EINDRAPPORTAGE
Verzuimonderzoek PO en VO 2014
DUO Informatieproducten
Ako Madomi
11 November 2015
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Inhoudsopgave
SAMENVATTING ............................................................................................................................... 2 1
INLEIDING .................................................................................................................................. 5 1.1 1.2
2
VERZUIMKENGETALLEN PO.................................................................................................... 8 2.1 2.2 2.3 2.4
3
OPZET ONDERZOEK ...................................................................................................................................... 5 LEESWIJZER .................................................................................................................................................. 7
INLEIDING....................................................................................................................................................... 8 ONDERWIJZEND PERSONEEL ....................................................................................................................... 8 ONDERSTEUNEND PERSONEEL ................................................................................................................. 13 SURVIVALANALYSE ..................................................................................................................................... 15
VERZUIMKENGETALLEN VO.................................................................................................. 18 3.1 3.2 3.3
INLEIDING..................................................................................................................................................... 18 ONDERWIJZEND EN ONDERSTEUNEND PERSONEEL ................................................................................ 18 SURVIVALANALYSE ..................................................................................................................................... 21
BIJLAGEN ....................................................................................................................................... 23 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 B4.1 B4.2 B4.3 B4.4
DRIE VERZUIMMATEN 2012-2014 ................................................................................................... 23 NULVERZUIM 2012-2014 ................................................................................................................. 44 GRAFIEKEN SURVIVALANALYSE ........................................................................................................ 57 DEFINITIES, BEREKENINGEN EN CONTROLES ................................................................................. 58 De verzuimmaten ............................................................................................................................ 58 Overig verzuim ................................................................................................................................ 60 Controles en correcties.................................................................................................................. 61 Wijziging ten opzichte van vorig jaar .......................................................................................... 62
Pagina 1 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Samenvatting
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Vervangingsfonds en AenO Fonds VO hebben behoefte aan gegevens over het niveau en de ontwikkeling van het verzuim in het primair en voortgezet onderwijs. DUO verzamelt verzuimgegevens als onderdeel van de personele gegevensleveringen. In dit rapport beschrijft DUO het niveau en de ontwikkeling van het verzuim aan de hand van vier verzuimkengetallen. Dit zijn het verzuimpercentage (VP), de meldingsfrequentie (MF), de gemiddelde verzuimduur (GZD) en het nulverzuim (NZ). Het verzuim wordt opgesplitst in ziekteverzuim en overig verzuim. Onder overig verzuim vallen alle andere redenen voor verzuim dan ziekteverzuim, zoals zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof, studieverlof, calamiteitenverlof en diverse vormen van kort en lang buitengewoon verlof. Het ziekteverzuim wordt berekend conform de standaard ‘Berekening van ziekteverzuim’, zoals vastgesteld door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden in juni 1996 en aangepast in oktober 2005 door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Aanleiding voor de aanpassing van de standaard was de nieuwe wetgeving, de behoefte aan meer duidelijkheid over rekenregels en defini ties van verzuim en de totstandkoming van de nieuwe verzuimstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek: de Nationale Verzuimstatistiek. Vervolgens wordt een onderscheid gemaakt tussen onderwijzend personeel (inclusief directie) en ondersteunend personeel. Analyse van de data heeft uitgewezen dat er een niet te verwaarlozen aantal schoolbesturen een onbruikbare waarde voor verlofomvang heeft aangeleverd. Zo is er voor de verlofomvang van een relatief groot aantal verlofgevallen de waarde 0 of een negatieve waarde ingevuld, terwijl er wel een verlofperiode is aangeleverd. Nader onderzoek toonde aan dat deze gevallen dikwijls overig verlof betreffen en de besturen deze data via de salarisverwerker Raet hebben aangeleverd. Vanwege validiteitsoverwegingen is er besloten om de data zoals aangeleverd door Raet niet te benutten bij het berekenen van het overig verzuim en het nulverzuim. In paragraaf B4.4 is deze wijziging getailleerd besproken.
Onderwijzend personeel Het ziekteverzuimpercentage onder het onderwijzend personeel in het primair en voortgezet onderwijs is van 2013 op 2014 gedaald, met een beduidend sterkere daling in het eerstgenoemde (zie Figuur S.1 en Tabel S.1). Net als voorgaande jaren is het ziekteverzuimpercentage over 2014 in het speciaal onderwijs het hoogst en in het voortgezet onderwijs het laagst. Het verzuimpercentage voor het overig verzuim onder het onderwijzend personeel is van 2013 op 2014 zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs gestegen. Voor het voortgezet onderwijs is er wederom geen overig verzuim berekend. De meldingsfrequentie voor het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel vertoont een vrij stabiel patroon over de jaren (zie Tabel S.1). In het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is deze ook in 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven, waar het in het speciaal onderwijs licht is gedaald. Waar het voortgezet onderwijs in 2014 het laagste ziekteverzuimpercentage kende, kende het wel het hoogste aantal meldingen van ziekteverzuim. De meldingsfrequentie voor het overig verzuim is van 201 3 op 2014 zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs vrijwel ongewijzigd gebleven.
Pagina 2 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Figuur S.1. Ziekteverzuimpercentage onderwijzend personeel in BO, SBAO/WEC en VO
Tabel S.1. Kengetallen ziekteverzuim en overig verzuim onderwijzend personeel, 2012-2014
VP
MF
GZD
NZ*
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 Ziekteverzuim PO
VO
6,9 6,8 7,2 5,2
6,6 6,5 7,0 5,0
6,1 6,0 6,4 4,9
1,1 1,1 1,3 1,7
1,2 1,2 1,4 1,7
1,1 1,1 1,2 1,6
25 25 23 14
21 21 20 12
22 22 21 13
43,9 44,7 39,5 37,9
46,8 47,6 42,8 40,2
51,4 52,0 47,2 47,8
Overig verzuim PO bo sbao/wec
3,3 3,4 3,0
3,1 3,2 2,6
3,9 4,0 3,3
1,3 1,4 0,8
1,3 1,4 0,8
1,2 1,3 0,8
18 17 34
18 17 32
14 13 21
-
-
-
bo sbao/wec
* Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim
De gemiddelde verzuimduur voor het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel is van 2013 op 2014 in zowel het primair als het voortgezet onderwijs licht toegenomen. Net als in 2013 is in 2014 in het basisonderwijs de gemiddelde verzuimduur het hoogst en de meldingsfrequentie het laagst, terwijl dit in het voortgezet onderwijs omgekeerd is. Het onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs meldde zich dus vaker voor een kortere periode ziek dan hun collega’s in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. De gemiddelde verzuimduur voor het overig verzuim is ook in 2014 in het speciaal onderwijs bijna twee keer zo groot als die in het basisonderwijs (resp. gemiddeld 21 en 13 dagen). Het nul(ziekte)verzuim onder het onderwijzend personeel is in alle sectoren van 2013 op 2014 gestegen. Het deel van het onderwijzend personeel dat zich in een jaar niet heeft ziek gemeld is in 2014 in het basisonderwijs het hoogst en in het speciaal onderwijs het laagst (resp. 52 en 47,2 procent).
Pagina 3 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Ondersteunend personeel Voor het ondersteunend personeel is het ziekteverzuimpercentage van 2013 op 2014 in het primair en voortgezet onderwijs gedaald, met een beduidend sterkere daling in het eerstgenoemde (zie Tabel S.2). Net als in voorgaande jaren is in 2014 het verzuimpercentage het laagst in het voortgezet onderwijs en het hoogst in het speciaal onderwijs (resp. 5,1 en 6,3 procent). In alle sectoren was het ziekteverzuimpercentage onder het ondersteunend personeel hoger dan onder het onderwijzend personeel. Het verzuimpercentage van het overig verzuim van het ondersteunend personeel is in 2014 ten opzichte van 2013 in het speciaal onderwijs gestegen, terwijl het in het basisonderwijs vrijwel ongewijzigd is gebleven. Opvallend is dat het verzuimpercentage van het overig verzuim vooral in het basisonderwijs onder het ondersteunend personeel aanzienlijk lager is dan onder het onderwijzend personeel (resp. 1,1 en 4 procent). Tabel S.2. Kengetallen ziekteverzuim en overig verzuim ondersteunend personeel, 2012-2014
VP
MF
GZD
NZ*
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 Ziekteverzuim PO bo sbao/wec
7,3 7,0 7,6
6,9 6,7 7,2
6,0 5,8 6,3
1,1 0,9 1,4
1,2 0,9 1,5
1,0 0,8 1,2
26 31 21
22 27 18
23 46,0 27 54,6 19 36,9
47,8 53,6 55,8 60,5 39,4 43,9
VO
5,5
5,4
5,1
1,3
1,4
1,3
18
16
17 43,4
43,6 50,5
Overig verzuim PO bo
1,6 1,0
1,4 0,9
1,7 1,1
0,3 0,2
0,3 0,2
0,3 0,2
33 27
31 25
22 19
-
-
-
2,3
1,9
2,6
0,5
0,5
0,5
37
35
24
-
-
-
sbao/wec
* Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim
De meldingsfrequentie voor het ziekteverzuim onder het ondersteunend personeel is in 2014 in alle sectoren vrijwel ongewijzigd gebleven, met slechts een lichte daling in het speciaal onderwijs. Dit jaar is de meldingsfrequentie het hoogst in het voortgezet onderwijs en het laagst in het basisonderwijs (resp. 1,3 en 0,8). De meldingsfrequentie voor het overig verzuim is in 2014 niet gewijzigd. Net als in voorgaande jaren is deze het laagst voor het basisonderwijs en het hoogst voor het speciaal onderwijs (resp. 0,2 en 0,5). De gemiddelde verzuimduur voor het ziekteverzuim onder het ondersteunend personeel is van 2013 op 2014 in alle drie sectoren afgenomen. Het nul(ziekte)verzuim onder het ondersteunend personeel is in het primair en voortgezet onderwijs van 2013 op 2014 gestegen. Net als in voorgaande jaren is het deel van het onderwijzend personeel dat zich in een jaar niet heeft ziek gemeld in 2014 in het basisonderwijs het hoogst en in het speciaal onderwijs het laagst (resp. 60,5 en 43,9 procent).
Pagina 4 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
1
Inleiding
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Vervangingsfonds en AenO Fonds VO hebben behoefte aan gegevens over het niveau en de ontwikkeling van het verzuim in het primair en voortgezet onderwijs. DUO verzamelt verlofgegevens als onderdeel van de personele gegevensleveringen. Tot en met 2011 zijn deze verlofgegevens jaarlijks geanalyseerd door een onderzoeksbureau in opdracht van het ministerie en het AenO Fonds VO. In 2012 heeft DUO voor het eerst behalve de verzameling van de gegevens ook de analyse van deze gegevens voor haar rekening genomen. In overleg met het ministerie is besloten dat DUO ieder jaar het verzuimonderzoek uitvoert en de resultaten hiervan in een rapportage presenteert.
1.1
Opzet onderzoek
De verzameling van personeelsgegevens door DUO is aan een sterke versnippering onderhevig. Tot 2004 bestond één centrale salarisadministratie (CASO), waaruit gegevens over vrijwel het gehele onderwijs aan DUO werden geleverd. Sinds het besluit om de markt betreft salarisverwerking voor onderwijsinstellingen vrij te geven, hebben vele schoolbesturen gekozen voor een andere salarisverwerker die namens de besturen de personeelsgegevens aan DUO levert. Andere besturen hebben de levering van personeelsgegevens zelf ter hand genomen. Met de opheffing van CASO per januari 2014, is er een einde gekomen aan de bovengenoemde verplaatsing van schoolbesturen van CASO naar andere partijen, maar door het toenemen van het aantal salarisverwerkers, is het einde van de versnippering nog niet in zicht. Bij de berekening van de verzuimkengetallen zijn de personeelsgegevens zoals aangeleverd door salarisadministraties Raet en Merces gebruikt. Daarnaast zijn de personeelsgegevens die schoolbesturen met AFAS-software hebben aangeleverd, ook meegenomen. De dekkingsgraad voor het primair onderwijs komt daarmee op 97,9% (vorig jaar 99,9%). Voor het voortgezet onderwijs is de dekkingsgraad 97,9% (vorig jaar 98,4%). Deze daling kan worden verklaard door de opheffing van Raet ECS (CASO). Een deel van de oude klanten van CASO leveren nu zelf aan, maar ook een deel maakt gebruik van de diensten van een leverancier die niet onder de hieronder genoemde leveranciers valt. De totale dekkingsgraad voor 2014 is 97,9%. Tabel 1.1 laat een overzicht zien van de dekking van de meegenomen leveranciers. Tabel 1.1. Dekking van de leveranciers Raet, Merces en AFAS in procenten Salarisadministratie PO VO Totale dekking Raet 60,5% 51,2% 57,2% Merces 5,9% 14% 8,7% AFAS 31,5% 32,8% 32% Totaal 97,9% 97,9% 97,9%
Volgens het Programma van Eisen zijn schoolbesturen in het primair onderwijs verantwoordelijk voor het aanleveren van verzuim- en formatiegegevens op 15 maart over het voorgaande kalenderjaar. Voor schoolbesturen in het voortgezet onderwijs is dit 1 april. De verantwoordelijkheid voor een volledige, juiste en actuele aanlevering van de personeelsgegevens berust bij de schoolbesturen (bevoegd gezag), ook al verzorgen salarisverwerkers veelal deze aanlevering. DUO voert wel plausibiliteitscontroles uit, maar gaat altijd uit van een actuele, betrouwbare en complete levering.
Pagina 5 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tussen de salarisverwerkers blijkt een verschil in verzuimregistratie (zie Tabel 1.2). Opvallend is dat Raet een aantal verlofsoorten niet heeft aangeleverd en de inhoud daarvan onder ‘Overig verlof’ heeft geplaatst. Een verder verschil is dat Raet in vergelijking met de andere leveranciers weinig verlofgevallen in verband met Zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft aangeleverd. Ook tussen Merces en AFAS verschilt het aantal aangeleverde verlofgevallen per verlofsoort. Deze verschillen suggereren dat de verschillende verlofsoorten door de leveranciers op uiteenlopende wijze worden geregistreerd. Tabel 1.2. Aantal records in procenten per leverancier naar verlofsoort, 2014
Verlofsoort Ziekteverlof Onbetaald ouderschapsverlof Betaald ouderschapsverlof Zwangerschaps-/bevallingsverlof Scholingsverlof Levensloopverlof Overig verlof Totaal aantal records
Raet
Meces
AFAS
60,0% -
59,8% 3,1%
62,7% 1,4%
0,3% 0,8% -
8,2% 3,4% 3,2% 0,2%
2,7% 2,1% 2,0% 0%
38,9%
22%
29%
538.493
105.581
206.538
- niet aangeleverd
Onder overig verzuim vallen alle andere redenen voor verzuim dan ziekteverzuim, zoals zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof, studieverlof, calamiteitenverlof en diverse vormen van kort en lang buitengewoon verlof. Het overig verzuim is van een heel andere orde dan het ziekteverzuim, aangezien de afwezigheid van het betreffende personeel meestal van tevoren bekend is. Tot en met 2012 is het overig verzuim in het primair onderwijs enkel op basis van de gegevens van Raet ECS berekend. In 2013 zijn naast de gegevens van Raet ECS ook de gegevens van Raet en AFAS meegenomen in het berekenen van het overig verzuim in het primair onderwijs. Analyse van de data van 2014 heeft uitgewezen dat er een niet te verwaarlozen aantal schoolbesturen een onbruikbare waarde voor verlofomvang heeft aangeleverd. Zo is er voor de verlofomvang van een relatief groot aantal verlofgevallen de waarde 0 of een negatieve waarde ingevuld, terwijl er wel een verlofperiode is aangeleverd. Nader onderzoek toonde aan dat deze gevallen dikwijls overig verlof betreffen en de besturen deze data via de salarisverwerker Raet hebben aangeleverd. Vanwege validiteitsoverwegingen is er besloten om de data zoals aangeleverd door Raet niet te benutten bij het berekenen van het overig verzuim en het nulverzuim. In paragraaf B4.4 is deze wijziging getailleerd besproken. Wegens een onvolledige registratie van het overig verzuim in het voortgezet onderwijs kunnen voor deze geen representatieve cijfers worden berekend. In dit rapport worden vier verzuimkengetallen gepresenteerd. Het gaat om het verzuimpercentage (deel van de werktijd dat verloren is gegaan wegens verzuim), de meldingsfrequentie (gemiddeld aantal verzuimmeldingen), de gemiddelde verzuimduur (gemiddelde lengte van het verzuim in dagen) en het nulverzuim (percentage medewerkers dat zich over het jaar heen niet ziek heeft gemeld). Het vervangingspercentage (gedeelte van het verzuim waarvoor vervanging is gerealiseerd) waarover voorheen werd gerapporteerd, is niet berekend, omdat dit op basis van de bij DUO aangeleverde bestanden niet meer mogelijk is.
Pagina 6 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
1.2
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden de vier verzuimkengetallen (het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie, de gemiddelde verzuimduur en het nulverzuim) in het primair onderwijs beschreven. Het onderwijzend en ondersteunend personeel komen afzonderlijk aan bod. Met behulp van een survivalanalyse wordt inzicht gegeven in de verzuimduur: hoe groot is de kans dat iemand zich na een be paald aantal dagen weer beter meldt. In hoofdstuk 3 komen de verzuimkengetallen voor het voortgezet onderwijs aan bod. Voor deze sector worden de cijfers voor het onderwijzend en ondersteunend personeel gecombineerd gepresenteerd. Ook voor het voortgezet onderwijs wordt door middel van een survivalanalyse inzicht gegeven in de verzuimduur. Gedetailleerde uitkomsten, definities en berekeningswijze worden in de bijlagen vermeld. In Bijlage 1 staan de gedetailleerde uitkomsten van het verzuimpercentage, de meldingsfrequentie en de gemiddelde verzuimduur en in Bijlage 2 die van het nulverzuim. In Bijlage 3 zijn enkele aanvullende grafieken die behoren bij de survivalanalyse uit paragraaf 2.4 en paragraaf 3.3 weergegeven. Tot slot worden in Bijlage 4 de gehanteerde definities, de berekeningswijze van de verzuimkengetallen en wijzigingen ten opzichte van vorig jaar beschreven.
Pagina 7 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
2
2.1
Verzuimkengetallen PO
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste resultaten in het primair onderwijs in 2014. Paragraaf 2.2 beschrijft de resultaten voor het onderwijzend personeel (inclusief directie) en in paragraaf 2.3 komen de resultaten voor het ondersteunend personeel aan bod. Net als in voorgaande jaren wordt steeds een onderscheid gemaakt tussen scholen voor het basisonderwijs enerzijds en scholen voor het speciaal onderwijs en expertisecentra anderzijds. Om de ontwikkeling van het verzuim te kunnen duiden worden de verzuimkengetallen over een reeks van drie jaren beschreven. Ten slotte worden in paragraaf 2.4 de resultaten van de survivalanalyse getoond, waarmee een antwoord wordt gegeven op de vraag hoe groot de kans is dat iemand zich na een bepaald aantal dagen weer beter meldt.
2.2
Onderwijzend personeel
Het ziekteverzuimpercentage onder het onderwijzend personeel in het primair en voortgezet onderwijs is van 2013 op 2014 gedaald, met een beduidend sterkere daling in het eerstgenoemde (zie Tabel 2.1). Net als voorgaande jaren is het ziekteverzuimpercentage over 2014 in het speciaal onderwijs het hoogst en in het voortgezet onderwijs het laagst. Het verzuimpercentage voor het overig verzuim onder het onderwijzend personeel is van 2013 op 2014 zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs gestegen. Voor het voortgezet onderwijs is er wederom geen overig verzuim berekend. De meldingsfrequentie voor het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel vertoont een vrij stabiel patroon over de jaren (zie Tabel 2.1). In het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is deze ook in 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven, waar het in het speciaal onderwijs licht is gedaald. Waar het voortgezet onderwijs in 2014 het laagste ziekteverzuimpercentage kende, kende het wel het hoogste aantal meldingen van ziekteverzuim. De meldingsfrequentie voor het overig verzuim is van 201 3 op 2014 zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs vrijwel ongewijzigd gebleven. Tabel 2.1. Kengetallen ziekteverzuim en overig verzuim onderwijzend personeel, 2012-2014
VP
MF
GZD
NZ*
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 Ziekteverzuim PO bo sbao/wec
6,9 6,8 7,2
6,6 6,5 7,0
6,1 6,0 6,4
1,1 1,1 1,3
1,2 1,2 1,4
1,1 1,1 1,2
25 25 23
21 21 20
22 43,9 22 44,7 21 39,5
3,3 3,4 3,0
3,1 3,2 2,6
3,9 4,0 3,3
1,3 1,4 0,8
1,3 1,4 0,8
1,2 1,3 0,8
18 17 34
18 17 32
14 13 21
46,8 51,4 47,6 52,0 42,8 47,2
Overig verzuim PO bo sbao/wec
-
-
-
* Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim
De gemiddelde verzuimduur voor het ziekteverzuim onder het onderwijzend personeel is van 2013 op 2014 in zowel het primair als het voortgezet onderwijs licht toegenomen. Net als in 2013 is in 2014 in het basisonderwijs de gemiddelde verzuimduur het hoogst en de meldings frequentie het laagst, terwijl Pagina 8 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
dit in het voortgezet onderwijs omgekeerd is. Het onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs meldde zich dus vaker voor een kortere periode ziek dan hun collega’s in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. De gemiddelde verzuimduur voor het overig verzuim is ook in 2014 in het speciaal onderwijs bijna twee keer zo groot als die in het basisonderwijs (resp. gemiddeld 21 en 13 dagen). Het nul(ziekte)verzuim onder het onderwijzend personeel is in alle sectoren van 2013 op 2014 gestegen. Het deel van het onderwijzend personeel dat zich in een jaar niet heeft ziek gemeld is in 2014 in het basisonderwijs het hoogst en in het speciaal onderwijs het laagst (resp. 52 en 47,2 procent). Tabel 2.2 toont een overzicht van verzuimpercentage exclusief de verzuimgevallen die langer dan één jaar duren voor de jaren 2012 tot en met 2014. Dit overzicht biedt inzicht in hoe de langdurige ziektegevallen het totale verzuimcijfer beïnvloeden 1. Tabel 2.2. Verzuimpercentage ziekteverzuim PO onderwijzend personeel exclusief verzuim langer dan één jaar, 2012-2014
2012
2013
2014
bo
6,7 6,6
6,3 6,2
5,9 5,9
sbao/wec
7,1
6,8
6,3
PO
Net als het ziekteverzuimpercentage is het verzuimpercentage exclusief de verzuimgevallen die langer dan één jaar duren, in het primair onderwijs van 2013 op 2014 gedaald. Tabel 2.2 laat ook zien dat de verzuimgevallen van langer dan een jaar een licht invloed hebben op het ziekteverzuimpercentage. Het ziekteverzuimpercentage onder het onderwijzend personeel verschilt aanzienlijk per leeftijdscategorie (zie Tabel 2.3). In het basisonderwijs is dit percentage onder 55-plussers ruim twee keer zo groot dan onder jongeren tot 35 jaar. Ook in het speciaal onderwijs zijn ouderen aanzienlijk vaker afwezig door ziekte dan jongeren. In de tabel is goed te zien dat hoewel ouderen over het algemeen vaker en langer afwezig zijn wegens ziekte dan hun jongere collega’s, maar zich wel minder vaak ziek melden. In tegenstelling tot de andere leeftijdscategorieën, is het verzuimpercentage onder personen ouder dan 64 jaar in 2014 toegenomen. In het speciaal onderwijs kende het verzuimpercentage en gemiddelde verzuimduur van deze groep in 2014 een flinke stijging. Tabel 2.3. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel uitgesplitst naar leeftijd, 2012-2014
2012
VP 2013
2014
2012
MF 2013
2014
2012
GZD 2013
2014
Ziekteverzuim BO Jonger dan 35 jaar 35 – 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 64 jaar 65 jaar en ouder
4,7 6,0 6,8 10,3 9,6
4,5 5,5 6,3 9,8 10,0
4,0 5,0 5,8 9,5 10,6
1,3 1,2 1,1 1,0 0,9
1,3 1,2 1,2 1,1 1,0
1,2 1,1 1,1 1,0 0,6
15 22 27 39 46
14 18 22 31 39
13 18 22 33 62
Ziekteverzuim SBAO/WEC Jonger dan 35 jaar
5,4
5,3
4,6
1,5
1,5
1,3
15
14
13
1
Voor 2014 publiceerde het CBS een ziekteverzuimpercentage van 3,8 procent voor de totale economie en van 4,9 procent voor de gehele sector Onderwijs (bedrijfstak P). Pagina 9 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
35 – 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 64 jaar 65 jaar en ouder
6,7 7,3 9,6 10,3
6,3 6,2 10,2 5,7
5,9 6,0 9,0 10,7
1,5 1,3 1,2 0,8
1,5 1,3 1,2 0,9
1,3 1,2 1,0 0,8
19 24 33 40
17 19 28 29
18 19 31 46
In Tabel 2.4 is te zien dat het ziekteverzuimpercentage onder het onderwijzend personeel in 2014 weinig verschilt per regio: van 5,8 procent in regio West tot 6,7 procent in regio Noord. Het valt wel op dat het verzuimpercentage in regio Noord systematisch hoger ligt dan in de andere regio’s. Het verzuimpercentage is in alle regio’s van 2013 op 2014 gedaald, hoewel de daling in regio Zuid marginaal is. De meldingsfrequentie over 2014 verschilt vrijwel niet tussen de regio’s. Ook de gemiddelde verzuimduur was in 2014 in regio Noord het hoogst. In het speciaal onderwijs zijn de verschillen in ziekteverzuimpercentage groter: van 6,1 procent in regio Zuid tot 7,1 procent in regio’s Noord en West. In de regio’s Noord, Oost, en Zuid is het ziekteverzuimpercentage van 2013 op 2014 gedaald, terwijl het in regio West ongewijzigd is gebleven. Ook in 2014 verschilt de meldingsfrequentie vrijwel niet tussen de regio’s. De gemiddelde verzuimduur was in 2014 in regio’s West en Zuid het hoogst. Tabel 2.4. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel uitgesplitst naar regio, 2012-2014
2012
VP 2013
2012
MF 2013
2014
Ziekteverzuim BO Noord Oost West Zuid
7,3 6,7 6,8 6,7
7,1 6,5 6,4 6,4
Ziekteverzuim SBAO/WEC Noord Oost West Zuid
7,9 6,6 7,6 7,2
9,6 6,3 7,1 6,7
2012
GZD 2013
2014
2014
6,7 6,1 5,8 6,3
1,2 1,1 1,2 1,0
1,1 1,1 1,2 1,2
1,1 1,1 1,1 1,0
25 26 25 27
24 22 21 20
24 22 22 22
7,1 5,6 7,1 6,1
1,4 1,3 1,5 1,3
1,4 1,3 1,4 1,3
1,2 1,1 1,3 1,1
24 22 23 23
24 19 20 20
19 19 22 22
Het ziekteverzuimpercentage onder onderwijzend personeel verschilt aanzienlijk per denominatie (zie Tabel 2.5). Het ziekteverzuim in 2014 is het hoogst onder het onderwijzend personeel op vrije scholen en scholen op islamitische grondslag in het basisonderwijs (resp. 9 en 8,9 procent). Het laagst was dit bij basisscholen op gereformeerde, reformatorische of evangelische grondslag (2,9 procent). Het verzuimpercentage van 2013 op 2014 is voor alle categorieën afgenomen. Ook de meldingsfrequente op vrije scholen en scholen op islamitische grondslag is in 2014 het hoogst van alle categorieën (resp. 1,5 en 1,3). Onderwijzend personeel in het basisonderwijs op scholen op islamitische grondslag was in 2014 met een gemiddelde verzuimduur van 27 dagen bij ziekte het langst afwezig. Tabel 2.5. Kengetallen ziekteverzuim BO onderwijzend personeel uitgesplitst naar denominatie, 2012-2014
Ziekteverzuim BO Openbaar Rooms-katholiek
2012
VP 2013
2014
7,4 6,6
7,0 6,4
6,7 6,0
2012
MF 2013
2014
1,2 1,1
1,2 1,1
1,1 1,0
2012
GZD 2013
2014
27 25
21 21
23 22
Pagina 10 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Protestants-christelijk Algemeen bijzonder Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch Islamitisch Vrije scholen Overig
6,5 6,5
6,1 6,4
5,6 5,8
1,2 1,2
1,1 1,2
1,0 1,2
24 23
22 20
21 20
4,3
3,4
2,9
1,0
0,8
0,6
21
18
22
11,6 10,8 7,3
9,6 10,9 6,8
8,9 9,0 6,7
1,5 1,8 1,3
1,4 1,7 1,2
1,3 1,5 1,1
33 26 23
28 22 22
27 22 23
In Tabel 2.6 worden de kengetallen voor het ziekteverzuim van het onderwijzend personeel naar verschillende persoons-, baan- en schoolkenmerken uitgesplitst. Tabel 2.6. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel uitgesplitst naar achtergrondkenmerken, 2014
Totaal
VP 6,0
BO MF 1,1
Geslacht Mannen Vrouwen
5,9 6,1
0,9 1,1
27 21
6,0 6,6
1,1 1,2
21 21
Functie Directieleden Leerkrachten (OP)
4,9 6,1
0,7 1,1
29 22
3,7 6,7
0,6 1,2
25 21
Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 0,5 – 0,87 wtf > 0,87 wtf
6,1 6,4 5,0
1,1 1,0 1,1
20 25 21
5,8 6,9 6,5
1,1 1,2 1,3
18 23 22
Verstedelijkingsgraad Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
5,7 6,1 6,2
1,1 1,1 1,0
20 21 24
7,1 6,3 6,0
1,2 1,2 1,1
22 20 21
Schoolgrootte in aantal werknemers Kleiner dan 10 >= 10 en < 20 >= 20 en < 50 50 en groter
6,8 6,2 6,0 5,1
1,0 1,0 1,1 1,2
27 24 22 18
-
-
-
-
-
-
5,9 6,6 6,3 6,6
1,0 1,1 1,2 1,3
25 22 20 19
Kleiner dan 20 >= 20 en < 50 >= 50 en < 100 100 en groter
GZD 22
SBAO/WEC VP MF GZD 6,4 1,2 21
Procentueel waren vrouwen in 2014 vaker ziek dan mannen. In het basisonderwijs meldden zij zich vaker ziek, maar hun verzuimduur was gemiddeld korter dan de verzuimduur van mannen. In het speciaal onderwijs is de verzuimduur van vrouwen gemiddeld net zo lang als de verzuimduur van Pagina 11 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
mannen. Leerkrachten waren in 2014 procentueel vaker ziek dan directieleden, maar waren bij ziekte vaker van kortere duur ziek dan directieleden. Onderwijzend personeel met een voltijdaanstelling verzuimde in 2014 in het basisonderwijs minder dan onderwijzend personeel met een deeltijdaanstelling. In het speciaal onderwijs verzuimde het onderwijzend personeel met een voltijdaanstelling minder dan hun collega’s met een grote deelaanstelling, maar wel meer dan personen met een kleine deelaanstelling. De cijfers naar verstedelijkingsgraad wijzen uit dat het ziekteverzuimpercentage in 2014 nauwelijks verschilde tussen gebieden met verstedelijkt en nietverstedelijkt. Er is wel een duidelijk verschil in verzuimpercentage te zien in het basisonderwijs en speciaal onderwijs tussen de sterk verstedelijkte gebieden en de andere twee categorieën. Opvallend is dat het verzuimpercentage in het basisonderwijs voor de sterk verstedelijkte gebieden het laagste is van de drie categorieën, terwijl deze in het speciaal het hoogste verzuimpercentage kent. Het verzuim in de niet-verstedelijkte gebieden duurde in het basisonderwijs gemiddeld langer dan in de (sterk) verstedelijkte gebieden. Wat de schoolgrootte betreft zien we een verschillend patroon tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. In het basisonderwijs was in 2014 het verzuimpercentage bij de kleinste scholen relatief hoog, terwijl de kleinste scholen in het speciaal onderwijs juist het laagste verzuimpercentage hadden. Zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs hadden de grootste scholen in 2014 de grootste meldingsfrequentie, maar wel de laagste gemiddelde verzuimduur. In Tabel 2.7 worden de kengetallen voor het overig verzuim van het onderwijzend personeel naar verschillende persoons- en baankenmerken uitgesplitst. Opvallend is dat het verzuimpercentage en gemiddelde verzuimduur in het basisonderwijs en speciaal onderwijs hoger is onder vrouwen, jongeren, leerkrachten en deeltijders. Ook de meldingsfrequentie is in deze categorieën het hoogst, hoewel de voltijders in het basisonderwijs zich vaker ziek hebben gemeld dan deeltijders. Tabel 2.7. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel uitgesplitst naar achtergrondkenmerken, 2014
Totaal
VP 4,0
BO MF 1,3
Geslacht Mannen Vrouwen
3,0 4,2
1,4 1,3
10 14
2,0 3,8
0,8 0,9
16 22
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35 – 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 64 jaar 65 jaar en ouder
8,0 4,7 1,1 1,7 3,1
1,8 1,3 1,1 1,0 0,7
20 17 4 7 11
7,7 4,1 0,7 1,1 1,2
1,5 1,0 0,6 0,5 0,2
29 24 7 10 10
Functie Directieleden Leerkrachten (OP)
2,0 4,1
0,8 1,3
12 13
1,5 3,4
0,5 0,9
15 21
Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 0,5 – 0,87 wtf > 0,87 wtf
4,1 4,0 3,7
1,2 1,2 2,3
14 14 7
3,8 3,4 1,7
1,0 0,8 1,0
20 23 8
GZD 13
SBAO/WEC VP MF GZD 3,3 0,8 21
Pagina 12 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
2.3
Ondersteunend personeel
Het ziekteverzuimpercentage onder het ondersteunend personeel in het primair onderwijs is van 6,9 procent in 2013 naar 6 procent in 2014 verder afgenomen (zie Tabel 2.8). Deze daling is zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs te zien. Het verzuimpercentage voor het overig verzuim is van 1,4 procent in 2013 naar 1,7 procent in 2014 licht toegenomen. Deze stijging is met name in het speciaal onderwijs zichtbaar. Tabel 2.8. Kengetallen ziekteverzuim en overig verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 Ziekteverzuim PO bo sbao/wec Overig verzuim PO bo sbao/wec
7,3 7,0
6,9 6,7
6,0 5,8
1,1 0,9
1,2 0,9
1,0 0,8
26 31
22 27
23 27
7,6
7,2
6,3
1,4
1,5
1,2
21
18
19
1,6 1,0
1,4 0,9
1,7 1,1
0,3 0,2
0,3 0,2
0,3 0,2
33 27
31 25
22 19
2,3
1,9
2,6
0,5
0,5
0,5
37
35
24
De meldingsfrequentie voor het ziekteverzuim is in het basisonderwijs in 2014 ten opzichte van 2013 vrijwel ongewijzigd gebleven, terwijl deze in het speciaal onderwijs licht is afgenomen. Het ondersteunend personeel in het speciaal onderwijs heeft zich ook in 2014 vaker ziek gemeld dan hun collega’s in het basisonderwijs. De meldingsfrequentie voor het overig verzuim is ook in 2014 ongewijzigd gebleven. De gemiddelde verzuimduur van het ziekteverzuim in het primair onderwijs is in 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven. In het basisonderwijs is het ondersteunend personeel gemiddeld langer ziek dan het personeel in het speciaal onderwijs. Het tegenovergestelde is van toepassing op de gemiddelde verzuimduur van het overig verzuim. Hier is namelijk het ondersteunend personeel in het speciaal onderwijs langer afwezig dan hun collega’s in het basisonderwijs. De gemiddelde verzuimduur in het overig verzuim is in 2014 in alle sectoren gedaald. Het nul(ziekte)verzuim onder het ondersteunend personeel in het primair onderwijs is van 2013 op 2014 met 5,8 procentpunten gestegen (zie Tabel 2.9). Van het ondersteunend personeel had 53,6 procent zich in 2014 niet ziek gemeld. Dit percentage verschilt flink tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. In het basisonderwijs had 60,5 procent zich niet ziek gemeld, terwijl dit in het speciaal onderwijs 43,9 procent was. Tabel 2.9. Nulverzuim ziekteverzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014
NZ* PO bo sbao/wec
2012 46,0 54,6 36,9
2013 47,8 55,8 39,4
2014 53,6 60,5 43,9
* Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim
Pagina 13 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tot slot worden in Tabel 2.10 de kengetallen voor het ziekteverzuim van het ondersteunend personeel naar verschillende persoons- en baankenmerken uitgesplitst. Opvallend is dat het ziekteverzuimpercentage onder het ondersteunend personeel onder mannen in 2014 hoger was dan onder vrouwen. Dat geldt zowel voor het basisonderwijs als het speciaal onderwijs. Onder het onderwijzend personeel was het verzuimpercentage in 2014 juist onder vrouwen hoger dan onder mannen. Naar leeftijd zien we een bekend patroon: met de leeftijd stijgt het verzuimpercentage. In het speciaal onderwijs daalde deze weer onder personeel van 65 jaar en ouder. De gemiddelde verzuimduur stijgt met de leeftijd. Zowel in het basisonderwijs als het speciaal onderwijs verzuimde het onderwijsondersteunend personeel in 2014 meer dan het beheer en administratief personeel. Wat de aanstellingsomvang betreft zien wij een verschil tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Waar het ziekteverzuimpercentage in het speciaal onderwijs met de werktijdfactor toeneemt, is deze in het basisonderwijs het grootst onder personeel met een grote deeltijdaanstelling. Tabel 2.10. Kengetallen ziekteverzuim PO ondersteunend personeel uitgesplitst naar achtergrondkenmerken, 2014
Totaal
VP 5,8
BO MF 0,8
GZD 27
Geslacht Mannen Vrouwen
6,0 5,7
0,8 0,8
31 26
7,2 6,1
1,2 1,2
22 19
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35 – 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 64 jaar 65 jaar en ouder
3,9 5,4 5,2 7,5 9,8
0,9 0,9 0,8 0,8 0,6
16 24 25 35 63
5,0 6,6 6,1 7,8 5,2
1,4 1,4 1,2 1,1 0,8
13 19 20 25 43
6,0
0,9
26
6,4
1,3
19
5,3
0,7
31
5,4
0,9
23
5,2 6,3 6,1
0,8 0,9 1,0
26 28 27
5,2 6,8 7,2
1,1 1,3 1,5
17 22 20
Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 0,5 – 0,87 wtf > 0,87 wtf
SBAO/WEC VP MF GZD 6,3 1,2 19
Pagina 14 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
2.4
Survivalanalyse
De gemiddelde verzuimduur geeft een beeld van het gemiddeld aantal dagen dat iemand heeft verzuimd. Maar hoe groot is nu de kans dat iemand zich na een bepaald aantal dagen weer beter meldt? Via een zogenaamde survivalanalyse is op deze vraag een antwoord te geven. Voor alle verzuimgevallen die op 1 januari 2014 al bestonden of in 2014 zijn ontstaan, is de totale duur berekend. Een survivalanalyse is een techniek die rekening houdt met verschillen in de lengte van de perioden die personen in het onderzoek konden worden gevolgd. De kans dat iemand zich beter meldt, wordt niet eenmalig vastgesteld, maar op elk moment tussen de start en het einde van de totale observatietermijn, in dit geval op elke dag in het jaar 2014. Hierbij wordt steeds rekening gehouden met het aantal personen dat op het meetmoment beschikbaar is ofwel een formatie heeft. Met de survivalanalyse kan een nauwkeuriger beeld van de verzuimduur worden verkregen. In Tabel 2.11 zijn de resultaten van de survivalanalyse voor het primair onderwijs weergegeven. De tabel toont het verloop van de ziekteduur van onderwijzend personeel voor de jaren 2013 en 2014. Uit de tabel blijkt dat 31,6 procent van de mensen die zich in 2014 in het primair onderwijs ziek hebben gemeld zich na één dag weer beter hebben gemeld. Hiermee is het aantal mensen dat zich na één dag beter heeft gemeld ten opzichte van 2013 met 2,2 procentpunten gestegen. Tabel 2.11. Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het PO dat in 2013 en 2014 beter is gemeld na N dagen
Dagen
2013
2014
1
29,4% 31,6%
2
47,1% 49,6%
3 4 5 6
55,7% 61,9% 67,7% 70,3%
58,0% 63,5% 68,7% 70,9%
7 14 30 92
73,1% 81,6% 86,7% 92,8%
73,2% 80,6% 85,5% 92,6%
183 274 365 365+
94,8% 95,0% 94,9% 95,1% 94,9% 95,1% 5,1% 4,9%
Y-as: % mensen beter
X-as: aantal dagen in 2014
In de eerste zeven dagen steeg het percentage mensen dat zich beter meldde vrij snel. Na de eerste week had ongeveer driekwart van de mensen zich weer beter gemeld. De grafiek naast de tabel laat dit verloop duidelijk zien: het grootste deel van de betermeldingen vond plaats in de eerste week. Daarna nam het aantal betermeldingen veel langzamer toe. De tabel toont ook dat, met uitzondering van dag 30, personen zich in 2014 sneller beter meldden dan in 2013.
Pagina 15 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel 2.12 toont de resultaten van de survivalanalyse voor het primair onderwijs per leeftijdsgroep. Net als in eerdere jaren wijzen de resultaten uit dat naarmate men ouder wordt, het langer duurt voor men zich beter meldt. In de jongste leeftijdscategorie had 75,3 procent zich na drie dagen beter gemeld, terwijl dit in de oudste categorie 40,4 procent was. Ruim een kwart van de ziektegevallen onder personeel van 65 jaar en ouder duurde langer dan 30 dagen. In de jongste categorie duurde slechts 3,3 procent van de ziektegevallen langer dan 30 dagen. Tabel 2.12. Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het PO dat in 2014 beter is gemeld na N dagen naar leeftijd
Dagen
Leeftijdsklasse 35-44 45-54 32,7% 31,8%
1
t/m 24 43,9%
25-34 35,3%
55-64 26,9%
65+ 21,4%
2 3 4 5
66,7% 75,3% 81,1% 85,9%
55,6% 64,8% 70,4% 75,5%
52,3% 60,8% 66,3% 71,3%
49,2% 57,4% 63,0% 68,4%
41,9% 49,8% 55,2% 60,5%
32,8% 40,4% 45,5% 53,1%
6 7 14 30
87,8% 89,5% 93,7% 96,7%
77,6% 79,6% 85,8% 90,4%
73,3% 75,6% 82,9% 87,7%
70,9% 73,2% 80,8% 86,0%
62,9% 65,5% 73,9% 79,9%
56,3% 58,6% 66,1% 70,4%
92 183 274 365
99,1% 99,5% 99,5% 99,5%
96,4% 97,8% 97,8% 97,8%
93,4% 95,5% 95,6% 95,6%
92,9% 95,4% 95,5% 95,5%
88,9% 93,3% 93,8% 94,0%
80,8% 88,8% 94,2% 97,6%
365+
0,5%
2,2%
4,4%
4,5%
6,0%
2,4%
De resultaten van de survivalanalyse zijn ook uitgesplitst naar schooltype. De tabel en de grafiek met de duur van het ziekteverzuim uitgesplitst naar schooltype zijn in Tabel 2.13 weergegeven. De verschillen tussen het basisonderwijs en het speciaal onderwijs zijn gering. De personen in het basisonderwijs meldden zich in de eerste vijf dagen sneller beter dan in het speciaal onderwijs, maar dit verschil loopt in de dagen daarna terug en wordt vanaf dag 30 zelfs omgedraaid.
Pagina 16 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel 2.13. Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het BAO en SBAO/WEC dat in 2014 beter is gemeld na N dagen
SBAO/ WEC
Dagen
BAO
1
32,5%
26,7%
2 3 4 5
50,5% 58,8% 64,1% 69,1%
44,5% 53,5% 60,1% 66,5%
6 7 14 30
71,3% 73,5% 80,7% 85,7%
69,1% 72,2% 80,3% 85,5%
92 183 274 365
92,8% 95,0% 95,1% 95,1%
93,0% 95,9% 96,2% 96,2%
365+
4,9%
3,8%
Y-as: % mensen beter
X-as: aantal dagen in 2014
Pagina 17 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
3
3.1
Verzuimkengetallen VO
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste resultaten in het voortgezet onderwijs over 2014. De resultaten voor het voortgezet onderwijs betreffen alleen het ziekteverzuim. Zoals in de inleiding is toegelicht, kon er wegens een onvolledige registratie van het overig verzuim in het voortgezet onderwijs ook dit jaar geen representatieve cijfers voor het overig verzuim worden berekend. Paragraaf 3.2 beschrijft de ziekteverzuimgegevens voor zowel het onderwijzend (inclusief directie) als het ondersteunend personeel. Ten slotte worden in paragraaf 3.3 de resultaten van de survivalanalyse gepresenteerd, waarmee een nauwkeuriger beeld van de verzuimduur wordt gegeven.
3.2
Onderwijzend en ondersteunend personeel
Het verzuimpercentage onder het onderwijzend personeel (inclusief directeuren) in het voortgezet onderwijs is vrijwel ongewijzigd gebleven (zie Tabel 3.1). Onder het ondersteunend personeel is het verzuimpercentage in 2014 ten opzichte van 2013 licht gedaald. Opvallend is dat het verzuimpercentage in het voortgezet onderwijs een stuk lager is dan in het primair onderwijs. Dit geldt voor zowel het onderwijzend als het ondersteunend personeel. Tabel 3.1. Kengetallen ziekteverzuim VO, 2011-2013
VP
MF
GZD
NZ*
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 Ziekteverzuim Onderwijzend personeel Ondersteunend personeel
5,2
5,0
4,9
1,7
1,7
1,6
14
12
13
37,9
40,2 47,8
5,5
5,4
5,1
1,3
1,4
1,3
18
16
17
43,4
43,6 50,5
* Nulverzuim is alleen berekend voor het ziekteverzuim
De meldingsfrequentie voor zowel het ziekteverzuim als het overig verzuim onder het onderwijzend en ondersteunend personeel is vrijwel ongewijzigd gebleven. In 2014 meldde het onderwijzend personeel zich gemiddeld 1,6 keer per dienstverband ziek, terwijl dit onder het ondersteunend personeel gemiddeld 1,3 keer was. De gemiddelde verzuimduur in het voortgezet onderwijs is zowel onder het onderwijzend als het ondersteunend personeel tussen 2013 en 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven. Het nul(ziekte)verzuim oftewel het aandeel werknemers dat gedurende het ge hele kalenderjaar niet heeft verzuimd, is zowel onder het onderwijzend en onder steunend personeel van 2013 op 2014 gestegen. Het ondersteunend personeel kent ook in 2014 een hoger nulverzuim dan het onderwijzend personeel. Zowel het onderwijzend als het ondersteunend personeel in het primair onderwijs kent in 2014 een hoger nulverzuim dan hun collega’s in het voortgezet onderwijs. In Tabel 3.2 is het verzuimpercentage gepresenteerd waarbij de verzuimgevallen die langer dan één jaar duurden, zijn afgebroken op 365 dagen. Dit geeft inzicht in hoe de langdurige ziektegevallen het totale verzuimcijfer beïnvloeden. Wanneer het langdurige ziekteverzuim op deze manier wordt ingekort tot één jaar, komt het ziekteverzuimpercentage van 2014 voor het onderwijzend personeel in het voortgezet onderwijs 0,1 procentpunt onder het ‘gewone’ ziekteverzuimpercentage uit. Het Pagina 18 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
ziekteverzuimpercentage exclusief het verzuim langer dan een jaar is tussen 2013 en 2014 vrijwel ongewijzigd gebleven. Tabel 3.2. Verzuimpercentage ziekteverzuim VO onderwijzend personeel exclusief verzuim langer dan één jaar, 2012-2014
2012
2013
2014
5,1
4,9
4,8
Ziekteverzuim Onderwijzend personeel
Het ziekteverzuimpercentage verschilt per leeftijdscategorie (zie Tabel 3.3). Onder onderwijzend personeel jonger dan 55 jaar was er in 2014 sprake van een daling van het ziekteverzuimpercentage ten opzichte van 2013. Onder ondersteunend personeel kenden alle leeftijdscategorieën een daling. Ook in 2014 hadden personen tussen 55 en 64 jaar onder onderwijzend en ondersteunend personeel het hoogste verzuimpercentage. Tabel 3.3. Kengetallen ziekteverzuim VO uitgesplitst naar leeftijd, 2012-2014
VP 2012 2013 2014
MF 2012 2013
2014
GZD 2012 2013 2014
Onderwijzend personeel Jonger dan 35 jaar 35 – 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 64 jaar 65 jaar en ouder
3,8 4,5 4,9 7,2 5,3
3,5 4,3 4,7 7,0 4,7
3,3 4,0 4,4 7,1 5,1
1,9 1,9 1,7 1,5 0,9
1,8 1,8 1,7 1,6 0,8
1,7 1,7 1,6 1,5 0,9
9 11 13 21 23
8 10 12 18 22
8 10 12 20 23
Ondersteunend personeel Jonger dan 35 jaar 35 – 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 64 jaar 65 jaar en ouder
3,5 4,8 5,3 6,8 6,4
3,7 4,5 5,2 6,6 6,7
3,3 4,5 4,8 6,3 5,5
1,6 1,6 1,4 1,2 0,7
1,5 1,5 1,4 1,3 0,7
1,4 1,5 1,3 1,2 0,7
10 14 17 24 44
10 12 15 20 40
9 13 16 21 30
In Tabel 3.4 worden de kengetallen voor het ziekteverzuim naar verschillende persoons-, baan- en schoolkenmerken uitgesplitst. Procentueel waren vrouwen in 2014 vaker ziek dan mannen en meldden zich ook vaker ziek. Directieleden waren in 2013 relatief minder ziek dan hun collega’s uit de andere functiecategorieën en meldden zich ook minder vaak ziek. Personeel met een kleine deeltijdaanstelling of met een voltijdaanstelling heeft in 2014 minder verzuimd dan personeel met een grote deeltijdaanstelling. Uit de cijfers naar verstedelijkingsgraad blijkt dat het ziekteverzuimpercentage hoger is in sterk verstedelijkte gebieden. Tot slot blijkt uit de cijfers naar schoolgrootte dat het ziekteverzuimpercentage het laagst is bij VO-scholen met 100-200 werknemers en het hoogst bij scholen met minder dan 50 werknemers.
Pagina 19 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel 3.4. Kengetallen ziekteverzuim VO uitgesplitst naar achtergrondkenmerken, 2014
Totaal Geslacht Mannen Vrouwen
Onderwijzend personeel VP MF GZD 4,9 1,6 13
Ondersteunend personeel VP MF GZD 5,1 1,3 17
4,3 5,5
1,4 1,8
13 12
4,8 5,4
1,2 1,3
16 17
2,9 5,0
0,8 1,6
17 13
-
-
-
-
-
-
5,3
1,4
16
-
-
-
4,9
1,2
18
Aanstellingsomvang < 0,5 wtf 0,5 – 0,87 wtf > 0,87 wtf
4,4 5,2 4,5
1,6 1,6 1,5
11 14 14
4,5 5,3 5,0
1,2 1,4 1,4
15 17 18
Verstedelijkingsgraad Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
5,3 4,8 4,8
1,7 1,6 1,5
13 12 14
5,8 5,0 4,8
1,5 1,3 1,2
16 16 18
Schoolgrootte in aantal werknemers Kleiner dan 50 >= 50 en < 100 >= 100 en < 200 200 en groter
6,0 4,7 4,6 4,9
1,3 1,5 1,6 1,6
20 13 12 12
6,0 5,1 5,0 5,1
1,2 1,3 1,3 1,3
18 18 17 16
Functie Directieleden Leerkrachten (OP) Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP)
Pagina 20 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
3.3
Survivalanalyse
Ook dit jaar is er voor het voortgezet onderwijs een survivalanalyse uitgevoerd. De resultaten van deze analyse zijn in Tabel 3.5 weergegeven. Uit de tabel blijkt dat 32,2 procent van de mensen die zich in 2014 ziek hebben gemeld zich na één dag weer beter hebben gemeld. Hiermee is het aantal mensen dat zich na één dag beter heeft gemeld ten opzichte van 2013 met 2,7 procent gestegen. Net als in het primair onderwijs steeg het percentage mensen dat zich beter meldt in de eerste zeven dagen vrij snel. Na de eerste week had 81,5 procent zich weer beter gemeld. De grafiek naast de tabel laat dit verloop duidelijk zien: het grootste deel van de betermeldingen vond plaats in de eerste week. Daarna nam het aantal betermeldingen veel langzamer toe. Het percentage betermeldingen in de eerste week is ten opzichte van 2013 met 0,5 procentpunten gestegen en is 8,3 procentpunten hoger dan in het primair onderwijs. Het valt op dat ook in 2014 er geen verschil bestond tussen het percentage betermeldingen na 183 dagen en na 365 dagen. Het percentage betermeldingen boven de 365 dagen is wel van 3,0 procent in 2013 naar 3,2 procent in 2014 gestegen. Tabel 3.5. Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het VO dat in 2013 en 2014 beter is gemeld na N dagen
Dagen
2013
2014
1
29,5% 32,2%
2 3 4
49,6% 52,6% 59,3% 62,0% 68,0% 69,9%
5 6 7 14
74,6% 77,8% 81,0% 88,2%
76,0% 78,9% 81,5% 87,4%
30 92 183 274
92,2% 96,4% 97,0% 97,0%
91,5% 96,1% 96,8% 96,8%
365 365+
97,0% 96,8% 3,0% 3,2%
Y-as: % mensen beter
X-as: aantal dagen in 2013
Tabel 3.6 toont de resultaten van de survivalanalyse voor het voortgezet onderwijs per leeftijdsgroep. Ook de resultaten voor het voortgezet onderwijs wijzen uit dat naarmate men ouder wordt, het langer duurt voordat men zich beter meldt. In de jongste leeftijdscategorie had 72,9 procent zich na drie dagen alweer beter gemeld, terwijl dit in de oudste categorie 53,8 procent was. Onder personeel van 65 jaar en ouder duurde 19 procent van de ziektegevallen langer dan twee weken. In de jongste categorie duurde slechts 4,1 procent van de ziektegevallen langer dan twee weken. De ziekteduur neemt evenredig met de leeftijd toe. Het is opvallend dat er onder personen tot en met 24 jaar niemand langer dan drie maanden ziek is geweest.
Pagina 21 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel 3.6. Schattingsresultaat op basis van survivalanalyse: percentage onderwijzend personeel in het VO dat in 2014 beter is gemeld na N dagen naar leeftijd
Dagen
Leeftijdsklasse t/m 24
25-34
35-44
45-54
55-64
65+
1
39,2%
35,4%
32,8%
32,8%
27,5%
29,3%
2 3 4 5
63,4% 72,9% 81,4% 86,5%
57,1% 66,9% 75,0% 80,7%
54,5% 63,8% 72,0% 78,3%
52,4% 61,9% 69,9% 76,2%
45,7% 54,7% 62,1% 68,1%
45,3% 53,8% 60,3% 66,8%
6 7 14 30
89,5% 91,7% 95,9% 98,0%
83,6% 86,0% 90,9% 94,1%
81,2% 83,6% 89,2% 92,9%
79,0% 81,6% 87,6% 85,7%
71,1% 74,1% 81,7% 86,6%
69,8% 74,2% 81,0% 87,8%
100,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%
97,9% 98,2% 98,2% 98,2% 1,8%
96,9% 97,3% 97,3% 97,3% 2,7%
96,4% 97,0% 97,0% 97,0% 3,0%
93,5% 96,1% 96,2% 96,2% 3,8%
91,0% 94,8% 96,8% 97,8% 2,2%
92 183 274 365 365+
Pagina 22 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Bijlagen Bijlage 1
Drie verzuimmaten 2012-2014
Tabel B1.1. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
Kenmerk
PO BO SBAO/WEC
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
6,9 6,8 7,2
6,6 6,5 7,0
6,1 6,0 6,4
1,1 1,1 1,3
1,2 1,2 1,4
1,1 1,1 1,2
25 25 23
21 21 20
22 22 21
BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
4,7 6,0 6,8 10,3 9,6 5,4 6,7 7,3 9,6 10,3
4,5 5,5 6,3 9,8 10,0 5,3 6,3 6,2 10,2 5,7
4,0 5,0 5,8 9,5 10,6 4,6 5,9 6,0 9,0 10,7
1,3 1,2 1,1 1,0 0,9 1,5 1,5 1,3 1,2 0,8
1,3 1,2 1,2 1,1 1,0 1,5 1,5 1,3 1,2 0,9
1,2 1,1 1,1 1,0 0,6 1,3 1,3 1,2 1,0 0,8
15 22 27 39 46 15 19 24 33 40
14 18 22 31 39 14 17 19 28 29
13 18 22 33 62 13 18 19 31 46
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Bapo Geen bapo Wel bapo Geen bapo Wel bapo
6,1 10,8 10,0 6,7
5,7 10,6 10,3 6,3
5,3 10,2 9,5 5,8
-
-
-
-
-
-
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Geslacht Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
6,7 6,9 7,1 7,3
6,3 6,5 6,9 7,1
5,9 6,1 6,0 6,6
1,0 1,2 1,2 1,4
1,0 1,2 1,3 1,4
0,9 1,1 1,1 1,2
30 25 24 23
25 21 20 20
27 21 21 21
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Functie Directieleden Leerkrachten (OP) Directieleden Leerkrachten (OP)
5,6 6,9 5,4 7,4
5,0 6,6 4,8 7,2
4,9 6,1 3,7 6,7
0,7 1,2 0,8 1,4
0,8 1,2 0,7 1,4
0,7 1,1 0,6 1,2
33 25 30 23
26 21 27 20
29 22 25 21
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
6,8 7,2 6,3 6,8 7,5 7,2
6,8 6,7 5,5 7,0 7,3 6,5
6,1 6,4 5,0 5,8 6,9 6,5
1,0 1,3 1,3 1,2 1,5 1,5
1,2 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5
1,1 1,0 1,1 1,1 1,2 1,3
26 26 23 23 23 24
20 24 21 19 22 19
20 25 21 18 23 22
Pagina 23 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.1. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
Kenmerk
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
7,4 6,6 6,2 7,6 7,8 7,0 6,6 7,5
7,0 6,4 5,7 7,2 8,1 6,2 6,7 7,3
6,7 6,0 5,2 6,6 7,6 5,9 5,6 6,7
1,2 1,1 1,1 1,3 1,3 1,3 1,3 1,5
1,2 1,1 1,1 1,3 1,4 1,3 1,2 1,5
1,1 1,0 1,0 1,2 1,3 1,1 1,0 1,3
27 25 24 25 26 23 23 22
21 21 22 21 23 19 21 19
23 22 21 21 22 21 22 20
BO BO BO BO
Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
7,4 6,6 6,5 6,5
7,0 6,4 6,1 6,4
6,7 6,0 5,6 5,8
1,2 1,1 1,2 1,2
1,2 1,1 1,1 1,2
1,1 1,0 1,0 1,2
27 25 24 23
21 21 22 20
23 22 21 20
4,3
3,4
2,9
1,0
0,8
0,6
21
18
22
11,6 10,8 7,3 7,8 7,0 6,9 7,6
9,6 10,9 6,8 8,1 6,2 7,0 7,3
8,9 9,0 6,7 7,6 5,9 5,9 6,7
1,5 1,8 1,3 1,3 1,3 1,3 1,5
1,4 1,7 1,2 1,4 1,3 1,2 1,5
1,3 1,5 1,1 1,3 1,1 1,0 1,3
33 26 23 26 23 24 22
28 22 22 23 19 22 19
27 22 23 22 21 22 20
Gereformeerd, SBAO/WEC reformatorisch, evangelisch
3,4
3,9
2,8
1,0
1,1
0,7
20
12
14
SBAO/WEC Overig
5,6
6,8
6,1
1,5
1,5
1,2
16
18
19
BO
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Islamitisch Vrije scholen Overig Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
7,1 6,8 6,7 7,3 7,3 7,0
6,6 6,5 6,4 7,1 7,1 6,9
5,7 6,1 6,2 7,1 6,3 6,0
1,4 1,2 1,0 1,5 1,4 1,3
1,3 1,2 1,1 1,4 1,4 1,3
1,1 1,1 1,0 1,2 1,2 1,1
23 25 27 22 24 23
21 21 23 20 20 21
20 21 24 22 20 21
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Regio Noord Oost West Zuid Noord Oost West Zuid
7,3 6,7 6,8 6,7 7,9 6,6 7,6 7,2
7,1 6,5 6,4 6,4 9,6 6,3 7,1 6,7
6,7 6,1 5,8 6,3 7,1 5,6 7,1 6,1
1,2 1,1 1,2 1,0 1,4 1,3 1,5 1,3
1,1 1,1 1,2 1,2 1,4 1,3 1,4 1,3
1,1 1,1 1,1 1,0 1,2 1,1 1,3 1,1
25 26 25 27 24 22 23 23
24 22 21 20 24 19 20 20
24 22 22 22 19 19 22 22
Pagina 24 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.1. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Kenmerk Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
6,9 6,9 8,1 7,0 6,6
7,5 6,8 6,9 6,7 6,7
6,9 6,5 6,8 6,6 6,3
1,2 1,2 1,2 1,1 1,1
1,1 1,2 1,1 1,1 1,2
1,1 1,1 1,0 1,0 1,2
24 24 28 27 25
27 21 25 25 20
25 22 25 24 21
6,3
4,1
5,9
1,0
0,7
0,9
27
24
25
6,4
6,2
5,9
1,2
1,2
1,2
24
19
19
7,0
6,3
5,9
1,2
1,1
1,0
27
23
24
6,5
6,1
5,8
1,2
1,2
1,0
25
21
22
6,8 6,5 7,3 8,1 6,6 6,8 7,3 5,9 7,8 7,0 9,6 6,5 6,4
6,7 6,0 7,4 7,5 7,1 5,6 6,2 6,2 9,7 7,4 13,3 5,3 6,6
6,5 5,9 7,1 6,8 5,4 4,9 4,4 2,4 6,7 6,9 8,3 4,8 5,9
1,0 1,1 1,0 1,5 1,2 1,6 1,3 1,1 1,5 1,3 1,4 1,1 1,3
1,1 1,2 1,2 1,2 1,3 1,3 1,3 1,1 1,5 1,3 1,3 1,0 1,4
0,9 1,1 1,0 1,1 1,0 1,3 1,0 0,7 1,2 1,4 1,1 0,9 1,2
29 26 30 25 26 19 24 22 23 23 28 25 21
27 19 20 25 23 16 21 25 19 23 38 21 18
29 21 22 24 23 16 18 15 19 16 25 18 19
8,8
6,2
6,3
1,5
1,7
1,5
24
21
16
8,0
8,2
7,8
1,5
1,5
1,4
24
18
20
7,6
6,9
6,4
1,3
1,2
1,2
27
21
22
7,1
6,4
6,6
1,4
1,4
1,2
23
17
21
7,4 7,3 6,8 8,8 7,2 6,9 7,3 8,8
10,2 6,6 6,2 8,7 6,8 7,0 6,5 8,3
7,2 5,7 6,6 9,5 8,0 5,9 5,6 6,4
1,4 1,4 1,1 1,6 1,6 1,5 1,5 1,4
1,3 1,4 1,2 1,5 1,5 1,5 1,5 1,9
1,2 1,2 1,0 1,5 1,2 1,4 1,1 1,1
27 22 24 24 21 19 21 26
31 20 18 27 18 19 17 22
28 20 23 24 25 20 18 21
Pagina 25 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.1. Kengetallen ziekteverzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Kenmerk Schoolgrootte Kleiner dan 10 > = 10 en < 20 > = 20 en < 50 50 en groter Kleiner dan 20 >= 20 en < 50 >= 50 en < 100 100 en groter
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
7,0 7,1 6,7 6,5 7,6 7,5 7,0 7,2
6,6 6,7 6,4 6,3 7,8 7,1 6,8 7,1
6,8 6,2 6,0 5,1 5,9 6,6 6,3 6,6
1,1 1,1 1,2 1,4 1,2 1,3 1,4 1,5
1,1 1,1 1,2 1,3 1,0 1,3 1,4 1,5
1,0 1,0 1,1 1,2 1,0 1,1 1,2 1,3
28 28 25 22 33 26 22 20
22 23 21 18 30 21 20 19
27 24 22 18 25 22 20 19
Pagina 26 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B1.2. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
Kenmerk
PO BO SBAO/WEC
BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
Geslacht BO Mannen BO Vrouwen SBAO/WEC Mannen SBAO/WEC Vrouwen
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
3,3 3,4 3,0
3,1 3,2 2,6
3,9 4,0 3,3
1,3 1,4 0,8
1,3 1,4 0,8
1,2 1,3 0,8
18 17 34
18 17 32
14 13 21
6,3 3,6 1,1 1,7 1,1 6,4 3,3 0,8 1,4 1,9
5,8 3,5 1,0 1,7 2,9 5,9 3,0 0,7 1,2 0,9
8,0 4,7 1,1 1,7 3,1 7,7 4,1 0,7 1,1 1,2
2,0 1,5 1,3 1,2 0,6 1,3 0,9 0,6 0,5 0,4
1,8 1,4 1,2 1,1 0,7 1,3 0,8 0,6 0,5 0,3
1,8 1,3 1,1 1,0 0,7 1,5 1,0 0,6 0,5 0,2
27 26 5 6 11 50 50 9 12 40
27 25 5 6 18 45 50 10 11 13
20 17 4 7 11 29 24 7 10 13
2,1 3,7 1,7 3,5
2,2 3,4 1,7 3,0
3,0 4,2 2,0 3,8
1,6 1,5 0,7 0,9
1,5 1,4 0,6 0,8
1,4 1,3 0,8 0,9
13 18 30 36
13 18 32 32
10 14 16 22
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Functie Directieleden Leerkrachten (OP) Directieleden Leerkrachten (OP)
1,8 3,5 1,6 3,1
1,7 3,3 1,5 2,7
2,0 4,1 1,5 3,4
1,2 1,5 0,3 0,8
1,1 1,4 0,3 0,8
0,8 1,3 0,5 0,9
12 17 39 34
11 17 37 32
12 13 15 21
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
3,9 3,8 2,1 3,7 3,5 1,8
3,3 3,5 2,2 2,8 3,0 1,8
4,1 4,0 3,7 3,8 3,4 1,7
1,3 1,6 2,1 0,7 0,9 1,0
1,2 1,4 2,0 0,7 0,8 0,8
1,2 1,2 2,3 1,0 0,8 1,0
22 17 6 45 35 16
20 17 7 36 32 22
14 14 7 20 23 8
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
3,2 3,6 3,3 3,4 2,3 3,8 2,8 2,9
3,0 3,6 2,8 2,7 2,3 3,6 2,1 2,3
3,5 4,4 4,1 3,7 2,4 3,8 2,4 3,9
1,4 1,7 1,5 1,2 0,7 1,0 0,8 0,7
1,3 1,6 1,4 1,1 0,7 1,0 0,7 0,7
1,1 1,6 1,1 1,0 0,8 1,0 0,7 0,6
18 17 16 20 29 35 30 39
17 16 17 20 30 31 27 38
14 12 13 16 19 19 15 38
Pagina 27 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.2. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
BO BO BO BO
Kenmerk Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
3,2 3,6 3,3 3,3
3,0 3,6 3,0 2,7
3,5 4,4 4,4 3,7
1,4 1,7 1,5 1,3
1,3 1,6 1,4 1,1
1,1 1,6 1,3 1,0
18 17 16 18
17 16 17 20
14 12 12 16
BO
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
2,9
2,2
3,4
1,0
0,9
0,7
16
14
19
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Islamitisch Vrije scholen Overig Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
5,0 3,3 2,9 2,3 3,8 2,8 2,9
3,1 2,4 2,4 2,3 3,6 2,1 2,3
7,7 1,2 2,6 2,4 3,8 2,5 3,9
0,8 1,2 1,1 0,7 1,0 0,8 0,7
0,5 1,1 1,0 0,7 1,0 0,8 0,7
1,3 0,6 0,8 0,8 1,0 0,8 0,6
58 17 20 29 35 31 38
65 17 16 30 31 28 37
28 9 15 19 19 12 38
Gereformeerd, SBAO/WEC reformatorisch, evangelisch
2,2
2,1
1,7
0,8
0,6
0,3
21
19
51
SBAO/WEC Overig
2,3
2,6
0,5
0,6
78
53
-
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
3,0 3,4 3,6 2,4 3,1 3,5
2,8 3,1 3,5 1,9 2,9 2,9
3,7 3,9 4,2 2,4 3,8 3,2
0,7 1,5 1,9 0,5 0,9 1,0
0,6 1,4 1,8 0,4 0,9 0,9
0,7 1,4 1,5 0,5 1,0 1,0
33 18 14 40 35 30
32 17 14 45 29 33
23 13 11 33 19 17
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Regio Noord Oost West Zuid Noord Oost West Zuid
3,5 3,7 2,9 4,0 3,6 3,0 2,3 3,9
3,3 3,2 2,7 4,0 2,6 2,5 1,9 3,9
4,4 4,5 3,3 4,4 2,9 2,5 2,8 3,8
2,3 1,9 0,9 1,8 1,3 0,9 0,5 1,0
2,2 1,8 0,9 1,7 1,2 0,9 0,5 0,9
1,7 1,4 0,8 1,7 1,8 0,8 0,6 0,9
12 15 23 16 23 30 41 40
11 16 23 15 24 28 40 35
10 13 18 11 11 17 26 21
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 28 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.2. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
Kenmerk
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
3,7 3,5 3,4 4,0 3,8
3,5 3,4 2,7 3,7 3,3
4,7 4,4 3,4 4,1 4,9
2,4 2,6 1,8 2,6 1,6
2,2 2,6 1,7 2,5 1,6
1,8 1,7 1,4 1,6 1,4
14 9 15 12 18
12 9 13 11 19
9 13 9 10 13
3,3
1,9
3,7
1,1
0,7
0,9
20
23
19
3,0
2,9
3,6
1,1
1,1
1,0
17
18
14
3,0
2,5
2,9
1,1
1,0
0,8
20
19
18
2,7
2,5
3,1
1,0
0,9
0,7
21
22
17
2,8 4,1 4,4 2,7 3,3 2,2 3,7 1,7 3,6 3,5 3,7 3,2 3,1
2,7 4,1 4,1 2,8 2,7 2,2 4,9 1,7 2,5 2,8 2,6 2,2 2,7
3,3 4,6 4,1 4,2 2,3 4,2 5,0 7,8 2,7 4,3 1,9 2,7 2,6
1,3 1,6 2,7 0,5 0,6 0,5 0,8 0,6 1,2 1,2 1,4 1,0 0,9
1,3 1,4 2,4 0,5 0,5 0,5 0,8 0,6 1,0 1,2 1,5 0,9 0,8
0,9 1,2 2,5 0,4 0,5 0,8 0,8 1,9 1,3 2,4 1,5 1,1 0,6
14 20 12 43 43 48 29 22 24 21 25 27 32
17 19 8 38 53 48 26 33 29 22 19 23 29
15 16 8 40 31 16 25 11 11 13 3 17 19
2,5
2,1
1,2
1,1
1,2
0,5
33
35
15
2,4
2,1
4,0
0,6
0,7
0,8
28
27
20
2,2
1,7
1,7
0,6
0,4
0,3
35
35
31
Zuid-Holland excl. SBAO/WEC Den Haag en Rotterdam
2,1
1,9
3,1
0,5
0,5
0,7
43
37
19
SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
3,6 4,1 3,7 1,8 2,7 2,0 3,0 1,3
3,5 3,9 4,1 1,7 1,9 1,7 2,5 2,3
2,8 4,7 3,1 0,6 2,8 4,0 -
0,9 0,9 1,2 0,3 0,4 0,3 0,6 0,4
0,7 0,8 1,2 0,2 0,4 0,2 0,7 0,8
0,4 0,6 1,4 0,0 0,7 0,4 -
43 46 30 59 64 73 38 20
38 45 23 87 47 103 30 23
59 35 13 60 31 33 -
Provincies en G5 BO BO BO BO BO BO BO BO BO
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam
BO BO BO BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief SBAO/WEC Almere Utrecht exclusief SBAO/WEC Utrecht-stad Noord-Holland SBAO/WEC exclusief Amsterdam
Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 29 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.2. Kengetallen overig verzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Kenmerk Schoolgrootte Kleiner dan 10 > = 10 en < 20 > = 20 en < 50 50 en groter Kleiner dan 20 >= 20 en < 50 >= 50 en < 100 100 en groter
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
3,5 3,4 3,3 3,7 3,0 3,1 3,2 2,7
3,3 3,2 3,1 3,3 2,0 2,7 2,8 2,4
3,8 4,0 4,0 3,7 1,7 3,1 3,1 4,2
2,1 1,8 1,3 1,3 1,0 1,0 0,8 0,6
2,1 1,6 1,3 1,2 0,7 0,9 0,8 0,6
1,5 1,4 1,3 1,0 1,1 1,1 0,7 0,6
12 14 19 22 26 27 38 42
11 14 19 21 23 27 32 42
10 11 14 17 9 16 23 35
Pagina 30 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B1.3. Kengetallen ziekteverzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
Kenmerk
PO BO SBAO/WEC
BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
Geslacht BO Mannen BO Vrouwen SBAO/WEC Mannen SBAO/WEC Vrouwen Functie OnderwijsondersteuBO nend personeel (OOP) Beheer- en adminiBO stratief personeel (OBP) OnderwijsondersteuSBAO/WEC nend personeel (OOP) Beheer- en adminiSBAO/WEC stratief personeel (OBP)
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
7,3 7,0 7,6
6,9 6,7 7,2
6,0 5,8 6,3
1,1 0,9 1,4
1,2 0,9 1,5
1,0 0,8 1,2
26 31 21
22 27 18
23 27 19
4,6 6,7 7,0 8,7 5,4 6,2 7,9 7,7 9,1 7,8
4,8 5,8 6,5 8,5 5,7 5,9 7,4 7,4 8,0 11,4
3,9 5,4 5,2 7,5 9,8 5,0 6,6 6,1 7,8 5,2
1,1 1,0 0,9 0,9 0,4 1,7 1,7 1,4 1,2 0,5
1,1 0,9 0,9 0,9 0,4 1,6 1,6 1,5 1,3 0,8
0,9 0,9 0,8 0,8 0,6 1,4 1,4 1,2 1,1 0,8
17 27 32 41 66 15 20 22 30 37
18 22 26 37 51 14 17 20 21 40
16 24 25 35 63 13 19 20 25 43
7,6 6,8 8,0 7,5
7,2 6,5 7,9 7,0
6,0 5,7 7,2 6,1
1,0 0,9 1,4 1,5
0,9 0,9 1,4 1,5
0,8 0,8 1,2 1,2
35 30 26 21
32 26 21 18
31 26 22 19
6,9
6,8
6,0
1,0
1,0
0,9
28
26
26
7,2
6,2
5,3
0,8
0,7
0,7
41
33
31
8,0
7,5
6,4
1,6
1,6
1,3
21
18
19
6,5
5,8
5,4
1,2
1,1
0,9
23
20
23
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
5,9 7,4 8,4 5,9 8,3 8,8
5,9 7,2 7,1 6,0 7,7 8,1
5,2 6,3 6,1 5,2 6,8 7,2
0,8 1,2 1,4 1,2 1,7 1,9
0,9 1,0 1,2 1,3 1,6 1,8
0,8 0,9 1,0 1,1 1,3 1,5
31 30 32 21 22 23
26 29 28 16 20 21
26 28 27 17 22 20
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
7,6 7,0 6,1 7,8 7,8 7,6 7,1 7,7
7,1 7,0 5,8 6,7 7,8 7,0 6,7 7,1
6,7 5,9 4,8 5,7 7,3 6,3 5,3 6,2
1,1 0,9 0,8 1,1 1,6 1,5 1,3 1,5
1,0 0,9 0,8 1,1 1,7 1,4 1,3 1,4
0,9 0,8 0,7 1,0 1,4 1,2 1,0 1,2
29 31 32 32 21 22 23 21
25 29 29 25 17 18 19 19
27 28 27 22 19 21 19 19
Pagina 31 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.3. Kengetallen ziekteverzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
Kenmerk
Verstedelijking BO Sterk verstedelijkt BO Verstedelijkt BO Niet verstedelijkt SBAO/WEC Sterk verstedelijkt SBAO/WEC Verstedelijkt SBAO/WEC Niet verstedelijkt
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
BO BO BO BO BO BO BO BO
Regio Noord Oost West Zuid Noord Oost West Zuid Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
8,1 6,9 6,0 7,4 7,8 7,3
7,7 6,7 5,6 7,3 7,3 6,8
6,4 6,2 4,5 6,9 6,1 6,2
1,4 0,9 0,7 1,6 1,5 1,3
1,2 0,9 0,7 1,6 1,5 1,3
1,1 0,9 0,6 1,3 1,2 1,1
27 31 36 20 22 23
25 27 31 18 18 20
23 27 32 20 18 21
5,8 6,9 7,2 7,2 8,4 7,1 7,7 7,7
5,6 5,8 7,2 6,7 8,0 6,7 7,3 7,1
5,5 4,9 6,2 5,8 6,8 5,8 6,9 5,7
0,7 0,8 1,1 0,7 1,4 1,4 1,5 1,5
0,7 0,8 1,1 0,8 1,5 1,4 1,5 1,4
0,6 0,7 0,9 0,8 1,3 1,2 1,3 1,2
36 33 28 39 22 21 22 22
32 26 25 34 18 18 18 18
36 27 25 29 20 19 20 19
4,7 6,2 7,2 6,2 7,4
5,2 6,2 5,1 6,0 6,0
5,4 5,5 5,4 5,1 5,2
0,6 0,8 0,8 0,8 0,9
0,6 0,8 0,7 0,8 0,9
0,5 0,6 0,6 0,7 0,8
36 35 35 30 36
35 32 31 32 24
41 39 26 31 26
6,3
1,3
3,6
0,7
0,4
0,7
24
13
26
4,7
5,6
6,0
0,8
0,8
0,9
30
23
26
6,4
6,3
6,4
1,0
1,0
0,8
28
26
29
BO
Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam
6,4
6,6
5,4
0,9
0,9
0,8
29
25
23
BO BO BO BO BO BO BO BO
Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
7,1 7,3 7,0 9,0 8,3 8,3 8,5 6,2
5,5 6,3 8,1 7,4 9,6 8,3 7,2 7,0
4,7 5,2 7,7 6,7 6,5 7,4 5,0 3,1
0,7 0,8 0,7 1,6 1,2 1,6 1,2 1,1
0,7 0,8 0,8 1,2 1,3 1,5 1,2 1,1
0,6 0,8 0,8 1,1 0,9 1,4 1,1 0,8
38 38 43 27 34 21 32 27
42 31 35 26 28 22 27 24
34 25 36 24 35 23 15 17
Pagina 32 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.3. Kengetallen ziekteverzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Kenmerk Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam
Zuid-Holland excl. SBAO/WEC Den Haag en Rotterdam
VP
MF
GZD
2012
2013
2014
2012
2013
2014
2012
2013
2014
7,8 8,0 10,6 6,4 7,1
7,9 7,8 8,6 3,9 8,3
6,5 6,7 7,6 3,8 6,5
1,4 1,4 1,6 1,3 1,4
1,3 1,6 1,5 1,2 1,4
1,2 1,4 1,2 1,0 1,2
21 22 25 20 21
16 17 23 12 22
23 16 25 13 21
8,6
6,7
9,2
1,5
1,6
1,4
23
14
21
8,2
7,9
6,4
1,4
1,4
1,1
29
20
18
8,8
7,2
7,5
1,6
1,5
1,4
22
19
21
6,6
6,3
6,3
1,4
1,4
1,3
19
16
18
SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
6,5 7,8 7,6 8,1 7,7 7,0 7,6 12,3
7,8 7,3 6,4 8,1 8,6 6,2 7,3 11,6
4,3 5,5 6,3 8,4 6,5 7,0 6,1 6,0
1,3 1,6 1,3 1,7 1,4 1,9 1,7 2,4
1,2 1,5 1,2 1,6 1,8 1,7 1,6 2,1
1,1 1,2 1,1 1,4 1,3 1,5 1,2 1,1
20 21 26 22 27 14 20 24
21 17 21 21 19 15 18 25
17 17 24 23 20 19 21 20
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Schoolgrootte Kleiner dan 10 > = 10 en < 20 > = 20 en < 50 50 en groter Kleiner dan 20 >= 20 en < 50 >= 50 en < 100 100 en groter
6,2 6,8 7,1 6,9 5,7 7,0 7,7 7,9
6,3 6,4 6,8 6,9 5,9 6,6 7,3 7,5
5,6 5,6 6,0 5,3 4,5 6,5 6,2 6,4
0,8 0,8 1,0 1,2 1,0 1,3 1,5 1,6
0,9 0,8 0,9 1,3 1,0 1,4 1,6 1,5
0,6 0,7 0,8 1,1 0,7 1,1 1,3 1,3
33 37 30 24 19 23 21 21
27 29 28 22 28 18 18 18
43 29 27 20 29 22 18 18
Pagina 33 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B1.4. Kengetallen overig verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
Kenmerk
PO BO SBAO/WEC
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 1,6 1,0 2,3
1,4 0,9 1,9
1,7 1,1 2,6
0,3 0,2 0,5
0,3 0,2 0,5
03 0,2 0,5
33 27 37
31 25 35
22 19 24
BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Leeftijd < 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder < 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
3,0 1,3 0,3 0,5 0,5 5,6 2,2 0,4 0,8 0,0
3,0 1,3 0,3 0,5 0,3 4,7 2,1 0,4 0,4 0,5
4,6 1,6 0,2 0,6 0,1 7,0 2,8 0,7 0,4 0,3
0,6 0,3 0,2 0,2 0,1 0,9 0,6 0,4 0,3 0,1
0,6 0,3 0,2 0,2 0,1 0,9 0,5 0,4 0,2 0,3
0,6 0,3 0,1 0,2 0,0 0,8 0,6 0,4 0,3 0,2
38 46 10 12 14 55 51 7 13 2
34 41 12 13 21 54 48 8 11 8
31 33 4 12 6 39 28 7 10 2
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Geslacht Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
0,6 1,2 0,9 2,6
0,5 1,1 0,7 2,2
0,7 1,2 0,8 3,0
0,2 0,3 0,3 0,6
0,2 0,3 0,3 0,5
0,2 0,2 0,3 0,5
22 28 41 37
22 26 39 35
12 21 18 24
1,1
1,0
1,6
0,3
0,3
0,3
29
27
21
0,7
0,8
0,7
0,2
0,2
0,2
20
19
17
2,3
1,8
3,0
0,6
0,5
0,6
34
33
20
2,3
2,1
2,2
0,3
0,3
0,3
52
53
31
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP) Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP)
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
1,0 1,2 0,7 2,7 2,5 1,3
0,9 1,1 0,6 2,0 2,1 1,0
1,2 1,1 0,6 2,0 3,1 0,6
0,2 0,3 0,3 0,4 0,6 0,6
0,2 0,3 0,4 0,4 0,5 0,6
0,2 0,2 0,4 0,5 0,5 0,5
28 30 15 50 29 18
30 23 10 44 31 16
19 20 12 25 25 10
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
1,0 0,9 1,2 1,0 1,8 2,3 2,7 2,3
1,0 0,9 1,0 0,8 1,8 2,1 1,7 1,8
1,1 1,1 1,3 0,4 2,1 3,2 1,3 2,5
0,2 0,2 0,3 0,2 0,5 0,5 0,6 0,5
0,2 0,3 0,3 0,2 0,4 0,5 0,5 0,5
0,3 0,2 0,2 0,1 0,5 0,5 0,3 0,6
28 31 24 27 33 39 30 41
30 20 27 27 32 35 31 40
23 16 15 27 23 25 26 22
Pagina 34 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.4. Kengetallen overig verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort
BO BO BO BO
Kenmerk Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014
1,0 0,9 1,0 0,7
1,0 0,9 0,9 0,7
1,1 1,1 1,3 0,3
0,2 0,2 0,3 0,2
0,2 0,3 0,2 0,2
0,3 0,2 0,2 0,1
28 31 27 20
30 20 30 35
23 16 11 23
BO
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
2,0
1,6
1,3
0,4
0,3
0,1
20
20
19
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Islamitisch Vrije scholen Overig Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
2,0 0,8 0,8 1,8 2,3 2,7 2,3
1,2 1,0 0,7 1,8 2,1 1,7 1,8
0,7 0,9 0,4 2,1 3,2 1,0 2,5
0,3 0,2 0,3 0,5 0,5 0,5 0,5
0,2 0,3 0,4 0,4 0,5 0,5 0,5
0,1 0,1 0,1 0,5 0,5 0,3 0,6
80 18 14 33 39 31 40
66 11 9 32 35 34 39
65 39 10 23 25 20 22
SBAO/WEC
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
3,4
2,1
3,0
0,8
0,7
0,4
22
16
39
SBAO/WEC
Overig
2,2
2,9
0,3
0,4
68
42
-
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
1,0 1,0 1,0 1,8 2,5 2,3
1,0 0,9 0,9 1,7 2,1 1,7
1,0 1,3 0,7 2,2 2,9 2,2
0,2 0,3 0,2 0,4 0,5 0,6
0,3 0,2 0,2 0,3 0,5 0,5
0,2 0,3 0,2 0,3 0,6 0,5
40 27 21 37 37 37
23 28 24 36 35 34
35 16 17 32 23 19
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Regio Noord Oost West Zuid Noord Oost West Zuid
1,1 1,2 0,9 0,9 2,9 2,5 1,8 2,5
1,0 0,9 1,0 0,9 2,1 1,9 1,5 2,3
1,0 1,5 1,0 1,0 2,1 1,7 2,1 3,2
0,3 0,3 0,2 0,2 0,8 0,5 0,4 0,6
0,3 0,2 0,3 0,2 0,7 0,5 0,4 0,5
0,2 0,3 0,2 0,3 0,8 0,5 0,3 0,6
27 29 27 25 26 39 36 42
29 33 23 22 25 35 38 38
23 16 23 17 13 19 33 23
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 35 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.4. Kengetallen overig verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Kenmerk Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 0,8 1,4 1,2 1,1 1,3
0,4 1,3 1,2 0,9 0,9
0,4 2,0 1,1 0,7 2,2
0,2 0,3 0,4 0,3 0,3
0,2 0,3 0,3 0,2 0,2
0,1 0,4 0,2 0,2 0,4
25 32 21 36 28
22 36 23 50 25
25 25 19 18 14
1,3
0,5
0,8
0,3
0,2
0,1
15
36
33
1,1
0,7
0,9
0,3
0,2
0,2
13
16
12
0,8
1,1
1,2
0,2
0,2
0,1
23
31
30
0,7
1,0
1,4
0,2
0,2
0,2
21
22
20
1,4 0,9 0,7 1,1 1,0 0,9 1,4 1,1 2,8 2,9 3,2 2,7 2,3
1,5 0,9 0,6 1,0 0,9 0,8 1,5 0,6 2,4 1,6 2,4 1,8 1,8
0,4 1,3 0,6 0,6 0,5 0,3 1,4 0,3 1,9 3,5 0,1 2,4 1,0
0,3 0,2 0,2 0,3 0,2 0,2 0,3 0,3 0,8 0,7 0,8 0,5 0,6
0,3 0,2 0,3 0,2 0,1 0,6 0,3 0,3 0,7 0,7 0,7 0,6 0,5
0,2 0,2 0,4 0,1 0,1 0,1 0,2 0,6 0,8 1,0 0,1 0,6 0,3
24 27 22 45 41 39 32 21 28 24 25 40 37
25 28 13 28 42 10 37 21 27 24 21 33 35
6 32 8 20 54 50 36 1 7 19 1 19 20
2,6
2,2
3,4
0,5
0,6
0,5
54
41
12
1,8
1,5
1,7
0,4
0,4
0,2
33
29
26
1,7
1,3
2,2
0,4
0,3
0,3
30
37
39
2,1
1,6
1,4
0,4
0,4
0,4
31
42
18
1,2 2,7 2,5 1,0 2,7 1,4 2,1 2,3
2,0 2,4 2,3 1,5 1,9 1,3 1,8 2,7
1,1 3,7 2,8 0,0 1,9 4,2 -
0,5 0,5 0,7 0,2 0,3 0,4 0,4 0,5
0,4 0,5 0,6 0,3 0,4 0,2 0,4 0,6
0,2 0,5 0,7 0,0 0,3 0,3 -
24 49 35 56 55 54 29 46
34 45 24 52 36 50 34 44
61 26 20 1 35 73 -
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 36 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.4. Kengetallen overig verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Kenmerk Schoolgrootte Kleiner dan 10 > = 10 en < 20 > = 20 en < 50 50 en groter Kleiner dan 20 >= 20 en < 50 >= 50 en < 100 100 en groter
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 0,8 1,0 1,0 1,0 1,3 1,9 2,4 2,4
1,0 1,0 0,8 1,4 0,7 1,6 2,1 1,9
0,3 1,2 0,9 2,0 3,8 1,7 2,6 3,4
0,3 0,2 0,3 0,3 0,4 0,4 0,6 0,5
0,3 0,2 0,2 0,5 0,2 0,4 0,5 0,5
0,2 0,3 0,2 0,3 0,4 0,5 0,4 0,5
12 24 30 26 33 33 38 39
24 24 28 20 32 33 35 37
18 18 19 26 35 16 27 28
Pagina 37 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B1.5. Kengetallen ziekteverzuim VO onderwijzend personeel, 2012-2014 Kenmerk
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014
Totaal Verzuim max 1 jaar
5,2 5,1
5,0 4,9
4,9 4,8
1,7 -
1,7 -
1,6 -
14 -
12 -
13 -
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
3,8 4,5 4,9 7,2 5,3
3,5 4,3 4,7 7,0 4,7
3,3 4,0 4,4 7,1 5,1
1,9 1,9 1,7 1,5 0,9
1,8 1,8 1,7 1,6 0,8
1,7 1,7 1,6 1,5 0,9
9 11 13 21 23
8 10 12 18 22
8 10 12 20 23
Bapo Geen bapo Wel bapo
4,7 7,0
4,4 7,0
4,2 7,3
-
-
-
-
-
-
Geslacht Mannen Vrouwen
4,6 5,9
4,4 5,6
4,3 5,5
1,5 2,0
1,5 1,9
1,4 1,8
14 13
12 12
13 12
Functie Directieleden Leerkrachten (OP)
3,2 5,3
2,9 5,1
2,9 5,0
0,8 1,8
0,8 1,7
0,8 1,6
20 13
16 12
17 13
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
4,8 5,5 5,1
4,8 5,3 4,3
4,4 5,2 4,5
1,6 1,9 1,7
1,7 1,8 1,6
1,6 1,6 1,5
12 14 16
11 13 13
11 14 14
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
5,2 5,0 4,9 5,7
5,2 4,7 4,7 5,3
5,0 4,7 4,6 5,2
1,7 1,7 1,7 1,9
1,7 1,6 1,7 1,8
1,6 1,5 1,6 1,7
14 13 14 13
12 13 11 12
12 14 12 12
Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
5,2 5,0 5,2 5,4
5,2 4,7 4,7 4,9
5,0 4,7 4,7 5,0
1,7 1,7 1,7 1,8
1,7 1,6 1,7 1,7
1,6 1,5 1,6 1,7
14 13 14 13
12 13 12 12
12 14 12 12
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
3,7
4,5
3,7
1,6
2,0
1,6
11
10
10
Islamitisch Vrije scholen Overig
4,2 6,0
3,8 5,7
4,6 5,3
2,0 1,9
1,6 1,9
2,0 1,6
11 14
9 12
9 13
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
5,4 5,2 4,9
5,1 4,9 5,0
5,3 4,8 4,8
1,8 1,8 1,5
1,7 1,7 1,6
1,7 1,6 1,5
13 13 14
12 12 13
13 12 14 Pagina 38 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.5. Kengetallen ziekteverzuim VO onderwijzend personeel, 2012-2014 Kenmerk Regio Noord Oost West Zuid
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 5,1 5,7 5,2 4,9
5,1 5,3 4,9 4,6
5,2 4,9 4,8 4,8
1,5 1,8 1,8 1,6
1,6 1,8 1,7 1,6
1,5 1,6 1,7 1,4
15 14 13 13
13 12 11 12
14 12 12 15
5,6 5,0 4,2 5,8 5,4
5,6 5,1 4,6 5,5 5,2
5,2 5,0 5,4 5,5 4,5
1,6 1,6 1,0 1,7 1,8
1,7 1,5 1,7 1,7 1,8
1,4 1,4 1,7 1,6 1,6
15 14 16 16 14
14 13 12 13 12
15 15 12 13 12
4,8
5,1
5,2
1,6
1,8
1,5
10
10
15
5,4
5,2
4,8
1,9
1,8
1,8
14
13
11
5,1
4,5
4,6
1,8
1,8
1,6
12
10
11
4,7
4,7
4,5
1,7
1,7
1,6
12
11
11
3,0 4,8 5,4 6,6 5,5 5,4 3,7 7,0
4,5 4,5 5,4 5,6 5,6 4,9 4,4 5,4
4,6 4,6 5,3 5,9 5,4 5,1 4,8 5,0
1,5 1,7 1,6 1,9 1,8 2,1 1,5 2,2
1,8 1,5 1,5 1,7 1,8 1,8 1,4 2,2
1,5 1,4 1,3 1,8 1,6 1,8 1,4 2,0
10 13 15 14 13 12 11 14
10 12 16 13 12 11 13 11
13 15 17 12 15 10 14 9
Schoolgrootte Kleiner dan 50 >= 50 en < 100 >= 100 en < 200 200 en groter
6,4 4,8 5,1 5,2
6,3 4,9 4,8 4,9
6,0 4,7 4,6 4,9
1,4 1,6 1,8 1,7
1,5 1,6 1,7 1,7
1,3 1,5 1,6 1,6
19 13 12 14
17 12 12 12
20 13 12 12
Salarisschaal LA LB LC LD LE Schaal 13 en hoger
5,9 6,0 5,0 3,9 3,7 2,1
5,7 5,6 4,8 3,9 3,3 2,3
4,1 5,6 4,9 3,8 3,4 2,5
1,3 1,9 1,7 1,3 0,7 0,5
1,3 1,9 1,7 1,4 0,7 0,5
1,3 1,8 1,6 1,3 0,7 0,5
17 13 13 13 27 21
16 12 12 12 19 18
14 12 13 12 21 19
Schooltype Havo/vwo Pro Vmbo-t Vmbo-t/havo/vwo Vmbo Vmbo/havo/vwo
4,2 6,2 6,0 4,4 6,9 5,3
4,1 6,9 5,2 4,0 6,2 5,0
3,8 6,3 5,1 5,3 4,2 5,0
1,7 1,5 1,2 1,8 1,6 1,7
1,6 1,5 1,6 1,7 1,5 1,7
1,5 1,3 1,4 1,4 1,7 1,6
12 17 17 12 18 14
11 18 14 10 17 12
11 20 16 15 10 13
Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
Pagina 39 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.5. Kengetallen ziekteverzuim VO onderwijzend personeel, 2012-2014 VP MF GZD Kenmerk 2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 Niet westerse allochtonen < 5% allochtone ll 5 tot 10% allochtone ll 10 tot 25% allochtone ll 25 tot 50% allochtone ll >= 50% allochtone ll
4,5 4,9 5,3 6,0 6,6
4,8 4,6 4,9 5,8 5,9
4,4 4,6 4,8 5,3 6,4
1,6 1,6 1,8 1,8 2,1
1,7 1,7 1,7 1,8 1,9
1,5 1,6 1,6 1,6 1,9
12 14 13 15 13
12 12 12 13 12
13 12 13 13 14
Pagina 40 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B1.6. Kengetallen ziekteverzuim VO ondersteunend personeel, 2012-2014 Kenmerk
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014
Totaal
5,5
5,4
5,1
1,3
1,4
1,3
18
16
17
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
3,5 4,8 5,3 6,8 6,4
3,7 4,5 5,2 6,6 6,7
3,3 4,5 4,8 6,3 5,5
1,6 1,6 1,4 1,2 0,7
1,5 1,5 1,4 1,3 0,7
1,4 1,5 1,3 1,2 0,7
10 14 17 24 44
10 12 15 20 40
9 13 16 21 30
Geslacht Mannen Vrouwen
5,2 5,8
5,2 5,5
4,8 5,4
1,3 1,4
1,4 1,5
1,2 1,3
18 18
16 15
16 17
5,7
5,5
5,3
1,5
1,5
1,4
17
15
16
5,3
5,2
4,9
1,2
1,4
1,2
20
16
18
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
5,2 6,0 5,0
5,4 5,6 5,0
4,5 5,3 5,0
1,2 1,5 1,5
1,3 1,5 1,5
1,2 1,4 1,4
19 18 16
16 16 15
15 17 18
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
5,8 5,5 5,2 5,5
5,7 5,1 4,8 5,8
5,1 5,1 4,8 5,4
1,4 1,4 1,2 1,5
1,5 1,3 1,3 1,5
1,4 1,2 1,2 1,4
18 17 20 16
15 17 16 16
15 18 17 16
Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
5,8 5,5 5,5 4,9
5,7 5,1 4,7 5,0
5,1 5,1 4,9 5,0
1,4 1,4 1,2 1,5
1,5 1,3 1,3 1,5
1,4 1,2 1,2 1,4
18 17 21 15
15 17 16 14
15 18 18 15
3,9
5,8
3,9
1,3
1,5
1,3
15
16
16
Islamitisch Vrije scholen Overig
5,5 6,0
6,2 6,5
5,4 5,8
1,4 1,5
1,1 1,5
1,6 1,4
13 18
24 17
12 17
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
6,2 5,4 5,1
6,3 5,2 5,0
5,8 5,0 4,8
1,6 1,4 1,3
1,6 1,4 1,2
1,5 1,3 1,2
18 18 18
16 15 17
16 16 18
Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP)
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
Pagina 41 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.6. Kengetallen ziekteverzuim VO ondersteunend personeel, 2012-2014 Kenmerk Regio Noord Oost West Zuid Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrechtstad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere Schoolgrootte Kleiner dan 50 >= 50 en < 100 >= 100 en < 200 200 en groter Salarisschaal Schaal 1 tot en met 4 Schalen 5 en 6 Schalen 7, 8 en 9 Schaal 10, 11 en 12 (middenmanagement) Schaal 13 en hoger (hoger management) Schooltype Havo/vwo Pro Vmbo-t Vmbo-t/havo/vwo Vmbo Vmbo/havo/vwo
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 5,0 5,4 5,6 5,6
4,8 5,5 5,5 5,2
4,6 5,2 5,3 4,9
1,1 1,4 1,5 1,4
1,2 1,5 1,5 1,3
1,1 1,3 1,4 1,2
18 18 17 18
16 15 15 17
17 16 16 19
5,2 4,7 5,4 5,5 5,3 4,4
5,3 4,3 5,2 5,0 5,8 4,4
4,5 4,5 5,1 5,1 5,2 4,3
1,3 1,2 0,9 1,3 1,3 1,3
1,3 1,1 1,3 1,4 1,5 1,4
1,2 1,0 1,2 1,2 1,4 1,1
18 19 20 18 19 13
17 16 16 16 15 16
17 17 16 16 17 17
5,9
6,2
5,4
1,4
1,4
1,4
18
18
18
5,2
4,7
4,8
1,5
1,4
1,2
16
13
16
5,1
4,8
4,9
1,4
1,4
1,4
17
13
15
6,8 5,7 4,9 7,1 6,6 5,2 5,5 6,3
5,9 5,1 5,5 7,7 7,1 5,5 5,7 6,8
5,0 4,6 5,5 6,6 6,4 5,3 6,7 5,8
1,5 1,4 1,3 1,9 1,5 1,8 1,4 1,9
1,7 1,3 1,2 1,6 1,6 1,7 1,4 1,9
1,3 1,2 1,0 1,7 1,5 1,5 1,7 1,8
14 19 17 18 20 16 15 19
16 17 18 19 18 14 15 12
18 17 23 16 17 15 17 15
5,4 5,5 5,4 5,5
6,5 5,4 5,0 5,4
6,0 5,1 5,0 5,1
1,3 1,3 1,4 1,4
1,4 1,3 1,4 1,4
1,2 1,3 1,3 1,3
19 17 16 18
19 15 15 16
18 18 17 16
7,5 5,8 4,3
7,3 5,4 4,4
7,0 5,3 4,3
1,5 1,5 1,3
1,5 1,5 1,3
1,4 1,4 1,2
22 16 14
19 15 13
19 15 15
4,3
3,9
3,3
1,1
1,2
1,0
18
14
15
2,2
2,2
2,0
0,6
0,7
0,6
19
13
18
4,6 5,7 5,9 5,1 6,1 5,6
5,2 6,2 4,3 5,1 5,9 5,4
5,1 5,8 4,6 3,9 4,7 5,2
1,4 1,3 1,3 1,4 1,2 1,4
1,4 1,4 1,1 1,4 1,2 1,4
1,4 1,2 1,1 1,3 1,4 1,3
16 18 25 17 20 18
15 18 15 15 21 15
17 18 16 10 15 17
Pagina 42 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B1.6. Kengetallen ziekteverzuim VO ondersteunend personeel, 2012-2014 Kenmerk Niet westerse allochtonen < 5% allochtone ll 5 tot 10% allochtone ll 10 tot 25% allochtone ll 25 tot 50% allochtone ll >= 50% allochtone ll
VP
MF
GZD
2012 2013 2014 2012 2013 2014 2012 2013 2014 4,9 5,3 5,4 6,4 6,8
5,0 5,2 4,9 6,3 8,4
4,6 4,9 4,9 6,2 6,4
1,3 1,3 1,4 1,5 1,8
1,3 1,3 1,4 1,5 1,9
1,2 1,2 1,3 1,5 1,6
18 18 17 21 16
17 16 15 15 18
17 17 16 17 15
Pagina 43 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Bijlage 2
Nulverzuim 2012-2014
Tabel B2.1. Nul(ziekte)verzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort Kenmerk PO BO SBAO/WEC
Nulverzuim 2012
2013
2014
43,9 44,7 39,5
46,8 47,6 42,8
51,4 52,0 47,2
BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
42,4 43,5 46,4 46,9 61,0 37,1 36,5 40,0 43,9 58,3
46,6 46,7 48,2 48,7 62,4 40,7 40,3 44,4 45,0 61,4
50,7 51,1 52,8 53,2 61,2 44,1 44,9 47,1 51,6 40,5
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Geslacht Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
52,0 43,1 42,9 38,1
54,1 46,1 45,5 41,7
58,6 50,5 49,4 46,3
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Functie Directieleden Leerkrachten (OP) Directieleden Leerkrachten (OP)
60,4 43,2 56,8 38,3
61,2 46,3 61,2 41,3
66,7 50,7 65,6 46,0
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
49,9 42,3 42,8 45,0 36,6 38,7
54,4 44,6 44,1 48,2 40,9 40,2
64,1 48,2 47,8 59,1 44,2 43,5
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
43,5 44,8 47,4 40,3 41,1 40,0 42,2 37,1
45,8 47,4 51,5 43,0 41,9 41,1 47,6 42,5
52,0 51,8 54,4 48,3 52,6 47,4 40,8 39,2
Pagina 44 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.1. Nul(ziekte)verzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort Kenmerk
BO BO BO BO
Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
Nulverzuim 2012
2013
2014
43,5 44,8 46,4 41,2
45,8 47,4 50,4 43,7
52,0 51,8 55,0 48,4
BO
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
53,8
58,1
52,6
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Islamitisch Vrije scholen Overig Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
37,5 31,5 44,1 41,1 40,0 41,3 37,3
44,6 35,0 44,5 41,9 41,1 46,7 42,9
39,4 35,5 63,8 52,6 47,4 38,7 39,2
SBAO/WEC
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
52,6
56,6
54,1
SBAO/WEC
Overig
34,7
36,4
-
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
39,7 44,5 47,9 38,0 40,1 39,4
44,1 47,4 50,0 41,2 43,8 42,1
48,4 52,4 53,7 44,9 48,8 44,4
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Regio Noord Oost West Zuid Noord Oost West Zuid
45,4 46,7 43,4 45,1 37,3 41,1 39,8 38,0
45,0 50,6 46,2 48,7 41,6 46,8 42,6 40,0
50,5 57,5 51,8 51,0 48,9 50,7 49,6 45,0
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 45 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.1. Nul(ziekte)verzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort Kenmerk
BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam
Nulverzuim 2012
2013
2014
45,2 47,8 42,4 45,7 45,1
42,8 46,4 45,5 51,1 48,4
46,7 61,3 47,3 58,3 61,6
48,9
65,2
43,3
44,4
50,5
56,3
46,0
49,0
57,0
45,5
46,1
50,0
48,1 44,7 44,8 37,0 44,5 37,7 35,4 63,7 37,0 40,1 32,9 43,5 39,4
46,8 48,5 50,0 42,6 40,9 46,4 38,0 51,0 38,9 46,1 39,1 60,8 41,4
48,7 48,8 55,6 50,8 48,7 45,8 41,1 55,5 34,1 92,7 46,4 63,3 43,4
38,0
43,4
47,0
36,4
45,3
59,9
44,6
45,4
56,0
SBAO/WEC
Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam
42,6
45,3
49,3
SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
35,0 37,2 40,6 36,0 36,7 37,8 35,3 50,7
38,3 38,6 43,3 34,3 38,6 44,0 39,2 28,4
30,7 44,8 47,4 50,8 43,2 40,9 -
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 46 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.1. Nul(ziekte)verzuim PO onderwijzend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort Kenmerk
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Schoolgrootte Kleiner dan 10 > = 10 en < 20 > = 20 en < 50 50 en groter Kleiner dan 20 >= 20 en < 50 >= 50 en < 100 100 en groter
Nulverzuim 2012
2013
2014
49,5 46,9 44,1 39,0 43,7 40,6 40,4 37,1
49,5 49,5 47,0 43,5 48,3 44,2 42,4 41,2
54,1 55,1 50,8 47,8 53,6 50,2 46,3 42,8
Pagina 47 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B2.2. Nul(ziekte)verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort Kenmerk PO BO SBAO/WEC
Nulverzuim 2012
2013
2014
46,0 54,6 36,9
47,8 55,8 39,4
53,6 60,5 43,9
BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
56,0 52,8 53,7 55,4 76,1 35,2 32,0 37,4 43,0 70,1
58,1 53,4 55,8 54,9 78,0 39,6 35,4 39,2 42,7 62,2
58,8 56,6 63,1 60,2 58,3 42,7 39,4 44,7 47,2 78,6
BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC
Geslacht Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
56,6 53,8 40,6 35,9
56,9 55,4 41,2 38,9
61,2 60,3 45,0 43,7
52,8
53,8
54,4
BO
Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP)
BO
Beheer- en administratief personeel (OBP)
58,7
61,7
64,9
SBAO/WEC
Onderwijsondersteunend personeel (OOP)
35,8
38,2
39,8
SBAO/WEC
Beheer- en administratief personeel (OBP)
39,9
45,6
48,9
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
61,6 50,1 49,7 43,8 33,4 33,1
60,7 52,1 53,6 45,3 36,3 36,1
66,8 57,1 62,2 53,5 40,3 45,6
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
50,6 52,7 61,9 50,9 36,3 34,3 42,6 36,6
52,4 55,9 60,7 52,9 37,2 35,4 45,0 41,3
57,5 58,6 70,9 65,3 46,4 41,1 46,3 46,4
Pagina 48 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.2. Nul(ziekte)verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort Kenmerk
BO BO BO BO
Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
Nulverzuim 2012
2013
2014
50,6 52,7 59,4 55,2
52,4 55,9 57,9 55,9
57,5 58,6 64,9 65,7
BO
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
71,3
69,9
79,1
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Islamitisch Vrije scholen Overig Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder
46,3 50,2 46,7 36,3 34,3 41,8 36,8
53,0 46,0 49,7 37,2 35,4 44,2 41,4
52,8 60,9 81,7 46,4 41,1 43,8 46,4
SBAO/WEC
Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch
50,5
52,1
63,2
SBAO/WEC
Overig
32,5
39,1
-
BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
43,7 55,2 65,4 36,8 36,0 39,7
47,0 55,9 65,4 37,2 39,9 41,0
54,8 59,8 67,2 40,1 45,4 45,1
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Regio Noord Oost West Zuid Noord Oost West Zuid
65,3 61,0 48,6 58,3 36,3 39,4 38,1 32,6
65,0 64,1 49,8 59,1 40,4 47,0 37,8 34,8
71,7 72,2 57,7 58,7 45,5 53,8 43,2 41,8
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 49 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.2. Nul(ziekte)verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort Kenmerk
BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrechtstad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrechtstad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
Nulverzuim 2012
2013
2014
69,3 64,7 58,6 62,7 59,6
69,6 61,6 63,9 66,0 63,3
71,1 74,6 70,3 79,0 71,6
59,7
83,8
56,9
59,7
60,7
57,1
53,4
52,9
67,8
54,2
54,0
57,4
62,1 56,7 60,5 35,1 50,6 38,9 46,5 65,2 35,9 38,4 32,5 38,5 40,1
63,9 58,2 59,4 47,4 38,5 45,8 41,4 48,2 41,8 42,4 32,2 61,1 40,0
59,3 57,3 61,4 59,4 47,3 76,8 49,7 87,0 29,8 85,7 31,3 67,8 46,1
41,5
41,2
39,9
40,7
42,4
58,5
36,6
37,6
42,0
41,0
39,8
51,6
40,3 31,1 33,9 40,0 39,6 30,4 32,3 31,2
44,8 32,5 37,4 40,3 30,5 36,5 35,8 26,9
45,1 43,2 39,7 61,3 34,8 52,4 -
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 50 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.2. Nul(ziekte)verzuim PO ondersteunend personeel, 2012-2014 Onderwijssoort Kenmerk
BO BO BO BO SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC SBAO/WEC
Schoolgrootte Kleiner dan 10 > = 10 en < 20 > = 20 en < 50 50 en groter Kleiner dan 20 >= 20 en < 50 >= 50 en < 100 100 en groter
Nulverzuim 2012
2013
2014
63,9 60,5 53,1 49,8 48,8 41,1 36,4 34,3
65,0 60,3 55,4 46,6 50,0 42,4 35,6 40,0
68,4 63,9 59,7 53,5 71,2 48,0 41,0 41,6
Pagina 51 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B2.3. Nul(ziekte)verzuim VO onderwijzend personeel, 2012-2014 Kenmerk
Nulverzuim 2012
2013
2014
Totaal
37,9
40,2
47,8
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
35,8 33,3 39,2 41,4 65,8
41,5 36,5 40,0 41,4 68,5
49,7 44,8 48,0 48,1 61,6
Geslacht Mannen Vrouwen
41,9 33,1
44,1 35,6
51,1 44,0
Functie Directieleden Leerkrachten (OP)
61,4 36,7
60,4 38,9
65,7 46,6
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
41,1 35,1 39,6
45,6 37,6 39,9
56,8 44,3 52,4
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
38,1 38,3 38,4 36,9
42,0 38,9 41,0 38,3
49,7 45,1 44,4 51,7
38,1 38,3 37,7 37,4
42,0 38,9 41,4 39,5
49,7 45,1 45,0 52,1
41,1
38,6
42,0
33,0 36,7
39,1 37,3
33,3 52,5
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
37,8 37,4 39,8
38,9 40,5 40,4
48,9 48,1 45,6
Regio Noord Oost West Zuid
42,6 37,3 37,0 37,6
40,3 40,3 40,3 39,6
46,9 47,2 49,3 46,0
Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch Islamitisch Vrije scholen Overig
Pagina 52 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.3. Nul(ziekte)verzuim VO onderwijzend personeel, 2012-2014 Kenmerk
Nulverzuim 2012
2013
2014
42,2 40,6 48,0 39,3 35,8 34,6 35,2
39,4 37,3 46,4 42,2 40,3 36,0 34,1
43,8 43,3 57,9 46,1 47,8 59,1 39,9
38,7
45,3
63,6
37,4
41,7
46,2
42,6 37,4 37,6 39,8 32,2 33,3 40,5 38,1
46,0 39,5 37,0 35,8 33,5 39,6 47,1 31,4
49,8 44,8 45,6 37,7 39,6 49,0 55,5 -
Schoolgrootte kleiner dan 50 >= 50 en < 100 >= 100 en < 200 200 en groter
44,0 38,1 34,4 38,7
44,4 39,9 40,0 40,0
58,0 48,5 48,9 46,6
Salarisschaal LA LB LC LD LE Schaal 13 en hoger
49,3 33,8 36,6 44,6 63,4 68,7
47,8 37,4 38,1 44,8 63,3 69,6
56,4 45,6 46,8 50,4 68,7 76,3
Schooltype Havo/vwo Pro Vmbo-t Vmbo-t/havo/vwo Vmbo Vmbo/havo/vwo
35,7 41,6 49,5 34,4 37,8 38,4
41,3 40,1 43,5 40,0 41,4 40,0
51,3 53,9 54,0 55,0 48,1 46,6
Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 53 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.3. Nul(ziekte)verzuim VO onderwijzend personeel, 2012-2014 Kenmerk Niet westerse allochtonen < 5% allochtone ll 5 tot 10% allochtone ll 10 tot 25% allochtone ll 25 tot 50% allochtone ll >= 50% allochtone ll
Nulverzuim 2012
2013
2014
37,9 39,7 37,4 36,6 35,1
38,4 41,5 41,7 37,9 34,1
44,1 49,5 49,3 47,7 43,0
Pagina 54 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B2.4. Nul(ziekte)verzuim VO ondersteunend personeel, 2012-2014 Kenmerk
Nulverzuim 2012
2013
2014
Totaal
43,4
43,6
50,5
Leeftijd Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65 jaar en ouder
43,1 39,5 42,0 46,5 67,3
45,4 41,3 42,4 44,8 65,7
49,7 46,9 50,9 51,4 64,3
Geslacht Mannen Vrouwen
45,3 41,5
44,1 43,1
51,5 49,6
Functie Onderwijsondersteunend personeel (OOP) Beheer- en administratief personeel (OBP)
41,3 45,8
42,1 45,7
48,8 51,2
Aanstellingsomvang < 0.5 wtf 0.5-0.87 wtf > 0.87 wtf
49,4 40,6 43,0
50,1 42,0 41,5
57,5 47,8 54,5
Denominatie Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Overig bijzonder
43,0 42,8 45,0 42,8
42,9 43,1 46,8 41,8
50,8 49,0 49,2 53,5
Denominatie uitgesplitst Openbaar Rooms-katholiek Protestants-christelijk Algemeen bijzonder Gereformeerd, reformatorisch, evangelisch Islamitisch Vrije scholen Overig
43,0 42,8 44,5 44,2 47,3 45,2 41,2
42,9 43,1 47,3 41,7 42,8 52,9 41,2
50,8 49,0 48,2 52,1 53,4 43,8 55,1
Verstedelijking Sterk verstedelijkt Verstedelijkt Niet verstedelijkt
42,2 42,8 46,6
39,2 44,5 45,1
47,8 51,8 48,1
Regio Noord Oost West Zuid
47,4 44,5 41,9 42,3
44,6 44,5 43,0 43,2
50,7 49,2 51,0 50,6
Pagina 55 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Vervolg Tabel B2.4. Nul(ziekte)verzuim VO ondersteunend personeel, 2012-2014 Kenmerk
Nulverzuim 2012
2013
2014
Provincies en G5 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland exclusief Almere Utrecht exclusief Utrecht-stad Noord-Holland exclusief Amsterdam Zuid-Holland excl. Den Haag en Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Almere
47,6 46,0 50,6 43,2 46,8 43,6 42,3 43,8 41,8 45,9 42,2 41,7 39,9 40,6 39,6 42,5 37,7
39,4 45,7 49,2 45,1 45,3 45,7 41,1 48,3 43,7 41,7 43,6 42,1 36,6 37,0 40,3 40,6 33,9
47,5 47,7 60,9 53,7 46,8 57,2 47,8 67,8 46,1 53,8 47,5 52,6 34,4 41,6 53,2 55,6 -
Schoolgrootte kleiner dan 50 >= 50 en < 100 >= 100 en < 200 200 en groter
44,5 42,5 41,9 43,8
43,3 42,1 44,5 43,4
60,0 49,8 51,1 49,6
Salarisschaal Schaal 1 tot en met 4 Schalen 5 en 6 Schalen 7, 8 en 9 Schaal 10, 11 en 12 (middenmanagement) Schaal 13 en hoger (hoger management)
39,8 40,3 43,9 48,1 65,5
40,0 41,1 44,1 49,3 64,0
45,7 49,2 50,3 58,1 70,3
Schooltype Havo/vwo Pro Vmbo-t Vmbo-t/havo/vwo Vmbo Vmbo/havo/vwo
39,9 43,0 52,2 43,3 43,2 43,6
43,1 42,4 47,9 44,6 45,0 43,4
49,0 57,0 59,6 53,9 52,5 49,3
Niet westerse allochtonen < 5% allochtone ll 5 tot 10% allochtone ll 10 tot 25% allochtone ll 25 tot 50% allochtone ll >= 50% allochtone ll
44,8 44,7 43,2 41,4 37,7
44,7 45,5 44,4 40,1 33,9
50,3 51,7 51,6 47,8 43,9
- Wegens uitsluiting data Raet, geen gegevens hierover beschikbaar
Pagina 56 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Bijlage 3
Grafieken survivalanalyse
Grafiek B3.1. Percentage onderwijzend personeel in het PO dat in 2014 beter is gemeld na N dagen ziekte naar leeftijdsklasse
Grafiek B3.2. Percentage onderwijzend personeel in het VO dat in 2014 beter is gemeld na N dagen ziekte naar leeftijdsklasse Pagina 57 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Bijlage 4
Definities, berekeningen en controles
In juni 1996 is de standaard ‘Berekening van ziekteverzuim’ door de Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden opgesteld 2. Deze standaard is in oktober 2005 aangepast als gevolg van de nieuwe wetgeving, de behoefte aan meer duidelijkheid over rekenregels en definities van verzuim en de totstandkoming van de nieuwe verzuimstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek: de Nationale Verzuimstatistiek (NVS) 3. Voor de berekening van de verzuimcijfers die in deze rapportage zijn gepresenteerd, is deze ‘NVS Standaard’ aangehouden. De gegevens die zijn gebruikt voor het berekenen van de verzuimkengetallen zijn afkomstig uit de administraties van de salarisverwerkers Raet, Merces en softwareleverancier AFAS. In deze bijlage worden de definities van de verzuimmaten en de berekeningen zoals toegepast in het verzuimonderzoek, toegelicht.
B4.1 De verzuimmaten Verzuimpercentage (VP) Het verzuimpercentage geeft aan welk deel van de werktijd in 2014 verloren is gegaan wegens het verzuim van werknemers. Het geeft de relatie weer van de omvang van het verzuim tot de arbeidscapaciteit. Hieronder is de definitie van het verzuimpercentage weergegeven. Verzuimpercentage =
aantal verzuimde dagen in 2014 x omvang verlof aantal beschikbare werkdagen in 2014 x omvang betrekking
X
100
Voor de berekening van het verzuimpercentage zijn alleen de verzuimgevallen meegenomen die in 2014 actief waren. De begindatum van verzuimgevallen die vóór 2014 zijn begonnen en de einddatum van verzuimgevallen die na 2014 zijn beëindigd, zijn afgekapt. Grafiek B4.1 toont een illustratie hiervan. 2013
2014
2015
Grafiek B4.1. De verzuimgevallen die voor de berekening van het VP zijn meegenomen 2
Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden (1996), Berekening van ziekteverzuim. Standaard voor verzuimregistratie. Amsterdam: WCC. 3 Centraal Bureau voor de statistiek (2005), Berekening van verzuim. NVS Standaard voor verzuimregistratie: Nationale Verzuimstatistiek. Pagina 58 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Naast het hierboven genoemde verzuimpercentage is er ook een verzuimpercentage berekend waarbij verzuimgevallen die langer dan een jaar duurden, zijn afgekapt op 365 dagen. Dit cijfer is beter te vergelijken met verzuimcijfers uit andere marktsectoren. Meldingsfrequentie (MF) De meldingsfrequentie is het gemiddeld aantal verzuimmeldingen per dienstverband. Hieronder is de definitie van de meldingsfrequentie weergegeven. Meldingsfrequentie
=
aantal meldingen in 2014 aantal dienstverbanden in 2014
Voor de berekening van de meldingsfrequentie zijn alleen de verzuimgevallen die in 2014 zijn begonnen meegenomen. De einddatum van de verzuimgevallen die na 2014 zijn beëindigd, is afgekapt. Grafiek B4.2 toont een illustratie hiervan.
2013
2014
2015
Grafiek B4.2. De verzuimgevallen die voor de berekening van de MF zijn meegenomen
Gemiddelde verzuimduur (GZD) De gemiddelde verzuimduur geeft het gemiddelde aantal verzuimdagen per verzuimgeval weer. Hieronder is de definitie van de gemiddelde verzuimduur weergegeven. Gemiddelde verzuimduur =
alle verzuimdagen van de in 2014 beëindigde gevallen aantal in 2014 beëindigde gevallen
Voor de berekening van de gemiddelde verzuimduur zijn alleen de verzuimgevallen die in 201 4 zijn beëindigd meegenomen. Grafiek B4.3 toont een illustratie hiervan. Verhouding tussen de verzuimmaten De drie hierboven beschreven verzuimmaten hoeven niet evenredig met elkaar samen te hangen. De maten worden namelijk alle drie over deels verschillende ge vallen gemeten. Zo heeft de meldingsfrequentie alleen betrekking op de ziektegevallen die in 2014 zijn begonnen terwijl de gemiddelde verzuimduur betrekking heeft op de ziektegevallen die in 2014 zijn beëindigd. Bij het verzuimpercentage gaat het om alle dienstverbanden waarbij in 2014 sprake is geweest van verzuim. Kortom, een stijging in de meldingsfrequentie of de gemiddelde verzuimduur hoeft niet tot een stijging in het verzuimpercentage te leiden.
Pagina 59 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
2013
2014
2015
Grafiek B4.3. De verzuimgevallen die voor de berekening van de GZD zijn meegenomen
Nulverzuim (NZ) Het nulverzuim is het percentage medewerkers dat zich niet ziek heeft gemeld in 201 4. Bij uitsplitsing naar achtergrondkenmerken geeft dit cijfer inzicht in de samenstelling van deze personeelsgroep. Hieronder is de definitie van het nulverzuim weergegeven. Nulverzuim =
aantal formatiedagen van werknemers zonder ziekteverzuim in 2014 totale aantal formatiedagen in 2014
x 100
B4.2 Overig verzuim Het verzuim wordt gesplitst in ziekteverzuim en overig verzuim. Onder overig verzuim vallen alle andere redenen voor verzuim dan ziekteverzuim, zoals zwangerschaps- en bevallingsverlof, ouderschapsverlof, studieverlof, calamiteitenverlof en diverse vormen van kort en lang buitengewoon verlof. Tot en met 2012 is het overig verzuim in het primair onderwijs enkel op basis van de gegevens van Raet ECS berekend. In 2013 zijn naast de gegevens van Raet ECS ook de gegevens van Raet en AFAS meegenomen bij deze berekening. Dit jaar is er vanwege validiteitsoverwegingen besloten om de data zoals aangeleverd door Raet niet te benutten bij het berekenen van het overig verzuim en het nulverzuim voor 2014. In paragraaf B4.4 is deze wijziging getailleerd besproken. Net als voorgaande jaren kon wegens een onvolledige registratie van het overig verzuim in het voortgezet onderwijs, hiervoor geen representatieve cijfers worden berekend. Tabel B4.1 geeft een duidelijk beeld van deze onvolledige registratie van het overig verzuim in het voortgezet onderwijs. Het aandeel overig verzuim in het voortgezet onderwijs voor Raet, Merces en AFAS (resp. 15,8; 32,3 en 9 procent) is aanzienlijk lager dan het aandeel overig verzuim voor deze leveranciers in het primair onderwijs (resp. 50,1; 45,1 en 52,4 procent). Tabel B4.1. Het aantal aandeel ziekteverzuim en overig verzuim in procenten per sector en leverancier, 2014
Onderwijssector Verlofsoort PO VO
Raet
Merces
AFAS
Ziekteverzuim
49,9%
54,9%
47,6%
Overig verzuim
50,1%
45,1%
52,4%
Ziekteverzuim
84,2%
67,7%
91,0%
Overig verzuim
15,8%
32,3%
9,0% Pagina 60 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
B4.3 Controles en correcties Selectie formatie De berekeningen zijn uitgevoerd op de dienstverbanden die geen vervanging betroffen. Van de personen die naast hun dienstverband ook een dienstverband als vervanger hadden, is de laatstgenoemde dus verwijderd. Deze selectie is op basis van het gegeven ‘aard dienstverband’ verricht. Naast de controle en verwijdering van vervangers wordt er ook gecontroleerd of het een dienstverband bij een zogeheten ‘bovenschoolse’ brin of een ongeldige brin betreft, een ‘tewerkstelling zonder benoeming’ betreft, of dat het dienstverband als ‘niet-actieve formatie’ wordt gekenmerkt. Het laatstgenoemde betreft dienstverbanden die wel door de schoolbesturen worden aangeleverd, maar geen betrekkingsomvang hebben in de periode. De bovengenoemde dienstverbanden worden zowel uit de formatiegegevens als uit de verlofgegevens verwijderd. Deze gegevens zitten in twee aparte bestanden (i.e., formatie- en verlofbestand) en worden in een later stadium bijeengenomen. Tot 2013 werden deze dienstverbanden uit het formatiebestand gehaald en in een los bestand opgeslagen, dat vervolgens werd gebruikt om diezelfde dienstverbanden uit het verlofbestand te verwijderen. Door deze werkwijze werden er soms verlofgevallen verwijderd die wel degelijk een actieve formatie hadden. Het komt namelijk voor dat een schoolbestuur hetzelfde dienstverband de ene keer mét en andere keer zonder een betrekkingsomvang aanlevert. Door de inactieve formatie en verlofgeval te verwijderen, viel het verzuimpercentage onterecht hoger uit. Dit jaar is er besloten om de selectie van formatie in het formatiebestand te verrichten en vervolgens deze met het verlofbestand te koppelen. Verlofgevallen die niet aan een formatie kunnen worden gekoppeld, worden dan verder niet in het onderzoek meegenomen. Hiermee wordt er voorkomen dat er verlofgevallen onterecht worden verwijderd.
Correcties op datum In het verzuimonderzoek worden er een aantal controles en correcties uitgevoerd op de verzuim- en formatiedata. Hieronder volgt een opsomming van deze, met de bijbehorende beschrijvingen. 1. Begin/einddatum van verzuimgeval valt in het weekend De begin- en einddata van de verzuimgevallen die in het weekend vallen, zijn in het verzuimonderzoek verplaatst naar de eerstvolgende maandag. Alleen wanneer verzuimgevallen starten op de dag dat een dienstverband start, óf eindigen op de dag dat een dienstv erband eindigt, is het wel mogelijk (en correct) dat een verzuimgeval in het weekend valt. 2. Begin/einddatum van verzuimgeval valt in de zomervakantie of op een feestdag De begin- en einddata van de verzuimgevallen die in de zomervakantie of op een feestdag vallen zijn verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. De volgende feestdagen zijn be keken: eerste en tweede Paasdag, Koninginnedag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag en ten slotte Eerste en Tweede Kerstdag. Net als bij de correctie voor de verzuimgevallen in het weekend geldt ook bij de correctie voor de verzuimgevallen in de zomervakantie of op een feestdag dat alleen wanneer verzuimgevallen starten op de dag dat een dienstverband start óf eindigt op de dag dat een dienstverband eindigt, het wel mogelijk (en correct) is dat een verzuimdatum in de zomervakantie of op een feestdag valt. 3. Einddatum verzuimgeval ligt vóór begindatum verzuimgeval De einddatum van een verzuimgeval mag natuurlijk niet vóór de begindatum van een verzuimgeval liggen. In deze gevallen wordt de begindatum aan de einddatum gelijkgesteld. 4. Einddatum dienstverband ligt vóór begindatum dienstverband Deze fout is tot dusver niet voorgekomen, maar er wordt wel altijd hier op gecontroleerd. 5. Begin-/einddatum van verzuimgeval ligt ná einddatum dienstverband
Pagina 61 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Om deze foutenbron in kaart te brengen, zijn de verzuim- en formatiebestanden aan elkaar gekoppeld. Het gaat bij deze verzuimgevallen voornamelijk om het ontbreken van de einddatum van een verzuimgeval. In deze gevallen wordt de einddatum gelijkgesteld aan 31 december van het relevante jaar. In het verzuimonderzoek van 2014 zijn deze gevallen op 31 december 2014 gezet. 6. Begin-/einddatum van verzuimgeval ligt vóór begindatum dienstverband In deze gevallen worden de verzuimgegevens van deze personen verwijderd, zodat zij nog wel als nulverzuimers kunnen worden meegenomen. Onaannemelijke meldingsfrequentie De meldingsfrequentie van sommige scholen valt erg laag uit. Het gaat bijvoorbeeld om scholen die zijn gestopt met verzuimregistratie, maar lopende gevallen niet hebben afgesloten. Er komen geen nieuwe verzuimgevallen meer bij, waardoor de meldingsfrequentie laag uitvalt en de gemiddelde verzuimduur hoog oploopt. Om te voorkomen dat deze gevallen het totale beeld vertekenen, zijn scholen met meer dan 50 personeelsleden en een extreem lage meldingsfrequentie, dat wil zeggen kleiner dan 0,20, net als voorgaande jaren uitgesloten van de populatie.
B4.4 Wijziging ten opzichte van vorig jaar Bij het berekenen van de verzuimcijfers voor 2014 is DUO gestuit op een groot aantal door Raet aangeleverde gevallen, waarbij de omvang van verlof met de waarde 0 of met een negatieve waarde is gevuld. Bij nader onderzoek bleek dat schoolbesturen de gegevens in deze vorm aan Raet hebben geleverd en het vermoedelijk om door de klant doorgevoerde correcties gaat. Tabel B4.2 toont een overzicht van het aantal bovengenoemde gevallen per verlofsoort en functiegroep, uitgesplitst naar sector. Tabel B4.2. Aantal gevallen waarbij de omvang verlof 0 of negatief is, per verlofsoort en functiegroep, uitgesplitst naar sector, 2014
Ziekteverzuim
DIR OP OOP OBP
Overig verzuim
Sector PO VO Aantal Aantal gevallen gevallen 1 0 103 109 20 1
9 6
DIR OP
502 8839
46 3751
OOP OBP
919 48
353 90
In bovenstaande tabel is te zien dat deze gevallen vooral onder de categorie overig verzuim vallen. Deze gevallen waarbij de omvang van verlof 0 of kleiner is, worden systematisch uit het verzuimonderzoek verwijderd. DUO heeft onderzocht wat het effect op het verzuimpercentage is als: a) bovenstaande gevallen worden verwijderd en de gegevens zoals aangeleverd door Raet worden meenemen bij het berekenen van de verzuimcijfers en; b) de complete set van gegevens zoals aangeleverd door Raet (zowel bovenstaande gevallen als gevallen waarbij de omvang verlof goed is ingevuld) niet worden meegenomen bij het berekenen van de verzuimcijfers.
Pagina 62 van 64
Eindrapportage Verzuimonderzoek PO en VO 2014
Tabel B4.3 toont een overzicht van de verzuimpercentages per verlofsoort, sector en functiegroep als de gegevens van Raet, Merces en AFAS (allen) worden gebruikt voor het berekenen van het verzuimkengetal, maar ook als alleen de gegevens van Raet of alleen Merces en AFAS gecombineerd worden gebruikt. Om de validiteit van de cijfers te toetsen, zijn ook de v erzuimpercentages van 2012 en 2013 in deze tabel opgenomen. Tabel B4.3. Het verzuimpercentage berekend op basis van de gegevens van de drie leveranciers, per verlofsoort, sector en functiegroep, 2012 - 2014
Allen
Raet
2012 2013 2014 2014 Ziekteverzuim
Overig verzuim
Merces en AFAS 2014
PO
OP OOP
6,9 7,0
6,6 6,9
6,1 6,0
6,0 6,1
6,4 6,0
VO
OP OOP
5,2 5,3
5,0 5,4
4,9 5,1
5,0 5,4
4,7 4,8
PO
OP OOP
3,3 1,5
3,1 1,4
1,7 0,7
0,6 0,3
3,9 1,7
* Het overig verzuim voor het VO wordt niet berekend
In bovenstaande tabel is te zien dat het meenemen van de gegevens zoals aangeleverd door Raet, tot een flinke daling in het verzuimpercentage voor het overig verzuim zal leiden. Als je deze gegevens uitsluit bij de berekeningen, zie je een waarschijnlijkere ontwikkeling van het verzuimpercentage voor het overig verzuim tussen 2013 en 2014 (resp. een stijging van 0,8 procentpunt voor onderwijzend personeel en een stijging van 0,3 procentpunt voor ondersteunend personeel). Voor het ziekteverzuim is er, in lijn met de cijfers uit Tabel B4.2, geen duidelijke vertekening van het verzuimpercentage zichtbaar. Vervolgens is er onderzocht om hoeveel records het gaat wanneer we het hebben over het uitsluiten van de gegevens zoals aangeleverd door Raet. Zie hiervoor Tabel B4.4. Tabel B4.4. Totale aantal records benut bij het berekenen van het verzuimpercentage, per sector en verlofsoort, en aandeel Raet in procenten, uitgesplitst naar functiegroep, 2014
Allen
PO
Ziekteverzuim Overig verzuim
VO
Ziekteverzuim
Raet
OP OOP in records in records 2098596 371671 595595 42917 1049583
322289
OP in % 63,3% 20,7%
OOP in % 70,1% 25,2%
55,5%
58,6%
* Het overig verzuim voor het VO wordt niet berekend
In bovenstaande tabel is te zien dat het uitsluiten van de gegevens zoals aangeleverd door Raet leidt tot een daling in de generaliseerbaarheid van het verzuimpercentage voor het overig verzuim, naar de totale populatie (resp. 20,7 procent in het geval van onderwijzend personeel en 25,2 procent in het geval van ondersteunend personeel). Op basis van de in dit paragraaf getoonde resultaten is er in overleg met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap besloten om bij het berekenen van de verzuimcijfers voor 2014 voor het ziekteverzuim de gegevens zoals aangeleverd door Raet, Merces en AFAS te gebruiken, en bij het berekenen van de verzuimcijfers voor het overig verzuim en het nulverzuim alleen de gegevens van Merces en AFAS te gebruiken.
Pagina 63 van 64