Thesisonderwerpen Psychologie
Deze folder bevat de thesisonderwerpen die ter beschikking zijn voor de studenten van de faculteit Psychologie. This pamphlet contains the thesis subjects available for the students of the faculty of Psychology.
2015
Thesisonderwerpen 2015 -2016
Inhoudsopgave Vakgroep Experimentele en Toegepaste Psychologie (EXTO) ........................................................ 4 Beschikbaarheid promotoren en begeleiders ............................................................................. 5 Contactgegevens promotoren en begeleiders ............................................................................ 6 Cognitieve Psychologie (COPS) .................................................................................................... 7 Klinisch-Experimentele Psychologie (KEPS) ................................................................................. 9 Sociale Psychologie (SOPS) ........................................................................................................ 10 Methoden in de Psychologie (MEPS) ........................................................................................ 12 Werk- en Organisatie Psychologie (WOPS) ............................................................................... 15 Vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie (KLEP) .................................................................. 26 Beschikbaarheid promotoren en begeleiders ........................................................................... 27 Contactgegevens promotoren en begeleiders .......................................................................... 28 Pleegzorg, jeugdzorg en opvoeding .......................................................................................... 29 Persoonlijkheid, psychopathologie en ouderen ........................................................................ 36 (A)typische ontwikkeling & (speciale) opvoedingssituaties ...................................................... 44 Cognitieve ontwikkeling, leerstoornissen en onderwijs............................................................ 45 Welbevinden bij kinderen en jongeren ..................................................................................... 48 Interpersonal, Discursive and Narrative Studies (IDNS) ............................................................ 50 Biologische Psychologie (BIPS) .................................................................................................. 53 Cognitieve sturing en emotionele regulatie bij kinderen .......................................................... 54
2
Thesisonderwerpen 2015 -2016
INTRO
Beste studenten, In deze bundel kunnen jullie heel wat thesisonderwerpen terugvinden. Neem deze bundel grondig door en bekijk welke onderwerpen jou interesseren. Wanneer je enkele onderwerpen hebt uitgekozen, kan je contact opnemen met de promotoren en/of begeleiders van de respectievelijke onderwerpen. Raadpleeg hiervoor de tabellen “beschikbaarheid promotoren en begeleiders” en “contactgegevens promotoren en begeleiders”. Indien je dit wenst, is het ook mogelijk om zelf een thesisonderwerp aan te brengen, neem hiervoor ook contact op met een promotor naar keuze. Respecteer hierbij volgende deadlines: - 4 december: bezorg jouw top 3 via mail aan de desbetreffende promotoren -
7 – 11 december: ondertekenen van de formulieren voor het indienen van de titel van jouw thesisonderwerp (zie PE-site)
-
15 december: indienen formulier met titel thesisonderwerp ten laatste voor 16u
Veel succes bij het kiezen van jouw thesisonderwerp!
3
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Vakgroep Experimentele en Toegepaste Psychologie (EXTO)
4
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Beschikbaarheid promotoren en begeleiders COPS Prof. Dr. Van den Bussche Bart Aben
23/11
24/11
13-17u 13-17u
10-12u 10-12u
13-17u
10-12u
10-14u
Hele dag (topic tDCS)
Hele dag (topic tDCS) Namiddag (topic hoogsensi tiviteit)
Elke Van Lierde KEPS Prof. Dr. Deroost
MEPS Prof. Dr. Peter Theuns Koen Maertens SOPS Sarah De Coninck Ceylan Özdem WOPS Alle topics
25/11
13-16u
13-16u 10-13u
13-18u
11-16u
11-16u
11-16u
26/11
27/11
30/11
1/12
2/12
3/12
4/12
10-11u30 14-17u 12-17u Hele dag (topic tDCS) Namiddag (topic hoogsensi tiviteit) 13-16u
10-12u Hele dag (topic tDCS)
13-16u
13-16u
13-18u
11-16u
11-16u
11-16u
Hele dag (topic tDCS) Namiddag (topic hoogsensi tiviteit)
Hele dag (topic tDCS) Namiddag (topic hoogsensi tiviteit)
13-16u
13-16u
11-12u 19 november, 14-17u
5
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Contactgegevens promotoren en begeleiders COPS Prof. Dr. Van den Bussche Bart Aben Elke Van Lierde KEPS Prof. Dr. Deroost MEPS Prof. Dr. Peter Theuns Jennifer De Cremer Koen Maertens SOPS Sarah De Coninck Ceylan Özdem WOPS Prof. Dr. Roland Pepermans Mathieu Peiffer Prof. Dr. Tim Vantilborgh Yannick Griep Safâa Achnak Prof. Dr. Joeri Hofmans Andromachi Spanouli Edina Doci Joanna Sosnowska Prof. Dr. Sara De Gieter Lynn Germeys Prof. Dr. Veerle Hermans
E-mail
Telefoon
Kantoor
[email protected] [email protected] [email protected]
02629 1467 02629 2526
3C235 3C232
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Opmerkingen
Maak eerst een afspraak via mail 02629 20 56
3C.257b Voor afspraak op een andere dag dan 24/11, stuur mail
02629 1974
3C211a 3C213
02629 3845
3C252
02629 2479
3C254 3C255 3C252
Contacteer best via mail
6
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Cognitieve Psychologie (COPS) Bereid je voor op conflict - EEG markers van cognitieve controle Promotor: Prof. Dr. Eva Van den Bussche Begeleider: Bart Aben Stel dat je een taak aan het doen bent met verschillende trials en je verwacht dat het volgende trial moeilijk zal zijn, omdat het conflicterende informatie bevat. Je kunt daar dan maar het beste op anticiperen. We weten dat zo’n voorbereiding gepaard gaat met bepaalde EEG activiteit en dat dit “cognitieve inspanning” vereist. Als je weet wanneer de volgende trial verschijnt, is dat niet zo’n probleem. Je hoeft dan pas vlak daarvoor te beginnen met je voorbereiding. Dat kost niet zoveel inspanning. Maar wat nu als je niet precies weet wanneer die trial zal verschijnen? Is het dan nog wel nuttig om continu paraat te zijn of wordt de cognitieve inspanning dan te groot? In dit onderzoek gaan we d.m.v. EEG metingen bekijken hoe personen zich voorbereiden op moeilijke trials. Meer info? Bart Aben (
[email protected]) Overload! De invloed van werkgeheugen belasting op cognitieve controle. Promotor: Prof. Dr. Eva Van den Bussche Begeleider: Bart Aben Wanneer je je in een situatie bevindt met veel conflicterende informatie pas je je gedrag daar doorgaans op aan. Het is het beste om in zo’n geval voorzichtiger te werk te gaan. Bij wegwerkzaamheden bijvoorbeeld, zul je op je hoede zijn en beter op de wegwijzers gaan letten. Deze proactieve strategie kost echter veel “cognitieve inspanning”, wat bijvoorbeeld ook nodig is voor het werkgeheugen. Daarom voorspellen we dat het moelijker is om een proactieve strategie toe te passen als tegelijkertijd het werkgeheugen belast wordt. We gaan dat na door personen tegelijkertijd een cognitieve controle taak en een werkgeheugentaak uit te laten voeren. Meer info? Bart Aben (
[email protected])
7
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Oei, mama heeft pijn! Besteden kinderen van pijnpatiënten meer aandacht aan pijn dan kinderen van een gezonde ouder? Promotor: Prof. Dr. Eva Van den Bussche Begeleider: Elke Van Lierde Kinderen van patiënten met chronische pijn hebben een groter risico om zelf chronische pijn te ontwikkelen. Tot op heden zijn de onderliggende processen van deze hogere kwetsbaarheid nog onvoldoende onderzocht. Een betere kennis van deze processen kan een eerste stap zijn in de begeleiding van deze kinderen. Onderzoek heeft uitgewezen dat een verhoogde selectieve aandacht naar pijn een rol speelt in de ontwikkeling van chronische pijn (pijn-vermijdingsmodel). In deze studie willen we nagaan of en hoe de aandacht van kinderen beïnvloed wordt door het zien van pijnlijke expressies bij anderen en of dit verschilt bij kinderen van pijnpatiënten tov kinderen van pijnvrije ouders. De afnames vinden plaats in Gent. Meer info? Elke Van Lierde (
[email protected])
8
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Klinisch-Experimentele Psychologie (KEPS) Hoogsensitiviteit en aandachtsbias voor emotionele prikkels. Promotor: Prof. Dr. Natacha Deroost Promotor: Prof. Dr. Elke Van Hoof Begeleider: Prof. Dr. Natacha Deroost & Prof. Dr. Elke Van Hoof In dit onderzoek gaan we na of er bij hoogsensitieve personen (HSP) sprake is van een diepere verwerking van emotionele prikkels. Meer bepaald zullen we onderzoeken of een diepere verwerking zich manifesteert onder de vorm van een aandachtsbias voor emotionele prikkels in een reactietijdexperiment. Trekken emotionele prikkels automatisch onze aandacht en/of kunnen we onze aandacht voor emotionele prikkels moeilijker loslaten eens deze prikkels zijn verwerkt? Er zullen daarnaast fysiologische maten (bv. HRV) en vragenlijsten worden afgenomen. Er worden twee duothesissen rond dit thema aangeboden: Duothesis 1: HSP en aandachtsbias voor emotionele woorden Duothesis 2: HSP en aandachtsbias voor emotionele gezichten Meer info? Prof. Dr. Natacha Deroost (
[email protected]); Prof. Dr. Elke Van Hoof (
[email protected]) tDCS bij de ziekte van Parkinson. Promotor: Prof. Dr. Natacha Deroost Promotor: Prof. Dr. Eric Kerckhofs Begeleider: Prof. Dr. Natacha Deroost & Prof. Dr. Eric Kerckhofs In huidig onderzoek willen we de aangetaste cognitieve functies die de motoriek aansturen bij de ziekte van Parkinson stimuleren d.m.v. transcraniële gelijkstroom stimulatie (tDCS). Dit is een niet-invasieve methode van neurostimulatie waarbij de cortex gestimuleerd wordt via een zwakke gelijkstroom die wordt toegediend via elektroden aangebracht op de schedel en het voorhoofd. Verschillende studenten (geen maximumlimiet) verzamelen elk een deel van de data en wisselen deze uit om een finale, grotere dataset te bekomen. De thesis wordt naar keuze individueel of in duo geschreven. Opgelet: patiënten dienen zelfstandig rekretureerd te worden via de stage of via contact met neurologische diensten. Meer info? Prof. Dr. Natacha Deroost (
[email protected])
(
[email protected]);
Prof.
Dr.
Eric
Kerckhofs
9
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Sociale Psychologie (SOPS) Reading than one mental state. Promotor: Prof. Dr. Frank van Overwalle Begeleider: Ceylan Özdem
Neuroimaging research has demonstrated that the temporo-parietal junction (TPJ) is activated during high-level thinking about the beliefs of other people (mentalizing), such as false beliefs. Unfortunately, most mentalizing research using a false belief task requires participants to judge the mental state of a single target person. In the present study, we want to investigate the processes associated with understanding belief states attributed to two rather than a single agent. Meer info? Ceylan Özdem ([email protected]) Where is body mentalisation localized in the brain? Promotor: Prof. Dr. Frank van Overwalle Begeleider: Sarah De Coninck A focus on emotions can be adaptive when it is accepting and directed towards concrete experiences (e.g. interoception). More recent views integrate a focus on concrete experiences with a more abstract view on emotions (e.g. body mentalisation). In the current study we want to investigate whether body mentalisation can be equally adaptive as an accepting view on concrete experiences. In addition, we want to compare where interoception and body mentalisation are located in the brain. Meer info? Sarah De Coninck ([email protected]) Is there a difference between metacognition and mentalisation? Promotor: Prof. Dr. Frank van Overwalle Begeleider: Sarah De Coninck Recent theories suggest that metacognition (knowing about knowing: e.g., knowing that you understand something very well or only weakly so) and social mentalisation (understanding the other person: e.g., their beliefs, intentions and traits) show considerable functional overlap, because both are about “beliefs” about unobservable things. However, in brain studies partly overlapping regions seem to become active during tasks requiring mentalisation skills versus metacognitive skills. In the current study we want to look further into the differences and similarities between metacognition and mentalisation. Meer info? Sarah De Coninck ([email protected]) 10
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Are patients with cerebellar lesions bad in the recognition of emotions? Promotor: Prof. Dr. Peter Mariën Begeleider: Sarah De Coninck The cerebellar cognitive-affective syndrome entails several deficits after lesions to the cerebellum, including deficits in affect. This syndrome challenges previous views of the cerebellum as being responsible for solely motor functions. However, the affective deficits have mostly been observed in case studies. Few studies have experimentally investigated the affective deficits that follow lesions to the cerebellum. In this study we want to gain more insight into which affective deficits present itself in an experimental environment. Meer info? Sarah De Coninck ([email protected]) Are patients with cerebellar lesions bad at social cognition? Promotor: Prof. Dr. Peter Mariën Begeleider: Sarah De Coninck In traditional views, the cerebellum was seen as solely contributing to motor functions. The observation of the cerebellar cognitive-affective syndrome greatly challenged this view. More recent studies even suggest that patients with cerebellar lesions are impaired in tasks requiring social cognition. In this study, we want to understand these deficits further. Meer info? Sarah De Coninck ([email protected])
11
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Methoden in de Psychologie (MEPS) Een onderzoek naar de betekenis van “dagelijkse activiteiten” in subjectief welbevinden bij werkenden en werklozen. Promotor: Prof. Dr. Peter Theuns Begeleider: Jennifer De Cremer Subjectief welbevinden correleert met satisfactie in dagelijkse activiteiten in diverse (normale en klinische) populaties. Bij onderzoek naar subjectief welbevinden wordt "werk" vaak NIET beschouwd omdat daardoor meetinstrumenten niet gebruikt zouden kunnen worden bij nietwerkenden. Dit onderzoek gaat na met welke inhouden "dagelijkse activiteiten" worden geassocieerd door werkenden en niet-werkenden en in welke mate dit levensdomein bijdraagt tot subjectief welbevinden in deze groepen. Meer info? Jennifer De Cremer ([email protected]) Een onderzoek naar dynamische aspecten van subjectief welbevinden. Promotor: Prof. Dr. Peter Theuns Begeleider: Jennifer De Cremer Het begrip “levenskwaliteit” wordt doorgaans bestudeerd alsof het een relatief stabiel kenmerk van een persoon zou zijn. Het doel van (psychologische) begeleiding zal echter vaak zijn om de levenskwaliteit van een cliënt te verhogen. Daarom is het belangrijk om veranderingen in subjectief welbevinden te kunnen waarnemen. Dit onderzoek gaat na hoe subjectief welbevinden doorheen de dag evolueert in functie van activiteiten, affect, motivatie, … met als doel een sensitief instrument voor levenskwaliteit te ontwikkelen. Meer info? Jennifer De Cremer ([email protected]) “Hoe gaat het met u?” Hoe deze belangrijke vraag voor hulpverlening herformuleren tot een goed en bruikbaar psychologisch meetinstrument? Promotor: Prof. Dr. Peter Theuns Begeleider: Jennifer De Cremer Dit onderzoek gaat na hoe de welgemeende vraag “hoe gaat het met u” beter kan worden omgevormd tot een goed psychologisch meetinstrument. Dit onderzoek kan op zeer verschillende manieren worden uitgevoerd: 1) als een vergelijkende studie in een klinische populatie, 2) als een (laboratorium) experiment met studenten, of met andere doelgroepen, 3) een experimentele survey, … Meer info? Jennifer De Cremer ([email protected]) 12
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Een onderzoek naar het omgaan met ethische principes bij hulpverleners en in het algemene publiek. Promotor: Prof. Dr. Peter Theuns In de psychologische praktijk kunnen hulpverleners worden geconfronteerd met situaties waarin verschillende ethische principes mogelijk tot verschillende keuzes of handelingen zouden kunnen leiden: (bvb beroepsgeheim bewaren versus een dader aangeven bij de politie). Dit onderzoek gaat na in welke mate professionele hulpverleners verschillen van “gewone mensen” in het afwegen van ethische principes. Meer info? Prof. Dr. Peter Theuns ([email protected]) Onderzoek naar het belang van bevrediging van basisbehoeften als determinanten van levenskwaliteit Promotor: Prof. Dr. Peter Theuns Begeleider: Jennifer De Cremer In zelfdeterminatietheorie vormen basisbehoeften (behoefte aan autonomie, competentie en verbondenheid) belangrijke voorwaarden voor intrinsieke motivatie. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe de momentane bevrediging van deze basisbehoeften gerelateerd is met subjectief welbevinden en levenskwaliteit. De precieze keuze van het onderwerp en de werkwijze wordt bepaald in overleg met de student. Meer info? Jennifer De Cremer ([email protected]) Valideringstudie van Anamnestic Comparative Self Assessment (ACSA) als schaal voor subjectieve levenskwaliteit in klinische settings. Promotor: Prof. Dr. Peter Theuns Begeleider: Jennifer De Cremer ACSA is een zelf-rating schaal voor subjectief welbevinden die ook bruikbaar zou zijn voor longitudinale opvolging van levenskwaliteit. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe inschattingen van levenskwaliteit met ACSA gerelateerd zijn aan de subjectieve beleving van levensdomeinen. De precieze keuze van het onderwerp en de werkwijze wordt bepaald in overleg met de student. Meer info? Jennifer De Cremer ([email protected])
13
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Onderzoek naar langetermijneffecten van zware brandwonden op levenskwaliteit. Promotor: Prof. Dr. Peter Theuns Begeleider: Koen Maertens (OSCARE, Antwerpen) Onderzoek naar de impact van ernstige brandwonden op langere termijn op het leven en de levenskwaliteit van slachtoffers aan de hand van vragenlijsten, tests en een aantal medische parameters. Of Vergelijkende studie over het nut en de toepasbaarheid op langere termijn van verschillende self-report en andere instrumenten voor de assessment van levenskwaliteit bij patiënten met brandwonden. Meer info? Koen Maertens (OSCARE, Antwerpen) ([email protected]); Prof. Dr. Peter Theuns ([email protected])
14
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Werk- en Organisatie Psychologie (WOPS) Integratie van zelf-regulatie theorie en psychologisch contract theorie: Stuurt zelf-controle de perceptie van en reactie op psychologische contract breuk? -- Integrating self-regulation theory and psychological contract theory: Does self-control influence the perception of and reaction to psychological contract breach? Promotor: Prof. Dr. Tim Vantilborgh Begeleider: Yannick Griep Begeleider: Safâa Achnak Zelf-regulatie theorie stelt dat mensen resources gebruiken om hun gevoelens en gedrag te reguleren (Baumeister et al., 2007). Mensen verschillen echter van elkaar in de mate waarin ze over deze resources beschikken. En de resources die één persoon beschikt fluctueren eveneens over de tijd. In deze masterproef onderzoek je of de mate waarin werknemers over resources beschikken om zichzelf te reguleren hun perceptie van en reacties op psychologische contract breuk stuurt. Het psychologisch contract omschrijft de wederzijdse verplichtingen tussen werknemers en werkgevers (Rousseau, 1989). Psychologische contract breuk is de perceptie van een werknemer dat de organisatie bepaalde verplichtingen niet nakomt, en deze perceptie heeft grote gevolgen voor het welzijn en de prestaties van de werknemer. Je onderzoekt in welke mate de resources beschikbaar voor zelf-regulatie (a) een invloed hebben op de kans om een breuk waar te nemen, (b) de intensiteit van de reactie op de breuk bepalen, en/of (c) zelf beïnvloed worden door het waarnemen van een breuk. Self-regulation theory posits that people use resources to regulate theor feelings and behavior (Baumeister et al., 2007). People differ from each other in the extent to which they possess resources. Moreover, the resources available to one person fluctuate over time. You examine the extent to which employees possess resources to regulate their perception of and reaction to psychological contract breach in this master's dissertation. The psychological contract describes mutual obligations between employees and employers (Rousseau, 1989). Psychological contract breach is an employee's perception that her or his organization failed to fulfill certain obligations, which can have serious consequences for the wellbeing and performance of the employee. You will test if resources available for self-regulation (a) determine the likelihood to perceive a psychological contract breach, (b) determine the intensity of a psychological contract breach reaction, and/or (c) are influenced by perceptions of psychological contract breach. Meer info? Yannick Griep ([email protected]); Safâa Achnak ([email protected])
15
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Het psychologisch contract als een dynamisch netwerk -- The psychological contract as a dynamic network. Promotor: Prof. Dr. Tim Vantilborgh Het psychologisch contract omschrijft de wederzijdse verplichtingen tussen werknemers en werkgevers (Rousseau, 1989). Centraal in deze theorie is het principe van reciprociteit: de werknemer en de werkgever gaan een ruilrelatie met elkaar aan waarbij de werknemer bijdragen verplicht is in ruil voor bepaalde beloningen van de werkgever. Onderzoek gaat echter nooit na welke bijdragen en beloningen specifiek voor elkaar uitgewisseld worden binnen het psychologisch contract. Om dit te onderzoeken benader je het psychologisch contract als een individueel dynamisch netwerk van bijdragen en beloningen. Met dit model ga je na wat de vorm is van deze netwerken, hoe ze tot stand komen, en/of wat de invloed op het netwerk is van het niet nakomen van bepaalde verplichtingen (psychologische contract breuk). The psychological contract describes the mutual obligations between employees and employers (Rousseau, 1989). A key element in this theory is the notion of reciprocity: the employee and the employer enter an exchange agreement in which the employee feels obligated to make certain contributions in return for certain rewards by the employer. However, research to date does not examine which contributions and rewards are exchanged within a psychological contract. You will approach the psychological contract as a dynamic network of contributions and rewards to investigate this. Using this model, you examine the characteristics of these networks, how they emerge and change over time, and/or how one party's failure to fulfill certain obligations (psychological contract breach) influences the network. Meer info? Prof. Dr. Tim Vantilborgh ([email protected])
16
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Stress reacties op psychologische contract breuk -- Stress reactions to psychological contract breach Promotor: Prof. Dr. Tim Vantilborgh Begeleider: Safâa Achnak Bijna 3 decenia van onderzoek hebben aangetoond dat het welzijn, de prestaties, en de arbeidsrelatie van werknemers geschaad worden wanneer werknemers merken dat hun organisatie bepaalde beloftes niet nakomt (m.a.w. psychologische contract breuk). Op basis van de Conservation of Resources theorie (Hobföll, 1989), kan men ook stellen dat percepties van psychologische contract breuk stress veroorzaken. Er is echter weinig to geen onderzoek dat stress reacties op psychologische contract breuk nagaat. In deze masterproef ga je na hoe stress reacties van werknemers, ten gevolge van psychologische contract breuk, zich ontwikkelen over de tijd. Je maakt hiervoor gebruik van de recente post-violation theorie (Tomprou, Rousseau, & Hansen, 2014) om verschillende patronen van stress reacties van elkaar te onderscheiden. Hierbij kan je de invloed van individuele (bv. coping stijl) en organisationele (bv. social accounts) factoren op de stress patronen nagaan. Nearly three decades of research have firmly established that the wellbeing, performance, and employment relationship of employees is damaged when employees perceive that their organization does not fulfill certain obligations (i.e., psychological contract breach). Based on the Conservation of Resources theory (Hobföll, 1989), one could argue that perceptions of psychological contract breach will also elicit stress. However, little to no research has examined stress reactions to psychological contract breach. In this master's dissertation, you examine how employee's stress reactions, due to psychological contract breach, unfold over time. Building on the recent post-violation theory (Tomprou, Rousseau, Hansen, 2014), you attempt to distinguish distinct patterns of stress reactions from each other. In addition, you might examine the influence of individual (e.g. coping style) and organizational (e.g., social accounts) factors on these stress patterns. Meer info? Safâa Achnak ([email protected])
17
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Relational Personality. Promotor: Prof. Dr. Joeri Hofmans Begeleider: Edina Dóci Organizations hire people based on their scores on personality tests and their assessment centre results, even though what these tests really measure is how one personality shows in an exam situation. Organizations don’t examine how a one’s personality would interact with the offered work context, as interactionist research suggests that personalities are (to some extent) context dependent. One factor that may be especially relevant to personality fluctuation is the dynamics between the personalities of employee and supervisor. Resulting from the dynamics between personalities, we expect some personality traits to get accentuated, while others to become less prominent. This research will explore such dynamics. Meer info? Edina Dóci ([email protected]) Het effect van contradispositioneel gedrag op contraproductief werkgedrag. Promotor: Prof. Dr. Joeri Hofmans Onderzoek toont aan dat mensen meer negatief affect en emotionele uitputting ervaren indien ze contradispositioneel gedrag vertonen (dit is gedrag dat afwijkt van hoe men zich over het algemeen gedraagt). In deze thesis gaan we na of het stellen van contradispositioneel gedrag een effect heeft op het stellen van contraproductief werkgedrag. De onderliggende idee is dat het stellen van contradispositioneel gedrag ervoor zorgt dat je resources worden uitgeput, en dat je deze dan opnieuw zou kunnen aanvullen door contraproductief werkgedrag (bvb surfen ipv werken, vroegere naar huis gaan,…). Meer info? Prof. Dr. Joeri Hofmans ([email protected]) Born to be wild? Do identity orientations determine employees engagement in OCB and CWB as a result of boredom? Promotor: Prof. Dr. Joeri Hofmans Begeleider: Andromachi Spanouli How do employees react when they don’t find their work tasks engaging? Studies had shown that boredom is linked with both organizational citizenship behavior (OCB) and counterproductive work behavior (CWB)-thus behaviors that are considered positive and negative for organizations. The question that remains unanswerd though, is what makes individuals to choose one behavior over the other? Do individual differences have a prominent role?This study will attempt to provide an answer to this question, by examining the function of identity orientations as a moderator in the aforementioned relationships. Meer info? Andromachi Spanouli ([email protected]) 18
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Eye for an eye? Justice perceptions and their impact on the relationship among boredom, OCB and CWB. Promotor: Prof. Dr. Joeri Hofmans Begeleider: Andromachi Spanouli For a long time, it has been reported that Organizational citizenship behavior (OCB) and Counterproductive work behavior (CWB) lie at the extremes of the same behavioral continuum, with OCB being at the positive and CWB at the negative end. Recent studies, however, have challenged this approach by showing that the same person may engage in both behaviors and that these behaviors may even share the same antecedents.This study attempts to explain this finding, by examining how organizational justice perceptions moderate the link of boredom with OCB and CWB. Meer info? Andromachi Spanouli ([email protected]) Killing time: CWB and OCB and their link to boredom.The role of organizational commitment. Promotor: Prof. Dr. Joeri Hofmans Begeleider: Andromachi Spanouli Organizational citizenship behaviors (OCB) are commonly perceived as behaviors that intent to benefit the organization, and counterproductive work behaviors (CWB) as employee acts that are harmful for the organization. What is often neglected though, is how these behaviors are perceived by the enactor. Could these behaviors be equally beneficial or harmful for the individual? This study will focus on the role of OCB and CWB as copying strategies against boredom at work and on how organizational commitment moderates these relationships. Meer info? Andromachi Spanouli ([email protected])
19
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Personality and work engagement: A dynamic approach to individual differences. Promotor: Prof. Dr. Joeri Hofmans Begeleider: Joanna Sosnowska Employees’ work engagement is an important topic in work and organizational psychology as it contributes vastly to job performance and customer’s satisfaction. In line with previous studies that revealed that personality is an important dispositional source of variability in work engagement (Bakker and Demerouti 2008), the proposed study focuses on how personality dimensions such as conscientiousness or neuroticism influence employee’s work engagement. Following a dynamical conceptualization of personality, we will not only focus on traits, but also on intra-individual variability (i.e., personality variability and attractor stength). The study will benefit not only the research on personality and engagement, but also the practical aspects of employees’ engagement. Meer info? Joanna Sosnowska ([email protected]) A dynamic approach to personality and employee's well-being. Promotor: Prof. Dr. Joeri Hofmans Begeleider: Joanna Sosnowska Understanding employee well-being is important part of work psychology as it has a great impact on job satisfaction, productivity, engagement and burnout amongst others (Ilies et al 2015). Although previous research has indicated that personality traits are one of the best predictors of employee well-being (Steel et al 2008), traits only capture one facet of personality (i.e., how one behaves on average). Drawing on a dynamic approach to individual differences the proposed research not only focuses on traits, but also on intra-individual variability in personality (i.e., variability and attractor strength). It will be examined how these sources of within-person variability in personality dimensions such as conscientiousness or neuroticism account for subjective well-being. The study will add value to both research and practice related to employee well-being. Meer info? Joanna Sosnowska ([email protected])
20
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Jouw werk beïnvloedt mij, mijn werk beïnvloedt jou. Een studie naar de onderliggende crossover mechanismes bij koppels. Promotor: Prof. Dr. Sara De Gieter Begeleider: Lynn Germeys Werknemers nemen hun werkeisen (vb. werkdruk) en hulpbronnen (vb. autonomie) vaak mee naar huis (i.e., negatieve of positieve spillover). Daarenboven beïnvloedt de werksituatie van werknemers hun partner in hun thuissituatie (i.e., crossover). Studies die deze dagdagelijkse crossover effecten binnen werkende koppels onderzochten, vonden vaak niet symmetrische relaties: Positieve gevoelens, gedachten en gedragingen van vrouwen hebben vaak gunstige gevolgen voor hun echtgenoot. Daarentegen beïnvloeden negatieve gevoelens, gedachten en gedragingen van mannen vaak hun echtgenote in negatieve zin. In dit onderzoek willen we nagaan welke processen onderliggend zijn aan deze ongelijke invloed in de crossover binnen werkende koppels. Meer info? Lynn Germeys ([email protected]) Hoe laad ik het best mijn batterijen op tijdens en na een uitputtende werkdag? Promotor: Prof. Dr. Sara De Gieter Begeleider: Lynn Germeys Elke werkdag worden werknemers blootgesteld aan een reeks werkeisen (vb. werkdruk, cognitieve eisen). Om negatieve gezondheids- en familiale gevolgen te voorkomen, moeten werknemers zich mentaal en fysiek kunnen loskoppelen van het werk ("detachment"). Werknemers kunnen tijdens én na hun werkdag proberen hun werk achter zich te laten en zo hun 'batterij' terug op te laden. In dit onderzoek willen we de effecten van verschillende vormen van detachment nagaan. Zijn werknemers na pauzes op de werkvloer (vb. lunchpauzes) geconcentreerder, minder gestresseerd, productiever? Is sporten na de werkuren bijvoorbeeld gunstiger voor werknemers die de hele dag cognitieve inspanningen leverden t.o.v. werknemers die de hele dag fysieke inspanningen leverden? Meer info? Lynn Germeys ([email protected])
21
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Feeling bad @ home, behaving bad @ work? Een studie naar het effect van familiale eisen op het stellen van contraproductief werkgedrag. Promotor: Prof. Dr. Sara De Gieter Begeleider: Lynn Germeys Tot nu toe gingen onderzoekers voornamelijk de invloed na van werkkenmerken op de thuissituatie van werknemers (i.e., werk-familie spillover). In dit onderzoek zijn we geïnteresseerd in de invloed van de thuissituatie op werknemers hun werkgedragingen (i.e., familie-werk spillover). Meer specifiek, willen we nagaan of werknemers die ‘s avonds veel familiale/huishoudelijke eisen (vb. ruzie met partner, zorg voor kinderen) ervaren, de volgende dag sneller geneigd zijn contraproductief werkgedrag (vb. te weinig uren werken) te vertonen? In dit onderzoek willen we eveneens nagaan welke onderliggende processen hiervoor verantwoordelijk kunnen zijn. Meer info? Lynn Germeys ([email protected]) Een onderzoek naar de (dagelijkse) gevolgen van het al dan niet gescheiden houden van werken privéleven. Promotor: Prof. Dr. Sara De Gieter Hoe werknemers omgaan met de grens tussen hun werk- en privéleven is individueel verschillend. Dat kan gaan van het strikt gescheiden houden van beide levensdomeinen (‘segmentatie’) tot het sterk integreren ervan (‘integratie’). De grens tussen beide domeinen wordt echter niet enkel bepaald door de individuele voorkeur (‘boundary management preference’), maar ook door kenmerken van de job of werksituatie zelf. In dit onderzoek willen we nagaan wat de gevolgen zijn op werk en persoonlijk vlak van het al dan niet scheiden van beide levensdomeinen, en wat de rol is van de ‘fit’ tussen de persoonlijke voorkeur en wat de werksituatie (dagdagelijks)toelaat. Dit onderwerp kan opgedeeld worden in twee studies. Meer info? Prof. Dr. Sara De Gieter ([email protected]) De rol van zelfcontrole in de dagelijkse spillover van werk naar privéleven. Promotor: Prof. Dr. Sara De Gieter Dat werkeisen een negatieve invloed (‘negatieve spillover’) kunnen uitoefenen op het gedrag van werknemers buiten het werk is reeds meermaals aangetoond. Het onderliggende proces blijft echter nog steeds onduidelijk. In dit onderzoek willen we nagaan welke rol zelfcontrole speelt in de dagelijkse spillover van werk naar privéleven en hoe zelfcontrole de psychologische beschikbaarheid (niet enkel fysiek maar ook mentaal aanwezig zijn en open staan voor de thuissituatie) van werknemers voor hun gezinsleden kan beïnvloeden. Meer info? Prof. Dr. Sara De Gieter ([email protected]) 22
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Darwin at work: how and when career adapt-ability predicts career success in various employment sectors. Promotor: Prof. Dr. Roland Pepermans Begeleider: Mathieu Peiffer The link between career adapt-abilities (Savickas & Porfeli, 2012) and subjective career success (Greenhaus et al., 1990) has recently been strongly established (Zacher, 2014). Indeed, the matter to which one feels curiosity, concern, control and confidence over one's career predicts how satisfied one will be with his/her career. Curiously, evidence showing that career adaptabilities could be related to objective career success (e.g., promotions, salary evolution) is still scarce. The objective of this thesis will be to link adapt-abilities with both types of career success, and furthermore to understand how organizational factors can play a role in this mechanism. In this context, the model will be tested in organizations from one or two employment sectors (e.g., non-profit and profit sectors). Furthermore, career success could be considered as a mediator between career adapt-ability and turnover intentions, with high success leading to a decreased level of quitting intentions (Guan et al., 2014). Meer info? Mathieu Peiffer ([email protected]) Judging specific companies or general sectors? How stereotypes can explain the intention to apply for jobs using intra- and inter-sector comparisons. Promotor: Prof. Dr. Roland Pepermans Begeleider: Mathieu Peiffer It is well documented that sectors differ from each other (e.g., De Cooman et al., 2009). Research about perceptions of these sectors and their representative organizations is still on the run. Yet scholars must stay aware that organizations within one sector (e.g., the profit sector) can differ from each other, even if they all belong to the same sector. For instance, a bank and a consultancy company usually both belong to the profit sector, while they are different in nature. This thesis aims at assessing these differences in terms of stereotypes, essentially in the sense of the Stereotype Content Model (SCM), which display warmth and competence as essential dimensions (Fiske et al., 1999). Furthermore, the goal could be to link these perceptions to intention to apply and/or to intention to make a career in an organization/sector. Indeed, research has already found that employer image could lead to employer attractiveness (e.g., Cable & Turban, 2001; Lievens et al., 2005), while this has never been tested with stereotypical perceptions. Meer info? Mathieu Peiffer ([email protected])
23
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Stereotypical perceptions of industrial sectors: insights about the general public's opinion in Belgium. Promotor: Prof. Dr. Roland Pepermans Begeleider: Mathieu Peiffer Recent research has found that consumers perceive organizations of two sectors traditionnally compared in the literature (i.e., the profit and the non-profit sectors) as being distinct regarding stereotypes (Aaker et al., 2010). This is mainly based on the Stereotype Content Model (SCM) (Fiske et al., 1999), that displays warmth and competence as two distinct stereotypes that people use when perceiving individuals or objects. Evidence has also been established that management graduates (i.e., potential job seekers) judge the non-profit sector as being warm, the profit sector as being competent, and the public sector as being moderatly warm, and not at all competent (Peiffer et al., 2015). Of course, evaluation of objects depend on the person that evaluates these objects. The purpose of this thesis will therefore be to assess the general population's evaluation. Furthermore, general characteristics of the broad public (e.g., gender, diploma…) will be used to understand these perceptions. Moreover, social structure of sectors (i.e., perceived competition with other sectors, and perceived status), as well as resulting feelings (e.g., admiration) associated with stereotypes, could be linked to these stereotypical perceptions of sectors. Meer info? Mathieu Peiffer ([email protected]) A matter of motivation: How do Public Service Motivation and Self-Determination Theory relate to each other in different sectors. Promotor: Prof. Dr. Roland Pepermans Begeleider: Mathieu Peiffer Work motivation has since long been aknowledged as being one of the most important field of study in organizational behavior. The purpose of this thesis will be to compare two famous theories of motivation: Public Service Motivation (PSM; Perry & Wise, 1990) and SelfDetermination Theory (SDT; Deci & Ryan, 1985). More specifically, it will look at the impact of these types of motives on objective (Dries et al., 2009) and subjective (Greenhaus et al., 1990) career success. Since both theories have been examined in different employment sectors (e.g., the public and the non-profit sector: Park & Word, 2012; Bidee et al., 2012), hypotheses can be built on whether one or both motivation mechanism(s) influence(s) career success in one or both sector(s). As SDT and PSM are composed of multiple factors and ranges, findings can be discussed regarding these specificities. Meer info? Mathieu Peiffer ([email protected])
24
Thesisonderwerpen 2015 -2016
EXTO
Effectieve interventies om sedentarisme bij kantoortaken tegen te gaan: impact van gezondheids- en gedragscomponenten. Promotor: Prof. Dr. Veerle Hermans Sedentair gedrag is gerelateerd aan heel wat gezondheidsproblemen (obesitas, cardiovasculaire aandoeningen, kanker etc. Chau et al. 2013). Vandaar dat innovatieve dynamische werkplekken geïntroduceerd worden om het zitten te doorbreken via bvb. zit/sta tafels, tafelfietsen, wandeltapijten etc (Shrestha et al. 2015). Op korte termijn blijken deze werkplekken voor minder zittijd te zorgen. Zeker indien de interventies ook organisatorisch gericht zijn (steun vanuit het management, aanpak van de werkomgeving e.a. (Dunstan et al. 2015). De gezondheidseffecten op lange termijn blijken minder onderzocht te zijn, alsook de mogelijke bijdrage van individuele gedragscomponenten. Dit onderzoek wil nagaan in welke mate gezondheids- en gedragscomponenten bijdragen aan het succes van deze interventies. Meer info? Veerle Hermans ([email protected])
25
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Vakgroep Klinische en Levenslooppsychologie (KLEP)
26
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Beschikbaarheid promotoren en begeleiders 23/11
Pleegzorg, jeugdzorg en opvoeding 10-12u Prof. Dr. Vanderfaeillie
24/11
25/11 10-12u 14-17u Hele dag 9-16u
Frank Van Holen 9-16u 9-16u Laurence Belenger 9-18u Laura Gypen Persoonlijkheid, psychopathologie en ouderen Hele dag Hele dag Hele dag Prof. Dr. Rossi Hele dag Hele dag Hele dag Priska Steenhaut Afspraak via mail Prof. Dr. Van Alphen Afspraak via mail Prof. Dr. Dierckx Afspraak via mail Ellen De Roeck Afspraak via mail Kurt Beeckmans Afspraak via mail Prof. Dr. De Donder Afspraak via mail Katrijn Vanloock Op afspraak in UZ Brussel Prof. Dr. Schotte (A)typische ontwikkeling en (speciale) opvoedingssituaties 11-13u Patrick Lambrecht Cognitieve ontwikkeling, leerstoornissen en onderwijs Afspraak via mail Prof. Dr. Van den Broeck Afspraak via mail Eva Staels Welbevinden bij kinderen en jongeren 10-16u 10-13u Prof. Dr. Baetens Interpersonal, Discursive and Narrative Studies 16-18u Prof. Dr. Soyez 14-19u IDNS BIPS Prof. Dr. Van Hoof Cognitieve sturing en emotionele regulatie bij kinderen Prof. Dr. CelestinWestreich
26/11
Hele dag 9-16u
27/11
9-16u
Hele dag Hele dag
30/11
1/12
2/12
3/12
4/12
10-12u
10-12u 14-17u
13-16u 9-18u
9-16u 9-18u
Hele dag
Hele dag 9-16u
9-16u
Hele dag Hele dag
Hele dag Hele dag
Hele dag Hele dag
Hele dag Hele dag
10-13u
10-13u
10-13u
16-18u 14-18u Namiddag
Namiddag Op afspraak
Namiddag
Namiddag Op afspraak
27
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Contactgegevens promotoren en begeleiders E-mail Pleegzorg, jeugdzorg en opvoeding Prof. Dr. Vanderfaeillie [email protected] Frank Van Holen [email protected] Laurence Belenger [email protected] Laura Gypen [email protected] Persoonlijkheid, psychopathologie en ouderen Prof. Dr. Rossi [email protected] Priska Steenhaut [email protected] Prof. Dr. Van Alphen [email protected] Prof. Dr. Dierckx [email protected] Ellen De Roeck [email protected] Kurt Beeckmans [email protected] Prof. Dr. De Donder [email protected] Katrijn Vanloock [email protected] Prof. Dr. Schotte [email protected] (A)typische ontwikkeling en (speciale) opvoedingssituaties Patrick Lambrecht [email protected] Cognitieve ontwikkeling, leerstoornissen en onderwijs Prof. Dr. Van den Broeck [email protected] Eva Staels [email protected] Julie Alders [email protected] Welbevinden bij kinderen en jongeren Prof. Dr. Baetens [email protected] Interpersonal, Discursive and Narrative Studies Prof. Dr. Soyez [email protected] IDNS [email protected] Siegried D’Haeseleer BIPS Prof. Dr. Van Hoof [email protected] Cognitieve sturing en emotionele regulatie bij kinderen Prof. Dr. Celestin-Westreich [email protected]
Telefoon
Kantoor
Opmerkingen
02629 3652 02428 8009 02629 2675 02629 2620
3C242 3C236
Maak een afspraak via mail
02476 3461
Na motivatie per mail kan ook afspraak gemaakt worden Na motivatie per mail kan ook afspraak gemaakt worden Maak een afspraak via mail Maak een afspraak via mail Maak een afspraak via mail Maak een afspraak via mail Maak een afspraak via mail Maak een afspraak via mail Dienst Klinische Psychologie, route 945
Maak een afspraak via mail Maak een afspraak via mail
3C241
3B251A 02629 2628
Voorstel doorsturen voor 20/11 Afspraak maken Maak een afspraak via mail Maak een afspraak via mail
28
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Pleegzorg, jeugdzorg en opvoeding De validiteit van de equity theorie als verklaring om aan pleegzorg te doen. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Door middel van een vragenlijstenonderzoek de hypothese toetsen. Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Ondersteunende pleegzorg: profiel van gasten en verzorgers. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Dossieranalyse en eventuele bevraging van pleegouders. Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Pleegzorg als hulpverleningsvorm in andere culturen: exploratie van (on)mogelijkheden. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Pleegzorg is vermaatschappelijking van zorg. Echter slechts een beperkte groep van de samenleving doet aan pleegzorg. Zo zijn allochtone personen weinig pleegouder. Welke elementen uit de allochtone cultuur maken dat allochtonen minder aan pleegzorg doen. Methode is een kwalitatieve bevraging van allochtone peegouders en niet-pleegouders om een zicht te krijgen op deze problematiek. Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Tevredenheid en ondersteuningsbehoeften van pleegouders. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Door J. Vanderfaeillie en F. Van Holen is de VOT-P ontwikkeld, een vragenlijst waarmee ondersteuningsbehoeften van pleegouders en tevredenheid kan worden gemeten. Door de 5 diensten van pleegzorg is afgesproken dat zij van deze vragenlijst willen gebruik maken voor het meten van de tevredenheid en ondersteuningsbehoeften van de eigen pleegouders. Het Centrum voor psychologische en jeugdhulpverlening heft zich geengageerd voor de verwerking ervan. Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected])
29
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Iedereen op zijn plaats? Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Door voorzieningen wordt hulp aangeboden van een zekere intensiteit. Vraag is echter of alle clienten wel nood hebben aan deze zorgintensiteit en of er niet kan volstaan met minder of juist meer zorg moet worden geboden. Het zou de moeite lonen om dit voor enkele voorzieningen na te gaan. Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Pleegzorg en de zelfdeteminatie theorie. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Voeden ouders wiens basisbehoeften aan verbondenheid, autonomie en verbondenheid vervuld zijn beter op? Onderzoek met vragenlijsten. Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Vervullen pleegouders en pleegvaders dezelfde rollen? Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie In een opvpedproces worden vaak door vaders en moeders andere rollen vervuld. Is dit ook zo voor pleegouders? Met een vragenlijst wordt nagegaan welke rollen door pleegouders vervullen. Zie ook (Wilson, Fyson, & Newstone, 2007). Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Ontwikkeling van niet-begeleidde vluchtelingen in een pleeggezin. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Met een aantal indicatoren de ontwikkeling van niet-begeleidde vluchtelingen lognitudinaal opvolgen. Dit impliceert tevens het ontwikkelen van een basisset aan indicatoren die longitudinaal zullen worden gebruikt om de ontwikkeling in kaart te brengen. Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) De rol van vaders in de opvoeding. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected])
30
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
De pedagogische tik. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Legitimatie van oo in het preventief aanbod van KG met bijzondere aandacht voor het prenatale. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) Wat zijn de spontane (persoonlijke) en professionele ((aangeleerde) factoren die maken dat een begeleider relatiegebaren kan blijven stellen naar een jongere en wat is de operationele verantwoordelijkheid hierbij van de organisatie? Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected]) ‘Jij bent een van ons’. Wanneer en hoe beleeft een jongere in de hulpverlening dat hij deel uit maakt van een hulpverleningsentiteit waarbij 'ik ben op menselijk gebied belangrijk voor de anderen', primeert op 'ik ben als cliënt belangrijk voor de anderen'. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected])
31
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
De biologische kinderen van pleegouders: Hoe ervaren zij de plaatsing van een pleegkind in hun gezin? Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Laura Gypen Deze studie tracht een bijdrage te leveren aan de beperkte info die in de literatuur te vinden is over de biologische kinderen van pleegouders. In 2013 werd een eerste studie uitgevoerd in de provincie Antwerpen. Hierin werd onderzocht hoe de biologische kinderen de aanwezigheid van een pleegkind in hun gezin ervaren en in welke mate pleegmoeders dit correct kunnen inschatten. Hiervoor werden van 56 biologische kinderen en pleegmoeders een vragenlijst afgenomen. In 2015 is dit onderzoek eveneens opgestart in de provincie Vlaams-Brabant. Het is de bedoeling deze studie nogmaals uit te voeren in de provincie Oost en West Vlaanderen alsook in Limburg, zodanig dat in toekomstige studies de resultaten uit verschillende provincies veralgemeend kunnen worden. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat ondanks enkele negatieve aspecten de biologische kinderen de plaatsing als verrijkend ervaren. Pleegmoeders geven soortgelijke antwoorden als hun kinderen, maar zijn meer uitgesproken in hun mening. Mogelijk onderschatten ze de invloed van de plaatsing op hun kinderen. Meer info? Laura Gypen ([email protected]) Wat zijn de lange termijn effecten van de integrale jeugdzorg in Vlaanderen? Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Laura Gypen Deze studie tracht een bijdrage te leveren aan een groot hiaat in de wetenschappelijke literatuur. Jaarlijks ontgroeien een groot aantal kinderen de beschermde omgeving van de integrale jeugdzorg. Wat bereiken deze kinderen op lange termijn; hoe geven zij hun toekomst vorm op vlak van educatie, werk, relaties, sociale contacten, gezondheid en in welke mate komen zij in contact met justitie. Deze studie bestaat uit een deel literatuuronderzoek en een deel dataverzameling binnen een bestaand project. Meer info? Laura Gypen ([email protected])
32
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Onderzoek naar de tevredenheid van een intensief ondersteuningsprogramma rond de samenwerking tussen de ouders en de pleegouders. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Laurence Belenger Pleegzorg is een kwetsbare interventie. Conflicten tussen ouders en pleegouders komen frequent voor en zijn een belangrijke reden tot breakdown (voortijdig beëindigen van de plaatsing). Het programma “Samenwerking Ondersteunen in Pleegzorg” (SOP) werd ontwikkeld om de samenwerking tussen ouders en pleegouders, aan de hand van bemiddelingstechnieken, te verbeteren. Het ondersteuningsprogramma SOP wordt onderzocht naar zijn effectiviteit. Bovendien zal er, aan de hand van interviews, aandacht geschonken worden aan de tevredenheid en visie van de betrokken partijen (ouders, pleegouders en pleegzorgbegeleiders) over de genoten ondersteuning, om zo het programma waar nodig verder te kunnen verfijnen. Meer info? Laurence Belenger ([email protected]) Welke invloed hebben uiterlijke kenmerken op het globaal functioneren en op gedragsproblemen van jongens met het Klinefelter syndroom? Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Promotor: Prof. Dr. Jean Deschepper Begeleider: Susanne Böhler Welke invloed heeft het lichamelijke fenotype op het algemeen welzijn en gedragsproblemen van jongens met KS. Op de kinderleeftijd ontstaat de typische gestalte met relatief dunne armen en benen, velen hebben een lange gestalte. De penis en testes zijn relatief klein. In de adolescentie wordt de afwijkende lichaamsbouw versterkt. Eenderde ontwikkelt gynaecomastie, borstontwikkeling. Er is een verminderde spiermassa en een vrouwelijke vetverdeling en haarverdeling.Welke invloed hebben deze uiterlijke kenmerken op het globaal functioneren van deze jongens en heeft dit invloed op het ontwikkelen van gedragsproblemen? Meer info? Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie ([email protected])
33
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Analyse van werkzame factoren van Geweldloos Verzet-interventies in residentiële context. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Frank Van Holen Geweldloos Verzet is een interventie die zich aanvankelijk richtte tot gezinnen met kinderen en adolescenten die agressief en destructief gedrag vertonen. De toepassingsgebieden verruimen ondertussen naar andere doelgroepen en settings. Steeds meer residentiële voorzieningen implementeren deze benadering in hun werking. Middels een Delphi-onderzoek bij leefgroepmedewerkers bevragen we positieve/negatieve ervaringen, zoeken we naar werkzame elementen, noodzakelijke randvoorwaarden, elementen waar minder consensus over is, enzovoort. Meer info? Frank Van Holen ([email protected]) Evaluatie van Geweldloos Verzet-interventies in residentiële context. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Frank Van Holen Geweldloos Verzet is een interventie die zich aanvankelijk richtte tot gezinnen met kinderen en adolescenten die agressief en destructief gedrag vertonen. De toepassingsgebieden verruimen ondertussen naar andere doelgroepen en settings. Middels herhaalde N=1-onderzoeken worden specifieke Geweldloos Verzet-interventies (zoals aankondiging, herstelgerichte acties, …) voor de aanpak van probleemgedrag in residentiële context geevalueerd. Meer info? Frank Van Holen ([email protected]) Evaluatie van de interventie ‘Pleegouders Versterken in Opvoeden - Geweldloos Verzet’ bij pleegouders met een pleegkind met internaliserend probleemgedrag. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Frank Van Holen ‘Pleegouders Versterken in Opvoeden – Geweldloos Verzet’ is een interventie voor pleegouders bestaande uit gemiddeld 10 mobiele sessies die worden aangeboden bovenop de pleegzorgbegeleiding. Deze interventie werd ontwikkeld voor en empirisch onderzocht bij pleegouders die een pleegkind opvangen met externamiserend probleemgedrag. Middels herhaalde N=1-onderzoeken wordt onderzocht of deze interventie ook betekenisvol kan zijn voor de ondersteuning van pleegouders die een pleegkind opvangen met uitsluitend internaliserend probleemgedrag. Meer info? Frank Van Holen ([email protected])
34
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: evaluatie van een groepstraining voor pleegouders. Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Begeleider: Frank Van Holen Kinderen in pleegzorg hebben vaak traumatische ervaringen meegemaakt. Traumaklachten blijven veelal onopgemerkt en hebben een negatieve impact op de ontwikkeling van het kind. Dit project beoogt de traumasensitiviteit bij pleegouders te vergroten en een eerste indicatie te geven van de algemene werkzaamheid van deze factor. Pleegouders krijgen groepstraining van 8 sessies in het herkennen van traumaklachten en krijgen inzicht in de samenhang tussen trauma en (probleem)gedrag van het pleegkind. Hypothese is dat pleegouders door training traumaklachten bij pleegkinderen beter herkennen en beter in staat zijn tot traumasensitief handelen. Hierdoor zal de pleeouder-pleegkind-relatie verbeteren, de opvoedingsstress bij pleegouders verminderen, het competentiegevoel van pleegouders vergroten en zullen de traumaklachten bij het pleegkind afnemen. Uiteindelijk zal dit leiden tot een beter hulpverleningsresultaat voor pleegzorg. Het onderzoek wordt uitgevoerd in een quasiexperimenteel design met metingen onmiddellijk voorafgaand en onmiddellijk na afloop van de training en 1 maand later. Het onderzoeksinstrument is reeds ontwikkeld en dataverzameling is gestart. Twee Nederlandse en twee Vlaamse pleegzorgvoorzieningen nemen deel aan het onderzoek dat loopt van september 2015 tot September 2017. Van de student wordt verwacht: literatuurstudie, dataverzameling en dataverwerking.. Meer info? Frank Van Holen ([email protected])
35
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Persoonlijkheid, psychopathologie en ouderen Inschatten van gewelddadig gedrag bij vrouwen: risicotaxatie a.d.h.v. de ‘Female Additional Manual’. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Leen Cappon (wetenschappelijk onderzoeker Sint-Jan-Baptist) Uit de literatuur blijkt dat risicofactoren voor geweld bij vrouwen veelal verschillen van risicofactoren bij mannen. Het doel van de Female Additional Manual (FAM) is het bieden van een meer accurate risicotaxatie van gewelddadig gedrag bij vrouwen in de forensische psychiatrie. De FAM is echter work in progress; er is nog weinig empirische evidentie voor de voorspellende waarde van (de factoren in) dit instrument voor herhaald gewelddadig gedrag bij vrouwen en onderzoek hiernaar is dan ook zeer wenselijk. In deze thesis wordt daarom in eerste instantie een verdere uitwerking van de zogenaamde vrouwspecifieke risicofactoren zoals die benoemd worden in de Female Additional Manual (FAM) beoogt en in het bijzonder de verschillen op basis van gender. Hiervoor zal een groep vrouwen en mannen uit PC Sint-JanBaptist gematcht worden. Voorwaarden: Bereid zijn tot afnames in PC Sint-Jan-Baptist te 9060 Zelzate. Na het afronden van de thesis een korte presentatie houden voor de Cel Onderzoek en Beleid van het forensisch zorgcircuit en de betrokken afdelingen te Zelzate. Meer info? Prof. Dr. Gina Rossi ([email protected]) De samenhang tussen persoonlijkheidsfactoren en ‘frailty’ bij ouderen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: wordt later bepaald Een grote bezorgdheid in onze verouderende maatschappij is ‘frailty’, een geriatrisch syndroom waarbij iemands reservecapaciteit zodanig is afgenomen dat een lichte stress van buitenaf (bv. ziekte, emotionele factoren, enz.) belangrijke negatieve gevolgen (bv. hospitalisatie, functionele en /of cognitieve achteruitgang, enz.) kan hebben. Kennis van vroegtijdige voorspellers van frailty bij ouderen is echter nog zeer beperkt. Om een vroegtijdige opsporing mogelijk te maken voert de ‘Gerontopole Brussels’ een multi-disciplinaire studie uit om vroege predictoren te identificeren vanuit verschillende domeinen bij personen ouder dan 80 jaar. Deze thesis zal zich daarbij richten op de persoonlijkheidsfactoren. Er is reeds data verzameld aan de hand van instrumenten zoals de CD-RISK (een ‘resilience’ maat) en de IPP-32 (interpersoonlijke problemen). De student kan van deze data gebruik maken, maar in ruil wordt wel verwacht deel te nemen aan verdere afnames in UZ Jette in het kader van het Gerontopole project. Stage lopen op de dienst Gerontologie en Geriatrie van het UZ Brussel is een pluspunt. Bereidheid tot afnames in UZ Jette een voorwaarde. Meer info? Prof. Dr. Gina Rossi ([email protected])
36
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit van de WHO-QoL Bref in een oudere populatie. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: De WHO-QoL Bref (verkorte versie World Health Organisation Quality of Life Questionnaire) is een zelfrapportagevragenlijst van 26 items die dient om algemeen welzijn te meten. Doel: In deze studie zal empirisch onderzocht worden of de betrouwbaarheid en validiteit van de WHO-QoL Bref behouden blijft in een oudere populatie (65 plussers). Methode: Afname WHOQoL (+ nog te bepalen andere vragenlijsten) in een jongere volwassenen (25-50 jaar) en een oudere volwassenen populatie (65+). Extra info: voor de afnames vragenlijsten kan er eventueel samengewerkt worden met andere thesisstudent(e) (zie PANAS). Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit van de PANAS in een oudere populatie. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: De PANAS (Positive and Negative Affect Schedule) is een zelfrapportagevragenlijst van 20 items die ook vaak in onderzoek gebruikt wordt om welzijn te meten. Doel: In deze studie wordt empirisch onderzocht of de betrouwbaarheid, validiteit en factorstructuur van de PANAS behouden blijft in een oudere populatie (65 plussers). Methode: Afname PANAS (+ nog te bepalen andere vragenlijsten voor externe validiteit) in een jongere volwassenen (25-50 jaar) en een oudere volwassenen populatie (65+). Extra info: Voor de afnames vragenlijsten kan er eventueel samengewerkt worden met andere thesisstudent(e) (zie WHO-QoL-Bref). Meer info? Priska Steenhaut ([email protected])
37
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Verband tussen persoonlijkheid en psychologische flexibiliteit bij ouderen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: Uit onderzoek blijkt dat persoonlijkheidstrekken samenhangen met flexibiliteit. Zo zouden neuroticisme en negatieve emotionaliteit samenhangen met een lagere mate van flexibiliteit en zouden personen die hoger scoren op extraversie, openheid en positieve emotionaliteit een hogere mate van flexibiliteit vertonen. Doel: In dit onderzoek zal nagegaan worden of persoonlijkheidstrekken ook samenhangen met psychologische flexibiliteit bij ouderen (65 plussers). Methode: De persoonlijkheidstrekken zullen gemeten worden met de BFI en de MMPI-2-RF en de psychologische flexibiliteit zal gemeten worden a.d.h.v. experimenten te Gent. Extra info: De experimenten worden volgend semester nog uitgewerkt en geprogrammeerd door ons. Van de student wordt verwacht dat deze ca. 20 proefpersonen rekruteert en wanneer nodig zal assisteren bij de afnames (ook in Gent!). De afnames zullen doorgaan in de periode mei – november 2016. Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit van de AAQ-II in een populatie oudere volwassenen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: De AAQ-II (Acceptance and Action Questionnaire II) is een zelfrapportagevragenlijst van 10 items die de mate van psychologische flexibiliteit meet. Doel: In deze studie zal empirisch onderzocht worden of de betrouwbaarheid en validiteit van de AAQ-II behouden blijft in een oudere populatie (65 plussers). Methode: Afname AAQ-II (+ nog te bepalen andere vragenlijsten voor de externe validiteit) in een jongere volwassenen (25-50 jaar) en een oudere volwassenen populatie (65+). Extra info: voor de afnames vragenlijsten kan er eventueel samengewerkt worden met andere thesisstudent(e) (zie FIT-60). Meer info? Priska Steenhaut ([email protected])
38
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit van de FIT-60 in een populatie oudere volwassenen. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: De FIT-60 (Flexibiliteits Index Test) is een zelfrapportagevragenlijst van 60 items die de mate van psychologische flexibiliteit meet. Doel: In deze studie zal empirisch onderzocht worden of de betrouwbaarheid, validiteit en factorstructuur van de FIT-60 behouden blijft in een oudere populatie (65 plussers). Methode: Afname FIT-60 (+ nog te bepalen andere vragenlijsten voor de externe validiteit) in een jongere volwassenen (25-50 jaar) en een oudere volwassenen populatie (65+). Extra info: voor de afnames vragenlijsten kan er eventueel samengewerkt worden met andere thesisstudent(e) (zie AAQ-II). Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Verband tussen persoonlijkheid en oogbewegingen bij het bekijken van emotionele gezichten. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond en doel: Bij het herkennen van verschillende emotionele gelaatsuitdrukkingen bevatten sommige regio’s in het gezicht meer informatie dan andere regio’s (bv. bij blije gezichten, geeft de mond het meeste informatie; bij droevige gezichten zijn dit de schuinstaande wenkbrauwen,...). Omdat persoonlijkheid vaak samenhangt met biases in aandacht (bv. hoogscoorders op negatieve emotionaliteit kijken meer naar negatieve informatie), willen we nagaan of deze bias ook voorkomt bij emotieherkenning in gelaatsuitdrukkingen. Methode: Afnames persoonlijkheidsvragenlijsten BFI en MMPI-2-RF en eye-tracker taak. Extra info: We hebben reeds data verzameld met de eye-tracker en de persoonlijkheidsvragenlijsten, dus database is beschikbaar. Meer info? Priska Steenhaut ([email protected])
39
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
DIF (detection of differential item functioning) bij oudere en jongere volwassenen in vragenlijst naar keuze. Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Begeleider: Priska Steenhaut Achtergrond: bij vragenlijstonderzoek worden sommige items makkelijker door één bepaalde groep aangeduid dan door andere groepen (DIF). Dit kan een vertekend beeld geven in de vragenlijstuitkomsten. Doel: In dit onderzoek willen we nagaan of er sprake is van DIF bij een jongere (25-50 jaar) en oudere volwassenenpopulatie (65+) in de BFI (persoonlijkheidsvragenlijst) of WHO-QOL-Bref (welzijn) of PANAS (welzijn) of FIT-60 (flexibiliteit). Er wordt dus één vragenlijst gekozen voor dit thesisonderzoek. Extra informatie: Om dit onderwerp te doen, is het vereist om een zeer goede statistische kennis te hebben. Meer info? Priska Steenhaut ([email protected]) Fout! Ongeldige bladwijzerverwijzing. Young Schema Questionnaire (YSQ) en ouderen Promotor: Prof. Dr. Gina Rossi Promotor: Prof. Dr. Bas van Alphen Begeleider: Marjolein Legra De schematheorie en -therapie van Young bieden binnen een volwassen populatie tot vijftig jaar een bruikbaar theoretisch kader en een effectieve behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen. Vooralsnog ontbreken echter publicaties over ouderen en schema's. Deze studie zal schema's bij ouderen op gestandaardiseerde wijze in kaart brengen door de reconstructie van een betrouwbare en valide zelfrapportage- en informantversie van de Young Schema Questionnaire (YSQ) voor ouderen in een (poli)klinische setting in Nederland (regio Bergen op Zoom). Op basis van data van Rijkeboer (2008) werd namelijk een schemalijst voor ouderen gereconstrueerd en tevens bewerkt tot een informantversie. De dataverzameling is reeds opgestart, maar dient nog verder uitgebreid te worden. Voorwaarde is de bereidheid tot verzamelen van data en maken van afspraken met begeleider in Nederland. Meer info? Prof. Dr. Bas van Alphen ([email protected])
40
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Onderzoek naar de betrouwbaarheid van twee cognitieve screeningsinstrumenten voor de vroegtijdige opsporing van de ziekte van Alzheimer. Promotor: Prof. Dr. Eva Dierckx Begeleider: Ellen De Roeck Het onderzoek kadert binnen een doctoraatsproject. Voor dit project is er een samenwerking tussen de VUB en Uantwerpen. Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een betrouwbaar en valide screeningsinstrument voor de opsporing van de ziekte van Alzheimer in een vroeg stadium. Meer specifiek zal in de masterproef de test-hertest- en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van twee screeningstesten onderzocht worden. Onderzoeksmethode: Bij 20 gezonde ouderen wordt een neuropsychologisch onderzoek afgenomen. Om de test-hertest betrouwbaarheid na te gaan, worden een aantal tests na ongeveer één maand terug afgenomen. Om de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid te kunnen meten, zullen een aantal testafnames samen met een andere rater gebeuren. Meer info? Ellen De Roeck ([email protected]) Ischemisch CVA en hemorragisch CVA: gelijkenissen en verschillen in cognitief functioneren en het effect van cognitieve revalidatie. Promotor: Prof. Dr. Eva Dierckx Begeleider: Kurt beeckmans Het betreft een onderzoek naar de verschillen en gelijkenissen in het cognitief functioneren bij patiënten met respectievelijk een ischemisch en hemorragisch CVA op basis van een neuropsychologische onderzoeksbatterij bestaande uit tests die peilen naar aandacht, geheugen, visuoruimtelijke functies, taalfuncties en executieve functies en een vragenlijst die peilt naar het cognitief en emotioneel/gedragsmatig functioneren in het dagelijkse leven. Daarnaast wordt ook het effect van 3 tot 6 maanden cognitieve revalidatie op het cognitief functioneren geëvalueerd. Meer info? Kurt beeckmans ([email protected])
41
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
De link tussen temperament en neuropsychologisch functioneren bij psychiatrische patiënten. Promotor: Prof. Dr. Eva Dierckx Het onderzoek kadert binnen een groter onderzoeksproject dat plaatsvindt op verschillende afdelingen van de Psychiatrische Kliniek binnen de Alexianen Zorggroep Tienen (AZT). Het uiteindelijke doel is het ontwerpen van een neurocognitieve training die naast farmacotherapie en psychotherapie mogelijks een meerwaarde kan bieden binnen de behandeling. Relatie BIS/BAS, EC en neuropsychologische taken. Onderzoeksvraag: exploratief nagaan of er verbanden zijn tussen clusters/profielen, in termen van BIS/BAS en EC enerzijds en neuropsychologische taken anderzijds. Onderzoeksmethode: van 30 patiënten binnen AZT zullen er naast temperamentsmaten, a.h.v. een gecomputeriseerde neuropsychologische testbatterij (i.e. CANTAB) ook neuropsychologische tests worden afgenomen. Meer info? Prof. dr. Eva Dierckx ([email protected]) “a sense of home” in WZC. Promotor: Prof. Dr. Liesbeth De Donder Begeleider: Katrijn Vanloock Het onderzoek gebeurt i.s.m. de AP-Hogeschool Antwerpen en Zorgbedrijf Antwerpen. Wanneer zeggen ouderen in een WZC nu: “Ik voel me hier thuis”? Specifiek zal je in de masterproef kunnen kiezen of je meewerkt aan het kwantitatieve of kwalitatieve luik. Voor het kwantitatieve luik werd het afgelopen jaar een vragenlijst toegevoegd aan het welkomstpakket van elke nieuwe bewoner. Dezelfde vragenlijst wordt 6 maanden later nog eens ingevuld. Voor het kwalitatieve luik wordt via diepte interviews in kaart gebracht hoe bewoners “a sense of home” beschrijven en invullen Wanneer is het WZC voor hen een thuis? Hoe maken zij er hun thuis van? Wat helpt of wat verhindert hen om zich thuis te voelen?. Jouw bijdrage als student zal een onmiddellijke impact hebben op de praktijk in de WZC van Zorgbedrijf Antwerpen en zal een onderdeel vormen van een praktijkboek.. Meer info? Prof. Dr. Liesbeth De Donder ([email protected]); Katrijn Vanloock ([email protected])
42
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Introversie, extraversie en de DSM persoonlijkheidsstoornissen. Promotor: Prof. Dr. Christiaan Schotte Het onderzoek betreft een bestaande database van ruim 11.000 subjecten, waarbij een zelfbeschrijving aan de hand van positieve en negatieve eigenschappen (adjectieven), een klinische beoordeling en de ADP-IV vragenlijstgegevens verzameld zijn. Het huidig onderzoek stelt zich tot doel om de subjecten die zich in hun zelfbeschrijving als "introvert of "extravert" omschrijven nader te onderzoeken 1) door de prevalentie van de DSM persoonlijkheidsstoornissen aan de hand van de ADP-IV te exploreren en 2) door beide groepen op een dimensioneel met elkaar te vlak te vergelijken. Tevens zal binnen de twee hoofdgroepen de vergelijking gemaakt worden tussen de subjecten die hun intraversie of extraversie respectivelijk als een positieve en als een negatieve eigenschap beschrijven. Meer info? Chris Schotte ([email protected]; [email protected])
43
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
(A)typische ontwikkeling & (speciale) opvoedingssituaties Trends in problematisch genotmiddelengebruik bij Europese adolescenten. Promotor: Prof. Dr. Caroline Andries Begeleider: Patrick Lambrecht Sinds 2003 participeert de vakgroep aan het European School survey Project on Alcohol and other Drugs – ESPAD, een 4-jaarlijkse bevraging bij 15-16 jarigen betreffende genotmiddelen in ongeveer 40 Europese landen met als doel vergelijkbare gegevens en trends te onderzoeken. Het onderzoek werd laatst herhaald in 2014-2015 en bevroeg zo’n 100.000 Europese jongeren van de geboortecohort 1999 bevragen naar hun consumptie van legale of illegale genotmiddelen en ander risicogedrag. Gebruikmakend van de bestaande internationale databank probeert de student zicht te krijgen op: Trends (2003 - 2015) in problematisch genotmiddelengebruik bij Vlaamse adolescenten en die van de omliggende landen (1 student ) Meer info? Patrick Lambrecht ([email protected]) Verband tussen e-sigaretgebruik en ander rookgedrag en internaliserende gedragsproblemen. Promotor: Prof. Dr. Caroline Andries Begeleider: Patrick Lambrecht Sedert 2007 wordt elke vier jaar een representatief staal van de Vlaamse reguliere secundaire onderwijspopulatie getrokken en bevraagd om een beeld van het genotmiddelengebruik van de Vlaamse vroege en midden (schoolgaande) adolescenten te krijgen. In het Vlaamse onderzoek wordt sedert 2010 naast het genotmiddelengebruik specifiek ingegaan op de aanwezigheid van een verhoogd risico op angst en depressie en het voorkomen van suiciditeit. In 2014 werd het tabaksgerelateerd onderzoek uitgebreid naar het gebruik van e-sigarets en waterpijp en kan dit rookgedrag in relatie tot de internaliserende gedragsproblemen bekeken worden (max. 1 student). Meer info? Patrick Lambrecht ([email protected])
44
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Cognitieve ontwikkeling, leerstoornissen en onderwijs Een enquête naar de visie van leerkrachten basisonderwijs over het M-decreet. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Eva Staels Dit schooljaar werd het M-decreet van kracht. Dit decreet is een toepassing van meer inclusief onderwijs, zoals voorgeschreven door het door Vlaanderen geratificeerde VN-verdrag. Dit decreet regelt de specifieke maatregelen die leerlingen kunnen genieten indien er sprake is van zgn. specifieke onderwijsbehoeften. Voor kinderen die het gemeenschappelijk curriculum niet kunnen volgen wordt er ook voorzien in zgn. individuele leertrajecten. In dit onderzoek willen we nagaan wat leerkrachten zelf vinden van de toepassing van dit decreet en welke knelpunten zij daarbij ervaren. Meer info? Eva Staels ([email protected]) Een empirische studie naar serieel leren als verklaring voor dyslexie. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Eva Staels In enkele recente studies werd een nieuwe verklaringshypothese voorgesteld als verklaring voor dyslexie. Kinderen met dyslexie zouden een defect vertonen in het serieel leren. Daarbij werden verschillende paradigma’s gebruikt. Enerzijds ging het over Hebb-leren: dat is het opslaan van seriële volgorde informatie in het lange-termijn geheugen. Anderzijds ging het over serieel leren in het korte-termijn geheugen. In eigen onderzoek konden we deze bevindingen echter niet repliceren. In dit onderzoek zetten we een nieuwe studie op om te achterhalen waarom er tegenstrijdige resultaten werden gevonden. Meer info? Eva Staels ([email protected])
45
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
De effecten van een interventie met nadruk op spellingoefeningen voor de ontwikkeling van orthografische kennis bij dyslectische lezers. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Eva Staels Orthografisch leren is het proces waarbij nieuwe woorden via fonologisch decoderen worden opgeslagen als een vertrouwde string van letters zodat deze direct kunnen worden opgehaald uit het geheugen. Dit stelt de lezer in staat om snel en geautomatiseerd woorden te kunnen lezen. Bekend is dat zwakke of dyslectische lezers meer problemen hebben met dit orthografische leren. In dit onderzoek willen we nagaan of een langdurige interventie waarbij spellen van woorden centraal staat gunstige effecten heeft voor deze groep. Verondersteld wordt dat het aandachtig bekijken van het spellingpatroon gunstig is voor het opslaan van de informatie in het geheugen. Meer info? Eva Staels ([email protected]) De effecten van spellen voor de ontwikkeling van orthografische kennis bij goede en zwakke lezers. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Eva Staels Orthografisch leren is het proces waarbij nieuwe woorden via fonologisch decoderen worden opgeslagen als een vertrouwde string van letters zodat deze direct kunnen worden opgehaald uit het geheugen. Dit stelt de lezer in staat om snel en geautomatiseerd woorden te kunnen lezen. In dit onderzoek willen we nagaan of het spellen van de woorden faciliterend werkt bij dit orthografische leren vanuit de veronderstelling dat aandachtig het spellingpatroon bekijken bij spelling een gunstige invloed heeft op het opslaan van de informatie in het geheugen. Omdat bekend is dat zwakke of dyslectische lezers meer problemen hebben met het orthografische leren worden in dit onderzoek ook zwakke lezers opgenomen, naast normale lezers. Meer info? Eva Staels ([email protected])
46
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
De effecten van zittenblijven in het basisonderwijs. Promotor: Prof. Dr. Wim van den Broeck Begeleider: Julie Alders Onderzoek over de effecten van zittenblijven is verre van eensluidend. Niettemin loopt er nu in Vlaanderen een campagne ter problematisering van zittenblijven met het expliciete advies zittenblijven af te schaffen. Uit meta-analyses blijkt echter dat de negatieve effecten uit eerdere studies vooral gerapporteerd worden in studies met een zwakke methodologische kwaliteit. Het kernprobleem van de selectie-bias zal in dit onderzoek aangepakt worden via een nieuwe methode waarbij ‘propensity’- scores direct afgeleid worden uit de oordelen van leerkrachten. Dit onderzoek is een verderzetting van reeds lopend onderzoek. Om de effecten van zittenblijven na te gaan, zowel op het cognitieve presteren alsook op de psychosociale ontwikkeling is het noodzakelijk de leerlingen verder op te volgen. Max. 4 studenten Meer info? Prof. Dr. Wim van den Broeck ([email protected]); Julie Alders ([email protected])
47
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Welbevinden bij kinderen en jongeren Therapieprocessen bij kinderen en jongeren in ambulante therapie. Promotor: Prof. Dr. Imke Baetens Monitoring is een interventiemethodiek waarbij op een systematische en wetenschappelijke basis aan cliënten feedback wordt gevraagd over de voortgang van hun behandeling. Dit stelt hulpverleners in staat om nauwgezet de vinger aan de pols te houden van het therapietraject en het aanbod maximaal af te stemmen op de noden en verwachtingen van hun cliënten. Monitoring wordt in Vlaanderen al veelvuldig gebruikt bij volwassen cliënten. Gezien de positieve resultaten is het aangewezen om de methodiek ook uit te breiden naar kinderen, jongeren en jongvolwassenen. Alvorens dit te verspreiden onder het klinische werkveld is het noodzakelijk om eerst een validatiestudie te doen. Hiervoor zullen bestaande Engelstalige monitoringinstrumenten vertaald naar het nederlands, en afgenomen van een representatieve Vlaamse steekproef. We verspreiden de online vragenlijsten via 40 ambulant psychotherapeuten, welke elk alle kinderen en jongeren tussen 10 en 21 jaar oud welke zij momenteel in therapie hebben, uitnodigen om deel te nemen aan een online enquete. Van de masterproefstudent verbonden aan dit project wordt verwacht om ambulant therapeuten die werken met kinderen en jongeren te recruteren voor dit onderzoek. De data-analyse bestaat erin gaan te kijken naar de betrouwbaarheid en validitiet van monitoringsinstrumenten welke peilen naar werkalliantie (WAV-K) en afstemming van therapeut (DFS). Meer info? Prof. Dr. Imke Baetens (Imke.Baetens @vub.ac.be) Werkalliantie en afstemming bij kinderen en jongeren in ambulante therapie. Promotor: Prof. Dr. Imke Baetens In deze studie wordt het belang van algemene therapieprocessen zoals werkalliantie (d.i. kwaliteit van relatie) en afstemming van therapeut op cliënt onderzocht in een niet-klinische adolescenten populatie (tussen 10 en 21 jaar oud). Aan de hand van een online enquête worden 300 jongeren die momenteel therapie volgen bij een ambulant therapeut bevraagd. De student verbonden aan dit project wordt verwacht om ambulant psychotherapeuten, die werken met kinderen en jongeren, te rekruteren voor dit onderzoek. Als onderzoeksvragen zijn de rol van werkalliantie, hoop, motivatie en andere algemene therapieprocessen voorop (common factors). Meer info? Prof. Dr. Imke Baetens (Imke.Baetens @vub.ac.be)
48
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Werkzame gedragstherapeutische interventies in de behandeling van opzettelijke zelfverwonding. Promotor: Prof. Dr. Imke Baetens In een grootschalige interventiestudie worden werkzame gedragstherapeutische interventies van jongeren welke zichzelf verwonden onderzocht. In november 2015 worden 15 gedragstherapeuten opgeleid in een specifieke behandeling van zelfverwonding. Elke therapeut zal 5 a 7 jongeren behandelen. De masterstudent verbonden aan dit project wordt verwacht steun te bieden in de rekrutering van jongeren voor deze interventiestudie (o.a. contact opnemen met scholen, clb's, via sociale media, …). De therapieprocessen van alle jongeren welke deelnemen aan deze studie zullen na elke sessie worden gemonitord. De masterproef student verbonden aan dit project zal in de database een overzicht maken van de therapieprocessen welke een belangrijke modererende/medierende impact hebben op het welslagen van de therapie. Meer info? Prof. Dr. Imke Baetens (Imke.Baetens @vub.ac.be) Opzettelijke zelfverwonding in de bijzondere jeugdzorg. Promotor: Prof. Dr. Imke Baetens Co-Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie In totaal geeft 1 op 10 Vlaamse jongeren aan zichzelf opzettelijk te hebben verwond het voorbije jaar. Het voorkomen van zelfverwonding in jongeren in bijzondere jeugdzorg is in Vlaanderen tot op heden nooit onderzocht. Het doel van deze masterproef is een eerste exploratief onderzoek van het voorkomen van opzettelijke zelfverwonding in de bijzondere jeugdzorg en hieraan gerelateerde risicofactoren als emotie regulatie, trauma, ruminatie, … Meer info? Prof. Dr. Imke Baetens (Imke.Baetens @vub.ac.be) Opzettelijke zelfverwonding in de bijzondere jeugdzorg: reactie van de hulpverlener. Promotor: Prof. Dr. Imke Baetens Co-Promotor: Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie Opzettelijke zelfverwonding bij jongeren komt veelvuldig voor bij jongeren in de bijzondere jeugdzorg. Echter deze doelpopulatie is tot op heden niet onderzocht. Het doel van deze masterproef is het inkaart brengen van de reactie van hulpverleners (leefgroepbegeleiding, psychologen, verpleegkundigen) op opzettelijke zelfverwonding bij jongeren. Hoe wordt omgegaan met opzettelijke zelfverwonding, en wat kan er worden gedaan aan de epidemie van zelfverwonding in de bijzondere jeugdzorg. Meer info? Prof. Dr. Imke Baetens (Imke.Baetens @vub.ac.be)
49
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Interpersonal, Discursive and Narrative Studies (IDNS) IDNS staat voor: Kwalitatief onderzoek naar de subjectieve belevingswereld en onderzoek naar sociale interactieprocessen Onderzoek vanuit eigen nieuwsgierigheid en persoonlijke bewogenheid Sociaal en maatschappelijk geëngageerd onderzoek Internationaal onderzoek zonder grenzen IDNS doet: Kwalitatief, narratief, etnografisch en participerend actieonderzoek dat zich inzet voor diegenen waar nauwelijks wordt naar geluisterd Collaboratief onderzoek samen met kinderen, adolescenten, volwassenen en families in maatschappelijke en sociale risicosituaties
Doing research about instead of with them feels as perpetuating their oppression
Goed onderzoek vertrekt vanuit persoonlijke nieuwsgierigheid, bewogenheid en creativiteit om over een bepaald onderwerp meer te leren, te begrijpen en te weten. Daarom stelt IDNS geen eindverhandelingen voor, maar moedigen we studenten aan eigen onderzoeksvoorstellen uit te werken. Studenten die een eigen onderzoeksidee wensen uit te werken gericht op belevingsonderzoek en/of onderzoek naar sociale processen, nodigen we uit voor een gesprek op maandag 23 november 2015 (14-19u) of vrijdag 4 december (14-18u) in lokaal 3B251A. Hiervoor maak je voorafgaand een afspraak bij mevrouw Siegrid D’Haeseleer (02/6292628) en stuur je tegen 20 november je voorstel naar [email protected], gebaseerd op volgende vragen: (1) Vanwaar je interesse in dit onderwerp? (2) Wat weet je reeds over dit onderwerp los van de literatuur? (3) Wat precies wens je nog te weten te komen? (4) Wat hoop je te kunnen aantonen met dit onderzoek? (5) Waarom denk je een goede onderzoeker te kunnen zijn voor dit onderwerp?
50
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
De prioritaire domeinen waarbinnen IDNS momenteel studies opzet zijn: 1. Psychologisch welzijn van kinderen en adolescenten in situaties van migratie, kansarmoede, sociale uitsluiting en oorlog. Dit onderzoek gebeurt zowel in eigen land (Brussel) als in landen in het Zuiden (Bolivia, Colombia, Mexico en Palestina). In dit domein zijn er reeds 9 thesisvoorstellen in Bolivia vastgelegd. 2. Psychologische en psychotherapeutische hulpverlening. 3. Dovenstudies en doveneducatie 4. Vroegtijdige ouder-baby interactie en ontwikkeling Ook studenten geïnteresseerd in deze onderwerpen kunnen een afspraak maken voor een persoonlijk gesprek op hogervermelde momenten. Mogelijke IDNS promotors zijn: Dr. Gerrit Loots Dr. Jasmina Sermijn Dr. Veerle Soyez Dr. Isabel Berckmans Dr. Bert Van Puyenbroeck Dr. Martine Van Puyvelde Dr. Julia Villanueva
Hier alvast twee mogelijke topics binnen de onderzoeksgroep IDNS: (1) Motieven voor internetgokken bij adolescenten (2) Peer-invloeden voor internetgokken bij adolescenten. Promotor: Prof. Dr. Veerle Soyez Er is tot op heden erg weinig onderzoek verricht naar online of internetgokken bij adolescenten. Op basis van de beperkte beschikbare literatuur rond deze thematiek kunnen we concluderen dat (1) online gokken een fenomeen is dat nog volop in ontwikkeling is, en dat adolescenten kan aantrekken omwille van een aantal specifieke kenmerken; (2) een (substantieel) deel van de adolescenten die online gokt, op latere leeftijd problematisch gokgedrag op ontwikkelt en (3) participatie in online gokken meer risico lijkt in te houden dan offline gokken. De bedoeling van deze masterscriptie is om het online gokgedrag bij Vlaamse adolescenten tussen 14 en 20 jaar diepgaand te exploreren en in het bijzonder meer zicht te krijgen op welke manier peer-invloeden een rol spelen bij online gokgedrag van adolescenten. (2 studenten) Meer info? Prof. Dr. Veerle Soyez ([email protected])
51
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Overmatig internetgebruik en gamen bij adolescenten. Promotor: Prof. Dr. Veerle Soyez (Overmatig) internet- en gamegebruik bij adolescenten komt meer en meer in de belangstelling te staan, zowel in de maatschappij in het algemeen als in de hulpverlening. Mede door de opkomst van smartphones en tablets is het internet overal beschikbaar. Hierdoor hebben sommige personen het steeds moeilijker de drang om 'online' te gaan onder controle te houden. Het onderzoek rond deze problematiek staat, zeker in Vlaanderen, nog in de kinderschoenen. In deze scriptie willen we daarom de fenomenologie van het probleem verkennen. Meer specifiek willen we obv een focusgroeponderzoek nagaan welke factoren overmatig gamen of internetgebruik in stand houden. Meer info? Prof. Dr. Veerle Soyez ([email protected])
52
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Biologische Psychologie (BIPS) Hoogsensitiviteit en aandachtsbias voor emotionele prikkels. Promotor: Prof. Dr. Natacha Deroost Promotor: Prof. Dr. Elke Van Hoof Begeleider: Prof. Dr. Natacha Deroost & Prof. Dr. Elke Van Hoof In dit onderzoek gaan we na of er bij hoogsensitieve personen (HSP) sprake is van een diepere verwerking van emotionele prikkels. Meer bepaald zullen we onderzoeken of een diepere verwerking zich manifesteert onder de vorm van een aandachtsbias voor emotionele prikkels in een reactietijdexperiment. Trekken emotionele prikkels automatisch onze aandacht en/of kunnen we onze aandacht voor emotionele prikkels moeilijker loslaten eens deze prikkels zijn verwerkt? Er zullen daarnaast fysiologische maten (bv. HRV) en vragenlijsten worden afgenomen. Er worden twee duothesissen rond dit thema aangeboden: Duothesis 1: HSP en aandachtsbias voor emotionele woorden Duothesis 2: HSP en aandachtsbias voor emotionele gezichten Meer info? Prof. Dr. Natacha Deroost ([email protected]); Prof. Dr. Elke Van Hoof ([email protected])
53
Thesisonderwerpen 2015 -2016
KLEP
Cognitieve sturing en emotionele regulatie bij kinderen WISC V normering. Promotor: Prof. Dr. Smadard Celestin-Westreich Promotor: Prof. Dr. Peter Theuns Begeleider: Sylvie Van Houtvinck Het intelligentie onderzoek blijft een essentieel onderdeel van de evaluatie de cognitieve mogelijkheden van het kind en het uitwerken van geschikte interventies. In het Nederlandstalige gebied is dringende nood aan een inhaalbeweging om over actuele intelligentieproeven te beschikken. Dit thesisonderwerp biedt je de unieke kans tot deelname aan de ontwikkeling van de WISC-VNL in een samenwerkingsproject van Pearson testuitgever en opleidingen psychologie in Vlaanderen en Nederland. Meer info? Prof. Dr. Smadard Celestin-Westreich ([email protected]); Prof. Dr. Peter Theuns ([email protected]); Sylvie Van Houtvinck ([email protected]) Emotieregulatie bij jongeren in FACE©-perspectief. Promotor: Prof. Dr. Smadard Celestin-Westreich Emotieregulatie is een fundamentele ontwikkelingsvaardigheid. Verstoringen hierin liggen ten grondslag aan vele kindproblemen. Jongeren vaardig in emotieregulatie staan dan weer veerkrachtiger tegenover diverse ontwikkelingsuitdagingen. Interventies die zich (ook) toespitsen op emotieregulatie blijken aan efficiëntie in te winnen. Er blijft echter behoefte aan empirische studie van emotieregulatie bij jongeren. In dit onderzoek bestudeer je op kindvriendelijke manier hoe typisch en atypisch ontwikkelende jongeren (leren) omspringen met het reguleren van emoties, welke kind- en gezinsfactoren hiermee samengaan en welke implicaties hieruit voortvloeien voor kind- en gezinsinterventies. Meer info? Prof. Dr. Smadard Celestin-Westreich ([email protected])
54