen (door J. Perronneau, pastel); familieportretten uit de geslachten-Ripperda (door R. Koets), van Raesfelt, Aldenburg, Hessen-Homburgen Wassenaer-Obdam.
Nieuw-Leuzen. e. De NED. HERV. KERK, in 1660 gebouwd, in 1830 vernieuwd, bezit: Twee zilveren bekers (XVII).
Oldemarkt. Oldemarkt. e 1. De NED. HERV. KERK (H. Nicolaas), gebouwd XVa, herhaaldelijk gewijzigd, in 1850 vergroot met een aanbouw aan de zuidzijde, bestaat uit een schip en een ⅜-gesloten koor. Inwendig: houten zoldering, waarboven nog de spanten van het vroegere tongewelf. De kerk bezit: Orgel (1829, verbeterd in 1853). Twee zilveren bekers (1824 en 1847), zilveren blad (1847). Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII d). Twee klokken, waarvan een in 1618 gegoten door Henricus Meurs, en een in 1699 gegoten en in 1903 vergoten. 2. De R.K. KERK (H. Willebrordus) bezit: Rood fluweelen kazuifel met gaffelkruis (XV c) aan de voor-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
108 en de achterzijde, deels met borduursel in goud en zijde, deels met oplegsel. g. W I, 59. In ankers: 1516. W I, 49. Twee baksteenen trapgevels (XVII c) met bergsteenen afdekkingen en waterlijst. W I, 169. Gevelsteen (XVII) met kopje. W I, 167. Nokanker, waarop: 1785. Duivenslag (XVIII) met baksteenen uitvliegsteenen. W I, III. Nokanker, waarop: 1818.
Paasloo. e. De thans NED. HERV. KERK, in 1336 gesticht, XVI a herbouwd, XVII gewijzigd, in 1864 hersteld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een driebeukig schip en een versmald ⅜-gesloten koor (XVI) met steunbeeren. Aan de noordzijde van het koor een dichtgemetselde ingang. Houten torentje boven den westgevel. Inwendig: tusschen den middenbeuk en zijbeuken vierkante houten stijlen met korbeelen, die de vlakke zoldering dragen. Sleutelstukken met peerkraalprofiel. Rondboogvensters in het koor; vierkante ramen in de zijbeuken. De kerk bezit: IJzeren doopbekkenhouder en ijzeren standaard (XVII). Deksel van een doodkist van roode zandsteen. Grafzerken (1658, 1678).
Oldenzaal. a. Een bronzen paalstave, eenig proto-Saksisch vaatwerk en een steenen hamer met steelgat, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden. b. Een van de in 1861 gesloopte BISSCHOPSPOORT afkomstig uurwerk (XVII B), vervaardigd door Jorien Sprakel te Zutfen, is thans in de Oudheidkamer.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
109 e. De NED. HERV. KERK (1809), met een torentje (1844), bezit: Orgel (1811). Grafzerken (XVII en XVIII), van het oude kerkhof hierheen overgebracht. Koperen kroon (XVII). Gegraveerden zilveren beker (1631) met twee wapens en een opschrift; broodschaal en kleine schaal (1843). Twee klokken met opschriften, doch zonder jaartal. 2. De R.K. KERK (H. Plechelmus), waarschijnlijk ± 1150 gebouwd, ter vervanging eener kapittelkerk, in 954 door bisschop Balderik, in de plaats van een aan den H. Silvester gewijd kerkje gesticht, werd in 1450-1484 vergroot door den bouw van een nieuwen zuidbeuk, in 1492 door brand geteisterd, waarbij het looden dak en een orgel, staande ‘in domo capitulari’, vernield werden, en andermaal in 1510 en 1522, hersteld en gewijzigd in 1525, in 1597 door de Katholieken ontruimd, in 1605 opnieuw gewijd door den aartsbisschop Sasboldus. Na latere beschadigingen in 1615 hersteld en wederom in 1630, is zij in 1633 door de Hervormden in bezit genomen en waarschijnlijk in 1651 gewijzigd door het bouwen eener verdieping op den noordbeuk, die toen tot Latijnsche school werd ingericht. In 1672-'74 weder in handen der Katholieken, vervolgens opnieuw aan de Hervormden overgegaan, in 1794-'95 gehavend door inkwartiering van Engelsche troepen; in 1809 aan de Katholieken teruggegeven, waarna de kerk hersteld werd en gewijzigd, en 1891-1900 gedeeltelijk gerestaureerd onder leiding van den architect Jos. Cuypers, waarbij o.a. de verdieping op den noordbeuk werd weggebroken, en de kerkvloer teruggebracht tot het oorspronkelijk peil. Sinds 1920 wederom in restauratie onder dezelfde leiding. De kerk is een van Bentheimersteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een driebeukig schip (midden- en noordbeuk ± 1150, zuidbeuk in 1480 verbouwd), een dwarspand (± 1150) met twee
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
110 halfronde absidiolen (de noordelijke ± 1899 herbouwd), een ⅝-gesloten koor (± 1525, ter vervanging der vroegere halfronde absis), met aan de noordzijde een sacristie (± 1522), aan de zuidzijde, in den hoek bij het dwarspand, een kleine vierkante, met een kruisgewelf (XII) overdekte ruimte (een dergelijke ruimte was vóór ± 1522 ook aan de noordzijde); en eenen zwaren vierkanten toren (± 1200 gebouwd, XIV-XVII gewijzigd en verhoogd). Tegen de koorsluiting, de sacristie en den zuidbeuk eensversneden steunbeeren (XVI a) met versierde bekroningen tegen de afzaten. Aan den zuidbeuk een portaal (± 1900). In de zuidelijke travee vóór de koorsluiting een gedichte ingang (XVI a). De absidiolen hebben overkragende rondboogstellingen, rustend op muurzuiltjes met teerlingkapiteelen. Aan de noordzijde van dwarspand en schip kleine rondbogige vensters en eensversneden steunbeeren. In den noordelijken gevel van het dwarspand (herstelde) rondbogige vensters en, in het benedengedeelte, vlakke lisenen door rondbogen verbonden. In den noordbeuk een rondbogige ingang. In den westelijken sluitmuur van den noordbeuk bevindt zich een rondbogig venster en een op twee rondboogjes rustende uitkraging. De middenbeuk, de zuidbeuk en het dwarspand hebben afzonderlijke zadeldaken, de lagere noordbeuk een lessenaarsdak. In den steunbeer aan de oostzijde van het zuidportaal een gedenksteen betreffende de verbouwing van den zuidbeuk en: 1480. In den zuidgevel van het dwarspand een steen met: M. In een steunbeer aan de zuidzijde van het koor een kogel, waaronder: 1626. De toren bestaat uit vijf geledingen, gescheiden door waterlijsten, en heeft een pyramide-vormigen helm (XVII a), bekroond door een open spitsje. Vlakke lisenen, onder de waterlijsten verbonden door boogfriezen, verdeelen elk der gevelvlakken in drie velden, uitgezonderd de westzijde der twee onderste geledingen (± 1200), waarin een kleine rondbogige ingang en een moet van
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
111 een rondboog. In de derde geleding (XIII A) spitbogige nissen en, aan de westzijde, een segmentvormige moet. In de vierde geleding (XIV) dergelijke nissen, en in de vijfde (± 1400) tweedeelige nissen met vierpastraceeringen. Boven den westelijken ingang een opschrift betreffende een herstelling en: 1809. Inwendig: over het middenschip, den noordbeuk, het dwarspand en de eerste travee van het koor riblooze bergsteenen kruisgewelven (± 1150); over den zuidbeuk baksteenen stergewelven (XVd) op geprofileerde zandsteenen ribben; over de tweede travee van het koor een baksteenen kruisribgewelf en over de sluiting een dergelijk straalgewelf (XVI a). Tusschen midden- en noordbeuk afwisselend zware gelede pijlers, waartegen schalken, met eenvoudig geprofileerde voetstukken en teerlingkapiteelen, rustend op een keelband en versierd met palmetmotieven, en kleine vierkante pijlers, die de lage ronde scheibogen dragen. Tusschen midden- en zuidbeuk zijn deze laatste pijlers weggebroken (± 1480) en werden de vakken tusschen de hoofdpijlers tot aan de gewelven geopend. De impostlijsten zijn versierd met een schaakmotief, behalve die in den zuidbeuk, welke geprofileerd zijn. Tegen den torenwand, op met hoekblaadjes versierde voetstukken, slanke muurzuilen (XIII A) met bladkapiteelen. In den noordelijken en zuidelijken wand der eerste travee van het koor twee rondbogige nissen door een zuiltje (± 1900 vernieuwd) gescheiden. Ongeveer 3 M. boven den koorvloer een rondbogig deurtje; ook onregelmatigheden in het metselwerk zouden kunnen wijzen op een oorspronkelijk verhoogd koor, waaronder zich een krocht bevond. Boven de beide ingangen (± 1150) in den oostmuur van den noordelijken en zuidelijken dwarsarm, naast de hoekpijlers van het koor, zijn twee zandsteenen reliefs (XII?) ingemetseld, voorstellend twee naar elkander gekeerde dieren. In den toren, over de benedenruimte, een achtdeelig kruisribgewelf (XIII A). De kerk bezit: Sacramentshuisje (XV a, in 1893 bijgewerkt door Röhring uit Munster), een spitsbogig nisje met opengewerkte versiering.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
112 Piscina (XV a). Houten Nood Gods (XVI b). Eiken kruisbeeld (XV c). Geschilderd drieluik (± 1525, Antwerpsche school, in 1923 gerestaureerd door C.B. van Bohemen) voorstellend, in het middengedeelte, de aanbidding der wijzen, en op de vleugels de aanbidding der herders en de opdracht in den tempel; op de buitenzijden de boodschap aan Maria. Fraaie lijst (XVI b) met renaissance-ornament. Dertien schilderijen, waaronder twaalf staties (1847, door Otto de Boer). In de sacristie een schilderij (XVI d) voorstellend Christus aan het kruis, met Johannes en Maria Magdalena; en een (Hollandsche school, trant van H. Heerschop) voorstellend Jahel en Sisara (Richteren 4:17). Verguld zilveren monstrans (midden-XV), in torenvorm. Westfaalsch werk. Verguld zilveren reliekhoofd (1438), borstbeeld van een bisschop met den staf in de hand, den schedel bevattend van den H. Plechelmus. Verguld zilveren miskelk (1455); dergelijke kelk (XV), op voet (XIV); en nog een kelk (XVIII). Drie klokken, waarvan de groote in 1493 gegoten door Gerrit van Wou, een kleine in 1530 gegoten; en de nieuwe Plechelmusklok, in 1896 gegoten van de spijs der oude Plechelmusklok (1513) en der H. Annaklok (1611). Twee gesneden eiken groepen (± 1500), voorstellend de H. Anna en Maria met het kind, vermoedelijk uit deze kerk afkomstig, zijn thans in het Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht. g 1. Boterstraat 9. Houten bovengevel. Deurboog, waarin een spreuk is gesneden. 2. Marktstraat 10. Gepleisterde gevel (± 1640) met groote
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
113 trappen, waartegen gebeeldhouwde vleugelstukken. Zeven sierankers. 3. Markstraat 9. Dergelijke gevel, maar zonder top. Zeven ankers. Het bovendeel is herbouwd in 1923. 4. Van het voormalige HUIS EVERLO, in 1660 gebouwd, in in 1811 gesloopt, bestaat nog slechts het vroegere economiegebouw, thans tot woning ingericht. Boven den inrit: 1704. Boven de voordeur een in Bentheimersteen gehouwen wapen-Sloet en van der Marck. Op het dak een gekroonde windvaan met de letters J.A.S. en J.M.S. Inrijhek (XVII c) met stijlen van Bentheimersteen. Klokje (1725). Verschillende BOERENWONINGEN (XVII-XVIII) opgetrokken in vakwerkbouw, op grondmuren van zandsteen en veldkeien. Puntgevels met houten top. Uitstekende koppen van moerbalken. h 1. De OUDHEIDKAMER bezit prae- en protohistorische voorwerpen, urnen en wapenen, oude meubelen, topographische voorstellingen uit Twente in olieverf en prent, en portretten van Twentenaars, waaronder Ds. Michorius, door P.v. Anraadt; en twee portretten (1758, door Jac. Bappert). 2. Eene VERZAMELING FAMILIEPORTRETTEN, toebehoorende aan Mej. J.G. Palthe, waaronder portretten (1788, door Frans Menninghuysen), voorstellende Mr. J.W. Racer en zijn vrouw; een portret (± 1760, pastel) van burgemeester W.H. Michorius, en een (XVIII d, door J.F.A. Tischbein) van Mej. C.J.G. Michorius.
Olst. Olst. c. Aan den weg van Wezepe naar Boksbergen, bij de boerderij ‘de Eikelhof’, op het erve Voetdijk, een zandsteenen zoenkruis (XVd), met een opschrift, betreffende den dood van Johs. Luekens, en: 1493.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
114 e. De NED. HERV. KERK (H. Willebrordus), XIII a gebouwd ter plaatse en met de afbraak eener oudere, waarschijnlijk XIII c met steenen kruisribgewelven overkluisd, blijkens een steen gevonden bij het wegbreken dier gewelven in 1861, omstreeks 1500 verbouwd, sinds 1600 in het bezit der Hervormden, in 1627 belangrijk hersteld, in 1861 gewijzigd, is een deels baksteenen, deels tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip (XV d), een driezijdig gesloten koor (± 1500), en eenen aan de westzijde geschraagden vierkanten toren (± 1200, verhoogd XIV c en andermaal XVI a) met ingesnoerde achtkante spits. Ten zuiden van het koor een aanbouwsel (± 1700, grafkelder?) met een gemetselde omlijsting op consoles. Steenen netgewelf over het koor. Op den triomfboog het opschrift: Thomas Loeningen Anno 1267 (!). In den toren sporen van een romaansch kruisgewelf. De kerk bezit: Fragment (XIV) van een zandsteenen doopvont, ten noorden van de kerk. Eiken preekstoel (± 1700) met gesneden rugstuk. Koperen lezenaar (1711) met wapen en het opschrift ‘Voerst’. Twee koperen kronen (XVIII). Gedenksteen (± 1700?). Drie zerken, waarvan een laat-gothisch (1564), een (1664), vier (XVII). Twee klokken, waarvan eene gegoten in 1723 door Jan Nicolaas Derck te Hoorn en eene in 1783 door L. Haverkamp te Hoorn. g 1. Het HUIS HOENLO, wellicht reeds XIII bestaande, XV herbouwd, XVIII c gewijzigd, in 1895 hersteld en vergroot door den architect J.J. van Nieukerken, en andermaal in 1904 en 1906, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een oorspronkelijk hoofdgebouw (XV) met twee later uitgebouwde vleugels (XVIII c), waarvan de rechter in 1904 als toren verhoogd werd, en een moderne voorbouw (1895) deels op oude fundeeringen, het geheel
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
115 omringd door een gracht. Vóór de brug een gesmeed ijzeren afsluithek, met twee gebeeldhouwde pijlers (midden-XVIII), waarop schildhoudende leeuwen, alles afkomstig van een buitenplaats aan den Vlissingschen weg te Souburg (Walcheren). Inwendig: tusschen voor- en hoofdgebouw een muur (XV) gemetseld met zwartekoppen in ruitfiguren. Onder het rechtergedeelte van het hoofdgebouw gewelven (XV c). In twee kamers van den beganen grond plafonds (XVIII c) op twee kruislingsche eiken onderslagbalken. Trappenhuis en nevenvertrekken met stucwerk (XVIII c). Gebeeldhouwde eiken schouw, opgebouwd uit fragmenten (XVII d) van een preekstoel uit een gesloopte kerk te Zwolle. Geschilderd behangsel, bestaande uit een groot (1729, door D. Dalens) en vier kleine stukken, voorstellend romantische landschappen, afkomstig uit een huis te Delft. 2. In het HUIS KLEIN HOENLO bevinden zich vier portretjes (XIX a) van de familie van der Goes, en een copie (XVII b) naar Rubens, voorstellend Diana en Acteon.
Welsum. De NED. HERV. KERK (1830) bezit: Twee zilveren bekers (1831).
Wezepe. e. De NED. HERV. KERK (H. Nicolaas), XIV b gebouwd, XV verbouwd, in 1651 belangrijk hersteld, met subsidie der stad Haarlem, en andermaal in 1828, is een eenbeukig gebouw, bestaande uit een schip (XIV b, overwelfd en van steunbeeren voorzien XV B), een hooger ⅝-gesloten koor (XV b) en eenen toren (XIV b, verhoogd XVII b). Inwendig: steenen kruisribgewelven (XV B). De kerk bezit: Overblijfselen (XIV) van een steenen doopvont. Gebeeldhouwde zerk (1553, onder de banken) met de wapens-Ripperda en Twickel. Twee houten psalmborden (1726).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
116 Zilveren beker (1691). Twee klokken, waarvan een in 1502 gegoten, en een in 1699 door Gerhard Schimmel. Op het kerkhof houten grafplaten.
Ommen (Stad-). d. Het RAADHUIS werd in 1828 opgetrokken, ter vervanging van een ouder (1531-'46 gebouwd). e 1. De NED. HERV. KERK (H. Brigitta), reeds in 1319 genoemd als kerspelkerk, en oorspronkelijk aan een andere heilige gewijd, in 1460 vermeld onder het patronaat der H. Brigitta, is een geheel gepleisterd gebouw (XV), waarvan het onderste gedeelte is opgemetseld van oersteen, bestaande uit eenen hoofdbeuk met ⅜-gesloten koor, een noordelijken zijbeuk met rechtgesloten koor, een uitbouw (XV, thans consistoriekamer) aan de zuidzijde bij het koor, en een vierkant klokkenhuis (XVIII) tegen den westgevel van den zijbeuk. Op het dak van den hoofdbeuk een houten torentje (XIX B). Inwendig: in hoofd- en zijbeuk gepleisterde houten zolderingen. In de consistoriekamer een kruisribgewelf (XVI). In het klokkenhuis is een ongepleisterd gedeelte (XVI) van den oorspronkelijken westelijken puntgevel van den noordbeuk zichtbaar, waarin een dichtgemetseld rond- en een spitsbogig venster, en overblijfselen van een steunbeer. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Gegoten koperen lezenaar (XVIII c), en gegoten ijzeren lezenaar (XVIII c), met de wapens-Pallandt en Haersolte. Orgel (1821). Eiken banken (XVII c-XVIII b). Grafzerken (XVII en XIX a). Twee klokken, in 1517 gegoten door Henricus de Tremonia (Dortmund). Een zandsteenen doopvont (± 1200), uit deze kerk afkomstig, is in het Rijksmuseum te Amsterdam.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
117 2. De R.K. KERK (H. Brigitta), in 1861 opgetrokken van het materiaal der in 1842 gebouwde, in 1859 afgebroken en hierheen overgebrachte kerk te Emmeloord (Schokland), bezit: Achthoekige zandsteenen doopvont (XV), in 1772 uit de Zuiderzee bij Schokland opgehaald. Twee koperen kronen (1645 en XVII c). Zilveren ciborie (1825). Zilveren kelk (± 1750), thans als ciborie gebruikt. Zilveren kelk, met voet en schacht (XVIII), en nieuwe cuppa. Ziveren ampullen met blad (XVII d). Zilveren Missaalbeslag (XVIII c), afkomstig van Schokland. Zes koperen kandelaars (XVII c), van Schokland afkomstig. In de Brugstraat, schuin tegenover het raadhuis, een gevelsteen met een opschrift en: 1766, en een (1840), een herbouwing vermeldend.
Ootmarsum. a. Proto-Saksisch vaatwerk, Frankisch- of laat-Saksisch aardewerk en Frankische gebruiksvoorwerpen, hier gevonden, zijn thans in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. c. Bij het raadhuis een hardsteenen POMP (XVIII c). In de straten nog verschillende open putten, z.g. bergputten, met boom en puthaak. d. Het RAADHUIS, een eenvoudig gebouw (XVIII c) met koepeltorentje, bezit: Steen met het gemeentewapen en: 1609. Schilderij (XVII c, Hollandsche school, doek; vermoedelijk afkomstig van het slot Saesveld, omstreeks 1817 hierheen overgebracht), voorstellend een vorst, volgens opschrift Odomarus, koning der Franken, den legendarischen stichter der stad, maar waarschijnlijk een fantasie-portret, naar een prentje, van een Franschen koning.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
118 Zilveren beker, met opschrift en: 1670; gedreven zilveren kroes (XVII). Drinkhoorn met gegraveerd koperen beslag, waarop: 1663. Reep fluweel, met opschrift in zilveren losse letters: ‘Stadt Oethmersheim’, afkomstig van den stadspijper. Eenig tinwerk, waaronder een inktkoker en twee kannetjes (1786). e 1. De NED. HERV. KERK, in 1810 gebouwd, met een torentje (1844), in 1910 gerestaureerd, bezit: Eiken preekstoel (1614). Koperen lezenaar (XVII d) met de wapens-van Heyden en van Riedesel d'Eisenbach. Dergelijke voorgangerslezenaar (1687, geverfd). Orgel (1650, vernieuwd in 1781). Gebeeldhouwde grafzerk met wapens-van Heyden tot Schoenradt, Burchboeck en Rhede, en: 1669. Zilveren beker (XVII d), dergelijke beker (1815), zilveren kan (1839). Klok, in 1844 gegoten door Petit en Fr. Edelbrock. Een zilveren schotel met het wapen van het omstreeks 1835 uitgestorven geslacht von Heyden. 2. De R.K. KERK (HH. Simon en Judas), waarschijnlijk XII B gebouwd, midden-XIII gewijzigd, XV a naar het O. vergroot, in 1633 in het bezit der Hervormden gekomen, in 1810 aan de Katholieken teruggegeven, in 1842 gewijzigd, in 1868 hersteld onder leiding van den architect G. te Riele, is een gebouw van Bentheimersteen, bestaande uit een driebeukig schip (XII-XIII), een dwarspand (XIII), welks armen naar het O. vergroot zijn met kapellen (XV), van dezelfde hoogte als dit pand, en een driezijdig koor (XV), tegen welks noordzijde een sacristie (XV B) is aangebouwd, en eenen westgevel met koepeltorentje, in 1843 opgetrokken, ter vervanging van den in 1842 gesloopten westtoren. Het schip heeft het karakter eener Westfaalsche ‘hallenkerk’. In dit gedeelte spitsboogvensters (waarschijnlijk XVIII),
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
119 ter vervanging van vroegere rondbogige lichtopeningen. In de gevels van het dwarspand sporen van driepasvormig afgedekte vensters. Steunbeeren. Spitsboogfriezen (XIII c) langs de bovenzijde der westmuren van het dwarspand, rondboogfriezen (XII) onder de gootlijst van den middenbeuk. Tegen den zuidbeuk lisenen verbonden door rondboogfriezen (XII). Aan noord- en zuidzijde van het schip, in spitsbogig gedekte portalen (XIII c), geflankeerd door zuiltjes met gebeeldhouwde kapiteelen, rondbogige ingangen. De vensters in het oostelijk deel (XV) van het gebouw hebben nog hunne oorspronkelijke harnassen. Onder het venster in den oostmuur der koorsluiting een steen met slecht leesbaar opschrift en een jaartal: 140(6?). Boven den westelijken ingang een tijdvers (1843) betreffende de slooping van den toren en de verbouwing van den westgevel. Inwendig (nieuw geprolychromeerd): in het schip zware kruisvormige hoofdpijlers en tusschenpijlers, bekleed met ronde schalken; voetstukken met hoekblaadjes; koolbladkapiteelen. Vierdeelige gewelven in zij- en dwarsbeuken, achtdeelige in het middenschip. In de westelijke travee van den zuidbeuk gewelfribben met rechthoekige doorsnede, in het middenschip met eenvoudigen rondstaaf, in de zijbeuken met meer samengestelde profileering. De sacristie heeft een baksteenen kruisribgewelf (XV). De kerk bezit: Altaar (1811), naar een ontwerp van den architect Vrijdag. Piscina (XV B), in de sacristie. Altaar (1811), naar een ontwerp van den architect Vrijdag. Piscina (XV B), in de sacristie. Orgel (1811). Houten Madonnabeeld (XVI a). Houten Nood-Godsbeeld (XVI b). Kruisbeeld (XVI a) Verguld zilveren monstrans (± 1400), afkomstig uit het klooster Frenswegen, waaraan zij in 1404 door graaf Bernard van Bentheim geschonken was. Zilveren ciborie (XVIII c). Zilveren miskelk (XVIII c).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
120 Zilveren wierookvat (XVII d). Geborduurd kazuifel (XVII), met wapen en opschrift ‘Saesfelt’. Geborduurde koorkap, blijkens opschrift vervaardigd in 1749 en hersteld in 1901, door zusters van het klooster te Eemnes. Twee klokken, in 1846 gegoten door Petit en Edelbrock. f. Wal. De OPENBARE SCHOOL heeft een steen met het stedelijk wapen en: 1684, waaronder later nog het jaartal 1876 is aangebracht. g 1. Kloosterstraat K 115. Boven den ingang een balk met Latijnsch opschrift en: 1573. 2. Groote straat A 67. Gevel met drie groote trappen, waartegen gebeeldhouwde zandsteenen vleugelstukken; driehoekig fronton. Bergsteenen banden. Ontlastingsbogen met boogblokken. Onderpui gewijzigd. Steen, waarop huismerk en: 1656. Ankers. In de zijgevels regelwerk. 3. Groote straat A 72. Ingezwenkte halsgevel. In den top: 1747. Vele gevels met houten toppen, onderpui met gebint- en regelwerk. Groote inrijpoorten.
Raalte. Heeten. e. De R.K. KERK (Onbevlekte Ontvangenis), in 1892 gebouwd door A. Tepe, bezit: Koperen kroontje (XVII). Kleinen miskelk (XV a). Verguld zilveren kelk (1725). Geborduurd kazuifel.
Raalte. e 1. De NED. HERV. KERK (H. Kruisverheffing) is een gepleisterd gebouw, bestaande uit een eenbeukig schip, een smaller en
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
121 lager ⅝-gesloten koor, en eenen lagen baksteenen toren, overblijfsel van een, die ± 1694 is ingestort, waarna het schipdak aan de westzijde werd afgewolfd. In den oostwand der sluiting een korfbogige ingang (XVI of XVII). Langs schip en koor eensversneden steunbeeren. Spitsboogvensters. De geheel ommetselde toren heeft een korte pyramidevormige spits en aan de westzijde twee eensversneden overhoeksche beeren. Rondbogige ingang en galmgaten (alles ± 1700). Inwendig: in het waarschijnlijk na de instorting van den toren herstelde en verbouwde schip een vlakke zoldering met holle koof. Over het koor steenen kruisgewelven (± 1500), wier ribben neerkomen op geprofileerde draagsteenen met afgehakte muurzuiltjes. In een der koorwanden een korfbogige spaarnis. Tusschen schip en koor een groote rondboog (± 1700). Van de vensters in koor en koorsluiting zijn enkele dichtgemetseld. De kerk bezit: Zandsteenen sacramentshuisje (± 1500, dichtgemetseld) met gebeeldhouwde omlijsting, in den noordelijken koorwand. Eiken preekstoel (XVIII A). Koperen lezenaar en zandlooper (XVII B). Orgel (1836) met galerij op houten Toscaansche zuilen. Eiken banken (XVII d-XVIII c). Twee klokken, in 1789 gegoten door Joannes Rutgerus Voigt. 2. De R.K. KERK (H. Kruisverheffing en H. Antonius van Padua), in 1892 gebouwd door A. Tepe, bezit: Twee kleine klokken, in 1840 gegoten door Dubois Mollart. g. Het HUIS SCHOONHETEN, XIX d geheel vernieuwd, heeft in de hal twee rouwborden, en kleine bronzen kanonnen (1673). In de zaal (XVIII a), houten betimmering met trijpen wandbekleeding, beschilderd plafond (XVII c), familieportretten (XVII a-XIX a) der Bentinck's en van Haersolte's, waaronder vijf geschilderd door Jan de Baen, vijf door R. Koets, en eenige door P. Oets, J.F.A. Tischbein en Kymmell (1788) en voorwerpen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
122 door prins Willem III aan den hertog van Portland geschonken, waaronder een ingelegde tafel, een spiegel en een staande klok (alles XVII d).
Rijsen. a. Eenige, waarschijnlijk proto-historische bronzen voorwerpen, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden. In 1923 is hier een urnenveld ontgraven; eenige der gevonden urnen zijn naar de Oudheidkamer Twente overgebracht. c. Walstraat. POMP van Bentheimersteen, met gemeentewapen en: 1799. e 1. De NED. HERV. KERK. (H. Dionysius), XII gebouwd op de plaats en ter breedte van den tegenwoordigen noordbeuk, XV d vergroot naar het Oosten, XVI b andermaal uitgebreid met een zuidelijken beuk, in 1826 gehavend door het instorten van den tufsteenen toren (XII), waarna de westzijde een klassicistischen gevel met houten koepeltje kreeg, in 1899 gerestaureerd en verknoeid door aanbouwsels tegen zuiden noordgevel, is een grootendeels baksteenen gebouw, bestaande uit een schip van twee beuken, de noordelijke beuk met een hoofdzakelijk van tufen zandsteen opgetrokken ⅝-gesloten koor (XV d), de zuidelijke (XVI b) met een baksteenen onregelmatig-⅝ koorsluiting. De steunbeeren en deels ook de muren der noordelijke koorsluiting, rusten op groote granietblokken. In den tufsteenen noordelijken muur (XII) een ten deele weggehakt (XIX d voor den aanbouw van een consistoriekamer) rondboogfries tusschen lisenen; sporen van een romaansch venster en dito ingang; de steunbeeren zijn XV toegevoegd. In den oostelijken sluitingsmuur van het koor een baksteenen nis met rechthoekige omlijsting van Bentheimersteen. De zuidgevel bestaat uit baksteen met banden van tuf. Spitsboogvensters met zandsteenen negblokken. Dichtgemetselde ingang achter het catechisatielokaal. Inwendig (XIX d verknoeid
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
123 en geheel gepleisterd): Tusschen den noordelijken en den zuidelijken beuk twee ronde zuilen, en aan de westzijde een pijler, tusschen welken en den westgevel twee schuine bogen het koepeltorentje dragen. Baksteenen kruisribgewelven (XV d) op kraagsteenen met kopjes. In de consistoriekamer een ingang (XV d) naar de kerk in omlijsting van Bentheimersteen (gewit). De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (XIII, gewit). Eiken preekstoel (XVIII d). Eiken doophek (XIX a). Koperen zandlooperhouder. Banken (XVII a-XVIII). Marmeren graftombe (XVIII b) van Frederica van Ittersum († 1729), weduwe van Willem Diderich van Schade, met alliantie- en kwartierwapens. Grafzerken (XVII). Een deel der zerken is in 1899 met een laag portlandcement overdekt. Muurschilderingen (XVI), in 1899 in de koorsluitingen ontdekt, werden weer overgewit. Vier gegraveerde zilveren avondmaalsbekers, met gezicht op de stad en de kerk, waarvan twee (1820) en twee (XIX b). Klok, in 1743 gegoten Ciprianus Crans Jansz. Een steenen beeld (XV) der Moeder Gods, uit deze kerk afkomstig, is thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. Een geschilderd rouwbord voor Ernst van Ittersum († 1672) is thans in het huis Oosterhof. Ten O. van de kerk bevindt zich nog een overblijfsel (XVI?) eener oude baksteenen ommuring. In den tuin der pastorie staat een doopvont (XV) van Bentheimersteen. 2. De R.K. KERK (H. Dionysius), in 1819 gebouwd, werd in 1852 vergoot. g 1. Ter plaatse van de in 1780 gesloopte HAVEZATE BEVER-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
124 FEURDE, staat thans de boerenwoning ‘De Krans’, waarin een deurkalf met opschrift:
en 1620. Sporen van de slotgracht zijn nog zichtbaar. 2. Van de voormalige HAVEZATE BRANDLICHT bevindt zich, in een boerenhuis ‘de Pol’, een breede schouw (XVII) met de wapens-van Langen en -Isselmuden, tusschen welke de gesneden figuur van een nar. 3. Van de voormalige HAVEZATE EVERSBERG, in 1457 vermeld, omstreeks 1600 gebouwd voor Adam van Heerde, in 1865 gesloopt, bestaan nog slechts kelders (XVI). 4. De HAVEZATE DE OOSTERHOF, in 1334 vermeld, meermalen gewijzigd, XIX a verbouwd, bestaat uit een hoofdgebouw (XVIII) met een oostvleugel (grootendeels XVII), en een uitbouwsel (XVII) aan de westzijde van den achterkant. Het venster der middentraveé van den voorgevel heeft een eenvoudige omlijsting (± 1800). Midden op het dak een achtkant koepeltje. In den westelijken uitbouw twee vensters met ellipsvormige ontlastingsbogen. Gesmeed ijzeren toegangshek (XVIII). Inwendig: in de westelijke voorkamer, een schoorsteen (benedendeel vernieuwd) met het portret (atelier van Miereveld) van Willem den Zwijger, in omlijsting van stuc. Op de tweede verdieping een portret (atelier van Miereveld) van prins Maurits. Voorts familieportretten (XVII a-XIX A) der van Ittersum's. Geschilderd rouwbord voor Ernst van Ittersum († 1672), afkomstig uit de Ned. Herv. kerk. Van de bouwhuizen werd in 1820 het westelijke gesloopt. Op het voorplein staat thans nog het oostelijke (XVIII d). 5. Haareind. Boerenwoning. Boven de deeldeur een kalf met opschrift en: 1656. 6. Wierdensche straat 19. Trapgevel met gewijzigden top. Ronde ontlastingsboog. In ankers: 1664. Benedenpui nieuw.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
125 7. Wierdensche straat 10. Puntgevel (XVII). Verdieping overspringend op geprofileerde korbeelen. Vakwerkbouw met vlechtingen van metselwerk. Houten geveltop, voorspringend op geprofileerde houten consoles. Moderne winkelpui. 8. Haarstraat 2. Halsgevel met gebogen rollaag en zandsteenen aanzetkrullen. Gebogen fronton. Steen: 1750. 9. Schild 2. Dergelijke gevel. 10. Haarstraat 44. Heerenhuis (XIX a). Ingang geflankeerd door Ionische pilasters. 11. Verlengde Rozengaarde 17. Ankers: 1816.
Staphorst. IJhorst. e. De NED. HERV. KERK, in 1823 opgetrokken ter vervanging eener oudere, aan den H. Nicolaas gewijd (in 1292 vermeld), is een rechthoekig gebouw, met een afzonderlijk staanden houten klokkenstoel. Zij bezit: Preekstoel (XVII d). Koperen arm met doopbekken en offerbus (XVII d). Banken (XVII d). Grafzerken (XVI b en XVII c), waaronder die van den abt Johannes Schepelar (± 1543) met diens wapen. Klok, in 1780 gegoten door Pieter Seest.
Rouveen. e. De NED. HERV. KERK, een eenvoudig rechthoekig gebouw, dat een oudere vervangt, heeft boven het noordportaal: 1641. (In 1643 schonk Haarlem een subsidie voor den bouw). Zij bezit: Preekstoel (XVII c). Drie koperen kronen (XVII). Zilveren beker (1696), en een dergelijken (1731). Twee klokken, waarvan een in 1742 door Cyprianus Crans Jansz., en een in 1762 door Steen en Borchhardt gegoten.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
126 In den gevel der NED. HERV. PASTORIE een steen met de jaartallen 1825 en 1879, herbouwingen betreffende.
Staphorst. d. In het RAADHUIS een bus (± 1800) van den bode, met een Fransch opschrift. e. De NED. HERV. KERK, in 1752 gebouwd door den timmerman Pieter Brouwer, ter vervanging eener aan den H. Nicolaas gewijde oudere (1436), welke op een andere plaats stond, is een baksteenen gebouw, in den vorm van een Grieksch kruis, met eenen toren, in 1763 opgetrokken, blijkens een opschrift. Op de kruising een achtkante koepel. De in 1908 herstelde toren heeft een stompe spits. Inwendig: een houten zoldering op zware balken. De koepel is gepleisterd. De kerk bezit: Preekstoel (XIX a). Koperen doopbekken (1802). Grafzerken (1756, 1789, 1818, 1823). Rouwbord (1678, in 1908 hersteld door H. Goldsteen), met de wapens -Bloys van Treslong en Twickel. Koperen kroon (1753), en vier dergelijke kronen (XVIII d). IJzeren kist (XVII). Twee klokken, waarvan een in 1400 gegoten, en een in 1520 gegoten door Gherardus van Schonenborch.
Steenwijk. a. Voorhistorische monumenten. Eenige steenen bijlen, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden; een strijdhamer van serpentijnsteen is in het Friesch museum te Leeuwarden.
d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Markt 70. Het oude RAADHUIS, thans kantongerecht, openbare leeszaal en politiebureau, heeft twee eiken deuren met rozetten (XV) in omlijsting (XVII c).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
127 2. Gasthuispoort. In het nieuwe RAADHUIS bevinden zich: een eiken tafel (XVII c), een dergelijke tafel, opgelegd met ebbenhout, en een eiken bank (XVII c), alles afkomstig uit het oude. 3. Waagstraat 72. De BOTERWAAG (XVII b) heeft een baksteenen trapgevel met zandsteenen afdekkingen en waterlijsten. In de ontlastingsbogen sluitsteenen met kopjes. Twee gevelsteenen, voorstellende de Gerechtigheid en het gemeentewapen, en twee steenen met: 1642.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. of GROOTE KERK (H. Clemens), in 1114 vermeld, in 1295 door bisschop Jan van Zyrik tot collegiale kerk verheven, XIV d-XV a verbouwd en vergroot, en andermaal midden - XV, in 1580 en 1592 door brand beschadigd, in 1604 hersteld, in 1670 inwendig gewijzigd en wederom in 1850, is een baksteenen hallenkerk, bestaande uit drie beuken, waarvan de smalle noordelijke (XIV d, oostelijk deel tufsteen) een driezijdig gesloten koor, de middelste (XIV d) een in 1409 gewijd 7/12-, en de zuidelijke (± 1440) een ⅝-gesloten koor (± 1500) heeft; en eenen vierkanten toren (XIII d, in 1463 herbouwd blijkens een gedenksteen), volgens een opschrift in 1511 met een hooge spits gedekt, die in 1558 door storm geteisterd en in 1580-'81 verwoest werd, in 1836 andermaal gehavend, in 1915 gerestaureerd en in het bovendeel gewijzigd en ingericht tot watertoren, onder leiding van den architect W. te Riele Gzn., waarbij de spits hersteld werd naar het voorbeeld van die uit 1511. Tegen schip en koorsluitingen steunbeeren. Op een dezer beeren, aan de zuidzijde, een zonnewijzer. Spitsbogige vensters (in 1914-'16 gedeeltelijk hersteld, worden thans verder gerestaureerd), met baksteenen posten en traceeringen. De toren heeft vier een weinig versnijdende geledingen, waarvan de twee onderste (XIII d) gedeeltelijk van tufsteen zijn opgetrokken. Spitsbogige nissen met in 1915 herstelde zandsteenen traceeringen (± 1400). Inwendig:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
128 in den middenbeuk, tot aan de triomfboog een vlakke houten zoldering (± 1670, vernieuwd in 1903) waarboven een ouder houten tongewelf; en waaronder overblijfselen van muraalbogen, in het koor een dergelijke zoldering ter vervanging van de in 1850 weggebroken baksteenen gewelven. In den noordbeuk acht vakken overkluisd met kruisribgewelven Het oostelijk deel van dezen beuk bestaat uit twee verdiepingen, met steenen straalgewelven overkluisd. In de benedenverdieping een sluitsteen met een voorstelling van den H. Clemens. Van den zuidbeuk zijn acht vakken met kruisribgewelven gedekt, terwijl het koor hiervan een baksteenen netgewelf heeft. In het middenschip zijn de colonnetten tegen de pijlers geheel, in den noordelijken beuk voor twee-derde weggehakt, in den zuidelijken beuk zijn zij van Toscaansche kapiteelen voorzien. De triomfbogen van den midden- en den zuidbeuk worden gedragen door Toscaansche muurzuilen. De kerk bezit: Eiken koorhek (XVII). IJzeren doopbekkenhouder (XVII c). Eiken banken (XVII-XVIII); twee eiken banken (XVII c) en een dergelijke tafel in de consistoriekamer. Grafzerken (XVI-XVIII), waaronder gebeeldhouwde 1565, 1665, 1765 met alliantiewapen-Sloet en Dannenbergh. Tekstbord (1651). Vier zilveren avondmaalsbekers (1842), drie schenkkannen (1837). Drie groote en twee kleine koperen kronen (1632), en vier (XVII c) afkomstig uit de kerk van Dronrijp. Twee klokken, waarvan een in 1604 gegoten door Frederyck Butgen van Dortmund, en een in 1638 door M.F. (rançois) S.(imon). Een eikenhouten beeld (1560), voorstellend een diaken, vermoedelijk uit deze kerk afkomstig, is thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
129 2. De NED. HERV. KLEINE of LIEVE VROUWENKERK is een baksteenen, aan west- en noordzijde gepleisterd gebouw (XV), bestaande uit een middenbeuk met twee hooge rechtgesloten zijbeuken en een ⅝-gesloten, thans als bergplaats gebezigd, koor. Boven den westgevel een torentje, waarin een leeuw met het gemeentewapen. In dezen gevel een steen (XV) met opschrift. Ingekorte vensters, meerendeels met oorspronkelijke traceeringen. Inwendig: over alle beuken baksteenen kruisribgewelven. Baksteenen zuilen met ringvormige kapiteelen. Boven de scheibogen nissen met traceeringen. Kraagsteenen met koppen in de zijbeuken. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d). Eiken hek en banken (XVII d). Grafzerken (1588, 1592, 1597). Drie klokken, waarvan een in 1501 gegoten door Gerhardus van Wou, en twee, in 1638 en in 1695 gegoten door M.F.(rançois) S.(imon). 3. De R.K. KERK (H. Clemens), in 1883 gebouwd door A. Tepe, bezit: Zilveren miskelk (XVIII a).
g. Particuliere gebouwen. 1. Markt 18. Topgevel met ingezwenkte kanten. Versierde zandsteenen afdekkingen. Gevelsteen in omlijsting, met: 1651. 2. Oosterstraat 60. Trapgevel met zandsteenen afdekkingen en baksteenen waterlijst. Ontlastingsbogen. Gevelsteen: 1660. 3. Markt 48. Bovengedeelte (XVII c) van een baksteenen gevel, met zandsteenen banden en blokken. 4. Oosterstraat 23. Gevel (XVIII a). Middenpartij geflankeerd door zandsteenen versieringen. 5. Korte Woldstraat 25. Gevel (XVIII d) met gebogen zandsteenen omlijsting van den top.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
130 6. Woldstraat 23. Halsgevel (XVIII d) met recht afgedekten top. 7-9. Woldstraat 41, 43 en 45. Drie dergelijke gevels. Fragmenten en details: Kerkstraat 1 (hoek Markt). Bovengedeelte van een gevel (1650). Scholestraat, bij de Varkenswaag. Poortje (XVII c) met zandsteenen bekroning en beeldje. Oosterstraat 53. Gevelsteen met leeuw. Woldstraat 36. Lelieankers (XVI).
Steenwijkerwold. e. De NED. HERV. KERK (H. Apostel Andreas, het kerspel in 1401 afgescheiden van Steenwijk), in 1562 vermeld in het bezit van drie altaren, heeft een schip (XV a) met smaller koor (gepleisterd) en een houten torentje boven den westgevel. Steunbeeren. Spitsboogvensters. De kerk bezit: Altaarsteen. Preekstoel (XVII c). Grafzerk (1624). Zilveren beker (XVII c), en een (1721).
Tubbergen. a. Onder Haarle werden langwerpige urnenbedden ontgraven. Vroeg Germaansch aardewerk, hier gevonden, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, in het Overijselsch geschiedkundig museum te Zwolle en in de oudheidkamer Twenthe te Enschede. Eenige bronzen voorwerpen zijn thans in het Overijselsch geschiedkundig museum te Zwolle. Fossielen en bronzen stangetjes bevinden zich in het huis Herinkhave.
Albergen. e. De R.K. KERK (H. Pancratius), in 1841 onder leiding van den architect Zandbult gebouwd ter vervanging eener oudere,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
131 in 1800 ter plaatse eener voormalige kloosterkerk (1470) opgetrokken, is een langgestrekt rechthoekig gebouw van drie beuken, onder één zadeldak met de aan hare oostzijde gelegen pastorie. Op den westgevel een torentje. Boven den ingang een opschrift en: 1841. De kerk bezit: Overblijfselen van grafzerken (XVI a) uit het voormalige St. Anthonieklooster. Houten Nood Gods (± 1550). Houten beeldwerk (XVII en XVIIII). Zilveren miskelk (± 1400), en een (1740). Tinnen ampullenblad (XVIII d). Houten kruisbeeld (XVI a). Tinnen kandelaars (XVII-XVIII). Kerkgewaden (XVIII). Twee klokken, waarvan de oudste in 1796 gegoten door Joannes Rutgerus Voigt.
Geesteren. e. De R.K. KERK (H. Pancratius), in 1820 gebouwd met subsidie van koning Willem I, is een driebeukig gebouw, gedekt door een zadeldak. Op de westzijde een torentje. In den voorgevel een tijdvers. De kerk bezit: Altaarstuk (1823, door Royer), voorstellend Christus aan het kruis. Twee kleine houten beelden (XVI a), voorstellend de HH. Antonius en Franciscus. Houten beeld (XVII), voorstellend den H. Petrus. Koperen kroon (XVII d). Zilveren monstrans (XVIII b). Zilveren ciborie (VII d). Houten kruisbeeld (XVI d). Rijk geborduurde dalmatiek (midden-XVIII), afkomstig uit de kathedraal te Rouaan.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
132 Twee klokken, waarvan een in 1717 gegoten door J.A. de Grave, en een, in 1796 door J.R. Voigt. Een missaal (1497, Parijsche druk), uit deze kerk afkomstig, is in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht. Ten noorden van het dorp een oude KOREN-WATERMOLEN, in 1268 vermeld. Op palen rustende houten bovenbouw met onderslagrad. Ten zuiden van het dorp een OLIE-WATERMOLEN (in 1546 bestaande). Bovenbouw als de vorige. Onderslagrad.
Langeveen. e. De R.K. KERK (H. Pancratius), in 1843 gebouwd, en 1853 vergroot, is een gebouw in waterstaatsstijl.
Reutum. e. De R.K. KERK (HH. Simon en Judas), in 1818 gebouwd, blijkens een tijdspreuk boven de deur, en opgetrokken van baksteen, afkomstig van den gesloopten burcht te Saasveld (zie blz. 141), in 1832 tot parochiekerk verheven, in 1845 naar het O. vergroot, is een eenbeukig gebouw. Zij bezit: Gebeeldhouwden eiken preekstoel (XIX a). Twee koperen kronen (XVII d). Koorkap (XVIII c) van Lyonsche zijde. Twee klokken, waarvan een in 1820 gegoten door Petit en Fritsen, en een, in 1850 door Petit en Edelbrock. Een levensgroot eiken corpus (± 1500, Noord-Nederlandsch werk), uit deze kerk afkomstig, is thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht.
Tubbergen. e 1. De NED. HERV. KERK, in 1810 gebouwd, blijkens een jaartal boven de deur, bezit: Preekstoel (1519) van Bentheimersteen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
133 Drie tinnen Avondmaalsborden (1764 en 1782). Orgel (1789, later gewijzigd). 2. De R.K. KERK (H. Pancratius), sinds 1570 parochiekerk, werd in 1897 gebouwd door A. Tepe, ter plaatse eener andere, van welks toren de onderste geleding (XV d) nog staat. Deze is een van Bentheimersteen opgetrokken vierkant bouwwerk, met een aan de zuidzijde, tot de halve hoogte uitgebouwden, driezijdigen traptoren. Korte houten spits, ter vervanging van het in 1840 afgebroken bovendeel. Aan de westzijde een ingang, waarboven een venster, in spitsbogige omlijsting. Spitsbogige nissen met traceeringen. De kerk bezit: Twee klokken, in 1827 en 1828 gegoten door Alexius Petit. g 1. Het HUIS ESCHEDE, of de Eschhof, vroeger de Hof te Tubbergen, heeft in het heerenhuis nog een benedengedeelte (XVIII) van den ouderen bouw. Boven de deur: 1719, en in den linkervleugel twee steenen met wapens en: 1780, 1786. Bouwhuizen (XVIII c). Een uit dit huis afkomstig schoorsteenstuk (XVII B) is thans in het huis Herinkhave. 2. Het HUIS HERINKHAVE, in 1723 gebouwd ter vervanging van een ouder, bestaat uit een hoofdgebouw (XVIII b) en eenige voorgebouwen (deels XVII, deels XVIII). In ankers: 1742. In het huis bevinden zich: Schouw (XVII) in de eetkamer. Familieportretten (XVII d-XIX a) uit de geslachten van Bönninghausen, van Weichs de Wenne en aanverwante families. Schilderij (XVII B, copie naar Rubens), voorstellend Alexander bij Diogenes. Dergelijke schilderij, voorstellend het gastmaal van Herodias, afkomstig van het huis Eschede. Grafzerken (XVIII) der Bönninghausen's, afkomstig uit de N.H. kerk te Tubbergen. IJzeren vuurplaat met het wapen-Bönninghausen, en: 1754. Twee
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
134 haardijzers (XVI). Damast tafellinnen (XVIII) met wapens-Bönninghausen, Dorgelo en Grubben. Wapenen (XVII en XVIII). Op de Fleringer Molenbeek een WATERMOLEN, in 1643 verbouwd, en andermaal in 1742, sinds 1865 buiten gebruik, zonder molenrad, en thans als schuur dienstdoende.
Vollenhove (Stad-). Vasse. g. Op het erve Hermelink een oude schuur: gedeeltelijk baksteenen vakwerkbouw, met houten topgevels, afgedekt door boeiborden, aan de eene zijde eindigend in twee gesneden paardekoppen, aan de andere zijde in een houten kruisje.
Vollenhove (Stad-). a. Voorhistorische enz. monumenten. Eenige Frankische gebruiksvoorwerpen, hier gevonden, zijn thans in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden.
b. Verdedigingswerken. Van het voormalige KASTEEL TOUTENBURG, in 1524 - na 1552 gebouwd onder Georg Schenk, in 1581 ontmanteld, XIX a grootendeels gesloopt, bestaan thans nog slechts de bouwvallen (XVI b) van twee ronde baksteenen torens, waar beneden zich kanonkelders bevinden. Het materieel van de afbraak werd gebezigd voor den bouw van het tegenwoordige huis Oldruitenborch. Zie g 24.
d. Wereldlijke openbare gebouwen. Het RAADHUIS, in 1621 opgetrokken, is een rechthoekig gebouw, van baksteen met rijke toepassing van bergsteen, dat met een
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
135 smallen zuidelijken gevel aansluit tegen de noordzijde van eenen vierkanten klokketoren (XV d; zie e 2), waarschijnlijk overblijfsel eener vroegere kerk. Aan de oostelijke lange zijde de voorgevel, met gelijkvloersch een portiek bestaande uit een rondboogstelling, rustend op vijf Toscaansche zuilen en twee halve zuilen. Hierboven, onder de vensters der verdieping, een fries met zandsteenen banden en leeuwenkoppen, en, voor het venster der middelste travee, een balkon op versierde consoles en met twee steenen, in elk waarvan het gemeentewapen. Boven dit middenvenster een cartouche met: 1621. Om den bovenkant van het balkon loopende waterlijst. Bergsteenen banden en boogblokken. Op de verdieping vensters met bergsteenen kruiskozijnen en halfronde ontlastingsbogen, in wier trommels schelpvormige vullingen. Aan de smalle zijden trapgevels. Sierankers. Het raadhuis bezit: Eenige oude zegelstempels en een zijden vaandel (1787).
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H. Nicolaas), ook Groote- of Bovenkerk genoemd, XV d gebouwd, inwendig geheel gecement, is een tweebeukige hallenkerk, waarvan iedere beuk een ⅝-gesloten koor heeft. In den hoek tusschen beide sluitingen een achtkante toren, ten O. waarvan een vierkante uitbouw, de gerfkamer. Tegen de westzijde van den noordbeuk een, nu als bergplaats gebezigd portaal (onderbouw van een toren?) met een traptoren aan den noordkant; aan de zuidzijde een kapel, thans portaal. Steunbeeren. Spitsbogige vensters met vischblaastraceeringen. In den oostwand van den zuidbeuk een ingang (XVIII). Inwendig: over elk der beuken een houten tongewelf, gedragen op schinkels in den vorm van een netgewelf. Tusschen beide beuken spitse scheibogen op ronde zuilen. In de gerfkamer een steenen kruisribgewelf. In de zuidelijke kapel een dergelijk gewelf weggebroken
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
136 en vervangen door een houten zoldering. De verdieping is tot duivenzolder ingericht. De kerk bezit: Orgel (1687, door Apollonius Bosch, orgelmaker te Amsterdam). Grenen banken (XVIII c). Grafzerken (1505, 1523, 1586, 1597), een (1610) met de gepolychromeerde wapens-Sloet, -Buckhorst en kwartieren, en verschillende zerken (XVII en XVIII). Gedenkbord, met opschrift betreffende het orgel en: 1715. Vier zilveren bekers (XVII). 2. Ten O. van de Groote kerk staat de KLOKKETOREN (XV d, XVII gelijkvloers ingericht tot gevangenis), een vierkant baksteenen bouwwerk, bestaande uit drie geledingen met spitsbogige nissen, waarin eenvoudige baksteenen posten en traceeringen, en gedekt door een korte, geknikte spits met gesmeed ijzeren kruis (XV d). De geledingen zijn gescheiden door zandsteenen waterlijsten. Tegen de noordzijde is het raadhuis aangebouwd (zie d). Aan de zuidzijde een rondbogige ingang in een spitsbogige nis. Aan de oostzijde in de onderste geleding een klein getralied venster. Zonnewijzer. Klok, in 1511 gegoten door Gherhardus van Wou. 3. De NED. HERV. O.L. OF KLEINE KERK, in 1423 gesticht ter plaatse eener kapel (± 1380), in 1450-1458 vergroot, in 1913 gerestaureerd door W. te Riele Gzn., is een baksteenen gebouw bestaande uit een eenbeukig schip, een ⅝-gesloten koor en eenen vierkanten toren (1450) met vierkanten traptoren aan de zuidzijde. Steunbeeren. Kleine spitsbogige vensters. In den zuidgevel een gedichte spitsbogige doorgang, wellicht van een vroegeren aanbouw. De eerste steunbeer van het westen staat overhoeks, de westelijke begrenzing der kerk aangevend vóór de vergrooting in 1450. De toren bestaat uit twee sterk inspringende geledingen (XV c), waarboven een achtkante koepel (1823). De traptoren is,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
137 ter hoogte van de eerste geleding, pyramidevormig afgedekt. Inwendig: houten gewelven. De kerk bezit: Preekstoel (XVII), afkomstig uit de kerk van het verdronken dorp Beulake. Twee klokken, waarvan een in 1482 gegoten door G. van Wou, in 1823 hierheen overgebracht uit den voormaligen toren der Groote kerk, en een in 1509 gegoten door denzelfden en in 1857 hergoten, waarbij het oorspronkelijke opschrift weer werd aangebracht. 4. De R.K. KERK (H. Nicolaas), XV d gebouwd als kapel van het voormalige H. Geest-gasthuis, XVI d door de Hervormden in bezit genomen, in 1799 aan de Katholieken teruggegeven, is een klein eenbeukig gebouw met rechtgesloten koor, uitwendig geheel gepleisterd. Inwendig: houten zoldering, waarboven de schinkels van het oorspronkelijk houten tongewelf.
f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap enz. 1. Het voormalige ARMENHUIS. Zie g 13. 2. De voormalige Clarenbergh-stichting, later LATIJNSCHE SCHOOL. Zie g 3.
g. Particuliere gebouwen. 1. Kerkstraat, tegenover 134. Fragment (XV d) van een baksteenen gevel, waarin vijf bogen boven een baksteenen waterlijst. 2. Bisschopstraat 217. Voormalige havezate Marxveld. Baksteenen gevel (1620), met uitgehouwen wapen. Boven de vensters ontlastingsbogen met zandsteenen schelpen in de trommels. 3. Kerkplein 25. Voormalige Clarenbergh-stichting, later ‘Latijnsche school’, verbouwd in 1919. Geschonden trapgevel. Zandsteenen banden en waterlijst. In de onderpui ontlastingsbogen met boogblokken en schelpvormige vullingen in de trommels. Fries met twee leeuwekoppen en drie steenen, waar-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
138 van de middelste met cartouche en: 1627. Rondbogige ingang waarin een sluitsteen met kopje. Voor dezen ingang een stoep, te weerszijden waarvan gebeeldhouwde palen met: 1628. 4. Kerkplein 24. Gepleisterde gevel met gevelsteen (1640). 5. Bisschopstraat, tegenever 177. Gepleisterde gevel, waarin drie steenen met: 1654. 6. Kerkstraat 135. Dubbel huis, met drie gevelsteenen: 1669. 7. Kerkplein 264. Gepleisterde topgevel (XVII c). Overhoeksche top- en zijpilasters. 8. Kerkstraat 109. Halsgevel met zandsteenen aanzetstukken. Twee gevelsteenen: 1678. Puntgevels welker zijkanten te halver hoogte onderbroken worden door een trapje; meerendeels met zandsteenen afdekkingen: 9. Kerkstraat, tegenover 74 Puntgevel. Twee steenen: 1678. 10. Kerkstraat 79. Dergelijke gevel en steenen: 1678. 11. Kerkstraat 99. Dergelijke gevel en steenen: 1678. Onderpui gewijzigd. In ankers: 1762. 12. Kerkstraat 106. Dergelijke gevel. In den top een wapenschild, en: 1678. 13. Kerkstraat 55. Voormalig Armenhuis. Dergelijke gevel. Ontlastingsbogen. Sierankers. Gevelsteen met opschrift en: 1681. 14. Kerkstraat 61. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1686. 15. Kerkstraat 96. Dergelijke gevel. Twee steenen: 1686. Voorts nog de volgende gevels: 16. Heilige Geeststraat. Gepleisterde gevel, met steen: 1689. 17. Kerkstraat. tegenover 45. Trapgevel, met zandsteenen waterlijst en afdekkingen. Toppilasters op leeuwekop. Twee steenen: 1699. 18. Kerkstraat, tegenover de R.K. kerk. Dergelijke trapgevel (XVII d).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
139 19. Visscherstraat 290 Baksteenen topgevel (XVII d) met waterlijsten en ontlastingsbogen, afwisselend van roode en gele baksteen. 20. Kerkstraat 45. Gevel (XVIII c) met zwaar gesneden houten lijst. 21. Kerkstraat 40. Gevel (XVIII d) met twee ellipsvormige vensters in zware zandsteenen omlijsting. 22. Kerkstraat 42. Boven de deur een zonnewijzer. 23. Kerkstraat 110. Gevelsteen: 1790. 24. De HAVEZATE OLDRUITENBORGH, XIV d gesticht door Egberts Pelgrim van den Rutenberghe, schout van Vollenhove, wellicht ter plaatse van den lateren Toutenburg, XIX A op de tegenwoordige plaats herbouwd met materiaal, afkomstig van de ruïne Toutenburg (zie onder b), is een geheel gepleisterd, overigens onbelangrijk gebouw. In den muur aan de stadszijde een hardsteen met wapenschild, en een met bijbeltekst.
Wanneperveen. e. De NED. HERV. KERK (HH. Philippus en Jacobus), in 1502 gebouwd ter vervanging eener andere, in 1687 hersteld, in 1743 vergroot met een aanbouw, die in 1842 weer werd afgebroken, is een eenvoudig eenbeukig, met uitzondering van het koor en een deel der noordzijde gepleisterd gebouw. Inwendig: een ellipsvormig houten gewelf. Nabij de kerk een open eikenhouten klokkestoel met pyramidevormige overhuiving. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII). Eiken doophek (XVII). Gesmeed ijzeren doopbekkenhouder (XVII). Overblijfselen van eiken banken (XVII). Grafzerken (XVII). Drie koperen kronen (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
140 Twee zilveren bekers (XVII d), en twee zilveren offerschalen (XVII d). Klok (XVIII B) gegoten door Pierre Seest. g. Het z.g. SCHULTEHUIS, in 1612 gebouwd, waarschijnlijk als burgerwoning, sinds 1921 Rijksmonument, in 1922 hersteld, is een op rechthoekig grondplan opgetrokken baksteenen woonhuis, bestaande uit twee verdiepingen en een zolder. Aan de voorzijde een trapgevel met zandsteenen waterlijsten en afdekkingen. Aan de achterzijde een puntgevel met twee baksteenen waterlijsten en drie duivengaten met vliegsteenen. Geschonden toppilaster op een zandsteenen kopje. Gelijkvloers, gewijzigde vensters. Gesneden voordeur (XVIII a). In de verdieping, oorspronkelijke vensters met kruiskozijnen en ronde ontlastingsbogen. In den top een dichtgemetseld venster met dergelijken boog. Inwendig (grootendeels XVII a): voorhuis, waarin een met tegels bekleede wand. Trap met snijwerk. Opkamer, met bedsteden betimmerd. Beschilderde zoldering (XVII c). Breede schouw met gebeeldhouwde pilasters, waarin: 1612. Keuken met tegelbekleeding, balkenzoldering, breede zandsteenen schouw met eiken kap. Verschillende meubelen (XVII en XVIII).
Weerseloo. a. Germaansch aardewerk en eenige bronzen voorwerpen, hier gevonden, zijn thans in de oudheidkamer Twenthe, te Enschede.
Rossum. e. De R.K. KERK (H. Plechelmus) in 1832-1835 gebouwd, ter vervanging van een vroeger kerkhuis, bezit: Verguld zilveren kelk (1624), blijkens een opschrift onder den voet destijds eigendom van Menso Thomas Campe. Twee klokken, waarvan een in 1801 gegoten door Alexius Petit, en een in 1816 gegoten door Petit en Fritsen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
141
Saasveld. e. De R.K. KERK (H. Plechelmus), in 1861 gebouwd op reeds in 1856 gelegde grondslagen ter plaatse van het voormalig Huis Saasfeld, en ter vervanging eener in 1795 gebouwde, bezit: Zilveren kelk, in 1717 geschonken door pastoor A. Egbers. g. Het voormalig HUIS SAASFELT (XIII vermeld als roofburcht Saterslo) werd in 1817 tot op de fundamenten gesloopt. Het materiaal der afbraak werd gebruikt voor den bouw der R.K. kerk te Reutum (zie blz. 132). Van dit huis afkomstig zijn: Schilderij, z.g. Odomarus, koning der Franken, thans in het raadhuis te Ootmarsum (blz. 117). Gesneden eiken paneel (XVI b) met medaillon en opschrift, thans in het huis Middachten. Twee fraai gebeeldhouwde eiken kastdeuren (± 1500) werden in 1882 naar Oostenrijk verkocht. In de boerderij SILDENHUIS, bij de kerk, drie ingemetselde leeuwekoppen, afkomstig van het Huis Saasfeld.
Weerseloo. b. De z.g. HUNENBORG is een waarschijnlijk IX opgetrokken Saksische burcht, bestaande uit eene omwalling met gracht, waarbinnen zich fundeeringen en groefsteenen overblijfselen van den bovenbouw van een vierkanten woontoren, met ovalen aanbouw bevinden. e 1. De thans NED. HERV. KERK, XV c gebouwd als kloosterkerk van het Stift der Benedictinessen oorspronkelijk wellicht een dubbelkerk, is een gebouw van Bentheimersteen, aan noorden oostzijde gepleisterd, bestaande uit een rechtgesloten schip, met een achtkant open koepeltorentje (XIX b). Eensversneden steunbeeren, waarvan twee aan den oostgevel overhoeks staan. In den westgevel is een werkgat zichtbaar. Inwendig: steenen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
142 kruisribgewelven, in een waarvan een sluitsteen, met de voorstelling van een bisschop. De kerk bezit: Altaarsteen. Piscina (XV c). Doopvont (± 1200) van Bentheimersteen. Gesmeed ijzeren lezenaar (XVI). Kabinetorgel (± 1700). Grafzerken (XVI en XVII), waaronder een priesterzerk (1569), en verschillende gebeeldhouwde, rechtgezet tegen den wand. Koperen kroon (1828), en twee koperen blakers (XVI). Offerblok (XVI) van Bentheimersteen. Kan (XVII) van wit Delftsch aardewerk, met zilveren deksel, waarin een opschrift, en met een beugel met opschrift en: 1720. Twee diepe zilveren borden (XVII) met S.T.W. Twee klokken, waarvan een in 1545 gegoten door Johan ter Steghe, en een in 1579 gegoten. Een verguld zilveren kelk (XIII a) met cuppa (± 1500), uit deze kerk afkomstig, is thans in het Rijksmuseum te Amsterdam. 2. De R.K. KERK (H. Remigius), een, blijkens een opschrift in den westgevel, in 1847 gebouwd waterstaatskerkje, vervangt een oudere (1795). Zij bezit: Schilderij (1851, door L.J. Bruna), voorstellend den H. Remigius. Koperen kroontje (XVII). g 1. Van het in 1863 gesloopte HUIS NOORD-DEURNINGEN, oorspronkelijk het erve Lubberinck, later het Gravenhuys (XVI vermeld als nieuwe havezathe), bestaan in de grachten van het tegenwoordige huis nog gedeelten der fundeering van Bentheimer steen. Twee hardsteenen hekpijlers (XVIII), bekroond door siervazen. 2. W 98. Het z.g. STORKENHUIS, XVIII d gebouwd als N.H.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
143 pastorie, thans particuliere woning, heeft boven de deur twee wapens met: 1741. Eenige oude boerenwoningen van het oud-Saksische type. Vakwerkbouw. Aan vooren achterzijde puntgevels, met staande planken beschoten. Twee dezer boerderijen hebben op den top van den achtergevel een gesneden houten kruisje.
Wierden. Enter. e 1. De NED. HERV. KERK, in 1709 gebouwd, blijkens een jaartal boven den ingang, en in 1824, 1855 en 1863 gewijzigd, is geheel gepleisterd. Zij bezit: Koperen doopbekkenhouder (XVII). Tinnen Avondmaalstel (1792). Klok. 2. De R.K. KERK (H. Antonius Abt), in 1818 gebouwd ter vervanging eener oudere in 1824 tot parochiekerk verheven, kreeg in 1841 een koepeltorentje boven den westgevel. Boven den ingang een latijnsch opschrift en: 1700.
Wierden. e 1. De NED. HERV. KERK (H. Johannes de Dooper), in 1824 gebouwd ter plaatse eener oudere, in 1842 verbouwd, in 1854 hersteld, is een gedeeltelijk gepleisterd gebouw, bestaande uit een rechthoekig schip, welks zuidgevel blijkbaar tot den oorspronkelijken bouw (XV?) behoorde, en eenen vierkanten baksteenen toren (XV d). Tegen den zuidgevel steunbeeren, wier bovengedeelte tot pilasters is vervormd. De toren bestaat uit drie geledingen en heeft een houten spits. Tegen de zuidzijde een vierkanten traptoren met lessenaarsdak. Spitsbogige nissen met eenvoudige baksteenen traceeringen. Baksteenen waterlijsten.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
144 Westelijke ingang gedekt door een segmentboog, waarboven een spitbogig venster. Tegen noord- en zuidzijde latere aanbouwsels (XIX). De kerk bezit: Altaarsteen. Klok, in 1495 gegoten door Geert van Wou. 2. De R.K. KERK (H. Johannes de Dooper) is in 1848 gebouwd ter vervanging van een oudere (1809). Van het Huis CATTELAAR, ± 1830 gesloopt, staat nog slechts een bouwhuis (XVII).
Wijhe. a. Eenig Frankisch of laat-Saksisch aardewerk, hier gevonden, is in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden. d. Boven een poortje van het (nieuwe) RAADHUIS, onder een toppilaster een gebeeldhouwde kraagsteen (XV) met kopje. e. De NED. HERV. KERK (H. Willibrordus), wellicht XII opgericht, doch meermalen verbouwd en vergroot, is een driebeukig gebouw, onvoltooide hallenkerk, bestaande uit: een schip van baksteen en tufsteen, welk laatste materiaal vermoedelijk afkomstig is van een, wellicht eenbeukig, schip (XIII), dat het oudste gebouw verving; een langs den toren doorgetrokken smallen noordbeuk (XIV toegevoegd?), XVIA vergroot met een driezijdig gesloten koor ter volle breedte van het middenschip; een zuidbeuk (midden-XV) ter breedte en hoogte van het middenschip, en, blijkens een overhoekschen steunbeer, naar het Oosten met een ⅝-gesloten koor (± 1500) verlengd; een ⅝-gesloten tufsteenen middenkoor (XIV-XV); en eenen baksteenen toren (± 1200). De middenbeuk bevat nog overblijfselen (XIII), de noordbeuk brokken muurwerk van tufsteen en sporen van kleine spitsbogige vensters. Tegen de westelijke afsluiting van het noordkoor het begin van een muur, dat wijst op het voornemen ook
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
145 den noordbeuk te verbreeden. Aan de noordzijde van het middenkoor een fragment van een lijst (XIII?), wellicht overblijfsel van het vroegere koor In den noordmuur een gedichte korfbogige ingang. Spitsbogige vensters, waarvan die in de noordelijke koorsluiting zijn dichtgemetseld. De toren bestaat uit drie geledingen, waarvan de middelste twee afdeelingen heeft. In de bovenste afdeeling rondbogige galmgaten met baksteenen middenpost; hierboven een rondboogfries tusschen de hoeklisenen. De bovenste geleding (XIV) heeft slanke spitsbogige nissen. Spitsbogige westelijke ingang (XIX verknoeid), waarboven een nisje. Tegen den oostmuur van den toren, onder het kerkdak, de moet van een lager schipdak; hierboven een dichtgemetseld rondbogig galmgat. Inwendig (geheel gewit): Over noord- en middenbeuk kruisribgewelven (XV), waarvan die in den middenbeuk gebeeldhouwde sluitsteenen hebben; over den zuidbeuk netgewelven; in den toren een kruisribgewelf. Tusschen midden- en zijbeuken zware rechthoekig geprofileerde pijlers. De langs deze pijlers doorloopende gewelfribben zijn op verschillende plaatsen weggehakt. Boven de scheibogen aan de noordzijde sporen van spitsbogige vensters. De koorsluiting van den noordbeuk is thans door een muur van dien beuk afgescheiden en tot consistoriekamer ingericht. In het westelijk gedeelte (thans bergruimte) van dezen beuk fragmenten van pijlers. Tusschen het derde en vierde gewelfvak boven het middenschip een muur van groote moppen, waarin later een met kleine steen getoogde opening gebroken werd, en tegen welks westzijde de moet van een zadeldak, overeenkomend met die tegen de toren. De oorspronkelijke uitgespaarde trap in den noordelijken torenmuur is ter hoogte van de gewelven in den noordbeuk dichtgemetseld. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met trap (XVII b). Eiken doophek (XVII b). Twee koperen lezenaars (1821).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
146 Gesmeed ijzeren doopbekkenhouder (XVII), en een (XVIII). Twee koperen blakers (1821). Orgel, blijkens opschrift geschonken in 1821 door Johan Lubbert Umbgrove. Marmeren graftombe (XVIII a) van Coenraad Willem van Dedem, met beeldhouwwerk door J. Mast te Utrecht. Dergelijke tombe van Transisalanus Adolf baron van Voorst tot Hagenvoorde, eveneens door J. Mast. Tombe (XVIII d), in marmer en hardsteen, van Robert van Ittersum. Drie koperen kronen (XVII). Psalmbord (1646). Rouwbord (XVIII a). Avondmaalszilver: beker (1628), beker (1657), en twee bekers (1826); twee schotels (1835). Twee klokken, waarvan een gegoten in 1681, en een XVII d. g 1. Op het Kerkplein een gevel met cijferankers: 1659. 2. Ter plaatse van de voormalige HAVEZATE DE GELDER een gesmeed ijzeren hek (XVIII c) met hardsteenen pijlers en siervazen, vermoedelijk afkomstig van de gesloopte havezate Hagenvoorde. 3. HET KASTEEL 'T NIJENHUIS, in 1457 vermeld, meermalen verbouwd, o.a. XVII, ± 1700, en XIX d, bestaat uit een hoofdgebouw XVI (verbouwd XVII en XVIII), met twee rechthoekig daarop staande vleugels een voorpleintje omsluitend; een noordelijken en een zuidelijken hoektoren (XIX d), het geheel door een gracht omringd; en eenige bouwhuizen. In den topgevel, boven de met bergsteen omlijste ingangstravee, een wapen, en daaronder, in de gootlijst, het (later aangebracht) jaartal: 1437. Te weerszijden van den ingang twee gebeeldhouwde bergsteenen palen, met leeuwen- en engelenkopjes, wapens, en het jaartal: 1700 (waarschijnlijk samengesteld uit fragmenten XVIIA, en
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
147 hierheen overgebracht). Inwendig: In de voorhal twee marmeren reliefs (XVII B) in dwarsovaal afkomstig van het huis De Gelder. Verscheiden oude schouwen (XVII d en XVIII a), waaronder een met schilderstuk van Dionys van Nijmegen: Venus en Vulcanus, afkomstig uit een huis in Rotterdam. In de rookkamer een geschilderd behangsel, klassieke landschappen in den trant van Is. de Moucheron; twee groote doeken, twee paar kleinere, twee deurstukken en een stuk in 't grauw tusschen de vensters. In het nieuwe gedeelte een geschilderd behangsel van vijf stukken door Augustijn Terwesten: de geschiedenis van Aeneas en Dido in levensgroote figuren, overgebracht uit een huis te 's Gravenhage; meer dan levensgroot portret (XVII d) ten voeten uit van Maria II Stuart; portret van Prins Maurits: borstbeeld in harnas; reeks van voorstellingen (XVIII d) betreffende Baron van Dedem als Staatsch gezant bij de Porte; familieportretten (XVII a-XIX A) hoofdzakelijk uit de geslachten van Knobelsdorff, van Dedem en Sloet. Voorts ijzeren haardplaten (1661 en XVIII), groote verzamelingen oudheden: porselein en glaswerk, meubels, uurwerken, stoffen, gebrandschilderde ruitjes, rouwborden, wapenen e.a. Bij het ingangshek twee bronzen vuurmonden op affuiten, in 1787 en 1788 gegoten door Joh. Maritz, afkomstig van de voormalige havezate De Gelder. Bouwhuizen (1687 en 1694, blijkens jaartallen in de gevels).
Wije-Boerhaar. e. De R.K. KERK (H. Willibrordus), in 1819 gebouwd, bezit: Verguld zilveren monstrans (XVI a), midden-XIX onoordeelkundig gerestaureerd.
Wilsum. e. De NED. HERV. KERK (H. Lambertus), XI gesticht, in 1170 tot parochiekerk verheven, XIV en XV gewijzigd en vergroot,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
148 1901-1902 gerestaureerd, is een gebouw, hoofdzakelijk van grofkorreligen tufsteen opgetrokken, bestaande uit een éénbeukig schip (XII), een 5/10-gesloten koor (XIV), een vierkanten toren (± 1100) met een houten spits (1837). In het benedengedeelte der muren van schip en toren worden de lagen van het tufsteenen metselwerk afgewisseld door twee rollagen. Baksteenen steunbeeren (XV). Dichtgemetselde rondbogige vensters. Aan de noordzijde van het schip een dichtgemetselde ingang met latei en posten van roode zandsteen. Een cartouche met: 1611. Groote spitsbogige vensters. De toren bestaat uit twee geledingen, waarvan de bovenste met een kleine versnijding terugspringt. Gekoppelde rondbogige galmgaten met tusschenzuiltjes. Inwendig: in het schip baksteenen kruisgewelven (XV), op zandsteenen ribben, en in de koorsluiting op tufsteenen ribben, neerkomend op geprofileerde draagsteenen, waaronder een kort muurzuiltje, dat op een horizontale lijst doodloopt. Boven de gewelven overblijfselen van een vroegeren oostelijken muur van het schip, met de moet der verhooging bij den aanbouw van het koor. Tegen den oostmuur van den toren de moet van een lager zadeldak. De benedenruimte van den toren, zonder gelijkvloerschen toegang, wordt overdekt door een tufsteenen tongewelf, waarin een ‘angstgat’. In den oostmuur der hierboven gelegen verdieping geeft een rondbogige doorgang verbinding tusschen toren- en kerkruimte. Op de tweede verdieping, in den oostmuur, een dichtgemetselde rondbogige opening, vroeger toegang gevend tot het dak der oude kerk. Op de derde verdieping, in den oostmuur, een rondbogige lichtopening, thans uitkomend op de gewelven van het schip. In de vierde (bovenste) verdieping een klokkestoel. De kerk bezit: Preekstoel (XVIII b). Banken (XVIII b). Twee roode zandsteenen deksels (XI-XII?) van doodkisten. Klok, in 1611 gegoten door Henrick Wegewart.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
149 Een gebarsten klok, in 1472 gegoten door Jan Ghisberts Potghyter, uit dezen toren afkomstig, is thans in het geschiedkundig museum te Zwolle. g. Boven de deur eener oude BOERENWONING een gevelsteen (± 1700?) met opschrift betreffende een herbouwing.
Zalk en Veekaten. Zalk. e. De NED. HERV. KERK (H. Nicolaas), omstreeks 1400 gebouwd ter plaatse eener oudere, is een tufsteenen gebouw, bestaande uit een eenbeukig schip met een ⅝-gesloten koor en een vierkanten toren (XII d), in 1612 hersteld. Steunbeeren. Spitsbogige vensters. In den noordmuur, bij den toren, een dichtgemetselde getoogde ingang, met fragmenten van bergsteenen posten en latei. De toren bestaat uit vier geledingen en heeft geen toegang van buiten. In de derde geleding galmgaten met gemetselde tusschenstijlen; in de bovenste geleding galmgaten met romaansche zuiltjes. Inwendig (geheel gewit): Baksteenen kruisgewelven, wier ribben rusten op kort muurzuiltjes met eenvoudige kelkvormige kapiteelen. Tusschen kerk en toren een spitsbogige verbinding. De benedenruimte van den toren is overkluisd met een spitsbogig baksteenen tongewelf, thans doorgebroken. In den zuid- en westmuur lichtsleuven; boven deze laatsten is een groote segmentvormige boog gemetseld. In den noordmuur gaat een uitgespaarde trap tot de tweede verdieping; het verdere gedeelte is weggebroken. Op de derde verdieping een eiken klokkestoel. De kerk bezit: Altaarsteen. Eiken preekstoel (XVII a, geverfd). Koperen lezenaar (XVII c). Heerenbank (XVII b), later hersteld met overblijfselen van een doophek (XVII a), waarvan ook nog fragmenten zijn aangebracht in een geverfd houten schot tusschen schip en koor.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
150 Gebeeldhouwde grafzerk (XVI a) van Johan Willemsz. van Bouchorst († 1512) en Aleida van Bouchorst († 1517). Twee gebeeldhouwde zerken (XVII) met de wapensvan Bouchorst, Oer en Sloet. Zilveren Avondmaalsbeker (XVII A) met wapens-Oer, Sloet, Westerhof en Buchorst. Keuren: K., Zwolle, en toren (Kampen?); zilveren broodschaal (XVII); drie zilveren schotels (1831). Klok. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII).
Zwartsluis. e 1. De NED. HERV. KERK, in 1604 gebouwd ter plaatse eener R.K. kapel, in 1649 vergroot met subsidie van de stad Haarlem, en andermaal vergroot in 1743, in 1865 gewijzigd, in 1894 hersteld, bestaat uit een eenbeukig schip, in 1865 ontstaan door samentrekking van de vroegere twee beuken, en een driezijdige sluiting. Op de westzijde een torentje. Aan de zuidzijde overblijfselen (XVI). Aan de noordzijde een opschrift (1649) betreffende het leggen van den eersten steen. Inwendig: gepleisterde zoldering. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1683). Eiken doophek (XVII d). Eiken banken (XVII d). Avondmaalszilver: twee bekers (1725), kan (1849), schotel (1761), en twee collectebakjes (1761). Tweearmige koperen kandelaar (1683). Twee klokken, waarvan een in 1566 gegoten door Adriaan Steylart, en een, in 1606 door Henrick Wegewaert. 2. De DOOPSGEZINDE KERK heeft een gevelsteen betreffende het leggen van den eersten steen in 1842. f. In het DIACONIE ARM- EN WEESHUIS een stichtingssteen: 1763.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
151 g. Puntgevels, welker zijkanten te halver hoogte onderbroken worden door een trapje met zandsteenen afdekkingen: 1. W 2, 230. Puntgevel. Baksteenen waterlijsten. Gevelsteen: aalkorf en 1679. 2. W 1, 170 en 171. Dergelijke gevel. Schildhoudende topleeuw. Kraagsteen met kinderfiguur. Nokanker. 3. W 3, 124. Dergelijke gevel (XVII). 4. W 2, 108. Dergelijke gevel. Ankers 1789. Voorts: 5. W 1, 66 en 67. Gepleisterd fragment van een trapgevel. Waterlijst. Gevelsteen: 1628. 6. W 2, 69. Fragment van een halsgevel. Op de hoeken zandsteenen aanzetkrullen. Gevelsteen: 1737.
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: W 1, 63 (1717); W 1, 27 (1724); W 1, 115 (1733); W 1, 93 (1739); W 1, 30 (XVIII, met gemeentewapen); W 2, 250 (XVIII). W 1, 161. Windvaan (XVII).
Zwolle. a. Voorhistorische monumenten. Een Frankische bronzen naald met knop met ingesneden ornament, hier gevonden, is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
b. Verdedigingswerken. Van de stadspoorten bestaat nog slechts: 1. De SASSENPOORT, vermoedelijk in 1409 gebouwd, ter plaatse eener oudere (in 1393 vermeld), XVIII (?) gewijzigd, waarbij de dakruiter vervangen werd door een klassicistisch koepeltorentje; sinds 1893 Rijksmonument, 1893-1898 gerestaureerd, thans Rijksarchief, is een van baksteen, met spaarzame toepassing van bergsteen opgetrokken vierkant bouwwerk met vier hoektorens,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
152 waarvan de twee aan de veldzijde rond, de beide kleinere, aan de stadszijde, achthoekig van grondplan zijn. Spitsbogige doorgang, overkluisd door een vierdeelig baksteenen kruisgewelf met zandsteenen ribben, rustend op gebeeldhouwde kraagsteenen. Gebeeldhouwde sluitsteen, voorstellend den aartsengel Michaël. De twee buitentorens gaan te halver hoogte van rond in achtkant over, door overkraging op een bergsteenen spitsboogstelling met gebeeldhouwde draagsteentjes. Aan de bovenzijde een dergelijke omloopende boogstelling, waarop een weergang met moderne kanteelen (1898) is overgemetseld. Tusschen de buitentorens een meezekooi met werpgaten, versierd door nissen in bergsteenen omlijsting. Boven de poortbogen spitsbogige nissen van vroegere heiligenbeelden. Dakruiter en spitsen met dakkapellen, in 1894-'98 vernieuwd. Inwendig: op de eerste verdieping, in een vensternis, een eiken spinde (XV) met beslag. In een ander vertrek boven een deurtje een toog en een latei van Bentheimersteen. In den hangtoren aan de zuidwestzijde, op de tweede verdieping, een gemetseld kielgewelf. Op dezelfde verdieping een lager van Bentheimersteen voor de kettingen van het vroegere valhek, en in twee hoeken gemetselde overkragingen der hoektorens. Gevangencel, waarin een ketting. Klok, in 1731 gegoten door de Grave en N. Muller, en een, in 1732 gegoten door N. Muller. 2. Nabij de Vosjessteeg de WIJNDRAGERSTOREN (?), overblijfselen (XV d) van een ronden baksteenen vestingtoren, met een gedeelte van een spitsboogfries. 3. Aan de westzijde van het Pelserspoortje, bij de Waterstraat overblijfselen (XV d) van een ronden baksteenen VESTINGTOREN, met geschutgaten in bergsteenen omlijsting.
c. Pompen, enz. Gebeeldhouwde bergsteenen pomp (XVIII c), met twee uit-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
153 laten, in de Hoogstraat. Een dergelijke pomp in de Kamperstraat, en een in de Luttekestraat.
d. Wereldlijke openbare gebouwen. 1. Het PALEIS VAN JUSTITIE is een in 1840 in nieuw-Griekschen trant opgetrokken gebouw. 2. Het HUIS VAN BEWARING, aan den Spinhuiswal, heeft een ingang (1739), waarboven drie beelden en het wapen der provincie. 3. De BROERENKAZERNE, oorspronkelijk klooster der Dominicanen (zie e 12), sinds 1830 voor het tegenwoordige doel ingericht en daarbij gewijzigd, in 1877 gedeeltelijk verbrand en herbouwd, heeft boven de poort een sluitsteen met: 1821. 4. De HOOFDWACHT, in 1614 aan de noordzijde van het koor der St. Michaëlskerk, ter plaatse der vroegere gerfkamer, door Adam Straes van Weilburg naar het ontwerp van Thomas Berendsz. opgetrokken, in 1887 gerestaureerd, is een baksteenen gebouw, met rijke toepassing van bergsteen. Breede Ionische kroonlijst met cornissingen, rustend op consoles met kopjes, en bekroond door een balustrade met obelisken. Boven de middenpartij een topgevel, geflankeerd door gebeeldhouwde Ionische pilasters en zware vleugelstukken, en bekroond door een doorbroken driehoekig fronton, waarboven het stadswapen. In dezen top drie halfrond getoogde gekoppelde vensternissen, met kopjes als sluitsteenen. Hieronder een latijnsch opschrift en: 1614. Vensters met bergsteenen kruiskozijnen (1887). Te weerszijden van het middenvenster twee rondbogige ingangen, waarboven sluitsteenen met kopjes. 5. Het RAADHUIS, in 1447-1449 gebouwd door mr. Berend van Covelens, in 1821 uit- en inwendig sterk gewijzigd, in 1844 met het voormalige Wijnhuis (1448-1449) achter één gevel vereenigd, in 1863 en 1867 samengetrokken met het vroegere Meenthuis
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
154 (1448), den Raadhuistoren (1448-'52) en de School (1443-1445) en andermaal verbouwd, bezit van het oorspronkelijke gebouw nog slechts drie, een binnenplaats omsluitende, gepleisterde achtergevels, met korfbogige vensternissen en geprofileerde waterlijsten. Inwendig: De voormalige raadkamer, thans trouwzaal, in 1448 ingewijd, bezit van hare oorspronkelijke betimmering (schepengestoelte en schotwerk, in 1658 verwijderd) nog slechts vier eikenhouten muurkastjes, deels in 1448 door Geert den Kistemaker, deels in 1449 door mr. Johan van Lubecke vervaardigd, met cirkelvormige traceeringen door mr. Berend en smeedwerk van mr. Herman van Campen. Eiken zoldering, bestaande uit kinderbalken op zeven zware moerbalken met sleutelstukken, aan de zijkanten met bladornament, gesneden door Henric Claessoen, en gedragen door gebeeldhouwde figuren, vervaardigd door mr. Johan van Campen. Van den, in 1447 door mr. Herman van Colne (Keulen) vervaardigden schoorsteen bleef nog slechts de boezem bewaard; hierboven de mantel met beschilderd fries (XVIII?), waarin drie wapenschilden, en waartegen drie ijzeren luchters, in 1449 door mr. Herman van Campen gesmeed. Tegen de schacht een schildering (1606, op paneel), voorstellend het Laatste Oordeel, in een rijk gesneden omlijsting, in 1606 vervaardigd door mr. Sweer Kistemaker. Op de hoeken van den schoorsteenmantel twee gesneden borstbeelden op geprofileerde voetstukjes, waarin: 1550, van elders afkomstig. Tegen de achterzijde van den boezem vier gegoten ijzeren paneelen (XVI c), met zinnebeeldige voorstellingen. Gesneden houten kast (XVI c), waarin drie beulszwaarden. Eiken hek (XVII c), met balie en zitbanken. Twee koperen lichtkronen (XVI a), met Mariabeeld, vermoedelijk afkomstig uit de schepenkapel in de Groote kerk, en in 1685 hersteld door Adriaan Broekman. Geschilderde portretten (XVIIc-XVIIIc) der Oranje's, in gesneden vergulde lijsten. Schilderij (± 1625, op paneel), voorstellend een gezicht op Zwolle van het Noorden. Bord met raadsgebed, in 1727 geschilderd door G. Rembrantse te Zwolle.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
155 In een der wanden een uurwerk, in 1728 vervaardigd door W. Bramer D oude. De kelder onder deze zaal is overkluisd met baksteenen tongewelven. Tusschen vestibule en binnenplaats een eiken deur (geverfd) met slotplaat en gehengen (XVI). In de bodekamer een secretaire (XVIII d) en twee stoelen (XVIII d). In de kamer van den secretaris een kastje (XVIII d), een spiegel (XIX a) en een albasten pendule (XIX a).
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. of GROOTE KERK (H. Michaël), in 1040 vermeld, als schenking van bisschop Bernulphus aan den proost van het kapittel te Deventer, omstreeks 1400 verbouwd, in 1452 overwelfd, XVI en XVII meermalen door brand, in 1682 door het instorten van den toren geteisterd, in 1686 hersteld, en andermaal, 1882-1896 met Rijkssubsidie, door Dr. P.J.H. Cuypers en L.C. Hezenmans, is thans een driebeukige, uitwendig grootendeels tufsteenen hallenkerk, wier zuidbeuk een travee korter is dan de beide andere, terwijl ze elk een ⅝-gesloten koor hebben (van het N. naar het Z.: O.L.V. koor, St. Michaëlskoor en St. Pieterskoor). Tegen de westzijde is in 1688, na het instorten van den toren, een achtkante consistoriekamer gebouwd. Aan de noordzijde een groot vierkant portaal (benedengedeelte met bergsteen bekleed, bovendeel baksteen met bergsteenen negblokken) met half-zeskanten traptoren tegen den oostmuur. Tegen den kerkmuur westelijk van dit portaal eenige moderne gebouwen; aan de oostzijde de hoofdwacht (zie d 2) ter plaatse van de voormalige gerfkamer. Tusschen midden- en zuidkoor een later aangebouwde Mariakapel. Aan de zuidzijde, tegen het St. Pieterskoor, een kapel (XVI a), volgens overlevering voor de melaatschen bestemd; voorts een portaal en eenige moderne aanbouwsels. Eensversneden steunbeeren. Het noordelijk portaal (XVI a, 1888
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
156 gerestaureerd) heeft een tweedeeligen ingang met rechten bovendorpel, waarboven een venster met vischblaastraceeringen; het geheel is gevat in een rondbogig afgedekte nis. Hoog tentdak, bekroond door een beeld van den H. Michaël (nieuw). In een sluitingsmuur van het middenkoor, aan de zijde der Sassenstraat, een gebeeldhouwde boogtrommel (midden-XIII, Westfaalsch werk) van roode zandsteen, voorstellend het zitten in Abraham's schoot. Het zuidelijk portaal (1568, in 1720 vernieuwd door Lubbert Hage), geheel met bergsteen bekleed, heeft pilasters en een gebeeldhouwde bekroning (XVIII a). In de latei van een venster in den zuidmuur: 1720. Inwendig: in den oostwand van het noordelijk portaal een tot den traptoren toegang gevende deur (XVI a) met cirkelvormig gestoken kruisklampen, waarboven een spitsbogige trommel, gevuld met beeldhouwwerk (XVI A), voorstellend het wapen der stad, gehouden door twee engelen. Boven de deur in de kerk: 1719. Kruisribgewelf. In het zuidportaal een jaartal: 1720. De geheele kerk is overkluisd met kruisribgewelven. In den noordwesthoek, naast het orgel, een open bergsteenen wenteltrap (± 1680). In de consistoriekamer latijnsche opschriften betreffende den bouw (1688) en de herstelling (1898). Onder deze kamer een toegang tot de kerk, overdekt met een vlak baksteenen gewelf. Over de zuiderkapel twee kruisribgewelven (XVI a). De kerk bezit: Piscina (XV c). Gebeeldhouwd eiken koorhek, in 1597 vervaardigd door Sweer Kistemaker, met koperen spijlen, gegoten door Geerdt Swelinck. Rijk gesneden eiken preekstoel, in 1617-1622 vervaardigd door Adam Straes van Weilburg. Doophek en banken (XVII). Koperen lezenaar (XVII c), en een dergelijke (XVIII a). Orgel met rugpositief, 1719-1721 vervaardigd door de gebroeders Johan George en Frans Caspar Snitger uit Hamburg; rijk gebeeldhouwd front door Jurrien Westerman te Amsterdam,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
157 waaraan lofwerk, gesneden door Herman van den Burg. In het lampet een cartouche met opschriften: 1721, en het wapen-Hueten. Het instrument werd in 1882 hersteld door de firma van Oeckelen te Groningen. Twee eiken ridderschapsbanken (XVIII c). Eiken banken en deuren (XVI d, XVII b en XVIII a). Eiken kast (XVII a). Gebeeldhouwde grafzerk met (zeer geschonden) voorstelling van Golgotha, waaronder een opschrift in gothische minuskels, en: 1425. Epitaaf (in den noordbeuk) met cartouche, waarin een opschrift, en waaronder gebeeldhouwd een kreeft den wereldbol dragend; een latijnsch opschrift er onder vermeldt het jaartal 1584. Overblijfselen (XVI b) van een grafteeken. Grafzerk van den schilder Gerard ter Borch († 1681). Verschillende zerken (XVI-XVIII). Muurschilderingen (XV): aan de westzijde van den pijler, waartegen de preekstoel staat, eene voorstellende Christus aan het kruis; aan de noordzijde van den eersten noordelijken pijler van het middenkoor twee heiligen; aan den noordoostelijken wand van het noordelijk koor een groote, niet meer te onderscheiden voorstelling; een tegen de westzijde van den laatsten pijler tusschen midden- en zuidbeuk; in den noordwand der oude Mariakapel een, voorstellende een zelfkastijder, met spreukbanden; tegen de oostzijde van den westmuur dezer kapel een kruisdraging; tegen den zuidoostelijken wand van den zuidbeuk drie figuren. Gewelfschilderingen: in alle gewelven sterk opgefrischt of nieuw bloemen- en rankenornament. In het westelijk gewelfvak der voorlaatste travee van het middelste koor een, voorstellend den H. Michaël met het stadswapen. In het noordelijk koor bij den sluitsteen een naaktfiguur met het stadswapen, waarboven: 1707. Schilderij (1691, door H. ten Oever), voorstellende de Zwolsche predikanten van dit jaar.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
158 Koperen kroon (1636), naar welke de andere bij de restauratie vervaardigd werden. Twee koperen lichtarmen (XVII c) op den preekstoel. Verguld houten lichtkroon (XVIII d) in de consistoriekamer. Rouwbord van Johannes van de Linde († 1742.) Avondmaalszilver: vier bekers met het wapen der stad en: 1680; vijf schotels met wapen-van de Linde, randschrift en: 1849. Uurwerk (1683) in het noordelijk koor. 2. De NED. HERV. BETHLEHEMSCHE KERK, in 1308 gesticht door Bernhard van Vullenho, als kerk van het klooster Bethlehem in 1324 afgebrand, op de tegenwoordige plaats herbouwd, XV verbouwd en gewijzigd, sinds ± 1580 in gebruik bij de Hervormden, is een tweebeukige baksteenen hallenkerk, bestaande uit een noordbeuk (XV b) met ⅝-gesloten koor, en een rechtgesloten zuidbeuk (XV), met een vierkanten traptoren tegen de zuidoostzijde. In den noordgevel rond- en spitsbogige nissen en overblijfselen van een rondboogfries (XIV a, vermoedelijk een vroegere gootlijst). In de vijfde travee overblijfselen van een grooten boog. In de koorsluiting van den noordbeuk een rondbogige ingang (XVII), met een sluitsteen, waarin het stedelijk wapen. In den zuidelijken muur zijn drie reliefs (XV b) van roode zandsteen aangebracht, voorstellend: de kruisiging, een nood Gods, en een Lorrijnsch kruis, vroeger geplaatst bij het graf van Johannes van Kempen, broeder van Thomas. Inwendig: steenen kruisribgewelven (XV). Tusschen beide beuken ronde zuilen met lijstkapiteelen en bezet met smalle, geriemde schalken, waarop de gordel- en scheibogen rusten. Tegen den noordmuur komen de gewelfribben neer op halve zuilen, tusschen welke zich dichtgemetselde scheibogen bevinden. Aan de zuidzijde rusten de ribben op muurzuiltjes met bladkapiteelen en gebeeldhouwde draagsteenen (midden-XVI). Boven de gewelven, tusschen de vierde en vijfde travee, overblijfselen van een gedeeltelijk gesloopten
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
159 muur. In een der kapgebinten boven den zuidbeuk sporen, waarschijnlijk van een vroegere torenconstructie. De kerk bezit: Orgel, met opschrift en: 1826, en het wapen-Queijsen. Zilveren beker met gegraveerde wapens van Zwolle en van Haerst, opschrift en: 1583; een dergelijke kelk met opschrift en: 1586; dergelijke, met Latijnsch opschrift, stedelijk wapen, wapenvan der Marsch en: 1587; een kleinere met opschrift, wapen-van der Lawick, en: 1605. Deze bekers behooren vermoedelijk tot het vroegere stadszilver. 3. De NED. HERV. BROERENKERK (H. Thomas van Aquino), in 1465-1468 gebouwd naar de plannen en onder leiding van P. Engelbertus Messemakers voor het tezelfdertijd gestichte klooster der Dominicanen, waarvan de bouwmeester de eerste prior was; in 1580 ontluisterd door de beeldstormers, in 1610 in gebruik genomen door de Hervormden, in 1795 gebruikt als paardenstal en voor militaire winteroefeningen, in 1809 weer ingericht tot Hervormde kerk, in 1830 tot kazerne, in 1909 bebelangrijk hersteld, is een baksteenen hallenkerk, bestaande uit een langgestrekten noordbeuk met ⅝-gesloten koor, een korter en smaller, rechtgesloten zijbeuk, en, tegen den noordmuur, een gang, overblijfsel van het vroegere pand van het klooster. Hooge spitsbogige vensters, waaruit de traceeringen zijn weggebroken. Steunbeeren. Aan de westzijde twee puntgevels met spitsbogige nissen, in de noordelijke waarvan de oorspronkelijke posten en traceeringen bewaard bleven. Over iederen beuk een zadeldak. Inwendig (geheel gewit): Steenen kruisgewelven, wier ribben in het midden neerkomen op slanke, ronde zuilen met smalle kapiteelen, omkransd door hanevoet-ornament. Dergelijk ornament aan de kapiteelen der korte, op gebeeldhouwde kraagsteenen rustende muurzuiltjes, die, tegen den noordwand, de aanzetten der gewelven dragen. De muurzuiltjes in den zuidbeuk en de schalken in het koor hebben eenvoudiger kapiteelen (XV d). In
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
160 den noordwand groote spitsbogige nissen met posten en traceeringen. De kloostergang is overdekt met steenen kruisribgewelven. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Orgel (1824), met opschrift en wapen-Queijsen. Banken (XVII c). Grafzerken (XVII-XVIII). Zilveren beker met opschrift, wapen-Twenhuisen, gemeentewapen en: 1566; dergelijke beker, met opschrift, wapens en: 1573; een met opschrift, wapens en: 1585; en een (XVII) met opschrift en wapens. 4. De SINT GEERTRUIDAKERK, XV B gebouwd, onder leiding van Albert van Calcar, bouwmeester en rector van het Fraterhuis, sinds 1810 eigendom der in 1686 gestichte Waalsche gemeente, is een overblijfsel van een vermoedelijk omstreeks 1390 door Geertruid Kadeneter gesticht vrouwenconvent. Eenbeukig baksteenen kerkje met een ⅝-gesloten koor, en eenen met vijf zijden van een achthoek uitgebouwden traptoren. Inwendig: steenen netgewelven, wier ribben rusten op geprofileerde kraagsteentjes. In de drie meest oostelijke wanden der koorsluiting spitsbogige vensternissen, in twee waarvan de oorspronkelijke vischblaastraceeringen bewaard bleven. In den westwand boven den ingang een dergelijke nis. De kerk bezit: Preekstoel (XIX), ter vervanging van een, in 1685 door Hermannus van Arnhem vervaardigd. Een zilveren Avondmaalsbeker (1694), uit deze kerk afkomstig, is thans in het Overijsselsch geschiedkundig museum. 5. De LUTHERSCHE KERK, in 1649 gebouwd tegen den ouden stadsmuur, in 1850 inwendig gewijzigd, in 1889 verhoogd en verbouwd, heeft twee windwijzers (1799), voorstellend een zwaan en een lam. Zij bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
161 Eiken preekstoel (XVIII c). 6. De DOOPSGEZINDE KERK, reeds XVII d bestaande, werd in 1706 hersteld, en in 1846 verbouwd. Zij bezit: Twee zilveren bekers (1661), een (1670), en nog een (1851). 7. De R.K. KERK (O.L. Vrouw Hemelvaart), in 1463 gebouwd ter plaatse eener in 1393 door Gerard van Spoelde gestichte, in 1399 gewijde kapel, sinds de Hervorming buiten gebruik, in 1809 door Lodewijk Napoleon aan de Katholieken teruggegeven, in 1871 vergroot door den aanbouw van twee kapellen aan de noord- en twee aan de zuidzijde, in 1887 met een zuid- en in 1889 met een noordbeuk, is een oorspronkelijk eenbeukige kruiskerk, met een ⅝-gesloten koor, en eenen vierkanten toren, vóór 1484 begonnen, in 1487 en 1494 voortgezet tot aan de spits en met een pannendak gedekt, in 1538 verhoogd, aanvankelijk door Simon Pinet, die bedrog pleegde en opgevolgd werd door mr. Jacob van Ceulen; welke in 1540 den bouw voltooide. De spits brandde in 1815 af en werd in 1828 in den tegenwoordigen vorm hersteld. De toren bestaat uit een vierkant gedeelte van drie een weinig versnijdende geledingen (XV d), een achtkant (XVI b) van baksteen met bergsteenen banden, en een koepelvormige afdekking (1828). In de onderste geleding, aan de westzijde, een spitsbogige ingang met een nisje in den boogtrommel. In alle gevels spitsbogige nissen met vischblaastraceeringen. Op de hoeken der bovenste geleding van het vierkant voetingen van arkeltorentjes, waartusschen een balustrade (XIX b?). Het achtkant heeft op de hoeken eensversneden steunbeeren, tegen den zuidoostelijken hoek een halfachtkanten traptoren, en een gothisch geprofileerde waterlijst. Het noordelijke en het noordwestelijke venster van dit achtkant hebben nog de oorspronkelijke omlijsting, de overige zijn in 1828 gerestaureerd en gewijzigd. Het inwendige der kerk is geheel verbouwd. In den aan de burgerlijke gemeente behoorenden toren een overzolderde be-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
162 nedenruimte, waarboven de met een kruisribgewelf overkluisde eerste en de tweede verdieping tot reserve-watertoren zijn ingericht (het reservoir bevindt zich op de tweede verdieping). Op de tweede verdieping, in den oostmuur, een dichtgemetseld spitsboogvenster. Op de derde verdieping een nieuwe ijzeren klokkestoel (de klokken zijn ± 1908 van de vierde naar de derde verdieping overgebracht). Op de vierde verdieping in de bovenhoeken gemetselde uitkragingen voor den overgang naar het achtkant. De kerk bezit: Orgel (vernieuwd in 1896). Houten kruis met corpus (XIV d, de armen van later tijd); houten beeld (XV d), voorstellend de H. Maagd met het Kind, staande op de halve maan; houten Pietá (XVI a); houten beeld (XVI a), voorstellend den H. Franciscus van Assisi; zilveren borstbeeld (XVIII d), voorstellend den H. Ignatius van Loyola op ebbenhouten met zilver gemonteerd voetstuk; soortgelijk borstbeeld (XVIII d), voorstellend den H. Franciscus Xaverius. Schilderij (XVII a trant van P. de Grebber op doek), voorstellend de kruisafneming. Schilderij (XVII b, Hollandsche of Vlaamsche school), voorstellend Maria Magdalena aan den voet van het kruis. Zilveren reliekhouder (XVIII c) met drijfwerk. Verguld zilveren ciborie (XVIII c) op voet (XVI d); twee verguld zilveren miskelken (1676 en XVIII c) met drijfwerk. Canonbordjes in gedreven zilveren lijsten (XVII c). Zilveren wierookvat (XVII b), met gedreven borstbeelden van heiligen. Bronzen schel met opschrift en: 1542. Vier groote zilveren kandelaars (XVII b) met wapens van Zwolsche geslachten, en twee dergelijke kandelaars zonder wapens. Vier kleine zilveren kandelaars (XVII a). Koperen lamp (XVII d). Koperen hangblaker (XVII). Roodzijden kasuifel (XVII a/b) met verguld zilver bewerkt, en bijbehoorend kelkvelum en bursa.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
163 Missaal. Aflaat-bul (1399) op perkament, van Paus Bonifacius IX, ten behoeve van den bouw der kerk. Vier klokken. waarvan een in 1484 gegoten door Gherard van Wou, een in 1714, door Claes Noorden en Jan Albert de Grave, een in 1759 door J. en P. Verbruggen en een zonder opschrift of jaartal. In de pastorie dezer kerk bevinden zich voorts nog: Schilderij (paneel), voorstellend Thomas van Kempen op den Agnietenberg. Schilderij (1654, op doek), voorstellend Thomas van Kempen, den Agnietenberg en omstreken. 8. De R.K. KERK (H. Michaël), in 1892 gebouwd door den architect N. Molenaar, bezit: Portret van Volquerus Herckinga, pastoor te Zwolle (1618-1622), door Eva van Marle (?) op paneel; portret (1650, door Evavan Marle) van denzelfde in priestergewaad, op paneel; portret (1622) van een missionaris; portret van pastoor Arnoldus Waeyer (1640-1692), op paneel; portret (± 1660-1670, door R. Koets, op doek) van Sophia de Zwiersen; portret (XVII c, door R. Koets, op doek) van een priester; schilderij (XVIII, door Herman Wolters, op doek), voorstellend Thomas van Kempen, geknield voor de H. Maagd; schilderij (XVIII), vermoedelijk voorstellend Thomas van Kempen, geknield voor de H. Maagd; schilderij (1719, op doek), voorstellend de aanbidding der herders, door J. de Wit; schilderij (door J. de Wit, vermoedelijk een copie naar Abr. Bloemaert), voorstellend de opwekking van Lazarus. Kleinen verguld zilveren reliekschrijn (XVI d). Gebeeldhouwden reliekschrijn (1673), geschenk van keurvorst Maximiliaan van Keulen, bevattend de overblijfselen van den H. Thomas van Kempen (geborgen in een in 1897 door W. Mengelberg vervaardigd gedenkteeken). Houten ziekenbusje (1660).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
164 9. De R.K. KERK (H. Thomas van Aquino) van het Dominicanen-klooster (1901-1902, door J. Kayser) bezit: Schilderij (XVII, Vlaamsche school, op doek), voorstellend Alanus de Rupe († 1475) met de H. Maagd en het Kind; dergelijke schilderij, op paneel, in een zwarte houten lijst met opschrift. Voorts portret (1804, door H.A. Bauer) van bisschop N.J.A. Steins O.P. (1756-1836); schilderij (XVII), voorstellend Eelco Liauckama (1328), afkomstig uit de kapel van Wiarda-State te Goutum. Gedreven zilveren monstrans (± 1700), afkomstig van de stad Groningen. 10 De NED.-ISRAËLIETISCHE SYNAGOGE bezit: Eikenhouten ark (XVIII b). Twee zilveren thora's (XVII b). Zilveren schild (XVII c). Drie zilveren leeswijzers (XVII c-XVIII d). 11. Van het voormalig KLOOSTER BETHLEHEM bestaat, behalve de kerk (zie e 2), nog slechts het vroegere refectorium of REVENTER, ± 1350 gebouwd, na de Hervorming herhaaldelijk gewijzigd, in 1876 door verbouwing verminkt, in 1915-1917 gerestaureerd met Rijkssubsidie en geheel vernieuwd, thans handelsschool. Tegen den oostelijken gevel een traptorentje, waarin een steenen wenteltrap. Oorspronkelijke kelders (XIV B), waarvan een met baksteenen tongewelven (als onder het raadhuis), en een met kruisgewelven op vierkante pijlers. In de muren spaarnissen. De keldervloer is geplaveid met reuzenmoppen, afkomstig van de vroegere afbraak. 12. Van het vroegere PREDIKHEEREN- OF BROERENKLOOSTER in 1465-1493 gebouwd, bestaan, buiten de kloosterkerk (zie e 3) nog slechts de volgende overblijfselen: Fragmenten (XV d) van den voormaligen kloostergang, op de
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
165 binnenplaats der Broerenkazerne (zie d 3). Het oostelijk deel hiervan brandde in 1877 af en werd herbouwd. Achter de Broerenkerk de voormalige LIBRIJE, in 1614 in het openbaar verkocht, sinds 1743 in het bezit der stad, in 1758-1899 als synagoge gebruikt, in 1901 aan het Rijk afgestaan en hersteld onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers.
f. Gebouwen van liefdadigheid, wetenschap en kunst, enz. 1. Het HUIS DER WEEZEN, ter plaatse van het voormalige klooster der H. Caecilia (convent ter Kinderhuis, vóór 1394 gesticht, in 1417 gebouwd, na de Hervorming grootendeels tot weeshuis ingericht) opgetrokken, omstreeks 1795 huis der Hervormde weezen genoemd, het achtergedeelte in gebruik als dolhuis tot ± 1835; XVII, XVIII en XIX herhaaldelijk verbouwd, het laatst in 1907, heeft een voordeur geflankeerd door zandsteenen pilasters (XVII b), en afgedekt door een kroonlijst, waarboven beelden van een weesjongen en -meisje en een cartouche met ovale lichtopening en gemeentewapen. Het gesticht bezit: Eiken kast (XVII b). Delftsch aardewerk (XVII d): drie kommen, twee potten en een vaas. Schilderij (XVII c, doek door P. van Noort), voorstellende jacht en visscherij. Schilderij, voorstellend een heer in kleederdracht van 1650-1660 (gaat door voor het portret van Herman van den Busch [† 1508], blijkens een bordje met geschilderd opschrift). Koperen offerbus (XVI b), met bordje. 2. Het OUDE MANNEN- EN VROUWENHUIS der Ned. Herv. gemeente bezit: Koperen kaarsenkroon (XVII), in de gang. In de regentenkamer een schilderij (XVII c, waarschijnlijk door H. ten Oever) voorstellende een familiegroep in een landschap, met, op den achtergrond, de torens van Zwolle.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
166 In het bureau der NED. HERV. DIACONIE, Nieuwe Markt 28, bevinden zich: eiken kleerkist (XVII a); schilderij (XVI d, Hollandsche school), voorstellende het Laatste Oordeel; twee offerbussen. 3. Het R.K. GESTICHT VAN LIEFDE, in 1847 gebouwd ter plaatse van het voormalig burgerweeshuis (1655-1795 gevestigd in het vroegere klooster der Augustinessen), bezit: Zilveren ciborium (XVII c), oorspronkelijk een kelk. Rozenkrans (XVIII), rijk met goud gemonteerd. 4. Het VROUWENHUIS, Melkmarkt, in 1742 gesticht door Aleida Greve, heeft een geschonden baksteenen trapgevel (XVII b) met ontlastingsbogen, zandsteenen afdekkingen, waterlijsten en boogblokken. Gevelsteen met: 1742. Sierankers. Inwendig: gang, in het voorgedeelte met een poortje in omlijsting van profielsteen, in het achtergedeelte met een gesneden houten tongewelf. In de zg. steenen kamer (in 1885 gerestaureerd) een spiegel (XVIII c) en stoelen (XVII c); schilderij (± 1640, Hollandsche school), voorstellend een zeegezicht; schilderij (1689, door Cornelia van Marle), voorstellend Aleida Greve en Cornelia van Marle met hare huishoudster in de steenen kamer. In de regentenkamer, meubels (XVII c), stoelen (XVII d) en vier matgewerkte zilveren bekers (XVIII) met gepolijste wapens; vijf ovale portretten (1648, door Eva van Marle?), voorstellende leden der familie Greve; een dergelijk portret (niet gemerkt); schilderij (XVII c, door P. van Stenvelden), voorstellend een gezicht op Gibraltar; schilderij (1686, door Cornelia v. Marle), voorstellend Diana in een landschap; schilderij (1686, door Sophia Holt), voorstellend Cleopatra; portret (1686, door Cornelia Holt) eener dame met vruchten; dergelijk portret (1686, door dezelfde) eener dame met papegaai; zelfportret (1687) door Aleida Greve; portret (1688, door Aleida Greve) van een heer; twee kleine landschappen (1689, door dezelfde); stilleven (1689, door dezelfde) van doode vogels; schoor-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
167 steenstuk (XVII d of XVIII a) met bloemvaas; op de deur, aan de buitenzijde een damesportret (XVIII b), aan de binnenzijde een landschap met eenden. In een der andere vertrekken een schoorsteenbetimmering (XVIII c). 5, De EMMANUELSHUIZEN, in 1636 gesticht door Anna van Haerst, weduwe van Emmanuel van Twenhuizen, als tehuis voor R.K. vrouwen, werden XIX geheel verbouwd. De stichting bezit: Huisaltaar (XVII b), hout met schildpad ingelegd. Eiken tafel (XVII b). Vijf stoelen (XVI c), met leer bekleed. Portret (1593, op paneel) eener dame; schilderij (XVII c, Hollandsche school, op doek), voorstellend pater Cornelis Enschede († 1642); schilderij (XVII d, Hollandsche school), voorstellend Thomas van Kempen op den Agnietenberg, met Zwolle op den achtergrond; twaalf schilderijtjes (XVII, Hollandsche school, vermoedelijk copiëen naar oudere prenten), voorstellende tafereelen uit het lijden van Christus; portret (XVII b, Hollandsche school, in den trant van N. Moeyaert) van Anna van Haerst, met opschrift en alliantie-wapen Twenhuizen-van Haerst; schilderij (XVI, Hollandsche school?) voorstellend Veronica met doek; jongensportret (1633); twee meisjesportretten (1647) en een jongensportret (1645) van dezelfde hand; portret (1613) van een heer met tegenhanger: damesportret (1615), waarop huismerk en initialen B.W.; schilderij (XVII a, Hollandsche school, op paneel), voorstellende Christus aan het kruis; schilderij (1628, in den trant van A. de Lorme en Ger. Houckgeest), voorstellende het inwendige eener gothische kerk bij kaarslicht; portret (1695, door R. Koets) eener zittende dame; twee schilderijen (XVII d, Hollandsche school), voorstellend de verkondiging aan Maria. Overblijfselen (1617) van vijf gebrandschilderde glazen met wapens en opschriften, en een (1632). Houten beeld (XV c) der H. Barbara.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
168 Rouwbord (1669). Twee koperen kandelaars (XVII b). Gegoten ijzeren haardplaat (XVI d), waarop een voorstelling van de aanbidding der drie koningen. Eenige handschriften (XV), waaronder een verlucht getijdenboek der Cisterciensen, en wiegedrukken in leeren banden (XVI). 6. De VILSTERENHUIZEN, Bloemendalstraat 13, in 1468 gesticht door Herman van Vilsteren en zijn echtgenoote Wendelmoet van Haerst, werden later herhaaldelijk uitgebreid en verbouwd. Eenvoudige gevel (XIX b, beraapt), met rechte kroonlijst en driehoekig fronton boven de middenpartij. De stichting bezit: Ebbenhouten kast (XVII c) ingelegd met parelmoer. Schilderij (1569, op paneel), voorstellend een mansportret; dergelijk schilderij (1577, op paneel), voorstellend een vrouwenportret; schilderij (XVII, navolging van Rembrandt, in den trant van Naeranus, op doek), voorstellend den marteldood van den H. Laurentius. 7. Het BINNENGASTHUIS, ter plaatse van het in 1302 gestichte H. Geestgasthuis (in 1660 Binnengasthuis genoemd en, nadat hiermee het Buitengasthuis in 1826 vereenigd was, in 1851 grootendeels verbrand, waarna de voormalige kapel in 1866 tot woonhuis verbouwd werd), bestaat thans uit een groep grootendeels zwaar gepleisterde gebouwen, die een binnenplaats omsluiten. Het hoekhuis, Koningsplein 11, heeft in den voor- en zijgevel ontlastingsbogen, zandsteenen boogblokken, banden en een waterlijst (alles XVII a). Aan de Oude Vischmarkt, boven een poortje, een zandsteenen siervaas (XVIII d). Op de binnenplaats een fragment van een topgevel (± 1500). Inwendig: in de regentenkamer een houten schouw (XVII c). Geschilderde wapens (1723 en 1724) der kerkmeesters Jan van Duren en Bernard ten Cate.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
169 8. Het BUITENGASTHUIS bezit: Twee schilderijen (XVII a, Vlaamsche school, op paneel), voorstellende de geschiedenis van Juda en Thamar en de ontmoeting van David en Abigail. Schilderij (XVIII d, op doek) voorstellend een gezicht op het oude Leprozenhuis. Twee geschilderde borden (XVIII B en XIX A) met de namen der proveniers. 9. De BANK VAN LEENING, in 1490-1497 gebouwd als weême of ‘domus dotis’ der St. Michielskerk, ter plaatse eener oudere pastorie (reeds in 1396 vermeld), werd omstreeks 1514-1517 ingesloten door deelen van het toen opgerichte Arme-Fraterhuis, en XVII in gebruik genomen als lombard. Van het oorspronkelijke gebouw bestaan nog twee rechthoekig op elkaar staande, uitwendig ten deele gepleisterde en gewijzigde vleugels, die een binnenplaats omsluiten. Op deze binnenplaats tegen den oostelijken vleugel een traptoren, waarvan het bovendeel is weggebroken. Het hoofdgebouw heeft aan de binnenplaats een baksteenen gevel (XV d), waarin ellipsvormig getoogde, dichtgemetselde vensters met zandsteenen lateien en negblokken, en een waterlijst. Ingang (XV d) met geprofileerde bergsteenen omlijsting. In den oostelijken zijgevel overblijfselen van oude vensters met zandsteenen kozijnen. Aan de zuidzijde een puntgevel, waarin duivengaten met uitvliegsteenen, Inwendig: in het hoofdgebouw verschillende vertrekken met moerbalken op sleutelstukken (XV d) met peerkraalprofiel. Dergelijke zoldering in een benedenruimte van den oostvleugel. De traptoren, in welks muren verschillende baksteenen met nestgaten, heeft een gemetselde wenteltrap, voerend naar een bovenvertrek, overdekt met een balkenzoldering op geprofileerde sleutelstukken (XVI en XVII). Fragment van een schouw, waarin consoles (XVII?). Enkele kleine vensters met glas-in-lood. In de wanden eenige nisjes. Twee kelders, waarvan een met een ribloos kruisgewelf en een met kruisribgewelven, rustend op twee achtkante baksteenen zuilen (XV d). Tegen den zijkant een eenvoudige schouw (XV d).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
170 10. De MEISJESSCHOOL, Bloemendalstraat 7 A. Eenvoudige gevel (XVIII c) met rechte kroonlijst. Dakvenster met gebogen afdekking. 11. Groote Markt. De SOCIETEIT DE HARMONIE (1828, vergroot in 1867 en in 1886) heeft een pilastergevel.
g. Particuliere gebouwen. A. L a t e g o t h i e k . 1. Melkmarkt 10. Huis (XV d), vermoedelijk gebouwd ter plaatse van den vroegeren Bisschopshof, in 1920 gerestaureerd naar plannen van den architect G. de Hoog Hzn. Bergsteenen gevel. Twee friezen met grootendeels oorspronkelijke traceeringen. Onderpui nieuw. Inwendig: op de eerste verdieping een voorvertrek met zoldering op eiken moerbinten met geprofileerde sleutelstukken. De strijkbalk rust hier op geprofileerde draagsteenen aan de hoofdposten der vensters. Een beschilderde zoldering (XVI) is door een betimmering aan het gezicht onttrokken. 2. Melkmarkt. Woonhuis (XVIa, belangrijk gewijzigd XVII c). Gevel van baksteen met rijke toepassing van zandsteen. Twee verdiepingen met geprofileerde korfbogige vensternissen (XVI a). Dergelijke nissen in de gepleisterde zijgevels. Rechte kroonlijst (XVIII c) met consoles en bekroond door een rijk gebeeldhouwde Rococo-balustrade. Ingang, geflankeerd door Ionische pilasters. Gesneden deur (XVIII c) met bovenlicht (± 1800). In dit gebouw bevindt zich thans het museum der Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (zie h). B. R e n a i s s a n c e . 3. Sassenstraat 33. Huis, genaamd ‘Karel V’. Gevel met in- en uitgezwenkte zijkanten, waartegen bergsteenen afdekkingen met gebeeldhouwde figuren in den trant van H. Vredeman de Vries. In den met een driehoekig fronton afgedekten top een ovale cartouche met borstbeeld, voorstellend Karel V, en een
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
171 steenen lint met: 1571. Geblokte pilasters met bossagewerk. Gebeeldhouwde fries met leeuwekoppen. Inwendig: in de beneden verdieping een zoldering (XVIII A?) met inlegwerk. 4. Wolweverstraat 7. Breede pakhuisgevel (XVII A) met recht afgedekten top en kleine segmentvormig getoogde vensters (Amsterdamsch type.) Trapgevels, meerendeels met zandsteenen waterlijsten, hoeken boogblokken, afdekkingen en toppilaster, waarin een vooruitstekend nokanker: 5. Luttekestraat 12. Trapgevel. Gevelsteen met: 1609. Sierankers. 6. Koestraat 33. Dergelijke gevel (XVII a). 7. Nieuwe Markt 5. Dergelijke gevel, met geschonden top. Vensters ten deele dichtgemetseld. In een der boogtrommels een cartouche met: 1647. Twee hoeksteenen met leeuwenkoppen. Sierankers. 8. Diezerstraat 81. Dergelijke gevel (XVII A). Windwijzer (vogel). 9. Thorbeckegracht 74. Dergelijke gevel (XVII A, gepleisterd). 10. Diezerpoortenplas 3. Degelijke gevel. Gevelsteen: 1661. 11. Diezerpoortenplas 36. Dergelijke gevel (XVII). 12-13. Nieuwe Markt 13 en 14. Twee dergelijke gevels (XVII, gepleisterd). 14. Nieuwstraat 49. Dergelijke gevel (XVII, gepleisterd). Hijschbalk. Twee sierankers. 15. Roggestraat 3. Dergelijke gevel (XVII). 16-17. Steenstraat 13 en 15. Twee dergelijke gevels (XVII, gepleisterd). Onder de toppilasters gebeeldhouwde zandsteenen figuren. Uithangteeken (varkenskop). Puntgevels: 18. Nieuwstraat 13. Puntgeveltje. Ankers: 1614.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
172 19. Thorbeckegracht 16. Puntgevel (XVII d) met aanzetkrullen (verbouwde halsgevel?). 20. Waterstraat 109. Dergelijke gevel (XVII). 21. Waterstraat 128. Dergelijke gevel (XVII). Overblijfselen van een baksteenen tandlijst. C. L o d e w i j k s t i j l e n . Halsgevels, herinnerend aan den trant van Vingboons, met doorgaande hoekpilasters en middenpilasters, driehoekig fronton, en met gebeeldhouwde zandsteenen vleugelstukken, of wel zandsteenen afdekkingen der ingezwenkte zijkanten. Onder de vensters zandsteenen bloem- en vruchtenslingers. 22. Diezerstraat 43. Halsgevel. Onder het fronton een cartouche met ovale lichtopening. In het fronton: 1667. In den middendam een krans. Onderpui verbouwd. 23. Thorbeckegracht 17. Dergelijke gevel, in 1920 gerestaureerd. Tusschen de middenpilasters een steenen lint met: 1671. Inwendig: In de binnenkamer eene betimmering (XVIII d), bestaande uit een gesneden schoorsteenmantel, waarin een spiegel, en een geschilderd behangsel. In de achterkamer een geschilderd behangsel (XVIII d, nabootsing van wandtapijt) tegen drie wanden. Tegen den vensterwand een schildering (XVIII d) in grijs. Spiegels en gesneden gangdeur (XVIII d). 24. Melkmarkt 14. Dergelijke gevel (XVII c), maar met afzonderlijke pilasters voor elke verdieping (type Vingboons). Haaksche halsgevels, meerendeels met gebeeldhouwde zandsteenen vleugelstukken, aanzetkrullen, en driehoekig of gebogen fronton: 25-26. Nieuwstraat 34. Twee halsgevels, waarvan een met een gevelsteen: 1687, en in den top het jaartal 1878. 27. Melkmarkt 20. Dergelijke gevel (XVII d). Onderpui vernieuwd. Een zolderschildering (XVI) in dit huis is door een eronder gespannen doek aan het gezicht onttrokken.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
173 28. Thorbeckegracht 41. Dergelijke gevel. In de afdekking van den top: 1721. Gevelsteen ('t Veerschip op Utrecht). 29. Thorbeckegracht 59. Dergelijke gevel. Onder het fronton een zandsteenen lint met: 1740. 30. Diezerstraat 3. Dergelijke gevel. In den top: 1737. Inwendig: in de achterkamer een gesneden schoorsteenmantel met schildering (XVIII b), voorstellende Mercurius en Argus. 31. Diezerstraat 5. Dergelijke gevel. In den top: 1762. 32. Melkmarkt 46. Dergelijke gevel (XVIII, gepleisterd). Steen met wapen. 33. Diezerstraat 54. Dergelijke gevel (XVIII, gepleisterd). Blank wapenschild. Halsgevels met ingezwenkte zijkanten, meerendeels afgedekt met rollagen of gebeeldhouwde zandsteenen lijsten, met driehoekig of gebogen fronton en zandsteenen aanzetkrullen: 34. Diezerstraat 111. Halsgevel. Onder het fronton een cartouche (XVII), met het jaartal 1796 (later aangebracht). 35. Thorbeckegracht 73. Dergelijke gevel (gepleisterd). In den top: 1696. Drie ronde lichtopeningen. 36. Diezerstraat 52. Dergelijke gevel. In den top: 1698, 37. Diezerstraat 49. Dergelijke gevel (XVII d). 38. Waterstraat 107. Dergelijke gevel (XVII d) met recht afgedekten top. 39. Diezerstraat 13. Dergelijke gevel (± 1700) met rozetvormige kuif. 40. Diezerstraat 21. Dergelijke gevel (± 1700) met overeenkomstige kuif. 41. Diezerstraat 31. Gevel (± 1700) ongeveer gelijk aan de beide voorgaande. 42. Waterstraat, hoek Roodetorenplein. Dergelijke gevel (± 1700, gepleisterd). Top geschonden. Hijschbalk. 43. Luttekestraat 18. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1722.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
174 44. Buitenkant 7. Dergelijke gevel (gepleisterd). Geschonden top, waarin een gevelsteen en: 1724. 45-46. Sassenstraat 27. Twee dergelijke gevels van een dubbel huis. Onder de afdekking der toppen: 1730. 47. Nieuwstraat 50. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1740. 48. Vischpoortenplas 1. Dergelijke gevel (gerestaureerd). Gevelsteen: 1740. Benedenpui verbouwd. 49. Nieuwstraat 52. Dergelijke gevel. In den top: 1742. 50. Diezerstraat 1. Dergelijke gevel. Boven het topvenster: 1743. 51. Luttekestraat 23. Dergelijke gevel (XVIII A), met in- en uitgezwenkte zijkanten. Onderpui verbouwd. 52. Koestraat 38. Dergelijke gevel. In het fronton: 1758. Deur (XVIII d) geflankeerd door pilasters. 53. Walstraat 16. Dergelijke gevel. Top geschonden. Gevelsteen: 1762. 54. Diezerstraat naast 126. Dergelijke gevel. Fronton met kuif. In den top: 1764. 55. Smeden 32. Dergelijke gevel. In den top: 1764. 56. Diezerstraat 67. Dergelijke gevel (XVIII c). 57. Thorbeckegracht 30. Dergelijke gevel (XVIII c) met kuif. 58-59. Waterstraat 32-34. Twee dergelijke gevels (XVIII c). 60. Vijfhoek, tusschen 1a en 3. Dergelijke gevel. In de afdekking van den top: H.V.D. en: 1789. 61. Walstraat 17. Dergelijke gevel. Onder het fronton een gevelsteen: 1791. 62. Diezerstraat 101. Dergelijke gevel. Onder het fronton: 1792, maar met aanzetkrullen (XVII d). 63. Smeden 1. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1792. 64. Diezerstraat 51. Halsgevel (gepleisterd; zonder aanzetkrullen). In het fronton: 1795. 65. Smeden 11. Dergelijke gevel. Gevelsteen: 1796. 66. Diezerstraat 41. Dergelijke gevel (XVIII d, gepleisterd).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
175 Op het fronton een siervaas. Ronde lichtopening in den top. 67. Diezerstraat 109. Dergelijke gevel (XVIII d) met recht afgedekten top. 68. Diezerpoortenplas, naast nr. 1. Dergelijke gevel (XVIII). 69. Nieuwe Haven 1. Dergelijk geveltje (XVIII, gepleisterd). 70. Oude Vischmarkt 18. Dergelijke gevel (XVIII?). Geschonden top, waarop een windwijzer. 71. Sassenstraat 15. Dergelijke gevel (XVIII). 72. Sassenstraat 53. Dergelijke gevel (XVIII). 73. Thorbeckegracht 61. Dergelijke gevel (XVIII). In den top twee blanke wapenschilden. Pakhuisgevels: 74. Waterstraat 79. Groote puntgevel (XVII d). In den top twee ovale lichtopeningen en een hijschbalk. Luiken. 75. Buitenkant 6. Puntgevel (XVII). 76. Waterstraat 1. Halsgevel (± 1700) met geschonden top, waarin een ovale lichtopening. Rollaag op de kanten. 77. Nieuwstraat 4. Halsgevel (XVIII) met recht afgedekten top. 78. Sassenstraat 20. Gepleisterde gevel (XVIII). Gevels met rechte kroonlijst: 79. Diezerstraat 58. Huis ‘De witte leeuw’ (1666). Baksteenen gevel met rijke toepassing van zandsteen. Onder de vensters vruchtenslingers en cartouches, waarop een leeuw, 1666, en twee blanke wapenschilden. Boven de kroonlijst een dakvenster met driehoekig fronton met gebeeldhouwde vleugelstukken. Kruiskozijnen. Wolfdak, waarop twee schoorsteenen met geprofileerde afdekking. Benedendeel geheel verbouwd. 80. Voorstraat 43. Gepleisterde gevel met doorgaande pilasters. Onder de vensters der eerste verdieping twee zandsteenen linten met: 1666. Daartusschen een vruchtenslinger. Onder de kroonlijst twee ronde lichtopeningen in omlijsting.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
176 81. Bloemendalstraat 14. Dergelijke gevel (XVII c). Ingang in zandsteenen omlijsting, waarboven een blank wapenschild, gedekt door een kroon. 82. Koestraat 16. Gevel (XVII d). Middenpartij in gesneden omlijsting. 83. Nieuwe Markt 4. Gevel (± 1700). Middenpartij in omlijsting. 84. Kamperstraat 11. Gevel (XVIII a). Versierde middentravee. Inwendig: in de voorkamer een fragment (XVIII d) van een geschilderd behangsel, nabootsing van een wandtapijt. 85. Nieuwstraat 55. Dergelijke gevel (XVIII a) met pilasters. 86. Kamperstraat 10. Dergelijke gevel (XVIII a). Kroonlijst met verhoogde middenpartij, waarin alliantiewapen van Wolter Joan van Haersolte tot Oldenhof en Geertruit van Haersolte. 87. Voorstraat 17. Dergelijke gevel (XVIII a) met versierde middentravee, waarboven twee blanke wapenschilden. 88. Melkmarkt 49. Dergelijke gevel. In de verhoogde middenpartij der kroonlijst: 1731. 89. Kamperstraat 12. Dergelijke gevel. Boven de deur een venster in gesneden omlijsting, bekroond door een alliantiewapen van Christiaan Albrecht, graaf van Rechteren van Borch beuningen en Vellner en Johanna Elisabeth Adriana, baronesse van Lintelo tot d'Ehse, waaronder: 1747. 90. Diezerstraat 83. Dergelijke gevel (XVIII b). In de kroonlijst een getoogd middengedeelte met snijwerk. 91. Koestraat 20 en 22. Gevel (XVIII b). In nr. 22 een gesneden deur. 92. Kamperstraat 19. Dergelijke gevel (XVIII A). Versierde middentravee. 93-119. Buitenkant 9-35. Huizen (XVIII A, ten deele gepleisterd of gesausd) met op balkkoppen overgebouwde verdiepingen. 120. Waterstraat 3. Huis (XVIII A) met overgebouwde bovenverdieping op balkkoppen. Gesneden deurtje.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
177 121-122. Waterstraat 15-17, hoek Steenstraat. Twee dergelijke huisjes (XVIII A). 123. Bloemendalstraat 18. Gevel (XVIII c). Groot dakvenster met gebogen fronton. Deur met bovenlicht. 124. Kamperstraat 21. Openbare leeszaal. Dergelijke gevel (XVIII c). Deur met bovenlicht. 125. Blijmarkt 16. Breede gevel (XVIII d) met driehoekig fronton boven een vooruitspringende middenpartij. Deur, stoep en stoephek. 126. Koestraat 36. Dergelijke gevel (XVIII d). In het midden, boven den ingang, een groote arkel. Gesneden deurkalf. Op de hoeken geblokte pilasters. Inwendig: schilderij (midden-XVII, Hollandsche school), voorstellend Thomas van Kempen op den Agnietenberg; schilderij (door H. ten Oever), voorstellend een knaap met dieren, en eenige portretten (XVIII). 127. Thorbeckegracht 13. Dergelijke gevel (XVIII d). Midden travee met dubbele deur in omlijsting met eenvoudig snijwerk. 128. Thorbeckegracht 78. Breede pilastergevel (XVIII d). Dakvenster met driehoekig fronton, waarin overblijfselen van gesneden ornament. Dubbele stoep met ijzeren leuning. Twee gesneden deuren met bovenlichten. 129. Kamperstraat 19. Dergelijke gevel (XVIII). Deur met vonster erboven in gesneden omlijsting. 130. Luttekestraat 14. Dergelijke gevel (XVIII). Twee steenen, herinnerend aan E.J. Potgieter (1808-1875). 131. Blijmarkt 25. Dergelijke gevel (XIX a) met vooruitspringende middenpartij. 132. Koestraat 8. Societeit. Gevel (XIX a) met ingang geflankeerd door Ionische pilasters. In den zijgevel een venster in omlijsting van vruchtenslingers (XVII c). In den voor- en zijgevel van een nevengebouw ontlastingsbogen (XVII a) en een waterlijst. Zandsteenen kruiskozijnen (XVII a). 133. Walstraat 28. Gevel (XIX a). Deur met venster daarboven in omlijsting.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
178 134. Nieuws raat 41. St. Josephskring. Klassicistische gevel (XIX b). Hoofdingang met tympan. Fragmenten van buitenarchitectuur: 1. Diezerstraat 38, hoek Vischmarktsteeg. In den gepleisterden zijtopgevel drie groote spitsbogige nissen (XIV?). 2. Sassenstraat 72, hoek Breede steeg. In den zijgevel overblijfselen van muurwerk (XV en XVII). In den nieuwen voorgevel jaartalankers: 1659. 3. Roggestraat 17. Brandgevel (± 1500). Top met schuin afgedekte trappen, waarop nokpannen, zg. ‘monniken’. Bovendeel verbouwd tot schoorsteen. 4. Roggestraat 3. Top van een trapgevel (XVI a), gepleisterd, met twee sierankers en een vooruitstekend nokanker. 5. Waterstraat 126. Fragment (XVI A, gepleisterd) van een laat-gotischen gevel, met twee bergsteenen kruiskozijnen en groote geprofileerde waterlijst met afzaat. 6. Roggestraat 1. Fragment (± 1600). Bergsteenen banden en boogblokken. Sierankers. Gevelsteen. 7. Nieuwstraat 19. Brandgevel. Fragment van een trapgevel (XVII a) met waterlijsten. 8. Nieuwe Markt 5, hoek Sassenstraat. Overblijfselen van een baksteenen gevel met zandsteenen waterlijsten. Ontlastingsbogen met boogblokken en twee leeuwekoppen. Gevelsteen: 1647. 10. Blijmarkt 19, hoek Papenstraat. Ontlastingsbogen (XVII A) met boogblokken. In den zijgevel een fragment van een zandsteenen waterlijst. 11. Groote kerkplein, hoek Ossenmarkt. Zijgevel, overgekraagd op consoles (XVII A). 12. Papendwarsstraat 11. Boog met boogblokken. Gevelsteen: 1663. 13. Roggestraat 1. Aan de Diezerstraat een gevelsteen: 1670.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
179
14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Zandsteenen banden, boogblokken, waterlijsten, sporen van kruisvensters. Praubstraat 25. In den gevel aan de Goudsteeg overblijfselen (XVII c). Kamperstraat 36. Zijgevel (vroegere voorgevel) met gehalveerden top (XVII). In- en uitgezwenkte zijkanten. Gevelsteentje. Koestraat 6. Fragment (XVII) van een baksteenen gevel met bergsteenen hoeken boogblokken en overblijfselen van kruiskozijnen. Nieuwstraat 2. Fragment (XVII, geverfd) van een trapgeveltje, met geschonden toppilaster en hijschbalk. Nieuwstraat 70. Gepleisterde gevel (XVII). Zandsteenen boogblokken met dierenkoppen. Roggestraat 15. Gepleisterd fragment (XVII) van een gevel, met gevelsteen (verguld anker). Buitenkant 3. Fragment van een gevel met rechte kroonlijst. Boven de deur een gebeeldhouwde lijst (± 1700). Achterzijde, Waterstraat 3. Zie g 120. Diezerstraat 29. Houten geveltop met snijwerk en: 1748. Ruiterstraat. Hoekhuis met overblijfselen van een topgevel. Twee vensters, elk met gekoppelde rondbogen. Gevelsteen met het stadswapen en: 1788. Thorbeckegracht 54. Fragment (XVIII, gepleisterd) van een halsgeveltje. Thorbeckegracht 56. Dergelijk fragment (XVIII). Waterstraat 113. Vier houtloodsen met, gedeeltelijk oude, ziende bekapping (XVIII?).
Details van buitenarchitectuur: 1. Diezerstraat 97. Boven in den gevel van het huis, vroeger ‘de Kerkekroon’ genoemd, een vergulde kaarsenkroon (XVII A?). 2. Diezerstraat 14. Drogisterij. Deur met gesneden bovenlicht en gebogen kalf, waarin een gaper en: 1782.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
180 3. 4. 5. 6.
Buitenkant 15 A. Deur met bovenlicht (XVIII d). Koestraat 10. Gesneden deurkalf (XVIII d). Koestraat 40. Bovenlicht (XVIII d). Groote Markt 11. Zonnewijzer (XVIII?).
Details van binnenarchitectuur: 1. Ossenmarkt 26-27. In het huis ‘de Halve Maan’, tegen den noordmuur der eerste verdieping (vroeger een binnenmuur). een fragment eener muurschildering (XV b?), voorstellend een gebaarde mannenfiguur en een hond, die uit een pot eet, met spreukband en gothisch rankenornament. Een haardplaat van lei (Italiaansch werk), uit dit huis afkomstig, is thans in het Overijsselsch museum. 2. Goudsteeg 17. In een der vertrekken vijf gebeeldhouwde eiken balksleutels (XV c) en een houten schouw (XVII d). 3. Nieuwstraat 33. Van een in 1919 ontdekte en weggebroken beschilderde zoldering (XVI) bleef een balk met de voorstelling van een jachttafereel bewaard. 4. Diezerstraat 39. In de achterkamer een fraaie betimmering (XVIII d) met gesneden schoorsteenmantel, deur, damspiegel en tafeltje. Stucplafond. Geschilderd behangsel, grijs op donkerblauwen grond, voorstellende groepen van kinderfiguren omgeven door bladen- en rankenwerk.
Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Hofvliet (1546, jager en opschrift); Groote Markt 15 (1669, hondje); Kromme Jak, in den achtergevel van Koestraat 15 (twee, 1669); Nieuwstraat 81 (drie, 1677); Waterstraat 36 (XVII c, dakpan in cartouche); Hasselter Dijk (1685, in een boerenhuis); Groote Markt 5 (XVII, koning David); Hoornsteeg, zijgevel van Melkmarkt 8 (± 1700); wapenschild); Ossenmarkt 12 (+ 1700); Waterstraat 84 (drie, 1719 en opschrift); Diezerstraat 57 (hoed,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
181 opschrift en: 1725); Walstraat 101 (1728, hamer en nijptang); Sassentraat 5 (twee, 1738; wapen); Melkmarkt 15 (1777); Friesche wal (1788, stadswapen). Ankers, voor zoover nog niet vermeld: Kromme Jak 15 (1614); Nieuwstraat 13 (1664); Thorbeckegracht 24 (16..). Uithangteeken: Sassenstraat 51. Pauw. Reeds in 1677 vermeld.
h. Musea enz. Het MUSEUM DER VEREENIGING TOT BEOEFENING VAN OVER-IJSSELSCH REGT EN GESCHIEDENIS, sinds 1906 gevestigd in het huis Melkmarkt 41 (zie g 2), bestaat uit de verzamelingen der genoemde vereeniging en uit die der voormalige Provinciale vereeniging tot bevordering van welvaart. Gelijkvloers: gang (XVIII a), waarin rechts een kamer met schoorsteen en zoldering van stuc (XVIII c); links een kamer met gesneden betimmering (XVIII b), en een vertrek met betimmering (XVIII c), een groot buffet (XVIII c), en een zoldering met beschilderingen (1665, door Joannes Janssens), afkomstig uit de meisjesschool in de Bloemendalstraat (zie f 10). Eveneens hieruit afkomstig zijn twee geschilderde nabootsingen van wandtapijten, voorstellend de geschiedenis van Jozef. Kinderportret en landschap (1650, door J.L. Monsma). Portret van het echtpaar Sloet van Rechteren (midden-XVIII). Schoorsteenstuk (school de Hondecoeter), voorstellend pluimvee. Gildestuk (XVIIId) van het schildersen glazenmakersgilde. Schilderij (XVII b), voorstellend Daniël en Suzanna. Dergelijk schilderij (midden-XVII) voorstellend Simson en Delila. Twee wintergezichten (door H. Averkamp, sterk gesleten). Portret (door C. Netscher) van een lid der familie Sloet. Keuken (XVII c), bekleed met tegels; groote schoorsteen en een fornuis met rook-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
182 vang. Van de gelijkvloersche naar de eerste verdieping een hardsteenen wenteltrap (XVI A) met gewrongen spil. Op de eerste verdieping een later hier ingerichte kamer (XVII), waarin een zoldering (XVI) met moer- en kinderbalken. Vertrek met betimmering (XVIII d) en zoldering (XVI) met moer- en kinderbalken; wandschilderingen (1775, door H. Meijer, op doek). Twee portretten (1679, door B.v. Vollenhove), voorstellend een heer en dame. Eenvoudig vertrek (XVI a), waarin de topografische atlas der provincie Overijsel. Tuinkamer, waarin een zoldering (XIX a) en een gesneden houten schoorsteen (XVIII b). Verzameling gildevoorwerpen, waaronder twee koperen gildetafels (XVII-XVIII) met namen, meesterteekens en keuren der Zwolsche zilversmeden. Zegelstempels (XVI-XIX). Houten balans (1669), afkomstig uit de voormalige Waag. Gebrandschilderd glas, voorstellend een gezicht op Zwolle, in 1662 door deze stad aan de Ned. Herv. kerk te Blokzijl geschonken. Overblijfselen van glasschilderkunst (XVII en XVIII A). Overijselsche topografica in schilderij, teekening en prent, waaronder twee schilderijen (± 1700, door J. Grasdorp), voorstellend een gezicht op den bouwvalligen toren der Sint Michielskerk en een op den Kruitmakerstoren. Portret (1540, Hollandsche school) van Georg Schenck van Toutenburg in harnas. Portretten (± 1660, door B. van Vollenhove), voorstellend Gerrit Gerritz. Poth en diens vrouw H. Marienburg, Pieter Everard Sabé, burgemeester van Kampen, en diens vrouw. Schilderij door H. ten Oever, een jachtstuk voorstellend. Portretten (XIX A) van de Zwolsche schilders H. van Ulsen en Jan Plugger. Verschillende meubelen (XVII en XVIII). Kostuum (XIX a) van een lid der Overijselsche ridderschap. Zijden vaandels van oude burgervendels, waaronder vier (1747) van Zwolle. Verzameling munten en penningen, waaronder noodmunten van Deventer en Kampen en landspenningen. Afgietsels van klokken van Geert van Wou. Voorts: praehistorische voorwerpen; een ethnografische verzameling; een verzameling delfstoffen, schelpen, enz.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
183
Zwollerkerspel. Mastenbroek. e. De NED. HERV. KERK (O.L. Vrouw ter Zon), vóór 1369 gesticht door bisschop Jan van Arkel, herhaaldelijk hersteld, o.a. na een brand in 1531, in 1646, 1648, en aanmerkelijk in 1776, naar plannen van den architect ten Holthe, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (1647), een ⅜-gesloten koor (1531), en een toren (1845). In de muren verschillende gedenksteenen: 1531; 1647, verheiïng; 1749, schildering der gewelven; 1818, herstelling. Inwendig: over het schip een houten, over het koor een gepleisterd gewelf. De kerk bezit: Piscina. Preekstoel (XVII c). Overblijfselen van een doophek (XVII c). Koperen doopbekkenhouder (XVIII d). Eiken tafel (XVII c). Grafzerk (16. 7). Twee zilveren bekers (XVII). Twee klokken, in 1596 gegoten door Henrick Wegwaert.
Windesheim. e. De NED. HERV. KERK, XIV d gebouwd als brouwerij van het voormalige klooster, dat in 1572 door beeldenstorm geteisterd en in 1581 gesloopt werd, bezit: Preekstoel (XVII c, klankbord verdwenen). Overblijfselen van een bank en van schotwerk (XVII b). Koperen lezenaar (XVIII b). Grafzerken (1406, en ± 1560). Drie zilveren bekers: een (1690), twee (XVII). Klok, in 1822 gegoten door Petit en Fritsen. In de pastorie overblijfselen eener eiken zoldering met balk-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
184 sleutels, en een kelder met steenen kruisgewelven en gebeeldhouwde kraagsteenen (XV), behoorende tot het voormalige gasthuis. Bij de tegenwoordige school bevindt zich de oude wijnkelder (XV) van het voormalige klooster. g. Het HUIS WINDESHEIM, waarvan de achtereenvolgende bewoners sinds XVII bekend zijn (in 1145 wordt Jordanus de Windesheim vermeld), is ± 1720 geheel verbouwd. Het bestaat thans uit een vierkant baksteenen hoofdgebouw met een uitgebouwden vierkanten toren op den zuidwestelijken hoek, geheel door een gracht omgeven en gelegen aan een voorplein geflankeerd door bouwhuizen. Voorgevel met rechte kroonlijst, waarboven een attiek met de wapens-de Vos van Steenwijk en van Heeckeren. In de vooruitspringende middentravee bevindt zich de ingang, waarboven een venster in gesneden omlijsting (XVII A). De hoektoren (waarin vermoedelijk nog overblijfselen van het vroegere gebouw) heeft aan de westzijde een bergsteenen waterlijst (XVI a?); hij wordt bekroond door een open koepeltje. Inwendig: In boven- en benedengang, trapportaal en zalen fraai stucwerk (XVIII A, waarschijnlijk door Italiaansche stucwerkers). Drie kamers met wandtapijten (vermoedelijk Vlaamsch en Engelsch werk). Oude meubelen en een verzameling Chineesch porcelein. Schilderijen: Twee portretten (± 1550, op paneel, door Jan van Scorel), voorstellend een man en een vrouw, oorspronkelijk deel uitmakende van een tweeluik. Portret (XVI c, Hollandsche school) van een oude dame. Portret (XVII, copie naar een XVI d) van Kenau Simons Hasselaar. Fruitstukken door Ernst Stuven en J.v. Walcapelle. Jachtstilleven (1717, door J. Weenix). Twee vogelstukken (1762, door J. Vonck). Portret (door J.W. Pieneman) van Mr. J.A. de Vos van Steenwijk, thesauriergeneraal der Betaafsche republiek. Familiegroep (1825, door C. Kruseman),
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
185
Zwollerkerspel. e. Van het BERGKLOOSTER of Sint Agnietenberg, in 1398 gesticht, gewijd aan de H.H. Agnes en Magdalena, bekend als verblijfplaats van Thomas van Kempen, in 1581 gesloopt op last der magistraat van Zwolle, bestaan nog sporen van de plaats der kloosterkapel op het kerkhof. Grafzerken, o.a. van Jan Mulert († 1540) en van Jacobus Kantelaar († 1821). g. Huis nr. 34, bij den linkerdijk van het Zwartewater. Baksteenen puntgevel met zandsteenen afdekkingen op den top en de uiteinden der zijkanten. Deze laatste zijn verbonden door een tandlijst. Drie gevelsteenen: 1685.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
191
Chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken. Boerenwoningen. Oud-Saksisch: Denekamp (Lattrop bij Tilligte). Gramsbergen (Leemgraven). Weerseloo. Zeventiende eeuw: 1620,
Rijsen (de Krans).
1656,
Rijsen (Haareind).
XVII,
Oldenzaal.
Negentiende eeuw: 1832,
Hengeloo (Deldenerstraat 47).
1848,
Twekkeloo.
Bruggen en sluizen. Zeventiende eeuw: 1693,
Schipbekerhuizen (sluis).
XVII d,
Kampen (brug over de Burgel).
Gerechtsgebouwen. Achttiende eeuw: 1739,
Zwolle (huis van bewaring, ingang).
Negentiende eeuw: 1840,
Zwolle (paleis van Justitie).
Gestichten van liefdadigheid.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Vijftiende eeuw: XV d,
Hasselt (armhuis), Zwolle (bank van leening, overblijfselen).
XV,
Kampen (Vene-Lynde-vergadering).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
192 Zestiende eeuw: ± 1500,
Zwolle (Binnengasthuis, topgevel).
XVI b,
Kampen (Soete-Naem-Jesushuys, overblijfselen).
XVI d,
Kampen (gast- en proveniershuizen, overblijfselen aan de Bovennieuwstraat).
XVI B,
Hasselt (armhuis, voorgedeelte).
Zeventiende eeuw: 1618,
Deventer (Singel, fragment der poort van het voormalig Pestengasthuis).
1621-1695,
Kampen (gast- en proveniershuizen, overblijfselen aan den Burgwal).
XVII a,
Zwolle (Binnengasthuis, gedeelte Koningsplein 11).
1627,
Kampen (burgerweeshuis, overblijfselen).
1631,
Kampen (Bethlehems-vergadering, fragment).
1633-1644,
Deventer (Groote Overstraat 26, het Jordenshofje, achtergevel).
XVII b,
Zwolle (Huis der weezen, ingang).
1661,
Deventer (oude vrouwenhuis, poortje van het voormalig Meyershof).
1681,
Vollenhove (armenhuis).
XVII,
Deventer (Bagijnenstraat 8, burgerweeshuis, fragmenten).
Achttiende eeuw: 1742,
Zwolle (vrouwenhuis, Melkmarkt).
1763,
Zwartsluis (diaconie arm- en weeshuis).
XVIII c,
Zwolle (Bloemendalstraat 7A, meisjesschool).
XVIII,
Hasselt (armhuis, gedeeltelijk), Kampen (gast- en proveniershuizen, gedeeltelijk).
1805,
Kampen (stadswerkhuis).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
XIX a,
Kampen (gast- en proveniershuizen, gedeeltelijk).
1840,
Deventer (Rijksinfirmerie).
1847,
Zwolle (R.-K. gesticht v. liefde).
XIX b,
Zwolle (Vilsterenhuizen).
Grafkelder. Achttiende eeuw: 1771,
Almeloo (Ned. Herv. kerk).
Grenssteenen. Zestiende eeuw: ± 1500,
Glanerbrug.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
193 Zeventiende eeuw: 1659,
Drieland.
Kasteelen en havezaten. Veertiende eeuw: XIV,
Dalfsen (Rechteren, toren).
Veertiende eeuw: XV c,
Rande (kasteel Oud-Rande, toren).
XV,
Dalfsen (Rechteren, hoofdgebouw, XVIId verbouwd), Olst (Hoenlo hoofdgebouw).
Zestiende eeuw: XVI a,
Windesheim (hoektoren).
XVI b,
Vollenhove (Toutenburg, twee torens).
± 1550,
Ambt-Delden (Twickel, hoofdgebouw).
XVI c,
Ambt-Delden (Twickel, oostvleugel), Markeloo (Weldam, overblijfselen).
1596,
Markeloo (Heeckeren, herbouwing).
XVI,
Rijsen (Eversberg, kelders), Wije (Nijenhuis, hoofdgebouw, XVII en XVIII verbouwd).
Zeventiende eeuw: 1620,
Vollenhove (Marxveld, gevel).
XVIIb,
Diepenheim, Markeloo (Weldam, hoofdgebouw en vleugels), Denekamp (Breckelenkamp).
± 1650,
Diepenheim (Nijenhuis).
1664,
Ambt-Almeloo (Huis Almeloo, oudste deel).
XVIId,
Ambt-Delden (Twickel, achterste gedeelte van het hoofdgebouw).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
XVII,
Ambt-Delden (Wegdam, gedeeltelijk), Kamperveen (Wittenstein), Rijsen (Oosterhof, oostvleugel en uitbouwsel aan de westzijde), Tubbergen (Herinkhave, gedeelte der voorgebouwen).
Achttiende eeuw: 1704,
Oldenzaal (Everloo, bouwhuis).
± 1720,
Windesheim (hoofdgebouw).
XVIIIa,
Ambt-Ommen (Eerde), Dalfsen (Den Berg), Heinoo (Alderdinck).
1726,
Dalfsen (Rechteren, voorgebouw)
XVIIIb,
Tubbergen (Herinkhave, hoofdgebouw).
XVIIIc,
Hengeloo, Olst (Hoenlo, vleugels).
1778,
Ambt-Almeloo (huis Almeloo, noordvleugel).
1792,
Schipbekerhuizen (Westerflier).
XVIII,
Ambt-Ommen (Het Laar, gewelven in het onderhuis), Dalfsen (Rechteren, vleugels), Rijsen (De Oosterhof, hoofdgebouw), Schip-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
194
bekerhuizen (Warmeloo), Tubbergen (Eschede, benedengedeelte), Weerseloo (Noord-Deurningen, hekpijlers). Negentiende eeuw: 1823,
Dalfsen (De Leemcule).
1828,
Dalfsen (De Rutenberg).
1844,
Denekamp (Breckelenkamp, gedeelte rechtervleugel).
1847,
Ambt-Delden (Twickel, westvleugel).
XIX A,
Vollenhove (Oldruitenborgh).
Kerken. Tiende eeuw: X A?,
Deventer (Lebuinuskerk, kern van pijlers in het schip).
Elfde eeuw: 1040,
Deventer (Lebuinuskerk, overblijfselen in het schip).
Twaalfde eeuw: ± 1150,
Oldenzaal (Plechelmuskerk, dwarspand, midden- en noordbeuk).
XII,
Kampen (St. Nicolaas- of Bovenkerk, ondergedeelte middenbeuk), Oldenzaal (Plechelmuskerk, ruimte aan de zuidzijde van het koor, hoek dwarspand), Rijsen (noordmuur), Wilsum (schip).
XII?,
Delden (overblijfselen), Hellendoorn (schip).
Dertiende eeuw: ± 1200,
Deventer (Bergkerk, westelijk gedeelte), gedeelten van schip en dwarspand), IJselmuiden (gedeelte van het schip),
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Ootmarsum (HH. Simon en Judas, schip gedeeltelijk). XIII c,
Denekamp (schip), Ootmarsum (HH. Simon en Judas, gedeelte van het schip en dwarspand, XV vergroot).
XIII,
Wijhe (middenbeuk).
XIII?,
Ambt-Hardenberg (Heemse, overblijfselen).
Veertiende eeuw: XIV a,
Deventer (Lebuinuskerk, westelijk portaal), Zwolle (Bethlehemsche kerk, overblijfselen).
XIV b,
Wezepe (schip).
XIV d,
Steenwijk (Groote kerk, midden- en noordbeuk).
XIV,
Kampen (Bovenkerk, schip en koor gedeeltelijk), Wilsum (koor).
XIV?,
Wijhe (noordbeuk).
Vijftiende eeuw: ± 1400,
Hasselt (middenbeuk), Zalk, Zwolle (St. Michaëlskerk).
1409,
Steenwijk (Groote kerk, middenkoor).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
195
1423,
Vollenhove (Kleine kerk, in 1450-1458 vergroot).
XV a,
Batmen (koor), Oldemarkt (in 1850 vergroot), Steenwijkerwold (schip).
± 1440,
Steenwijk (Groote kerk, zuidbeuk).
XV b,
Wezepe (koor), Zwolle (Bethlehemschekerk, noordbeuk).
XV A,
Kampen (Bovenkerk, koor).
± 1450,
Wije (zuidbeuk).
1450-1484,
Oldenzaal (Plechelmuskerk, zuidbeuk).
1455,
Dalfsen (koor).
1463,
Delden (zuidelijk koor en andere deelen), Deventer (Bergkerk, kooromgang), Zwolle (O.L. Vr. Hemelvaart, middenbeuk en koor).
1465-1468,
Zwolle (Broerenkerk).
XV c,
Deventer (voormalige Sacramentskapel der Mariakerk), Hasselt (noord- en zuidbeuk), Kampen (Bovenkerk, noorden zuidbeuk), Weerseloo (Ned. Herv. kerk).
1480,
Enschede (zuidzijde).
1494-1499,
Deventer (Lebuinuskerk, magistraatskapel).
1497,
Deventer (Bergkerk, dwarsarmen gedeeltelijk).
XV d,
Almeloo (koor), Deventer (Mariakerk, zuidbeuk; R.-K. Lebuinusof Broederkerk, westgevel), Kampen (Broederkerk, Doopsgezinde kerk), Olst (schip), Rijsen (noordelijk koor en gewelven), Vollenhove (Groote kerk).
XV B,
Zwolle (St. Geertruidakerk).
XV,
Ambt-Hardenberg (Heemse, koor), Borne, Deventer (Lebuinuskerk, verbouwing schip; R.-K. Lebuinus- of Broederkerk, zuidbeuk en westelijk deel van den noordbeuk), Diepenveen, Hellendoorn (koor), IJselmuiden (koor), Kampen (R.-K. Buitenkerk), Ommen,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Ootmarsum (HH. Simon en Judas, koor), Steenwijk (Kleine- of O.L. Vrouwenkerk), Wije (gedeeltelijk), Wilsum (gewelven), Zwolle (Bethlehemsche kerk, koor en zuidbeuk, gewelven). Zestiende eeuw: ± 1500,
Olst (koor), Steenwijk (Groote kerk, zuidelijk koor).
1502,
Wanneperveen (Ned. Herv. kerk, overblijfselen).
1520-1562,
Haaksbergen.
± 1525,
Oldenzaal (Plechelmuskerk, koorsluiting en sacristie).
XVI a,
Paasloo (XVII gewijzigd), Zwolle (Michaëlskerk, noordelijk portaal, Mariakapel en kapel aan de zuidzijde van het St. Pieterskoor).
1531,
Mastenbroek (koor).
XVI b,
Rijsen (zuidbeuk).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
196
XVI A,
Deventer (Lebuinuskerk, noordbeuk en kooromgang), Wijhe (noordelijk koor).
XVI?,
Hellendoorn (koor en kapellen).
Zeventiende eeuw: 1600-1605,
Goor.
1604,
Zwartsluis (Ned. Herv. kerk, vergroot in 1649).
1609,
Blokzijl (oudste gedeelte).
1641,
Rouveen.
1643,
Blokzijl (zuidelijke kruisarm).
1645,
Giethoorn-Noordzijde.
1647,
Mastenbroek (schip).
1649,
Zwolle (Luthersche kerk, in 1850 en in 1889 gewijzigd).
1660,
Nieuw-Leuzen (in 1830 vernieuwd).
1662,
Blokzijl (oostelijke kruisarm).
1667,
Kamper Eiland (benedengedeelte).
1678,
Kuinre (benedengedeelte).
1679,
Diepenheim.
1688,
Zwolle (St. Michaëlskerk, consistoriekamer).
XVII,
Zwolle (Bethlehemsche kerk, noordelijke koorsluiting).
Achttiende eeuw: ± 1700,
Olst (aanbouwsel).
1709,
Enter (Ned. Herv. kerk, XIX gewijzigd).
1738,
Almeloo (schip en dwarspand).
1748,
Kamperveen.
1752,
Staphorst.
XVIII,
Vollenhove (Groote kerk, zuidelijke ingang).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Negentiende eeuw: ± 1800,
Almeloo.
1800,
Borne (Bornerbroek, oudste gedeelte).
1801,
Friezenveen.
1808,
Denekamp (Ned. Herv. kerk, in 1840 hersteld).
1809,
Oldenzaal (Ned. Herv. kerk, torentje van 1844).
1810,
Tubbergen (Ned. Herv. kerk).
1813,
Losser.
1818,
Enter (R.K. kerk), Reutum (in 1845 vergroot).
1819,
Rijsen (R.K. kerk, in 1852 vergroot), Wije (Boerhaar).
1820,
Enschede (in 1845 vergroot), Geesteren (R.K. kerk).
1823,
IJhorst.
1824,
Wierden (Ned. Herv. kerk, in 1842 verbouwd).
1826,
Rijsen (westgevel).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
197
1830,
Ambt-Hardenberg (Lutten), Welsum.
1832,
Rossum (R.K. kerk).
1837,
Hengeloo.
1840,
Den Ham, Markeloo.
1841,
Albergen (R.K. kerk).
1842,
Zwartsluis (Doopsgezinde kerk).
1843,
Kampen (Ev. Luthersche kerk), Langeveen (in 1853 vergroot).
1846,
Zwolle (Doopsgezinde kerk).
1847,
Hardenberg, Weerseloo (R.K. kerk).
1848,
Wierden (R.K. kerk).
Klokketorens en -stoelen. Vijftiende eeuw: XV d,
Vollenhove (toren).
Zeventiende eeuw: 1633,
Giethoorn (klokkestoel).
1649,
Kampen (Nieuwe toren).
XVII,
Friezenveen (houten toren).
XVII?,
IJhorst (houten toren).
Achttiende eeuw: XVIII,
Ommen.
Kloosters. Veertiende eeuw: ± 1350,
Zwolle (klooster Bethlehem, reventer, 1915-1917 gerestaureerd).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
XIV d,
Zwollerkerspel (Windesheim, overblijfselen der voorm. brouwerij).
Vijftiende eeuw: XV d,
Zwolle (Predikheeren- of Broerenklooster, overblijfselen).
XV,
Ambt-Hardenberg (Slagharen, Cisterciensenklooster Sibculo, keldergewelven), Zwollerkerspel (Windesheim, kelder).
Zestiende eeuw: XVI a,
Deventer (St. Agnesklooster, muur der voorm. kapel), Kampen (voorm. Minderbroedersklooster, overblijfselen).
XVI c,
Kampen (klooster der Cellezusters, fragment).
Krocht. Elfde eeuw: XI b,
Deventer (H. Lebuinuskerk).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
198
Markt- en waaggebouwen. Zestiende eeuw: ± 1500,
Deventer (Boterwaag).
1528,
Deventer (Waag).
Zeventiende eeuw: ± 1600,
Kampen (Vleeschhuis).
1642,
Steenwijk (Boterwaag).
1643,
Deventer (Waag, zuilenhal met bordes en trappen).
Achttiende eeuw: XVIII d,
Kuinre (raadhuis, tevens waag).
Militaire gebouwen. Zeventiende eeuw: 1614,
Zwolle (Hoofdwacht).
XVII,
Kampen (Nieuwe Markt, voorm. schuttersmagazijn, overblijfselen).
Negentiende eeuw: 1830,
Zwolle (Broerenkazerne).
Molens. Zie watermolens.
Muntgebouw.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Zestiende eeuw: XVI c,
Deventer (Muntenplaats, overblijfsel met traptoren, in 1915 gerestaureerd).
Pakhuizen. Zestiende eeuw: XVI a,
Kampen (Oudestraat W IV, 250).
1530,
Kampen (Burgwalsloot W II, 6).
Zeventiende eeuw: XVII A,
Zwolle (Wolweverstraat 7).
XVII d,
Zwolle (Waterstraat 79).
XVII,
Zwolle (Buitenkant 6).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
199 Achttiende eeuw: ± 1700,
Zwolle (Waterstraat 1).
1762,
Deventer (Polstraat 54).
XVIII,
Zwolle (Nieuwstraat 4, Sassenstraat 20).
Pompen en putten. Zeventiende eeuw: XVIIa,
Deventer, (Achter Kleine Overstraat 61).
Achttiende eeuw: XVIII b,
Deventer (Penninkshoek).
XVIII c,
Ootmarsum, (bij het raadhuis), Zwolle (Hoogstraat, Kamperstraat en Luttekestraat).
1799,
Rijsen (Walstraat).
XVIII d,
Deventer (tegen de noordoostzijde der Lebuinuskerk).
XVIII?,
Ootmarsum (verschillende z.g. bergputten).
Poortgebouwen. Veertiende eeuw: XIV c,
Hasselt (Vischpoort).
XIV d?,
Kampen (voorm. Hagenpoort, fragmenten).
XIV,
Kampen (Koornmarktspoort).
Vijftiende eeuw: 1409,
Zwolle (Sassenpoort, XVIII? gewijzigd).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
1465,
Kampen (Cellebroederspoort, benedengedeelte; Broederpoort benedengedeelte).
Zeventiende eeuw: 1615,
Kampen (Broederpoort, bovengedeelte).
1617,
Kampen (Cellebroederspoort, bovengedeelte).
1619,
Deventer (Bergpoort).
Achttiende eeuw: XVIII,
Kampen (Broederpoort, gedeelten).
Poortjes in huizen. Zestiende eeuw: ± 1500,
Zwolle (Papenstraat, sluitsteen met: 1623).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
200 Zeventiende eeuw: XVII a,
Kampen (Voorstraat W I, 26, hoek Blauwehandsteeg).
XVII b,
Zwolle (Melkmarkt, vrouwenhuis).
1665,
Kampen (stadswerkhuis).
1670,
Deventer (Engestraat 17).
XVII c,
Deventer (Assenstraat tusschen nrs. 6 en 8, overblijfselen; Polstraat 14, deur XVIIIc; Sandrasteeg, tuinpoortje), Steenwijk (Scholestraat bij de Varkenswaag).
XVII d,
Deventer (Kleine Overstraat 44).
Achttiende eeuw: 1740,
Kampen (Burgwal, achterzijde der gasten proveniershuizen).
XVIII d,
Zwolle (Oude Vischmarkt).
Negentiende eeuw: 1821,
Zwolle (Broerenkazerne).
1836,
Hengeloo (Deldenerstraat 47, stalpoort).
Proostdij. Elfde eeuw: XI?,
Deventer (Sandrasteeg 1, romaansche overblijfselen.
Raadhuizen. Veertiende eeuw: 1345-1350,
Kampen (oude raadhuis, overblijfselen).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Vijftiende eeuw: 1447-1449,
Zwolle (achtergevels).
1448,
Zwolle (trouwzaal).
XV d,
Hasselt (westelijk deel).
Zestiende eeuw: 1543,
Kampen (Oude raadhuis).
Midden-XVI,
Hasselt (oostelijk deel).
Zeventiende eeuw: ± 1600,
Deventer (achtergebouw).
1621,
Vollenhove.
XVII A,
Hasselt (gedeeltelijk).
1653,
Deventer (burgemeesterskamer).
1662,
Deventer (zijgevel aan de Polstraat).
1694,
Deventer (hoofdgebouw en voorgevel).
Achttiende eeuw: XVIII c,
Ootmarsum.
XVIII d,
Kuinre.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
201 Negentiende eeuw: ± 1800,
Almeloo, IJselmuiden, Grafhorst, Wilsum, Zalk en Kamperveen (gemeenschappelijk raadhuis te Kampen, Burgwal II, 50).
1828,
Ommen.
1830-1835,
Kampen (nieuwe raadhuis).
Scholen, librijen, gebouwen van wetenschap en kunst. Vijftiende eeuw: XV d,
Zwolle (librije van het voorm. Predikheerenklooster, in 1901 hersteld).
Zeventiende eeuw: 1627,
Vollenhove (voorm. Latijnsche school).
1631,
Kampen (voorm. Latijnsche school, overblijfselen).
Achttiende eeuw: XVIII c,
Zwolle (Bloemendalstraat 7 A, meisjesschool).
Negentiende eeuw: 1828,
Zwolle (societeit de Harmonie).
Stadsherbergen. Zeventiende eeuw: 1632,
Deventer (Groote Kerkhof 14, Landshuis).
1662,
Kampen (IJsselkade, Oude stadsherberg).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Negentiende eeuw: ± 1840,
Kampen (Nieuwe stadsherberg, thans buitensocieteit).
Torens (van kerken). Twaalfde eeuw: ± 1100,
Wilsum.
XII d,
Zalk (in 1612 hersteld).
XII,
Kampen (Bovenkerk, kern van het benedengedeelte).
Dertiende eeuw: ± 1200,
Deventer (Bergkerk, drie onderste geledingen), Enschede (benedengedeelte), IJselmuiden, Oldenzaal (Plechelmuskerk, twee onderste geledingen), Olst (verhoogd XIV c en XVI a), Wijhe.
XIII A,
Oldenzaal (Plechelmuskerk, derde geleding).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
202
XIII c,
Denekamp.
XIII d,
Steenwijk (Groote kerk, in 1463 herbouwd).
XIII,
Deventer (Bergkerk, vierde geleding).
Veertiende eeuw: XIV b,
Wezepe (XVIII b verhoogd).
XIV c,
Batmen (benedengedeelte).
± 1380,
Hasselt (Ned. Herv. Groote kerk).
XIV,
Deventer (Lebuinuskerk, zuidelijke toren, onderste geleding), Kampen (Bovenkerk, uitwendig tot de spits), Oldenzaal (vierde geleding), Wije (bovenste geleding).
Vijftiende eeuw: ± 1400,
Heinoo, Oldenzaal (Plechelmuskerk, bovenste geleding).
XV a,
Dalfsen, Den Ham.
XV b,
Heemse.
XV A,
Borne, Goor, Hellendoorn.
1453,
Kampen (Buitenkerk).
1463,
Deventer (Lebuinuskerk, zuidelijke toren, tweede geleding).
XV c,
Delden (in 1516 verbouwd), Vollenhove (Kleine kerk, twee onderste geledingen).
± 1487-1494,
Zwolle (O.L. Vr. Hemelvaart, behalve het achtkant).
XV d,
Denekamp (bovengedeelte), Tubbergen (onderste geleding), Wierden (Ned. Herv. kerk).
Zestiende eeuw: 1538-1540,
Zwolle (O.L. Vr. Hemelvaart, achtkant).
XVI,
Batmen (bovenste geleding), Losser (zadeldak in 1667).
XVI?,
Hellendoorn.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Zeventiende eeuw: 1609-1630,
Blokzijl.
1614,
Deventer (Lebuinuskerk, lantaarn op den zuidelijken toren).
XVII a,
Oldenzaal (Plechelmuskerk, helm).
XVII d,
Diepenheim.
Achttiende eeuw: 1738,
Almelo.
1763,
Staphorst.
XVIII c,
Enschede (bovengedeelte).
Negentiende eeuw: 1808-1810,
Kampen (Bovenkerk, ingang en spits).
1823,
Vollenhove (Kleine kerk, koepel).
1828,
Zwolle (O.L. Vr. Hemelvaart, koepel).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
203
1837,
Wilsum (spits).
1841,
Enter (R.K. kerk, koepeltorentje).
1843,
Ootmarsum (HH. Simon en Judas).
1845,
Mastenbroek.
XIX b,
Weerseloo (Ned. Herv. kerk, koepeltorentje).
Torens (van raadhuizen). Vijftiende eeuw: 1448-1442,
Zwolle (in 1863 bij het raadhuis getrokken en verbouwd).
XV c,
Kampen (Schepentoren, benedengedeelte).
Zestiende eeuw: ± 1550,
Kampen (Schepentoren, achtkant en bekroning).
Achttiende eeuw: XVIII d,
Kuinre (koepeltje).
XVIII,
Almeloo (voormalig raadhuis, thans politiebureau).
Verdedigingswerken. (Zie ook kasteelen en poortgebouwen.) Negende eeuw: IX?,
Weerseloo (Hunenborg).
Veertiende eeuw: XIV c,
Hasselt (vestingmuur en omwalling).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
XIV d,
Kampen (fragmenten van muren en van een waltoren).
Vijftiende eeuw: XV c,
Kampen (fragmenten der ommuring).
XV d,
Zwolle (vestingtoren Pelserpoortje, Wijndragerstoren, overblijfselen).
XV,
Deventer (muurwerk in de Smedenstraat en andere fragmenten aan de Welle en bij de schipbrug, verdedigingstoren ‘Achter de muren’, fragment van een toren bij de haven, dergelijk fragment bij de Zandpoort).
Zestiende eeuw: 1587,
Deventer (Bokkingshang, fragmenten).
XVI,
Deventer (gracht), Kampen (rondeel, wallen en bolwerken).
Zeventiende eeuw: 1611,
Kampen (St. Nicolaastorentje).
1619,
Deventer (Bergpoort).
XVII,
Kampen (wallen en bolwerken).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
204
Vergadergebouw. Zeventiende eeuw: 1632,
Deventer (het Landhuis, thans politiebureau).
Watermolens. Dertiende eeuw: 1268,
Geesteren (korenmolen, later vernieuwd).
Veertiende eeuw: XIV b?,
Ambt-Delden (Azeloo, de Noordmolen, in 1917 hersteld).
Vijftiende eeuw: 1448,
Denekamp (in 1544 en later vernieuwd).
XV b,
Diepenheim (op de Molenbeek).
Zestiende eeuw: 1546,
Geesteren (oliemolen).
XVI,
Denekamp (XVII-XX hersteld).
Zeventiende eeuw: 1690,
Oele (korenmolen).
Achttiende eeuw: 1742,
Tubbergen.
Woonhuisgevels.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Veertiende eeuw: XIV?,
Deventer (Kerksteeg 18, fragment), Zwolle (Diezerstraat 38, hoek Vischmarksteeg, fragment).
Vijftiende eeuw: ± 1400,
Deventer (Groote Overstraat 89-91).
XV d,
Vollenhove (Kerkstraat, tegenover 134), Zwolle (Melkmarkt 10).
Zestiende eeuw: ± 1500,
Deventer (Brink, hoek Assenstraat, in 1890 vernieuwd).
XVI a,
Deventer (Brink 74, Rijkmanstraat 12), Kampen (Oudestraat, ‘het gothische huis’; Oudestraat W IV, 125), Zwolle (Melkmarkt, XVII c gewijzigd).
XVI b,
Deventer (Assenstraat 10 Muntenplaats, ‘huisje der weduwe’).
1571,
Zwolle (Sassenstraat 33).
1575,
Deventer (Brink 59).
XVI c,
Deventer (Bergkerkplein 1), Kampen (Oudestraat W I, 31).
± 1583,
Deventer (Brink, Penninckshuis).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
205
1592,
Hasselt (Heerengracht D 73).
XVI d,
Kampen (Voorstraat W I 26).
XVI B,
Kampen (Oudestraat W III 130, hoek Broederstraat).
XVI?,
Kampen (Oudestraat, tusschen W I, 11 en 13 in de Meerminnesteeg).
Zeventiende eeuw: ± 1600,
Kampen (Oudestraat W III, 107, achtergevel, Oudestraat W III 162, zijgevel in de Houtzagerssteeg).
1609,
Deventer (Menstraat 22), Zwolle (Luttekestraat 12),
1611,
Hasselt (Hoogstraat A 14).
1612,
Deventer (Noorderbergschild 13 en 15, en Rijkmanstraat 11), Wanneperveen (Schultehuis).
1614,
Deventer (Groote Overstraat 77, Smedenstraat 169), Zwolle (Nieuwstraat 13).
1616,
Deventer (Papenstraat 42).
1620,
Vollenhove (Bisschopstraat 217).
1623,
Deventer (Hofstraat 9 en 11).
XVII a,
Blokzijl (Kerkstraat III 272, fries), Deventer (kosterswoning der Ned. Herv. Lebuinuskerk, Menstraat 27, Noorderbergschild 3, 4 en 7, Noorderbergstraat 115, Rijkmanstraat 7, Smedenstraat 18, 20, 59 en 173, Walstraat 141), Hasselt (Heerengracht D 67, Hoogstraat B 43 bis), Kampen (Geerstraat W I 31, 46), Zwolle (Koestraat 33).
1626,
Blokzijl (Bierkade II 179).
1627,
Hasselt (Nieuwstraat C 4), Vollenhove (Kerkplein 25).
1629,
Blokzijl (Verlaat II 189).
1630,
Blokzijl (Brouwerstraat III 303), Deventer (Walstraat 102), Kampen (Broerenstraat W III 9).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
1631,
Deventer (Groote Overstraat 26, Menstraat 11).
1634,
Deventer (Noordenbergstraat 131).
1640,
Deventer (Noordenbergstraat 95 en 97, Rijkmanstraat 5), Oldenzaal (Marktstraat 10), Vollenhove (Kerkplein 24).
1641,
Deventer (Graven 15).
1644,
Hasselt (Heerengracht D 102, 103).
1645,
Deventer (Brink 10, Nieuwstraat 74).
1647,
Zwolle (Nieuwe Markt 5).
1648,
Kampen (Voorstraat W I 2).
1649,
Deventer (Menstraat 26), Kuinre W I 121).
1650,
Kampen (Vloeddijk W I 36).
XVII b,
Deventer (Brink 11-12, Brouwershuis, Korte Bisschopstraat 16, Menstraat 25, Smedenstraat 42 en 44), Kampen (Burgwalstraat W II 8).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
206
XVII A,
Deventer (Bagijnenstraat 14, Bergschild 13, Kleine Overstraat 30, Kleine Poot 2, Korte Assenstraat 9, Menstraat 35, Nieuwstraat 48, Noordenbergstraat 126, Polstraat 37, Smedenstraat 56, 58-60, 62 en 64, 217, Walstraat 139, Waterstraat 6), Hasselt (Hoogstraat A 9), Kampen (Blauwehandsteeg W I 4, zijgevel, Burgwalstraat W I 36, Geerstraat W I 24, Vloeddijk W III 96, Voorstraat W I 3, zijgevel), Zwolle (Wolweverstraat 7, Diezerstraat 81, Thorbeckegracht 74).
1651,
Deventer (Kleine Overstraat 36), Steenwijk (Markt 18).
1652,
Deventer (Graven 9).
1653,
Deventer (Assenstraat 4).
1654,
Vollenhove (Bisschopstraat, tegenover 177).
1656,
Ootmarsum (Groote straat A 67).
1657,
Blokzijl (Pleintje bij de Brug II 290).
1659,
Deventer (Kleine Poot 11).
1660,
Blokzijl (Bierkade II 172), Steenwijk (Oosterstraat 60).
1661,
Deventer (Graven 6), Kampen (Buitennieuwstraat W IV, 40), Zwolle (Diezerpoortenplas 3).
1663,
Kampen (Graafschap W I 28).
1664,
Deventer (Polstraat 18), Rijsen (Wierdensche straat 19).
1666,
Blokzijl (Kerkstraat III 279), Zwolle (Diezerstraat 58, Noordstraat 43).
1667,
Zwolle (Diezerstraat 43).
1669,
Vollenhove (Kerkstraat 135).
1671,
Zwolle (Thorbeckestraat 17, in 1920 gerestaureerd).
1675,
Blokzijl (Noorderkaai I 10).
XVII c,
Blokzijl (Bierkade II 173, 174, Brouwerstraat III 285, 286, Kerkstraat III 257), Deventer (Brink 73), Hasselt
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
(Hoogstraat B 16), Kampen (Bovennieuwstraat W III 100), Kuinre (W I 100), Oldemarkt W I 49), Steenwijk (Markt 48), Vollenhove (Kerkplein 264), Zwolle (Bloemendalstraat 14, Melkmarkt 14). XVII c/d,
Deventer (Groote Poot 10, Stroomarkt 9).
1678,
Vollenhove (Kerkstraat tegenover 74, Kerkstraat 79, 99, 106, 109).
1679,
Zwartsluis (W II 230).
1681,
Vollenhove (Kerkstraat 55).
1685,
Zwollerkerspel (huis 34).
1686,
Kampen (Oudestraat W IV 248), Vollenhove (Kerkstraat 61, 96).
1687,
Kampen (Oudestraat W IV 246), Zwolle (Nieuwstraat 25-26).
1689,
Vollenhove (Stad-) (Heilige Geeststraat).
1690,
Zwolle (Thorbeckegracht 73).
1696,
Goor (Kerkstraat, kosterswoning).
1698,
Zwolle (Diezerstraat 52).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
207
1699,
Vollenhove (Kerkstraat tegenover 45).
XVII d,
Almeloo (Groote straat 67), Blokzijl (Kuinderstraat I 38), Kampen (Bovennieuwstraat W II 86, 98-981), Vollenhove (Kerkstraat tegenover de R.K. kerk, Visscherstraat 290) Zwolle (Diezerstraat 49, 101, Koestraat 16, Melkmarkt 20, Thorbeckegracht 16, Waterstraat 79, 107).
XVII B?,
Kampen (Vloeddijk W IV 120, zijgevel).
XVII,
Almeloo (Klompengang 10-16), Blokzijl (Brouwerstraat III 304, Kerkstraat III 265 en 266, 275, Noorderkaai I 8), Hengeloo (Deldenerstraat 19), Kampen (Buitennieuwstraat W IV 54, Burgwal W IV 130, Voorstraat W III 116), Rijsen (Wierdensche straat 10), Zwartsluis (W 3, 124), Zwolle (Buitenkant 6, Diezerpoortenplas 36, Diezerstraat 34, Nieuwe Markt 13 en 14, 49, Roggestraat 3, Steenstraat 13 en 15, Waterstraat 109, 128).
Achttiende eeuw: ± 1700,
Kampen (Burgwal W IV 98), Zwolle (Diezerstraat 13, 21, 31, Nieuwe Markt 4, Waterstraat 1, Waterstraat hoek Roodetorenplein).
1709,
Deventer (Menstraat 36, 38).
1721,
Haaksbergen (Oostenstraat), Zwolle (Thorbeckegracht 41).
1722,
Zwolle (Luttekestraat 18).
1724,
Zwolle (Buitenkant 7).
XVIII a,
Steenwijk (Oosterstraat 23), Zwolle (Kamperstraat 10, 11, Nieuwstraat 55, Voorstraat 17).
1726,
Ambt-Delden (rentmeestershuis Twickel), Kampen (Oudestraat W IV, 222).
1730,
Zwolle (Sassenstraat 27).
1731,
Zwolle (Melkmarkt 49).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
1735,
Deventer (Brink 110).
1737,
Zwolle (Diezerstraat 3).
1740,
Kampen (Oudestraat W III 164), Zwolle (Nieuwstraat 50, Thorbeckegracht 59, Vischpoortenplas 1).
1741,
Genemuiden (Langestraat C 104-105).
1742,
Zwolle (Nieuwstraat 52).
1743,
Zwolle (Diezerstraat 1).
1747,
Ootmarsum (Grootestraat A 72), Zwolle (Kamperstraat 12).
1750,
Delden (A 31), Rijsen (Haarstraat 2).
± 1750,
Rijsen (Schild 2).
XVIII b,
Blokzijl (Bierkade II 176-177), Zwolle (Diezerstraat 83, Koestraat 20-22).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
208
XVIII A,
Kampen (Bovennieuwstraat W II 72, W III 115, Oudestraat W III 168), Zwolle (Buitenkant 9-35, Kamperstaat 19, Luttekestraat 23, Waterstraat 3, 15-17).
Midden - XVIII,
Deventer (Assenstraat 21, Polstraat 74).
1754,
Blokzijl (Breestraat II 211).
1758,
Zwolle (Koestraat 38).
1761,
Blokzijl (Kerkstraat III, 275).
1762,
Zwolle (Diezerstraat 5, Walstraat 16).
1764,
Delden (A 1), Kampen (Oudestraat W III 107), Zwolle (Diezerstraat naast 126, Smeden 32).
1768,
Blokzijl (Kerkstraat III 240).
1771,
Deventer (Menstraat 9).
XVIII c,
Blokzijl (Verlaat II 184, 185), Delden (A 60), Deventer (Assenstraat 8, 38, Brink 82, 82A, Lange Bisschopstraat 23), Hasselt (Hoogstaat A 6), Kampen (Bovennieuwstraat W I V 28, Oudestraat W I 23-25), Vollenhove (Kerkstraat 45), Zwolle (Bloemendalstraat 18, Diezerstraat 67, Kamperstraat 21, Thorbeckegracht 30, Waterstraat 32-34).
1780,
Kampen (Oudestraat W IV 184).
1781,
Kampen (Voorstraat W II 28).
1788,
Genemuiden (Langestraat B 87).
1789,
Zwartsluis (W 2, 108), Zwolle (Vijf hoek, tusschen 1a en 3, Walstraat 17).
1792,
Zwolle (Smeden 1).
1793,
Kampen (Voorstraat W II 32), Zwolle (Diezerstraat 51).
1796,
Zwolle (Smeden 11).
XVIII d,
Almeloo (Grootestraat 62), Deventer (Brink 19, Gravenstraat 1 en 7, Groote Overstraat 83, Nieuwe Markt 25, 26, 34, 35-36, 37-38, Noorderbergstraat 95-97, Papenstraat 77, Polstraat 5, 36-40, Stroomarkt 1), Kampen (Oudestraat W III 152, W IV 264), Steenwijk (Korte
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Woldstraat 25, Woldstraat 23, 41, 43, 45), Vollenhove (Kerkstraat 40), Weerseloo (Storkenhuis), Zwolle (Blijmarkt 16), Diezerstraat 41, 109, Koestraat 36, Thorbeckegracht 13, 78). XVIII,
Ambt-Vollenhove (de Rietvink, bij Blokzijl), Blokzijl (Breestraat II 219, Brouwerstraat III 301, Noorderkaai I 23 en 33, Verlaat II 180, 228, Zeedijk III 234), Haaksbergen (herberg 't Möllenveld), Kampen (Bovennieuwstraat W III 80, 108, 128, Buitennieuwstraat W IV 90, Oudestraat W III 145I), Zwolle (Diezerpoortenplas, naast 1, Diezerstraat 54, Kamperstraat 19, Luttekestraat 130, Melkmarkt 46, Nieuwe Haven 1, Nieuwstraat 4, Sassenstraat 15, 20, 53, Thorbeckegracht 61).
XVIII?,
Zwolle (Oude Vischmarkt 18).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
209 Negentiende eeuw: ± 1800,
Deventer (Assenstraat 14), Kampen (Bovennieuwstraat W II 83, Burgwal W II 50).
1806,
Kampen (Oudestraat W IV 264).
1807,
Blokzijl (Kerkstraat III 245.)
1810,
Blokzijl (Kerkstraat III 272).
1815,
Blokzijl (Kuinderstraat I 101).
XIX a,
Deventer (Bergschild 34, Brink 77), Rijsen (Haarstraat 44), Zwolle (Blijmarkt 25, Koestraat 8, Walstraat 28).
1826,
Blokzijl (Kathoek II 223).
1828,
Kampen (Bovennieuwstraat W III 120).
1829,
Kampen (Bovennieuwstraat W II 13).
XIX b,
Kampen (Vloeddijk W III 87, 109), Zwolle (Nieuwstraat 41).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
210
Register van Kunstenaars en Ambachtslieden. Beeldhouwers. (ook beeldsnijders en steenhouwers).
Amushoff, Hans Willem
Bladz. 27
Arnhem, Hendrik van
75
Arnhem, Hermannus van
160
Baurscheit, Jan Peter van
4
Berend, mr.
154
Berents, Daniël
24
Bour, Jan
27
Burg, Herman van den
157
Daniëls, Derck
24
Deventer, Jan van
75
Haerlem, Floer van
75
Jansz., Albert
75
Jansz., Symon
75
Campen, Johan van
154
Keyser, Hendrik de
22
Kistemaker, Geert de
154
Kistenmaker, Swier
74, 75, 76, 154, 156
Claessoen, Henric
154
Coenraets, Crijn
69
Colne, Herman van
154
Cranendonck, Peter van
74, 75
Cuylenborch, Geert Lambertsz. van
90
Lubecke, Johan van
154
Mast, J.
146
Mengelberg, W.
163
Monogrammist, L.
2
Mullem, Hendrick van
75
Muller, Elias
78
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Nole, Colijn de
75
Reijnersz., Gheert
75
Stoeldraaier, Jan
74
Straes van Weilburg, Adam
156
Vredeman de Vries, H.
170
Vrederick
75
Westerman, Jurrien
156
Zickler, P.J.
31
Bouwmeesters. (Architecten en ingenieurs). Amushoff, Hans Willem
27
Baver, Gerrit
77
Berendsz., Thomas
69, 70, 71, 82, 153
Berkum, Berend Hendrik van.
85
Bokhorst. E.
27
Bour, Jan
27
Brouwer, Pieter
126
Christiaan
79
Gerritsz
70
Goerts, Andries
85
Gosschalk, J.
79
Hage, Lubbert
156
Heezemans, L.C.
75
Herman
79
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
211
Heijnric
Bladz. 69
Holthe, ten
183
Hoog Hzn., G. de
170
Jonge, Jan de
79, 86
Calcar, Albert van
160
Campen, Jacob van
45
Kaijser, J.
163
Ceulen, Jacob van
161
Ceulen, Rutger van
79, 85
Keijser, Hendrik de
29
Coesfelt, Berend van
72
Covelens, Berend van
153
Kuiper, G.
82
Cuijpers, Jos. Th.J.
60, 109
Cuijpers, P.J.H.
60, 72, 165
Laat, A. de
85
Looman, B.
29
Luloffs, Marten
25
Marot, D.
17, 52
Melchior
25
Messemakers, P. Engelbertus
159
Molenaar, N.
163
Mulder, A.
27, 42
Nieukerken, J.J. van
114
Palladio
78
Pinet, Simon
161
Plomp, Nicolaas
78, 83, 84, 85, 189
Riele Gzn., W. te
6, 12, 20, 28, 127, 136.
Riele Wzn., G. te
14, 118
Roman, Jacob
23
Sorg, Abr. M.
80, 81
Straes van Weilburg, Adam
153
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Tepe, A.
6, 59, 105, 120, 129, 133
Uijtenhout
26
Vingboons, Philip
23, 77, 78, 94, 172
Vredeman de Vries
41, 82
Vrijdag
119
Witteveen, H.J.
27
Wolters, Gerrit
78
Wolters, Herman
78
Wolters, Coert
78
Zandbult
130
Zocher, J.D.
72
Geelgieters. Broekman, Adriaan
154
Swelinck, Geerdt
156
Geschutgieters. Maritz, Joh
147
Goud- en Zilversmeden. Bazel, Hendrick Hendricksz. van
101
Kalligrafen. Hermans Campensis, J.
62
Stellingwerf, A.
9
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Klokgieters. Ammeroy, Cornelius
8
Bergen, van
6, 58
Bergh, M.D.
14
Borchardt, J.
31, 125
Butgen van Dortmund, Frederyck
128
Derck, Joan Nicolaas
9, 76, 114
Dortmund (de Tremonia, Detremunde), 6, 17, 59, 116 Hendricus v. Dubois Mollart
121
Edelbrock, Fr.
118, 120, 132
Effens
8
Evers, H.
8
Fremy, Jan
13, 105
Fremy, Claude
102
Fritsen
132, 140, 183
Grave, J.A. de
132, 152, 163
Hatiseren, Segevinus
56
Haverkamp, L.
78, 114
Hemony, F.
13, 31, 69, 78
Hemony, P.
31
Horst, Hendrik ter.
2, 21, 62
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
212
Coninck, Casparus
Bladz. 2
Korthaus
8
Crans Jansz., Cyprianus
31, 64, 84, 123, 125.
Meurs, Henricus
107
Monogrammist M.F. (rançois?) S.(imon?) 9, 128, 129 Muller, N.
152
Noorden, Claes
163
Petit
118, 120, 132, 183
Petit, Alexius
19, 133, 140
Petit en Zonen
19
Potghyter, Jan Ghisberts
149
Schimmel, Gerard
54, 116
Schoneborch, Gherardus van
126
Seest, Pierre
140
S(imon?) M. F(rançois),
9, 128, 129
Steen
129
Steghe, Jan ter
60, 142
Steylart, Adriaan
150
Tremonya (Dortmund), Hendrick de
6, 17, 59, 116
Trier, P. van
8
Verbruggen, J.
163
Verbruggen, P.
163
Voigt, Johan Rutgerus
56, 131, 132
Wegewart, Hendrick
31, 148, 150, 183
Wegewart, Kilianus
7, 78
Wegewaert, Wilhelmus
16, 31
Wou, Geert van
60, 78, 112, 129, 136, 137, 144, 182.
Wuterius, Wolter
21
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Orgelmakers. Bosch, Appollonius
136
Dijk, Z. van
82
Duischot, J.
82
Freytag,
82
Hinz, A.A.
82
Holtgreve, J.H.
31
Naber, C.F.
19
Oeckelen, van
157
Proper, J.
82
Sleger, Johan
82
Schnitger
82
Snitger, Frans Casper
156
Snitger, Johan George
156
Schilders. Aertsen, P.
86
Anraadt, P. van
113
Avercamp, H.
77
Baen, Jan de
52, 76, 121
Bappert, Jac.
113
Bauer, H.A.
164
Bellekien, C.
99
Beyer, Jan de
51
Bles, David
77
Bloemaert, Abr.
163
Bloemaert, H.
89
Boecop, Mechteld toe. Zie: Lichtenberch. Boer, Otto de
112
Bohemen, C.B. van
112
Bokhorst, E.
27, 33, 34
Bolomey
76
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Borch, Gerard ter
3, 24, 77, 107, 157
Brandon, J.H.
25
Bruna, L.J.
142
Dalens, D.
115
Esman, J.
77
Fels, J.J.
77
Gael, J.C.
77
Galen, N. van
62
Geest, W. de
51
Gelder, Gerrit op
50
Goyen, Jan van
3
Graeff, Jan de
78
Grasdorp. D.
182
Grebber, P. de
162
Greve, Aleida
166
Hardenstein, D.
25
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
213
Heemskerck, Maerten van
Bladz. 187
Heerschop, H.
112
Helst, B. van der
17
Heijden, Jan van der
3, 50
Hodges, C.H.
53
Holt, Cornelia
166
Holt, Sophia
166
Honthorst, G.
76
Houckgeest, Ger.
167
Janssens, Joannes
181
Janssens van Ceulen
53
Capelle, J. van der
3
Koets, R.
3, 17, 53, 107, 121, 163, 167
Kruseman, C.
184
Kymmell
121
Leiden, Lucas van
89
Leussink, J.
53
Lichtenberch, genaamd toe Boecop, Mechteld van
89, 90
Lisse, D. van der
17
Lorme, A. de
167
Maeler, Ernst
75, 76, 87, 89
Maes, N.
17, 52, 53
Marle, Eva van
163, 166
Marle, Cornelia van
166
Meer Mohr, J.C. van der
77
Menninghuysen, Frans
113, 188
Meijer, H.
182
Miereveld, M.J. van
62, 76, 77, 124
Moeyaert, Nic.
167
Monogrammist, H.A.
88
Moritz, L.
53
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Moncheron, Is. de
147
Naeranus
168
Neer, A. van der
3
Nieuwenhuis
74
Noort, P. van
165
Oets, P.
121
Oever, H. ten
17, 157, 165, 177, 182
Ostade, A. van
77
Palthe, G.J.
3, 24
Perronneau, J.
107
Pieneman, J.W.
184
Plugger, Jan
182
Prud'hon
53
Rembrandt
3, 168
Rembrandtse, G.
154
Rotius, J.A.
53
Roijer
131
Rubens
50, 62, 89, 99, 115, 133
Ruysdael, J. van
3
Ruysdael, S. van
3
Savery, R.
49
Schouman, A.
46
Scorel, Jan van
184
Spilman
14
Steen, Jan.
3
Stenvelden, P.
166
Stuven, Ernst
184
Terbruggen, Hendrik
24
Terwesten, Augustijn
147
Tischbein, J.F.A.
76, 77, 113, 121
Troost, C.
107
Ulsen, H. van
182
Valk, H. de
187
Vinckeboons, D.
77
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Vollenhoven, B. van
89, 182
Vollevens, Joh.
17
Vollevens de Oude, Joh.
89
Vonck, J.
184
Walcapelle, J. van
184
Warmoes, And.
2
Weenix, J.
184
Westerbaen de Jonge, Jac.
53
Wolters, Herman
163
Wouwerman, Ph.
3
Smeden. Campen, Herman van
154
Stucwerkers. Columba, Jeronimus
24
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
214
Uurwerkmakers.
Bramer Doude
Bladz. 155
Houten, Joost van
24
Sprakel, Jorien
78, 108
Vesting bouwkundigen. Alkmaar, Adriaan Anthonisz v.
22
Coehoorn
22
Werktuigmakers.
Heijden, Jan van der Zie ook onder Schilders.
Bladz. 50
Loo, Gerrit van
78
Pijp, Thonys
100
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
215
Register op persoonsnamen (behalve kunstenaars en ambachtslieden). Abigail
Bladz. 169
Abraham
156
Acteon
115
Adam en Eva
96
Aeneas
147
Aldenburg
107
Alexander de Groote
73, 99, 133
Amerongen, Suffia van
187
Argus
173
Arkel, Jan van (bisschop)
183
Averenck, Catharina van
74
Baer
7
Balderik (bisschop)
28, 109
Bentheim, Bernard van
119
Bentinck
52, 106, 121
Bentinck tot Breckelenkamp, Everhard
21
Bernulphus (bisschop)
28
Bloemendaal, van
52
Bloys van Treslong
126
Boedecker, Balth
50
Bockholt, Adriaan van
25
Boecop, toe
95
Bönninghausen
133, 134, 187
Bonifacius IX (paus)
163
Borre van Amerongen
52
Bouchorst, Aleida van
150
Bouchorst, Johan Willemsz. van zie ook 150 Buchorst. Bouwer, Marckel
42
Breda
95
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Breda, Rutger van
82
Broeck, W. van den
187
Buchorst
136, 150
Burchboeck
118
Busch, Herman van den
165
Christus
13, 162, 167, 187
Dannenbergh
128
Dapper, Bernhart
39
David
169
Darius
99
Dedem, van
17
Dedem, Coeraad Willem van
146
Dedem, baron van (Staats gezant bij de 147 Porte) Delen, van
17
Diana
155, 166
Dido
147
Diepholt, Rudolf van (bisschop)
31
Diogenes
133
Does, van der
52
Donatus
25
Dorgelo
134
Duten, Jan
168
Egbers, A.
141
Egmond, Karel van
16
Egmont v.d. Nieuwburgh, Lysbet Jansz. 187 van
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
216
Eikel, van
Bladz. 53
Eleonora v. Engeland
36
Engelberg
90
Enschede, Cornelis (pater)
167
Ensse
106
Ensse tot Heeckeren
106
Ensse van de Scheer
106
Ernst Casimir, zie Nassau. Eysinga
51
Frederik Hendrik (prins), zie Nassau.
Gansneb-Tengnagel
77
Gelre, Reinoud II van
36
Goes, van der
115
Golowkin, Cornelia gravin van
107
Golowkin, Iwan graaf van
107
Greve, familie
166
Greve, Pieter
77
Grubben
134
Haersolte
116, 121, 187
Haersolte, Geertruit van
176
Haersolte tot Oldenhof, Joan van
176
Haerst, Anna van
167
Haerst, van
159
Haerst, Wendelmoet van
168
Hasselaar, Kenau Simons
184
Heeckeren, van.
184
Heerde, Adam van
124
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Heiligen: Agnes
37
Ambrosius
86
Anna
112
Anna (Zelfderde)
83
Antonius
131
Antonius (abt)
13
Aquino, Thomas van
14
Augustinus
86
Barbara
167
Blasius
18, 19
Christophorus
13, 34, 63
Cyriacus
15, 16
Driekoningen
4
Drievuldigheid
34
Elisabeth
39
Evangelisten, vier
39
Franciscus
64, 131
Franciscus van Assisi
162
Franciscus Xaverius
162
Georgius
1, 2
Gregorius
86
Ignatius v. Loyola.
162
Johannes (de dooper)
13, 89
Johannes (evangelist)
112
Joris
13, 39, 95
Judas
21
Jurriën
39
Clemens
128
Laurentius
89, 168
Lazarus
163
Lebuinus
27, 28, 35, 37
Liguori, Alphonsus van
6
Maagschap
13
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Maria (H. Maagd)
34, 39, 64, 87, 89, 112, 162, 163, 164, 167.
Maria Magdalena
112, 162
Mauritius
1
Michaël (aartsengel)
31, 152, 156, 157
Nicolaas
8, 20, 32
Petrus
37, 89, 131
Petrus en Paulus
54
Plechelmus
6, 112
Remigius
142
Rochus
13
Silvester
109
Simon
21
Stephanus
12, 14, 63
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
217
Thomas
Bladz. 34
Thomas v. Kempen
158, 163, 167, 177, 185.
Tienduizend martelaren
8
Willebrordus
7
Hendrik Casimir II, zie Nassau. Henegouwen, Willem de Goede, graaf van
62
Henricus (gezegd Stappe)
38
Herckinga, Volquerus (pastoor)
163
Herodias
133
Hessen-Homburg
107
Heijden tot Schoenradt, von
118
Heijden, von
118, 189
Hoëvell, van
106
Hueten
157
Humalda v. Eijsinga, Jhr. Mr. T.
51
Ingen, Johanna Jac. van
77
Ingen, Maerten van
74
Innocentius III (paus)
104
Isselmuden
124
Ittersum
52
Ittersum, Ernst van
123, 124
Ittersum, Frederica van
123
Ittersum, Robert van
146
Jahel
112
Jordens, Gerhardt
39
Juda
169
Kadeneter, Geertruid
160
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Campe, Menso Thomas
140
Kantelaar, Jacobus
185
Karel de Groote
73
Karel V (keizer), zie Oostenrijk. Cate, Bernard ten
168
Cate, H.E. ten
3
Keizer, Ewold
39
Kempen, Johannes van
158
Kempen, Thomas van
163, 167, 177, 185
Cleopatra
166
Knobelsdorf
53, 147
Coevorden, van
53, 106
Cromme, Eilard
90
Cruse Voorne, Lodewijk
74
Kuile, G.J. ter
187
Kuiper, Taco
9
Langen, van
124
Lawick, van der
159
Lelievelt, Maria van
187
Lemker, F.
77
Liauckama, Eelco
164
Limburg Stirum, Georg Albrecht, graaf 52 van Limpurg, Amalia Alexandra Frederica van
187
Lindanus, W.D. (bisschop)
14
Linde, Johannes van de
158
Lintelo tot d'Ehse, Johanna Elisabeth Adriana, baronesse van
176
Lochem, Herman van
188
Lodewijk Napoleon
164, 161
Loeningen, Thomas
114
Loth
91
Luckens, Johs
113
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Marck, van der
113
Marienberg, Arnold
50
Marienberg, Gerard
50
Marienburg, H.
182
Marienburg, Joan
39
Marsch, van der
159
Maurits (prins), zie Nassau. Maximiliaan van Keulen (keurvorst)
163
Melvil
53
Melvil, Francis
53
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
218
Mercurius
Bladz. 173
Meyjes
53
Michorius, C.J.G.
113
Michorius, ds.
113
Michorius, W.H.
113
Middachten
12
Moll, W.
54
Monte, Aegidius de (bisschop)
31
Mozes
61
Mulert
187
Mulert, Jan
185
Nassau, Ernst Casimir, graaf van
77
Nassau, Frederik Hendrik, prins van Oranje
3, 76
Nassau, Hendrik Casimir II, graaf van
89
Nassau, Maurits, prins van Oranje-
22, 62, 76, 124, 147
Nassau, Willem de Zwijger, prins van Oranje-
76, 124
Nassau, Willem Lodewijk, graaf van
77
Nassau, Willem II, prins van Oranje-
76
Nassau, Willem III, prins van Oranje-, koning van Engeland
25, 76, 122
Nassau, Willem IV, prins van Oranje-
76
Nassau, Willem I, koning der Nederlanden, prins van Oranje-
25, 76
Nassau, Willem II, koning der Nederlanden, prins van Oranje
25, 77
Numantia
25
Odomarus
117, 141
Oer
150
Ooms
89
Oostenrijk, keizer Karel, hertog van
76
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Oranje (zie ook Nassau)
154
Orpheus
77
Pallandt, Johan Werner van
6
Pallandt, van
7, 116
Penninck, Herman
41
Poll, van de
53
Portland, hertog van
122
Potgieter, E.J.
177
Poth, Gerrit Gerritsz
182
Puteanus, Joan
50
Puteanus, Petrus
50
Pyghius, Steph. Vinandus
50
Queijsen
159, 160
Quichotte, Don
3
Racer, J.W.
113
Raesfelt
4, 51, 53, 107
Raesfelt, Agatha Sophia van
187
Raesfelt, Sophia Margaretha
106
Rechteren, Adolf Hendrik, graaf van
1, 2
Rechteren, Jan Lodewijk, graaf van
7
Rechteren, Joachim Hendrik Adolf van 187 Rechteren, Johan Seger van
187
Rechteren, Carel August van
2
Rechteren-Limpurg, van
16, 64
Rechteren, van
15, 17, 53
Rechteren van Borchbeuningen en Vellner, Christiaan Albrecht graaf van
176
Rechter, Jacobus de
93
Reede, van
41
Rhede
118
Riedesel d'Eisenbach
118
Ripperda
57, 106, 107, 115
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Roorda
51
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
219
Rupe, Alanus de
Bladz. 164
Rutenberghe, Egberts Pelgrim van den
139
Sabé, Pieter Everard
182
Salomo, koning
42
Sandra, Hendrik de
49
Sasboldus (aartsbisschop)
109
Schaack, Math. v.
25
Schade, Willem Diderich van
123
Schele tot Weleveld
12
Schelenburgh
12
Schenck van Toutenburg, Georg
134, 182
Schepelar, Johannes (abt)
125
Schepper, Sybrand de
46
Schimmelpenninck
51
Schimmelpenninck de Saint-Amand
53
Schimmelpenninck, Gerrit
53
Schimmelpenninck, R.J.
52, 53
Scipio
25
Sisara
112
Sloet
53, 113, 128, 136, 147, 150
Spoelde, Gerard van
161
Stappe, Henricus, gezegd
38
Steins O.P., bisschop N.J.A.
164
Strijen, Corn. gravin van Golowkin, geb. 107 van Stuart, Maria I
3
Stuart, Maria II
25, 147
Stuer
58
Sweege, Geertrui ten
74
Thamar
169
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Truchsess van Rheinfelden, Joseph
86
Twenhuizen
160
Twenhuizen, Emanuel van
167
Twickel, v.
12
Twickel
115, 126
Twickel, Herman van
3
Twickello, Frederik van
19
Twickelo
4
Twickelo, baronessen van
39
Umbgrove, Johan Lubbert
146
Urck, Johan van
101
Venus
147
Veronica
167
Vesterinck, A.
77
Vilsteren, Herman van
168
Voorst, Maria van (abdis)
39
Voorst tot Hagenvoorde, Transisalanus Adolf baron van
146
Voorst tot Voorst, van
187
Vos van Steenwijk, de
184
Vos van Steenwijk, mr. J.A. de
184
Vulcanus
147
Vullenho, Bernhard van
158
Waeyer, Arnoldus (pastoor)
163
Wassenaer-Obdam, van
107
Wassenaar-Obdam, (admiraal)
4
Weerts, Arnold
39
Weichs de Wenne, de
133
Wenceslas, keizer
24
Westerhof
150
Wevelinkhoven, Floris van (bisschop)
7
Willebrand (bisschop)
7
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Willem de Goede, z. Henegouwen Willem, zie Nassau Windesheim, Jordanus de
184
Winter, J.W. de (admiraal)
74, 82
Zelle, Herman (pastoor)
82
Zwiersen, Sophia de
163
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
220
Topographisch register. A.
Agnietenberg
Bladz. 163, 167, 177
Agnietenberg (Klooster)
185
Albergen
130
Almeloo (Huis)
2, 3
Almeloo
1-3, 187
Ambt-Almeloo
3
Ambt-Delden
3-5
Ambt-Hardenberg
5-6
Ambt-Ommen
6-7, 187
Ambt-Vollenhove
7
Amsterdam
22, 41, 54, 79, 82, 116, 136, 142, 156.
Arnhem
2
Avereest
7
Azeloo
5
B. Batmen
8
Bethlehem
66
Beulake
137
Beverfeurde (Havezate)
128
Blankenham
8
Blokzijl
7, 8-12, 182
Boksbergen
113
Boksmeer
14
Borne
12-14, 187, 188
Bornerbroek
14
Brandlicht (Havezate)
124
Breckelenkamp (Kasteel)
21
Brekkelenkamp
55
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Broekhuizen
18
Broekhuizen (Huis)
18
D. Dalfsen
15-18, 187
Delden
18-20, 67, 187
Delft
115
Denekamp
20-21
Deventer
22-51, 54, 182, 188
Diepenheim
51-53
Diepenveen
53-55
Dortmund
59, 116
Drieland
104
Dronrijp
128
E. Eemnes (Klooster)
120
Eerde (Kasteel)
6
Eikelhof (Boerderij)
113
Emmaus
187
Emmeloord
101, 117
Ens
101
Enschede
13, 55, 58, 67, 103, 130, 140
Enter
143
Eschede (Huis)
133
Espeloo (Hof)
103
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
221
Everlo
113
Eversberg (Havezate)
124
Eysinc (Huis to)
3
F. Fleurus
52
Frenswegen (Klooster, Hannover)
14, 119.
Friezenveen
55-56
G. Geesteren
131
Gelder, de (Havezate)
146, 147
Genemuiden
56, 68
Gibraltar
50, 166
Giethoorn
56-57
Giethoorn Noordzijde
56
Giethoorn Zuidzijde
57
Gildehaus
27
Glaan
105
Glanerbrug
104
Golgotha
157
Goor
57-58, 188
Goutum
164
Grafhorst
96
Gramsbergen
58
's Gravenhage
147
Gravenhuys
142
Groningen
82, 157, 164
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
H. Haaksbergen
14, 58-59, 188
Haarle
130
Haarlem
150
Hagenvoorde (Havezate)
146
Ham, Den
59
Hamburg
156
Hannover
104
Hardenberg (Stad-)
60
Harderwijk
25
Hasselt
60-65
Heemse
5
Heeten
120
Heinoo
66
Hellendoorn
66-67, 188
Hengeloo
67-68, 188
Hengeloo (Huis)
104
Herinckhave (Huis)
130, 133
Hermelink (Erve)
134
Hertmen
14, 59
Hoenlo (Huis)
114
Holtheme
58
Hoonhorst (Kasteel)
16
Hoonhorst
18
Hoorn
76, 78, 114
Hunnepe, ter (Klooster)
39, 54
I. IJhorst
125
IJselmuiden
68-69, 86, 96
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
J. Jeruzalem
90
K. Kampen
69-101, 182, 186
Kamper Eiland
101
Kamperveen
96, 101-102
Cattelaar (Huis)
144
Keulen
154
Klein Archem (Huis)
187
Klein Hoenlo (Huis)
115
Kolmschate
54
Krans, de (Boerenwoning)
124
Kuinre
102-103
L. Laar, het (Kasteel)
7
Langeveen
132
Lattrop
21
Leemcule, de (Huis)
18
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
222
Leemgraven
58
Leeuwarden
126
Leiden
55, 117, 122, 126, 130, 134, 144, 151.
Lonneker
67, 103-104
Losser
104-105
Lubberinck (Erve)
142
Lutte
105
Lutten
6
M. Marienkamp (Klooster)
86
Markeloo
105-107
Marxveld (Havezate)
137
Mastenbroek
183
Middachten (Huis)
141
Midwolde
6
Möllenveld, 't (Herberg)
59
Monferland
51
N. Nieuw-Leuzen
107
Nijenhuis, 't (Kasteel)
146
Noord Deurningen (Huis)
142
O. Oele
68
Oldemarkt
107-108
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Oldenzaal
108-113
Oldruitenborch (Huis)
134
Olst
113-116
Ommen (Stad-)
7, 101, 116-117
Oostenrijk
141
Oosterhof (Huis)
123, 124
Oosterholt
86
Ootmarsum
117-120, 141, 189
P. Paasloo
108
Pol, De (Boerenhuis)
124
Pruisen
104
R.
Raalte
Bladz. 120-122
Rande
55
Rechteren (Huis)
16
Reutum
132, 141
Rietvink, de
7
Rijsen
122-125
Roermond
14
Rossum
140
Rotterdam
32, 147
Rouaan
131
Rouveen
125
Rutenberg, de (Huis)
18
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
S. Saasveld (Saesfelt)
117, 120, 141
Saasfeld (Burcht)
132, 141
Scheveningen
42
Schipbekerhuizen
53
Schokland
101, 117
Schoonheten (Huis)
121
Siboulo (Sibkelo, Klooster)
6
Sildenhuis (Boerderij)
141
Singraven (Kasteel)
21
Slagharen
6
Sodom
91
Souburg
115
Staphorst
125-126
Steenwijk
126-130
Steenwijkerwold
130
Stoevelaar (Huis)
107
Stroet, het
104
T. Tilligte
21
Toutenburg (Kasteel)
139
Tubbergen
130-134
Twekkeloo
104
Twente
113, 122
Twickel (Kasteel)
3, 188
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
223
U. Usselo
55
Utrecht
37, 52, 66, 83, 103, 112, 123, 128, 132, 146, 173.
V. Vasse
134
Vilsteren
7
Vilsteren (Huis)
187
Voetdijk
113
Vollenhove (Stad-)
134-139
Voorst (Slot)
76
W. Walcheren
115
Wanneperveen
139-140
Weerseloo
140-143
Wegdam (Kasteel)
5
Weldam (Huis)
106
Weleveld (Kasteel)
14
Welsum
115
Wezepe
113, 115
Wiarda-State
164
Wierden
143-144
Wijhe-Boerhaar
147
Wijhe
144-147
Wilsum
96, 147-149
Windesheim
183
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel
Z. Zalk
96, 149
Zalk en Veekaten
149-150
Zenderen
14
Zuiderzee
101, 117
Zutfen
108
Zwartsluis
150-151
Zwolle
9, 18, 64, 66, 77, 115, 130, 149, 151-183.
Zwollerkerspel
183-185
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VII. De provincie Overijssel