Verwijderen van de milt (splenectomie)
In deze folder worden de voorbereiding, operatie en nazorg bij het verwijderen van de milt, ook wel splenectomie genoemd beschreven. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven. Deze folder is een algemene aanvulling op de informatie die u van uw arts en de verpleegkundigen op de afdeling krijgt. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts of verpleegkundige of neem contact op met uw huisarts.
Ligging en de functie van de milt
De milt bevindt zich in de linker bovenbuik. Het is het sterkst doorbloedde orgaan in het lichaam en relatief kwetsbaar. De ribben bieden de milt bescherming tegen schade van buitenaf. De milt is betrokken bij de afbraak van overtollige en verouderde bloedcellen en zorgt voor een goede afweer tegen bacteriën. Hij werkt als een filter in het afweersysteem en maakt antistoffen tegen bepaalde bacteriën.
Redenen voor het verwijderen van de milt
Er zijn verschillende omstandigheden waarbij gekozen kan worden om de milt te verwijderen. Ziekten van het bloed Wanneer door afwijkende vorm of kenmerken van de rode bloedcellen een verhoogde bloedafbraak door de milt plaats vindt ontstaat bloedarmoede (anemie). Bijvoorbeeld bij sferocytose, thalassemie, sikkelcelziekte. Ook kan verhoogde afbraak van bloedplaatjes door de milt optreden. Bloedplaatjes spelen een rol bij de stolling van het bloed. Te weinig bloedplaatjes (trombo-
•
1
•
•
•
cytopenie) kunnen het beeld geven van vele puntbloedingen (purpura). De oorzaak is vaak niet bekend (idiopathisch). Dit ziektebeeld wordt dan ook ITP (idiopathische trombocytopenie) genoemd. Ziekten van het lymfesysteem Verwijderen van de milt kan bij deze ziekten nodig zijn om het stadium van de ziekte te beoordelen of te bepalen welk soort medicijn gebruikt kan worden voor de behandeling. Voorbeelden van deze ziekten zijn ziekte van Hodgkin, lymfosarcoom, chronische leukemie. Verhoogde functie van de milt met versnelde bloedafbraak tot gevolg (hypersplenisme). De oorzaak hiervoor kan onbekend zijn of het gevolg zijn van andere aandoeningen, bijvoorbeeld aandoeningen van de lever of enkele zeldzame ziekten. Cysten en tumoren Hoewel deze zelden voorkomen kunnen de klachten die cysten of tumoren geven aanleiding zijn de milt te verwijderen.
Redenen voor acute verwijdering van de milt
Er zijn verschillende omstandigheden waarbij de milt acuut verwijderd worden. Ongeval De milt kan beschadigd raken bij een ongeval. Bij beschadiging kan de milt bloeden. Vaak stopt de bloeding vanzelf. Soms is het nodig de bloeding te stoppen, bijvoorbeeld door de milt te hechten of operatief in een netje in te pakken van oplosbaar materiaal. Ook kan in een dergelijk geval de radioloog proberen een bloedend bloedvat af te sluiten (emboliseren). Complicaties bij een operatie De milt kan beschadigd raken tijdens een buikoperatie. Soms moet dan worden besloten de milt accuut te verwijderen. Ook bij het verwijderen van een tumor in een orgaan in de buurt van de milt, bijvoorbeeld de alvleesklier, maag of dikke darm, kan een chirurg besluiten de milt samen met de tumor te verwijderen.
•
•
2
Verwijderen milt
Er zijn twee methoden om de milt te verwijderen: 1.via de kijkoperatie (laparoscopische splenectomie, 2 gewone splenectomie.(conventionele splenectomie).
•
•
Kijkoperatie (laparoscopische splenectomie) Bij de operatie maakt de arts gebruik van een videocamera en speciale instrumenten die ingebracht kunnen worden door een aantal kleine sneden in de buik. Boven het schaambeen wordt een grotere opening gemaakt om de milt door naar buiten te halen. De buikholte wordt opgeblazen met gas (CO2) om een goed zicht te verkrijgen. Dit gas kan het middenrif prikkelen.Hierdoor kunt u na de operatie gedurende enkele dagen schouderpijn kunt hebben. Dit verdwijnt vanzelf en u hoeft zich daar geen zorgen over te maken. Het kan voorkomen dat de arts tijdens de operatie vaststelt dat een kijkoperatie niet mogelijk is en toch een gewone operatie nodig is, zie hierna. De gewone splenectomie. Bij deze operatie maakt de arts een snede van tien tot vijftien centimeter lang, midden in de bovenbuik of aan de linkerkant onder de ribbenboog om langs die weg de milt te kunnen verwijderen. Met name bij een grote milt en bij acute situaties wordt hiervoor gekozen.
Bijmiltjes
De milt is in principe een enkelvoudig orgaan, toch hebben 15 tot 30% van de mensen een of meerdere bijmiltjes. Deze komen vooral voor bij mensen met bloedziekten en juist bij hen is het bij een operatie nodig om al het miltweefsel te verwijderen, dus ook de bijmiltjes. Bij een ongeval is het juist prettig om de bijmiltjes en dus de miltfunctie te kunnen behouden.
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig die bij een operatie altijd bestaan, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Een specifieke complicatie bij deze operatie is een te hoog aantal bloedplaatjes na de operatie doordat deze te weinig worden afgebroken. Een gevaar hiervan
3
is dat er trombose ontstaat. In dit geval wordt een bloedverdunner, bijvoorbeeld Ascal gegeven. Dit gebeurt echter zelden en is meestal tijdelijk. Verder is er na de operatie een iets verhoogde kans op infecties door bepaalde bacteriesoorten, waaronder de pneumococ. Om de kans op infecties te verkleinen wordt meestal twee weken voor een geplande operatie drie vaccinaties gegeven. Deze vaccinaties beschermen tegen drie bacteriesoorten. Bij een spoedoperatie worden deze vaccinaties later gegeven. U krijgt deze vaccinaties voordat u naar huis gaat of tijdens de controleafspraak op de polikliniek.
Voorbereiding Anesthesie Omdat de ingreep onder anesthesie (verdoving/narcose) gebeurt, brengt u vooraf een bezoek aan het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek wordt uw algehele gezondheidstoestand beoordeeld. Indien nodig worden aanvullende onderzoeken afgesproken. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie en de gang van zaken rondom de operatie. Informatie over de anesthesie, het nuchter zijn, de Verkoeverafdeling en de pijnbehandeling vindt u ook in de folder ‘Behandeling of onderzoek onder anesthesie’. Medicijnen De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en welke u moet stoppen. Indien u bloedverdunners gebruikt, overlegt uw behandelend arts met u of u deze kunt door gebruiken of moet stoppen. Heeft u hierover vragen, stel ze dan aan uw behandelend arts. Scheren Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet scheert met een scheermes. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht, gebeurt dit op de operatiekamer. Vette crème Wilt u op de dag van de operatie geen gebruik maken van vette crèmes? Vette crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden.
4
Sieraden, piercings etc. Nagellak, make-up, contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Indien u acryl- of gelnagels heeft, dient u deze vóór de operatie van de wijsvinger te laten verwijderen. Veiligheid Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat wordt bijvoorbeeld door het gehele operatieteam een zogenaamde ’Time out’ genomen. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam, geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden gecontroleerd.
Na de operatie
U krijgt een infuus in de arm voor voldoende vocht. Zodra u zelf voldoende kunt drinken en geen medicatie meer krijgt via het infuus kan het infuus worden verwijderd. Soms is er een sonde via uw neus in de maag gebracht. Dit zorgt ervoor dat uw maag leeg blijft en voorkomt dat u gaat braken. Meestal kan ook deze sonde snel worden verwijderd. Na de operatie kunt u gewoon eten en drinken zodra uw conditie het toelaat. Vaak wordt ook een wonddrain achtergelaten bij de operatie. Zodra er geen vocht meer uit de drain komt kan deze worden verwijderd.
Ontslag uit het ziekenhuis
Na een kijkoperatie kunt u meestal na een paar dagen weer naar huis. Bij een gewone operatie kan de opnameduur wat langer zijn. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische nacontrole bij de chirurg en/of de internist. Zo nodig worden vaccinaties gegeven. De hechtingen kunnen na tien tot twaalf dagen worden verwijderd.
Risico
Als de milt is verwijderd, heeft u een verhoogd risico op levensbedreigende infecties. De meeste infecties treden op in de eerste twee jaar na het verwijderen van de milt maar ook daarna blijft er een verhoogde kans op infecties bestaan.
5
De levensbedreigende infecties worden vooral veroorzaakt door bacteriën, pneumococcen, de Haemophilus influenzae en meningococcen. Bovendien kunnen in zeldzame gevallen ernstige infecties optreden na dierenbeten. U loopt bij bezoek aan het buitenland ook extra risico op malaria of babesiose.
Noodvoorraad antibiotica
Het is belangrijk dat u een ‘noodvoorraad’ antibiotica in huis hebt zodat u als u koorts krijgt onmiddellijk kunt starten met een antibioticumkuur. Het antibioticum dat u in huis dient te hebben heet Amoxicilline. Neemt direct (na de eerste inname) contact op met uw huisarts. U neemt drie keer daags 1000 mg, totdat u van uw arts nieuwe instructies heeft gekregen. Indien u overgevoelig bent voor penicilline schrijft de huisarts of behandelend specialist een ander middel voor.
• •
Voorkom ernstige infecties
• • • •
Als u koorts krijgt (boven de 38,5 graden Celsius) start u met uw noodvoorraad antibiotica en neemt u vervolgens direct contact op met uw huisarts. Indien u in het weekend een vervanger of de huisartsenpost moet bellen, benadruk dan dat u geen milt meer heeft. Wanneer u door een hond of kat wordt gebeten moet de huisarts de wond reinigen en een antibioticumkuur van vijf dagen voorschrijven (Amoxicilline/ Clavulaanzuur vier keer daags 625 mg). Wanneer u van plan bent naar het buitenland te gaan is het verstandig vroegtijdig advies in te winnen bij een GGD. Voor sommige landen heeft u aanvullende vaccinaties nodig. Behalve een noodvoorraad thuis is het ook noodzakelijk om, wanneer u op vakantie gaat, een voorraadje antibiotica mee te nemen. U kunt dan direct starten met een antibioticumkuur als u koorts krijgt. Vervolgens zoekt u contact met een arts.
6
Vaccinatie
• •
Een jaarlijkse vaccinatie tegen griep (het influenzavirus) wordt aanbevolen. Aangezien u niet voldoende antistoffen maakt tegen gekapselde bacteriën is het van belang dat u gevaccineerd wordt zodat u antistoffen krijgt. U dient de volgende vaccinaties te krijgen: Vaccin tegen pneumococcen. Welke vaccin gekozen wordt hangt af van uw - leeftijd. Of het vaccin na vijf jaar herhaald moet worden hangt ook van het vaccin af. - Act-HiB tegen Haemophilus influenzae type B. - Neisvac-C of Mencevax A, C, W, Y tegen meningococcen. Deze vaccinaties verminderen de kans op een ernstige infectie maar het risico blijft bestaan. Bronnen ‘Leven zonder milt’, Radboudumc folder. Nederlandse vereniging voor heelkunde http://nvvh.artsennet.nl ‘Splenectomie in een groot algemeen ziekenhuis’ Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1164-8.
• • •
7
07-2012-6885
Adres Verpleegafdeling Heelkunde Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10 6525 GA Nijmegen Volg route 751, zone C5 Contact 024 361 34 38
Radboud universitair medisch centrum