I
1 3 . 0 0 0 1 5 6 0
Afd.
Afd. t
Veiligheidsl
. Brabant ® Zukioöiť
GemeenteOirschot
VERG
MO
RO
PLI8L f
ř
n\
hd p&o
~ ļF Ą
K
I N G E K Q f 1LN
î
!
5 A P R 2013 Retouradres, Postbus 242, 5600 AE Eindhoven
Aan de Colleges van B&W van de in VRBZO saneríweŕkende gemėentĜn
Financieel Beleid en Beheer Onderwerp
Ontwerpbegroting 2014 VRBZO Geacht college,
Datum
4 april 2013 Algemeen.
Uw brief van
Hiermee sturen wij u de ontwerpbegroting 2014 en de meerjarenraming 2014-2017 van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO).
Uw kenmeŵ
De ontwerpbegroting 2014 is opgesteld overeenkomstig de uitgangspunten, zoals opgenomen in de Kadernota 2104, vastgesteld door het Algemeen Bestuur in zijn
Behandeld door
vergadering van 29 maart 2013.
dhr. A.A.M. van Mullekom Telefoon
Overeenkomstig de Wet gemeenschappelijke regelingen dienen gemeenschappelijke regelingen vóór 15 juli van het jaar, voorafgaand aan het begrotingsjaar, een door het
Ons kenmerk
Algemeen Bestuur vastgestelde begroting en meerjarenbegroting aan Gedeputeerde
13.U.01522
Staten aan te bieden. Ook Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is hieraan gebonden.
Aantal bijl agen
VRBZO zit nog volledig in het besluitvormingstraject rondom de regionalisering van de
1
brandweer. Hierdoor zijn wij niet in staat om vóór 15 juli 2013 een volledig, door het
In afschrift aan
Algemeen Bestuur, de gemeenten gehoord hebbende, goedgekeurde begroting te presenteren. Om toch te voldoen aan de wettelijke termijnen treft u hierbij een begroting 2014 en een meerjarenbegroting 2015-2017 aan. Hierbij wordt uitgegaan van het feit dat VRBZO in 2014 nog niet geregionaliseerd is en het beleid ongewijzigd is. Zodra volledige instemming is bereikt over de nieuwe begroting 2014 van de VRBZO na regionalisering, zal dit via een wijziging van de begroting 2014 aan het Algemeen Bestuur, de deelnemende gemeenten gehoord hebbende, ter goedkeuring worden voorgelegd.
O p b o u w b e g r o t i n g 2014. De structuur van de begroting 2014 is, vooruitlopend op de regionalisering, gebaseerd op het nieuwe model, echter zonder de geregionaliseerde brandweertaken en de daarmee samenhangende kosten. De begroting is opgebouwd uit een drietal programma's met daarin een zevental
Bezoekadres
Deken van Somerenstraat 2
programmaproducten:
5611 KX Eindhoven
P r o g r a m m a 1 : Brandweerzorg
Telefoon (040) 2 608 608
»
incidentbestrijding;
[email protected]
®
risicobeheersing.
www.veiligheidsregiobzo.nl
P r o g r a m m a 2: Z o r g en Veiligheid «
ambulancezorg;
®
geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR);
®
crisisbeheersing;
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is een organisatie waarin brandweer, GHOR en RAV (Regionale Ambul ancevoorziening) samenwerken om incidenten en rampen te voorkomen, beperken en bestrijden.
Postadres
Postbus 242 5600 AE Eindhoven
s
bevolkingszorg;
*
gemeenschappelijke Meldkamer.
P r o g r a m m a 3: F inanciering »
financiering en algemene dekkingsmiddelen.
Onder de programmaproducten zit de verdere detaillering van de daaronder vallende activiteiten waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt in Regionale Brandweer, Brandweer Eindhoven en Brandweer Helmond. Daarnaast wordt de toerekening van de overhead naar het niveau van de programmaproducten getild, waardoor deze herverdeling aanzjėnlijk vereenvoudigd wordt. In de begroting 2014 is noch informatie over going concemtaken met beperkte financiële consequenties, noch over regionalisering van de gemeentelijke brandweertaken 8
opgenomen. In de nog nader uit te werken 1 wijziging van de begroting 2014 krijgen deze consequenties meer aandacht.
B e z u i n i g i n g e n 2012-2013 In voorliggende ontwerpbegroting 2014 zijn de door VRBZO voorgestelde bezuinigingen verwerkt, met uitzondering van de bezuiniging als gevolg van het opheffen van het regionaal duikteam. Ten tijde van het opstellen van de ontwerpbegroting 2014 was hierover nog geen besluit genomen. Op 29 maart 2013 heeft het Algemeen Bestuur, de zienswijze van de gemeenten gehoord hebbende, besloten het duikteam op te heffen. Zodra dit is geëffectueerd zal dit in een wijziging van de begroting financieel worden vertaald.
Uitvoering gevende aan het gestelde in de Wet Gemeenschappelijke Regeling stellen wij u in de gelegenheid op de ontwerpbegroting 2014 met de meerjarenraming 2014-2017 te reageren. Wij nodigen u uit eventuele op- en/of aanmerkingen uiterlijk 31 mei a.s. aan ons kenbaar te maken. Definitieve vaststelling van de begroting 2014 vindt plaats in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 14 juni 2013.
Financieel Beleid en Beheer Onderwerp
Ontwerpbegroting 2014 VRBZO Ons kenmerk
13.U.01522
mg
mum
m
m
u
^ B r a b a n t aZuidoost
VeiligheiasRegio
Ra ort PP
Bedrijfsvoering Datum
Ontwerpbegroting 2014
Status
Concept Versie
1.1
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost
Ontwerpbegroting 2014 Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost
Colofon Opdrachtgever Algemeen Bestuur VRBZO Auteur(s) dhr. H.A.D. Burg dhr. A A M , , van Mullekom Eindredactie dhr. L.H.M. Arts
Versie:
1.10
Ontwerpbegroting 2014 Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost
Versie:
1.10
Inhoudsopgave "\
^\ICJôlTl©©n i g i i a m i
iiimiii
iiaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiigniiii»
i
lamiiiiii
6
1.1
Inleiding
6
1.2
Opbouw begroting 2014
8
2
Bestuurlijke ontwikkelingen
9
2.1
Regionalisering gemeentelijke brandweerzorg
2.2
Ontwikkelingen G M K
2.3
GHOR
3
~
9 9 10
Personeel
11
3.1
Algemeen
11
3.2
Vrijwilligers in dienst
11
3.3
Invoering werkkostenregeling
12
4
^Organisatie
N i
«
i
«
»i»
«
^3
4.1
Algemeen
13
4.2
Bedrijfsvoering S Samenwerking
13
4.3
Regionale voorzieningen
13
5
F I ľlĈinClön u i l
muga
ÍSÌ«««
IIIIIIIIIIIIIII
n
»
«1 5
5.1
Algemeen
15
5.2
Ontwikkeling gemeentefonds
15
5.3
Ontwikkeling Brede Doeluitkering
15
5.4
Monitor gemeentelijke bijdragen en kostenevaluatie
16
5.5 F rictie- en reorganisatiekosten
17
5.6
Bijdrage F onds Veiligheidsprojecten
17
5.7
Treasury
17
6
Financiële uitgangspunten begroting 2014 en Meerjarenraming 2015
201 If a a i i n t t a
B»«ai»BiB«««««"n«««í"m«nn«
••immiii
H «B «qiid««iini«niïim«nniniini"i 1 9
6.1
Algemeen
19
6.2
Loonkosten
19
6.3
Levering goederen en diensten door derden
20
6.4
Kapitaallasten
20
6.5
Tariefontwikkelingen inkomsten van derden
21
6.6
Ontwikkelingen gemeentelijke bijdragen
21
6.7
Piketregeling Bevolkingszorg
22
4 Versie: 1.1
7
Weerstandsvermogen 7.1
Algemeen
23
7.2
Risico's
23
7.3
Algemene Reserve
23
8
Overige beleidsontwikkelingen 2014 e.v
24
8.1
Algemeen
8.2
Veiligheid à Rendement
24
8.3
Programmafinanciering externe veiligheid
24
8.4
Openbaar Meldsysteem (OMS)
9
y
23
24
v
24
Programmabegrotîng 2014 VRBZO
27
9.1
Staat van reserves en voorzieningen 2014
28
9.2
Toelichting op de staat van reserves en voorzieningen 2014
29
9.3
Staat van gemeentelijke bijdragen 2014
33
9.4
Investeringsbegroting 2014-2017
34
9.5
Staat van personeel 2014
35
9.6
Meerjarenbegroting 2014-2017
36
5 Versie:
1.1
1
Algemeen 1.1
1.1.1
Inleiding Opstellen begroting.
Overeenkomstig de Wet gemeenschappelijke regelingen dienen gemeenschappelijke regelingen vóór 15 juli van het jaar, voorafgaand aan het begrotingsjaar een door het Algemeen Bestuur vastgestelde begroting en meerjarenbegroting aan Gedeputeerde Staten te hebben aangeboden. Ook de Veiligheidsŕegio Brabant-Zujdoost is hieraan gebonden. Echter de VRBZO zit nog volledig in het besluitvormingstraject rondom de regionalisering van de brandweer waardoor zeker vóór deze datum van 15 juli 2013 nog niet een volledig, door het Algemeen Bestuur, de gemeenten gehoord hebbende, goedgekeurde begroting kan worden gepresenteerd. Om toch te voldoen aan de wettelijke termijnen treft u hierbij aan een begroting 2014 en een meerjarenbegroting 2015-2017 waarin de VRBZO nog niet is geregionaliseerd in 2014 en die uitgaat van ongewijzigd beleid. Zodra volledige instemming is bereikt over de nieuwe begroting 2014 van de VRBZO na regionalisering zal dit via een wijziging van de begroting 2014 aan het Algemeen Bestuur, de deelnemende gemeenten gehoord hebbende, ter goedkeuring worden voorgelegd.
1.1.2 H oofdlijnen In de Kadernota 2014, zoals die is besproken door het Algemeen Bestuur in zijn vergadering van 29 maart 2013, zijn de financiële kaders vastgesteld voor de te bereiken doelen, in te zetten middelen en te volgen procedures van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) voor de ontwerpbegroting 2014 en de meerjarenbegroting 2015-2017 Het Algemeen Bestuur kon instemmen met de algemene financiële uitgangspunten inclusief de indexering van de gemeentelijke bijdrage conform de eerder door het Algemene Bestuur goedgekeurde methode van berekening.
2014 kent enkele belangrijke ontwikkelingen. Enerzijds het financiële kader als gevolg van loon- en prijsontwikkeling en de compensatie hiervoor door rijk, gemeenten en overige ketenpartners. Belangrijk zijn de gevolgen van de toekomstige korting op het BTW-compensatiefonds (BCF ); de invoering Wet hof en de evaluatie op de Wet veiligheidsregio's. Anderzijds de naderende regionalisering van de gemeentelijke brandweer die per 1 januari 2014 geëffectueerd dient te zijn.
De Eerste Kamer heeft op 25 september 2012 ingestemd met de wijziging van de Wet veiligheidsregio's waarmee de regionalisering van de gemeentelijke brandweer uiterlijk 1 januari 2014 dient te zijn uitgevoerd. De voorbereiding op de regionalisering is in de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, vooruitlopend op deze wetswijziging, in het najaar van 2011 gestart. Inmiddels is het organisatieplan "VRBZO 2014 Efficiënt, robuust en nabij" opgesteld wat de basis is voor de overdracht van de gemeentelijke brandweertaken en uitvoering daarvan in 2014 en komende jaren.
Aangezien het organisatieplan tevens de financiële en beleidsmatige kaders schept voor de overheveling van de gemeentelijke brandweertaken per 1 januari 2014 concentreert de ontwerpbegroting 2014 zich niet op beleidsontwikkelingen in de incidentbestrijding en risicobeheersing. De primaire begroting 2014 zal opgesteld worden conform going concern taken volgens de huidige organisatie. In een begrotingswijziging 2014 zal hier een wijziging op
6 Versie:
1.1
volgen waarin d e "nieuwe" organisatie zal zijn opgenomen. Deze kadernota beperkt zich tot beleidsontwikkelingen voor de Gemeenschappelijke Meldkamer, GHOR en RAV.
1.1.3 Bezuinigingen Uit het regeerakkoord "Bruggen Slaan" spreekt het huidige kabinet voornemens uit om aanvullende bezuinigingsmaatregelen te realiseren om te kunnen voldoen aan de Europese schuldennorm van maximaal ZVo. Deze bezuinigingen van het kabinet Rutte II bedragen ś 16 miljard over een periode van 5 jaar. In 2014 zijn de geplande bezuinigingen C 3,4 miljard. Dit bovenop eerdere bezuinigingen door het kabinet Rutte I welke al effectief zijn geworden 0
in 2012 of nog in 2013 geëffectueerd moeten worden. De verhoging van heťbtw-percentage met 2 A wordt voor de nietcompensabele taken van de Veiligheidsregio gecompenseerd via de rijksbijdrage BDUR, waarbij wordt opgemerkt dat: "Op grond van de budgettaire situatie besloten kan worden tot het gedeeltelijk of niet uitkeren van de prijsbijstelling" (Decembercirculaire, 2012, blz. 2). Tevens wordt opgemerkt dat het BTW-compensatiefonds weliswaar niet wordt afgeschaft per 1 januari 2014, maar dat de ingeboekte korting van 550 miljoen euro gehandhaafd blijft en op het 1
gemeentefonds wordt toegepast conform de verdeling van het BCF over gemeenten en provincies in de begroting 2 0 1 3 . Of daarnaast nog een extra korting wordt toegepast van 200 miljoen volgens het "samen trap op, trap af principe' als gevolg van de extra bezuinigingen van het Rijk (voorstellen februari 2013) is ten tijde van het opstellen van deze ontwerpbegroting 2014 nog niet duidelijk. De precieze effecten hiervan op de financiële kaders van de Veiligheidsregio zijn vooralsnog niet bekend en afhankelijk van de hoogte van de compensatie hiervoor vanuit de rijksbijdrage BDUR e n omgang van de gemeenten met de korting op het BCF in het kader van de gemeentelijke bijdrage aan de VRBZO.
1.1.4 Regionalisering 2014 zal vooral in het teken staan van de vorming van de nieuwe organisatie na regionalisering. Na een zorgvuldige voorbereiding hopen we op een soepele overgang. Voor verdere detaillering van de VRBZO na regionalisering met betrekking tot de overgekomen brandweertaken wordt verwezen naar het eerder genoemde organisatieplan.
1.1.5
Evaluatie Wet veiligheídsregio's
De evaluatie van de Wet veiligheidsregio's is in juni 2012 gestart. De evaluatie bestaat uit drie delen. Het onderzoek door de Inspectie V en J en het onderzoek door het Wetenschappelijke Onderzoek en Documentatie Centrum van V en J I onderzoeksbureau A E F wordt gevolgd door een overkoepelende en afsluitende evaluatie door de Evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio's. In dit proces is voorzien dat rond de zomer van 2013 de resultaten bekend zullen zijn. In de evaluatie zal ook aandacht worden besteed aan de hybride financieringsstructuur van de veiligheidsregio's. Als de resultaten van de evaluatie daartoe aanleiding geven, wordt de inhoud van het gecombineerde herijkingonderzoek naar het cluster O O V in het gemeentefonds en naar de BDUR hierop aangepast. De planning is thans dat de resultaten van het onderzoek niet eerder dan per 2015 kunnen worden ingevoerd en pas op z'n vroegst worden verwerkt in de meicirculaire 2014 voor het gemeentefonds en in de juni circulaire 2014 voor de BDUR.
Afgezien van de korting op het gemeentefonds zullen per 1 januari 2014, door de verplichte regionalisering, de brandweertaken niet meer btwcompensabel zíjn en Ís de btw niet meer te compenseren via de zogeheten transparantieregeling.
7 Versie: 1.1
1.2
Opbouw begroting 2014
De structuur van de begroting 2014 is, vooruitlopend op de regionalisering, gebaseerd op het nieuwe model, echter dan nog zonder de geregionaliseerde brandweertaken en daarmee samenhangende kosten. De begroting is opgebouwd uit een dríetal programma's met daarin een zevental programmaproducten als volgt weergegeven: Programma 1 Brandweerzorg «
Incidentbestrijding
»
Risicobeheersing
P r o g r a m m a 2 Z o r g en V e i l i g h e i d »
Ambulancezorg
»
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR)
»
Crisisbeheersing
*
Bevolkingszorg
»
Gemeenschappelijke Meldkamer.
P r o g r a m m a 3 Financiering o
Financiering en algemene dekkingsmiddelen.
Onder de programmaproducten zit de verdere detaillering van de daaronder vallende producten waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt in Regionale Brandweer, Brandweer Eindhoven en Brandweer Helmond. Daarnaast wordt de toerekening van de overhead naar het niveau van de programmaproducten getild waardoor deze herverdeling aanzienlijk vereenvoudigd wordt. In deze begroting 2014 is geen informatie over going concerntaken met beperkte financiële consequenties opgenomen en tevens geen informatie opgenomen voor de regionalisering van de gemeentelijke brandweertaken. In de nog nader uit te werken 1 wijziging van de begroting 2014 krijgen deze consequenties meer aandacht. e
Hoofdstuk 2 beschrijft de bestuurlijke ontwikkelingen met betrekking tot VRBZO. De hoofdstukken 3, 4 en 5 behandelen onderwerpen met betrekking tot personeel, organisatie en financiën. In hoofdstuk 6 staan de gehanteerde financiële uitgangspunten die zijn gebruikt bij het opstellen van de begroting voor 2014 en de meerjarenraming 2015-2017. Hoofdstuk 7 geeft kort aandacht aan de mogelijke risico's voor VRBZO in relatie tot de beschikbare financiële buffers om eventuele nadelen op te vangen. Hoofdstuk 8 geeft een opsomming van (nieuwe) ontwikkelingen met een financiële impact op de begroting 2014 en/of de meerjarenraming 2015-2017.
8 Versie:
1.1
2
Bestuurlijke ontwikkelingen 2.1
Regionalisering gemeentelijke brandweerzorg
In 2011 is een aanvang genomen met de afronding van de regionalisering van de gemeentelijke brandweerzorg. Door de ontwikkeling van de prospectieve foto van VRBZO ontstond een eerste inzicht in de kern van de ontwikkeling van dit 'eindperspectief. Na een verkennende fase binnen het project in de eerste maanden van 2012 is er een visie opgesteld om te komen tot een integraal organisatieplan. Tijdens de bestuursconferentie 2012 Tegelen zijn sterk richtinggevende uitspraken gedaan door de conferentie:
~
1.
De regionalisering dient op 1 januari 2014 afgerond te zijn;
2.
Binnen de regio dient er een gelijke basis brandweerzorg voor elke inwoner te zijn, met de mogelijkheid tot een pluspakket voor rekening van de afzonderlijke gemeente;
3.
De basis brandweerzorg dient daartoe adequaat te zijn ingericht;
4.
Daartoe is een uniforme financiering van de Veiligheidsregio noodzakelijk;
5.
Het bestuur streeft naar een onafhankelijk financiering van de Veiligheidsregio (een begroting met een verantwoordingslijn naar het Algemeen Bestuur);
6.
De omvang van de begroting van de Veiligheidsregio zal worden bepaald op basis van een goede referentiemethode waarvoor een 3-tal varianten zal worden vergeleken;
7.
Een voorstel voor de bepaling van de gemeentelijke bijdrage zal worden voorgelegd;
8.
Een gemeenschappelijke begroting voor de Veiligheidsregio is een randvoorwaarde voor de uitvoering van de inverdienopgave van het spreidingsplan. Deze inverdienopgave zal worden uitgevoerd binnen maximaal 3 jaar na moment van volledige regionalisering;
9.
Er zal een keuzematrix worden opgesteld voor kazernes met betrekking tot huren en kopen. Uitgangspunt hierbij is de beste oplossing voor wat betreft kosten en risico's, waarbij wel de lusten en lasten bij elkaar georganiseerd blijven;
10. Er wordt gepleit voor afschaffing van de hybride financiering.
De invulling en antwoorden op deze uitspraken zijn verwoord in het eerder genoemde organisatieplan "VRBZO 2014 Efficiënt, robuust en nabij".
2.2
Ontwikkelingen GMK
De Minister van Veiligheid en Justitie is voornemens om onder het ministerie van V&J een landelijke meldkamerorganisatie in te richten met maximaal 10 locaties. Op dit moment zijn veiligheidsregio's conform de Wet veiligheidsregio's verantwoordelijk voor het in stand houden van de gemeenschappelijke meldkamers. Middels een transitieakkoord met de regio's wil de minister deze verantwoordelijkheid overnemen. Inmiddels heeft de minister zijn integraal plan bekend gemaakt ten aanzien van alle politielocaties en meldkamerlocaties en hierover een brief gestuurd aan de Tweede Kamer. Ten aanzien van de meldkamers ligt deze bevoegdheid (nog) niet bij de minister. Dit houdt in dat wat betreft de locatiekeuze er sprake is van een voorstel.
9 Versie:
1.1
Voor de G M K Brabant-Zuidoost betekent deze ontwikkeling een verwachte samenvoeging met de G M K Brabant-Noord en wordt door het ministerie als toekomstige locatie de huidige locatie van de meldkamer Den Bosch genoemd. Dit sluit niet volledig aan op het voorstel dat door de voorzitters van de Veiligheidsregio's Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost aan de voorzitter van het Meerpartijenoverleg is gedaan. Om de transitie van het huidige meldkamerdomein naar een landelijke meldkamer op maximaal tien locaties vlot en op kwalitatief geborgde wijze te laten verlopen is centrale sturing en verantwoordelijkheid essentieel. In dat kader verwoordt het transitieakkoord dat de veiligheidsregio's zo spoedig mogelijk het beheer van de meldkamer opdragen aan de minister van V & J . De wettelijke verantwoordelijkheid voor het in stand houdèn van de meldkamer blijft tot wetswijziging bij de veiligheidsregio's. De beoogde samenvoeging heeft verregaande consequenties, met name ten aanzien van personeel, huisvesting en technische infrastructuur. De omvang van de kosten en financiering van de meldkamers zal de basis zijn voor het verleggen van de geldstromen. Dit zal per meldkamer en businesscase beoordeeld en vastgesteld moeten worden. Het uitgangspunt volgens het transitieakkoord is dat de bedragen worden overgeheveld die nu door de veiligheidsregio's aan de meldkamer worden uitgegeven. De financiering van de transitie- en frictiekosten dienen op rijksniveau belegd te worden.
2.3
GHOR
De verandering waarmee de GHOR te maken zal krijgen in 2014 heeft te maken met het vastgestelde crisisplan. Het vastgestelde crisisplan leidt tot andere functies in de opschaling. Dit betekent dat sommige operationele functies (volgens de kwalificatiedossiers) op een andere wijze zullen moeten worden beschreven en derhalve zal ook op een andere wijze invulling gegeven moeten worden aan de uitvoering hiervan. Voor deze nieuwe functies zullen nieuwe opleidingen ontwikkeld moeten worden en de GHOR functionarissen zullen opnieuw opgeleid c.q. bijgeschoold moeten worden. De financiële consequenties hiervan zijn vooralsnog niet precies duidelijk.
10 Versie:
1.1
3
Personeel 3.1
Algemeen
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost is feitelijk op 1 juli 2008 operationeel geworden. Op deze datum traden het brandweerpersoneel van de gemeenten Helmond (beroepspersoneel) en Eindhoven, de Regionale Brandweer en de medewerkers van GHOR, MKA en een deel van de RAV in dienst van VRBZO. Vanaf 2008 zijn meer gemeenten brandweertaken en personeel over gaan dragen naar de Veiligheidsregio. Dit gebeurde door middel van dienstverleningsovereenkomsten (DVO's). Per 1 januari 2011 zijn de vrijwilligers van de gemeente Helmond overgegaan naar de Veiligheidsregio en per 1 maart 2012 zijn ook de vrijwilligers van gemeente Best overgegaan naar de Veiligheidsregio. Vanaf 1 januari 2014 zullen daarbij de vrijwilligers van de andere gemeentelijke brandweerkorpsen en het resterend beroepspersoneel overkomen. De bestuurlijk vastgestelde formatie bedraagt 499 fte (conform personeelsbegroting 2013 peildatum 1 januari 2013) inclusief 109 vrijwilligers van de brandweerkorpsen van Helmond; Eindhoven en Best.
3.2
Vrijwilligers in dienst
Per 1 januari 2014 komen circa 850 vrijwilligers in dienst van de VRBZO. Bij het harmoniseren van arbeidsvoorwaarden, voorafgaand aan de overgang van het personeel van gemeenten naar VRBZO, is het gebruikelijk en wenselijk een sociaal plan op te stellen. In 2006/2007 is gebleken dat het niet haalbaar was om te komen tot een sociaal plan waarbij de 21 gemeenten op één lijn zaten. Om die reden is bij de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden voor de vrijwilligers voor een andere procedure gekozen. Bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden gelden de bepalingen uit de CAO. Op dit moment bestaan verschillen in de wijze waarop de arbeidsvoorwaarden door gemeenten worden toegepast. Er is onder de te regionaliseren gemeenten een inventarisatie gemaakt van de verschillen in deze toepassing van de arbeidsvoorwaarden, aanvullende regelingen en lokale gebruiken. Deze inventarisatie leidt tot inzicht in verschillen op de volgende onderwerpen: »
De wijze waarop wordt afgerond (vooral van belang bij de minimumduur per oproep).
e
Vergoeding per oproep, ook als die niet tot een inzet leidt.
«
De toerekening aan oefenuren (laag tarief) of uitrukuren (hoog tarief).
«
Tijdelijke en vaste aanstelling/bevorderingen.
®
Protocol bij keuringen en ziek zijn.
»
Betalingsfrequentie.
*
Diverse vergoedingen (overige werkzaamheden, piket, kazernering).
Na regionalisering is er geen recht meer op het blijven toepassen van eigen afrondingen en lokale gebruiken. Binnen VRBZO is na regionalisering sprake van één norm per onderwerp die leidend is voor alle vrijwilligers die in dienst komen van VRBZO. Bij de vaststelling van deze normen is, naast de gegevens van de 21 deelnemende gemeenten, ook gekeken naar de normering bij enkele andere, reeds geregionaliseerde veiligheidsregio's. De voornaamste
11 Versie:
1.1
arbeidsvoorwaarden voor de vrijwilligers die over komen naar de VRBZO per 1 januari 2014 zijn beschreven in het organisatieplan.
3.3
Invoering werkkostenregeling
Vanaf 1 januari 2011 is de werkkostenregeling van kracht met een overgangsregeling tot uiterlijk 1 januari 2014. Recent is bekend geworden dat de ingangdatum is verschoven naar 1 januari 2015 waarbij is aangegeven dat nog wordt gesleuteld aan wijzigingen in de regeling. VRBZO is wel voornemens in 2014 de administratie dusdanig in te richten dat getoetst kan worden of op basis van de nu bekende regelgeving wordt voldaan aan de opgelegde criteria.
De werkkostenregeling houdt in dat voorzieningen en verstrekkingen ten behoeve van het personeel worden belast, òf bij de werknemer òf bij de werkgever. Met deze regeling kunnen werkgevers 1,4 Zo van het totale fiscale loon besteden aan 0
onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor werknemers. Vanaf 1 januari 2013 is de vrije ruimte verhoogd naar 1,5 Zo. 0
In de oorspronkelijke planning zou in 2014 de vrije ruimte wederom worden verhoogd met 0,1 Zo tot 1,6 Zo. Echter is in het o
0
regeerakkoord "Bruggen slaan" nadrukkelijk benoemd dat deze verhoging ingetrokken wordt. Vergoedingen en verstrekkingen boven deze 1,5 Zo worden met 80 Zo loonbelasting belast. De werkkostenregeling heeft een forfaitair 0
0
karakter. Dit wil zeggen dat VRBZO per 1 januari 2014 1,5 Zo van de totale fiscale loonsom kan besteden aan onbelaste 0
vergoedingen en verstrekkingen voor medewerkers. Deze vrije ruimte is dus niet individueel en hoeft ook niet per medewerker te worden berekend of geadministreerd.
Voor werkgevers met veel (brandweer)vrijwilligers op de loonlijst is dit een relatief ongunstige regeling. Immers de vrijwilligers dragen slechts voor een klein deel bij aan de loonsom (en daarmee aan de vrijstelling van 1,5Vo), maar de kosten voor voorzieningen en verstrekkingen zijn voor hen in veel gevallen gelijk aan de kosten van beroepspersoneel. Daarnaast geldt voor vrijwilligers dat een deel van hun vergoedingen fiscaal als onkostenvergoeding (dus onbelast) wordt gezien. Dit uitgangspunt wordt verlaten in de nieuwe werkkostenregeling. Daarbovenop geldt voor een veiligheidsregio dat de vrijstelling van 1,5 Zo wordt berekend over de fiscale loonsom, waarin de loonkosten van de niet-actieven niet 0
mogen worden opgenomen. De loonkosten van de brandweermedewerkers die gebruik maken van overgangsrecht functioneel leeftijdsontslag tellen dus niet mee voor de bepaling van de hoogte van de vrijstelling.
Over bovenstaande zaken heeft op landelijk niveau overleg plaatsgevonden met het ministerie. Hier is aangegeven dat er geen uitzonderingen worden gemaakt op deze regeling n.a.v. de aard van een organisatie en haar medewerkers. Wat deze nieuwe regeling gaat betekenen voor de huidige wijze van administreren is vooralsnog onduidelijk en zal in 2013/2014 verder vorm worden gegeven.
12 Versie:
1.1
4
Organisatie 4.1
Algemeen
De overgekomen brandweertaken zullen per 1 januari 2014 volledig door Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost worden uitgevoerd. 2014 zal in het teken staan om deze taken op een juiste en efficiënte manier in te vullen. In 2014 zullen enkele bedrijfskritische processen voor het eerst gebruikt gaan worden door het overgekomen personeel. Hierin dient de organisatie VRBZO zich flexibel op te stellen om deze processen effectief eagebruiksvriendelijk in te richten. De bezuinigingen in 2013 zijn vooralsnog niet volledig vastgesteld en verwerkt in de budgetten. De gevolgen van deze bezuinigingen zullen ook in 2014 doorwerken. Dit brengt risico's met zich mee voor de flexibiliteit en effectiviteit van de interne organisatie en met name de bedrijfsvoering.
4.2
Bedrijfsvoering â Samenwerking
De overhead van VRBZO is beperkt. Tegelijkertijd is een lage overhead geen doel op zich wanneer door de kleinschaligheid de bedrijfsvoering gevaar loopt. Momenteel is het aandeel van bedrijfsvoering minder dan W/a van de formatie (personeelsbegroting 2013). Als organisatie proberen we de kwetsbaarheid zo beperkt mogelijk te houden. Dit doen we door bedrijfskritische processen zo efficiënt mogelijk in te richten en klantvriendelijk te maken middels Lean Six Sigma projecten en andere procesoptimalisaties. Daarnaast vooral door het zoeken van samenwerking met partners zoals Veiligheidsregio Brabant-Noord. Het voorbeeld volgend van de vorming van de Nationale Politie is er al contact gezocht met Veiligheidsregio Brabant-Noord over de vraag in hoeverre deze twee organisaties elkaar ten dienste kunnen zijn. Voorsorterend op een in de toekomst mogelijke verregaande samenwerking wordt er veelvuldig afstemming en contact met elkaar gezocht.
4.3
Regionale voorzieningen
4.3.1 Veiligheidsregio ín perspectief (VRIP) In juni 2011 is een plan van aanpak aan het Algemeen Bestuur aangeboden over de wijze waarop de gemeenten tot een gezamenlijk beeld kunnen komen over welke gemeentelijke brandweergerelateerde 3P-taken voor regionalisering in aanmerking komen. In augustus 2012 heeft het RMT van VRBZO een visie opgesteld voor wat betreft de taakopvatting van de brandweer bij omgevingsrecht welke in het A B van 25 oktober 2012 is behandeld. Deze visie is opgesteld in een tijd die zich kenmerkt door heroverwegingen die divers van karakter zijn met betrekking tot het omgevingsrecht. De zoektocht naar een andere balans in de verantwoordelijkheden van private en publieke organisaties is er een van. Belangrijke wat betreft het bevoegde gezag op het terrein van vergunningverlening is het voorstel voor een Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geweest. Hierbij wordt de omgevingsvergunning geregeld, die een geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu omvat. Gelet op de specialistische kennis die hiervoor nodig is, zal de veiligheidsregio de brandweeradviestaken op de terreinen proactie en preventie voor een groot deel op zich nemen (Oplegnotitie A B 25 oktober 2 0 1 2 1 memorie van toelichting Wet veilighęidşregio's)- Er zijn een aantal redenen waarom er specifieke taken binnen het omgevingsrecht zijn die zich niet
13 Versie:
1.1
lenen voor uitname uit de veiligheidsketen en het best door de brandweer uitgevoerd worden. Deze worden verwoord in de "visie taakopvatting brandweer bij omgevingsrecht" welke in het A B 25 oktober 2012 is behandeld en de uitwerking is van de Wet veiligheidsregio's.
4.3.2 Regionale Uitvoeringsdiensten Taken op het vlak van vergunningverlening, toezicht en handhaving worden vanaf 2013 voor een deel uitgevoerd in regionale uitvoeringsdiensten (RUD's). Hierin werken experts van gemeenten en provincie samen o m burgers en bedrijven goed en snel van dienst te zijn. Met name aan complexe en bovenlokale vraagstukken. Met de invoering van regionale uitvoeringsdiensten moet de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving verbeteren. Minder complexe en lokale aangelegenheden blijven bij de gemeenten. De samenwerking moet leiden tot minder regels, snellere procedures, meer kwaliteit en een betere dienstverlening. Uit het overleg tussen de RUD Brabant met VRBZO blijkt dat de visie op het basistakenpakket (zie paragraaf 4.3.1) een goed instrument vormt om de samenwerking tussen de RUD en VRBZO, gericht op dienstverlening in relatie tot onder andere het WABO-advies aan gemeenten, gestalte te geven. Dit betekent echter nog niet dat de omgevingsdienst Zuidoost Brabant ^ R U D ) de "visie taakopvatting brandweer bij omgevingsrecht" als uitgangsdocument hanteert. Op basis van de taak en rol van de brandweer i.r.t. het omgevingsrecht heeft de provincie Noord-Brabant met de drie veiligheidsregio's een dienstverleningsovereenkomst afgesloten over het verzorgen van het brandveiligheidsadvies en het bijbehorende toezicht en handhavingsadvies voor die objecten I inrichtingen waar de provincie bevoegd gezag is. Bij het overgaan van de taken van de provincie naar de regionale uitvoeringsdiensten heeft de provincie te kennen gegeven dat zij de afspraken, opgenomen in de genoemde dienstverleningsovereenkomst met de veiligheidsregio's, bij voorkeur gehandhaafd wil zien.
14 Versie:
1.1
5
Financiën 5.1
Algemeen
De Nederlandse economie is in 2 0 1 2 gekrompen met 1 Zo. Naar schatting zal de economie in 2 0 1 3 nog eens met 0,6 Zo 0
0
krimpen (DNB; 10 december 2 0 1 2 ) . In 2 0 1 4 volgt een voorzichtig herstel en kan de groei uitkomen op 1 Zo. Door de 0
minder gunstige raming sinds het derde kwartaal van 2 0 1 2 heeft het kabinet Rutte II in het regeerakkoord aanvullende bezuinigingen opgesteld. Echter zal volgens de laatste raming het tekort in 2 0 1 4 3,5 Zo van het BBP bedragen. Het 0
kabinet Rutte II ziet zich daarmee geplaatst voor de vraag of op korte termijn verdere bezuinigingen nodig zijn. Definitieve besluitvorming kan in het voorjaar van 2 0 1 3 plaatsvinden en zal mede afhangen van de conjuncturele ontwikkelingen in de komende maanden. Deze ontwikkelingen kunnen ook gevolgen hebben voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de Brede Doeluitkering en bijdragen van zorgverzekeraars.
5.2
Ontwikkeling gemeentefonds
Voor de jaren 2 0 1 2 - 2 0 1 6 worden de volgende procentuele accressen in het gemeentefonds geraamd.
Zo Accres gemeentefonds
0
2013
2014
2015
2016
2017
-1,05
4,24
0,75
3,43
2,59
Bron: septembercirculaire 2 0 1 2 gemeentefonds Opgemerkt wordt dat de vorming van het kabinet Rutte II extra onzekerheden met zich meebrengt voor de ramingen van 2 0 1 3 en verder jaren. De recente bezuinigingen aangekondigd door het kabinet Rutte II zijn vooralsnog niet verwerkt in de ontwikkeling van het gemeentefonds.
5.3
Ontwikkeling Brede Doeluitkering
In de decembercirculaire 2 0 1 2 wordt met betrekking tot de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding de definitieve bijdrage voor het jaar 2 0 1 3 en het bijgestelde meerjarenperspectief vastgesteld. Tevens wordt in de circulaire een nabetaling over het afgelopen en lopende begrotingsjaar aangekondigd. 2013
2014
2015
Kadernota 2 0 1 3
4.628.840
4.557.260
4.485.680
decembercirculaire BDUR 2 0 1 2
4.674.713
4.620.000
4.560.000
2016
4.560.000
Bron: juni- en decembercirculaire BDUR 2 0 1 2 In het kader van de aangepaste Wet veiligheidsregio's, waarbij voor gemeenten de generieke verplichting ontstaat om alle brandweergerelateerde taken bij gemeenschappelijke regeling over te dragen aan het bestuur van de veiligheidsregio, is onderzoek gedaan naar de financiële consequenties van deze verandering. In de decembercirculaire BDUR 2 0 1 2 is er voor 2 0 1 4 en komende jaren een onttrekking uit het BCF geraamd van 44,1 miljoen voor alle veiligheidsregio's omdat de btw dan niet meer compensabel is via de transparantieregeling. In de decembercirculaire BDŲR 2 0 1 2 wordt als gespecificeerde btw compensatie per 1 januari 2 0 1 4 voor VRBZO 2,6 miljoen genoemd Dit is
15 Versie:
1.1
inclusief de reeds in 2010.bij wijziging van de Wet veiligheidsregio's overgedragen BTW ad C 6 8 8 . 0 0 0 , - . In hoeverre hier nog kortingen op worden toegepast en dit afdoende is, is vooralsnog onzeker. Omdat deze overheveling gekoppeld is aan de regionalisering van de brandweer en deze nog niet in deze ontwerpbegroting is meegenomen, is ook deze BTW-verhoging in de BDUR nog niet meegenomen.
5.4
Monitor gemeentelijke bijdragen en kostenevaluatie
In artikel 56, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio's is bepaald dat het bestuur van de veiligheidsregio ervoor zorg draagt dat eenmaal in de drie jaar een kostenevaluatie wordt verricht. Het dõel v a n de evaluatie is de onderlinge vergelijking tussen veiligheidsregio's en de vergelijking van de ontwikkelingen in de tijd. In onderstaande tabel zijn de gegevens tot en met 2011 opgenomen. De onderzoekers hebben de regio's vooralsnog geanonimiseerd. VRBZO wordt weergegeven in rij F.
TabeR
UBta«H^j»«rtBHWİgtet»^^ iŵfeas
âW m
&Ĩ3'
vm
13.57
C
m
9.7S
mm
1322
W»
njo
11J5
İ
7.16
f
6J2
è
2SSS
H
BĨB
f,E2
X
Í55 7öŕS
Jt.äĒ
X
92» 7^Ş
urn. fî?6
X ÍB.03
15,13
23.Ē8 "'
11j®
ss-.es
X X
75.75
73.CB
ÎS.0
t&ZS
im
»JH)
55.15
9M
S
845
m
ÜB
OJBS
23įC6
l
E151
a.63
f,S
7,74
•8,70
7.73
7.63
W
tţS
p
m
UZ
HKSf
0 ā
VĚS&
16.»
17.74
2.Ē8
SLtï
4.50
S
7Ä
7.ĒÍ
7 ņ
6,79
7„Ï6
aso
mm
ĩ
2222
7,37
«76
576
SM
SİAÎ
M?
6,55
m
W X ĩ
7X9
9.6»
Ī07AÂI
ĨBM
19,»
: : S
Ü^
: : Í
:
ąss j
X
X X
tm
X
8,53
X X
:
' íp
'"'Wi
3Í.Ē6
BĪ3)
74(6
:
X X X
2*.9?t léJÉ ;
į|Sř::::i
X
7,34
X X
:ŝ
;
:
::
:!İ^éi- - :
'
^ ; ï
• İį|į) ,
:
;
:: j:
25JĽř
X
755
WO
Ů
X
3SyS
1
S.M
X
tí,ĒÊ
f
u
ŵäřs ;
M
8
m
f
MÌ&XfļB
mv
A
0
9
îsïsìhsjs
aw
:
«m
X
48i6B
X
53.76
X
8,13
X
• : lįŞ'::|
47.1S
X
2SS1 :
42.16
11
s
;6
Mīe'a^tKsāfSrieiitinçïíaJiiiesrd DíitebeScfc geïŵteāťfe grnnai&S^e ÍĖĵŵfgs. HėOTrtisearti^aBtŵgáijdraĮř «anOíieaopsľraíiinarnšt
16 Vers/e: 1.1
Uit de tabel blijkt dat VRBZO de op drie na laagste inwonersbijdrage kent van alle deels geregionaliseerde veiligheidsregio's. Opvallend is dat de gemiddelde inwonersbijdrage van VRBZO t.o.v. 2 0 1 0 flink is toegenomen met f 2 0 , 6 0 per inwoner. Dit past in de algemene trend door voortgaande regionalisering, taakstellingen en reguliere ontwikkelingen waardoor de gemiddelde gemeentelijke bijdrage van alle veiligheidsregio's per saldo toeneemt van circa C 2 7 , - in 2 0 1 0 tot C 4 2 , - per inwoner in 2 0 1 1 . Tevens is in 2011 brandweerzorg Helmond volledig overgekomen naar VRBZO wat z'n weerslag heeft op het gemiddelde voor Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Cebeon, de opsteller van de monitor, plaatst daarnaast een kanttekening bij de gepresenteerde cijfers. De gemiddelde inwonerbijdragen uit 2 0 0 7 t/m 2 0 1 0 zijn ongezuiverd en ongevalideerd en zijn als vergelijkingswaardes niet geheel zuiver. Dit is de reden dat Cebeon het model, voor de gegevens uit 2 0 1 1 , heeft aangepast om te komen tot bedragen .welke opgeschoond zijn van overige taken die geen betrekking hebben op brandweer en rampenbestrijding.
5.5
Frictie- en reorganisatiekosten
Voor de financiering van het project Regionalisering Brandweerzorg heeft het bestuur aangegeven dat hiervoor de inwonerbijdrage niet verhoogd mag worden en de financiering uit de algemene reserve dient plaats te vinden. Inmiddels is hier een voorziening voor getroffen.
5.6
Bijdrage Fonds Veiligheidsprojecten
In de begroting 2 0 1 0 is voor het eerst een bijdrage van C 0 , 2 5 per inwoner opgenomen voor diverse veiligheidsprojecten in de regio. Het Regionaal College Politie is verantwoordelijk voor beleid ten aanzien van de aanwending. Financiële verantwoordelijkheid over de besteding van deze middelen ligt bij het Dagelijks Bestuur van VRBZO en verloopt via de jaarrekening van VRBZO. De schaal van de politieregio's en de veiligheidsregio's komen met het instellen van de Nationale Politie niet meer overeen. Er zal bekeken moeten worden op welke wijze het beleid ten aanzien van bestedingen uit het fonds veiligheidsprojecten wordt belegd en als gevolg daarvan, waar het beheer van het fonds veiligheidsprojecten dan dient plaats te vinden. Dit omdat er geen Regionaal College meer is als opdrachtgever. In het afgelopen jaar werden deze gelden gebruikt voor RIEC, prostitutiecontroleteam en de werkgroep softdrugsbeleid conform de beleidslijn opgesteld door het Regionaal College in 2 0 1 0 . Er is reeds contact gezocht met de nieuwe politieregio Oost-Brabant, maar vooralsnog is een reactie uitgebleven.
5.7
Treasury
De minister van Financiën heeft september 2 0 1 2 de Wet houdbaarheid overheidsfinanciën (Wet HOF) ingediend bij de tweede kamer. In de wet staat dat gemeenten een gelijkwaardige bijdrage moeten leveren aan het terugdringen van het EMU-tekort. Daarvoor moeten gemeenten per kabinetsperiode met het kabinet afspraken maken over het EMU-saldo pad voor gemeenten. Het rijk koerst op grond van Europese afspraken richting een EMU-tekort van 0"A van het BBP, waarbij in 2 0 1 3 0,38 7o van het BBP EMU-tekort voor decentrale overheden van toepassing is. o
17 Versie:
1.1
Het probleem bij de Wet hof is dat deze EMU-systematiek inhoudelijk niet spoort met het financiële stelsel van de lagere overheden. De Nederlandse decentrale overheden kennen als uitgangspunt het baten-lastenstelsel. Kenmerkend daarvoor is onder meer dat investeringen niet geboekt worden als uitgaven op het moment waarop deze zíjn gedaan; deze kunnen worden uitgespreid over meerdere jaren. Dat is onder het Europese transactiestelsel niet mogelijk. Het aanspreken van reserves voor investeringen volgens de Europese berekeningswijze heeft directe consequenties voor het EMU-saldo. De V N G heeft al een reactie dat bij de huidige EU-norm investeringen niet per se in het gedrang hoeven te komen voor gemeenten. Echter, indien de norm in 2014 en latere jaren verlaagd wordt, zullen investeringen niet meer mogelijk zijn zonder een overschrijding van de EU-norm. Ook voor VRBZO en de aaneengesloten gemeenten zal dit zijn weerslag hebben op investeringen en onttrekkingen uit reserves en voorzieningen. De precieze effecten hiervan zijn nog niet bekend gezien de huidige uitwerking van de Wet hof aan nog veel bezwaren onderhevig is en verwacht wordt dat deze nog aangepast zal worden. In een recent overleg tussen gemeenten, provincies, waterschappen en minister Dijsselbloem is een document "financieel akkoord rijk en medeoverheden" opgesteld waarin overeengekomen is dat de ruimte voor investeringen de komende jaren niet verkleind dient te worden. Dit document wordt overigens in de komende periode aangeboden aan de verschillende decentrale overheden. Een ander voorgestelde wijziging met betrekking tot de treasuryfunctie van decentrale overheden betreft het verplicht schatkistbankieren, wat in het huidige regeerakkoord van het kabinet Rutte II verankerd is. Hierbij dienen decentrale overheden, alsook VRBZO, hun tegoeden aan te houden bij het ministerie van financiën. Bij verplicht schatkistbankieren is het niet meer mogelijk beleggingen en deposito's zelfstandig aan te gaan en te spreiden. Gemiddeld levert schatkistbankieren 1,5Vo minder rente op dan op de markt. Onlangs, in het eerder beschreven overleg tussen de decentrale overheden en minister Dijsselbloem, is besloten dat decentrale overheden de mogelijkheid krijgen om aan elkaar geld uit te lenen tegen hogere rentes. Het exacte voorstel dient op basis van dit laatste overleg nog aangepast te worden. Op basis van deze ontwikkelingen dient het treasurystatuut van de VRBZO aangepast te worden.
18 Versie:
1.1
6
Financiële uitgangspunten begroting 2014 en Meerjarenraming 2015-2017 6.1
Algemeen
Bij het opstellen van de begroting wordt rekening gehouden met de volgende uitgangspunten en aannames: *
loonkosten;
»
rente- en prijsontwikkelingen;
«
kapitaallasten;
»
tariefontwikkelingen;
»
ontwikkeling gemeentelijke bijdragen;
»
ontwikkeling bijdrage ambulancevervoer.
Het indexatiecijfer waar de gemeentelijke bijdrage en dienstverleningen aan derden mee verhoogd wordt is opgesteld conform de door het Algemeen Bestuur vastgestelde systematiek uitgewerkt in de beleidsnota indexering gemeentelijke bijdrage. Deze systematiek is gebaseerd op de Macro Economische Verkenning (MEV) en de gepresenteerde cijfers voor de Imoc (prijsstijging sector overheid) en de loonvoetstijging van de overheid. Deze indicatoren voor de inflatie van de sector overheid hebben betrekking op het jaar 2013 maar worden gebruikt o m de indexatie van de gemeentelijke bijdrage en dienstverleningen te berekenen in het begrotingsjaar 2014. Inhoudelijk betekent dit dat de indexatie van de prijzen en lonen in de begroting van 2014 door autonome ontwikkelingen kunnen verschillen t.o.v. het berekende indexatiecijfer voor de gemeentelijke bijdrage en dienstverleningen. De verwachting is, uitgesproken in de beleidsnota indexering, dat dit met een meerjarenperspectief geen verschillen zal opleveren. Het kan echter wel in één begrotingsjaar tot verschillen leiden. Paragraaf 6.2 en paragraaf 6.3 gaan kort inhoudelijk in op de gehanteerde indexatie van respectievelijk de loonkosten en prijzen voor leveringen van goederen en diensten door derden voor het begrotingsjaar 2014. Paragraaf 6.4 beschrijft de gehanteerde systematiek voor kapitaallasten in 2014. Paragraaf 6.5 en 6.6 gaan in op de berekende indexatiecijfer 2014 voor de gemeentelijke bijdrage en dienstverleningen aan derden. Paragraaf 6.7 beschrijft de indexatie van de gemeentelijke bijdrage voor coördinatie Bevolkingszorg.
6.2
Loonkosten
In het regeerakkoord "Bruggen slaan" is opgenomen dat het ontslagrecht gemaximeerd en versimpeld wordt en dat de financiële ruimte die hierbij vrij komt voor de werkgever wordt verrekend door een verhoging van de WW-premie. Het kabinet zet op deze maatregel budgettair neutraal in. De daadwerkelijke uitwerking dient nog plaats te vinden en kan voor VRBZO positief of negatief uitvallen. De loonstijging in 2013 naar aanleiding van de CAO onderhandelingen zal naar verwachting nagenoeg de nullijn benaderen. De verwachting is dat in 2014 de gemeenteambtenaren hier deels voor worden gecompenseerd. Gezien de voorgestelde bezuinigingen op het rijk en gemeentefonds en de looptijd van de huidige CAO gaat Veiligheidsregio
19 Versie:
1.1
Brabant-Zuidoost uit van een marginale loonsomstijging van Wo. Dit ook naar verwachting dat onder andere de pensioenpremie niet verder zal stijgen door een verbeterde dekkingsgraad van de pensioenfondsen.
6.3
Levering goederen en diensten door derden
in 2 0 1 4 zullen de kosten van de Veiligheidsregio stijgen als gevolg van een prijsstijging materiële overheidsconsumptie. De raming van het CPB uit juni 2 0 1 2 bedraagt 2,25 Zo waarin verschillende macro-economische effecten nog niet zijn 0
meegenomen die voortvloeien uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte II. Binnen de Veiligheidsregio wordt rekening gehouden met een prijsstijging van 2Vo in 2 0 1 4 en wijken w e enigszins af van deze voorspelling. Ontwikkeling prijzen: 2012
1,5 ZoMEV2012
2013
3,25 Zo prognose MEV 2 0 1 2
2014
2,25 Zo CPB
2015
2,0 ZoCPB
0
0
0
o
Deze indexering zal worden toegepast op de begroting, ongeacht de toekomstig toegekende budgetten van de regiogemeenten en het rijk. Dit om een zo realistisch mogelijke begroting op te zetten op basis van autonome ontwikkelingen.
6.4
Kapitaallasten
De berekening van de rente en de afschrijving van de huidige investeringen vinden plaats op basis van de boekwaarde per 1 januari 2 0 1 4 . De investeringen worden afgeschreven op basis van de lineaire systematiek. Als rentepercentage wordt in principe 4,25 Zo aangehouden. Voor nieuwe investeringen van 2 0 1 5 tot en met 2 0 1 7 wordt eveneens met 4,25 Zo 0
0
rente gerekend. Gezien de overname van activa in het kader van de regionalisering zal de financiële verordening herschreven moeten worden om de vervangingstermijn van de overgekomen materiële vaste activa te stroomlijnen. De afschrijftermijnen zoals voorgeschreven door de NVBR zullen hierbij als leidraad dienen. Tevens zal gekeken moeten worden naar de kritische grens van activering. Deze is binnen de huidige organisatie dusdanig laag wat reden geeft om na regionalisering in 2 0 1 4 deze te verhogen om de beheersbaarheid van de investeringsbegroting te bevorderen en integrale managers van VRBZO meer financiële slagkracht te geven bij het doen van kleine investeringen. Door de overname van de materiële vaste activa van de verschillende regiogemeenten en de beoogde financiering hiervan zal de afname van eigen middelen leiden tot een ongunstige ontwikkeling van de rentebalans.
20 Versie:
1.1
6.5
Tariefontwikkelingen inkomsten van derden
Bij de berekening van tarieven voor dienstverleningen is in het verleden een stijgingspercentage vastgesteld, dat aan alle betrokkenen werd doorberekend. Dit percentage was afhankelijk van de loon- en prijsontwikkeling. In de beleidsnota indexering, vastgesteld in het Algemeen Bestuur van 1 3 december 2 0 1 2 , is beschreven hoe hiermee om te gaan. Vanaf 2 0 1 4 heeft VRBZO in haar tarieventabel drie soorten afnemers. De regiogemeenten als collectief, de gemeente als afnemer van individuele diensten (plustaken) en als derde bedrijven en particulieren. De tariefontwikkeling van de regiogemeenten als collectief is uitgewerkt in paragraaf 6.6 overeenkomstig het hier gehanteerde indexatiecijfer. De ontwikkeling van de Imoc (prijsstijging sector Overheid) volgens de MEV 2 0 1 3 zal voor het jaar 2 0 1 3 3,25 Zo bedragen. 0
De loonvoet van de sectoroverheid zal in 2 0 1 3 naar schatting met 0,25 Zo stijgen. Conform de beleidsnotitie indexering 0
zullen deze indicatoren voor inflatie via een gewogen gemiddelde ( 3 7 , 5 : 6 2 , 5 ) leiden tot de indexering van de tarieven voor inkomsten van derden voor het begrotingsjaar 2 0 1 4 . Voor de gemeente als afnemer van individuele diensten worden kosten doorberekend van plustaken welke verder tot uiting komen in nog te maken individuele afspraken met de gemeenten en waarnaar gerefereerd wordt in het organisatieplan. Deze tarieven, en tarieven aan bedrijven en particulieren, worden conform de systematiek zoals in de vorige alinea beschreven verhoogd met 1,38 Zo ten opzichte van 2 0 1 3 . Berekening hiervan is als volgt: 0
( 0 , 2 5 * 6 2 ^ 3 , 2 5 * 3 7 , 5 0 y i 0 0 = 1,375 afgerond 1,38 Zo 0
6.6
Ontwikkelingen gemeentelijke bijdragen
De gemeentelijke bijdrage in 2 0 1 4 na regionalisering wordt nader vastgesteld in het organisatieplan. De genoemde gemeentelijke bijdrage in de kadernota 2 0 1 4 betreft de gemeentelijke bijdrage zoals deze in de huidige organisatie zou zijn zonder alle gemeentelijke overgekomen brandweertaken per 1 januari 2 0 1 4 . Dit is het uitgangspunt om de primaire begroting 2 0 1 4 op te stellen. De eerste begrotingswijziging 2 0 1 4 zal inclusief de gemeentelijke overgekomen brandweertaken bedragen en conform de uitgangspunten zijn zoals opgesteld in het organisatieplan. In de begroting 2 0 1 3 is de gemeentelijke bijdrage vastgesteld op een bedrag van C 6,74 per inwoner. In dit bedrag is de opslag van C 0 , 2 5 per inwoner opgenomen voor het Fonds veiligheidsprojecten van het Regionaal College. De ontwikkeling van de Imoc (prijsstijging overheid) volgens de MEV 2 0 1 3 zal voor het jaar 2 0 1 3 3,25 Zo bedragen. De 0
loonvoet van de sectoroverheid zal in 2 0 1 3 naar schatting met 0,25 Zo stijgen. Conform de beleidsnotitie indexering zullen 0
deze indicatoren voor inflatie via een gewogen gemiddelde (35:65) leiden tot de indexering van de gemeentelijke bijdrage van 2 0 1 4 . Op grond hiervan wordt de gemeentelijke bijdrage geïndexeerd met 1,38 Zo t.o.v. 2 0 1 3 . De inwonerbijdrage zal 0
21 Versie:
1.1
2
dan neerkomen op f 6 , 8 3 per inwoner in 2 0 1 4 inclusief de opslag van f 0 , 2 5 . Het niet toekennen van dit indexatiecijfer aan de gemeentelijke bijdrage zal onvermijdelijk ervoor zorgen dat extra bezuinigingen uitgevoerd dienen te worden. In onderstaande tabel is opgenomen wat conform de systematiek van d e beleidsnotitie indexering, e n de raming van het CPB voor de twee gewogen indicatoren, de verwachte indexering van de gemeentelijke bijdrage zal zijn tot en met 2 0 1 7 . De macro-economische effecten van het regeerakkoord zijn in deze indicatieve cijfers nog niet opgenomen.
Meerjaren perspectief indexering gemeentelijke bijdrage VRBZO Weging Imoc
37,50 Zo
Loonvoet sector overheid Indexering gemeentelijke bijdrage VRBZO
62,50 7o
2013
o
0
103,25 Zo
0
IŨO.025%
2014 102,25yo 0
101,75 Zo . 0
1,38 7o
2015
2016
2017
102,00^0
101,750/0
101,500/0
103,750/0
104,000/0
2,470/0
3,000/0
o
, 102,75 Zo 0
1,94 Zo
Bron: CPB korte termijnraming juni 2 0 1 2
6.7
Piketregeling Bevolkingszorg
In de vergadering van 12 november 2 0 1 0 is aan de directeur V R B Z O opdracht gegeven om een voorstel uit te werken met betrekking tot de regeling voor de piketvergoeding functionarissen Bevolkingszorg. Er is besloten voor verrekening via de regio door de kosten o m te slaan naar alle 21 gemeenten. De kosten voor de uitvoering van de piketregeling zijn in 2 0 1 3 geraamd op f 129.276,-. Dit komt neer op een bedrag van f 6 . 1 5 6 , - per gemeente. Deze kosten worden voor 2 0 1 4 0
geïndexeerd met de loonontwikkeling overheidspersoneel 2 0 1 3 , zijnde 0,25 Zo.
De genoemde inwonerbijdrage heeft betrekking op de situatie voor regionalisering en wordt enkel genoemd ten behoeve van het opstellen van de primaire begroting 2014. Zoals al reeds in paragraaf 1.1 aangegeven zal in het nog nader vast te stellen organisatieplan definancieringna regionalisering beschreven worden welke gevolgd zal worden door een begrotingswijziging.
22 Versie: 1.1
7
Weerstandsvermogen 7.1
Algemeen
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft aan dat de begroting en jaarrekening een uitgebreid inzicht moeten geven in de risico's die de organisatie loopt en de beschikbare reserves die als buffer kunnen fungeren om deze risico's op te vangen. Het betreft hier reserves waar, zoals het BBV zegt, het Algemeen Bestuur een nieuwe bestemming aan kan geven.
7.2
-
Risico's
Op het moment van opmaken van deze nota zijn enkele risico's te voorzien waar de begroting en het organisatieplan nader op zullen ingaan. Het gaat om: »
de financiering van de ambulancezorg in onze regio in relatie tot het vergunninghouderschap;
«
gevolgen van de bezuinigingen voor rijk en gemeenten;
»
de overdracht van taken van het rijk naar regio's, zoals onder andere het overdragen en vervangen van materieel dat in het verleden verstrekt is door het rijk;
«
het in voldoende mate overdragen van gemeentelijke middelen in relatie tot de regionale uitvoering;
«
verlaging van verplichte doormeldingen op het Openbaar Meld Systeem (OMS);
»
ontwikkel- en frictiekosten regionalisering;
*
geen compensatie loon- en prijscomponenten;
«
geen tijdige besluitvorming tussen de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost en de gemeenten v.w.b. de regionalisering;
»
de toekomstige bekostiging en de mogelijke financiële risico's voor de Veiligheidsregio bij grootschalige brandweerinzetten.
»
De commissie Dekker heeft voorgesteld de gemeentelijke preventieve toets op de bouwbesluitvoorschriften bij de vergunningsverlening af te schaffen. Hoe dit advies vertaald wordt is nog niet duidelijk en is op dit moment in onderzoek bij het ministerie.
7.3
Algemene Reserve
Op 7 november 2005 besloot het Algemeen Bestuur dat de algemene reserve van VRBZO minimaal 10^o en maximaal 20 Zo mag bedragen van het totaal van de gemeentelijke bijdragen voor V R B Z O en van de rijksbijdragen BDUR. 0
De rijksbijdrage zal in 2014 C 4.620.000 bedragen exclusief de compensatie voor de niet meer compensabele btw voor de brandweertaken ingaande per 1 januari 2014. De gemeentelijke bijdrage is voor 2014 geraamd op f 6.066.000,waarbij nog geen rekening is gehouden met de consequenties van de regionalisering per 1 januari 2014. Op basis van deze uitgangspunten moet de algemene reserve minimaal f 1.068.000,- en mag deze maximaal f2.137.000,-zijn. Zodra de definitieve financiering van de V R B Z O na regionalisering bekend zijn en de risico's geïnventariseerd, zullen wij nadere voorstellen uitwerken voor bepaling van de minimale en maximale omvang van de reserves.
23 Versie:
1.1
8
Overige beleidsontwikkelingen 2014 e.v. 8.1
Algemeen
In de overige beleidsontwikkelingen worden kort de ontwerpen aangeduid die voor het jaar 2014 en verder actueel zijn en waar in 2013 al ter voorbereiding aan wordt gewerkt of die een extra financiële dekking behoeven in 2014.
8.2
Veiligheid Ă Rendement
De brandweer is in beweging. Een andere kijk op risicobeheersing, op repressie en de zoektocht naar meer rendement van beroepspersoneel. Deze veranderingen, de uitgangspunten van de ondernemingsraad en natuurlijk ook de kaders van V&R, waren leidend bij het bespreken van mogelijke voorstellen om invulling te geven aan de bezuinigingstaakstelling opgelegd door het college van B&W van de gemeente Eindhoven en inhoud te geven aan het project Veiligheid en Rendement.
In een overleg tussen de OR, een vertegenwoordiging van de parate dienst brandweer Eindhoven, de directeur van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost en leden van het projectteam is de intentie uitgesproken om het huidige brandweerprofiel te laten samensmelten met taken op het gebied van Vergunningen, Toezicht en Handhaving (sector VTH, gemeente Eindhoven). Het aantal raakvlakken tussen de brandweer en VTH groeit en de diensten zouden veel voor elkaar kunnen betekenen. De brandweer zal daarom in de toekomst steeds meer in lijn met de filosofie 'service, safety and security' gaan werken. De visie, het profiel en de manier van invullen van deze bijzondere veiligheidsfunctie zal de komende maanden verder worden beschrijven, in goed overleg met de sector VTH van de gemeente Eindhoven (Nieuwsbrief Heisessie V&R, 2013).
Aan deze en andere maatregelen zal uitvoering gegeven worden in 2014 en 2015 en zorgvuldig worden voorbereid in 2013.
8.3
Programmafinanciering externe veiligheid
Het vooruitzicht dat de programmafinanciering Externe veiligheid stopt na 2014 is nog steeds reëel. De staatssecretaris heeft dit begin 2012 nog eens herhaald in het Algemeen Overleg. Brandweer Nederland (voorm. NVBR) is afgelopen jaar gestart met het in beeld brengen van het gebruik van de EV-gelden om op basis daarvan een reactie/notitie aan te bieden aan het ministerie. De provincies zijn in IPO-verband gestart met gesprekken hoe ze dit onderwerp het beste onder de aandacht kunnen krijgen bij het ministerie. De eerste gedachte om dit te doen met een bestuurlijke memo is wellicht niet het beste middel, er wordt bekeken hoe dit steviger kan. Kortom is er nog veel onduidelijkheid maar er zijn duidelijk bewegingen om deze gelden te borgen voor de toekomst.
8.4
Openbaar Meldsysteem (OMS)
Het huidige beleid rond het Openbaar Meldsysteem is gericht op het terugdringen van het aantal nodeloze alarmeringen. In het Bouwbesluit 2012 is hét aantal verplichte doormeldingen sterk gereduceerd. Deze objecten zijn vooralsnog nog
24 Versie:
1.1
steeds aangesloten aangezien spontane afmeldingen uitblijven. De V R B Z O gaat hier niet actief mee aan de slag. Wel kan een lokale gemeente besluiten om actief de vrijwillig aangesloten klanten te adviseren om doormelding te beëindigen. Van deze aansluitingen zal VRBZO de aansluitkosten niet meer kunnen factureren. In 2016 loopt het contract af tussen KPN en VRBZO. Tot die tijd zal VRBZO terughoudend zijn met het opzeggen van aansluitingen en vrijwillige aansluitingen nog toe staan. Dit in verband met een mogelijke claim die KPN aan VRBZO kan opleggen in verband met contractaanpassingen. In 2012 was een opbrengst begroot van ca C 620.000,- De verwachting is dat we in 2013 C150.000,- minder aan aansluitkosten genereren en voor 2014 wordt nogmaals eenzelfde bedrag minder verwacht. In 2015 zal naar verwachting de achteruitgang per saldo C 50.000,- bedragen. In 2016 zal het contract opnieuw aanbesteed moeten gaan worden.
-
25 Versie:
1.1
26 Versie: 1.1
O cz
O
8 s O)
8
8
CM ā s' cn 10
8 " w
8 «
8
*~ O
ai
cd
*t
CM
ing Ba
CM
•r*
VD
MP
CO T* K •* •e* CMCO M CO ŝ F: C O) •* cd ei ai CM co
ff
m ET
CD
İ3
MP
MP
CO
MP
O )
c o El
MP
o O
O
O
d
O
MP
O O
O
s 3 IO
M
MP MP MP Ml*
,
O O
O
88
ą
MP
K. MP
MP
IO
s 3 8 8
8 gj
I
c» tri CM
MP M P MP MP
có
MP
O
O
ai id C M cn O T— o "ţ CM 09
Ycd MP
CO IO
CM
MP MP MP MP
8
MP
3
(O CM
cd
V:
MP
O
ò
CM CS
MP
MP
O o o O O CM cd í-^ ui O CO rCO TT ŕcd CM d T-
T- c
1
co O • t f "* O) W ľCMO o CO 8 03 cn CO ļ— rO r» ? Si cd co co CM cd *— •* «
-
8
i
O O o
IA IO
id
CM
ī
MP
O O e
O O O O o O cn CO CMIQ 01 CO ĩo 8 SM
CM; in CD e* EM SÍ co ľ- V) cd T" CM PO MP M P w «ff
C CD "ca 53 —i
8
w MP
m
CD 8 f2 s
[Ba
T~
T
3
to
MP
MP
CD CM* ^~
•*
MP
O
İ MP
O
8
00 cn
w MP MP MP
S P
os ÇM
8
8
O tn
O IO d cd CM co
CD
MP
O O O O O O co O r
-*
c
CM s?
8
t*
r
co
MP MP MP MP MP
«P
O O O 8 r— ç
ff
"
i
8
co CM
CM CM ų T* CM 00
MP
MP
8
v*
cd
CM d
MP
O i— C . M: cd ai 05
cd
Ŝ IÒİ IO
88 s
8
N- •* OI cd
CM TTc ö jg C M O) c s
8
į
88 8
O
O p
Ol 5 8' f2 8 CT ľ-; IO •* ľ-- IO cd •*— •* cd CM w MP MP MP MP MP 1 i
s
CŪ
MP
O! IO IO
ri CM MP
MP
s t5 E
co g !^
CD
"O 0)
s
"2 *5
O
dwe erzor denttjestriídi icobe heereir «s E E
ra
Ol
s
o.
(S
amm
ffl
O 10
w
O)
CO
E
s
75 IS
c 'C 0)
C
i
te
a e
ra c
co
ra
w:
k. oi
«
2
"c5
İ
c D O O .
0.
tn ! si O
CD
0) 2' E* 1 I O Cũ CD CM o •5 O N re E CN
CL
To
c SS
Q.
O
& Veiligh bulancezorg OR risisbelleerstn folkirn3 szorg
oi c O)
E E ra
S û.
c
2 CL CO
sOl Ç
IS 8 B
'5
>
i2
c 01
O
If
O
ş
8P M
C) O
*
MP i
MP
O
Iļ)
O
8 8
o" ö
O h T— C O
(JU
I ui at n
MP
oi I;« | « fí Į ę.
O MP .O CM cci CO CO o o o o
o 'O
ŝ
MP
s oi
m
1
O
3»
to ,a
tí O O ÏĘ 1 > IA ü 8 •o3O •E f « * TB c C
O T
00
MP MP
O
O
ŨĹ c
1
0) B: O 'E
s
?
O i
8
MP MP;
i 1
MP MP MP MP
e' O O O
e? ei
8 88
MP w O) MP MP
oi as «S
C 0) O c
'g
'ē O O
1
cc
1
MP
I :
MP
1, ë f
13.3001
175.000
215.000 İ 215 000 |
2.364 100 |
227.100 I
197.5001 197.500 991.100 İ
li C 177.1001ļ «
O
MP
8 8 LO r."
oi
S
1
8
MP
MP 1
q
T
MP
,,
MP i
O
1
MP MP MP MP MP
O O O O 8 R CM ei CD
8 8 oi
r" S
MP MP MP
CO
MP
f
Ê
214.600 I C
8
O
o 3 eS ®. ui
C 4:74Z40Ö :
MP
MP
19 900 I
CO
O MP i
C
C
1
co
4417 400]
2.053.3001
1.640.800 I
co
799.300
1
*—
f
Vİ
oi fò
19500 I f 1 338 900 ÍI C 2.293.900 I C
1
MP
8 R
IÍ 6 3.613.300 I C
MP
[«
84.400 j C
CO T
o o
C 1.067.800 Ií « 1.855.400]
|.«
19.900 j
íC
co
8
36.800 ļ
|« 1.168.200]
cd MP MP MP MP MP
13.3001 197.500!
IO
i o
l
|«
227.700 Jļ « 227 700 | MP MP MP
MP
MP
Į« ļ 1.168.200 ļ ļĮ« 1.031.000 ļ ļ 1 1
cd
o e 8 sc4 CM co
I' ReorganisatieSfrictiekosten VRZOB ļ- Projectkosten regionalisering brandweerzorg l- RAV-vorming l- Scholing RAV (Diverse overige voorzieningen
O
o
1
MP MP
MP
1- Reserve aanvaardbare kosten AHV
8 fe
3
ļ
O M OP O O O O O MP O 03 TT O LO
MP
S» en
1
(Totaal voorzieningen
CM MP MP MP
ļ- Reserve aanvaardbare kosten MKA
ä s t
19 5001
ö LO MP
Ê
8 CM 1
co
293.300 ļ
O
MP
ļe
MP
779.800 I
MP
MP
II C 2.336.900 IJ e
O
97.500 l«
i 9
311.500 I
O
108.200!İ C
MP
f
MP MP MP
ITotaal reserves
8 8
23.800 IL «
MP
IC"
1
i
i
iTotaal bestemmingsreserves:
MP
l
272.500İ
2.137.000
O o 8 O
f
e
Saldo per 31 december 2014
8
295.9001
560,000 ļ1 4 2.137.000 ļ
e 2.137.000
I
Onttrek kingen
1
Assurantie eigen risico C2000 portofoons/alarmontvanį t.b.v. investeringen (cfBBV) ļ[C egalisatie exploitatie BRWZ Helmond Meerjarenprogramma Vakbekwaamheid
I
756.000]I C
756.000
2014 ļ Saldo per I 1 januari Toevoegingen 2014
1
ļ ļ
«
6 1.941.000 o
MP
(Bestemmingsreserves:
ļ
I
Onttrek kingen
MP
{Algemene reserve
lÁlaemene reserve
(RESERVES
2013 Saldo per f " 1 januari Toevoeg ingen 2013
3
i
000 099
Omschrijving
1
3
o
*
co
8 ö
İ
CM e»
*»
8 at
T—
MP
:«*
o
SS O c4 MP
MP
O CM
e
» m a
•E;
e
CC
8
. Ï
>
:i
O
å
x dj
1 ja. 1 Įo |o f P
0)
In
9.2
Toelichting op de staat van reserves en voorzieningen 2014.
9.2.1 Algemeen. In voorbereiding is een actualisatie van de benodigde reserves en voorzieningen bij de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Daarin wordt meegenomen de risico's die VRBZO nu en ook na regionalisering loopt en of de voorzieningen en (bestemmings)reserves voldoende zijn om deze risico's af te dekken. e
Besluitvorming hierover is voorzien in de 2 helft van 2013.
9.2.2 Reserves. Afaęmęnę rę?ęryę
r
Voor de ontwikkeling van de algemene reserve van Veiligheidsregio Brabant -Zuidoost verwijzen wij u naar de toelichting zoals opgenomen in paragraaf 7.3. van de algemene toelichting op de begroting 2014 van VRBZO. Daarin is tevens opgenomen de minimale en maximale hoogte van de reserve, gebaseerd op de uitgangspunten zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur in zijn vergadering van 7 november 2005. De toevoeging voor 2013 betreft de aanvulling batig exploitatiesaldo 2012 (voorlopige cijfers)van VRBZO aan de reserve. Het meerdere boven het toegestane maximum zal via de resultaatbestemming bij vaststelling van de jaarrekening 2012 worden afgeroomd, tot het maximum ad C 2.137.000,— Besluitvorming daarover moet plaatsvinden bij vaststelling van de jaarrekening 2012 op 14 juni 2013.
Bestemminqşreserves.
Pęştęnìmįnqsrąservę ĄgsurarţBş ęįqęņ ŗişjçQ portofoons en ajairriontyanqęŗş. Deze reserve is benodigd voor reparatie en onderhoud van C2000 apparatuur voor zover zij bij reparatie of verlies niet onder een verzekering of garantie vallen. Omdat de bestemmingsreserve in 2010 zijn maximum van f 100.000,- heeft bereikt wordt het meerdere aan de exploitatie toegevoegd. Het is aan het bestuur om daar dan een bestemming aan te geven.
Bestemmingsreserve t.b.v. investeringen. In 2008 zijn er, onder andere in het kader van de vorming van VRBZO, concernbrede systemen aangeschaft zoals het financiële systeem CODA, het managementinformatiesysteem Cognos, het personeelsinformatiesysteem PIMS, een rapportgenerator voor het genereren van huisstijldocumenten en een digitaal post- en registratiesysteem Corsa. Financiering van deze pakketten geschiedde uit de Voorziening frictie- en organisatiekosten. Tevens heeft er in 2008 een aanpassing van het ROC plaatsgevonden, gefinancierd uit de ontvangen ESF scholingssubsidies. Overeenkomstig de richtlijnen van BBV mogen deze investeringen niet ineens worden afgeschreven maar dienen deze te worden geactiveerd.
29 Versie:
1.1
Financiering van de jaarlijkse afschrijvingskosten komt dan uit de daarvoor gecreëerde Bestemmingsreserve t.b.v. investeringen.
Bestemminasreserve egalisatie exploitatie BRWZ Helmond. Bij de overgang van de brandweerzorg van de gemeente Helmond naar VRBZO is in de dienstverleningsovereenkomst opgenomen dat VRBZO een egalisatiereserve van maximaal C 1 0 0 . 0 0 0 , - mag aanhouden voor het opvangen van tekorten in de reguliere exploitatie van brandweerzorg Helmond. In 2011 is deze reserve gevuld uit het batig exploitatiesaldo tot het toegestane maximum. Eind 2013 zal deze bestemmingsreserve moeten zijn afgewikkeld met de gemeente Helmond als gevolg van de volledige regionalisering van de brandweer.
Beştemmingsŗeserye Meerjarenprogramma Vakbekwaamheid. In december 2012 heeft het Algemeen Bestuur van VRBZO ingestemd met de vorming van deze bestemmingsreserve gevoed middels de resultaatbestemming batig exploitatiesaldo 2011 van VRBZO. Aanwending van deze middelen geschiedt projectmatig in de periode 2012-2015 ter verbetering van de opleidingen en bijscholing van brandweerzorg.
9.2.3 Voorzieningen.
Groot onderhoud ROC. Op basis van een in 2012 opgesteld meerjarenonderhoudsplan 2012-2032 en rekening houdende met de reeds aanwezige middelen in deze voorziening is een jaarlijks een dotatie uit de exploitatie noodzakelijk ter dekking van het groot onderhoud aan het Regionaal Opleidingscentrum "De Engelse Tuin" te Waalre. De voorziening bedraagt per 1 januari 2013 C 293.300,-. Voor 2013 en 2014 zijn stortingen voorzien van respectievelijk ê 1 9 . 5 0 0 , - en C 19.900,-.
Risicovoorzieninqen. Reserve aanvaardbare kosten (RAK) Meldkamer Ambulancezorg. De verschillen in de exploitatiekosten in relatie tot de door de zorgverzekeraar toegekende lumpsumbudgetten voor de Meldkamer Ambulancezorg komen ten gunste of ten laste van de RAK. De zorgverzekeraars waken ervoor dat positieve saldi in deze voorziening worden aangewend voor de MKA. Om deze reden wordt dit fonds ook als een voorziening beschouwd overeenkomstig BBV. De voorziening bedraagt per 1 januari 2013 f 199.300,-. Voor 2013 wordt een onttrekking voorzien van C 186.000,--. Het restant ad C 1 3 . 3 0 0 , - wordt benut in de exploitatie voor 2014.. Overeenkomstig het voorstel van de Nederlandse Zorgautoriteit mag deze reserve worden afgebouwd in de jaren 20122015 aangezien afwijkingen in de exploitatie van de Meldkamer Ambulancezorg ten opzichte van de door de zorgverzekeraars beschikbaar gestelde budgetten voor rekening dienen te komen van de veiligheidsregio's.
30 Versie:
1.1
Reserve aanvaardbare kqsten (RAK) Ambulancehulpverlenina ("AHV). De verschillen in de exploitatiekosten in relatie tot de door de zorgverzekeraar toegekende budgetten voor de Ambulancedienst van de G G D Brabant-Zuidoost komen ten gunste of ten laste van deze RAK. Deze RAK bedraagt per 1 januari 2013 C 197.500,-. Onttrekkingen of stortingen hierop zijn voor 2032 en 2014 niet voorzien.
Diverse overige voorzieningen. Voorziening reorqanisaţie- en frictiekosten Veiliqheidsreqio Brabant-Zuidoost.. In 2008 heeft het Algemeen Bestuur besloten de Bestemmingsreserve vervanging brandweermaterieel op te heffen en deze middelen toe te voegen aan de Reorganisatie- en frictiekosten VRBZO" Per 1 januari 2013 bedraagt deze voorziening f 1.168.200,-. Overeenkomstig het besluit van het Algemeen Bestuur van 29 maart 2012 zijn de in 2010 en 2011 extra ontvangen BDUR bijdragen onttrokken uit deze voorziening en toegevoegd aan de 'Voorziening projectkosten regionalisering brandweerzorg". Verder is voor 2013 een onttrekking voorzien van C 1 0 1 . 0 0 0 , - als frictiekostenvergoeding aan de gemeenten Helmond en Eindhoven voortvloeiende uit de overgang van de brandweerzorg naar de V R B Z O in 2010 en 2 0 1 1 . In het kader van de verdere regionalisering zullen deze middelen worden aangewend ter financiering van mogelijk de extra kosten die VRBZO moet maken om de overgang van de brandweerzorg van de overige gemeenten naar VRBZO goed te laten verlopen..
Vqorzjęriinq proię^ţkgsţęp ręgjonalişęrjrig brandweerzorg. Op 29 maart 2012 heeft het Algemeen Bestuur van de VRBZO ingestemd met de vorming van deze voorziening voor een bedrag van C 1.284.000,- bestemd voor de extra te maken projectkosten in 2012 en 2013 door de projectorganisatie. Naast financiering van de projectleiding zijn er budgetten gereserveerd voor ondersteuning van de diverse projectgroepen op het terrein van personeelszorg, financiële administratie, overdracht van kazernes en materieel en het in beeld brengen van alle fiscale conseguenties. Een en ander conform de door het Algemeen Bestuur in zijn vergadering van 29 maart 2012 goedgekeurde projectbegroting. Doel van het project is dat VRBZO per 1 januari 2014 volledig is geregionaliseerd.
Voorziening RAV-vormina . Door het NZA wordt vanaf 2000 via het budget van de Meldkamer Ambulancezorg middelen beschikbaar gesteld voor de financiering van Regionale Ambulance Voorziening ( RAV) in de regio's. Voor zover deze middelen niet zijn aangewend zijn ze toegevoegd aan deze voorziening. Daarnaast zijn hieraan toegevoegd het restant aan provinciale middelen 2001 ter verbetering van de paraatheid van de ambulancediensten in de regio. Voor zover deze middelen niet toereikend zijn wordt het tekort onttrokken uit deze voorziening. Voor 2013 en 2014 zijn onttrekkingen voorzien van respectievelijk C 3 6 . 8 0 0 , - en 6 37.500,-.
Voorzierļìng scholing RAV. Met ingang van 2008 is de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost als vergunninghouder belast met de het opleiden en bijscholen van de medewerkers van de RAV. Voorheen lag deze verantwoordelijkheid bij de Ambulancedienst van de
31 Versie:
1.1
GGD Brabant-Zuidoost. Uit hoofde van deze overdracht is ook de Voorziening scholing RAV overgeheveld naar de VRZOB. Jaarlijks ontvangt de RAV daarvoor een budget van de zorgverzekeraars. Voor zover het budget in enig jaar niet wordt aangewend wordt een overschot gestort in de Voorziening scholing RAV. Eventuele tekorten worden onttrokken uit deze voorziening. Deze voorziening bedraagt per 1 januari 2 0 1 3 C 3 3 7 . 7 0 0 , - - Begrotingstechnisch wordt jaarlijks een sluitende begroting gepresenteerd waardoor er geen stortingen of onttrekkingen zijn voorzien voor deze voorziening.
32 Versie:
1.1
9.3
Staat van gemeentelijke bijdragen 2014. Bijdrage Inwoners/ aantal gemeenten
Index
Bijdrage per inwoner/gemeente **;
Aantal inwoners per 1 januari 2013(voorlopig)
1,380/c,
Bijdrage in de OVD-regeling
1,38y
0
21 ,«
025^0
21 C
Bijdrage piketregeling oranje kolom Totale bijdragen deelnemende gemeenten 2014
745.314
totaal
6,83
5.090.495
40.304,00 c
6.171,00
846.384
129.591
6.066.470
Verdeling bijdrage naar Reg KJ gemeenten Gemeente Aantal inwoners per 1 januari 2013* Asten Bergeįjk Best Bladel Cranendonck Deurne Eersel Eindhoven Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Heeze-Leende Helmond Laarbeek Nuenen c a . Oirschot Reusel-de Mierden Som eren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre
16.399 18.188 28.654 19.642 20.335 31.736 18208 218.614 38.771 29.117 15.398 89.022 21.766 22.652 17.935 12.678 18.642 16.143 30.595 44.094 16.725
Totaal
745 314
Bijdrage per inwoner
Bijdrage per gemeente voor OVD-regeling
C
6,83
c e e
e e c c
112.005 124.224 195.707 134.155 138.888 216.757 124.361 1.493.134 264.806 198.869 105.168 608.020 148.662 154.713 122.496 86.591 127.325 110.257 208.964 301.162 114.232
c
5 090.495 "1"
« « e
e
e c
c
e c c f
« c c ē e e e «
e
40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 40.304,00 i 40.304,00 40.304,00 846 384
Bijdrage piketregeling oranje kolom
Bijdrage per gemeenten totaal 2014
6.171 c 6.171 6.171 c 6.171
f
6.171
C
f
e c e
^ e
c e c
...
6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171 6.171
c
mmm
e
« e c c e
c c c
158.480 170.699 242.182 180.630 185.363 263.232 170.836 i 1.539.609 311.281 245.344 151.643 654.495 195.137 201.188 168.971 133.066 173.800 156.732 255.439 347.637 160.707 6 066 470
* ~ voorlopige aantallen per 1 -1 -2013 ** = inclusief C 0,25 bijdrage per inwoner voor projecten Regionaal College
33 Versie: 1.1
ĉ1
i TT V-
rr Î3 ,
CO
CM x—
OÏ
38
•Ŵ: CO
CV
ŝ
CD
oi co
İ
ľ
co tq
cd Mí
CR
c\í
to co tp Ŝ
TT!'
O cn
co co
CM
5'
•5
310-ÖÖÖ l
-H
l
•wi
tb
R «* T"
co
s
K c oï CÒ
O
cí
a-Sí
C M to
ń ŝ CD
ş
tlf m ot
W W
8 co '0»
cn Oï
»
tg a
W
co
•«t
o
VS.
CM
s
R
p. •00
CO
O
8
s
'8 •* O T~
P-
r~ 'mi
3 O
n
q:
oi
co
s jé ļé CS
•*
CO
CM
CO CM
İ5
íoí
•M
co CA Mf
sí ČM ř ĩï
CÓ
CO
to
Ş
8 CM CO
O
ř
s co
CM
CM
*
':
tO cō
S 3 oc
1 a oai w tri
8
irt
CM 'í O
T~
Is
BW 31/12/2016 Investeringen.
i
ra 00 CM
CM* CD v*
co
m
s
ci IO
Í2
s
S •a
CO *T
m
1
s
1
N
f ï SĒ
uS
*-
r
3T
5ř
CD
O
1
tt
MM O
CO
tn
ss
00
5
0*
O CM
CD
w s İ O
8
ÕQŌl.
0
ff!
to
m c
8
îa
cn •tf ui "B CO: *R CM
Ş*3
**
o CD Si
^
Ui O JQ tfì Ui
co
să Cn
c
ui
CO Çi
8 CM
CD ** Uì Cö
S CO
CV
tM
IC)
:WS
hm CM
Sí «
in
•ř* IA 00 CO İ c
1 •«
•of
ţs
0
ŝ
CO Oï
T~ -* co
CO
i CM
MI :
O CM
c*ĩ ** «M
TT-
00
CO CM CM tö
s
P
C6
O
S
s'á 1
l| l"
^»
CO
ŵ
1
» (fl
*»; Ŵ
1 5 "Sí
> c
oa
i c
i
ä
e JB B
e
•Ç ÍE
I o 42
iI 'Ř wí
CU
3
2
(CD.
1
x:
co
i
E
s
i
at .ä'
1
--CR
tî' uí
c
1
O tz
'ō
E
t
2
1
S IU «s 0 c
I
1 E
e ai0
I 1
1Z
O
SS
> co •55:
i
.5 Ŭ
9.5
Staat van personeel 2014
sector
aftfelhg
Directie
Directie Mobiliteitspool
Bedrijfsvoering
Crisisbeheersing Bevolkingszorg
Risicobeheersing
Sectormanagement Proactie Vakbekwaamheid Preventie Toezicht en handhaving Regionaal opleidingscentrum
1,11 0,00 I
I
1
1,00 3,00 2,80 9,90 4,00 6,00 4,30 8.40 39.40 , ' " M '
3,00
;
1,61 4,50 11,35 21,07 15,08 3.50
...
. . f l f l
GHOR RAV
1,00 2,70 2,91 9,90 4,00 5,80 3,50 9.50
0,00 -0,30 Bezuiniging 2012 * 0,1 fteComm. 0,1 i 0,00 0,00 -0,20 Overheveling naar Stedelijk gebied -0,80 Overhev.Stedelijk gebied * 1 fte l&A 1,10 Överhev. van Dl * 0,1 fte uitbreiding -0,09
n
-0,10 Bezuiniging 2013
6,83 6,16 0,80 5,25 8,00 3,20 70,00 36,60 22,00 6,37 32,41: 40,00 110,6,8: 348,30
i
9,30 i n i.
,
QJÌŌ 0,00 1,00 1,00 -1,57 Bezuiniging 2012/2013 2,62 Uitbreiding tbv regionaal T&H.
,o.,oo
:.'
9,35
Hhgljļļ
1
1,61 5,50 12,35 19,50 17,70 3.50
5,53 4,93 1,30 6,00 8,00 5,38 69,00 32,20 22,00 7,29 32,16 40,00 109,13 34Ü KÍ
II
1
2 , . ^L . .
t
GHOR RAV
1
Toelichting op de belangrijkste afwijkingen
0,00 -1,00 Bezuiniging in 2012 -1.0Ö
2,90 -ľ
Sectormanagement Planvorming AGS/LFOADBRN Regionale OVD functies Techniek en logistiek Leiding stedelijk gebied Repressie Post Centrum Repressie Post Woensel Opleiden en oefenen Preparatie Helmond Repressie Helmond Vrijwilligers Helmond DVO's regiogemeenten
Wijzigngen begrothg 2013-2014
Formatie primaire begroting
1,11 1,00 2,11
Sectormanager Oirectieondersteuning Communicatie Personeel en organisatie Bedrijfscontrol Financieel Beleid H Beheer DocumentaSe&informatievoorziening l&A
Crisisbeheersing Bevolkingszorg
Incidentb estrijding
Formatie primaire begroting
mļ 1,30 Herschikking personeel 1,23Ï Herschikking personeel -0,50 CBRN naar Planvorming -0,75 Bezuiniging 2013 0,00 -2,18 Herschikking personeel 1,00 1 fte van leiding Stedelijk gebied 4,40 correctie V8R 2013 4,4 fte. 0,00 -0,92 herschikking personeel 0,25 correctie 0 2 5 fte OVD form.ruimte 0,00 1,51 Aanpassing DVO's . 5,38-0,05 Bezuin.0,15 fte * hersch.0,1 fte leiding 0,1 fte over naar GHOR
-B'.'TB
Gemeensch. Meldk.; Sectormanagement Bedrijfsbureau GMK MCT Murtidisciplenaire opschaling Meldkamer ambulancezorg Meldkamer brandweer
3,60 0,00 0,00 2,70 17,81 18,35 42,46
2,50 1,10 2,50 2,70 17,80 15,85 42,45
-1,10 1,10 2,50 0,00 -0,01 -2.50 -0.01 per saldo geen wijziging
FLO
26,00 5,00 31.ÔÖ
25,00 6,00 31,00
-1,00 1,00 0,00
536.75
543,83
7,08
totaal
BRWZ Eindhoven BRWZ Helmond
35 Versie:
1.1
8 s
•T«:
(o to •TT:
tv tv
f~
tv tv
1
ra ra
cv w tv tv tVi
IV
1 N
(ft |
ş áä
tv tv tv 03
s
oî
s 67.3821 (173.052)1
IV IV IV IV
26.663.984 ]
27.322.5841 ol
W
tv IV: IV
S 69.047İ
71.118 i (187.326į
t»i
IV
tv
tv
IV
8 5 ŵ
O'
Ķ
8
**
tv tv
tv tv IV
84.400 ļ
28.142,262 1 T"
00 M
IV
IV
S
1
IV
tv
«N co
tv
w
Ŝ
CM IO
M
•mt. •C Ut O
C4
ra
Si
OJ co
ÍS
tv
•O O
O
O ţc.
«ĵ •n*
s s s
CSĪ
3
IV tq oo IO IV
.IV ol
« co :S
i
o i» O. 1
o?
tv
O
5
1
s
3
OO
to O»
tv
1
IO* O
V
8
8
1
tv tv
I e
UI
O
1
1
58.961.528
17.794.154 | 18.003.985] 1.507.467 j 360.404 | 427.864 i 4.598.047 ļ íë
(179.412)1
19 537 705
1.645.399 ļ 12377 344 |
139.439 I 2.190.243 |
10.731.945 |
32.253.048]
tv
56.502.800
g.
66.100İ
tv tv tv tv tv taf tri
ei CM *r O N IV
(114.200)1
w IV
co
į Generaal totaal
1
tv tv tv tv tv
Programma 3 Financiering
CO
ra
ļ F inanciering S Algemenedekking «middelen ļ Bezuinigingsstelpost
3
19.066.756
tv tv tv tv tv
23.140.983
cv 135.3771 2.126.4501
tv tv tv tv tv
Totaal Programma 2
o» r*
415.402 I 4.464.1231
O
132.114 | 2.075.193 |
00
17.275.8771
eo oo
4.356.517 j
Ś
17.479.597] 1.463.5ŜŌ] 349.907 |
cn
129.600 | 2035.7001
tv :tv
16.859.449 ]
10.419.3641 1.597.4751 1»
334.974 I 397.6741 4.273.609 ļ
i s s 17.058.258] 1.428.281 ļ 341.472 ļ
3.585.665 ļ
31.313.638]
c B ei
GMK
te-:
tv tv
16.538.600 1
10.168.209 | . 1.558.968 | 11 727.178
|
I
tv tv tv tv tv
s a ui
I.
*s IV
(V
16.733.626] 1.401.100]
IV
tv tv
30.558.835 ] 3,499.234 |
2017
Baten
Begrotii
tv
1 3 co
Ambulancezorg GHOR Crisisbeheersing
O) 9.974.700 ļ
cs
Programma 2 Zorg S Veiligheid
D) IV IV
ļ | [
o oi tv tv
Totaat Programma 1
•*
29.977.276] 3.432.641]
1
Incidentbestrijííng
cn IV
Risicobeheersing
| |
í
I
Begroting 2016 ļ iten | Lasten co CS
|
s S | Baten
«»
sten
CSļ:
ļ Programma 1 Brandweerzorg
|
5
ļ Baten
10
La sten
UI
to
3
o
w CD
•» co
*
co
?J «i
n»
W»
00 Sí s
S
m
C "Cf™
1 a
h-" IO IV
f-
« ol
te
UI
IV
"
«
SS «
E
37 Versie: 1.1