VERKENNEND EN NADER BODEMONDERZOEK KLOOSTER SANCTA MONICA Gestelseweg 8 5296 KP Esch
Opdrachtgever Contactpersoon Postadres Postcode + plaats Telefoonnummer
: : : : :
Plato beheer B.V. mevrouw M. Bastiaansen Postbus 330 5260 AH Vught (073) 684 85 57
Onderzoekslocatie Huidig gebruik
: :
Gestelseweg 8. bewoning voormalig klooster
Datum Kenmerk NIPA Status rapport
: : :
1 september 2008 08.10522 definitief
Adviesbureau Contactpersoon Postadres Postcode + plaats Auteur Telefoon Telefax E-mail
: : : : : : : :
NIPA milieutechniek b.v. de heer H.P. van Haalen Landweerstraat-Zuid 109 5349 AK Oss de heer J.B.P. van der Stroom (0412) 65 50 58 (0412) 65 29 98
[email protected]
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING EN DOELSTELLING..........................................................................................3
2
INFORMATIE ONDERZOEKSLOCATIE ..............................................................................4 2.1 Algemeen........................................................................................................................4 2.2 Historische (bedrijfs)activiteiten ......................................................................................4 2.3 Huidige activiteiten en gebruik........................................................................................6 2.4 Calamiteiten ....................................................................................................................7 2.5 Uitgevoerde bodemonderzoeken ...................................................................................7
3
OMGEVING ONDERZOEKSLOCATIE.................................................................................8 3.1 Algemene historische gebiedsinformatie........................................................................8 3.2 Uitgevoerde bodemonderzoeken directe omgeving.......................................................8
4
BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE .........................................................................9 4.1 Algemeen........................................................................................................................9 4.2 Regionale bodemopbouw ...............................................................................................9 4.3 Regionale grondwaterstromingsrichting .........................................................................9
5
CONCLUSIE HISTORISCH ONDERZOEK........................................................................10
6
PLAN VAN AANPAK...........................................................................................................11
7
WERKZAAMHEDEN...........................................................................................................12 7.1 veldwerkzaamheden.....................................................................................................12 7.2 Laboratoriumwerkzaamheden ......................................................................................12
8
WIJZE VAN BEOORDELING EN INTERPRETATIE..........................................................13
9
RESULTATEN ....................................................................................................................14 9.1 Zintuiglijke waarnemingen ............................................................................................14 9.2 Analyseresultaten en bodemkwaliteit ...........................................................................15 9.3 Interpretatie...................................................................................................................17
10
NADER BODEMONDERZOEK ..........................................................................................19
11
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ...............................................................................22
BIJLAGEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Ligging onderzoekslocatie Locatieoverzicht Boorprofielbeschrijvingen verkennend bodemonderzoek Analysecertificaten Toetsingstabellen Fotorapportage Boorprofielbeschrijvingen nader bodemonderzoek Analysecertificaten nader bodemonderzoek
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 2 van 22
1
INLEIDING EN DOELSTELLING
In het kader van een bestemmingsplanwijziging is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd als vervolg op het historisch onderzoek dat in augustus 2007 door NIPA milieutechniek b.v. is opgesteld (kenmerk 07.9661, d.d. 21 augustus 2007). De relevante gegevens uit het historisch onderzoek zijn in onderhavige rapportage overgenomen. Het onderzoek heeft tot doel vast te stellen of op de onderzoekslocatie verontreinigingen aanwezig zijn die een belemmering kunnen vormen voor de voorgenomen ontwikkelingsplannen.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 3 van 22
2
INFORMATIE ONDERZOEKSLOCATIE
2.1
Algemeen
Onderstaande informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op een locatiebezoek en de bij de gemeente Haaren aanwezige informatie. De ligging van de locatie op de topografische kaart van Nederland (schaal 1:25.000) is weergegeven in bijlage 1 en de kadastrale kaart is bijgevoegd als bijlage 3. Enkele topografische gegevens van de locatie zijn weergegeven in tabel 1. Tabel 1 :
Topografische gegevens onderzoekslocatie
Kadastrale aanduiding oppervlakte x-coördinaat y-coördinaat
2.2
Gemeente : Esch Sectie : B Nr :901 ± 19.370 m² 149.388 402.743
Historische (bedrijfs)activiteiten
Het klooster Sancta Monica is gebouwd in de jaren 1894 en 1895. In 1896 werd het klooster betrokken door de Congregatie Witte Zusters van Kardinaal Lavigerie die in 1869 in Algiers gesticht werd. De Witte Zusters staan ook wel bekend als de Missiezusters van Onze Lieve Vrouwe van Afrika. Op de gevel boven de entree staat de naam van het gebouw alsmede het jaartal van realisatie weergegeven (zie fotomap). De onderzoekslocatie is deels bebouwd met een klooster en een tweetal schuren. Rond het klooster is een halfverharding van grind aanwezig. Achter het klooster is park gelegen, een oude boomgaard en een begraafplaats. Op 14 januari 1964 is voor de opslag van een bovengrondse propaantank met een opslagcapacitiet van circa 1.500 liter een Hinderwetvergunning aangevraagd. De aanvraag is gedaan door de Witte Zusters van Afrika. Het perceel staat bekend onder gemeente Esch, sectie B, nummer 901. Door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Esch is de Hinderwetvergunning op 30 oktober 1964 verleend voor de oprichting van een keuken waarin een fornuis en geisers aanwezig zijn. Voor het stoken werd de propaaninstallatie met de bijbehorende tank van 1.500 liter gebruikt. De tank is momenteel niet meer aanwezig. Op 12 april 1964 is door de Overste Klooster Sancta Monica een bouwvergunning aangevraagd voor de realisatie van een woonhuis (dienstwoning). Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Esch heeft hiervoor op 9 juni 1964 de bouwvergunning verleend. Deze dienstwoning stond later ook bekend als de pastoorswoning. Aangegeven is dat de vloer van de woning is vervaardigd van 9 centimeter beton. De afvoer van het hemelwater is geleid via zinken leidingen. De afvoer van het huishoudelijk afvalwater is geleid door Eternietleidingen (waarschijnlijk asbesthoudend); de uitkomende grond die bij het bouwrijp maken is vrijgekomen, is uitgespreid over het terrein van het klooster. De woning is in het verleden gesloopt, het is niet bekend wanneer. Of alle ondergrondse leidingen zijn verwijderd, is eveneens niet bekend geworden. Punt van aandacht is hier dan ook de mogelijk nog aanwezige eternietleidingen. Op 21 april 1964 is door Hendrica van Rulo een bouwvergunning aangevraagd bij het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Esch. De bouwvergunning heeft betrekking op het verbouwen van het woonhuis. De verbouwing bestaat uit het realiseren van een aanbouw aan de zuidzijde van het bestaande gebouw. Het gebouw is gerealiseerd voor bewoning. Tevens is een stal gemaakt en is de stookruimte gerealiseerd. De bouwvergunning is op 11 mei 1964 door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Esch afgegeven.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 4 van 22
Op 10 februari 1966 is een bouwaanvraag ingediend voor het realiseren van slaapkamers op de tweede verdieping van het hoofdgebouw. Voor de realisatie hiervan was deze ruimte in gebruik als slaapzaal. De bouwaanvraag is ingediend door de Eerwaarde Zusters van Lavigerie. De bouwvergunning is op 19 april 1966 verleend. Bij het verlenen van de bouwvergunning is veel aandacht besteed aan de brandwerendheid van onder meer de wanden van de slaapkamers. Als plaatmateriaal is gebruik gemaakt van Gyponit platen met een respectievelijke dikte van 9,5 en 12,7 mm. Ten behoeve van de brandwerendheid is onderzoek gedaan door Office de Controle et de Recherches Expérimentales Concernant L’Art de Copnstruire te Brussel (rapportnummer 58.34I); opdrachtgever voor het onderzoek was S.A. Eternit te Kapelle op den Bos. Onderzoek dateert van 22 november 1956. Het is niet uitgesloten dat dit asbesthoudend materiaal betreft. Op 5 oktober 1977 is door de Missiezusters van O.L. Vrouwe van Afrika te Boxtel een bouwaanvraag ingediend voor het aanbouwen van een bejaardenhuisvestiging aan de zuidzijde van het bestaande klooster. De vergunning is door het college van Burgemeester en Wethouders op 20 december 1977 verleend. Aangegeven is dat de bouw van 1964 (woonruimte met stal en stookruimte) is gesloopt en opnieuw zal worden opgebouwd. Een bestaande houten garage is verplaatst. In de bouwvergunning is gemeld dat de ventilatiekanalen vervaardigd zijn van asbesthoudend materiaal. Het afvalwater werd geloosd via de bestaande septictank. Op het terrein van het klooster zijn een drietal ondergrondse tanks aanwezig voor het opslaan van huisbrandolie. Op geen van de aanwezige tekeningen in de diverse bouwdossiers is melding gemaakt van de tanks. Derhalve is ook niet bekend geworden wat de exacte ligging van de tanks is. Bij het locatiebezoek zijn van in ieder geval twee tanks de (vermoedelijke) tanklocatie bekend geworden; zie hiervoor ook paragraaf 2.3; Op 6 november 1991 zijn door Isotank te Opijnen de drie ondergrondse tanks inwendig gereinigd. Hierbij gaat het om de navolgende ondergrondse tanks: 1. ondergrondse tank HBO; capaciteit 5.500 liter; registratienummer A.02411; 2. ondergrondse tank HBO; capaciteit 10.100 liter, registratienummer A.02412; 3. ondergrondse tank HBO; capaciteit 3.100 liter; registratiennummer A. 02413. Aangegeven is dat alle ondergrondse tanks zijn gereinigd. Tevens is aangegeven dat bij tank 1 en 2 een verontreiniging is aangetroffen en dat het bevoegd gezag is gewaarschuwd. Voor zover bekend is met de verontreiniging niets meer gedaan. Alle tanks zijn gereinigd conform REIS-1987 (KIWA). Op 19 mei 1993 is een milieucontrole uitgevoerd bij het klooster. Aangegeven is dat drie ondergrondse stalen tanks voor de opslag van huisbrandolie zijn gereinigd. Eveneens is geconstateerd dat het huishoudelijk afvalwater werd geloosd op een aanwezige septictank en vervolgens werd geloosd op de bermsloot langs de openbare weg. De gemeente heeft naar aanleiding van deze lozing het Waterschap De Dommel geïnformeerd. Ten behoeve van deze lozing dient een vergunning aanwezig te zijn inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Niet bekend is of hiervoor destijds daadwerkelijk een vergunning is verleend. Op het terrein staat inmiddels een pompput. Waarschijnlijk wordt het huishoudelijk afvalwater momenteel geloosd op de persriolering van het gemeentelijk rioolstelsel. Bij de milieucontrole werd eveneens aangegeven dat het terrein valt onder het Besluit woon- of kantoorgebouwen Hinderwet. Hiervoor is door de missiezusters van OLV van Africa (Witte Zusters) op 2 juni 1993 een melding ingediend voor genoemd besluit die op 23 augustus 1993 door de gemeente is geaccepteerd. Tevens is in de acceptatiebrief aangegeven dat de tanksaneringscertificaten dienen te worden toegestuurd aan het college. Op basis van de bovenstaande historische gegevens zijn de volgende deellocaties als verdacht beschouwd met betrekking tot het voorkomen van bodemverontreiniging: A = ondergrondse huisbrandolietanks B = (voormalige) septictank C = voormalige boomgaard Tevens dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van asbest in de bodem ter plaatse van de voormalige pastoorswoning.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 5 van 22
2.3
Huidige activiteiten en gebruik
Op 17 augustus 2007 is een locatiebezoek afgelegd. Het hoofdgebouw is gebouwd in 1894-1895. Het gebouw is in 1896 in gebruik genomen bij de Witte Zusters van Lavigerie. Het klooster is sinds 2005 niet meer als zodanig in gebruik. Het klooster wordt momenteel nog bewoond (anti-kraak). Het terrein heeft een oppervlakte van circa 19.370 m2. Het onbebouwde terrein is verder ingericht als tuin/park/bos. Aan de uiterste zuidzijde van het perceel is een begraafplaats aanwezig. Op deze begraafplaats zijn 91 graven aanwezig. De begraafplaats is buiten gebruik doch valt nog wel onder de werkingssfeer van de Wet op de Lijkbezorging. Van opheffen dan wel herbegraven is vooralsnog geen sprake. A.
Ondergrondse tanks
Op het terrein is sprake van een drietal nog aanwezige stalen ondergrondse tanks voor de opslag van huisbrandolie (HBO); de aanwezige tanks hebben een opslagcapaciteit van respectievelijk 3.100, 5.500 en 10.100 liter. Bij de terreininspectie is speciale aandacht besteed aan de mogelijke ligging van de ondergrondse tanks. De ligging van twee tanks zijn hierbij (globaal) in beeld gebracht (zie hiervoor ook de fotomap). Eén van de tanks is gelegen nabij de huidige stookruimte. In het straatwerk is het peil- en/of vulpunt aangetroffen die boven de tank is aangebracht; een ontluchtingsleiding is niet aangetroffen. In de fietsenstalling, aangrenzend aan de stookruimte, is een leiding aangetroffen die vermoedelijk van de tank afkomstig is. Gelet op de ligging van de tank (nabij stookinstallatie) en de diameter van het leidingwerk in de stookruimte is dit de ligging van de tank met een opslagcapaciteit van 10.100 liter. In het tanksaneringscertificaat is aangegeven dat bij de reiniging van de tank hier een verontreiniging werd aangetroffen. Aan de oostzijde van het klooster is een ontluchtingsleiding van een ondergrondse tank aanwezig. De ligging van de tank is hierbij niet exact vastgesteld doch zal in de directe omgeving van de ontluchtingsleiding zijn gelegen. Wellicht kan met een metaaldetector en een prikstok de exacte ligging van de tank worden vastgelegd. Bij deze tank is het niet bekend of dit de 3 m3 of 5,5 m3 tank betreft. De ligging van de derde tank is vooralsnog niet bekend geworden. Ook hier zal wellicht met behulp van een metaaldetector de ligging kunnen worden vastgesteld. B.
Septictank
De septictank is aanwezig aan de noord/westzijde van het hoofdgebouw (fotomap). Er zijn geen gegevens gevonden die wijzen op het verwijderen van de septictank; aangenomen wordt dat deze septictank nog steeds op deze locatie aanwezig is. Inmiddels zal deze septictank wel buiten gebruik gesteld zijn in verband met de aanwezigheid van een pompput (drukriolering). C.
Boomgaard en moestuin
In het verleden is de zuidzijde van het perceel in gebruik geweest als boomgaard en moestuin. Niet bekend is of in het verleden bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt. Vooralsnog wordt uitgegaan van een verdachte situatie waar het gaat om het gebruik van bestrijdingsmiddelen op het terrein.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 6 van 22
2.4
Calamiteiten
Behalve de lekkages bij de ondergrondse olieopslagtanks hebben op de onderzoekslocatie zich in het verleden, voor zover bekend, geen calamiteiten voorgedaan waarbij bodemverontreiniging zou kunnen zijn ontstaan. Op de onderzoekslocatie hebben zich in de huidige periode, voor zover bekend, geen calamiteiten voorgedaan waarbij bodemverontreiniging zou kunnen zijn ontstaan. 2.5
Uitgevoerde bodemonderzoeken
Ons zijn geen gegevens bekend met betrekking tot uitgevoerde bodemonderzoeken ter plaatse van de voormalige ondergrondse tanks. Enkel de zintuiglijke waarneming die duidt op de aanwezigheid van verontreiniging bij twee van de drie ondergrondse tanks.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 7 van 22
3
OMGEVING ONDERZOEKSLOCATIE
3.1
Algemene historische gebiedsinformatie
In de directe omgeving zijn geen gegevens bekend omtrent bodemverontreiniging. De omgeving van het terrein is in gebruik als agrarisch, bosgebied en enkele woonbebouwing. Het is gelegen buiten de kom van het dorp Esch. 3.2
Uitgevoerde bodemonderzoeken directe omgeving
In september 1997 is op het perceel Gestelseweg 4 een bodemonderzoek uitgevoerd in verband met de aanvraag van een bouwvergunning. Bij het betreffende onderzoek zijn zowel in de boven- als in de ondergrond van de vaste bodem licht verhoogde gehaltes aan minerale olie aangetoond. Het grondwater ter plaatse bleek niet verontreinigd te zijn met de onderzochte parameters.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 8 van 22
4
BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE
4.1 Algemeen Voor de bodemopbouw en de geohydrologische informatie is gebruik gemaakt van de grondwaterkaart van Nederland (kaartblad 45 west) en de Provinciale Overzichten Win- en Productiemiddelen (VEWIN). Uit deze rapporten zijn de volgende regionale gegevens samengevat. 4.2 Regionale bodemopbouw De onderzoekslocatie ligt in de gemeente Haaren. De gemiddelde maaiveldhoogte is circa 7 meter +NAP. Plaatselijk kan de bodemopbouw afwijken van onderstaande gegevens. De in het Holoceen gevormde deklaag bestaat uit middel tot uiterst fijn lemig zand en heeft een dikte van circa 30 meter. Onder deze slecht doorlatende deklaag bevind zich het eerste watervoerend pakket bestaande uit de grofzandige formaties van Veghel en Sterksel. Het eerste watervoerend pakket heeft een dikte van circa 55 meter. De scheidende laag tussen het eerste en tweede watervoerend pakket bestaat uit kleien en slibhoudende afzettingen van de formaties van Kedichem en Tegelen over een dikte van circa 45 meter. De bovenste helft van het tweede watervoerend pakket bestaat voornamelijk uit grove zanden en grinden behorende tot de formatie van Tegelen. Het onderste deel heeft dezelfde samenstelling en behoort tot de formaties van Tegelen, Maassluis en Oosterhout. De bovenste en onderste helft worden van elkaar gescheiden door kleien behorende tot de formaties van Maasluis en Tegelen. Bovenstaande gegevens zijn samengevat in tabel 1. Tabel 1:
Schematische voorstelling van de regionale bodemopbouw
Pakket (Holocene) deklaag
Diepte (m -mv) 0 - 30
Samenstelling klei, veen en lemig zand
e
30 - 85
e
85 - 130
matig fijn zand tot uiterst grof (grindhoudende) zanden kleien en slibhoudende afzettingen
e
130 - ? (bovenste deel)
1 watervoerend pakket (Formaties van Kreftenheije, Urk en Sterksel) 1 scheidende laag (Formatie van Kedichem) 2 watervoerend pakket (Formatie van Harderwijk, Tegelen en Maassluis)
scheidende laag tussen bovenste en onderste e deel van het 2 watervoerend pakket (Formatie van Tegelen)
?-? (onderste deel) ?-?
Parameters uitgaan van doorlatingsweerstanden van honderden dagen, slecht doorlatend kD = 2.300 m²/d
uiterste fijn tot matig grove (grindhoudende) zanden uiterste fijn tot matig grove (grindhoudende) zanden met enkele kleilagen voornamelijk kleien
uitgaan van doorlatingsweerstanden van duizenden dagen, zeer slecht doorlatend kD = 1.025 m²/d
slecht doorlatend slecht doorlatend
4.3 Regionale grondwaterstromingsrichting De algemene stroming van het grondwater is variërend van noord-oostelijke richting tot noordwestelijke richting. Dit stromingspatroon wordt bepaald door de ondergrondse afstroming van de hoger gelegen gebieden in Noord-Brabant en Limburg. Deze gegevens zijn samengevat in tabel 2. Tabel 2:
Grondwaterstromingsparameters
Geohydrologische eenheid deklaag
Stromingsrichting noord-west
k (m/d) n.b.
I (m-m) n.b.
v (m/j) n.b.
1e watervoerend-pakket
noord-west
+ 42
+ 1 / 2.250
+ 20
k = doorlatendheid
i = verhang
Grondwaterstand 1,0 à 2,0 meter – mv 4 meter +NAP
v = horizontale stroomsnelheid
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 9 van 22
5
CONCLUSIE HISTORISCH ONDERZOEK
Op basis van de resultaten van het historisch onderzoek blijkt dat de locatie verdacht is met betrekking tot de aanwezigheid van een bodemverontreiniging. Ter plaatse van de volgende locatie(s) is bodemverontreiniging te verwachten: A = ondergrondse huisbrandolietanks B = (voormalige) septictank C = boomgaard / moestuin Ter plaatse van de voormalige pastoorswoning is mogelijk asbest in de bodem aanwezig. Het asbest zou afkomstig kunnen zijn van eternitleidingen die daar gelegen zijn/hebben. Aangezien de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie nog niet is onderzocht, zal een bodemonderzoek uitgevoerd dienen te worden.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 10 van 22
6
PLAN VAN AANPAK
Op basis van het vooronderzoek zoals beschreven in de hoofdstukken 2 t/m 4 is een onderzoeksstrategie opgesteld. Het onderzoeksvoorstel is ter goedkeuring voorgelegd bij de gemeente Haaren. In overleg met de gemeente Haaren is besloten de stoffenpakketten aan te passen naar de standaard stoffenpakket zoals deze vanaf 1 juli 2008 zijn vastgesteld. Verder heeft de gemeente in kunnen stemmen met de onderzoeksstrategie zoals in tabel 5 is weergegeven. Tabel 5: Strategie
Onderzoeksstrategie Opp. (m²)
Veldwerkzaamheden Aantal boringen (excl. Aantal boringen Verharding peilbuis) (*G) met peilbuis
Chemisch onderzoek (*E) Grond Grondwater (*F)
A1* = (voormalige) ondergrondse huisbrandolietank (3 m³) Verwachte stoffen: minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en naftaleen BOOT 10 2x 0,5 meter onder 1 (*H) mogelijk tpv 1x minerale olie, opp. grondwaterniv. puinpad BTEXN (*C)
1x NEN grondwater
A2* = (voormalige) ondergrondse huisbrandolietank (5 m³) Verwachte stoffen: minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en naftaleen BOOT 10 2x 0,5 meter onder 1 (*H) mogelijk tpv 1x minerale olie, opp. grondwaterniv. puinpad BTEXN (*C)
1x NEN grondwater
A3 = (voormalige) ondergrondse huisbrandolietank (10 m³) Verwachte stoffen: minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en naftaleen BOOT 10 2x 0,5 meter onder 1 (*H) klinkers 1x minerale olie, opp. grondwaterniv. BTEXN (*C)
1x NEN grondwater
B = (voormalige) septictank Verwachte stoffen: diversen VEP 5 -
1
onverhard
1x NEN grondpakket (*B)
1x NEN grondwater
3x NEN-grondpakket aangevuld met ocb
1x NEN grondwater
-
-
C = boomgaard / moestuin Verwachte stoffen: zware metalen, organochloorbestrijdingsmiddelen VED-HE 6.000 15x 0,5 meter –mv 1 onverhard 3x 2,0 meter -mv
D = voormalige pastoorswoning Verwachte stoffen: asbest 150 4 proefsleuven
-
onverhard
Legenda (*A1 en A2) de gereinigde tanks zullen met behulp van een metaaldetector en/of prikstok worden gelokaliseerd. (*B) Inclusief organische stof en lutum (1x). (*C) Inclusief organische stof (1x). (*D) Door deze verharding dient te worden geboord. (*E) Analyses worden uitgevoerd door een laboratorium, dat erkend is door de Raad voor Accreditatie (STERLAB). (*F) Grondwater altijd pH en soortelijke geleiding bepaling. (*G) Boringen zijn cumulatief. Aantal x diepte = aantal boormeters. Aantal boringen exclusief boringen voor peilbuizen. (*H) Filters snijdend met grondwaterspiegel. Onderzoeksstrategieën volgens NEN-5740 ONV: Onverdacht ONV-GR: Grootschalig onverdacht VEP: Verdacht, plaatselijke bodembelasting, (milieuvergunning/BSB) VEP-BO: Verdacht, plaatselijke bodembelasting, (BOOT/BSB) VED-HO: Verdacht, diffuse bodembelasting, homogene verontreiniging VED-HE: Verdacht, diffuse bodembelasting, heterogene verontreiniging VED-ONB: Verdacht, onbekende bodembelasting NUL: Nulsituatie (milieuvergunning) NUL-BO: Nulsituatie (milieuvergunning/BOOT) EIGEN: Eigen strategie in verband met onderzoek naar bodem onder halfverhardingslagen
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 11 van 22
7
WERKZAAMHEDEN
7.1 Veldwerkzaamheden De veldwerkzaamheden, te weten het uitvoeren van de boringen, het plaatsen van de peilbuizen, het bemonsteren van de grond en van het grondwater en de zintuiglijke beoordeling van de grond- en grondwatermonsters, zijn uitgevoerd volgens de methoden zoals aangegeven in de relevante NPR- en NEN-normen zoals beschreven in de beoordelingsrichtlijn “Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodemonderzoek”. De situering van de boringen is opgenomen in bijlage 2. Alle boringen zijn op 25 en 26 juni met handkracht uitgevoerd, waarbij plaatselijk de puinverharding met een minigraver weggegraven is. Het grondwater is, na grondig afpompen, op 4 juli 2008 bemonsterd. De pH en de geleidbaarheid (Ec) van het grondwater zijn in het veld bepaald. Het asbestonderzoek ter plaatse van de voormalige paterswoning is uitgevoerd conform de NEN5707. Hierbij zijn met behulp van een minigraver vier proefsleuven gegraven met een minimale lengte van 2 meter en een diepte van 1 meter. De tanks zijn met behulp van proefsleuven gelokaliseerd. Hierbij is de ondergrondse tank met een inhoud van 3 m³ niet gevonden. Gezien de beperkte inhoud van de tank heeft deze vermoedelijk nabij de paterswoning gelegen. De veldwerkzaamheden zijn door de heer T. Wassink uitgevoerd onder certificaat VB-002/4. 7.2 Laboratoriumwerkzaamheden De chemische analyses van de grond- en grondwatermonsters zijn uitgevoerd door een door de Raad voor Accreditatie erkend laboratorium. Voor de toegepaste analysemethoden wordt verwezen naar bijlage 4. De monsterrestanten en de niet-geanalyseerde grondmonsters zijn opgeslagen in een donkere ruimte, bij een temperatuur van +4 °C.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 12 van 22
8
WIJZE VAN BEOORDELING EN INTERPRETATIE
De verontreinigingssituatie van de bodem kan worden beoordeeld door toetsing van de gemeten gehaltes in grond- en grondwater aan interventie- en streefwaarden [3 & 4]. De streefwaarden geven het niveau aan waarbij sprake is van een duurzame bodemkwaliteit. In het bodembeschermingsbeleid geven zij het te bereiken en te behouden kwaliteitsniveau voor de bodem aan. De interventiewaarden geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier en plant ernstig zijn of dreigen te worden verminderd. Om van een “geval van ernstige bodemverontreiniging” te spreken dient voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 25 m³ grond of 100 m³ grondwater hoger te zijn dan de interventiewaarde. In bijzondere situaties, zoals bij volkstuinen en bij kruipruimten, kan reeds bij een geringere omvang en bij gehaltes beneden de interventiewaarden sprake zijn van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Op grond van de daadwerkelijk optredende blootstelling aan de verontreiniging dient bekeken te worden of onaanvaardbare risico’s voor mensen en/of ecosystemen optreden. Uit de NEN 5740 [1] kan het volgende worden afgeleid. Uitvoering van vervolgonderzoek is in de meeste gevallen alleen noodzakelijk wanneer de concentratie van een stof de halve som van de streefwaarde en de interventiewaarde overschrijdt. Deze waarde wordt ook in de Leidraad Bodembescherming gehanteerd als de concentratiegrens waarboven een nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Bij overschrijding van de interventiewaarde wordt vaak een nader onderzoek uitgevoerd om de ernst van de verontreiniging en de spoedeisendheid van de sanering te bepalen. In onderhavig rapport wordt de volgende terminologie gebruikt om de mate van verontreiniging aan te geven: niet verontreinigd/verhoogd (-): de concentratie aan verontreiniging is lager dan of gelijk aan de streefwaarde; licht verontreinigd/verhoogd (+): de concentratie aan verontreiniging is hoger dan de streefwaarde maar lager dan of gelijk aan de halve som van de streef- en interventiewaarde; matig verontreinigd/verhoogd (++): de concentratie aan verontreiniging is hoger dan de halve som van de streef- en interventiewaarde maar lager dan of gelijk aan de interventiewaarde; sterk verontreinigd/verhoogd (+++): de concentratie aan verontreinigingen is hoger dan de interventiewaarde. De somparameters zoals EOX en de fenolindex vervullen een zogenaamde triggerfunctie en kunnen worden gebruikt om een indicatie te krijgen of interventiewaarden voor individuele stoffen mogelijk overschreden worden. Indien dit het geval kan zijn, dienen met specifieke analyse-methoden de gehaltes aan de individuele verbindingen te worden vastgesteld. Hierbij wordt opgemerkt dat deze parameters niet getoetst worden aan streef- en interventiewaarden. De streef- en interventiewaarden voor de vaste bodem zijn gerelateerd aan het lutum- en/of organisch stofgehalte van de bodem. Bij de berekening van de streef- en interventiewaarden van de vaste bodem is uitgegaan van gemeten lutum- en organisch stofgehaltes. De streef- en interventiewaarden zijn opgenomen in bijlage 5. Hierbij wordt opgemerkt dat niet voor ieder geanalyseerd grondmonster de gehaltes aan lutum en organisch stof zijn bepaald. Bij de toetsing is derhalve gebruik gemaakt van de meest vergelijkbare gehaltes aan lutum en organisch stof ten opzichte van de bodemopbouw en de zintuiglijke waarnemingen ter plaatse.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 13 van 22
9
RESULTATEN
9.1 Zintuiglijke waarnemingen Voor de boorprofielbeschrijvingen wordt verwezen naar bijlage 3. De bodem is over het algemeen vanaf maaiveld tot minimaal het diepste punt van de boringen, circa 2,9 meter –mv, opgebouwd uit zeer fijn, zwak siltig zand. Plaatselijk (boring B8) wordt de zandlaag onderbroken door een laag zandig veen. Plaatselijk is in de bodem bijmenging met puin en verbrandingsresten geconstateerd. Tevens is plaatselijk een olierespons geconstateerd. De aangetroffen bijmengingen zijn in onder-staande tabel samengevat. Tabel 6: boring B4 B5 B6 B7
B8 B16 B17 B18 B32 B34 B35 B40 B45
Zintuiglijke waarnemingen traject 0,0-0,5 0,0-0,15 0,0-0,5 0,3-0,7 0,7-1,0 1,0-1,5 1,5-2,3 0,4-0,6 0,0-0,5 0,0-0,5 0,0-0,5 0,4-0,5 0,08-0,5 0,08-0,5 0,05-0,5 0,0-0,5
puin uiterst puinhoudend uiterst puinhoudend uiterst puinhoudend zwak puinhoudend zwak puinhoudend
verbrandingsresten
olierespons
zwakke olierespons sterke olierespons matige olierespons zwakke olierespons
zwak puinhoudend zwak koolhoudend zwak koolhoudend zwak koolhoudend zwak puinhoudend zwak puinhoudend zwak puinhoudend matig puinhoudend zwak koolhoudend
De grondwaterstand bevond zich tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden op een diepte van circa 0,9 à 1,5 meter –mv. De zuurgraad (pH) en de elektrische geleidbaarheid van het grondwater zijn opgenomen in de tabellen van § 9.2.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 14 van 22
9.2 Analyseresultaten en bodemkwaliteit De analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters zijn opgenomen in bijlage 4; de analyseen toetsingsresultaten zijn samengevat in de volgende tabellen. Tabel 7:
Toetsingsresultaten grond en grondwater Grond MM01 1 t/m 3 0,5-1,0
monster boring meter –mv pH Ec in µS/cm bijmenging olierespons locatie
-
Grond MM02 4 t/m 6 1,0-1,5
-
vermoedelijke ondergrondse tanklocatie 3 m³
metalen barium cadmium cobalt koper lood molybdeen nikkel zink kwik gechloreerde kwst. aromatische kwst. styreen benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen minerale olie naftaleen*
Tabel 8:
Grondwater Pb1 1 0,5-2,5 5,48 216 -
0,05 0,50 0,27 0,50
+ -
+
8,8
Grond MM03 7 0,7-1,0
+ + + + -
0,08 0,59 0,32 0,59
Grondwater Pb7 7 0,3-2,3 5,82 275 -
puin sterk ondergrondse tank 10 m³
ondergrondse tank 5 m³
-
+ + + + -
Grondwater Pb5 5 0,5-2,5 5,78 292 -
61
-
-
+ + + +++ -
+ + +++ +++ +
0,83 0,14 0,27 8.100
1,3 43 73 2.900 0,6
Toetsingsresultaten grond en grondwater
monster boring meter –mv bijmenging locatie metalen barium cadmium cobalt koper lood molybdeen nikkel zink kwik PAK gechloreerde kwst. aromatische kwst. minerale olie naftaleen polychloorbifenylen som 7 OCB’s drins DDD/DDE/DDT Verklaring van tekens:
Grond MM04 10 1,0-1,5 -
Grondwater Pb10 10 1,9-2,9 -
MM05 11 t/m 15, 19&20 0,0-0,5 -
septic -
+
-
58
-
-
+ -
31
Grond MM06 16 t/m 18 0,0-0,5 puin boomgaard -
-
+
-
-
+ +
0,003 0,201
MM07 21 t/m 29 0,0-0,5 -
+ +
-
62
+
86
0,004 0,092
+ +
0,004 0,007
niets vermeld betekent niet geanalyseerd < streefwaarde + > streefwaarde en < halve som streef- en interventiewaarde ++ > halve som streef- en interventiewaarde en < interventiewaarde +++ > interventiewaarde * getoetst als PAK(10)VROM gehaltes in grond in mg/kg d.s.; gehaltes in het grondwater in µg/l
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 15 van 22
Tabel 9:
Toetsingsresultaten grond
monster boring meter –mv bijmenging locatie metalen barium cadmium cobalt koper lood molybdeen nikkel zink kwik PAK minerale olie polychloorbifenylen som 7
Tabel 10:
MM08 31-33,36-39,41-43 0,0-0,5 -
+ +
1,5 66
-
Bovengrond MM09 MM10 34,35,40 44,46 t/m 49 0,05-0,5 0,0-0,5 zwak puinhoudend overig terreindeel + ++ + -
140
290 2,7
-
+ -
1,1
-
MM11 45 0,0-0,5 zwak koolhoudend
-
Toetsingsresultaten grond en grondwater
monster boring meter –mv pH Ec in µS/cm bijmenging locatie metalen barium cadmium cobalt koper lood molybdeen nikkel zink kwik PAK gechloreerde kwst. aromatische kwst. minerale olie polychloorbifenylen som 7 Verklaring van tekens:
-
-
MM12 31,33,36 0,5-1,0
Ondergrond MM13 38,39,42,42,45,46,49 0,5-1,0
-
-
zwak puinhoudend overig terreindeel
-
+
MM14 32 0,4-0,5
+ + +
62
-
3
87
Grondwater Pb36 36 1,5-3,0 5,89 231 -
-
2,4 -
niets vermeld betekent niet geanalyseerd < streefwaarde + > streefwaarde en < halve som streef- en interventiewaarde ++ > halve som streef- en interventiewaarde en < interventiewaarde +++ > interventiewaarde gehaltes in grond in mg/kg d.s.; gehaltes in het grondwater in µg/l
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 16 van 22
9.3
Interpretatie
Ondergrondse tank 3m³ In de zintuiglijk als schoon beoordeelde grondlaag rond het oppervlakkig grondwaterniveau (MM01) zijn licht verhoogde gehaltes aan benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen aangetoond. Ter plaatse van peilbuis Pb1 is een licht verhoogd gehalte aan naftaleen gemeten. De aangetoonde gehaltes hangen waarschijnlijk samen met het voormalige gebruik van de ondergrondse tank. De aangetoonde gehaltes zijn echter dermate laag dat geen sprake is van een noemenswaardige verontreiniging. Ondergrondse tank 5m³ Met behulp van een aantal proefsleuven is deze tank gelokaliseerd aan de westzijde van het klooster. In de zintuiglijk als schoon beoordeelde grondlaag rond het oppervlakkig grondwaterniveau (MM02) zijn licht verhoogde gehaltes aan benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xylenen aangetoond. De aangetoonde gehaltes hangen waarschijnlijk samen met het voormalige gebruik van de ondergrondse tank. De aangetoonde gehaltes zijn echter dermate laag dat geen sprake is van een noemenswaardige verontreiniging. Ter plaatse van peilbuis Pb5 is een licht verhoogd gehalte aan barium gemeten. Licht verhoogde gehaltes aan barium kunnen van nature in het grondwater voorkomen en duiden niet op een noemenswaardige verontreiniging. De verontreiniging die bij de tanksanering nabij de ondergrondse tank door ISO-tank was aangetroffen, is bij het huidige onderzoek niet aangetoond. Mogelijk betrof het destijds slechts een beperkte verontreiniging. Ondergrondse tank 10m³ Met behulp van een aantal proefsleuven is deze tank gelokaliseerd aan de oostzijde van het klooster. In de sterk naar olie ruikende grondlaag rond het oppervlakkig grondwater ter plaatse van boring B7 (monster MM03) is een sterk verhoogd gehalte aan minerale olie aangetoond. Tevens zijn licht verhoogde gehaltes aan benzeen, tolueen en ethylbenzeen aangetoond. In het grondwater ter plaatse van peilbuis Pb7 zijn sterk verhoogde gehaltes aan minerale olie en xylenen aangetoond. Tevens zijn licht verhoogde gehaltes aan naftaleen, benzeen en ethylbenzeen gedetecteerd. De aangetoonde verontreiniging betreft de verontreiniging die door ISO-tank is aangetroffen bij de sanering van de tanks. Het gehalte aan minerale olie vormt aanleiding voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek teneinde de ernst en de omvang van de verontreiniging nader in beeld te brengen. Septictank In de zintuiglijk als schoon beoordeelde grondlaag rond het oppervlakkig grondwaterniveau ter plaatse van boring B10 (monster MM04) is een licht verhoogd gehalte aan minerale olie aangetoond. Het aangetoonde gehalte is dermate laag dat geen sprake is van een noemenswaardige verontreiniging. In het grondwater ter plaatse van peilbuis Pb10 zijn geen verhoogde gehaltes aan verontreinigingen met de onderzochte parameters aangetoond.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 17 van 22
Boomgaard In de toplaag van de vaste bodem ter plaatse van de boomgaard (MM05 t/m MM07) zijn licht verhoogde gehaltes aan drins en DDT/DDE/DDT aangetoond. In mengmonster MM05 is tevens een licht verhoogd gehalte aan koper aangetoond. De aangetoonde gehaltes duiden op het gebruik van bestrijdingsmiddelen in het verleden. De aangetoonde gehaltes zijn echter dermate laag dat geen sprake is van een noemenswaardige verontreiniging. In de mengmonsters MM06 en MM07 zijn tevens licht verhoogde gehaltes aan minerale olie gemeten voor de aanwezigheid van minerale olie in beide mengmonsters is, op basis van de beschikbare gegevens, geen verklaring voorhanden. De aangetoonde gehaltes zijn echter dermate laag dat, ons inziens, geen aanleiding bestaat hiervoor een aanvullend of nader bodemonderzoek uit te voeren. Overig terreindeel In de puinhoudende toplaag van de vaste bodem (MM09) is een matig verhoogd gehalte aan zink aangetoond. Tevens zijn licht verhoogde gehaltes aan lood en PAK gedetecteerd. De aangetoonde gehaltes hangen waarschijnlijk samen met de aanwezigheid van het puin. Het matig verhoogde gehalte vormt conform de Wet bodembescherming aanleiding voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek teneinde de ernst en de omvang van de verontreiniging nader in beeld te brengen. In de zintuiglijk als schoon beoordeelde toplaag van de vaste bodem (MM08 en MM10) zijn licht verhoogde gehaltes aan PAK gedetecteerd. In mengmonster MM08 is tevens een licht verhoogd gehalte aan minerale olie gemeten. De aangetoonde gehaltes zijn dermate laag dat geen aanleiding bestaat hiervoor een aanvullend of nader bodemonderzoek uit te voeren. In de toplaag van de vaste bodem waarin bijmenging van verbrandingsresten is geconstateerd (MM11) zijn geen verhoogde gehaltes aan verontreinigingen met de onderzochte parameters aangetoond. In de zwak puinhoudende grondlaag van 0,4 tot 0,5 meter –mv ter plaatse van boring 32 (monster MM14) zijn licht verhoogde gehaltes aan cobalt, zink en PAK gemeten. De aangetoonde gehaltes hangen waarschijnlijk samen met de aanwezigheid van het puin. In de zintuiglijk als schoon beoordeelde ondergrond van de vaste bodem (MM13) is een spoortje aan minerale olie aangetoond. De aangetoonde gehaltes zijn dermate laag dat, ons inziens, geen aanleiding bestaat voor het uitvoeren van een aanvullend of nader bodemonderzoek. Zowel in de zintuiglijk als schoon beoordeelde ondergrond van de vaste bodem (MM12) als in het grondwater ter plaatse van peilbuis Pb36 zijn geen verhoogde gehaltes aan verontreinigingen gemeten. Asbestonderzoek Uit de historische gegevens is gebleken dat ter plaatse van de voormalige paterswoning mogelijk asbesthoudende gresbuizen in de grond aanwezig zouden kunnen zijn. Derhalve zijn rond de voormalige paterswoning met behulp van een minigraver enkele proefsleuven gegraven (S1 t/m S4). Hierbij dient te worden opgemerkt dat tijdens de veldwerkzaamheden de vloer van de voormalige paterswoning nog aanwezig is. De sleuven hadden een minimale lengte van 2 meter en een diepte van 1 meter. De vrijgekomen grond en de wanden van de sleuf zijn zintuiglijk op de aanwezigheid van asbest beoordeeld. Zowel in de vrijgekomen grond als in de wanden zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden is op het overige terreindeel een visuele inspectie uitgevoerd naar de eventuele aanwezigheid van asbestverdachte materialen in en op de bodem. Het onderzoek heeft een indicatief karakter en is derhalve niet geheel volgens de NEN 5707 uitgevoerd, de norm voor bodemonderzoek naar asbest in grond. Het geeft echter wel een goede indicatie of de onderzoekslocatie verdacht is met betrekking tot de aanwezigheid van asbest. Tijdens de visuele inspectie van het maaiveld en bij het opboren van de vaste bodem zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 18 van 22
10
NADER BODEMONDERZOEK
Bij het verkennend bodemonderzoek is in de toplaag van de vaste bodem plaatselijk een matig verhoogd gehalte aan zink gemeten (MM09). Het matig verhoogde gehalte aan zink heeft aanleiding gevormd voor het uitvoeren van onderhavig aanvullend onderzoek. In eerste instantie is op basis van de bestaande monsters (34.1, 35.1 en 40.1) bepaald in welke van individuele monsters van het mengmonster het verhoogde gehalte aan zink aanwezig is. De analyseresultaten zijn in onderstaande tabel samengevat. Tabel 11:
Toetsingsresultaten grond
monster meter –mv bijmenging metalen zink
Grond 35.1 0,08-0,5 -
34.1 0,08-0,5 -
<6
Verklaring van tekens: + ++ +++
+++
40.1 0,08-0,5 420
++
230
niets vermeld betekent niet geanalyseerd < streefwaarde > streefwaarde en < halve som streef- en interventiewaarde > halve som streef- en interventiewaarde en < interventiewaarde > interventiewaarde gehaltes in grond in mg/kg d.s.
In de toplaag van de vaste bodem ter plaatse van boring B40 (monster 40.1; grondlaag van 0,08 tot 0,5 meter –mv) en boring B35 (monster 35.1; grondlaag van 0,08 tot 0,5 meter –mv) is respectievelijk een matig en een sterk verhoogd gehalte aan zink gemeten. Ter plaatse van boring B34.1 is geen verhoogd gehalte aan zink gemeten. Naar aanleiding van de matig tot sterk verhoogde gehaltes aan zink zijn afperkende boringen verricht. Voor de horizontale afperking van de verontreiniging zijn rond B35 en B40 vijf afperkende boringen verricht tot een diepte van circa 1,0 meter –mv (B101 t/m B105). Vijf grondmonsters van de toplaag zijn geanalyseerd op zink. Voor de verticale afperking van de verontreiniging zijn de boringen B35 en B40 herplaatst en doorgezet tot circa 1,5 meter –mv. Twee grondmonsters van de laag van 0,3 à 0,5 meter –mv tot een diepte van circa 0,8 à 1,0 meter –mv zijn geanalyseerd op de aanwezigheid van zink. Voor de boorprofielbeschrijvingen wordt verwezen naar bijlage 7. De bodem bestaat vanaf 0,0 à 0,08 meter –mv tot minimaal het diepste punt van de boringen, circa 1,5 meter –mv, uit zeer fijn (siltig/humeus) zand. De bijmengingen van puin, die bij het voorgaande onderzoek zijn aangetroffen, zijn bij het huidige onderzoek niet geconstateerd. De analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters zijn opgenomen in bijlage 8; de analyseen toetsingsresultaten zijn samengevat in de tabel 12 en 13. Tabel 12:
Toetsingsresultaten grond
monster meter –mv bijmenging locatie metalen zink
Grond 102A 103A 104A 0,08-0,5 0,0-0,5 0,0-0,5 nader onderzoek zink verontreiniging
101A 0,0-0,5 -
+
83
Verklaring van tekens: + ++ +++
-
7
-
51
+
110
105A 0,0-0,5 -
+
180
niets vermeld betekent niet geanalyseerd < streefwaarde > streefwaarde en < halve som streef- en interventiewaarde > halve som streef- en interventiewaarde en < interventiewaarde > interventiewaarde gehaltes in grond in mg/kg d.s.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 19 van 22
Tabel 13:
Toetsingsresultaten grond Grond
monster meter –mv bijmenging locatie metalen zink
201B 0,3-0,8 -
202B 0,5-1,0 nader onderzoek zink verontreiniging
-
Verklaring van tekens:
51
-
29
niets vermeld betekent niet geanalyseerd < streefwaarde + > streefwaarde en < halve som streef- en interventiewaarde ++ > halve som streef- en interventiewaarde en < interventiewaarde +++ > interventiewaarde gehaltes in grond in mg/kg d.s.
In de toplaag van de vaste bodem B101, B104 en B105 zijn licht verhoogde gehaltes aan zink gemeten. Ter plaatse van de boringen B102 en B103 is geen verhoogd gehalte aan zink gemeten. De verontreiniging met zink beperkt zich derhalve tot twee spots met een beperkte omvang (B35 en B40). In de ondergrond van de vaste bodem (monster 201B en 202B) zijn geen verhoogde gehaltes aan zink aangetoond. Op basis van de resultaten van het aanvullend en nader onderzoek naar het verhoogde gehalte aan zink dat in het verkennend bodemonderzoek is aangetoond wordt geconcludeerd dat ter plaatse geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (minder dan 25 m³ sterk verontreinigde grond). Nader onderzoek ondergrondse huisbrandolietank 10 m³ Ter plaatse van de ondergrondse tank met een inhoud van 10 m³ is ter plaatse van boring B7 een sterke olierespons waargenomen. In zowel de vaste bodem als in het grondwater zijn sterk verhoogde gehaltes aan minerale olie en aromaten aangetoond. De aangetoonde gehaltes hebben aanleiding gevormd om de verontreiniging zowel in de vaste bodem als in het grondwater nader in kaart te brengen. Voor de verticale afperking is boring B7 herplaatst en doorgezet tot circa 4,25 meter –mv (B109). In het boorgat van deze boring is een peilbuis geplaatst voor de bemonstering van de diepere grondwaterlaag (3,5 tot 4,0 meter –mv). Een grondmonster van de zintuiglijk als schoon beoordeelde ondergrond en het grondwater zijn geanalyseerd op de aanwezigheid van minerale olie en aromaten. Voor de horizontale afperking van de verontreiniging zijn op een afstand van circa 5 meter afstand rond boring B7 drie afperkende boringen verricht tot circa 1,0 meter onder het oppervlakkig grondwaterniveau (B106 t/m B108). In het boorgat van deze boringen is een peilbuis geplaatst voor de bemonstering van het grondwater. Drie grond- en drie grondwatermonsters zijn geanalyseerd op de aanwezigheid van minerale olie en aromaten. Voor de boorprofielbeschrijvingen wordt verwezen naar bijlage 7 en zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel 14: boring B106 B107 B108 B109
Geconstateerde bijmengingen traject 0,08-2,5 0,0-0,5 0,5-2,25 0,0-0,5 0,3-0,8 0,8-1,0 1,0-2,0 2,0-2,5 2,5-4,0 4,0-4,25
grondslag zeer fijn (humeus, siltig) zand zeer fijn humeus en siltig zand zeer fijn (humeus) zwak siltig zand zeer fijn (humeus) zwak siltig zand zeer fijn zwak siltig zand zeer fijn zwak siltig zand zeer fijn zwak siltig zand zeer fijn zwak siltig zand zeer fijn zwak siltig zand zeer fijn zwak siltig zand
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
puin zwak puinhoudend -
olierespons matige olierespons sterke olierespons matige olierespons zwakke olierespons -
pagina 20 van 22
De analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters zijn opgenomen in bijlage 8; de analyseen toetsingsresultaten zijn samengevat in de tabel 15 en 16. Tabel 15:
Toetsingsresultaten grond
boring filterstelling in m –mv drijflaag locatie aromatische kwst. benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen minerale olie naftaleen*
Tabel 16:
Grond 107C 108D 1,0-1,5 1,5-2,0 ondergrondse tank 10 m³
106C 1,0-1,5 -
# -
< 0,05 < 0,05 < 0,05 0,07 < 50 < 0,05
# -
< 0,05 < 0,05 < 0,05 0,07 < 50 < 0,05
# + -
< 0,05 < 0,05 < 0,05 0,07 400 < 0,05
109J 4,0-4,25 -
# -
< 0,05 < 0,05 < 0,05 0,07 < 50 0,18
Toetsingsresultaten grondwater
peilbuisnummer filterstelling in m –mv drijflaag locatie aromatische kwst. styreen benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen minerale olie naftaleen
Grondwater Pb107 Pb108 0,25-2,25 1,0-3,0 ondergrondse tank 10 m³
Pb106 0,5-2,5 -
# -
< 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 0,3 < 100 < 0,2
Verklaring van tekens: + ++ +++ #
# +
< 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 0,3 < 100 0,5
# -
< 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 0,3 < 100 < 0,2
Pb109 3,5-4,0 -
+ + -
< 0,2 < 0,2 < 0,2 1,3 5,4 210 < 0,2
niets vermeld betekent niet geanalyseerd < streefwaarde > streefwaarde en < halve som streef- en interventiewaarde > halve som streef- en interventiewaarde en < interventiewaarde > interventiewaarde betreft de minimale rapportagegrens conform het SIKB protocol voor somparameters, van de som zijn geen van deze individuele parameters verhoogd aangetoond gehaltes in grond in mg/kg d.s.; gehaltes in het grondwater in µg/l
In de zintuiglijk als schoon beoordeelde grondlaag rond het oppervlakkig grondwater ter plaatse van boring B108 (monster 108D; grondlaag van 1,5 tot 2,0 meter –mv) is een licht verhoogd gehalte aan minerale olie aangetoond. In de grondlaag rond het oppervlakkig grondwaterniveau ter plaatse van de afperkende boringen B106 en B107 zijn geen verhoogde gehaltes aan minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen of naftaleen gemeten. In de zintuiglijk als schoon beoordeelde ondergrond ter plaatse van boring B109 (monster 109J; grondlaag 4,0 tot 4,25 meter –mv), het monster dat genomen is voor de verticale afperking, zijn eveneens geen verhoogde gehaltes aan minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen of naftaleen gedetecteerd. De verontreiniging die bij het verkennend bodemonderzoek ter plaatse van boring B7 is aangetoond, is met het nader bodemonderzoek afgeperkt. In het grondwater ter plaatse van peilbuis Pb107 is een spoortje aan naftaleen gemeten. In het grondwater ter plaatse van de peilbuizen Pb106 en Pb108 zijn geen verhoogde gehaltes aan minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen of naftaleen aangetoond. In het grondwater ter plaatse van peilbuis Pb109, de peilbuis voor de verticale afperking van de verontreiniging, zijn licht verhoogde gehaltes aan minerale olie en xylenen aangetoond. De verontreiniging met minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en naftaleen in het grondwater is met het nader onderzoek afgeperkt. De verontreiniging met minerale olie, vluchtige aromatische koolwaterstoffen en naftaleen is met het nader bodemonderzoek afgeperkt. De omvang van de verontreiniging is beperkt tot één enkele boring. Derhalve is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging (minder dan 25 m³ sterk verontreinigde grond en minder dan 100 m³ sterk verontreinigd grondwater).
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 21 van 22
11
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Uit de resultaten van het verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op het perceel Gestelseweg 8 te Esch, kadastraal bekend onder gemeente Esch, sectie B, nummer 901, blijkt dat de bodem ter plaatse van de gereinigde ondergrondse huisbrandolietank met een inhoud van 10.000 liter sterk verontreinigd is met minerale olie. De betreffende verontreiniging is bij de reiniging van de tank door ISO-tank reeds aangetoond. De verontreiniging is zowel in de vaste bodem als in het grondwater aangetroffen. De sterke verontreiniging heeft aanleiding gevormd voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek. Met het nader onderzoek is de verontreiniging afgeperkt. De sterke verontreiniging is slechts in één enkele boring aangetoond. Gezien de beperkte omvang (minder dan 25 m³ sterk verontreinigde grond en minder dan 100 m³ sterk verontreinigd grondwater) is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Bij de reiniging van de tank met een inhoud van 5 m³ was door ISO-tank eveneens een verontreiniging geconstateerd. Bij deze tank, evenals bij de vermoedelijke ligging van de tank met een inhoud van 3 m³, zijn bij het huidige onderzoek geen noemenswaardige verontreinigingen met de onderzochte parameters aangetoond. In de puinhoudende toplaag is plaatselijk een matig verhoogd gehalte aan zink gemeten. Uit de resultaten van het afperkend onderzoek blijkt dat de verontreiniging zich beperkt tot twee spots met een beperkte omvang (twee separate boorpunten). Derhalve is geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Het overige terreindeel is niet geheel vrij van verontreinigingen, de aangetoonde gehaltes zijn echter dermate gering dat, ons inziens, geen aanleiding bestaat voor het uitvoeren van een aanvullend of nader bodemonderzoek. Op basis van de resultaten bestaan geen milieuhygiënische bezwaren tegen de ontwikkeling van de onderzoekslocatie. Echter, indien in de toekomst grondverzet plaats zal vinden bij de 10.000 liter tank of ter plaatse van de aangetoonde zinkverontreiniging dient dit in overleg met het bevoegd gezag, zijnde de gemeente Haaren, en onder milieukundige begeleiding plaats te vinden. Opgemerkt wordt dat wij slechts een adviserende taak hebben en dat het bevoegd gezag de noodzaak tot de uitvoering van nader of aanvullend onderzoek vaststelt. Alhoewel het onderzoek met de grootst mogelijke nauwkeurigheid en conform de daarvoor opgestelde normen en richtlijnen is uitgevoerd dient opgemerkt te worden dat een bodemonderzoek slechts bestaat uit een steekproef waarbij een relatief gering aantal boringen en analyses wordt uitgevoerd. Niet geheel uitgesloten kan worden dat op de locatie een verontreiniging aanwezig is die bij dit onderzoek niet is aangetroffen.
Verkennend en nader bodemonderzoek Gestelseweg 8 te Esch
pagina 22 van 22
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
bentoniet afdichting
filter
Bijlage: 3
Boring:
01
Boring:
02
GWS: Opmerking:
100
GWS: Opmerking:
90
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin
0
0 1
-25
1 2 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige
-50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, neutraalbeige
2
3
100
-100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige
3
4
150
150 4
5
200
-200
200 5 -250
250
Boring:
03
Boring:
04
GWS: Opmerking:
90
GWS: Opmerking:
150
0
0 1
-25
2 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbruin
-50
50
3
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbruin 2
-100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige
-100
100
4
Zand, zeer fijn, zwak siltig, bruinbeige 3
150
-150
150 5
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 4
-200
200
Zand, zeer fijn, zwak siltig, uiterst puinhoudend, neutraalbeige, minikraan
1
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, neutraalbeige
100
0
0
200
-200
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
1 / 13
Bijlage: 3
Boring:
05
Boring:
06
GWS: Opmerking:
150
GWS: Opmerking:
150
0
0
1
-15
2
-30
Zand, zeer fijn, uiterst puinhoudend, neutraalbruin, minigraver
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, uiterst puinhoudend, neutraalbeige, minikraan
1
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbruin
3
-50
50 2
-70 -80
4 100
-100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, neutraalbeige
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbruin Zand, zeer fijn, zwak siltig, beigebruin
3 -100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige 5
4
150
-150
150
Zand, zeer fijn, neutraalbeige
6
5
200
-200
200 7 -250
250
Boring:
07
Boring:
08
GWS: Opmerking:
130
GWS: Opmerking:
130
0 -8
0 1
-30
50
klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak puinhoudend, zwakke olie-water reactie, zwakke oliegeur, bruinbeige
2
0 -8
0
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 1 -40
50
2
-60
-70
3 -100
100
-150
150
Zand, zeer fijn, zwakke olie-water reactie, zwakke oliegeur, neutraalbruin
5 200
Zand, zeer fijn, zwak puinhoudend, neutraalbruin Zand, zeer fijn, beigegeel
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak puinhoudend, sterke olie-water reactie, sterke oliegeur, bruin
3 -100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matige olie-water reactie, matige oliegeur, bruinbeige
4
klinker
Veen, zwak zandig, donkerbruin 4 -150
150
Zand, zeer fijn, zwak humeus, zwak siltig, neutraalbruin 5
200
-200
6 -230
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
2 / 13
Bijlage: 3
Boring:
09
Boring:
10
GWS: Opmerking:
130
GWS: Opmerking:
140
0 -8
0
klinker
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbruin
Zand, zeer fijn, neutraalbeige
1
1
-30
Zand, zeer fijn, beigegeel 50
-50
50
2
Zand, zeer fijn, zwak siltig, beigebruin 2
-80
Zand, zeer fijn, beigegeel 100
-100
100
3
Zand, zeer fijn, zwak siltig, bruinbeige 3
-130
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, beigebruin
4
150
-150
150
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige
-170
4
Zand, zeer fijn, beigebruin 5 -200
200
-200
200
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 5
250 6 -290
Boring:
11
Boring:
GWS: Opmerking:
12
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin 1
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin 1
-50
50
0
0
50
-50
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
3 / 13
Bijlage: 3
Boring:
13
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
Boring:
14
GWS: Opmerking:
90 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
1
1 -50
50
-50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige 2
100 3 150 4 -200
200
Boring:
15
Boring:
GWS: Opmerking:
16
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin 1
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak koolhoudend, donkerbruin
1 -50
50
0
0
50
-50
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
4 / 13
Bijlage: 3
Boring:
17
Boring:
GWS: Opmerking:
100
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak koolhoudend, donkerbruin
1 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
18
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak koolhoudend, donkerbruin
1 -50
50
2 -100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige 3 -150
150
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 4
200
-250
250
Boring:
19
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
Boring:
20
GWS: Opmerking:
100
1
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin 1
-50
50
0
0
50 2 -100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, beigebruin 3
150 4 200
-200
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
5 / 13
Bijlage: 3
Boring:
21
Boring:
GWS: Opmerking:
22
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, oranjebruin
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
1 -50
50
Boring:
1 -50
50
23
Boring:
GWS: Opmerking:
24
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin 1
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 1
-50
50
0
0
50
-50
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
6 / 13
Bijlage: 3
Boring:
25
Boring:
GWS: Opmerking:
100
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin
26
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin
1
1 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, beigebruin
-50
50
2 -100
100
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 3
150 4 -200
200
Boring:
27
Boring:
GWS: Opmerking:
28
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 1
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 1
-50
50
0
0
50
-50
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
7 / 13
Bijlage: 3
Boring:
29
Boring:
GWS: Opmerking:
30
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin
1
-10
grind volledig puin, stootijzer
2
-25
Zand, zeer fijn, neutraalbeige
-50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
0
0
1
3 -50
50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, lichtbruin 4 -100
100
Boring:
31
Boring:
GWS: Opmerking:
140
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, bruinbeige
32
0 -8
0
klinker Zand, zeer fijn, neutraalbeige
1
1
-40 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, beigebruin
50
2
-50
Zand, zeer fijn, zwak puinhoudend, lichtbruin
2 100 3 -150
150
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 4 -200
200
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
8 / 13
Bijlage: 3
Boring:
33
Boring:
GWS: Opmerking:
130
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin
34
0 -8
0
1
Zand, zeer fijn, zwak puinhoudend, beigebruin
1 -50
50 2
-75
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
klinker
-50
50
Zand, zeer fijn, neutraalbeige
3 100 4 150 5 -200
200
Boring:
35
GWS: Opmerking: 0 -8
0
36
GWS: Opmerking:
150
-50
0 -8
0
Zand, zeer fijn, zwak puinhoudend, beigebruin
1 50
klinker
Boring:
klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige
1 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, bruinbeige 2 -100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, beigebruin 3 -150
150
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 4
200
250
300
-300
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
9 / 13
Bijlage: 3
Boring:
37
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, donkerbruin
Boring:
38
GWS: Opmerking:
150 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin
1
1 -50
50
-50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbruin 2
100 3 -120
Zand, zeer fijn, zwak siltig, geelbeige
4 -150
150
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 5 -200
200
Boring:
39
Boring:
GWS: Opmerking:
40
GWS: Opmerking: 0
0
grind
-10
Zand, zeer fijn, zwak siltig, bruinbeige
1 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbruin
0 -5
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig puinhoudend, neutraalbeige
1 50
tegel
-50
2 -100
100
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
10 / 13
Bijlage: 3
Boring:
41
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin
Boring:
42
GWS: Opmerking:
140 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, donkerbruin
1
1 -50
50
50 2 -75
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 100
3 -125
Zand, zeer fijn, lichtbruin 4
150
-175
Zand, zeer fijn, neutraalbeige
5 -200
200
Boring:
43
Boring:
GWS: Opmerking:
44
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 1
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak roesthoudend, neutraalbruin
1 -50
50
0
0
50
-50
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
11 / 13
Bijlage: 3
Boring:
45
Boring:
46
GWS: Opmerking:
100
GWS: Opmerking:
100
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, zwak koolhoudend, neutraalbruin
1 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak roesthoudend, neutraalbeige
0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 1 -50
50
Zand, zeer fijn, zwak siltig, matig humeus, bruin
2
2 -100
100
Zand, zeer fijn, zwak siltig, neutraalbeige
100
3
3
150
-150
150
Zand, zeer fijn, bruinbeige
4 -200
200
Boring:
4 -200
200
47
Boring:
GWS: Opmerking:
48
GWS: Opmerking: 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 1
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 1
-50
50
0
0
50
-50
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
12 / 13
Bijlage: 3
Boring:
49
GWS: Opmerking:
100 0
0
Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, neutraalbruin 1
50 2 -70
Zand, zeer fijn, zwak siltig, beigebruin
3 100 4 -150
150
Zand, zeer fijn, neutraalbeige 5 -200
200
Projectcode:
10522
getekend volgens NEN 5104
Projectnaam:
Gestelseweg 8 te Esch
Schaal:
1: 40
Boormeester:
tw/rr
Pagina:
13 / 13