Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
vlaamse GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD Zitting 2010-2011
7 FEBRUARI 2011
INVESTERINGSPLAN 2011-2015
VERSLAG namens de Commissie voor Algemene Zaken, Financiën en Begroting uitgebracht door de heer René COPPENS
Hebben aan de werkzaamheden van de Commissie deelgenomen: Vaste leden: Mevrouw Carla Dejonghe, voorzitter, de heren Fouad Ahidar, Johan Demol, mevrouw Annemie Maes, de heer Walter Vandenbossche Plaatsvervangers: De heer René Coppens, mevrouwen Brigitte De Pauw, Elke Van den Brandt Andere leden: Mevrouwen Els Ampe, Elke Roex, de heer Jef Van Damme
Zie: Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 1 : Investeringsplan 2011-2015
1092
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
2 Dames en Heren,
De Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media besprak tijdens haar vergadering van maandag 7 februari 2011 het Investeringsplan 2011-2015 – Stuk 443 (2010-2011) – Nr.1. De heer René Coppens wordt aangeduid als verslaggever. De heer Herman Mennekens is verontschuldigd voor deze vergadering. I. Toelichting door mevrouw Brigitte Grouwels, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Media en Patrimonium Het investeringsplan 2011-2015 van de Vlaamse Gemeenschapscommissie is de neerslag van de beleidskeuzes die door het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie gemaakt worden voor de legislatuur 2009-2014. Deze beleidskeuzes zijn geënt op twee pijlers: 1. Capaciteitsverhoging is in alle beleidsdomeinen een prioriteit – Voor de VGC is voldoende en kwaliteitsvolle infrastructuur een absolute prioriteit. 2. Kwaliteit op het vlak van uitrusting, duurzaamheid en toegankelijkheid – In alle projecten wordt gestreefd naar een betere energiehuishouding dan de op dit moment geldende wetgeving. – Integrale toegankelijkheid van het eigen patrimonium bij nieuwbouw en functionele toegankelijkheid bij renovatie van bestaande gebouwen, wordt vooropgesteld. Alle beleidsenveloppen voor investeringsprojecten in het eigen patrimonium en investeringssubsidies aan derden, worden in dit investeringsplan in kaart gebracht. Beide onderdelen resulteren in één meerjarenplanning (zie deel 4) die jaarlijks, in functie van de verschuiving van prioriteiten, vastlegging van investeringssubsidies aan derden en de beschikbare middelen, kan worden bijgestuurd. De middelen voor de financiering van het Investeringsplan 2011-2015 worden uit verschillende bronnen geput. Een overzicht van de verschillende financieringsbronnen voor de investeringen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, kan men terugvinden in deel 3 (blz. 37 ev.). Het investeringsbeleid van de VGC moet zuinig, efficiënt en doelmatig zijn. Zo wordt er bij de opstart van nieuwe bouwprojecten voorafgaandelijk een haalbaarheidsstudie gemaakt die alle vereiste investeringskosten opneemt. Het simulatiemodel dat hiervoor enkele jaren geleden werd uitgebouwd, wordt de volgende jaren verder verfijnd. Het eigen patrimonium wordt verder beperkt tot die gebouwen noodzakelijk voor de uitvoering van de kerntaken. Via een gepaste methodiek, in functie van het gebouw zelf, worden de gebouwen die niet langer geschikt zijn voor hun bestemming, aan marktconforme prijzen op de vastgoedmarkt aangeboden. Op blz. 5 en volgende vindt men een overzicht van het patrimonium dat actueel in eigendom en/of beheer van de VGC is. Het investeringsplan geeft ook aan voor welke panden
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
3
er reeds een beslissing tot verkoop of overdracht is genomen en welke eventueel in aanmerking komen met het oog op nieuwe projecten. Het verlenen van investeringssubsidies vormt een belangrijke pijler van het beleid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. –
Uniforme basisregels verschaffen duidelijkheid over de voorwaarden waarbinnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie investeringssubsidies toekent.
–
Bij aanvullende subsidiëring worden dossiervereisten (bv. dossieropbouw) en controleinstrumenten (vb. eisen VIPA) afgestemd, teneinde een vlotte procedure te bespoedigen.
–
Een beslissing tot toekenning van subsidies wordt genomen op basis van een concreet en volledig dossier.
–
De vastlegging van de middelen gebeurt slechts op basis van een concreet gunningdossier. Binnen het beleidsdomein Welzijn, Gezondheid en Gezin vormen het concrete aanbestedingsdossier en de subsidietoezegging door VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) de basis voor vastlegging van de middelen.
Deze krijtlijnen resulteren in concrete projecten die kort toegelicht worden in voorbereiding van de verdere bespreking van het investeringsplan 2011-2015. Wat de eigen onderwijsinstellingen betreft, zal 2011 een bijzonder jaar zijn. Op de campus Elishout-COOVI worden zowel de restauratiewerken aan gebouw 5 en het internaat, als de bouw van de keukentoren opgeleverd. De leerlingen kunnen dus dit jaar hun nieuwe lokalen in gebruik nemen. Voor de reorganisatie van de hele campus Kasterlinden werden een aangepaste projectdefinitie en een eisenprogramma opgesteld in opvolging van de nota voor het College van 17 december 2008. Deze studie voor een nieuwe campus wordt afgerond en vóór juli 2011 moet duidelijk zijn in welke mate dit project realiseerbaar is via een DBFM-formule. Zaveldal deelt de campus met haar Franstalige tegenhanger. Niet alleen bevindt het huidige schoolgebouw zich in een uiterst slechte staat, er is ook een structureel plaatsgebrek.In oktober 2010 werd een nieuwe locatie gevonden op de site Nieuwland, gelegen aan Nieuwland 198 te 1000 Brussel en op wandelafstand van de huidige campus. Zodra de vorige eigenaar de locatie ontruimd heeft, wordt alles in gereedheid gebracht om de leerlingen van Zaveldal in een kwaliteitsvolle omgeving onderwijs te verstrekken. De site Nieuwland waar Zaveldal haar intrekt neemt, biedt – naast de mogelijkheid de capaciteit van het Nederlandstalig basisonderwijs in één van de meest prioritaire gemeenten van het Brussels hoofdstedelijk gewest uit te breiden – de opportuniteit om volop in te zetten op kwaliteit. De campus biedt perspectieven op het vlak van kinderopvang, buitenschoolse opvang, opvoedingsondersteuning, ontmoeting, enz.. De sportzaal en polyvalente zaal lenen zich tot openstelling en uitbouw van een kwaliteitsvol vrijetijdsaanbod.De Nieuwland-site biedt zo volop kansen om uit te groeien tot een ‘Brede School’-project. Een Brede School is gericht op de brede ontwikkeling van alle kinderen en jongeren door het ondersteunen en/of creëren van een brede leer- en/of leefomgeving waarbinnen kinderen en jongeren een brede waaier aan leer- en leefervaringen kunnen opdoen. In het beleidsdomein Onderwijs en Vorming wordt er binnen de bestaande infrastructuurinitiatieven prioriteit gegeven aan investeringen die gepaard gaan met capaciteitsuitbreiding. Dit vertaalt zich ook in de verdere samenwerking met AGIOn en GO!. De middelen zullen wor-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
4
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
den besteed in functie van de realisatiegraad van de voorgelegde projecten. Het oprichten van een volledige school in een prioritaire gemeente krijgt hierbij voorrang. Deze capaciteitsuitbreiding mag echter nooit ten koste gaan van de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs. Bestaande projecten worden verder gezet: – Het project ‘Plassen met Klasse’: van de 50 ingediende aanvragen zijn er 14 gerealiseerd, 22 in uitvoering en 14 in opstartfase; – Investeringen in de vernieuwing van materialen van het TSO-BSO-onderwijs om de kwaliteit te handhaven en nog te versterken; – Het Schoolinterventieteam; – De VGC-subsidies voor energiebesparende maatregelen aan scholen. Nieuwe projecten worden opgericht of onderzocht: – Vanaf 2011 zijn investeringstoelagen voor opleidingsprojecten voor risicowerkzoekenden voorzien; – Het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding analyseert momenteel de mogelijkheden voor de oprichting van een Brussels Beroepenhuis of variant. Ook in het beleidsdomein Gezin krijgt uitbreiding van de capaciteit een hoge prioriteit. De vraag naar extra preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang en opvoedingsondersteuning blijft toenemen. De VGC wil de stijging van het aantal plaatsen in zowel de voorschoolse als de buitenschoolse kinderopvang verder mogelijk maken. In de huidige fase van het investeringsplan is er onder andere ruimte voor aanvullende investeringssubsidies van 6 kinderdagverblijven en 5 IBO’s. De VGC heeft de voorbije jaren ook belangrijke inspanningen geleverd voor het conform maken van de panden met eigen kinderdagverblijven, aan de geldende reglementeringen. Deze bouwkundige en technische aanpassingen bevinden zich actueel in een eindfase en zullen in 2011 afgerond worden. Vervolgens worden deze gebouwen in erfpacht gegeven aan de uitbaters van de kinderdagverblijven. Het vrijwaren en uitbreiden van het aanbod aan erkende lokale dienstencentra is eveneens een prioriteit in het beleidsdomein Welzijn. De voorziene VGC-investeringssubsidies zullen eerst en vooral de bestaande organisaties in staat stellen hun panden, conform de infrastructurele vereisten van het woonzorgdecreet, aan te passen om zodoende hun Vlaamse erkenningen te vrijwaren. Voor de lokale dienstencentra in opstartfase wordt er in het kader van dit investeringsplan gezocht naar aanvullende VGC-investeringsmiddelen om de organisaties te ondersteunen in het realiseren van een infrastructuur conform alle bepalingen van het woonzorgdecreet. De VGC wenst ook prioritair te investeren in de verdere uitbreiding van de erkende plaatsen voor personen met een handicap. Binnen de mogelijkheden van het investeringsplan willen we het Vlaams uitbreidingsbeleid versterken. In het beleidsdomein Gezondheid wordt de laatste fase van de reorganisatie van het CGGZ Brussel ondersteund. De middelen, voorzien voor de renovatie van het wijkgezondheidscentrum Medikurgem, worden vastgelegd zodra het dossier volledig is. Bladzijde 18 tot en met 26 licht de belangrijkste projecten in het beleidsdomein Cultuur, Jeugd en Sport toe. Sinds het najaar van 2010 zijn de werken aan ‘Muntpunt’ definitief van start gegaan. De opvolging van de werken wordt beheerd door de Vlaamse Overheid. Intussen heeft de bibliotheek een tijdelijke locatie in gebruik genomen aan de Prinsenstraat. De opening van Muntpunt is voorzien voor 2012.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
5
Bij het plannen en uitvoeren van onderhouds- en verbeteringswerken in de verschillende gemeenschapscentra, wordt er altijd maximaal gestreefd om de toegankelijkheid van het gebouw te verbeteren, rekening houdend met de bouwtechnische voorwaarden. Naast deze werken, worden er ook enkele grote werken gepland: – Den Dam in Oudergem, zal na de oplevering van de casco in eigen beheer afgewerkt worden. Deze inrichtingswerken zijn voorzien in 2012-2013; – Voor het Elzenhof in Elsene wordt een volgende fase van de totaalrenovatie gepland; – De nodige akoestische verbeteringen voor het gebruik van de grote zaal van de Kriekelaar in Schaarbeek worden vastgelegd; – De werken aan de Kroon in Sint-Agahta-Berchem werden gegund op 16 december 2010 en zullen starten in 2011; – De verbouwing van Nekkersdal in Laken wordt gefaseerd aangepakt om de verschillende werkingen ter plaatse te vrijwaren. Een eerste fase is voorzien in 2013; – De bouwvergunning voor de Rinck in Anderlecht wordt ingediend in 2011, de gunning van de werken wordt voorzien in 2013; – Het bouwprogramma van De Vaartkapoen in Sint-Jans-Molenbeek is in onderzoek, de gunning van deze werken wordt voorzien in 2014; – Een nieuwe locatie voor het Candelaershuys in Ukkel wordt prioritair onderzocht. Als deze piste niet haalbaar is, worden de noodzakelijke aanpassingswerken voor de vrijwaring van de kwaliteitsvolle werking uitgevoerd (najaar 2012). In de huidige legislatuur worden de inspanningen inzake de veiligheid, toegankelijkheid en de elektrische en sanitaire installaties van jeugdinfrastructuur verder gezet. De Vlaamse Gemeenschapscommissie investeert deze legislatuur in de subsidiaire ondersteuning van de verschillende jeugdwerkinitiatieven en wil de ontwikkeling van een groen en avontuurlijk speelplein realiseren. Om tegemoet te komen aan de groeiende vraag vanwege sportverenigingen naar een professionele sportinfrastructuur keurde het College op 23 december 2010 de aankoop van de sporthal van de Katholieke Universiteit Brussel (KUB), gelegen Felix Vande Sandestraat 15 te Koekelberg, goed. Deze sportzaal is van groot belang voor de Brusselse sportclubs, de scholen in de buurt, de werking van vzw Buurtsport Brussel, de werking van de VGCsportdienst,… De VGC zal haar beleid inzake infrastructurele sportsubsidies voortzetten en de optimalisatie van de bestaande sportinfrastructuur blijven ondersteunen. Tijdens deze legislatuur is de realisatie van de lokale Nederlandstalige bibliotheek van Sint-Pieters-Woluwe gepland. Bovendien is er een principieel akkoord over een duurzame oplossing voor de Nederlandstalige bibliotheek in Ganshoren. Ten slotte, wat de VGC zelf betreft, vindt men in dit Investeringsplan ook investeringen noodzakelijk voor de centralisatie van de kernadministratie en haar entiteiten in het centraal gelegen Renaissancegebouw, E. Jacqmainlaan 135 te 1000 Brussel. Het betreft één van de meest vooruitstrevende ‘groene’ kantoorgebouwen in Brussel en voldoet tevens aan alle hedendaagse comforteisen. Gekoppeld aan de centralisatiebeweging van de kernadministratie worden investeringen voorzien voor de vernieuwing van materieeluitrusting, de uitbouw en ontwikkeling van een nieuw informaticaplatform, een mobiliteitsplan inclusief procedures voor aankoop en gebruik van wagens enz. Deze investeringen ondersteunen de verdere uitbouw van een moderne en efficiënte dienstverlening. Meer details vindt men bij de artikels 1.1.2.4. administratiehuizen, 1.1.3. uitrusting administratie en 1.2.4. werking administratie.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
6 II. Bespreking
Commissielid Fouad Ahidar benadrukt dat de Vlaamse Gemeenschap grote bijdragen heeft geleverd aan de realisatie van dit Investeringsplan. De initiële vraag is echter welk overleg er geweest is tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap bij de opstelling van dit Investeringsplan? Hoe is dit plan tot stand gekomen? Hoe is de eigen VGC-administratie erbij betrokken? De dotatie van de Vlaamse Gemeenschap voor gemeenschapsinfrastructuur werd opgetrokken van 1.116.000 euro naar 3.116.000 euro. Het gaat om één dotatie, maar in dit Investeringsplan werd die dotatie in twee opgesplitst: één voor de gemeenschapscentra en één voor Brede School. De middelen voor Brede School werden “toegewezen” aan onderwijs. Maar de middelen waren, met uitzondering van het deeltijds kunstonderwijs, eigenlijk bedoeld voor alles behalve onderwijsgebouwen. Waarom die opsplitsing? Is dat gebeurd in overleg met de Vlaamse Gemeenschap? Het plan beoogt volgens de spreker ambitieuze doelstellingen : capaciteitsuitbreiding, toegankelijkheid, duurzaamheid, polyvalentie,… zonder dat die keuzes een vertaling krijgen in het budget. In dit plan kan niet afgelezen worden dat de toegankelijkheid gerealiseerd wordt, dat de capaciteit in de gemeenschapscentra toeneemt of dat er bij verbouwingen met strenge energetische richtlijnen rekening wordt gehouden. Vanuit de Vlaamse Gemeenschap wordt 10 miljoen euro voorzien over vijf jaar voor Brede School. Bij de VGC staat alles de facto voorzien voor campus Nieuwland Als je alle bedragen voor aankoop, renovatie, onderhoud (flankerend infrastructuurbeleid onderwijs en welzijn + subsidies gezin samen) samentelt, wordt er in totaal meer dan 18 miljoen euro voorzien binnen dit Investeringsplan (op basis van de tabellen op blz. 40-4142). Dit is een enorm bedrag. Is er voor campus Nieuwland een concreet businessplan opgemaakt, in overleg met de Vlaamse Gemeenschap? Als dat niet zo is en er komt nog overleg, wordt het Investeringsplan dan bijgestuurd indien nodig? Wat is de inbreng van het domein ‘Cultuur, Jeugd, Sport’ in de Brede School op de campus Nieuwland? Wie betaalt wat? Gaat de dotatie van 10 miljoen euro van de Vlaamse Gemeenschap integraal naar Nieuwland? Wat is het totaalbedrag dat wordt voorzien voor Campus Nieuwland? Er gaan vanuit Onderwijs en vanuit het domein Welzijn, Gezondheid en Gezin veel middelen naar deze campus. De heer Ahidar krijgt graag een overzicht van alle dossiers over de aard van de financiering (lening, stedenfonds, dotaties, AGIOn, PPS,… ) want dit is volgens hem niet duidelijk in het voorliggend document. Bovendien vraag de spreker waarom de onderhoudskosten van campus Nieuwland in het onderdeel gebouwen in eigen beheer zit als de renovatiekosten als subsidie aan derden gegeven zijn. Wordt het een erfpacht met kosten ten laste van de eigenaar? Met betrekking tot de pagina’s 12 en 44 stelt de spreker zich de vraag wat het visualiseringsplan administratie is. De jaarlijks geplande uitgaven hiervoor bedragen 80.000 euro in het jaar 2011, 12.000 euro in de jaren 2012, 2013, 2014 en 14.000 euro in 2015. Gaat dit over signalisatie? Er wordt nagedacht over het wagenpark van de VGC. Er komt een reglement voor de aankoop van nieuwe voertuigen. Wordt er ook rekening gehouden met elektrische wagens?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
7
Heeft de VGC voor haar administratie een bedrijfsvervoersplan? Dat er een fietsenstalling binnen en buiten komt, is al geweten. Is er ook een fietsvergoeding voorzien? Hoe ver staat het met plannen voor de integratie van Cambio en Villo? Voor Kasterlinden wil men gebruik maken van de DBFM-formule. Hoe wordt de totaliteit van de werken nu betaald via de DBFM-formule? De studie rond die formule wordt in juli 2011 afgerond. Gesteld dat de formule het haalt, moet er dan een periodieke vergoeding komen? In de tabel staat enkel maar voor 2011 een vergoeding van 140.000 euro ingeschreven. Hoe werd dit bedrag bepaald? Is dit realistisch? Heeft de administratie dit bedrag gesuggereerd? Met betrekking tot de modulaire klaslokalen (blz. 17) wil de heer Ahidar graag vernemen voor welke scholen dit nodig is? Het is een oplossing ‘van tijdelijke aard’. Wat betekent die ‘tijdelijkheid’? Voor hoe lang is deze optie genomen? In de tabel op pagina 26 staan geen middelen ingeschreven vanaf 2012. Voldoet het Investeringsplan dan wel voldoende aan alle engagementen van de VGC tegenover de Vlaamse gemeenschap met betrekking tot Muntpunt? Moeten er voor die jaren dan later nog middelen worden ingeschreven? Er staan in de tabel middelen voor ‘werken Muntpunt’ en middelen voor ‘inrichting Muntpunt’ in 2011, namelijk 760.000 euro en 1.240.000 euro. Kan het bevoegde collegelid deze 2 bedragen verduidelijken? In het vorig investeringsplan werden de werken aan de gemeenschapscentra afgewogen volgens 4 criteria die bij elk centrum werden opgelijst : urgentie, rendement, vraag en Nederlandstaligheid. Die criteria zijn nu onduidelijk. Er zijn in het algemeen nog veel onduidelijkheden. In dit plan worden niet alle gemeenschapscentra opgenomen, terwijl dit in het vorige plan wel het geval was. Waar is de visie op de totaliteit? In het vorige investeringsplan werden alle gemeenschapscentra aangehaald en aangeduid welke investeringen voorlopig ‘on hold’ werden gezet. Over het gemeenschapscentrum Essegem in Jette wordt in dit plan niets gezegd, terwijl dit in het vorige Investeringsplan wel zo was. Gemeenschapscentrum Essegem is een klein centrum voor een grote gemeente en het ligt te dicht bij Nekkersdal. Wordt een herlokalisatie overwogen en wordt er naar een nieuwe locatie gezocht? Het gebouw is ook een heel grote energieslokop. Hoe zal daaraan verholpen worden? Sommige werken zullen grote financiële implicaties hebben, zoals de verbouwing van Nekkersdal. Het consultatiebureau moet tijdens de duur van de werken uitwijken en ook dat zal veel geld kosten. Hierover wordt in het investeringsplan niet gesproken. Wat met de andere activiteiten in Nekkersdal? Er staan nergens middelen ingeschreven voor tijdelijke oplossingen. Kan het bevoegde collegelid verduidelijken waarom bij de Kroon in Sint-Agatha-Berchem maar een klein stuk van de werken plaatsvinden tijdens de uitvoering van dit Investeringsplan en wel voor 430.000 euro van het totaal van 3.358.000 euro. Welke werken starten in het voorjaar 2011? Moet de werking van de Kroon tijdelijk uitwijken? Waar zijn de middelen hiervoor? Bij de Vaartkapoen wordt in het Investeringsplan 2011-2015 een bedrag van 2.500.000 euro van het totaal van 2.578.000 euro ingeschreven, terwijl de gunning van de werken pas voorzien wordt in 2014. Is deze geraamde uitgave realistisch? Is het bedrag op zich realistisch?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
8
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
Kan de toekomst van het Candelaershuys en het wijkhuis Carloo in Ukkel verduidelijkt worden? Indien geen ander pand wordt gevonden, worden de werken opgestart 20 maanden na goedkeuring van het Investeringsplan 2011-2015. Hier wordt eigenlijk al 300.000 euro voor aanpassingswerken voorzien voor een gebouw dat de VGC eigenlijk wil verlaten. De vraag is of de verkoop van de twee panden de aankoop van een nieuw pand kan bekostigen. Gaat het nieuwe pand onderdak moeten bieden aan een lokaal dienstencentrum en wordt daar in de zoektocht rekening mee gehouden. Zullen hiervoor middelen komen uit Welzijn? Wat zal er gebeuren met Kontakt in Sint-Pieters-Woluwe? In het vorige investeringsplan viel Kontakt uit de boot voor een grondige renovatie (sanitair, aanleg buitenruimte, renovatie tot polyvalente ruimte) wegens budgettaire beperkingen. Een grondige renovatie was wel voorzien na 2010. Volgens het voorliggende Investeringsplan zal het pand verkocht worden in 2012. Wat zijn de alternatieven? Wat gaat er met het Gemeenschapscentrum De Maalbeek gebeuren? Er staat in het Investeringsplan dat er problemen zijn met de integratie van De Moriaan, het gebouw dat werd overgedragen aan het GO!. De problemen met de locatie zijn trouwens niet nieuw. Gebeurt hier nog iets mee? Het eventueel onderbrengen van het gemeenschapscentrum De Platoo naar de KUBsporthal is nog compleet onduidelijk. Kan hierover meer duidelijkheid gegeven worden? Wordt er ook overwogen om het vrijgekomen patrimonium van de administratie in te schakelen bij de gemeenschapscentra? De Kattepoel aan de Rogierlaan in Schaarbeek zou bijvoorbeeld een antenne kunnen worden van het gemeenschapscentrum. Dit wordt nergens aangehaald in het Investeringsplan. In juni 2010 lieten de collegeleden Bruno De Lille en Brigitte Grouwels weten dat tegen 2020 alle infrastructuur voor Welzijn, Cultuur, Jeugd en Sport - in totaal 47 gebouwen, waarvan 22 gemeenschapscentra - voor iedereen toegankelijk moeten zijn, dus ook voor personen met een handicap, ouderen, buggy’s,.... Waar is die belofte af te lezen in Investeringsplan? Gesteld dat de toegankelijkheid van gemeenschapscentra vervat zit in de post “buitengewoon onderhoud” (tabel op blz.26) dan zou dit voor de 22 gemeenschapscentra 1.040.000 euro in 2011 en vanaf 2012 jaarlijks 275.000 euro betekenen. Per gemeenschapscentrum zal dit dus 12.500 euro per jaar bedragen. Is dit wel realistisch? Sommige gemeenschapscentra zitten nog met een asbestprobleem, met daken die niet in orde zijn, met slechte energiehuishouding,... Waar zit de optie kwaliteit en duurzaamheid in het budget? Dit is nergens duidelijk af te lezen. Voor het bouwproject van de bibliotheek van Sint-Pieters-Woluwe wordt veel geld voorzien, dat er moet komen via een volgende begrotingswijziging voor 2011. Er wordt 100.000 euro ingeschreven. Er werd reeds een begroting bediscussieerd en gestemd en nu duikt deze wijziging op. Er is ook sprake van “een principieel akkoord over een duurzame oplossing” voor de bibliotheek van Ganshoren. Wat zijn hiervoor de financiële implicaties? Welke middelen gaan er naar de andere bibliotheken? In 2011 wordt 3,15 miljoen euro voorzien voor de Campus Nieuwland en voor kinderdagverblijven en IBO’s 1,35 miljoen euro. In 2012 wordt 1,5 miljoen euro voorzien. Wil dat
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
9
dan zeggen dat er geen enkel ander project voor kinderopvang of IBO in 2012 komt en dat Campus Nieuwland de enige uitbreiding betekent? In dit Investeringsplan wordt gesteld dat, vanwege de demografische evolutie, meer plaatsen nodig zullen zijn in de kinderopvang. Wat is het groeipad? Kan het bevoegde collegelid een overzichtstabel geven van de nieuwe plaatsen die ze wil realiseren op basis van deze investeringen? Hoeveel extra plaatsen komen er dankzij dit Investeringsplan? De financiering van Nieuwland is onduidelijk. Welk deel van de 6,2 miljoen euro - het totaalbedrag van dit investeringsplan voor Kinderdagverblijven, inclusief Brede School Nieuwland - gaat naar campus Nieuwland? Bij Welzijn worden in 2011 voor 850.000 euro subsidies voorzien voor renovatie van Nieuwland, zonder duidelijk te stellen voor wie dit geld bestemd is. Hoe verhouden deze middelen zich ten opzichte van de reguliere middelen voor Welzijn (VIPA,…). De respectievelijke onderdelen binnen het domein Welzijn, Gezondheid en Gezin zijn vaag. De bedragen in de tabel op p.33 fluctueren per jaar. Als de uitgaven in Welzijn zo hard schommelen (voor ‘woonzorgzones’ of ‘voorzieningen voor personen met een handicap’) is daar zeker een reden voor. Wat verklaart deze schommelingen? Opvallend is dat in 2013 de subsidie voor Gezin gevoelig stijgt. Het gaat dan van 1.600.000 euro naar 2.100.000 euro. Wat is de verklaring van de plotse stijging? Voor IBO Nekkersdal op blz.42 staan 0 euro middelen ingeschreven. Hoe moet men dit begrijpen? Komen de middelen uit het beleidsdomein cultuur? Welzijn schrijft middelen in voor woonzorg, maar omschrijft geen enkel dossier. Er staat dat de lokale dienstencentra zullen gevrijwaard en ook uitgebreid worden. Dat is een ambitie die de VGC niet alleen kan realiseren. Er wordt in dit Investeringsplan geen link gemaakt met de financieringslijnen van de Vlaamse Gemeenschap. Is er al overleg geweest? Het is niet duidelijk hoe en waar de lokale dienstencentra precies worden uitgebouwd. Het Lokaal Dienstencentrum De Kat in Ukkel heeft zijn werking stopgezet, maar er is een minimale werking vanuit het Candelaershuys. Wordt bij de zoektocht naar een andere locatie voor het gemeenschapscentrum, ook rekening gehouden met de integratie van het dienstencentrum? Worden hier ook middelen voor voorzien vanuit welzijn? Wat zal er gebeuren met Heembeek-Mutsaard in Neder-over-Heembeek en het multifunctionele project Pieter-Pauwel? Het contractueel engagement van de VGC om 2 miljoen euro te voorzien voor de bouw van een nieuw gemeenschapscentrum, dienstencentrum en dagcentrum in een PPS staat wel in de uitleg vermeld, maar er zijn binnen het Investeringsplan geen middelen voorzien. De VGC komt haar engagement dus niet na. Hoe moet men dit interpreteren? Betekent het dat de VGC geen investeringen zal doen als de Stad of de Vlaamse Gemeenschap een bouwgrond ter beschikking stellen? Of wordt het Investeringsplan op termijn aangepast? Ten slotte heeft de heer Ahidar dezelfde opmerking over de uitbouw van voorzieningen voor personen met een handicap. In het Investeringsplan worden geen dossiers omschreven en blijft alles vaag. Op blz.42 fluctueren de middelen sterk van jaar tot jaar. Zijn er
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
10
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
concrete initiatiefnemers om in te gaan op de uitbreiding van erkende plaatsen in Brussel? Wat is de stand van zaken? Raadslid René Coppens vindt dat men met het voorliggende Investeringsplan terecht streeft naar een doelmatig en financieel verantwoord investeringsbeleid. Het is in deze tijden van spaarzaamheid evident dat het VGC-patrimonium zich beperkt tot die gebouwen die noodzakelijk zijn voor het vervullen van de kernopdrachten van de VGC. De andere gebouwen worden mijns inziens best verkocht. Uiteraard kan steeds worden uitgekeken naar een of andere opportuniteit voor een aankoop. Een patrimoniumbeleid is echter niet altijd even evident. Niet alleen voor de bevoegde ambtenaren, maar zelfs voor professionelen die men hiervoor zou mandateren. Dit blijkt trouwens uit het Investeringsplan zelf. Op verschillende plaatsen vermeldt men in de tekst dat er bij openbare verkoping niet voldoende interesse was in het pand, of dat de openbare verkoop niet succesvol was, enz… Op deze manier blijven veel panden te koop staan. Heeft men al een diepere analyse gemaakt waarom deze panden zo slecht verkocht raken? Een ander – positief – punt, is de regeling en de planning inzake de administratiehuizen. Een zo groot mogelijke centralisatie van de administratieve eenheden is een must voor een efficiënte en doeltreffende administratie, met uiteraard ook een aantal positieve neveneffecten op het vlak van ICT, telefonie en wagenpark. Tegen 1 juli 2011 zal de verhuisbeweging rond zijn en zullen er nog slechts 3 administratieve gebouwen overblijven : het ‘groene’ Renaissancegebouw, het Onderwijscentrum in de Marcqstraat en de dienst Facility in de loods aan de Technologiestraat in Sint-AgathaBerchem. De heer Coppens zag dit aantal liever nog verminderen. In het bijzonder omtrent het wagenpark, stelt de spreker het op prijs dat er een grondige analyse plaatsvindt vooraleer nieuwe wagens aangekocht worden, maar ook dat in de toekomst alle individuele aankopen door bv. vzw’s met een duidelijke band met gemeenschapscentra vooraf door het College zullen worden bekeken. Verder kijkt de spreker uit naar de resultaten van het verhuisproject voor de Elishoutcampus. Hij vraagt zich af wat er zal gebeuren met ‘de hoeve’. Essentieel is uiteraard ook de vraag hoe men de snelle demografische evolutie van de Brusselse bevolking zal opvangen. 15.000 extra plaatsen voor het Nederlandstalig basisonderwijs tegen 2015 is niet ‘niks’. Zonder een uitstekende band met Vlaanderen mag men dit volgens de spreker waarschijnlijk wel vergeten. Ook inzake kinderdagverblijven, IBO’s en voorschoolse opvang zal de vraag blijven groeien. Hetzelfde geldt natuurlijk voor het Franstalig onderwijs. Het is in feite één groot algemeen probleem. De demografische evolutie is niet enkel een probleem van Onderwijs, maar ook van Welzijn.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
11
Wat Muntpunt betreft stelt de heer Coppens vast dat – naar Nederlands model – de Brusselaars binnen afzienbare tijd terecht van ‘de bibliotheek van de toekomst’ zullen kunnen spreken, m.a.w. een meertalig info-centrum, moderne verblijfsbibliotheek, vergaderzalen en ‘pintjeshuis’. Interessant is ook de invoering van de zogenaamde ‘sorteerrobot’. Is het bedrag dat voorzien wordt voor Muntpunt haalbaar gezien dit een samenwerking is met de Vlaamse Gemeenschap? Voor de gemeenschapscentra wordt via meerjarenplanning verder werk gemaakt van o.m. brandveiligheid en functionele toegankelijkheid. Inzake Sport zal de aankoop van de sporthal van de KUB voor een grote hap in het budget zorgen (2.010.000 euro voor de aankoop en 890.000 euro voor de renovatie). De heer Coppens denkt echter dat het zeker de moeite waard was. Bovendien laat de spreker er zich positief over uit dat de cirkel van erkende lokale Nederlandstalige bibliotheken rondgemaakt zal worden. In Sint-Pieters-Woluwe wordt verder werk gemaakt van een aangepaste infrastructurele ondersteuning en … last but not least is er een principieel akkoord over een duurzame oplossing voor de Nederlandstalige bibliotheek van Ganshoren. Het voorliggende Investeringsplan weerspiegelt een zuinig, efficiënt en doelmatig beleid. Het plan is de resultante van de keuzes die tijdens de periode 2009-2014 door het College werden gemaakt. De twee noodzakelijke krachtlijnen vindt men er duidelijk in terug, namelijk: 1. de capaciteitsverhoging die nodig zal zijn conform de te verwachten demografische evolutie en 2. de noodzakelijke kwaliteitsverbetering. Alles in dit Investeringsplan werd netjes in kaart gebracht. Nu volgt nog de uitvoering op het terrein. Mevrouw Brigitte De Pauw vindt dat het Investeringsplan getuigt van terechte keuzes. De nota maakt duidelijk welke investeringen vanuit de VGC-begroting gebeuren en welke middelen van derden afkomstig zijn. Iedere financiële partner weet wat zijn positie is. De spreker hoopt dat het plan voldoende overlegd werd met de Vlaamse minister bevoegd voor Brussel, zodat alle geraamde investeringen volgens het beoogde tijdschema kunnen uitgevoerd worden en er geen kink in de kabel komt op het allerlaatste moment. Opmerkelijk vindt de spreker dat de pogingen om eigendommen van de VGC openbaar te verkopen telkens op een sisser uitliepen. Zij vraagt zich af waarom enkel de piste van de openbare verkopen wordt gevolgd en er niet wordt gezocht naar potentiële kopers uit de privé sector. Verwijzend naar de aanpak in de gemeente Jette, suggereert de spreker dat er doordacht contact zou kunnen gelegd worden met projectontwikkelaars, die vaker interesse tonen voor de aankoop van grote gebouwen dan individuele kopers. De aankoop van de KUB-sporthal kan rekenen op een positieve reactie van de spreker. De integratie van gemeenschapscentrum De Platoo in dit gebouwencomplex roept bij mevrouw De Pauw vragen op. Dit gemeenschapscentrum werd enkele jaren geleden grondig verbouwd, wat een dure aangelegenheid was. De kleinschaligheid van De Platoo heeft charme en het zou jammer zijn om dat aspect te laten verdwijnen door het centrum onder te brengen in een grote infrastructuur.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
12
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
Verder vraagt de spreker zich af waarom er voor De Maalbeek geen studie wordt uitgevoerd. Eigenaardig genoeg worden er een aantal opties voorgesteld voor een beperkt aantal gemeenschapscentra, maar niet voor alle 22, terwijl elk centrum infrastructurele noden heeft, in meerdere of mindere mate. Zo is er nergens sprake over Wabo, waar enkele beperkte ingrepen volstaan om het centrum te moderniseren (onthaalbalie, brandtrap, ramen,…). Hoe verklaart het collegelid dit? Omtrent de administratiehuizen in eigendom van de VGC, maakt de nota gewag van het feit dat nog niet werd beslist of deze gebouwen worden verkocht, dan wel herbestemd. Voor wanneer is de definitieve beslissing? Wat de (her)bestemming van de Elishouthoeve aangaat, wijst mevrouw De Pauw er op dat het hoe dan ook om een project gaat waar een gigantisch prijskaartje aanhangt. Welke piste geniet de voorkeur van het College? Enthousiast is de spreker over het RFID-systeem dat zal gebruikt worden in Muntpunt. Het systeem kan gelinkt worden aan de plaatselijke bibliotheken. De klachten over geluidshinder in gemeenschapscentrum De Kriekelaar verwonderen de spreker. In het verleden werden talloze ingrepen uitgevoerd om de geluidhinder voor de omwonenden te minimaliseren en nu blijkt dat deze verbouwingen in feite niet volstonden. Zij pleit voor verregaande ingrepen aan de infrastructuur van de VGC om milieuklachten en energieverlies te voorkomen of te beperken . Wat de benadering van de huisvesting van het Candelaershuys betreft, meent de spreker dat er een bizarre optie wordt aangehouden. Eerst wordt uitgekeken naar een ander pand. Als dat niets oplevert, wordt het huidige gebouw aangepast. Mevrouw Brigitte De Pauw doet een warme oproep om voor het jeugdcentrum De Branding een duurzame oplossing aan te reiken. De spreker vindt het een goed idee om de facilitaire diensten van de VGC-administratie in Sint-Agatha-Berchem te houden. Op deze dienst wordt vaak beroep gedaan door allerhande Brusselse organisaties en verenigingen. Vaak wordt er materieel afgehaald of teruggebracht. Het voordeel is dat de locatie in Sint-Agatha-Berchem over voldoende parkeergelegenheid beschikt en buiten het stadscentrum ligt. Voor de regelgeving inzake energiesubsidies vraagt mevrouw De Pauw extra aandacht. Zij vindt het positief dat de VGC de scholen ondersteunt bij hun energieaudit of -boekhouding. Uit het antwoord op een mondelinge vraag van mevrouw De Pauw aan minister Huytebroeck in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bleek echter dat de criteria gewijzigd zijn, waardoor sommige scholengemeenschappen in financiële problemen komen. Zij vraagt ter zake verscherpte aandacht van het College. Verder polst de spreker naar de terechte middelen voor investeringen in de lokale dienstencentra en de gehandicaptenzorg. Zijn er ook middelen voor de residentiële ouderenopvang en de bijzondere jeugdzorg? Wat het beheer van de jeugdinfrastructuur betreft, pleit de spreker ervoor dat de VGC de verenigingen structureel zou helpen bij deze opdracht. Het bevoegde collegelid is daar trouwens mee bezig. Wat is de timing om deze begeleiding operationeel te maken?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
13
Over de concrete aanpassingen aan het Seniorencentrum zou bijkomende uitleg verduidelijkend zijn. Hetzelfde geldt voor het proefproject inzake kunstintegratie dat loopt in gemeenschapscentrum De Rinck. Commissielid Johan Demol heeft twee algemene vragen voor het College. Welke verdeelsleutel wordt gehanteerd voor de verdeling van de investeringsmiddelen tussen de verschillende beleidsdomeinen? Hoe wordt de verdeelsleutel binnen elk beleidsdomein vastgelegd? Wat is de achterliggende bedoeling van de erfpachtoverdracht van de kinderdagverblijven, die eigendom zijn van de VGC, aan hun inrichtende instantie? Welke baten levert deze operatie op voor de VGC? Commissielid Annemie Maes benadrukt dat zij de beleidskeuzes goed vindt : er wordt gekozen voor capaciteitsverhoging en kwaliteitsbewaking (uitrusting, duurzaamheid, toegankelijkheid). De VGC beperkt haar patrimonium tot die gebouwen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar kerntaken. Dat is een prima beleidsprincipe dat de spreker niet meer dan logisch lijkt. Een billijk beleid streeft het College na, waarbij organisaties die hetzelfde werk doen ook dezelfde kosten of vrijstellingen wat betreft infrastructuur moeten hebben. Dat lezen we op pagina 4 van het Investeringsplan. Aan welke dossiers denkt het College concreet? Verder merkt mevrouw Maes dat de verkoop van overtollig patrimonium blijkbaar niet gemakkelijk verloopt. Enkele jaren geleden, in een aantal gevallen zelfs al in 2006, is een principiële beslissing is genomen over verkoop van patrimonium, maar de dossiers zijn nog niet tot een goed einde gebracht. In 2010 werden hernieuwde inspanningen geleverd die mislukten. Wat is de reden hiervoor? Wat is de verdere planning? Wat maakt dat men nu hoopt op “snelle en efficiënte verkoop”? Wat gebeurt er met de jeugdwerking van Jeugdhuis Alleman en Jeugdhuis VMJ? Jeugdhuis De Branding wordt niet vermeld, terwijl er toch een princiepakkoord is over een erfpachtformule, waar ook de gemeente Jette bij betrokken is? Wel positief is dat, in geval er extra middelen komen, er bijzondere aandacht naar de jeugdsector gaat. Maar eerlijk gezegd worden relatief weinig investeringsmiddelen voorzien voor jeugdinfrastructuur. Waarom sluiten de middelen niet onmiddellijk aan op de expliciete beleidskeuze die het College maakt voor de sector? De centralisatie van de administratie in het Renaissancegebouw is een positieve zaak. Wanneer wordt de beslissing genomen over de herbestemming of de verkoop van de drie panden, in eigendom van de VGC? Concreet met betrekking tot de Kattepoel, waar op de gelijkvloerse verdieping een stukje wijkwerking van De Kriekelaar zat, stelt mevrouw Annemie Maes de vraag of deze piste verlaten wordt. Inzake het beheer van het wagenpark is de VGC in 2010 gestart met een analyse van het huidige wagenpark, waarbij gebruik en verbruik kritisch onder de loep worden genomen. De spreker juicht dit initiatief toe en kaartte dit onderwerp aan in vorige vergaderingen, waar ze het Cambiosysteem ter sprake bracht. Zij vraagt ook om aandacht te besteden aan de grootte van de auto’s die worden aangekocht en pleit ervoor af te stappen van de idee om de auto als een sociaal statussymbool te beschouwen, en enkel praktische overwe-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
14
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
gingen te laten spelen bij de aankoop van voertuigen. Zij kijkt uit naar de resultaten van de analyse van het wagenpark en de daarop gebaseerde beleidsbeslissingen. Vervolgens leest de spreker dat verplaatsingen met de fiets of te voet sterker worden gestimuleerd. Enige toelichting over de concrete stimuli zou zeer welkom zijn. Wat Muntpunt aangaat, merkte mevrouw Maes dat de begroting 2011 gewag maakt van 2 miljoen euro, terwijl in het voorliggende document sprake is van 2,840 miljoen euro. Hoe verklaart het College dit substantiële verschil? Met betrekking tot de energieaudit viel het op dat het energieverbruik in de Marcqstraat het dubbele is van het energieverbruik in het VGC-gebouw in de Lombardstraat, dat een grotere oppervlakte beslaat. Hoe komt dat? Verrassend is dat de locatie Marcqstraat wordt behouden en geen gewag wordt gemaakt van ingrepen die energiebesparend kunnen werken. Inzake kwalitatieve uitrusting, duurzaamheid en toegankelijkheid onderstreept mevrouw Maes dat het begrip duurzaamheid ruimer moet gezien worden dan energiebeleid. Het gaat evenzeer over materiaalkeuzes en onderhoud. Toegankelijkheid reikt eveneens verder dan de terechte zorg voor de toegang tot gebouwen voor minder mobiele gebruikers via zachte hellingen, liftsystemen e.d. Toegankelijkheid gaat ook over fietsenstallingen en ruimte voor buggy’s in openbare gebouwen en daar vraagt de spreker een grote alertheid voor. Een positief streefdoel opgenomen in het investeringsplan is de vermindering van het energieverbruik tegen 2020 met 30%. Wanneer wordt hiervoor een plan van aanpak ontwikkeld? Zal dit besproken worden in de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie? Voorziet het College ook een tussentijdse doelstelling, bv. tegen 2015 (einde van dit investeringsplan)? Aansluitend bij het thema duurzame ontwikkeling zegt mevrouw Maes dat een mogelijke samenwerking tussen Het Neerhof en Elishout, en meer in het bijzonder de hoeve op de campus, een goede optie is. Daar zit een meerwaarde in (lowfood). Is dit al enigszins geconcretiseerd? Mevrouw Elke Roex spitst haar vragen toe op de investeringen voor het gemeenschapscentrum De Rinck en de infrastructuurmiddelen voor de kinderopvang. Zij merkt op dat het investeringsplan voor het beleidsdomein cultuur zeer duidelijk de beleidskeuzes weergeeft en aantoont welke vooruitgang wordt gemaakt, terwijl dat voor de andere beleidsdomeinen niet het geval is en zeer vaag blijft. Inzake De Rinck leest de spreker dat er een investeringskrediet wordt voorzien van 6,050 miljoen euro en dat de raming van het totaalbedrag van de werken uitkomt op 6,526 miljoen euro. De geruchten gaan dat dit bedrag onvoldoende groot is en er circuleren nu al veel hogere bedragen. Mevrouw Roex wenst te vernemen welke de initiële bouwkost was toen het project werd voorgesteld aan de buurtbewoners. Wat waren toen de extra’s? Wat waren toen de randkosten? Wat is de huidige initiële bouwkost, wat zijn de extra’s nu en wat zijn de randkosten? Welke meerkost brachten de nieuwe inspanningen voor duurzaamheid mee?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
15
Voor de kinderopvang is de hamvraag: welke concrete vooruitgang wordt er geboekt inzake capaciteitsuitbreiding? Dat er meer kinderopvangcentra moeten komen is genoegzaam bekend. In 2011 en 2012 is er nauwelijks geld over voor de IBO’s, want het leeuwendeel van de middelen gaat naar de campus Nieuwland. Worden alle andere projecten ‘on hold’ gezet tot 2013? Worden de investeringskeuzes gelinkt aan de demografische evolutie? Werd berekend, op grond van de demografische evolutie, hoeveel opvangplaatsen er moeten bijkomen of werd een andere berekenwijze gehanteerd? Is er een timing? Of zijn het alleen restbedragen die op deze basisallocaties werden ingezet zonder een langetermijnvisie? Mevrouw Els Ampe vraagt naar een overzicht van alle VGC-eigendommen, zowel gebouwen als gronden. Zij vindt het eigenaardig dat de administratie in 3 fasen verhuist en dat er nog niet werd beslist of de administratiehuizen herbestemd of verkocht worden. Waarom verhuist de administratie niet op hetzelfde moment? Voor de kinderopvang wenst ze te weten waar de uitbreidingen of de nieuwe kinderdagverblijven zich zullen situeren. Kunnen kinderdagverblijven eventueel ook opgenomen worden in het concept van een gemeenschapscentrum? Hetzelfde geldt voor lokale dienstencentra, die zouden moeten geconcentreerd worden in de gemeenschapscentra. Sommige centra (zoals Nekkersdal, recent nog vernieuwd) gebruiken hun oppervlakte niet optimaal. Daar liggen mogelijkheden open. Mevrouw Ampe zou graag weten wie de verkoper is van de sporthal van de KUB en aan wie de betaling voor de aankoop gebeurt. Er is sprake van een reglementaanpassing voor subsidies aan de scholen. Quid? Voor kunstintegratie wordt 290.000 euro uitgetrokken. Wat is het bestedingspatroon? Waar staat de VGC inzake kunstintegratie in haar gebouwen? Wat de aankoop van nieuwe voertuigen betreft, werd 300.000 euro ingeschreven. Is er ook een substantiële opbrengst uit de verkoop van de tweedehands voertuigen? Tot slot vraagt mevrouw Ampe waarom er voor het gemeenschapcentrum HeembeekMutsaard geen middelen zijn ingeschreven om een nieuwbouw te realiseren. Mevrouw Elke Van den Brandt haakt in op het patrimoniumbeheer van de VGC en de leegstand van sommige VGC-gebouwen, die niet verkocht geraken, wat een financiële aderlating is. Zij is van mening dat een overheid principieel geen leegstand moet tolereren en indien er toch gebouwen leegstaan, alert moet zijn voor noodopvang in de leegstaande gebouwen. Verder polst ze ernaar of de VGC sociale clausules inbouwt (naar analogie met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) bij het toekennen van investeringssubsidies. Volgt de VGC dezelfde beleidskeuze of kan deze benadering ingevoerd worden? De spreker begrijpt uit het voorliggende document dat alle bestaande kinderdagverblijven in 2011 zullen aangepast zijn aan de geldende reglementering en effectief overgedragen worden aan de gebruikers. Zien alle gebruikers dit zitten? Gebeurt dit in alle gevallen via
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
16
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
erfpacht of worden een aantal kinderdagverblijven ook verkocht? Hoe zal de erfpachtovereenkomst eruit zien? Verder is het haar niet helemaal duidelijk wat het groeipad is voor de kinderopvang, hoeveel extra plaatsen er gecreëerd zullen worden en in welke wijken dat vooral zal gebeuren. Mevrouw Van den Brandt leest dat “de VGC speelt een actieve rol bij de detectie van opportuniteiten en ontwikkeling”. Dit is vanzelfsprekend positief en natuurlijk de rol van een actieve overheid. De spreker juicht deze aanpak toe, maar wil toch ook waarschuwen en vragen dat men in dit plaatje van bij het begin oog heeft voor de werkingsmiddelen. Het heeft geen zin vzw’s te enthousiasmeren voor projecten waarmee men als beleidsmaker kan uitpakken, indien de vzw nadien moet vaststellen dat ze bij de werking voortdurend op het tandvlees zit. Zij denkt dan bijvoorbeeld aan het dossier van het LDC Aksent Evere,waar het ei zo na misliep omdat het ernaar uitzag dat Vlaanderen uiteindelijk toch niet over de brug zou komen met werkingsmiddelen. Intussen zou het echter goed komen, na lobbywerk van het kabinet van collegelid Brigitte Grouwels. Dit dossier toont echter hoe kwetsbaar constructies soms zijn. Vanzelfsprekend is Groen! voorstander van een voluntaristisch beleid op VGC-niveau, maar dan moet de volledige puzzel wel kloppen. Brede School Nieuwland ligt Groen! na aan het hart ligt. Vele partners zullen gehuisvest worden op de site : Sint Joris basisschool, Zaveldal, de muziekacademie van Brussel-Stad, een IBO, een kinderdagverblijf en opvoedingsondersteuning. Quid sportverenigingen, quid betrokkenheid buurt? Misschien zijn er geen aparte lokalen voor nodig, maar men mag niet uit het oog verliezen dat deze ook een plek moeten krijgen. Het financieel plaatje is niet duidelijk. De inkomsten van alle partners, ook bijvoorbeeld de inkomsten uit de verkoop van de campus Zaveldal, zijn niet vermeld. In het kader van de capaciteitsverhoging vraagt mevrouw Elke Van den Brandt hoe het overleg met de Franse Gemeenschap verloopt, want dit dossier moet echt in overleg en samenspraak aangepakt en gecoördineerd worden. Het loopt moeizaam, maar toch dringt de spreker aan op een strakke timing gezien de ernst van de problematiek. Het moet duidelijk worden wie in welke wijken voor wat gaat investeren. Verwijten over en weer zijn zinloos en werken vertragend. Collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes zou een verzoenende rol kunnen spelen. Inzake de capaciteitsverhoging staat er een zin in de tekst, onderaan blz. 29, die mevrouw Van den Brandt stoort : “de capaciteitsuitbreiding mag echter nooit ten koste gaan van de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs”. Vanzelfsprekend is iedereen het hierover eens. Jammer dat door dit zinnetje capaciteitsuitbreiding en kwaliteit alweer tegenover elkaar worden geplaatst. Waarom is er nog geen nieuwe overeenkomst tussen AGIOn en het gemeenschapsonderwijs en is er enkel een overgangsovereenkomst? Op blz.32 is er sprake van een reglementaanpassing voor subsidies aan de scholen. Quid? De investeringssubsidies TSO en BSO en Beroepenhuis TSO-BSO zijn zeer belangrijk, alle elementen die kunnen bijdragen tot herwaardering van BSO en TSO ondersteunt Groen! met plezier. Mevrouw Van den Brandt interpelleerde herhaaldelijk over het nefaste watervalsysteem, schoolachterstand, demotivatie,… vaak het gevolg van een foute studiekeuze. Een positieve keuze voor TSO en BSO is noodzakelijk. Beroepenhuis Gent probeert werk te maken van zo’n positieve keuze voor TSO en BSO. Scholen kunnen naar het Beroepenhuis gaan, maar kunnen ook lesmateriaal en ondersteuning krijgen in de klas of concrete
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
17
tips voor bedrijfsbezoeken. De link met werk spreekt voor zich. Het lijkt de spreker dan ook goed te kijken hoe we in Brussel deze expertise kunnen gebruiken en een eigen, complementaire variant van het Beroepenhuis oprichten. Een laatste vraag van mevrouw Van den Brandt wil verduidelijking over de link naar PLAGE, wel terug te vinden bij SIT en niet bij energiesubsidies? De heer Jef Van Damme heeft eveneens enkele bedenkingen en vragen. Als hij alle kosten met (*) voor de centralisatie van de administratie optelt, komt hij uit op 3,25 miljoen euro. Nochtans staat in het document pagina 12, onder de tabel, naast (*) “dat de totale uitgave in het kader van de centralisatie van de administratie begrensd is tot 2,5 miljoen euro”. Dat lijkt toch tegenstrijdig. Hoe verklaart het College dit? Verder verwondert de spreker zich er over dat in het investeringsplan de schatting van de inkomsten uit de verkoop van eigendommen niet terug te vinden is. Voor Kasterlinden is er sprake van DBFM. Het project zou 20 miljoen euro kosten en anderzijds zou er 15 miljoen over zijn. Waarom een DBFM-keuze als er toch 15 miljoen euro over is? Dat is een vreemde benadering. Collegelid Brigitte Grouwels bevestigt vooreerst dat er voor het tot stand komen van dit investeringsplan nauw werd overlegd en samengewerkt met alle diensten van de VGCadministratie en met Vlaams minister Pascal Smet, die betrokken wordt bij de college-vergaderingen. De VGC op haar beurt had vooraf geen weet van de daling van de middelen van de Vlaamse Gemeenschap voor de VGC. De dotaties van de Vlaamse Gemeenschap voor de gemeenschapscentra en het flankerend onderwijsbeleid volstaan niet en bouwwerken worden regelmatig geprefinancierd door de VGC. Dat is geen ideale situatie. Toegankelijkheid en energiezuinigheid van gebouwen worden afgetoetst aan bepaalde criteria. De VIPA-regelgeving bevat normen op dit vlak en koppelt daar het al dan niet toekennen van subsidies aan. Voor gebouwen waarvoor de VGC zelf verantwoordelijk is, gebeurt dat nu ook systematisch. Collegelid Brigitte Grouwels geeft een overzicht van de financiering van de campus Nieuwland voor de diverse campusonderdelen. AANKOOP eigenaars Sint-Joris middelen capaciteit onderwijs VGC
middelen AGIOn middelen onderwijsfonds VGC (Zaveldal)
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Agion70 % VGC 30 % 60 % 40 %
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
18 RENOVATIE Sint-Joris middelen capaciteit onderwijs Zaveldal
middelen AGIOn middelen onderwijsfonds VGC
WGG
VIPA middelen Brusselfonds VG middelen VGC WGG
AGIOn 70% VGC 30% 60 % 40 %
DKO (Hoofdstedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans) middelen Brusselfonds VG gemeenschappelijke ruimten (theaterzaal, sportzaal, speelplein,…) middelen Brusselfonds VG middelen Lambermontfonds VGC De middelen Brusselfonds VG betreffen een extra dotatie van 2.000.000 euro/jaar, deze worden ingezet om een flankerend infrastructuurbeleid te voeren in functie van Brede School. EXPLOITATIE door de eigenaars / Brede School partners (dienen alle dossiers in) LOKALE COÖRDINATIE met BOVENLOKALE REGIE middelen VG en VGC Over de erfpachtoverdracht van kinderdagverblijven in eigendom van de VGC aan de exploitanten, verklaart mevrouw Brigitte Grouwels dat de VGC zelf geen toegang heeft tot VIPA-kredieten. Indien de gebouwen in erfpacht worden overgedragen aan de exploitanten (vzw’s) kan wel beroep worden gedaan op VIPA-middelen. Omdat de eigenaarkosten ook naar de vzw’s overgaan, opteerde de VGC ervoor om alle gebouwen eerst volledig in orde te brengen en dan de overdrachtprocedure op te starten. Alle infrastructuurwerken zijn bijna klaar en er wordt momenteel gesleuteld aan de overdrachtformule. Het mobiliteitsplan/vervoersplan wordt gefinaliseerd voor de eindfase van de verhuis van de VGC-administratie. Elk werkgever met meer dan 100 werknemers die samen gehuisvest zijn, is trouwens verplicht om een dergelijk plan op te maken. De restwaarde van de afgeschreven voertuigen is nul. De fietsvergoeding voor ambtenaren is nu al in voege. Binnen afzienbare tijd zal het mobiliteitsplan concreet en gedetailleerd kunnen worden toegelicht. Met betrekking tot de voorzieningen voor personen met een handicap werd in de collegevergadering van 25 februari 2010 een lijst opgemaakt van Brusselse voorzieningen die zich inschreven in het Vlaamse meerjarenplan. Deze dossiers komen in eerste instantie in aanmerking voor VGC-subsidies. Voor de gemeenschapscentra en de kinderdagverblijven in eigendom van de VGC zijn gedetailleerde gegevens verwerkt in het investeringsplan. Voor de initiatieven die vanuit
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
19
het werkveld komen, wordt inzake investeringen gewerkt met een enveloppefinanciering. Uitbreiding van kinderdagverblijven en heel wat initiatieven in de kinderopvang vallen onder deze werkwijze. Daarover zijn momenteel nog geen concrete dossiergegevens beschikbaar. Er is een globale som voorzien. Hic et nunc is er geen programmering in detail. De zoektocht naar alle financieringsmogelijkheden om een project rond te krijgen is geen evidentie : Kind&Gezin betoelaagt de werking, VIPA het gebouw voor 60%, er zijn ook subsidies mogelijk via de wijkcontracten en het ‘plan crèches’. De VGC tenslotte kan aanvullend subsidiëren en vervult de rol van regiepartner. Er is dus een grote afhankelijkheid van andere besturen. Er wordt regelmatig gevraagd aan het werkveld om initiatieven tot uitbreiding te nemen. Dossiers geraken om technische redenen vaak niet eens uit de startblokken, bijvoorbeeld omdat ze geen vergunning krijgen. De berekening van het totaal aantal noodzakelijke bijkomende opvangplaatsen in de periode 2011-2015, de fasering per jaar en de realisatiemogelijkheden zijn in voorbereiding. Wellicht zal mevrouw Grouwels reeds meer informatie kunnen verschaffen tijdens de bespreking van het investeringsplan in de plenaire vergadering van 11 februari 2011. Het collegelid benadrukt dat bakstenen een belangrijk aspect uitmaken van capaciteitsuitbreiding, maar dat een werking realiseren en financieren cruciaal is en dat daar andere financiële partners bij betrokken zijn. Inzake de verkoopstrategie voor VGC-patrimonium, verduidelijkt collegelid Brigitte Grouwels dat verschillende verkopen werden ingehouden omdat de opbrengst veel te laag zou zijn geweest. Het College waakt erover dat de belangen van de VGC zorgvuldig voor ogen worden gehouden. In eerste instantie werkte men voor de verkoop van VGC-gebouwen via het Comité van Aankoop en een notaris. Deze aanpak was weinig succesvol omdat er weinig onderhandelingsruimte mogelijk was. Momenteel kiest het College voor een andere aanpak. VGC-gebouwen die te koop staan worden via CIBnet aangeboden op de markt. CIBnet werkt voor de overheid en treedt vaak op in geval van gedwongen verkoop. De VGC is geen eigenaar van andere gronden dan deze vernoemd in het investeringsplan. De geschatte inkomsten uit een eventuele verkoop worden niet opgenomen in het investeringsplan omdat dit sturend zou kunnen werken ten overstaan van potentiële kopers. Dit gebeurt trouwens nooit. Het investeringsplan is geen statisch gegeven voor de periode 2011-2015. Collegelid Grouwels citeert een zin uit het plan die duidelijk aantoont dat het investeringsplan 20112015 jaarlijks kan bijgestuurd worden. Projecten kunnen zowel versneld of vertraagd worden omwille van allerhande onvoorziene factoren. Wat het Woonzorgplan betreft, meldt collegelid Grouwels dat het wordt uitgevoerd in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap. De VGC rekent op het Brusselfonds en VIPA en is zelf louter aanvullend als subsidiërende partner. In de sector van de Bijzondere Jeugdzorg zullen de noden worden geïnventariseerd en wordt gestreefd - in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap - naar de uitbouw van een VIPA-buffer. Het infrastructuurdossier van het Seniorencentrum gaat over de achterbouw. De bestemming wordt overlegd tussen de collegeleden Grouwels, De Lille en het Seniorencentrum. Mogelijk wordt de vierde verdieping voor eigen gebruik aangewend, mogelijk vinden
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
20
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
andere verenigingen er een onderkomen. Alles is nog voorwaardelijk. Het gaat over een 50/50 beheer vanuit de bevoegdheden Cultuur en Welzijn. Wat de verhuis van de VGC-administratie in fasen betreft, verklaart collegelid Grouwels dat dit samenhangt met de afloop van de huurcontracten. Het huurcontract in de Technologiestraat liep af per 1 januari 2011. De volledige verhuis zal afgerond zijn begin september 2011. Het collegelid meldt nog dat de beslissing met betrekking tot de verkoop of herbestemming van de voormalige administratiehuizen van de VGC binnen afzienbare tijd zal vallen. Collegelid Grouwels antwoordt op de vraag van de heer Jef Van Damme naar de begrenzing van kosten verbonden aan de verhuis van de VGC-administratie dat de enveloppe vastligt op 2,5 miljoen euro. Er zijn een aantal offertes lopende die afgewacht worden. De 3,25 miljoen euro slaat niet enkel op de centralisatie van de administratie, maar heeft ook betrekking op andere noden. Voor de erfpachtoverdracht zal een regelgeving uitgewerkt worden. De werkingskost van verschillende organisaties en verenigingen (sommige werken vanuit VGC-gebouwen, anderen werken in andere omstandigheden) wordt onderzocht en er zal naar een evenwichtige maatstaf van billijkheid gestreefd worden. Een plan voor de daling van het energieverbruik met 30% tegen 2020 kan pas aangevat worden als de administratie een zicht heeft op de energiekosten in het Renaissancegebouw. Collegelid Brigitte Grouwels heeft de meeste vragen over Campus Nieuwland beantwoord, maar collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes wil toch nog benadrukken dat er constant overleg gepleegd wordt met de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs. Hij merkt wel op dat de Vlaamse minister vanuit het Brusselfonds niet kan investeren in het Brussels onderwijs. Via AGIOn kan de Vlaamse minister dit wel. Momenteel is de dienst Patrimonium bezig met de uitwerking van het zakelijk beheer. Zo zal bepaald worden wie wat zal doen, hoe de middelen beheerd zullen worden enz. Op de Campus Nieuwland zullen 6 verschillende entiteiten komen. Er zullen ook activiteiten georganiseerd worden door de wijk op de campus. Daarnaast laat de spreker weten dat via een externe studie nagegaan wordt of de DBFMformule een goede formule zou zijn voor Kasterlinden. Indien dit geen goede formule is, zal de VGC zelf de verbouwing van Kasterlinden moeten bekostigen. Indien deze formule wel toepasbaar is, kan er 15 miljoen euro gebruikt worden voor de capaciteitsuitbreiding in het onderwijs. De collegevoorzitter zal tegen begin juli uitsluitsel krijgen over het al dan niet gebruiken van de DBFM-fomule. Verschillende raadsleden hebben opmerkingen gemaakt omtrent containerklassen. In 90% van de scholen die verbouwingswerken willen uitvoeren is het omwille van verschillende redenen niet mogelijk om containerklassen te plaatsen.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
21
Met het oog op het capaciteitsprobleem zou men eventueel ook containerklassen kunnen plaatsen. Dit is dan mogelijk voor alle schoolnetten. De bouwaanvraag voor het plaatsen van containerklassen moet ten laatste eind mei ingediend zijn, indien men deze containers wil gebruiken in september. Belangrijk is wel dat een volledige nieuwe leerlijn gerealiseerd kan worden (in totaal dus 9 klassen). De Campus Zaveldal is in onverdeeldheid. Momenteel wordt er met de Cocof onderhandeld om het VGC-deel van Zaveldal te verkopen. De opbrengst van deze verkoop zal geïnvesteerd worden in Onderwijs. Daarnaast meldt de collegevoorzitter dat de taskforce, bestaande uit vertegenwoordigers van het Nederlandstalig en het Franstalig Brussels onderwijs, reeds eenmaal vergaderd heeft. Het is belangrijk dat binnen deze taskforce gemeenschappelijk overleg plaatsvindt en gemeenschappelijke oplossingen worden gevonden. De Brusselse demografische evolutie vergt een gemeenschappelijke aanpak om in voldoende onderwijs te voorzien voor de toekomstige schoolgaande kinderen. Het overleg verloopt moeizaam en men heeft soms de neiging elkaars cijfergegevens te interpreteren, wat niet wenselijk is en remmend kan werken. De contacten met de gemeenten verlopen positief, maar eerder terughoudend. Het komt er in de eerste plaats op neer de tijd te nemen om onbegrip weg te werken. Over de duurzaamheid in de schoolinfrastructuur, zegt collegevoorzitter Vanraes dat binnen het SIT 2 medewerkers van PLAGE actief zijn, die een specifieke analyse uitvoeren om de energieproblemen in de scholen te detecteren. Daarna kunnen de scholen bijvoorbeeld een beroep doen op de energieploeg van het SIT om aan het euvel te verhelpen. Ook over de verkoop van VGC-eigendommen geeft de collegevoorzitter nog wat uitleg. De grond op de Kasterlindensite die eigendom is van de VGC werd te laag geschat door de ontvanger van registratie. Voor de schatting van deze grond waren onvoldoende parameters in overweging genomen. De grond werd herschat en zal nu tegen een normale marktprijs kunnen worden verkocht. Voor het Elishouthoeveproject wordt een PPS-formule overwogen. Het is de bedoeling een leerproject rond bio-voeding op te zetten in samenwerking met het Neerhof. Het concept is in uitwerking. Het energieverbruik in de Marcqstraat ligt veel hoger dan in VGC-gebouwen met een vergelijkbare oppervlakte omdat het Onderwijscentrum ook open is voor avond- en zaterdagcursussen en het gebouw enkel op zondag gesloten is. Bovendien is dit een gebouw in eigendom en wordt de Lombard gehuurd. In de huurprijs van de Lombard worden al heel wat lasten in rekening gebracht. De energiesubsidies voor de scholen liggen vast op 6.000 euro per school. Ingeval een school geen toelage krijgt van de Vlaamse Gemeenschap of de BIM, kan ze een beroep doen op de VGC-subsidies. De aanpassing van het subsidiereglement voor schoolinfrastructuur is noodzakelijk omdat de prioriteit nu ligt op capaciteitsuitbreiding. Voorheen werden infrastructuurwerken voor scholen (middelen ten belope van 5 miljoen euro per jaar) door de VGC voorgefinancierd, zodat de wachtlijsten inzake infrastructuurwerken wat minder lang werden. De VGC
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
22
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
wacht tot een wijziging aan de Vlaamse GOK-regelgeving goedgekeurd is om het VGCsubsidiereglement aan te passen. De verdeling van de middelen tussen de bevoegdheidsdomeinen hangt samen met de herkomst van de middelen. Leningen worden gelijkmatig verdeeld over de 3 beleidsdomeinen. Hetzelfde geldt voor de Stedenfondsmiddelen. Elk beleidsdomein beschikt over middelen die in fondsen werden ondergebracht (Onderwijsfonds, fonds Kind en Gezin, Lambermontfonds). Tot slot zijn er nog een aantal dotaties: van de Vlaamse Gemeenschap voor de Brede School, van het Lambermontfonds voor onderwijs, dotatie van de Vlaamse Gemeenschap voor de gemeenschapscentra,… De verdeling binnen de verschillende bevoegdheidsdomeinen vindt men terug in de begroting. Collegelid Bruno De Lille antwoordt eerst op de vragen en bemerkingen over Muntpunt. Alle engagementen zijn voorzien in 2012. Nadien moeten er geen investeringskredieten meer ingeschreven worden. De opsplitsing wordt gemaakt tussen de werken (760.000 euro, laatste schijf op bedrag van 3,6 miljoen euro) en de inrichting (RFID-systeem). RFID is een intern verwerkingssysteem voor de bibliotheek en kan niet worden gelinkt aan andere bibliotheken. De VGC beschikt vandaag helaas niet over voldoende middelen om alle bibliotheken met dit systeem uit te rusten. Het bedrag van 1,240 miljoen euro vertegenwoordigt 50% van de inrichtingskosten. Meerkosten zouden voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap zijn. Wat de investeringen betreft moet de kolom ‘uitgaven voor 2011’ gelezen worden als uitgaven die gedaan werden voor het jaar 2011 en niet als uitgaven die in het jaar 2011 zullen gebeuren voor Muntpunt. Wat de gemeenschapscentra betreft, constateert collegelid De Lille dat er in het verleden veel beloftes werden gedaan die eigenlijk omwille van de huidige financiële beperkingen van de VGC niet kunnen waargemaakt worden. Men kan eenzelfde euro geen twee keer besteden. Collegelid De Lille moest moeilijke keuzes maken. Essegem : de VGC is niet van plan om het gemeenschapscentrum te sluiten, maar is wel op zoek naar een betere samenwerking tussen verschillende gemeenschapscentra. De samenwerking tussen de gemeenschapscentra van Haren en Evere is daar een mooi voorbeeld van. Wat de investeringen voor energiebesparend beheer betreft, meldt collegelid De Lille dat deze binnen het budget voor onderhoudskosten vallen. Dit is het geval voor alle kleine ingrepen aan de gemeenschapscentra. Nekkersdal : prioritair wordt ingezet op de verbouwing van de zaal. Er is echter een globaal verbouwingsplan, dat gefaseerd kan gerealiseerd worden. Het is de bedoeling dankzij een dergelijk globaal plan een vergelijkbare situatie met De Kriekelaar te voorkomen. De Kriekelaar werd beetje bij beetje verbouwd en telkens doken bijkomende problemen op, die bijkomende investeringen vergden. Het voordeel van een globaal plan is dat men zicht heeft op het totale kostenplaatje en dat er kan gepland worden. De Kroon : er is 430.000 euro voorzien in dit plan, in het vorige reeds 9,2 miljoen euro. De Vaartkapoen : de kredieten volstaan voor de werken die moeten uitgevoerd worden. Candelaershuys : de prioritaire piste is zoeken naar een nieuw pand of een geschikte grond. Indien er geen passend pand wordt gevonden zal het bestaande verbouwd worden om de functie van gemeenschapscentrum te kunnen vrijwaren (geluidsoverlast). Dit is ech-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
23
ter niet de meest optimale oplossing, omdat de zaal in feite al (te) klein is en het de bedoeling is om het lokaal dienstencentrum onder te brengen in het gemeenschapscentrum. Er zijn premature besprekingen aan de gang, maar het is nog veel te vroeg om daarover te communiceren. Indien deze tot een akkoord leiden, kan het huidige gebouw verkocht worden. Kontakt : het hoofdgebouw wordt niet verkocht, het wijkhuis wel. De Maalbeek : de zaal en de sportinfrastructuur blijven behouden in de werking. Het onthaal zal uitgebouwd worden tot lokaal ankerpunt. De Maalbeek is een complexe site. Het optimaliseren van deze site door een grondige verbouwing valt niet binnen de middelen die de VGC daarvoor ter beschikking heeft. Misschien kan een samenwerking met het Elzenhof, dat vlakbij ligt, soelaas bieden om er de kantoorruimten in onder te brengen. Het gaat hier voor alle duidelijkheid om een denkpiste, er is nog niets beslist. De Platoo : het is de bedoeling het gemeenschapscentrum onder te brengen op de voormalige KUB-site. De Platoo bereikte zijn capaciteitsgrenzen. Het huidige gebouw werd inderdaad recent verbouwd, maar is te klein geworden voor een aantal activiteiten. De financiële slagkracht van de VGC laat echter niet toe om het huidige gebouw van de De Platoo te behouden en tegelijk de sporthal van de KUB te kopen. De KUB-site is een nieuw gegeven dat kansen biedt. De Kattepoel : er werd nog geen beslissing genomen. Een buurtonderzoek in het kader van het gemeenschapscentrum toont aan dat de ruimte niet levensnoodzakelijk is voor De Kriekelaar. De ruimte zou kunnen verkocht of herbestemd worden. Wabo : kleinere ingrepen (brandtrap, inkombalie,…) zijn voorzien en vallen onder gewone onderhoudswerken. De Kriekelaar : er werden reeds heel wat verbouwingen uitgevoerd, maar nooit op een gestructureerde wijze. In het verleden werd de loft van de buren aangekocht omdat de geluidshinder onleefbaar was. Er zijn bijkomende werken noodzakelijk om de geluidsproblemen grondig aan te pakken. Ook de inkombalie wordt heringericht. Eens de zaal volledig geluidsgeïsoleerd is, kunnen de loft en de gebouwen aan de achterkant verkocht worden. De Rinck : collegelid Bruno De Lille is van mening dat de financiële enveloppe moet gerespecteerd blijven. Het voorziene budget bedraagt 6 miljoen euro en de architecten moeten een concept uitwerken voor een gemeenschapscentrum dat binnen dit budget valt. Energiezuinigheid en integrale toegankelijkheid vindt de spreker geen extra’s, maar zijn basiskosten. Hij wil niet in een situatie terechtkomen zoals bij de verbouwing van De Kroon, waar in het initieel plan geen dakisolatie was voorzien. In het investeringsplan is geen onderscheid gemaakt tussen bouwkosten en andere kosten, zegt het collegelid. De plannen voor een centrum van 9 miljoen euro zijn inmiddels opgeborgen en komen niet in aanmerking voor realisatie. Voor elke tussentijdse stap in dit dossier kan het collegelid niet naar de Raad komen om tekst en uitleg te verschaffen. Eens de beslissing is genomen kan het project zeker toegelicht en besproken worden in de Raad. Commissielid Walter Vandenbossche verwijst naar zijn interpellatie over De Rinck, waarbij collegelid De Lille antwoordde dat het gemeenschapsonderwijs een hypotheek kan lichten
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
24
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
voor de bouw van een audio-visuele zaal onder het gemeenschapscentrum. De heer Walter Vandenbossche vraagt wat er ter zake geschreven staat. Op dit ogenblik is er geen aanvraag om over te gaan tot dergelijke inrichting van de zaal, verduidelijkt collegelid Bruno De Lille. De VGC zal geen auditorium inrichten (kostprijs 1,2 miljoen euro) en deze kostprijs staat los van het bedrag van 6 miljoen euro, voorzien voor de bouw van De Rinck. Mevrouw Elke Roex vraagt of De Rinck kan gebouwd worden zonder die zaal? Collegelid Bruno De Lille antwoordt daarop bevestigend. Hij noemt de mogelijkheid van het gemeenschapsonderwijs om een audio-visuele zaal in te richten geen ‘clausule die men kan lichten’. Hij geeft lezing van artikel 3 van de overeenkomst tussen de VGC en het GO! : “Het pand gelegen aan de Kapittelstraat 7 tot 13 in Anderlecht wordt in eigendom aan het GO! overgedragen. Het goed zal aan de VGC in erfpacht gegeven worden in de staat en ligging waarin het zich thans bevindt met de voor- en nadelige, zicht- en onzichtbare, voortdurende en niet voortdurende, actieve en passieve erfdienstbaarheden die er op rusten voor 57 jaar tegen een jaarlijkse canon van 1 euro. Er wordt tevens een erfdienstbaarheid van doorgang gevestigd voor de nooduitgang van de muziekacademie van het GO!.” Heembeek-Mutsaard : er is een overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en Brussel-Stad, maar er is momenteel geen beweging in het dossier. De VGC stuurt dit dossier niet. Intussen dient zich de optie aan om het parochiecentrum in de Frans Vekemansstraat te kopen. Deze ruimte wordt nu reeds gebruikt door het gemeenschapscentrum. Er is nog geen beslissing genomen, in welke richting ook. Wat de toegankelijkheid van de gemeenschapscentra aangaat, wijst de spreker er op dat in dit investeringsplan 8 gemeenschapscentra grondig worden aangepakt, in het volgende investeringsplan worden er opnieuw 8 aangepakt. Resten nog 6 gemeenschapscentra die kleinere ingrepen vergen. De inschatting van de kredieten is realistisch. Het dossier De Branding kan rekenen op een realistische aanpak. Het is de bedoeling een aantal gebouwen te verkopen. De geschatte opbrengst werd niet ingeschreven in het investeringsplan, maar de verkoop zou toch 500.000 euro moeten kunnen opbrengen om De Branding aan nieuwe huisvesting te helpen. Het gebouw zal worden opgetrokken op de gronden die de gemeente Jette in erfpacht geeft. Er doen de wildste geruchten de ronde, die volkomen onjuist zijn. Eens een budget vastgelegd is, wordt er binnen dat budget gewerkt. De bouwplannen passen zich aan het vastgelegde budget aan en de budgetten passen zich niet aan de plannen aan. Voor VMJ is beslist dat de eigendom wordt overgedragen aan D’Broej, dat hulp krijgt om de gebouwen in orde te stellen. D’Broej gaat voortaan gebouwen beheren. Voorlopig gaat het enkel over de VMJ-infrastructuur. Inzake de kunstintegratie in De Rinck, meldt collegelid De Lille nog dat het project werd opgestart in 2010. In samenwerking met kunstenaars, curatoren, kunstjournalisten, ambtenaren van de VGC-administratie en het gemeenschapscentrum werd een lijst van 5 kunstenaars geselecteerd die in april 2011 enkele werken zullen presenteren waaruit een voorstel wordt gedistilleerd. Het is de bedoeling een procedurevoorstel te doen dat ook voor andere projecten toepasbaar is.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 443 (2010-2011) – Nr. 2
25
III. Stemming Het Investeringsplan 2011-2015 wordt in zijn geheel ter stemming voorgelegd en aangenomen met 3 stemmen voor en 2 onthoudingen. De verslaggever,
De voorzitter,
René COPPENS
Carla DEJONGHE
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE