CADILLAC CLUB NEDERLAND
The Standard Jaargang 12, nummer 4, 2001
Opgericht 7 januari 1990 Aangesloten bij de F.E.H.A.C. Voorzitter:
Rob Wiegers Prins Bernhardstraat 15 3981 BC Bunnik Telefoon: 030-6563869
Secretaris en ledenadministratie:
Linda Heinhuis Hellenbeekstraat 58 8081 HX Elburg Telefoon/fax: 0525-685958 E-mail:
[email protected]
Penningmeester:
Ria Kleinveld-Kooijman Weijland 63 2415 BD Nieuwerbrug Telefoon: 0348-688192 Telefax: 0348-688393
Algemeen bestuurslid, redactie:
Koen Ongkiehong Ahornstraat 30 2565 ZX Den Haag Tel: 070-3560035 of 06-24804408 Telefax: 070-3630492 E-mail:
[email protected]
Algemeen bestuurslid en evenementen coördinator:
Bernadette Bosman Aalsmeerderweg 447 1432 EC Aalsmeer Telefoon: 020-4533832
Kopij adres:
Leontien van Brummelen Van Leeuwenhoekstraat 87 1222 SH Hilversum Telefoon: 035-6853792 E-mail:
[email protected]
Technische commissie:
- Bouwjaren voor 1961: Ton Christiaanse, tel: 030-2314451 - Bouwjaren 1961-1976: Koen Ongkiehong, tel: 070-3560035 of 06-24804408 - Eldorado’s van 1967-1978: Peter Onken, tel: 0251-248361 of 06-53287347 - Bouwjaren 1968 - 1985 Bart Ossewaarde, 06-52458012
INTERNET: Web master:
http://www.cadillacclub.nl Ruud Gersons:
[email protected]
De CCN is gelieerd met de Amerikaanse Cadillac LaSalle Club, POB 1916 Lenoir, NC 28645, USA, E-mail:
[email protected] The Standard verschijnt 4 x per jaar Ontwerper voorkant The Standard: Andréas Mol. Uitgever: Benelux Press Image Center B.V. Tel. 070-3876167 E-mail:
[email protected] Oplage The Standard: ca. 420 exemplaren. Contributie leden: Partnerlid: Contributie donateurs: Inschrijfgeld leden en donateurs: Tarieven advertenties:
ƒ100,- per jaar. ƒ60,- per jaar. ƒ60,- per jaar. ƒ25,op aanvraag.
Toegelaten automobielen: Cadillacs en LaSalles. Postbank girorekening nummer: 7310062 t.n.v. Cadillac Club Nederland, Nieuwerbrug of I.N.G. Bank Bodengraven nummer: 67.49.01.118 t.n.v. Cadillac Club Nederland, Nieuwerbrug. Bij betalingen gaarne uw naam, adres en lidmaatschapnummer vermelden.
Inhoud: Inhoud Onder de hamer Ledennieuws Van de redactie Van de penningmeester Van de secretaris Verslag van de bestuursvergadering Evenementen Tourtocht Theo en Monica Een geleeeende Cadillac voor een paar dagen Je Cadillac verhuren? Technische dag bij garage van Egmond Dagmar 9 Oldtimers op weg naar Rome, deel 1 De restauratie van een Cadillac ambulance Sheila, een herinnering werd werkelijkheid Vooroorlogse Cadillacs in Europa 1959 Cadillac Leimuiderbrug De grote automobiel ontwerpers bij GM, deel 9: Toronado en Eldorado, de geesteskinderen van Bill Mitchell Cadillacs voor dagelijks gebruik Fehac nieuws 1977 Cadillacs Hight tech Eldorado Touring Coupé Vraag en aanbod
1 2 3 4 7 8 9 10 11 12 16 17 18 20 26 30 32 33 38 40 46 50 51 55 56
Adverteerders: USA Cars Hoogezand Expertise groep Nederland M. van der Putten & Zonen B.V Zijl assurantiën Automax uitlaatsystemen ABC Assurantiën Gebr. Van Orsouw gasinbouw Cadillac USA Parts Supply Cadillac Boeken Dreamcars McVey’s
2 6 8 10 19 32 49 51 54
Geachte leden, Voor u ligt alweer het laatste nummer van The Standard van dit jaar. We kijken terug op een bewogen de jaar, binnen de club, maar vooral daarbuiten. Diverse malen zijn we onaangenaam verrast door vliegtuig- en treinongelukken, terrorisme en zelfs het uitbreken van de oorlog met Afghanistan. Gelukkig zijn er binnen de club voornamelijk verheugende dingen gebeurd. Als ik even terugkijk naar de evenementen die dit jaar georganiseerd waren, soms onder zeer moeilijke omstandigheden zoals de MKZ-crisis van dit voorjaar (wat lijkt dat al weer lang geleden), maar ook ons fantastische middeleeuwse feest in Drenthe, dan meen ik dat de CCN een prima jaar achter de rug heeft. Diegenen onder u die wel eens op internet kijken, en dan natuurlijk “onze” internetsite bezoeken weten al dat ook op dit gebied grote ontwikkelingen hebben plaatsgevonden binnen de club het afgelopen jaar. Aan degene die het nog niet bekeken heeft of heeft kunnen bekijken, kan ik zeggen dat het een mooie grafische site is met informatie, mooi en verzorgd beeldmateriaal en veel links naar interessante pagina’s en andere sites; Voor het maken van zo’n internetsite is een zware computer een absolute noodzaak. Het bestuur heeft dit jaar dan ook besloten om aan de webmaster een vergoeding te verlenen voor aanschaf van apparatuur en onderhoud van onze pagina voor de komende jaren. Het clubblad met zijn bestand van vele foto’s, afbeeldingen en andere grafische benodigdheden vergde eveneens een grotere computer. Het bestuur heeft deze eveneens aangeschaft en ter beschikking gesteld aan de makers van het clubblad. We hopen met deze donaties een stap in de goede richting te hebben gezet in het kader van de professionalisering van de CCN. Verder wil ik graag nogmaals de bestuurswisseling onder uw aandacht brengen. Zoals u weet leggen drie bestuursleden komend voorjaar hun functie neer, en het is voor de club van het grootste belang dat die functies weer opgevuld worden door enkele enthousiaste leden. Tot nu toe heeft zich slechts één persoon gemeld die in het volgende bestuur zitting wil nemen. Dit is niet genoeg! Zonder goed bestuur kan de club niet naar behoren functioneren. Stelt u zich eens voor, een club zonder penningmeester en zonder evenementencoördinator, dat zou een saai en tevens chaotisch gebeuren worden. Dus geef u massaal op voor een bestuursfunctie en help ons de club weer een paar jaar op de juiste wijze gestalte te geven! Rest mij u een goede kersttijd, een fijne jaarwisseling en een gezond en mobiel 2002 toe te wensen.
ROB WIEGERS
KOEN, BEDANKT! Velen van u zullen zich het niet realiseren, maar deze keer is het schrijven van Van de Redactie niet hetzelfde als normaal. Met tegenzin heeft Koen mij dan ook achter de toetsen plaats laten nemen om dit te schrijven, bescheiden als hij is. Deze keer is namelijk de laatste keer dat Koen mij helpt met het maken van the Standard. Of liever gezegd: het is de laatste keer dat ik hèm help in zijn “functie” als Redacteur van the Standard. Dit stemt mij enigszins droevig, maar daar wil ik nu niet over schrijven. Graag wil ik deze ruimte gebruiken om Koen te bedanken voor zijn tomeloze inzet van de afgelopen jaren. Weinigen zullen beseffen hoe veel werk hij heeft verzet in de afgelopen jaren, om van the Standard het magazine te maken dat het nu is. Dit is een niet te onderschatten prestatie waarvoor de CCN hem terecht erg dankbaar mag zijn! En ik als vriendin en “collega” wil dit graag nog eens even extra bij u onder de aandacht brengen. Wist u namelijk dat Koen behalve een leuke collega ook een goede gastheer is tijdens onze redactiebijeenkomsten? Altijd mag ik blijven eten, en als u zich dan afvraagt: “wie is toch die man die op zondag het vlees komt snijden?” Wel, dit is hem: Soms was het echter wel een race tegen de klok. Meestal kwam ik op zondag, zo tegen een uur of twee ’s middags en altijd was het veel meer werk dan we dachten (en hoopten). Ik ging dan ook altijd steevast pas zo tegen half twee ’s nachts weer naar huis! De rollen waren meestal als volgt verdeeld: Terwijl Koen alle advertenties knipte en inplakte en tevens de indeling maakte en de paginanummertjes aanbracht, legde ik de laatste hand aan de artikelen, het bijvoegen van plaatjes en het schrijven van mijn aandeel in Van de Redactie. U zult misschien denken: hoe nu verder? Tsja… het zal voor mij een hoop meer werk worden, al weet ik dat Koen mij altijd met raad & daad terzijde zal staan mocht dit nodig zijn. Toch zal ik de gezellige zondagmiddagen van de redactiebijeenkomsten missen.
Koen, ontzettend bedankt voor al je inzet en ideeën van de afgelopen jaren, die the Standard hebben gemaakt tot wat zij nu is! Leontien
Cadillac Club België Goed, ter zake dan nu: onlangs heeft Peter Nieuwlandt uit Aalst België de Belgische Cadillac Club opgericht. Wij willen hem daarmee hartelijk feliciteren en veel geluk toewensen en hopen dat de CLC Belgium zo snel mag groeien als de CCN. Peter is dit jaar ook lid geworden van de CCN en was al te zien met zijn prachtige convertible uit 1952 die u op de kaft ziet staan. Net Dallas hè? Wilt u lid worden van de CLC Belgium dan kunt u contact opnemen via telefoon 0032-53702861, per fax 003253710653 of schrijven naar 116 Langestraat, 9300 Aalst België. De CCN krijgt de laatste tijd regelmatig nieuwe leden uit België en wij verwachten dat diverse CCN-ers in deze nieuwe club geïnteresseerd zijn. Evenals de CCN is de Belgische club gelieerd met de de Ameriaanse Cadillac LaSalle Club. Via internet www.cadillaclasalleclub.com kunt u via de link affiliated clubs bij de aangesloten clubs komen. Momenteel hebben de Belgen nog geen site maar onze CCN-site wordt via deze link vaak bezocht. Jaarvergadering Zoals u op de bijgevoegde uitnodiging kunt lezen, zal op 17 februari weer de Algemene Leden Vergadering (ALV) plaatsvinden. U wordt vriendelijk verzocht tijdig door te geven of u hierbij aanwezig kunt zijn. De dezelfde zijn als vorig jaar, een routebeschrijving vindt u op eerdergenoemde uitnodiging. Foto’s kalender Mondjesmaat druppelen er foto’s binnen voor onze CCN kalender. Wellicht hebben sommigen onder u wel eens een blik geworpen op de kalender die onze Haagse collega club The Cruise Brothers jaarlijks produceren en in eigen beheer uitgeven. Hier wordt gebruik gemaakt van auto’s van leden, waar dan uiteraard wel een bevallige dame bij wordt geplaatst om het geheel compleet te maken. Ondanks het grote succes van deze kalender (oplage: 1500!) is de CCN niet van plan een dergelijke kalender te gaan maken. Het idee was een kalender met auto’s van clubleden. Bij deze dus nogmaals een oproep: stuur de mooiste foto van uw Cadillac voor vereeuwiging op een CCN kalender. Een Cadillac als bezemwagen Clublid Leo de Wit heeft voor the Standard een prachtig reisverhaal geschreven, over de tocht die hij en zijn vrouw Rietje onlangs maakte van Amsterdam naar Rome, waarbij zijn Eldorado Convertible dus als bezemwagen diende voor een ploeg van 6 wielrenners die deze toch voor een goed doel volbrachten. In deze Standard kunt u vast deel 1 lezen van deze barre tocht, warm aanbevolen voor onder de kerstboom! Twee maal Leimuiderbrug Enthousiast als ze waren over het Cadillac Oldtimer evenement in Leimuiderbrug, hebben zowel de familie Wissekerke als Cees van Langen een verslag over deze dag geschreven. Wij blijven ook andere leden aanmoedigen in de pen te klimmen wanneer zij een leuk evenement hebben bijgewoond. Verslag jaarevenement Een groot succes was ook ons CCN jaarevenement te Wittelte, dit keer perfect georganiseerd door de familie van Vliet. Joost Das, die op dit evenement verscheen in een Cadillac waar men –letterlijk- maar moeilijk omheen kon, zond ons een leuk verhaal hierover, waarbij onthullende foto’s eveneens een aantal clubleden in een totaal ander licht zetten! Bestuursfuncties en toekomst redactie Wij hopen dat geschikte kandidaten zich zullen aandienen voor de spoedig vrijkomende vacatures in het bestuur. Ook zijn wij nog altijd op zoek naar leden met een creatieve geest en een vlotte pen die de redactie (per januari gehalveerd!) kunnen helpen met het vullen van the Standard. De volgende Standard zal verschijnen in maart, wij verzoeken u hiervoor kopij op te sturen voor 20 februari!
Leontien van Brummelen en Koen Ongkiehong
Nog een laatste kreet “in functie” van ondergetekende: Iedereen die zijn/haar toestemming voor automatische incasso weer aan mij heeft geretourneerd: Hartelijk Dank! Voor iedereen die liever zelf betaalt: Wilt u er s.v.p. rekening mee houden dat wanneer u uw stem wilt laten gelden op de aankomende A.L.V. uw contributie vóór die vergadering op 17 februari a.s. door de club moet zijn ontvangen. Kunt u niet op de A.L.V. komen -jammer- maar wilt u er dan voor zorg dragen dat uw contributie uiterlijk 31 maart 2002 is betaald? Heel hartelijk bedankt voor de medewerking. En zijn er nog liefhebbers voor een functie in het bestuur?????????? U kunt zich nog steeds opgeven hoor!!!!!!!!!!!!!! Tot ziens,
Ria Kleinveld
Voor de liefhebbers van CCN artikelen - een berichtje met gewijzigde prijzen i.v.m. de Euro. Het bestuur heeft besloten tot de onderstaande prijzen in Euro. Stickers: Emaille schildjes: T-shirts:
2,50 15,00 15,00
Er zijn nog volop stickers en emaille bordjes te koop. Helaas worden de T-shirts wat schaars. De voorraad bestaat nog uit: 9 stuks van XXL - wit 7 stuks van XL - zwart 3 stuks van XXL - zwart Zit uw maat en lievelingskleur er nog bij, sla dan uw slag op de komende A.L.V. want dan nemen wij ze weer mee.
19 oktober 2001 Iedereen is aanwezig Rob opent de vergadering en heet ons allemaal welkom. De notulen van de vorige vergadering (2 maart 2001) worden doorgenomen en vervolgens goedgekeurd. Binnengekomen stukken: Linda krijgt momenteel alleen evenementen binnen die direct worden doorgestuurd naar Bernadette. Koen heeft een mogelijk een nieuwe adverteerder, een tarievenlijst is opgestuurd. Enkele andere adverteerders zijn gestopt. Ria heeft een evenement toegestuurd gekregen, wederom een recordpoging in Lelystad, Bernadette zet het in het boekje. Bernadette heeft enkele foto’s voor de kalender mogen ontvangen. En voor volgend jaar heeft dhr. Schrama zijn evenement al weer bekend gemaakt. Het wordt op de evenementenlijst geplaatst. Financien: Ria deelt een overzichtje uit. Van enkele evenementen zijn nog geen bonnen binnen of is de bon niet gespecificeerd. (een gespecificeerde bon is wenselijk i.v.m. de kascommissie !) De acceptgiro’s moeten niet meer gebruikt worden, na 1 januari wordt het niet meer geaccepteerd. Linda moet haar voorraad stickers en schildjes nog doorgeven aan Ria zodat dat duidelijk verwerkt kan worden in het jaaroverzicht. Omdat het niet goed gaat met het bestellen en verzenden van stickers en schildjes (regelmatig worden de verzendkosten niet betaald) en alle handelingen geld en tijd kosten, wordt er unaniem besloten dat de clubartikelen alleen op evenementen te koop worden aangeboden. De clubartikelen worden niet meer opgestuurd. Er komt een lijstje met clubartikelen in het clubblad met de Euro prijzen erbij, en van de t-shirts komt het aantal en de maat/kleur erbij. Evenementen: Er komt nu nog 1 technische dag dit jaar en de ALV zit er weer aan te komen. Het bestuur is van mening dat de ALV in Polsbroek vorig jaar uitstekend verzorgd was en wil wederom proberen het daar te houden. Linda gaat erachter aan, de datum wordt half februari. Indien alles rond is maakt Linda ook de uitnodigingen zodat die meekunnen in boekje nummer 4. Linda en Vincent Heinhuis doen het jaarevenement in 2002. Gerrie Strik en Ruud Gersons hebben ook aangeboden een evenement te doen. Alle evenementen die doorgestuurd worden, komen zoals altijd in het clubblad. De portofoons die aangeschaft waren om tijdens evenementen elkaar niet kwijt te raken worden in het clubblad te koop aangeboden, gezien het feit dat ze nooit meer gebruikt worden. Redactie: De huidige omslag wordt voortgezet. Indien er zich niemand meldt voor het bestuur die eventueel de redactie zou willen doen, dan is het een mogelijkheid dat het in elkaar zetten van het clubblad uitbesteed wordt. Leontien blijft haar werk, het bewerken van stukjes, voortzetten. Dhr. B. Ossewaarde heeft zich gemeld met de mededeling dat hij wel de technische commissie wilde versterken, volgens Koen is dit geen overbodige luxe gezien het feit hoe vaak hij gebeld wordt met technische vragen. Dhr. Ossewaarde wordt toegevoegd. Er is nog geen verslag binnen van het evenement van Monica en Theo van den Burg. Hopelijk komt dat nog. Belangrijke punten: Bernadette heeft nog steeds weinig foto’s ontvangen voor de nieuwe kalender, ze zal wederom een oproep in het clubblad plaatsen. Omdat Linda veel mailtjes via Ruud ontvangt (voor informatie over de Cadillac Club) zal ze contact opnemen met hem om te vragen of de informatie op internet wel compleet is. Men kan (zoals altijd al) direct lid worden door geld over te maken. Als alle info die ook in de infobrief staat ook op internet staat dan hoeven ze niet meer langs Linda en dat scheelt werk en postzegels. Linda vraagt zich af of er nu iemand bezig is met het aanpassen van het huishoudelijk reglement, omdat erbij moet komen te staan dat een bestuurslid maximaal 2x3 jaar mag zitten, en dan 1 jaar rust voordat hij weer in het bestuur mag zitten. Koen zal zich erover buigen, en het streven is om ook het vernieuwde H.R. in boekje 4 mee te sturen, ook de uitnodiging voor de ALV zal bij boekje 4 meegaan, dit omdat het boekje nu minder per jaar uitkomt.
Linda Heinhuis Secretaris Cadillac Club Nederland
De meeste oldtimers zijn weer in de winterstalling, lekker toegedekt. De donker, regenachtige, mistige dagen komen bij ons langs. We wachten op het voorjaar, om net als in het afgelopen jaar, prachtige tourtochten te maken door verschillende delen van het land. Welke vrijwilliger zet een mooie rit uit?
CCN EVENEMENTEN 17 feb:
Jaarvergadering Een uitnodiging is met deze Standard meegestuurd.
12 mei:
Tourrit: Loosdrechtse Plassen en Vechtstreek Wordt georganiseerd door Ruud Gersons en Monique de Hoop. Een uitnodiging volgt nog. Info tel. 030 – 6913046.
LANDELIJKE EVENMENTEN 23 dec:
X-mas Cruise Inn Veemarkthallen, Sontweg 7 te Groningen. Vanaf 12:00. Info: Willem 050-5017244 of 06-12777738
11–13 jan:
Internationale Oldtimer-, Classic Car- en onderdelen beurs. MECC te Maastricht.
13 jan:
Rally presentatie Nostalgische ralley Route Touristique Tilburg – Luxemburg. Groenstraat 391 te Tilburg. Info tel. 013 – 4637966.
2–3 feb:
Oldtimerbeurs Autotron te Rosmalen.
23–24 feb:
Holland Flower Rally te Bovenkarspel Info: www.hafkampprojects-tsp.nl Tel. 075 – 6215804.
BUITENLANDSE EVENMENTEN 4 – 11 aug 2002:
Eeuwfeest van Cadillac. Lake St. Clair CLC Grand National Meeting Detroit, Michigan. Zie http://www.cadillaclasalleclub.org/gn2002/index.htm
Op zondag 5 augustus waren wij te gast op de boerderij van Theo en Monica van der Burg in Sleeuwijk, vlak bij Gorinchem. Voor mijn “Zuurstok”, de Eldorado convertible was het de eerste lange rit na de restauratie waarmee ik 7 jaar eerder was begonnen. Erwin van Ditmars en ik reden vanaf Delft achter elkaar. Erwin reed met zijn nieuwe aanwinst, een witte Sedan de Ville uit 1967. We werden hartelijk ontvangen in de stal. De koeien graasden in de weide.
De stier kwam af er toe kijken naar wat wij voor lekkers aan het eten waren. Hij was niet in een vrolijke bui want op een gegeven moment vlogen de graspollen in het rond en kwamen dicht in de buurt van de Cadillac van Floor van Os die hem om veiligheidsredenen iets heeft verplaatst. Zoals u de foto kunt zien is Cees van Langen niet bang uitgevallen. Hij stond vlak bij de stier en probeerde hem te bedaren.
Erwin van Ditmars 1967 Sedan de Ville
Na gebak en koffie begon de rondrit. De tussenstop was op het Ooievaarsdorp Het Liesvelt in Groot Ammers. Het weer was prachtig en we konden hier kennis maken met diverse nieuwe leden zoals de familie Laurijsen met hun 1953 Sedan de Ville, de familie Ooms met hun 1976 Eldorado Convertible, de familie van Osch met hun 1974 Eldorado Convertible en de tot een echte CNN-ster uitgegroeide Cees van Langen. Dick Mostert reed met zijn onlangs uit California overgekomen Fleetwood uit 1973. Bij terugkomst op de boerderij werd duidelijk waarom wij tuinstoelen mee moesten nemen. Het preuvement was een geweldig lopend buffet met Griekse, Italiaanse en Spaanse gerechten. Het weer zat nog steeds mee en we konden behalve van het eten ook van het zicht op de weide genieten.
Blik op het Spaanse/Italiaanse/Griekse buffet
Cees van Langen spreekt de stier vermanend toe
Theo en Monica, hartelijk bedankt voor de geweldige gastvrijheid en deze mooie dag.
Koen Ongkiehong
Inspectie van de 1971 Eldorado Convertible van Theo van der Burg
Ik, Joost Das uit Budel met lidnummer 471 (het is maar dat je het even weet) ben al een paar jaar lid van de Cadillac Club en probeer zo veel als het mogelijk is aanwezig te zijn op de evenementen van de club. Dit lukt lang niet altijd, maar verschijnen op de jaarevenementen is toch wel het minste. Als ik op een evenement kom ben ik echter zonder Cadillac, dit komt omdat ik mijn Fleetwood Limousine uit 1979 nog altijd aan het restaureren ben. Dit kan ik natuurlijk niet alleen en gelukkig krijg ik hulp van mijn goede vriend Jasper van Dijk. Dit jaar ontstond het idee om een Cadillac te lenen en zo naar het jaarevenement in Drenthe te gaan. Dus wij zijn dat gaan vragen aan de studentenvereniging ESC (Eindhovens Studenten Corps). Voor deze vereniging lossen wij meestal de problemen aan hun limousines op. Tot onze verbazing kregen wij te horen dat wij de Cadillac voor dit weekeinde mochten lenen. De volgende dag haalde Jasper de limo op en hebben we nog een rondritje door Best gemaakt samen met zijn vriendin, hierna konden we aan de slag met het poetsen van de auto. Ik had ’s avonds een verjaardag en Jasper vond het goed dat ik de limo die avond meenam. Even later op de verjaardag had ik de limousine vol geladen met mooie meiden en enkele heren. Niemand van deze personen had ooit in een Cadillac, laat staan in een limousine gezeten, het plezier was daarom ook groot. Ze vonden het allen prachtig hoeveel aandacht ze
kregen van de mensen op de kermis en in de cafés. De volgende morgen op ons gemak (lekker cruisen) naar Drenthe toe, gelukkig geen file onderweg maar wel veel regen. In onze rustpauzes langs de snelweg gingen we achterin de Cadillac een potje schaken (er is tenslotte toch genoeg ruimte). Toen er opeens een klein jongentje naar "onze" auto met geblindeerde ramen kwam kijken. Jasper deed een van de achterste ramen naar beneden en dat jongentje schrikt hier zo van dat hij het op een rennen zet naar zijn ouders. Wij kwamen niet meer bij van het lachen! Na eindelijk te zijn aangekomen bij het tuincentrum Harrie Boerhof kwamen we er achter dat we het fototoestel waren vergeten. Er is nog tijd genoeg om naar Dwingeloo toe te rijden om daar in het "winkelcentrum" een wegwerp camera-tje te kopen. Op de klinkerweg naar
Dwingeloo toe horen wij opeens een raar geluid onder de auto uitkomen. Even gestopt om te kijken wat het was, blijkt dat we de uitlaat er onderuit hebben gereden, vandaar het lawaai.
“Bij sommigen stond die kleding gewoon goed!” Joost, Leontien en Jasper bewijzen dat op deze foto. Op de volgende pagina een impressie van het feest en van de bonte verzameling feestgangers:
De Middeleeuwse Feestavond op het
CCN Jaarevenement 2001
! $
#
!
"
#
%
&
# (
# #
# ! )
# # ***+, - ./ ) 0
## '
#
!
!
1 ( )
2 3
# # (
(
Gelukkig was er een garage in de buurt en zijn we gaan vragen of ze onze uitlaat konden lassen. Dit was geen probleem, als de auto maar op de brug paste. Dat ging net, maar dan ook net: tussen de voorbumper en de muur zaten nog maar enkele centimeters en achter stond de auto nog maar net op de brug! De uitlaat werd niet provisorisch gemaakt zoals we hadden gevraagd, maar werd keurig netjes gelast en dit voor een zeer laag bedrag. Wij zijn de garagehouder hier dan ook zeer dankbaar voor. We hebben verder geweldig genoten van de rondrit over de eigenlijk veel te smalle wegen langs de koeien en hunebedden.
! "! ! "
#
!
Alleen het keren op de weg viel ons een beetje tegen maar na een paar keer steken kwamen we er toch door. ‘s Avonds ging het naar het themafeest met z’n allen. Het “ANWB-busje” zette ons netjes af bij de feestzaal Brinkzicht. We hadden ons netjes gekleed maar dit bleek na aankomt niet nodig te zijn: we waren in de middeleeuwen terechtgekomen en werden verplicht om een monnikspij aan te doen! Nadat iedereen zijn of haar middeleeuwse kleding had aan getrokken konden we er wel om lachen (nou ja elkaar uitlachen is beter gezegd), maar bij sommigen stond de kleding gewoon goed!
De feestavond is gewoon niet te beschrijven, zo gezellig, gewoon echt lachen vooral met de vele rare spelletjes en acts. Ik weet niet meer hoe dat ik ’s avonds terug bij het hotel ben gekomen, ik kan me nog iets vaags herinneren van een busje ofzo...
Dat het gezellig is geweest kon ik ‘s morgens ook nog goed merken. Na een stevig ontbijt waren wij klaar voor een rondrit door een ander deel van Drenthe en na een tijdje wachten en ondertussen twee maal een fiets te hebben gerepareerd konden we vertrekken voor wederom een prachtige rondrit. Dit keer werden we vergezeld door onze overbekende Leontien en door Peter, de zoon van Jan en Geranda van Vliet de organisatoren van dit evenement. Onderweg hebben we genoten van de omgeving en van de knapzak vol lekkers die we meekregen. Ook werd ons onderweg een lekkere Drentse koek in de handen geschoven door de tante van Jan. Deze koeken had ze zelf gebakken en ze waren overheerlijk. Na aankomst in het dorpje Orvelte (dit was het eindpunt van de rondrit) zijn we het dorpje gaan verkennen. Orvelte is een zeer oud dorpje, eigenlijk een levend museum, waar op veel plaatsen nog altijd oude ambachten worden uitgevoerd.
Zo waren er bijvoorbeeld een ambachtelijke houtzagerij, een klompenmakerij, een echte smid en nog veel meer. Nadat we dit alles hadden bekeken was het weer tijd om naar huis te gaan, we hadden namelijk nog een lange reis voor de boeg. Deze keer hadden we echter minder geluk; er was een lange file op de terugweg. Maar er overkwam ons iets wat niet al te vaak in de file voorkomt, meestal is er veel ergernis en zo in de file, maar deze keer hadden we sjans met een mooie blonde meid op de achterbank van een rode auto. We zijn tenslotte nog altijd 20 en vonden het ontzettend grappig en zij blijkbaar ook want ze bleef maar onze kant op kijken. Na haar jammer genoeg uit het oog te zijn kwijt geraakt zijn we maar een hapje gaan eten bij de McDrive in Apeldoorn. En ook al is McDonalds een Amerikaanse firma, van een brede McDrive hebben ze nog nooit gehoord! Dit leverde dus een aantal leuke taferelen op en heel wat bekijks.
Dat is trouwens ook iets wat ons opviel op de snelweg: bijna iedereen kijkt naar de limousine en is benieuwd wie er achterin zitten, dan zien ze twee van die jonge gasten achter het stuur en dan zie je ze al helemaal kijken! Toch best leuk. Na Jasper thuis te hebben afgezet ben ik ook weer naar huis gereden om van een welverdiende nachtrust te gaan genieten. De volgende morgen nog even getankt in België (dit scheelt ontzettend veel in de benzineprijs met Nederland en zeker als je zovéél moet tanken!) om hierna helaas de Cadillac weer terug te gaan brengen naar de studentenvereniging in Eindhoven. Helaas is het geweldige weekeinde weer voorbij, maar bij het volgende evenement proberen we weer aanwezig te zijn. Graag wil ik bij deze iedereen bedanken die dit weekeinde mogelijk heeft gemaakt en ons heeft betrokken in de gezelligheid van onze club. En niet te vergeten het Eindhovens Studenten Corps voor het lenen van de Cadillac Limousine. Echt tof!!!
Joost Das
Naschrift van Leontien: Joost & Jasper, bedankt voor de lift. Ik voelde me een echte “ster” in jullie Limo! Met een grote donkere zonnebril op, en dan als er mensen langs de weg stonden te kijken het geblindeerde raampje laten zakken en even minzaam naar ze zwaaien. Dat is altijd al leuk vanuit een Caddy, maar vanuit een stretched limo met twee (!) chauffeurs helemaal!!! Thanks!
Regelmatig komen via onze website op het Internet aanvragen binnen van mensen die voor een bruiloft of ander feest een Cadillac willen huren. Meestal vraagt men naar een gevleugelde Cadillac uit de Fifties, maar ook recentere bouwjaren zijn in trek. Ik weet dat er leden zijn (waaronder ikzelf trouwens ook) die daar wel voor te porren zijn, omdat het wat geld oplevert, wat onze dure hobby dragelijker maakt. Meestal zullen we dat alleen willen, als we zelf als “chauffeur” kunnen optreden, maar over het algemeen vraagt men ook een auto mèt chauffeur. Een enkele keer wil de bruidegom zelf achter het stuurwiel! Daarom heb ik het initiatief genomen om een webpagina te maken die aan dit onderwerp is gewijd. Het is de bedoeling dat alle leden die hun Cadillac willen verhuren, daarop te vinden zijn met naam, email adres en/of telefoonnummer. (Géén adres voor de veiligheid!) De potentiële huurder kan dan rechtstreeks met de aanbieder contact opnemen. Alle afspraken moet je dan zelf met de huurder maken, zoals mèt of zonder chauffeur, prijs per dagdeel enz. Hoe jouw pagina zou kunnen worden, is te zien aan de pagina die ik voor mijzelf heb gemaakt. Die is hier afgedrukt. Op het Internet vind je die als volgt: ga naar onze website www.cadillacclub.nl en klik in het linkerframe op “RentaCadillac”. Opmerking: als je hier aan meedoet, ben je wel in “open concurrentie” met verhuurbedrijven, maar die zijn in de regel wel flink aan de prijs. Daar staat
tegenover dat die natuurlijk meer service te bieden hebben, al was het alleen maar dat wij als clubleden vanwege onze banen niet op elke dag en op elk tijdstip beschikbaar zijn. Het is misschien goed bij zo’n bedrijf even te informeren naar hun prijzen en voorwaarden, zodat er geen scheve verhoudingen ontstaan. Wie er voor voelt zijn Cadillac te verhuren, doet het volgende: Stuur per e-mail of over de post het volgende naar mij toe: • Een duidelijke kleurenfoto van je Cadillac met voor/zijaanzicht, of achter/zijaanzicht. Zorg er voor dat de auto niet onder een boom is gefotografeerd vanwege de kleurvlekken op de foto. • Gegevens als type en bouwjaar • Je e-mail adres en telefoonnummer, of alleen een telefoonnummer. Ik zorg dan dat je op de verhuurpagina komt te staan. E-mail:
[email protected] Per post naar: R. Gersons Eikenlaan 9 3707 SB Zeist Ik ben benieuwd naar jullie reacties!
Ruud Gersons
Op 20 oktober organiseerde Cees van Langen een technische dag bij garage van Egmond in IJmuiden. André van Egmond bood de gelegenheid om onze Cadillacs op de bruggen te plaatsen voor inspectie. Diverse leden maakten hiervan gebruik. De lunch was zeer verzorgd met allerlei lekkernijen voor de visliefhebbers. Onderstaande foto’s geven u een impressie van deze dag.
Ferrie Balk en John Prins naast John’s witte ‘70 Eldorado
Danny Melieste naast de nieuwe aanwinst van Ed Gardner: een ’84 Eldorado Biarritz
Ferrie Balk geeft een poetsdemonstratie met Commandant om de motorkap van mijn ’66 Coupe de Ville te laten glanzen, het lukt aardig !
Cees van Lange smeert de kogels van Ferrie Balk’s ’68 Sedan door. Wist u dat hierdoor een groot deel van de speling kan verdwijnen?
Nadat de ontsteking van deze ’68 convertible was afgesteld maakte Cees een proefrit. De Caddy was een stuk sneller geworden en waarschijnlijk veel zuiniger.
Deze mooie zwarte ’48 Cadillac Sedan stond te koop voor ƒ 29.500
Namens de CCN wil ik Cees en Garage van Egmond hartelijk danken voor deze mooie dag.
Koen Ongkiehong
Cadillac fanaten zullen ongetwijfeld hun elektrische radioantennes “halfmast” laten zakken als ze hier het overlijden op 79-jarige leeftijd vernemen van actrice Virginia Ruth Egnor, alias Dagmar. Bij haar eerste optreden in de Broadway Open House televisie show anno 1950 kreeg ze die artiestennaam van een collega. Dagmar was een goedgevormde jonge blondine, erg spitsvondig, komisch, humoristisch en nooit verlegen om een reactie of kwinkslag. Zij werd een “first class” tv-star en terwijl zij maandelijks 8.000 brieven fanmail kreeg ontwikkelde Cadillac steeds grotere “bumper guards” in proportie met de alsmaar groter wordende vinnen. Is er een connectie of is het zo spontaan gegroeid, wie zal het zeggen? Feit is dat de zèèr attraktieve borsten van de blonde Dagmar al spoedig gelinkt werden aan de bumper guards van Cadillac. Zodanig zelfs dat de fifties Caddy bumper guards al spoedig de nickname “Dagmars” kregen. In 1953 kreeg Dagmar haar eigen TV show “Dagmar’s Canteen”. Als we ervan uitgaan dat de ’54 Cadillac bumpers in ’53 ontworpen werden, dan is de link bijna onmiskenbaar. Immers in ’55 en ’56 waren de Caddy bumper guards werkelijk XXL…. Dagmar schitterde nadat haar eigen show vervangen werd door de allereerste Bob Hope TV show nog als presentatrice aan de zijde van beroemdheden als Milton Berle, Walter Winchell, Howard Hughes, Frank Sinatra, Dinah Shore en Walter Pigeon. Zij werd ook talloze malen gefilmd aan het stuur van Amerika’s favourite luxewagen met natuurlijk dè fameuze bumperguards… Voor haar prestaties in de beginperiode van de TV shows zal Dagmar zonder twijfel in de geschiedenisboeken vermeld worden, maar fans van Amerikaanse fifties cars zien ieder jaar wèèr glimmend verchroomde “DAGMAR”monumenten opduiken op de shows van hun clubs.
Het is gekkenwerk als je op de fiets van Amsterdam naar Rome wilt, maar niet voor een vriend van ons. Vroeger, zo’n 40 jaar geleden, toen we nog jong waren en vol ideeën en idealen zaten heb ik wel eens gekscherend gezegd: “Wat zou het fantastisch zijn om met een zeilschip de Caribbean door te trekken.” “Ja” zei mijn vriend Rob, toentertijd nog een fanatiek wedstrijdrijder, “of per fiets naar Rome.” Ik vond dat toen al een matig idee, maar goed, ieder zijn eigen dromen. Rob is de advocatuur ingegaan, heeft 4 kantoren op de Antillen, en ik ben in de scheepvaart terecht gekomen. Samen met Rietje, mijn vrouw, heb ik inderdaad met een 60ft zeilschip in de Caribbean gevaren. Toen we in 1996 de Oceaan zijn overgestoken was Rob ook aan boord en ik heb hem er diverse keren aan herinnerd dat míjn droom was verwezenlijkt maar dat híj nog enkele kilometers te fietsen had! Hij antwoordde dan steevast: “Ja, ja, als ik 50 jaar geweest ben, dan doe ik het.” Gezien zijn drukke werkzaamheden, het feit dat zijn fiets allang in een Curaçaose palmboom hing en hij inmiddels de 50 ook al enkele jaren was gepasseerd begreep ik dat zijn droom wel altijd een jongensdroom zou blijven. Tót hij in het voorjaar van 2000 vertelt een fiets te hebben gekocht, lid is geworden van een fietsclub op Curaçao en zelfs zwaar aan het trainen is! De schrik slaat me om het hart als ik in de zomer hoor dat de plannen al in een ver gevorderd stadium zijn. De route staat al vast en zelfs de hotels zijn besproken. En jawel hoor, daar komt de gevreesde vraag: “Zeg Leo, ik ben met jou de Oceaan overgestoken, maar ga jij nu ook met mij mee naar Rome?” Grote paniek… ik zie het al voor me: pijn in de spieren, zere billen, grote bergen, kou lijden, dorst, sterren voor de ogen, en dan… een CADILLAC in de garage hebben staan die me dit alles besparen kan!
Op 2 wielen zie ik het hélemaal niet zitten, maar tussen 4 wielen spreekt me wel aan. Ik heb toen toegezegd maar wel op één voorwaarde: dat ik, samen met mijn Rietje, in de Cadillac als bezemwagen zal meegaan en onderweg tevens allerlei hand -en spandiensten kan verrichten. Dit blijkt een uitstekend idee (en een diepe zucht van verlichting mijnerzijds) want met een aanhangwagen achter de Cad kunnen wij de koffers van hotel naar hotel brengen en kan er naast de
nodige reserve onderdelen zelfs een héle reserve fiets meegenomen worden. Als tegenprestatie zullen mijn brandstof– en hotelkosten vergoed worden. In 16 dagen tijd zal er in totaal zo’n 2200 km gefietst moeten worden van Amsterdam naar het Sint Pietersplein in Rome en dat doen we via de route van Paul Benjaminse. Dit laatste zal waarschijnlijk niet helemaal lukken, omdat die route speciaal voor fietsers is en mijn Cadillac een ietsje groter is dan een fiets. Maar toch, ik weet het nu al: dit gaat een hele leuke tocht worden. Op zaterdag 12 mei is het zover, met mijn Eldo, nagekeken, opgepoetst, de kap naar beneden en een gesloten aanhangwagen erachter, sta ik achter de Dam in afwachting van het vertrek van de 5 fietsers (één zal in Maastricht aansluiten). Op de Dam is het een drukte van belang i.v.m. een feest ter ere van het a.s. huwelijk van Prins Constantijn en Laurentien Brinkhorst. Toch kan er een interview gegeven worden aan het A.D. en een reportage gemaakt
worden door de Radio Wereld Omroep, die de hele reis live gaat verslaan. Dit is best nodig want publiciteit is bedoeld om geld in te zamelen voor verbetering van de sportfaciliteiten van sportclub Scherpenheuvel op Curaçao, het doel wat ze zich gesteld hebben. Als er dan per sponsor 1 gulden per gereden km gesponsord wordt kan het bedrag aardig oplopen. Het is inmiddels 17.00 uur geworden op de Dam, de terrassen zitten vol en het is nog prachtig weer als eindelijk afscheid
genomen wordt van familie, vrienden en in NL studerende kinderen en de mannen in, of zeg je op het zadel klimmen richting Breukelen, waar de eerste overnachting is. Daar krijgen we de gelegenheid om met iedereen kennis te maken want uiteindelijk kennen we alleen Rob nog maar. Ik zal ze aan u voorstellen: Rob Blaauw, 55 jaar. Advocatenpraktijk op Curaçao en tevens groot kenner van goede sigaren en rum. In zijn jonge jaren fanatiek wedstrijdfietser. Henk v.d. Huls, 54 jaar. Huis -en sportarts op Curaçao, heeft altijd in de roeiboot gezeten en is later op de fiets geklommen. Bekleedt ook diverse functies op sportgebied en nu promotor van de sponsoring. Adrie van Sambeek, 57 jaar. Zakenman op Curaçao en een ervaren fietser die vorig jaar nog naar het bedevaartsoord Santiago de Compostela in Spanje is gefietst. Dick de Roode, 52 jaar. Apotheker en groothandel op Curaçao met 25 jaar racefietservaring onder de billen.
Gérard van den Dungen, 49 jaar. Gedurende 5 jaar lid van de zittende magistratuur op Curaçao en enthousiast fietser en wandelaar. Heeft met zijn zoon een fietstocht naar Bilbao in Noord Spanje gemaakt. Eric de Brabander, 48 jaar. Tandarts met praktijk op Curaçao, de benjamin van de groep met geen enkele fietservaring, heeft in een vlaag van verstandsverbijstering ja gezegd tegen een cliënt (Rob) die bij hem in de stoel iets mummelde over een fietstocht naar Rome. Overigens wel een sporter op topniveau met waterpolo. En dan ikzelf: Leo de Wit, 58 jaar en getrouwd met Rietje, 52 jaar. Sportervaring alleen van voor de tv en krijgt al vermoeidheidsverschijnselen bij het zien van een fiets. (Mijn fiets, ooit bij een balpenaktie kado gekregen, is enkele jaren geleden in een onbewaakt ogenblik gestolen. Ik heb Rietje toen gevraagd er alsjeblieft geen aangifte van te doen, ik was veel te bang dat hij gevonden zou worden!) We hebben 5 oldtimers in de garage staan waarvan één Cadillac Eldorado 1975 cabrio en díe gaat mee naar het St.Pietsersplein, zo mogelijk zonder problemen.
Zondag 13 mei is het eigenlijke vertrek naar het zuiden want dat van gisteren is geen echte etappe te noemen. De Eldo staat voor de deur van motel Breukelen met geopende aanhangwagen om koffers en allerlei aanverwante artikelen in te laden. Een al wat oudere taxichauffeur komt naar me toe en vertelt dat hij járen geleden een gedeeld taxinummer had gekocht en met groot plezier jarenlang een Cadillac in Amsterdam heeft gereden. Op mijn vraag of zo’n grote auto op de grachten geen
problemen geeft antwoordt hij dat het een kwestie van techniek is; eerst de neus om de hoek laten zien en dan rustig doordouwen. Ik begrijp volkomen wat hij bedoelt. Na afscheid genomen te hebben van de laatste familie gaat het op weg naar Steensel. Afgesproken is dat we elkaar op de markt in Heusden zullen treffen voor de lunch. Zittend achter grote pannenkoeken vertellen ze hoe mooi Nederland wel niet is en dat Holland langs de fietspaden zoveel lieflijker is dan Holland langs de snelweg. In het hotel aangekomen is het nog steeds prachtig weer zodat op het terras, onder het genot van enige koele versnaperingen, de ervaringen van de dag worden besproken. Dan horen we ook dat er vijf postmenopauzale wielrenners langs de kant van de weg paardebloemen en madelieven uit de grond hebben staan rukken voor het mooiste en grootste veldboeket wat Adrie’s moeder van 87 jaar ooit heeft gehad. Per slot van rekening is het moederdag en woont ze niet ver van de route af. Na het nodige bier en een uitgebreide maaltijd gaat iedereen (nog) niet al te vermoeid naar bed. Niet wetende dat de volgende dag de naarste, de vermoeiendste, de koudste, de zwaarste en langste dag zal worden.
Maandag 14 mei, alles weer ingeladen en ± 9.00 uur zit het spul weer in het zadel richting Maastricht, waar de lunch gebruikt gaat worden en Dick, de 6e deelnemer, zich zal aansluiten. De grote borden spaghetti zijn nog maar net leeg of er beginnen zich, boven het Vrijthof, donkere wolken te vormen die zich dreigend samenpakken. De jongens haasten zich om in het zadel te komen en wij haasten ons naar de parkeerplaats om het dak te sluiten. We arriveren nét op tijd want de eerste druppels
melden zich al en nauwelijks buiten Maastricht wordt het weer als maar slechter en slechter en breekt er een echte noodweer los: zware stortregens met hevig onweer. Na een hagelbui met stuitergrote hagelstenen beginnen we ons toch wel af te vragen hoe de jongens dit alles doorstaan.
Geen hond op straat, wat gezien het weer niet onbegrijpelijk is, maar hier en daar zie je toch de gordijntjes bewegen ten teken dat de sociale controlemeter op vol staat. Wij zitten comfortabel in het leer de verschillende standen van de ruitenwisser, de ventilator en de airco te proberen, maar zij zitten op een hard zadel buiten! We besluiten om ze ergens op te wachten. De wegenkaart wordt met de fietsroute van Paul Benjaminse vergeleken, waar we grote moeite mee hebben want op zijn kaarten staat de fietsroute met een brede lijn aangegeven, ook al gaat dit over een smal bospad, en de autoweg staat aangegeven met een dun lijntje! Nogal verwarrend allemaal en niet alleen voor ons naar later zal blijken. In het gehucht Lontzen, wat op de fietsroute ligt, de Cad langs de weg geparkeerd en wachten dan maar. Geen hond op straat, wat gezien het weer niet onbegrijpelijk is, maar hier en daar zie je toch de gordijntjes bewegen ten teken dat de sociale controlemeter op vol staat. Er komt zelfs een dame demonstratief de hagelstenen van haar stoepje vegen, ondertussen proberend een glimp op te vangen van wie of wat er toch achter die beslagen ramen zit. Wij vinden het wel vermakelijk. Na anderhalf uur wachten moeten we concluderen dat de fietsers óf al voorbij zijn, óf dat ze een andere route hebben genomen. Het loopt al tegen 18.00 uur en misschien is alles gewoon goed gegaan en zitten ze al hoog en droog in het hotel op óns te wachten! We moeten dus maar opschieten.
Om 19.30 uur komen we bij hotel Drossen te Wirzfeld in België aan, maar er is nog geen fietser te bekennen. Ik begin maar vast met uitladen en breng de bagage naar de diverse kamers, toen op een gegeven moment een Belg van ± 50 jaar naar mij toekomt met de vraag of ik van Curaçao kom. “Nee” zeg ik, “maar ik begeleid wel 6 fietsers van Curaçao.” “Oh gelukkig”, zegt hij en zijn gezicht klaart helemaal op. “Ik heb nog nooit een vent gekust, maar dat gaat nu gebeuren, zunne.”, en spontaan begint hij mij te knuffelen. Ik zal er best verbouwereerd hebben bijgestaan want van nature heb ik n.l. meer interesse in de andere sekse. Hij, zijn vrouw en nog een koppel blijken al vanaf 16.00 uur te wachten op Adrie, vriend van beide families, en wachten duurt lang. Gelukkig is er bij het hotel ook een restaurant en de gérant heeft, sinds 16.00 uur, al de nodige alcoholische versnaperingen aangesleept, zodat Sjefke (is eerlijk zijn echte naam!) een redelijk excuus heeft voor zijn spontane daad. Een gérant trouwens, die zo uit een Fellini film lijkt te zijn weggelopen, broodmager in zijn ouderwets kelnerskostuum, een hitleriaans snorretje op zijn ingevallen bleek gelaat en een mimiek waar John Cleese jaloers op zou zijn. Het is al 22.00 uur geweest en we beginnen ons toch wel grote zorgen te maken, ook al is er even kontakt per GSM geweest maar de verbinding was dermate slecht dat we er weinig van hebben kunnen maken. Verschillende suggesties gaan er over de tafel hoe ze te vinden. Ondanks dat het al aarde donker is besluiten we nog even te wachten met de politie te informeren en eventueel een zoekactie op touw
te zetten. Bij ieder licht wat we zien aankomen veren we op, evenals de andere gasten in het restaurant die allemaal met ons meeleven, maar elke keer is het negatief. Totdat om
22.30 uur een auto komt aanrijden met in zijn koplampen de lang verwachtte fietsers. Een applaus klinkt in het restaurant en wij vliegen naar buiten om ze op te vangen. De ravage is enorm. Renners zo verkrampt door de kou dat ze niet meer van de fiets kunnen stappen. Iemand die wil drinken trilt zó hevig dat hij zijn fles nog niet bij de mond kan krijgen en een ander kan niet meer op zijn benen staan en moet zelfs de trap opgeholpen worden. De oudste van het stel is onderweg al in de auto van de vriendelijke automobilist beland en moet eruit
geholpen worden. Rietje had ’s middags nog koeken en cola gekocht, wat nu gretig naar binnen wordt gewerkt. Ondertussen de douches op de kamers opengezet, zo ook de douches op onbezette kamers, en de mannen met kleren en schoenen nog aan eronder gezet. Langzaam aan beginnen er weer menselijke trekken aan te komen. Eén hoor ik zelfs roepen: “Eupen hier, Eupen daar, ik wou dat het verdomde Eupen naar den donder waar!” Eindelijk om 23.45 uur zit een ieder aan tafel, inclusief de bevriende 2 families. Het echtpaar, dat het hotel runt, is zo vriendelijk geweest om het keuken- en bedienend personeel te vragen wat langer te blijven, waar ze geen spijt van kregen gezien het “pourboire” bedrag. Ook de automobilist, die uit de omgeving kwam en derhalve goed bekend was, is met een aangename herinnering huiswaarts gekeerd. Langzamerhand beginnen de verhalen van de renners vorm te krijgen en wordt het waar en waarom het verkeerd ging duidelijk. In de omgeving van Eupen is de groep, door het verkeerd begrijpen van elkaar en van de routebeschrijving, uiteen gevallen. Het is een geluk bij een ongeluk als ze elkaar, na enige tijd, toch weer terugvinden. Het ongelukkige is alleen dat ze elkaar op de berghelling tégenkomen; de ene groep is dan aan de klim bezig terwijl de andere groep naar
beneden komt!! En het dan nog niet met elkaar eens kunnen worden wát de juiste richting is. Nadat ze het zóveelste bord Eupen zien staan, waaruit blijkt dat ze Eupen al vanuit alle richtingen hebben benaderd en behoorlijk aan het dwalen zijn, en het bovendien donker begint te worden, besluiten ze uiteindelijk een auto aan te houden. Gelukkig is de goede man ook nog bekend in de omgeving en weet een kortere route naar het hotel, waardoor hen nog eens 40 km omrijden bespaard is gebleven. De afstand volgens het boekje van Benjamins was 160 km, de werkelijke afstand die de mannen vandaag hebben gefietst is 244 km!! Wij waren ook helemaal niet blij met de situatie, want wij zijn er toch om allerlei hand –en spandiensten te verrichten, en zeker in zo’n situatie als deze moet er gebruik van ons gemaakt worden. Het ergste vind ik nog dat ze vreemd zijn gegaan, i.p.v. van onze Cadillac gebruik te maken komen ze met een Toyota aanzetten! Het zij ze vergeven. De volgende ochtend bij het ontbijt wordt overlegd hoe een en ander beter kan. Adrie en Gérard, de kaartencommissie, zullen iedere dag de route doornemen en daarna overzetten op een Michelin kaart. In overleg met ons wordt vastgesteld waar en wanneer er gestopt gaat worden. We plannen iedere 2 uur een stop om de drinkflessen bij te vullen, al dan niet met dextrose of cola (suiker), en de nodige bananen (koolhydraten) te verorberen: naar later zal blijken ca. 100 stuks = ± 20 kg per persoon! Ook wordt de financiële administratie aan Rietje overgedragen. Iedereen doet een duit in de zak, zodat deze voldoende gevuld is om allerlei betalingen te kunnen doen op het gebied van eten, drinken, telefoon, extra hotel– en barkosten, en niet onbelangrijk: de brandstof voor een
eeuwig dorstige V8, weliswaar op LPG, maar toch… Ook hebben we voorgesteld om de lunch in picknick vorm te gaan doen, wat ons beter lijkt dan iedere keer een restaurant te zoeken. Ze kunnen zich er niets bij voorstellen
goed mogelijke picknickplaatsen op, zorgen dat de hotelbedden goed verdeeld worden, enz. enz. En de Cadillac…? Die doet waar hij voor gemaakt is, ons comfortabel door het voortdurend wisselende landschap slepen. De wegen en weggetjes zijn soms zó klein dat voetgangers op een muurtje moeten klimmen om ons door te laten!
hoe dat zou moeten maar Rob laat weten ons al heel lang te kennen en er het volste vertrouwen in te hebben, waarna iedereen ermee instemt het te proberen. Uiteindelijk bevalt het zó goed dat we niet anders meer hebben gedaan en tot Rome is er op de meest vreemde plaatsen geluncht. Van onder de boom tot in een boerenschuur, van het stadspark tot in de wei en van een openstaande garage tot de parkeerplaats tegenover een restaurant. De eigenaar van het restaurant kon er weinig begrip voor opbrengen en liet dat luidkeels uit zijn Italiaanse mond vloeien.
Vandaag, dinsdag 15 route (145 km lang) Belgische– en Ardennen naar Luxemburg.
De rest van de trip naar Rome is verder probleemloos verlopen; ’s morgens om 8.30 uur gezamenlijk ontbijten, proberen om 9.00 uur op de fiets te zitten (is meestal wel wat later), wij laden de aanhangwagen in, controleren de kamers op vergeten spullen, betalen de rekening en gaan dan ook op weg. We volgen zoveel mogelijk dezelfde route, kopen onderweg eten, drinken, fruit, zoetigheid, e.d., zoeken zo
mei, voert de ons door de Luxemburgse Remich in
Na een reparatie aan het stuur van Eric zijn fiets (heb ik mijn gereedschap tenminste niet voor niets meegenomen) gaat het weer op weg. Het is mistig en koud maar het regent gelukkig nog niet. Het hotel in Remich ligt aan de Moezel, die bevolkt wordt door tientallen witte zwanen. De Cadillac met aanhangwagen zo dicht mogelijk bij de ingang van het hotel geparkeerd, wat lastig genoeg is want de hele combinatie is ± 10 m lang. Iedere keer, als er een geparkeerde auto voor ons vertrekt, ren ik vanaf het terras de straat op om de hele zaak weer wat op te schuiven en uiteindelijk staat “het beest” dan toch pontificaal voor de deur en kan ik, in afwachting van de fietsers, vanaf het terras en vanachter onze fles moezelwijn genieten van de lijnen die Eldorado heten en de mini KLM-ertjes in de rivier. Jammer voor de fietsers dat het net héél hard is gaan regenen, worden ze op het laatste stukje nog hartstikke nat.
Woensdag 16 mei gaat over een afstand van 154 km naar Abreschviller in Frankrijk. De jongens voelen zich redelijk goed op Rob na, die last heeft van zijn knieën, en een niet nader te noemen persoon, die de moezelwijn wel héél lekker heeft gevonden. Het weerbericht voorspelt koud maar droog weer. Helemaal gaat dit niet op, van de koude wel maar de droogte jammer genoeg niet. Om 11.00 uur is er een stop ingelast voor een live interview met Radio Nederland Wereldomroep. We zijn in een heuveldorpje en staan voor het oorlogsmonument met allemaal namen van gesneuvelden, welk in geen enkel zichzelf respecterend Frans dorp of stad ontbreekt.
Zo’n 15 km verderop ontwaren we een terras aan de haven, een ideale stopplaats! Na het nuttigen van wat bier en eten komt de rekening en……de verbijstering! Elkaar dom aankijkend, waar is onze caissière?? Juist ja…zu Hause!!
De volgende ochtend, als we ons klaarmaken voor het vertrek van een rit van 135 km naar Rouffach in Frankrijk, hoor ik op de wereldomroep Eric, onze P.R.-man, zijn verhaal vertellen over de belevenissen van “de fietsers van Curaçao”. Mijn oren krullen zich op als ik hem hoor zeggen dat het wel een heel sympathiek gebaar is van de Cadillac Club Nederland om een oldtimer ter beschikking te stellen, te weten een Cadillac Eldorado met open dak, bestuurd door Leo en Rietje de Wit! Dit verhaal is door diverse Curaçaose kranten overgenomen en hiermee is de publiciteitsmachine pas goed op gang gekomen. Onze cellular (GSM) maakt overuren en raakt er uitgeput van. En wij……. ach, we vinden het wel leuk om met de club in de etalage gezet te worden. Tevreden zittend in onze kingsize fauteuils, genietend van de eindloze
koolzaadvelden en de zwaar geparfumeerde lucht inademend zijn we op weg naar het volgende hotel……. . Zo rijgen de dagen zich aaneen, langs de Moezel en langs de Rijn, via Frankrijk en Duitsland richting Zwitserland met hier en daar een omweg, en een oververzadiging aan Duitse legpuzzelhuizen, Doornroosje kastelen en droomvergezichten. En de auto blijft het bijzonder goed doen. Elke ochtend even kijken of alles op peil is en hier en daar de zeemlap erover om hem (of is het haar?) ook optisch in goede conditie te houden. Regelmatig komen er reakties van mensen met de welbekende vragen, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik er niet echt een hekel aan heb ze te beantwoorden. De fietsers doen het ook nog steeds goed, geen valpartijen of andere stukken, en het moraal en de sfeer zijn goed. Alleen wordt er uitgebreid gemopperd op het levenswerk van Benjaminse, deze cartograaf moet geschift zijn is de conclusie. Zondag 20 mei zijn we in de voorname stad Arbon aan de Bodensee in Zwitserland en is het een rustdag. Zo’n rustdag moet je niet al te letterlijk opnemen want een week op de fiets doet alle spieren, behalve de beenspieren, verstijven en het bovenlichaam moet dan ook hoognodig gestrekt worden wil je niet als een gebochelde het restant van je leven slijten. Bovendien dringt Henk (de sportarts) er op aan dat er die dag toch minstens 20 km in langzaam tempo gefietst moet worden om te voorkomen dat de beenspieren vast gaan zitten. Ik vind dat wel heel aannemelijk klinken, minder leuk vind ik het idee van Henk dat ik met de reserve fiets het tempo mag aangeven! Alle protesten, die ik maar kan
verzinnen, helpen niet, want uiteraard krijgt dit idee bijval van de hele ploeg. Mijn image als fietsenhater heeft hiermee een flinke deuk opgelopen. De tocht voert ons langs de Bodensee, over promenades waar chique geklede Zwitsers met hun als poppen aangeklede kinderen flaneren. Zo’n 15 km verderop ontwaren we een terras aan de haven, een ideale stopplaats! Na het nuttigen van wat bier en eten komt de rekening en……de verbijstering! Elkaar dom aankijkend, waar is onze caissière?? Juist ja…zu Hause!! Gelukkig heeft Henk een (credit)kaart meegenomen, maar moet wel het halve stadje afzoeken naar een apparaat dat zijn kaart lust, om daarna wat „slijk der aarde“ terug te geven. Terug in het hotel moet ik aan Rietje bekennen dat ik het best leuk heb gevonden. Deze bekentenis heb ik wel onder het genot van de masserende handen van mijn eega gedaan. Langzamerhand komen we in de buurt van de Alpen en morgen moet de Splügenpass genomen worden, een bult van ruim 2000 meter. Onder de mannen is er tijdens de reis voortdurend en met respect over gesproken. Als we die knobbel overkomen dan ligt Rome als het ware nog slechts op een steenworp afstand. Dick, de meest ervaren fietser van het stel, waarschuwt herhaaldelijk voor de Appenijnen die ook nog moeten komen en die je beter de “Appevenijnig” kunt noemen, want het is niet de hoogte maar de vele steile beklimmingen die het zo vermoeiend maken.
Leo de Wit In de volgende Standard de ontknoping van dit avontuur!
1962 werd omgebouwd tot ambulance en vele jaren bij Van Steen in Ommen heeft gereden. Onlangs is de ’60 volledig gestript en overgespoten en voorzien van de originele belettering.
Nationaal ambulance museum In oktober werd ik gebeld door de heer Hans Waldeck van het Nationaal Ambulance Museum. Via de internetsite van de CCN was hij achter mijn telefoonnummer gekomen. Sinds september dit jaar was het museum de trotse bezitter geworden van een Cadillac ambulance uit 1956. Deze was geschonken door de VCHV, dit is de afkorting voor de Vereniging van Chefs en Hoofd Verpleegkundigen. Het wagenpark van het museum is momenteel ondergebracht in het rampendepot in Helenaveen in Zuid-Oost Brabant. Momenteel telt het museum 10 ambulances die allemaal dienst hebben gedaan in Nederland. Het oudste exemplaar van het museum is een Studebaker 2R5 ambulance van circa 1950 die van de Nederlandse Aardolie Maatschappij is geweest. De Cadillac ambulance uit 1956 is een zeer karakteristieke auto waarvan er redelijk veel in Nederland hebben gereden. De opbouw is destijds vervaardigd door de firma Visser in Leeuwarden. Aardig detail is dat de heer Waldeck vroeger met dit soort Cadillac ambulances heeft gereden voordat hij chirurg werd. De interesse in ambulances ging zo ver dat hij hier 2 boeken over heeft geschreven: - Ambulances in beeld 1945-1975, ISBN-nummer 9028820434 (in het engels vertaald Dutch Ambulances, zie internet http://www.fire-policeems.com/books/bd9925.htm). - Van ziekenkoets tot ziekenwagen, ambulances in beeld, 1906-1945, ISBN-nummer 9028826343, in de bokehandel verkrijgbaar voor ƒ 34,50.
De 1960 ambulance van de heer de Vrij
Originele 1956 Cadillac ambulance In het rampendepot te Helenaveen stonden de ambulances van het museum evenals brandweerwagens van het brandweermuseum. Op dit moment wordt met de gedachte gespeeld om ambulances, brandweerwagens en politiewagens onder te gaan brengen in een museum. De 1956 Cadillac-ambulance is duidelijk een restauratieobject. Hij is compleet en schadevrij. De randen onder aan de koets en de bodem waren plaatselijk volledig doorgeroest. Het chroomwerk verkeerde in slechte staat en het was ook plaatselijk doorgeroest. Van de techniek is weinig bekend omdat de Cadillac niet rijdend is aangeleverd. De motor kan vast zitten maar het zou ook kunnen dat deze met weinig moeite goed zal gaan lopen. Van de automaat is ook niets bekend.
De heer Waldeck vertelde door de telefoon dat de Cadillac gerestaureerd moest worden. Hiervoor had hij graag advies van een of meer Cadillac-kenners. We spraken af om op 23 november een kijkje te gaan nemen in Helenaveen. 1960 Ambulance Ik maakte kennis met de heer Waldeck en de heer Martin de Vrij van het ambulance museum. Ook de heer de Vrij had een sterke band met ambulances. Tot zijn pensionering werkte hij bij het ambulanceimportbedrijf De Vries in Assen.
Enkele jaren geleden kocht hij een 1960 Ambulance die tot 1975 op Vlieland dienst had gedaan. Het leuke was dat hij de wagen goed kende. Het was oorspronkelijk een 4-deurs Sedan die omstreeks
De in Nederland gebouwde Cadillac ambulance uit 1956
Hoe restaureren? Omdat een restauratie op zeer veel manieren uitgevoerd worden wisselden wij ter plaatse van gedachte. Het is de bedoeling dat de ambulance mooi wordt, goed gepresenteerd kan worden aan het publiek, goed kan rijden en bijvoorbeeld aan parades en goede doelen mee kan doen.
Tevens werd duidelijk dat de leden van het museum zelf praktisch niets konden bijdragen in de vorm van hulp bij het sleutelen, plaatwerken en dergelijke. Wel verwachten zij in staat te zijn om geld bijeen te krijgen voor een betaalbare restauratie. Hoeveel is moeilijk te zeggen maar onlangs lukte het hun, om een Willys ambulance te laten restaureren voor ruim ƒ 40.000. Het is duidelijk dat de restauratie van deze Cadillac veel meer zou gaan kosten. Praktisch al het werk zou moeten worden uitbesteed. De kosten voor de restauratie zouden waarschijnlijk grotendeels betaald moeten worden uit opbrengsten van inzamelacties en via sponsors. Hiervoor zou eerst een plan gemaakt moeten worden hoe de restauratie aangepakt zou moeten worden, wat elke stap zou gaan kosten en wat het verwachte eindresultaat zou zijn. De praktijk is dat dit soort restauraties qua tijd en geld praktisch altijd uit de hand lopen. Een serieuze restauratie kan gauw een paar duizend uur gaan duren en de kosten ervan oplopen tot meer dan ƒ 100.000. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat eerst een goede inschatting wordt gemaakt van het benodigde werk en de mogelijke aanpak van het project. Om een goed inzicht te krijgen in het benodigde werk zou het verstandig zijn om de ambulance op een brug te zetten zodat ook de onderkant goed bekeken kan worden. Na het bezoek heb ik er nog veel over nagedacht en er met diverse mensen over gesproken. Het zal een omvangrijk project worden en daarom is het lonend om er vooraf goed over na te denken en alternatieven op een rijtje te zetten. Het project zou enkele jaren in beslag mogen nemen, dat is voor het museum geen enkel probleem.
De achterkant met herkenbare Cadillac vin
Goede donor-Cadillac Mijn eerste indruk was dat er een donorwagen aangeschaft moest worden. Dit zou een zeer goed rijdend exemplaar moeten zijn, eigenlijk een wagen waarvan je zegt: het is zonde om hem voor onderdelen te gebruiken. Ideaal zou zijn een gerestaureerde schade-Cadillac waarvan de voor de ambulance niet benodigde delen beschadigd mogen zijn. Belangrijk is dat de donorwagen technisch goed
is en kan rijden zodat gecontroleerd kan worden of alles goed functioneert. Zo’n goede donorwagen zou denk ik tussen ƒ 10.000 en ƒ 20.000 kosten. Waarschijnlijk moet deze uit Amerika komen. Als er bijv. een uit Amerika gehaald moet worden is het voordeel dat er slechts 6% aan BTW betaald hoeft te worden, dus geen BPM en geen invoerrechten. De transportkosten hangen af van de wijze van transport en de plaats van verscheping. Roll-on Roll-of vanaf de oostkust van Amerika kost circa ƒ 2500 maar heeft als nadeel dat er verder niets met in de auto mag worden meegenomen. Een container kost ƒ 3500 - ƒ4500 maar biedt de mogelijkheid om meer auto’s en onderdelen mee te nemen. Als het moet passen er 4 complete Cadillacs in een grote container! Een in Amerika $ 5000 kostende ’56 Cadillac zal na verscheping en incl. Btw circa ƒ 17.000 gaan kosten. Het is natuurlijk zonde om een mooi exemplaar op te offeren voor de restauratie dus zal eerst gezocht kunnen worden naar een Cadillac met schade, bijv. met een in elkaar gereden achterkant. De achterkant is met uitzondering van de achterbumper anders dan de ambulance maar een goede achterbumper kan er natuurlijk los bijgekocht worden. Voor het zoeken naar een donorwagen zou bijv. een oproep geplaatst kunnen worden in het clubblad van de Amerikaanse Cadillac-LaSalle Club. Ook kan internet hierbij een oplossing zijn. De delen die van de ambulance overblijven kunnen als reservedelen behouden blijven of verkocht worden. De niet te gebruiken delen zouden geruild kunnen worden voor arbeid. Je spreekt bijvoorbeeld met geïnteresseerden af dat zij de ambulance en donorwagen vakkundig uit elkaar halen en delen weer in elkaar zetten in ruil voor onderdelen zoals plaatwerk/motor/automaat. Frame off restauratie Dat de ambulance volledig uit elkaar gehaald moet worden en een “frame off” restauratie noodzakelijk is is voor mij een voor de hand liggende zaak. Ik heb enkele keren dit soort restauraties uitgevoerd met Cadillacs uit de jaren zeventig die in een veel betere technische staat verkeerden. Voordeel van Cadillacs uit de jaren vijftig in vergelijking met de jaren zeventig, is dat deze een stuk eenvoudiger zijn en minder onderdelen hebben. Het nadeel van de moeilijke verkrijgbaarheid van onderdelen is te ondervangen met de complete donorwagen. De Cadillacs uit de jaren vijftig hebben relatief weinig elektrische bedrading. De Cadillac-ambulance heeft geen air conditioner dus die hoeft niet gerestaureerd te worden. Van veel restauraties van vijftiger jaren Cadillacs is bekend dat de kosten van motor-en automaatrevisies een dure aangelegenheid is. Helaas is de kans op mislukken aanzienlijk. Het lijkt mij verstandig om de motor en automaat zonder meer uit de donor wagen over te zetten. Voorwaarde is natuurlijk dat deze in zeer goede staat zijn.
Dit bespaart kostbaar revisiewerk, tijd, mogelijke ergernis en teleurstellingen. In eerste instantie moet de ambulance volledig tot het frame uit elkaar. Vanaf de voorruit en het schutbord naar voren toe is de ambulance gelijk aan andere Cadillacs uit 1956. Het demonteren van het front van de ambulance (motor kap, spatborden en alles wat daar onder zit) kan snel gebeuren. Ik denk in minder dan 15 uur. Dit moet ook gebeuren met de donorwagen. Daarna gaat de koets (body) er af en kan worden afgevoerd naar de plaats waar deze verder wordt gedemonteerd, ontroest (o.a. stralen) en kan worden gerestaureerd. Het elektrische gedeelte moet gecontroleerd worden maar zou nog wel eens zeer goed kunnen zijn. Alles wat hier niet goed is zou uit de donorwagen gehaald kunnen worden. De koets Het echte restauratiewerk waar vakmanschap voor nodig is blijft eigenlijk beperkt tot het opknappen van de in Nederland gemaakte koets. Het zal aardig wat werk zijn omdat deze zo enorm groot is. De 3 deuren zijn sterk door roest aangetast. Deze wijken af van normale Cadillac-deuren. De achterbumper is gelijk aan die van de andere normale ’56 Cadillacs. Er zullen echter wel delen van de koets standaard zijn en uit de 2-of 4 deurs donorauto overgezet/ingelast kunnen worden. Omdat het interieur vrij eenvoudig en nog redelijk gaaf is, zal de restauratie ervan wel meevallen. Het is zeer sober en er straalt geen luxe vanaf.
Waar moet de restauratie worden uitgevoerd? Het is niet bekend waar de restauratie uitgevoerd kan worden. Het zal waarschijnlijk niet in Helenaveen zijn hoewel daar veel ruimte is voor opslag. Het lijkt mij niet noodzakelijk dat alle restauratieactiviteiten op een locatie worden uitgevoerd. De koets en het frame zouden na het scheiden elk hun weg kunnen gaan, mits er geen vitale aansluitpunten volledig zijn weggeroest. Daar kan een verdere splitsing plaatsvinden. Benodigde tijd voor het restaureren Wat de grootste post voor de restauratie zou worden is de benodigde arbeid. Als eerste schot voor de boeg dacht ik aan 2000 uren. Ik denk dat de voor de restauratie benodigde uren met behulp van een goede donorwagen aardig in de hand gehouden kunnen worden. Om een aanzet te geven voor het restauratieplan zou het project in stappen verdeeld kunnen worden. Tevens moeten lijsten gemaakt moeten worden van de te vervangen delen en de hiervoor benodigde uren. Er kan van grof naar fijn worden gewerkt. Activiteiten die veel uren kosten kunnen weer in kleinere delen worden onderverdeeld. Belangrijk is om zo weinig mogelijk zaken over het hoofd te zien. Zeer globaal dacht ik dat de volgende activiteiten en benodigde uren: Activiteit
Benodigd aantal uren
Demonteren ambulance Demonteren donor-wagen Motor-en automaat Aandrijving/achteras Schoonmaken/monteren diverse delen Wielophanging/stuurinrichting/remmen Interieur/dashboard Elektrisch systeem Chroomwerk Glas en rubbers Koets ontroesten Laswerk Plamuren en strak maken koets Spuiten Monteren Speciale ambulance-uitrusting Onvoorzien
Een kijkje achterin de ambulance via de zijdeur
60 60 15 15 50 30 20 30 25 20 25 100 80 25 150 excl. 100
Totaal exclusief de speciale ambulance-uitrusting kom ik volgens deze inschatting uit op ruim 800 uren. Dat valt mij eigenlijk enorm mee aangezien dit veel lager is dan mijn eerste inschatting van 2000 uur. Ik denk dat ik een en ander wat optimistisch heb ingeschat maar ik ben er van uitgegaan dat de werkzaamheden door professionele, snel werkende vakmensen wordt uitgevoerd. Deze inschatting heb ik achter de PC-gemaakt. Het is goed om de wagen nog een of meer keer te gaan bekijken met andere kenners en dan nog eens te gaan schatten.
Relatief eenvoudig interieur
Wat vernieuwen en wat door gebruikte delen te vervangen? De kosten van een restauratie kunnen sterk oplopen door de onderdelen die vervangen moeten worden. Wordt er gebruik gemaakt van nieuwe of gebruikte delen? Moeten er delen gemaakt worden die niet meer verkrijgbaar zijn? Als alle delen per stuk ingekocht worden zal dat gauw duur worden. De uitdaging is om zo weinig mogelijk nieuwe delen te kopen om de kosten te beperken. Het is dus belangrijk dat de donorwagen zoveel mogelijk goede delen bevat. Heeft deze bijvoorbeeld 4 goede velgen met banden, dan bespaar je al gauw ƒ 3000,-. Dit bedrag ben je anders kwijt voor het stralen en poeder-coaten van de 4 velgen en 4 nieuwe diagonaalbanden met brede witte zijwanden. Ook wat versieringen aangaat zoals emblemen, sierlijsten, inscripties kan veel geld bespaard worden, als deze van een in goede staat verkerende donorwagen worden gebruikt. Nieuw kosten dit soort delen vaak meer dan ƒ 4000. Het is moeilijk in te schatten hoeveel delen aangeschaft moeten worden die niet in de aan te schaffen donorwagen zitten, eenvoudigweg omdat die nog niet bekend is.
Vragen van het ambulance museum Het ambulance museum wil eerst inventariseren wat de mogelijkheden voor restaureren zijn en vraagt hierbij de hulp van de CCN. Het wordt het op prijs gesteld als leden van de CCN advies of hulp willen verlenen in welke vorm dan ook. In eerste instantie zou de ambulance door kenners bekeken moeten worden, bij voorkeur door leden die een soortgelijke Cadillac hebben of leden die ervaring hebben met dit soort restauraties. Ook is het museum geïnteresseerd in instanties die bij de restauratie hulp willen verlenen zoals schadeherstelbedrijven, restaurateurs, of CCN-leden die hierbij willen helpen.
Men zoekt een of meer personen die de regie van het restauratieproject op zich zou willen nemen. Dit hoeft niet iemand te zijn die actief mee doet aan de restauratie. Tevens is men op zoek naar een locatie waar de restauratie kan plaatsvinden. Om te zien welke delen met de ambulance uitgewisseld kunnen worden van de te zoeken donorCadillac zou het mooi zijn om eens een 2- of 4-deurs ’56 Cadillac naast de ambulance te zetten, zodat goed vergeleken kan worden. Welke leden zouden hiertoe bereid zijn? Het is ook belangrijk dat de leden van het ambulance museum een paar soortgelijke Cadillacs en/of fotoreportages ervan gaan bekijken en kunnen zien welke eindkwaliteit zij kunnen verwachten. Binnen de CCN zijn er Cadillacs van allerlei kwaliteiten. Degenen die hulp willen bieden wordt verzocht contact op te nemen met de heren Waldeck en de Vrij van het Nationaal ambulance museum.
Het telefoonnummer van de van de heer Martin de Vrij is: 0592-544966 Het telefoonnummer van de van de heer Hans Waldeck is:0522-443019 E-mail adres:
[email protected] U wordt bij voorbaat bedankt.
Koen Ongkiehong
Zal deze Cadillac ambulancezijn oorspronkleijke glans weer terugkrijgen? Hij verdient het zeker!
Het moet zo rond 1983 zijn geweest, de eerste zonnestralen hadden de laatste winterkou verdrongen op de dag dat we met ons hele gezinnetje naar Zandvoort aan zee vertrokken. Ik moet zo’n 8 à 9 jaar zijn geweest, ik herinner het me nog altijd heel scherp. “Pappa gaat naar een auto kijken” werd mij en m’n 2 broertjes verteld. Na een autorit van zo’n 2 uur kwamen we aan in Zandvoort, aan de boulevard waar die hoge toren staat… En daar stond ze, een Amerikaanse, die, hoe vreemd het ook klinken mag, vanaf dat moment een onvergetelijke indruk op mij maakte, en die ik zo’n 18 jaar later nog eens op papier zou zetten… Een kinderhand is gauw gevuld word vaak gezegd, maar ik was een heel blij kereltje op het moment dat we in die toren, in het restaurant, achter een flesje chocomel deze Amerikaanse schone kochten voor ƒ400,- (!) Ze was zilvergrijs metallic, mooie spaakwielen, heel groot en met een mooi logo voor op die neus, die zo spiegelt als de zon er op schijnt. Mijn vader kocht mijn droom auto: Een Cadillac Seville uit 1978… Overigens zult U misschien wel begrijpen, die ƒ400,- was slechts een aanbetaling.
We zijn er die zomer mee naar Italië gereden. Het Gardameer was nog nooit zo mooi geweest vanaf de boulevard in Salo. Ik kan me nog heel goed herinneren dat er nog zo’n eighttrack speler in zat, met van die loei grote banden erin. We hadden er maar twee, eentje van de Beatles weet ik nog, omdat ik jaren later het liedje GIRL hoorde op de radio, gespeeld door die zelfde band… Helaas werd deze droomauto me zomaar ontnomen doordat op een avond een stel labiele autodieven de auto stalen, hij werd maanden later terug gevonden in Parijs, onder een boom…gestript. Dat laatste is me overigens pas een jaartje bekend. Ik denk dat m’n vader toch wel stiekem in de gaten had dat er een magie was tussen haar en mij. In de jaren dat ik opgroeide heb ik altijd gezegd, als ik later groot ben koop ik mijn eigen Cadillac Seville. Uiteraard gaan daar nog heel veel jaren overheen, maar toch, als ik er eentje zag begon het bloed toch weer te borrelen. Oude liefde roest niet. Zelfs op
Samos in Griekenland kwam ik er een tegen! En dan is daar het moment dat ik mezelf een computer aanschaf… met Internet. Da’s toch mooi: een hele wereld gaat voor je open. Wat zullen we eens gaan opzoeken??? Eh, SEARCH: Cadillac Seville. En dat was het begin van mijn speurtocht naar wat duidelijk mijn droom was. Iedereen die ik vertelde over mijn passie raadde het me af, ook mijn vader. “Je weet niet waar je aan begint!” En dat hadden ze goed begrepen, ik was ook nog maar net begonnen, en ik wist ook echt niet waar ik aan begon, spannend!!! Het bloed kruipt toch wel waar het niet gaan kan. Ik leerde de auto beter kennen, wat haar achtergronden waren, de prototypes, de verschillen door de jaren en ga zo maar door. Ik vond het erg moeilijk om er een te vinden die te koop was en als er dan eentje van de hand gedaan werd, was hij vaak zo rot als een peer… Kijken, niet kopen was mijn eerste motto. Eerst leren, kijken en weer leren, ik
wilde alles van die auto weten en ik ben inmiddels wel zeker dat ik nog lang niet alles weet! Tijdens mijn vorige baan leerde ik een student kennen op de Universiteit in Eindhoven. Hij ging naar school in een Cadillac Limo…! We raakte aan de babbel en hij introduceerde me bij Frank Tils, waarschijnlijk bij vele van jullie wel bekend. Frank ontving me op een zaterdag ochtend in zijn werkplaats in de maand april. Vrolijk met een grijns op z’n gezicht, terwijl ik een beetje verbouwereerd stond te kijken bij een wrak. “Tsja ooit is het afgelopen”, sprak hij… Zo zegt ‘ie; dus jij bent op zoek naar een Sevilletje? Dat klopt meneer, zei ik een beetje spottend. Nou loop maar effe mee, ik heb er 2 liggen…!!! Hoezo, “ik heb er 2 liggen” (!?) dacht ik nog bij mezelf. Frank trok een schuur open, en daar achter rechts in de hoek, ontcijferde ik de bodylijn van een
seconden eventjes terug op de grond met een vraag: wat moet je nou met die auto? Dat was toch wel een schot in de roos, want ik moet bekennen, dat ik daar simpelweg geen antwoord op kon geven…spijtig. Dagen dacht ik na, moet ik nu wel, of moet ik nu niet…Moet ik er nu helemaal maar mee kappen? Maar zoals ik al zei; het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus een week later kocht ik een autoblad die adverteerde met een Seville uit ’79. Ben zo terug riep ik nog. Uiteindelijk heb ik er niet zo heel veel gezien, simpelweg omdat ze gewoon erg schaars zijn. Ik sprak met een man die al 12 jaar een donkerbruine Seville had, en die was er nog net zo wreed mee alsof hij die auto net gekocht had. Ik stelde een vraag aan zijn vrouw, rijd u er ook wel eens in? Nee, zei ze, maar dat hoeft ook niet want hij zit zo lekker…! Zo leerde ik toch nog wel wat eigenaars kennen, en allemaal
Club had. Ik reageerde op een advertentie van een Seville uit 1976. De auto zag er netjes uit, hier en daar een plekje, en het dak moest vervangen. Motorisch liep hij heel erg mooi, en nog wel op zijn injectors, dat schijnt ook een beetje zeldzaam te zijn. Lederen licht crème bekleding, nog helemaal in tact, airco werkt. Ai, geen originele radio meer en de elektrische antenne doet het ook niet. Maar toch, dit was veruit de beste die ik ooit gezien had! Na een rondje rond de auto wist ik het, dit wordt ‘ie!!! De auto werd naar Nederland gehaald, en dan keuren bij de RDW. Ik was behoorlijk zenuwachtig, maar ze hield zich goed, ze reed er heel charmant doorheen! Bij de rembank knalde de zekeringen eruit, onder het motto van, jullie zullen mij niets maken. Ze kwam er goed doorheen geen enkele opmerking. Ik heb nu mijn eerste zomer gehad, de eerste zomer waarbij een herinnering werkelijkheid werd! Ik ben nu net lid van de club, mijn naam is Harold van Lieshout, ik kom uit Eindhoven en ben dus de trotse bezitter van mijn Cadillac Seville uit 1976. Ze heeft een lichtgrijs dak, en een donkergrijze carrosserie. Een naam? Die heeft ze ook: SHEILA.
Seville, en eigenlijk niet zomaar eentje; een 79er Elegance. Voor een mooi prijsje mocht ik hem kopen, maar er moest nog wel wat aan gedaan worden… Al snel zat ik in mijn hoofd te rekenen, en voor ik er erg in had was ik al zo’n 10.000 gulden verder en wie weet wat er dan nog allemaal bij komt. Maar ik was helemaal in de wolken, kwam thuis, vertelde mijn vriendin wat ik allemaal gedaan had die dag en zij, ook wel de stabiele factor in mijn leventje genoemd, zette mij in 2
hadden ze die glimp in hun ogen, die glimp had ik ook wel, ik kon er alleen nog niets in weerspiegelen! Een kennis van me zei tegen mij, waarom probeer je het niet eens in Zwitserland, veel Amerikanen daar i.v.m. het bankgeheim, verplicht onderhoud ieder jaar bij een erkende dealer, en ze strooien in de winters geen zout. Tsja, ik had een goede kennis in Bern wonen die me wellicht verder zou kunnen helpen. En via het Internet kwam ik erachter dat Zwitserland zelfs een Cadillac
Ben jij er nu ook zo eentje die zo lekker over zijn auto kan vertellen, stuur je verhaaltje dan op! Je weet nooit wat er van komt…. Vriendelijke groet,
Harry Seville!
Voor vragen en/of reactie kun je natuurlijk altijd even mailen:
[email protected]
Van de vooroorlogse Cadillac-modellen (voor USA was dat 1942) zijn er in Duitsland maar weinig bekend. Uit de jaren ’26, ’28, ’30 (met V16), ’34, ’36 en ’41 is er slecht exemplaar bekend en uit het jaar ’38 zijn er 2 bekend. Dit is begrijpelijk want men moet bedenken dat Cadillacs van voor ’32 in Duitsland zeer zeldzaam waren. In het luxe-segment domineerden merken zoals Horch en Mercedes. Vanaf 1933 werd om reden van deviezen de import van automobielen praktisch stilgelegd. De huidige Cadillacs in Duitsland uit de vooroorlogsjaren zijn grotendeels na de oorlog geïmporteerd. aar er zijn in de andere Europese landen redelijk wat vooroorlogse Cadillacs aanwezig. Mij zijn met name Cadillacs uit Scandinavië bekend. Om te beginnen zijn er in diverse musea Cadillacs aanwezig. Volgens Schmarbeck (100 automusea in Europa, Motorbuch Verlag, Stuttgart, 1970) zijn er 18 museum-Cadillacs uit de bouwjaren 1903-1939, waaronder 3 16-cilinders en een LaSalle. Bij deze aantallen zijn de Cadillacs van de musea Schlumpff, Mühlhausen, Keyearts, Loire en Autoworld Brussel niet meegeteld. Een aanzienlijk aantal vooroorlogse Cadillacs zijn in privébezit in Scandinavië. Volgens mijn gegevens zijn dat 10 Cadillacs uit de jaren 1904-1919: - 10 uit de jaren 1904-1919 - 7 uit de jaren 1920-1929 - 9 uit de jaren 1930-1935 - 17 uit de jaren 1936-1939 - 3 uit 1940 Bij elkaar dus 46 Cadillacs in privébezit, 18 in musea plus 8 in Duitsland, totaal 72 Cadillacs. Daarnaast nog eens 9 LaSalles. Zoals gezegd stammen mijn gegevens voornamelijk uit Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland en Duitsland. Echter, behalve uit de musea bekende Cadillacs ben ik niet goed op de hoogte van Cadillacs uit landen zoals Nederland, Belgie, Luxemburg en Zwitserland. Zijn er misschien leden die hier meer informatie over hebben en mij daarover willen berichten? Een heel andere vraag is natuurlijk of er van deze schatten in garages verstopt staan (zonder dat de buurman of de belastingdienst dat weet). Voor de volledigheid wil ik melden dat de leden van de Amerikaanse Cadillac-clubs over meer dan 2000 vooroorlogse Cadillacs beschikken!
Gottfried Pampel E-mail:
[email protected]
boot voor een mooie rondvaart over de Westeinderplassen, waar we met z’n allen weer konden bijpraten en genoten van de schitterende streek. e
Op 19 augustus was het de 4 opeenvolgende maal dat wij naar het Cadillac Oldtimer Festival te Leimuiderbrug vertrokken. We kwamen als tweede aan (schrik niet, voor de dag om was, waren het er 120) en parkeerden achter een 1960 Sedan de Ville, die op zijn beurt weer achter een heuse Amerikaanse Kenworth-truck stond. Degenen die mij kennen, weten dat ik, in een poging om wat te verdienen, ook in iets dergelijks rij (Scaniaatje). Als eerste liep ik dan ook samen met mijn zoontje Patrick van 2 ½ jaar naar dit gevaarte toe, aangezien Patrick ook met een auto-/vrachtwagen virus besmet lijkt te zijn, riep hij “ mooie wagen”. Onder het genot van koffie met cake zagen we de ene na de andere Cadillac aankomen en daar tussen, op de fiets (jawel) de immer met pretoogjes kijkende Willem Schrama, die uiteraard vol trots zei: “dat er 100 Cadillacs ingeschreven hadden”. Om 12.00 uur begon de rondrit met voorop een oude ScaniaVabis geluids-installatie, daarachter de Kenworth met natuurlijk brullende luchthoorns en zwart rokende uitlaten. Ja, eigenlijk had ik daar liever eens mee rondgetourd, weer eens wat anders dan een 1976
Sedan de Ville. Er stonden weer veel enthousiaste mensen langs de weg, dus wij maar zwaaien. Het weer zat gelukkig ook nog enigszins mee, wat deze toch al bijzondere dag nog mooier maakte.
Om ongeveer 13.00 uur arriveerden we weer in Leimuiderbrug en parkeerden de Cadillacs. Diverse artiesten, waaronder Rene Schuman, traden op. Het was wederom zeer sfeervol, lopend tussen al die Cadillacs, kraampjes, podia met life muziek, hamburgertentjes etc. Om 14.00 uur ingescheept op een
Om 15.00 uur waren we weer terug op het vaste land, alwaar Rene Schuman aan het optreden was. Maar ja Patrick had slaap, dus wij naar Gerrit Schrama, die spontaan zijn slaapkamer aanbood. Dat is pas gastvrijheid.
Terwijl onze zoon sliep, genoten wij verder van de diverse bands, American Line Dancing en de vele, vele Cadillacs. Uiteraard kwamen we ook veel leden van de CCN tegen die, onder het genot van diverse lekkernijen, ook vol lof waren. Nadat Patrick wakker was, hebben we ons nog tegoed gedaan aan de barbeque en diverse lekkere salades. Daarna helaas, aan al het goede komt een eind, weer naar huis. Dan gaan we weer uitkijken naar 18 augustus 2002, uiteraard komen wij dan weer. Willem en Gerrit en verdere mensen van de organisatie bedankt voor deze schitterende dag, die alleen door jullie mogelijk is gemaakt.
Fam. P. Wissekerke Zonnemaire
Zondagochtend vertrokken met mijn eigen ’73 Coupe DeVille, samen met Jan Vermeulen in z’n ’54er. Wij kwamen om 11:15 aan in Leimuiderbrug, waar wij door vrijwilligers van Gerrit en Willem
Het publiek was ook massaal naar deze gezellige locatie gekomen en dan omdat het voor zowel voor de auto bezitters als voor de bezoeker gratis was.
Om 18:00 ging ook dit feest weer voorbij, maar voor diverse leden van de CCN was er nog een lekkere BBQ voor ƒ25,- p.p. die door Gerrit Schrama in GS Sound Studio was verzorgd. Perfect! Het geld dat door middel van de toiletwagens en donaties werd ingezameld ging naar de stichting Polen-Oekraïne. Nu willen Willem en de rest van de vrijwilligers in het jaar 2002 nog meer auto’s met het 100-jarig Cadillac bestaan. Bedankt voor deze leuke Caddydag in Leimuidebrug!
Cees van Langen
Schrama een plaats kregen aangewezen op de dijk voor de rondrit. Maar eerst: een enveloppe met inhoud! Vaantje, magneetstrip en 6 bonnen voor drinken en een gratis boottocht. Op de dijk stonden al diverse Caddy’s opgesteld achter de Kenworth truck. Om 12 uur ging de stoet op de rondtour. In totaal 120 Caddy’s en nog diverse ’s (± 20) andere merken. De rit rond de Haarlemmer Ringvaart, voorafgegaan door een geluidswagen, duurde 1 uur. Bij aankomst hoorden wij al muziek spelen, nou dat was er genoeg! Bij café Ruimzicht blues, bij de Parel een Golden Oldies formatie van 10 man en naast GS Sound Studio The Dixie Aces. Wat kunnen deze lieden muziek maken; te gek! Country, Rock ‘n’n Roll en nog veel meer. Tevens twee maal een optreden van René Shuman.
De meeste Caddy’s waren uit de jaren 70, daarna de jaren 60, diverse ‘50er jaren, zelfs een mooie 1939er met een V16 blok, maar de prijs van het Concours d’Elegance ging dit jaar naar de 1958 Eldorado van Cor van Nispen uit Moerdijk. Deze prijs was de Joop Wegman beker.
! "
# '
$
In het voorjaar van 1965 was voorwielaandrijving op Amerikaanse auto’s een onbekende grootheid. Saab had het, Citroën en de Mini en nog een handjevol andere merken. De laatste Amerikaan die vooruit kroop met voorwielaandrijving was de Cord geweest en de spreekwoordelijke man in de straat had je kunnen vertellen dat het merk Cord financieel geflopt was, hoewel hij waarschijnlijk niet zou weten waarom. Tegen herfst 1965 echter, had Oldsmobile niet alleen bewezen dat voorwielaandrijving in een “full size” auto wel degelijk wat betekenen kon, maar dat het een aantal aanzienlijke verbeteringen met zich mee bracht op het gebied van weggedrag, aandrijving en interieurruimte. De pers roemde de Toronado als “voorloper van een nieuwe generatie” – een voorspelling die meteen uitkwam bij het verschijnen van de eveneens voorwielaangedreven 1967 Eldorado. Eerst zullen we de blik richten op de ‘66 Olds Toronado en daarna de ’67/’68 Cadillac Eldorado in de spotlights zetten.
$
%
!&
$
productie. Er was voor de “Toro” trouwens maar één ontwerp. Meestal is dat niet het geval en wordt er gekozen uit een veelheid van mogelijkheden. Over hoe de Olds Toronado er uit zou gaan zien, was men het dus blijkbaar snel eens. We schreven daar in het vorige nummer van de Standard al uitgebreid over. Het concept dat zou leiden tot de Toronado was als puur ontwerp in 1962 reeds geboren. “We had just come through years of meat-and-potato designwork” (We hadden juist een paar jaar “vlees en aardappel” – of te wel zeer saai – ontwerpwerk achter ons) vertelt Stan Wilen, toenmalig studio chief bij Oldsmobile. Men had genoeg van het vormgeven van asbakjes en dashboardklokjes. Er was grote behoefte aan vernieuwing. Hij stelde voor dat de Oldsmobile divisie een type auto zou krijgen zoals de Buick Riviera, (zie nogmaals de vorige “Standard”). Het was ontwerper Dave North die met een vlammend rode wagen kwam aanzetten op een zwarte achtergrond. Aanvankelijk was Wilen niet echt van plan een soort Riviera-concurrent voor Oldsmobile te gaan maken, althans niet in het begin. Maar de Riviera liet wel zien dat er een behoorlijk lucratieve markt was ontstaan in de niche van het “personal luxury” segment. Nu waren Oldsmobile en Buick altijd al rivaliserende divisies binnen GM, die veel om dezelfde klant streden, binnen dezelfde prijsklasse.
De Eldo en de Toro, broederlijk bijeen Personal Luxury David R. Holls, toenmalig hoofd van de Buick studio beschreef wat er bijzonder was aan de styling van de Toronado: “Het idee dat voor de carrosserie van de Toronado heel nieuw was, dat was dat het dak zonder horizontale onderbreking doorliep in de zijspatborden. Dat had Chrysler met de Valiant eerder ook al gedaan, maar lang niet zo dramatisch.” Charles M. Jordan, de Cadillac studio chief vanaf 1958 en corporate director of design sinds 1962, herinnert zich hoe de Toronado vrijwel zonder enige verandering het proces doorliep van concept tot
Groot en rood Het ontwerp van Dave North overleefde alle gedaanteveranderingen van schets tot grootformaat en toen het daar zo opvallend groot - en rood - aan de muur hing, werd het opgemerkt door niemand minder dan ….. Bill Mitchell. Die zag er wat in. Maar om kosten te sparen, mocht alleen aan het ontwerp verder gewerkt worden als men zou beloven de reeds bestaande ’63-’65 Buick Riviera “underbody” als basis te gebruiken. Er konden dan behoorlijk wat dezelfde onderdelen op beide wagens gebruikt worden. Als je dit feit in aanmerking neemt, is het nog een wonder hoe men de beide wagens zo verschillend van uiterlijk heeft kunnen laten zijn – terwijl er onderhuids van hetzelfde bottenstelsel gebruik werd gemaakt!
En nu volgt Cadillac! Reeds in 1961, maar mogelijk nog eerder, schijnt de engineering staff van Cadillac een voorwielaangedreven prototype uitgetest te hebben, aangedreven door een V-8 krachtbron uit eigen stal. Maar de voorwiel-aangedreven 1967 Eldorado werd zodanig ontworpen dat het hele mechanische gedeelte van Oldsmobile overgenomen kon worden. De Cadillac divisie had er nauwelijks iets mee van doen. Chuck Jordan merkte op: “They [Cadillac] couldn’t care less”. (De mannen bij Cadillac kon het niets schelen). Het ontwerp kwam niet uit de eigen Cadillac Studio, de techniek kwam van Oldsmobile en de marketing afdeling van Cadillac had niet om zo’n wagen gevraagd, laat staan dat ze er om zaten te springen. Maar sedert het verdwijnen van de originele ‘57/’58 Cadillac Eldorado Brougham, werkte een ontwerpafdeling van Advanced Studio aan het idee van een sportievere, elegante, iets kleinere, levendige, meer “jeugdige” Cadillac.
deze speciale wagens geven en Cadillac met lege handen laten staan? Dus, of Cadillac het nou leuk vond, of niet, Design Staff wist nu de hoge heren te overtuigen dat het echt moest en Ed Cole stond er achter. In het boek Cadillac, Standard of the World, van Maurice Hendry, laat de auteur een soort “missing link” zien uit het jaar 1962 met de toekomstige Cadillac Eldorado daklijn, spatbordstijlen, motorkap, grille van de ’67 productie-Eldorado, maar nu als vierdeurs model met korte “suicide doors” voor de achterpassagiers en welhaast Toronado-achtige ronde wielopeningen. “Misschien zes, zeven maanden nadat we gestart waren, hadden we de nieuwe Cadillac al op de rails”, herinnert zich Stan Wilen. Chuck Jordan was chief designer en die zou natuurlijk aan de Cadillac de meeste “klasse” geven van het drietal Buick Riviera, Olds Toronado en Cadillac Eldorado. De definitieve 2-door hardtop was tegen mei ’64 gereed. Maar de zeer radicaal ogende Cadillac vocht een zware strijd om geaccepteerd te worden door zowel de hoge heren van de Cadillac-divisie zelf, als de topbazen van GM. Dat is de reden waarom de Eldorado een jaar later uit kwam dan de Toronado.
De originele '57/'58 Eldorado Brougham Missing link Men maakte een aantal full-size ontwerpen en kleimodellen. Maar het lukte maar steeds niet om de hoge heren van GM te overtuigen dat ze hiermee in zee moesten. Pas toen de architectuur van de Oldsmobile Toronado gestalte begon te krijgen, zagen de ontwerpers bij Cadillac hun kans schoon het er nogmaals op te wagen een “sporty-elegant Cadillac Coupe” als mogelijkheid voor te stellen.
De '67 Cadillac Eldorado voorloper!! Dave Holls vertelt: “I don’t think Cadillac was promoting it so much as Bill Mitchell was” (Ik geloof niet dat Cadillac het zozeer aan het promoten was als well Bill Mitchell). Hoe kon je Buick en Oldsmobile
Daar issie, die nieuwe '67 Eldo! Ondanks de gemeenschappelijke voortrein en voorruit die Eldorado en Toronado moesten delen, zag de Eldorado en radicaal anders uit. Dat begon al met de proporties: de Eldorado was liefst elf inch langer dan de Toro, waarvan er zeven achter de achterwielen zaten. Een veel grotere “overhang” dus. En waar de Toronado ontworpen was als een toekomst styling-trendsetter voor Oldsmobile, hing de Cadillac veel meer aan een traditie uit het verleden. De Cadillac ontwerpers hadden bovendien ook het interieur bewust een conservatieve noot mee gegeven. Bovendien is het interessant dat de Toronado aangeprezen werd als een “zeszitter”, terwijl de Eldorado doorging voor een vijf-persoons wagen. Noch was de Eldorado in technisch opzicht een exacte kopie van de Toronado. De standaard krachtbron in die dagen was voor Cadillac de eigen 429-c.i.d. motor, ook al kreeg die een aangepaste oliepan om op het overigens 100% Oldsmobile-
De '67 Buick Riviera
De Olds Toronado van '66 Het team van Stan Wilen maakte een klein schaalmodel en daarop wees Mitchell de opdracht voor een full-size-klei-model toe aan Advanced Studio 3 – wat wel de meest vooruitstrevende ontwerpstudio binnen de GM-oirganisatie was. Management zag het schaal 1:1 klei-model in februari ’63 en stuurde het terug voor een hoger dak en een langere kofferruimte. Het uiteindelijke groene licht voor de productie kwam in april. Maar niet alleen de carrosserieontwerpers hadden hun inbreng. Ook de ingenieurs van de motorenafdeling. John Beltz stond daar aan het hoofd en die wilde “performance” of te wel “spierkracht” onder de motorkap. Oldsmobile’s 425-c.i.d. V-8, nieuw voor 1967, produceerde 370 PK in de Oldsmobile Jetstar en Starfire. Maar Beltz wilde 385 PK, hetgeen zijn staf voor elkaar kreeg met een aantal technische ingrepen. Een zeer laag geplaatst inlaatspruitstuk was nodig, vanwege de extreem lage motorkap. Maar dat was geen probleem. Mottenballen Gecamoufleerde prototypen kwamen al in 1964 op de weg. Maar tot in 1965 was men nog steeds bezig om alle voorgestelde namen voor de wagen te verwerpen. Men kwam er maar niet uit hoe het beest moest gaan heten. Het label “Toronado” was toentertijd in handen van merkbroeder Chevrolet, waar het verscheen op een weinig opgemerkte showcar in 1963. Het was Bunkie Knudsen, de general manager van Chevrolet, die aan Oldsmobile de suggestie deed de naam Toronado te gebruiken, omdat die naam bij Chevrolet toch maar ongebruikt in de mottenballen lag.
Een kleine veertig productievoorlopers van de Toronado waren in mei ’65 gereed en de echte productie begon in september. Toen het autotijdschrift Car and Driver” in november ’65 een Toronado aan een roadtest onderwierp, behaalde de wagen de snelste acceleratie die men ooit had weten te bereiken bij een “full-size” Amerikaan! En het gezaghebbende autotijdschrift Motor Trend riep de Toronado uit tot Car of the Year, terwijl men er aan toevoegde dat sinds de 14-jarige geschiedenis van deze trofee nog nooit een verkiezing zo unaniem tot stand was gekomen. Trouwens, de pers was over de hele linie extatisch over de binnenruimte (géén in de weg zittende cardantunnel, maar een vlakke vloer!), het comfort en het rijgedrag – al mopperde men over de remmen die maar amper voldeden.
De '66 Olds Toro met kamerbrede grijns Olds verkocht 40.963 “Toros” in het modeljaar 1966, hetgeen geheel geen slechte start was voor deze dure wagen met zo’n nieuw en radicaal afwijkend ontwerp. Toch was het zo’n 9.000 Toronado’s minder dan “Lansing’s” verwachtingen. (Lansing is het stadje waar de Oldsmobile fabrieken zijn gevestigd). En bij de milde facelift van 1967 werden de remmen meteen aangepakt, waarbij men ook kon kiezen voor het remsysteem van de Chevrolet Corvette, als optie. Toch kelderden de verkoopaantallen naar 21.790. De ontwerpers kregen te horen dat toekomstige Toro’s een stuk conventioneler (dus minder opvallend) dienden te zijn, wilde men nog investeren in dit project. En helaas waren de volgende generaties Toronado’s slechts enorme barokke slagschepen, die niets vernieuwends uitstraalden, behalve dan misschien dat ze hun voorwielaandrijving behielden.
De '67 Eldorado glimacht ook al kamerbreed!
onderstel gezet te kunnen worden. Cadillac stelde de vering zodanig af dat een veel zachtere “ride” (moeilijk te vertalen woord) verkregen werd. Ook werd een pneumatische automatische niveauregeling toegepast en variabele ratio stuurbekrachtiging.
De '67 Eldo met scheermesscherpe lijnen! De Eldo werd door de pers heel wat minder warm onthaald dan bij de Olds Toro het geval was geweest. De autotijdschriften klaagden over understeer en wat Car and Driver noemde “pitiful brakes” (hopeloze remmen). Car Life testte een Eldorado met de als optie verkrijgbare schijfremmen vóór en concludeerde dat het nog steeds langer duurde om tot stilstand te komen dan met een van trommelremmen voorziene Cadillac Calais. (Zoals bekend was de Calais de goedkoopste uitvoering van Cadillac, eigenlijk niets meer dan een “dressed up” Chevrolet met een Cadillac jasje.) Maar deze teleurstellende persberichten verhinderden de 17.930 kopers niet om toch een Eldo aan te schaffen gedurende het eerste modeljaar. Dat was een bescheiden aantal, maar Cadillac was niet van plan geweest er meer dan 15.000 te maken en wat helemaal mooi meegenomen was: de Eldo bereikte de in leeftijd jongste 10% Cadillac-kopers! En daar was het allemaal om te doen geweest! De verkopen stegen daarop naar 24.582 in 1968 en bleven daarna stabiel op ongeveer dat niveau, terwijl de Oldsmobile Toronado een doodsstrijd moest leveren om binnen de niche van de “personal luxury cars” het hoofd boven water te houden. Rij-impressies Ontwerper wijlen Alex Tremulis karakteriseerde de Toronado eens als een “ode aan vier blootgestelde wielen” waarmee hij doelde op de grote, ronde open wielkasten die zo karakteristiek zijn voor de Toronado. Daarmee slaat hij de spijker op z’n kop, want de Toronado is meer opvallend dan dat hij schoonheid uitstraalt. Dat is ook de reden dat hij het onderspit moest delven wanneer hij vergeleken werd met de meer gebogen “sexy” lijnen van nicht Buick Riviera. De messcherpe lijnvoering van de Eldorado roept echter uitsluitend associaties op met andere
Cadillacs. En binnen die wedloop kan de Eldorado dus niet verliezen. Met zijn “kamerbrede” grille en scheermesscherpe lijnen, is de ’67 Eldorado de gedestilleerde essentie van Cadillac als zodanig, de Cadillac die het merk al sinds zeg 1955 had proberen na te streven en de Cadillac die nooit geëvenaard was. De interieurs van de Toronado en de Eldorado zijn opvallend verschillend. Bij de Toronado was het interieur met opzet zodanig ontworpen, dat het hele voorcompartiment de extra ruimte, verkregen door voorwielaandrijving, zou uitstralen. Vandaar het zeer platte, naar voren toe schuin-aflopende dashboard van de Toro, met een daarin “zwevend”, horizontaal rechthoekig instrumenten paneel. Grote meters met rode aanwijsnaalden flankeren een ronddraaiende cilindrische trommel als snelheidsmeter: pure science fiction van de jaren ’60! “It’s as dazzling as the Starship Enterprise, and yet as logical as Mr. Spock” met alle knoppen en handels goed georganiseerd binnen bereik.
Toro's ruimtelijk werkende dashboard
Het dashboard van de Cadillac Eldorado daarentegen laat niets over aan onze imaginatie: het is volkomen conservatief en voorspelbaar.
Boven dash Toro, onder dash Eldo
In beide wagens treffen we een “Strato-Bench” voorbank met individuele rugleuningen. Deze ondersteunen de onderrug goed, maar doen dat een stuk minder op schouderhoogte: een ontwerp dat plezierig is voor het oog, maar niet voor de ruggengraat. De op zes manieren elektrisch verstelbare rugleuning van de Eldorado compenseert dat wel enigszins, maar hoe je het ook bekijkt, je zit lager dan in de Toronado en kijkt uit over een eindeloos lange motorkap.
Maar afgezien van styling is er weinig onderscheid tussen de beide GM-neefjes. De Toronado heeft een kleine voorsprong in “ride” (weer dat onvertaalbare woord, dat méér is dan weggedrag) en handelbaarheid, wat waarschijnlijk aan de toegepaste radiaalbanden ligt. Bedenk dat de Toronado daarmee uitgerust kon worden en de Eldorado (nog) niet! Voor het overige laten testdrivers uit die periode weten dat ze zelden met twee wagens hebben gereden die zo overeenkomstig aanvoelden. Hun motoren geven zelfs hetzelfde geluid. Beide wagens accelereren “smooth” (wat je het best vertaalt met: zijde-zacht), En de split Turbo HydraMatic schakelt als de spreekwoordelijke boter, zelfs bij voortdurend gas op de plank. De sprint van 50-75 miles is bij beide wagens indrukwekkender dan die van 0-50 miles. Ondanks zijn betere verhouding van power tot gewicht, voelt de Toronado slechts marginaal sneller aan dan de Eldorado. Geen van beide wagens is zo snel als de gespierde powerwaarde suggereert. Waarmee bewezen wordt dat pondjes gewicht een hoop ponies (lees: paardekrachten) absorberen.
Kijk en vergelijk: de ' 67 Buick Riviera!
Wie komt daar om de bocht? de Toronado!
Onmiddelijk gevolgd door de Eldo!
Het stuurwiel van de Toronado is een prachtig ding: een diepliggend vier-spaaks geval dat eerder doet denken aan wat je in je handen hebt in een sportvliegtuigje. Maar toch de perfecte handel om deze auto in bedwang te houden. Het ielige stuurwieltje van de Eldorado daarentegen voelt te fragiel en kwetsbaar voor zo’n enorme machine. De zelfs lichtere Toronado voelt wat zweverig aan in bochten, met meer “body roll” dan men zou mogen verwachten, gegeven de straffere vering. Onderstuur is echter goed onder controle te houden. Wonderlijk genoeg voelde de Toronado minder neuszwaar dan de meeste achterwiel-aangedreven tijdgenoten. De Eldorado voelt ongeveer gelijk, maar voeg daar de extra 500 pond gewicht maar aan toe. Beide wagens, zelfs de zachter geveerde Eldorado, rijden tamelijk “stijf” voor full-size Amerikaans staal. En de Cadillac in het bijzonder struikelt behoorlijk over naden in het beton van de weg, maar nogmaals, dat kan vooral op het conto van de ”gewone” banden van de Eldorado geschreven worden. Beide wagens hebben de neiging de voorkant wat te laten zweven, alsof de veren te stijf zijn afgesteld in verhouding tot de schokbrekers. Dus geen van beide voorwielaangedreven reuzen zou een ideale partner zijn voor een tango op bochtige binnenwegen, maar elk zou een uitstekend kameraad zijn op een crosscountry op de highway!
Gelukkig hebben wij als leden van de CCN het in dat opzicht een stuk makkelijker: natuurlijk kiezen wij massaal voor de Eldorado. Maar ja, dat zijn we aan onszelf verplicht en al zouden we willen: helaas kúnnen we niet anders. Bron: The Hemmings Motor News Book of Cadillacs ISBN- 0-917808-54-1 Volgende keer: wie waren de ontwerpers van de ’67 Cadillac Eldorado en de ontwikkeling van schets tot productie, met veel “geheime” foto’s van de ontwerpafdelingen! Of toch liever de Olds Toronado? De testdrivers die moesten schrijven over beide wagens, voelden zich voor een groot dilemma geplaatst als ze voor één van beiden zouden moeten kiezen. Eén van hen merkt op dat dit een onmogelijke keuze zou zijn. Het zijn beide wagens die meer appelleren aan emotie dan aan verstand en hij laat de uiteindelijke keuze dus over aan de lezer.
Ruud Gersons
Natuurlijk is ónze keus... de Eldorado!
In de tweede Standard dit jaar schreef ik een stuk over Cadillacs voor dagelijks gebruik. Dit ging voor een groot deel over mijn 1966 Coupe de Ville waarmee ik dit jaar tot begin december ruim 40.000 km mee heb gereden. De eerste maanden van dit jaar werden veel reparaties uitgevoerd maar de laatste 8 maanden waren praktisch zonder reparaties. Met het hoge olieverbruik van circa 1 liter op 300 km is in de praktijk te leven. Ik kocht een 60 liter olievat en ik vul zeer regelmatig 2 liter olie per keer bij. Enkele weken geleden vestigde ik een nieuw record door in een week 2600 kilometer te rijden. Buiten de 600 liter gas verbruikte de Coupe de Ville nog eens 9 liter olie. Omdat de motor zeer goed draait ben ik niet van plan hier verder iets aan te doen. De lak is er beter op geworden. In het verslag over de technische dag ziet u dat Ferrie Balk een poging waagt om de motorkap te poetsen met Commandant polijstpasta. Ferrie belde mij laatst op met de heugelijke mededeling dat hij de eerste 100.000 km met zijn ’68 Sedan de Ville had afgelegd! Van harte gefeliciteerd en ga zo door.
De Coupe de Ville uit 1966, alias de gifkikker
Later hebben Erwin van Ditmars en ik enkele uurtjes verder gepoetst en kregen de voorschermen en motorkap aardig glanzend. Toch zal het nodig zijn om de gifkikker een keer volledig over te spuiten. Dit wil ik aan de volgende eigenaar overlaten aangezien ik onlangs in Amerika een prachtige Coupe de Ville uit 1976 heb gekocht waarover u verder in dit stuk meer kunt lezen. Mijn Cadillac-verzameling heb ik dit jaar weten te reduceren tot 6 stuks. Ik wil er nog een paar verkopen waaronder de mijn zesenzestiger. Deze heeft zich goed gehouden dit jaar en ik denk dat hij nog makkelijk een paar honderd duizend kilometer zal kunnen rijden. Cadillacs zijn solide gebouwd en kunnen met relatief weinig werk in stand worden gehouden. Het enige echte gevaar is roest maar daar kunnen antiroestbehandelingen adequaat tegen helpen. Koopt u een roestvrije Cadillac dan kunnen deze nog zeer lang mee.
1992 STS Begin dit jaar besloot ik mijn ’66 Coupe de Ville als zakenauto in te zetten en de in februari vorig jaar aangeschafte ’92 STS als reserve auto te gaan gebruiken. De STS is mij over het geheel goed bevallen. Het was de eerste auto zonder gasinstallatie waar ik intensief mee heb gereden. Oorspronkelijk was ik van plan om er minder dan 10.000 km per jaar mee te gaan rijden. Omdat de STS goed beviel en redelijk zuinig omsprong met benzine reed ik in een jaar tijd ongeveer 40.000 km.
1992 STS
Het verbruik op de snelweg bij snelheden van 110 – 130 km/uur schommelde tussen 1 op 8 en 1 op 9. In de stad is de STS dorstig en verbruikt rond de 1 op 5. Het olieverbruik van 1 liter op 3500 km is ondanks de huidige kilometerstand van 291.000 km laag te noemen. De 4,9 liter motoren zijn erg goed. Ik heb verschillende keren gehoord dat deze makkelijk 500.000 km kunnen draaien zonder revisie. Dit is een groot contrast met hun 4,1 liter voorgangers uit het midden van de jaren tachtig. Deze motoren zijn helaas vaak binnen 100.000 – 200.000 aan revisie toe. De 4,9 motor is 200 pk sterk en heeft aardig wat koppel een geeft de STS dank zij de hoge eindoverbrenging flink wat trekkracht. Voordat ik mijn STS kocht ben ik enkele maanden op zoek geweest naar een gunstig geprijsde ‘92/’93 STS of Eldorado. De uitvoeringen met de Northstar motor kostten toen doorgaans meer dan ƒ 25.000 en dat had ik er niet voor over. De Northstar werd gepresenteerd als een betrouwbare en onderhoudsarme motor maar in Nederland komen deze in de praktijk helaas te vaak voortijdig aan hun eind. Op de onlangs gehouden USA-Plaza show sprak ik met Winand Zoet die redelijk wat Cadillacs met Northstarmotoren had verkocht. Hij vertelde mij dat diverse rijders in staat waren deze eigenlijk toch zeer goede motoren vroegtijdig om zeep te helpen. Wat mij verder opviel is dat er in advertenties vaak Cadillacs met defecte Northstar motoren worden aangeboden of dat deze net waren vervangen. De trekkracht van de Northstar motoren is fantastisch maar helaas kunnen reparaties aan deze motoren duur zijn. Er zijn op dit moment weinig Cadillacs met Northstar motoren in de CCN. Freddie Wilderink heeft er een, een prachtige STS waar hij erg tevreden mee is. Diverse leden zijn op zoek naar een mooie jonge Eldorado. Als tip kan ik meegeven dat op de Duitse internetsite: www.mobile.de veel jonge Cadillacs worden aangeboden waaronder veel Eldorado’s.
In totaal staan er op deze site meestal ongeveer 250 Cadillacs te koop. Invoer vanuit Duitsland is interessant wegens het ontbreken van BTW en invoerrechten. Alleen dient BPM betaald te worden. Invoer van dit soort jonge Cadillacs vanuit Duitsland is veel voordeliger dan vanuit Amerika. In Duitsland zijn met Northstar uitgevoerde Eldorado’s te koop vanaf circa 8000. Ik kocht mijn STS met achterstallig onderhoud. De airco werkte niet, de bestuurderstoel was doorgezeten, de niveauregeling achter werkte niet, de lift die de achterklep dicht trekt was defect, de bovenste en onderste motorsteunen waren versleten, de voorschokbrekers waren versleten, de banden waren versleten en het remlicht in de kofferklep haperde. Ondanks de mankementen vond ik hem goed genoeg. De prijs van ƒ 15.500 vond ik redelijk. De airco heb ik met opzet niet laten repareren omdat ik snel ziek word van airconditioning. De motorsteunen heb ik nieuw gekocht bij Partscenter in Rotterdam. Het monteren ervan viel tegen omdat veel onderdelen verwijderd moesten worden. De onder de motor geplaatste airco pomp moest hiervoor worden losgemaakt hetgeen lastig is. Bij elkaar een klus van meer dan 6 uur. Als techneut heb je een tik om te kijken naar hoe je iets moet repareren en dan is zo’n moderne Cadillac alles behalve onderhoudsvriendelijk te noemen. Het dikke werkplaatshandboek is bijna een noodzaak. Je schrikt van de hoeveelheid elektronica die in deze wagens zit. Maar hopen dat je hier geen storingen krijgt. Het enige electronische euvel tot nu toe is dat de dashboard verlichting niet altijd direct aan gaat. In het donker kun je de snelheidsmeter dan niet aflezen. De STS was door de vorige eigenaar toen hij 2 jaar oud was uit Florida ingevoerd. Hij heeft er ongeveer 200.000 kilometer mee gereden en denk ik praktrisch niets aan onderhoud gedaan. Ik kocht hem dus met achterstallig onderhoud. Ik heb nieuwe Cooper-banden met een smalle witte zijvlakken laten monteren. Gebruikte onderdelen zoals de voorschokbrekers, de schakelaar voor de niveauregelaar achter, een voorste remschijf, en nieuwe remblokken heb ik gekocht bij sloperij van den Berg in Kuijtaart. Deze sloperij is liefhebber van Cadillacs en zal zich hierin willen specialiseren. Omdat nieuwe originele automatisch regelbare voorschokbrekers circa ƒ 3000 kosten heb ik genoegen genomen met een set gebruikte. De conditie van de automaat heb ik bij de aanschaf onderschat. Na een half jaar viel deze soms uit de versnelling, de overgang van 1 naar 2 was niet soepel en af en toe maakte deze vreemde geluiden. Bij het inschakelen van de P-stand naar een D-rijstand pakte de automaat soms niet. De olie zag er niet fris uit. Na het verversen werd de olie spoedig weer zwart. Ik informeerde naar de prijzen van gereviseerde en gebruikte automaten. Een standaard revisie kostte circa ƒ 3500 excl. in-en uitbouw. Daarnaast zouden er extra kosten kunnen ontstaan door bijv. een versleten aandrijfketting en delen zoals tandwielen
die niet in de standaard revisie-set zitten. Vooraf kan dus niet bepaald worden wat een revisie gaat kosten. De complexe constructie is een belangrijk nadeel van deze 4-gangsautomaten met lock up. De complexiteit vergroot de kans op fouten bij het reviseren en deze kan volledig mislukken. De in-en uitbouw van de automaat kost meer dan 10 uur. Ik informeerde naar de prijs en verkrijgbaarheid van gebruikte automaten en kwam terecht bij Autopart Den Dolder die net een STS met schade had binnengekregen. Zij gaven 3 maanden garantie op de automaat die ik uiteindelijk voor ƒ 2250 heb gekocht. Een automatenbedrijf heeft deze er voor ƒ 750 ingebouwd. De automaat bleek gelukkig goed te functioneren. Van de totaal ƒ 6000 die ik na de aanschaf van de STS aan kosten heb gemaakt was de automaat dus het duurste. De STS rijdt totaal anders dan de traditionele Cadillacs met achter-of voorwielaandrijving. Voor veel CCN’ers is dit geen echte Cadillac. Opvallend veel niet-Cadillac liefhebbers vinden de STS echter een prachtige wagen. Over het algemeen vindt men de ‘92-’97 STS modellen mooier dan de huidige modellen die in ’98 uitkwamen. In 1992 werd de STS door het autoblad Motor Trend uitgeroepen tot Amerikaanse auto van het jaar. Als je de STS met de traditionele Cadillacs met achterwielaandrijving vergelijkt houdt de overeenkomst eigenlijk op bij de naam Cadillac. Voor wat betreft het weggedrag, het stuurgedrag, het overzicht, de vering, gewicht techniek een wereld van verschil. De neus en achterkant van de STS zijn onoverzichtelijk en bijna onzichtbaar. Dat vind ik een groot nadeel. Bij de traditionele Cadillacs uit de zestiger en zeventiger jaren kun je de hoekpunten van de wagen over het algemeen goed zien. Bij de STS blijkt de neus langer te zijn dan hij lijkt en de achterkant lijkt korter te zijn dan je denkt. Het zicht naar links wordt zwaar beperkt door de grote middenstijl. Je moet dus goed opletten bij inhalen. Wat veiligheid betreft waren die oude hardtop modellen zonder middenstijl wat zicht naar links betreft dus veel beter. Het stuurgedrag is heel anders. Door de tandheugelbesturing stuurt hij minder soepel en draait het stuur heel anders terug dan bij de Cadillacs met kogelomloopspindel die veel soepeler sturen. Belangrijke voordelen ten opzichte van de conventionele Cadillacs zijn de goede wegligging, de remmen, de compacte en lichte bouw. De 1650 kg zware STS is ongeveer 600 kg lichter dan mijn ’66 Coupe de Ville. Een zeer groot voordeel is dat de STS praktisch niet roest ondanks dat hij bijna 8 jaar in Nederland heeft gereden. Ik weet nog goed dat mijn eerste ’76 Cadillac Sedan de Ville die ik in ‘85 kocht zeer slecht plaatwerk had en op diverse plaatsen volledig was doorgeroest. Ik vind dat de STS en Eldorado aardig gelijnd zijn en goed betrouwbaar zijn. Toch geef ik de voorkeur aan de traditionele Cadillacs als dagelijkse gebruiksauto. 2001 DeVille Toen ik in ’89 voor het eerst in Amerika was reed ik een paar dagen met de Sedan de Ville, een model zoals Vincent en Linda Heinhuis hebben. Een fijne wagen. In ’94 waren Marius Zwolsman, Erik van der Laan en ik
een week in California waar wij een Cadillac de Ville Concourse huurden. Deze wagen was erg comfortabel en het is jammer dat deze modellen in Nederland praktisch niet voorkomen. Afgelopen augustus waren Oxana en ik op vakantie in California. We huurden een DeVille en reden in een week tijd maar liefst 3200 km. Het verbruik was gemiddeld 1 op 9. De trekkracht was ondanks de 275 pk sterke Northstar motor niet bijzonder, waarschijnlijk door de lage overbrengingsverhouding in het differentieel. Hij zal best hard rijden maar dat hebben we niet geprobeerd. Leuk is het On Star informatiesysteem. Ik wist niet hoe het werkte maar toen ik op een knopje op de automatisch dimmende binnenspiegel drukte hoorde ik opeens een stem die vroeg of ik hulp nodig had. Later las ik in het instructieboekje dat je via On Star allerlei informatie bij de On Star operator kunt opvragen. Op internet www.onstar.com staat dit systeem uitgebreid beschreven. Cadillac is hiermee begonnen maar OnStar is nu op veel andere merken verkrijgbaar.
Ik zocht naar Cadillacs uit de jaren 1970-1976 en vond er diverse. Ik belde met de eigenaren en toen ik in Los Angeles aankwam stond de DeVille gelukkig bij National klaar. Hiermee reden we diverse adressen af en binnen 2 dagen vonden we een prachtige 1976 Coupe de Ville in Huntington Beach. De eigenares Mrs. Chidley was erg aardig en behulpzaam en omdat zij ons deed denken aan The Nanny uit de gelijknamige televisieserie kreeg de Coupe onmiddellijk de bijnaam “The Nanny”.
1976 Coupe de Ville alias “The Nanny”
2001 Cadillac DeVille huurauto
Deze $ 43.000 kostende DeVille wordt goed verkocht in Amerika maar helaas niet in Nederland. Over het algemeen vinden Cadillac-liefhebbers dit model lelijk, het lijkt een beetje op het vorige Mercedes S model dat door praktisch iedereen lelijk wordt gevonden en de koplampen doen aan de Ford Scorpio denken. Ik vind de neus van de DeVille niet mooi maar de achterkant vind ik wel aardig. Het interieur is mooi en het rijgedrag bevalt mij wel. De wagen is een stuk overzichtelijker dan de STS. Ondanks de redelijk compacte buitenafmetingen (5,26 m lang, 1,89 m breed, 1800 kg) rijdt de DeVille als en grote wagen, heel ander dan de STS. 1976 Coupe de Ville, The Nanny Via internet had ik bij autoverhuurbedrijf National Car Rental, www.nationalcar.com de DeVille vanuit Nederland gereserveerd. Ik was van plan om een mooie Cadillac voor dagelijks gebruik te gaan zoeken en hiervoor bood internet goede mogelijkheden. Op internet sites zoals www.autotrader.com en www.recycler.com kun je speuren naar je gewenste Cadillac en het model/bouwjaar/regio/prijs op geven.
Toen we bij het adres aankwamen met onze huurauto zag ik op 20 meter afstand al dat dit de wagen was die ik zou gaan kopen. Een proefrit was al eigenlijk al niet nodig want de wagen had een uitstraling alsof hij nieuw was. De kleurencombinatie vond ik erg mooi, totaal anders dan ik had gedacht. In de advertentie stond als kleur beige vermeld en ik dacht aan een soort van vage grondverfkleur. Vooral het contrast met het lichtbruine dak vond ik erg mooi. Bijna niet te geloven was dat hij maar 32.000 mijl had gereden. De eigenares vertelde dat haar vroegere buurman Larry Robinson de Caddy destijds nieuw had gekocht bij Cadillac-dealer Nabers in Costa Mesa en er weinig mee had gereden. Hij was nu 89 jaar en had onlangs een nieuwe compacte Oldsmobile gekocht. Mrs. Chidley kon deze Caddy voor zeer weinig geld overnemen en overwoog om er zelf mee te gaan rijden. Wegens plaatsgebrek in de garage besloot zij om hem toch maar te verkopen. Ik had dus geluk. Iemand had haar de tip gegeven om deze prachtige Cadillac op de bekende Pomona-car show te gaan verkopen waar hij misschien het dubbele zou kunnen hebben opgebracht maar zij gunde de Caddy gelukkig aan mij. Het interieur was lichtbruin en echt bijna nieuw. Er zaten Firestone-banden op uit het jaar 1977. De oorspronkelijke banden zijn wegens mogelijk defect destijds door de fabrikant ingenomen en vervangen. Deze Firestone banden heb ik direct bij een Firestone-dealer laten vervangen door een set nieuwe hoewel het profiel nog erg goed was. De kunststof vulplaten (fillers) tussen de achterschermen en de achterbumper waren verdwenen maar Mrs. Chidley had hiervoor de set nieuwe besteld die ik er bij kreeg. Ze was zeer behulpzaam en zorgde ervoor dat ik een verzekering kon afsluiten zodat we met de Caddy konden gaan rijden. Ook deed ze veel moeite om een goedkoop adres te vinden voor het repareren van de airconditioning.
Deze was leeg maar het vullen met R12-freon is ook in Amerika duur. Ze gaf ons een goede tip om niet met deze wagen zonder airco naar Las Vegas te rijden. Dat hebben we dus maar gedaan met de huurauto. Dat bracht ons misschien extra geluk want we wonnen er $ 300. Achteraf gezien een goed besluit want het was daar in de woestijn 45 º C. Door tijdgebrek is de airco niet gerepareerd maar misschien laat ik dat in Nederland doen. Het is vreemd dat ik 7 jaar geleden in California zo veel van deze laatste grote Cadillac modellen heb gezien en er nu praktisch geen meer rondrijden. Het lijkt erop dat ze systematisch zijn opgeruimd via Californische milieu-programma’s maar misschien staan er toch nog veel in garages of op plaatsen die we niet kennen. Er zijn in 1976 maar liefst 114.482 Coupe de Villes geproduceerd. De Amerikaanse milieuprogramma’s waren er op gericht om grote vervuilende wagens van de weg te halen in ruil voor milieupunten. Veel bedrijven deden daar aan mee. Ik ben erg blij dat ik deze Coupe zo snel en makkelijk vond en denk dat ik echt geluk heb gehad. Na een week rondrijden met de huur DeVille stapte ik over in de 25 jaar oudere Coupe de Ville en voelde me direct
thuis. Dit vind ik toch de ideale Cadillac. We reden in een week tijd 1100 mijlen en leverde hem af bij Direct Expres in Carson waar hij per container naar Nederland werd verscheept. De RDW-keuring verliep voorspoedig. Er moest alleen een voorremslang vervangen worden. Ik heb nu dus een prachtige “verse” Cadillac en zit nu met het probleem dat het bijna zonde is om met zo’n mooie Cadillac in de winter te gaan rijden. Hij zal goed geconserveerd moeten worden of buiten de pekel moeten blijven. Mijn gifkikker heeft inmiddels de eerste pekel voor zijn kiezen gekregen. Ik heb nog geen gas ingebouwd maar zal dat wel gaan doen. Ik blijf nog even met mijn gifkikker en STS doorrijden en zou eventueel mijn ’77 Eldorado winterklaar kunnen maken. Als de vrijstellingswet niet verandert is die over een half jaar belastingvrij. Het jaar zit er weer bijna op en ik heb dit jaar er bijna 60.000 Cadillac-kilometers opzitten. Ik ben benieuwd wat het volgend jaar gaat bieden. Ik wens u een goed en gezond 2002 toe.
Koen Ongkiehong
1977 CADILLACS Zoals het er nu uitziet worden de modellen uit 1977 volgend jaar vrijgesteld van wegenbelasting. Er doen veel geruchten de ronde over wijzingen in de vrijstellingsregeling maar voorlopig verandert er niets. Het kan dus interessant zijn om een Cadillac uit 1977 aan te schaffen. In Amerika zijn die goed betaalbaar en voor degenen die volgend jaar augustus naar het eeuwfeest in Detroit gaan kan het een idee zijn om naar zo’n model uit te gaan kijken. In het bij dit stuk gevoegde Engelstalige stuk, afkomstig uit het boek “Standard Catalog of Cadillac 1903-2000”, staan allerlei details zoals prijzen, verschillen in uitvoering, optielijsten, maten, gewichten en produktieaantallen. In 1977 bracht Cadillac de nieuwe verkleinde de Ville en Fleetwood modellen uit. Deze waren 20 tot 30 cm korter dan hun voorgangers en gemiddeld 450 kg lichter. De beenruimte bleef gelijk of werd iets groter. De 4-deurs hardtop modellen zonder middenstijl waren verdwenen. De nieuwe 4-deurs modellen hadden een frame rondom de ruiten en een zware middenstijl die extra sterkte aan de koets gaf. Alle modellen met uitzondering van de Seville werden uitgevoerd met een 425 cubic inch (7,0 liter) motor. Dankzij deze motor, die in veel opzichten op de vroegere 500 en 472 motoren leek, werden de Cadillacs een stuk zuiniger. Bij 110 km per uur was het verbruik 1 op 7. Met de als optie verkrijgbare elektronische benzine-injectie waren ze nog een stuk zuiniger.
Het lagere gewicht en een iets kleinere motor maakten deze modellen toch iets sneller dan hun voorgangers. De Seville bleef in 1977 praktisch ongewijzigd. Er werd dit jaar een speciale Eldorado Biarritz uitvoering uitgebracht met een zeer luxe interieur, dikke vinyl bekleding over achterkant van het dak, en zware chromen sierlijsten op de motorkap, aan de bovenkant van de deuren en onder langs de achterruit. De Eldorado Convertible werd niet meer door de fabriek gemaakt. Wel waren er enkele ombouwbedrijven die hardtop modellen ombouwden tot convertible. In Nederland werden weinig 1977 Cadillac-modellen verkocht. Het waren over het algemeen Sevilles die toen nieuw werden verkocht voor prijzen van circa ƒ 50.000. Een de Ville kostte toen in Nederland iets meer dan ƒ 40.000. Ondanks de speciale anti-roest behandelingen die deze Cadillacs in de fabriek meekregen met mooie namen als Zincrometal-R, zinkrijke grondlagen, was-coatings en hot melts in de naden zijn de meeste nieuw in Nederland verkochte Cadillacs uit 1977 gesneuveld ten gevolge van zware roestvorming. Er zijn in de afgelopen jaren praktisch geen Cadillacs uit 1977 ingevoerd in Nederland. Ik heb een paar jaar met een 1977 Fleetwood gereden en kan stellen dat dit een fijne wagen was. Nu heb ik nog een 1977 Eldorado die al 5 jaar gestald staat. Als de wetgeving gehandhaafd blijft is deze 1 juli volgend jaar belastingvrij.
Koen Ongkiehong