Stichting OSG Hengelo Toelichting meerjarenbegroting 2013-2017
1
1. Inleiding Voor u ligt de meerjarenbegroting van de Stichting OSG Hengelo met betrekking tot de kalenderjaren 2013-2017. De meerjarenbegroting is de financiële vertaalslag van het beleid binnen de Stichting OSG Hengelo. Alvorens de exploitatie meerjarenbegroting 2013 - 2017 te presenteren, wordt algemene informatie verstrekt over de organisatie. Daarna wordt stilgestaan bij de uitgangspunten die bij het opstellen van de meerjarenbegroting zijn gehanteerd. Ook wordt aandacht besteed aan de beleidsvelden Personeel, Onderwijs, Huisvesting, ICT en Financiën. 2. Algemene informatie Juridische structuur. De Stichting OSG Hengelo (bevoegd gezag nummer 41824) is met ingang van 1 augustus 2008 een zelfstandige stichting. Het stichtingsbestuur bestaat uit een algemeen directeur / bestuurder. De bestuursfilosofie is het besturen op hoofdlijnen. De verdeling van de taken en bevoegdheden tussen bestuur, directeur bestuursbureau en directeuren van de scholen is vastgelegd in het managementstatuut. Organisatiestructuur De Stichting OSG Hengelo heeft 2 brinnummers (4 vestigingen) in het voortgezet onderwijs. Het brinnummer 20CS omvat de scholen: Bataafs Lyceum (school voor HAVO, Atheneum en Gymnasium), Het Montessori College Twente (school voor MAVO, HAVO en Atheneum) en het Gilde College (school voor VMBO-BB en VMBO-KB). Het brinnummer 23 EJ omvat een school voor praktijkonderwijs: ’t Genseler. Het onderwijskundig leiderschap is de verantwoordelijkheid van de directeur van de school. De algemene directie wordt uitgeoefend door de algemeen directeur /bestuurder. De algemeen directeur/bestuurder heeft ondersteuning van een aantal medewerkers, aangestuurd door de directeur bestuursbureau. Alle operationele personele en financiële taken worden door de personeelsleden van het bestuursbureau uitgevoerd. Voor de salarisadministratie wordt de software van Merces gebruikt, voor de financiële administratie wordt Profit gebruikt van AFAS. Alle medewerkers zijn aangesteld conform de CAO-VO. Het onderhoud van de scholen wordt verricht door een medewerker van het bestuursbureau of wordt uitbesteed. Er worden altijd offertes opgevraagd voor de uit te voeren werkzaamheden. In de jaaragenda zijn de managementteamvergaderingen de vergaderingen van het Breed Directie Overleg opgenomen, waar alle beleidszaken aan de orde komen. Tijdens deze vergaderingen worden beleidsvoornemens besproken, uitgezet beleid geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De formele status van het managementteam is een adviesorgaan aan de algemeen directeur. Zitting in het managementteam hebben de schooldirecteuren, de directeur bestuursbureau en de algemeen directeur/bestuurder. De algemeen directeur/ bestuurder heeft wekelijks bilateraal overleg met de schooldirecteuren en de directeur bestuursbureau over het uit te voeren beleid. Er is een GMR bestaande uit vertegenwoordigers van alle scholen. Naast de wettelijk verplichte adviezen/verzoeken om instemming, worden in iedere GMR 2
vergadering door de algemeen directeur de actuele ontwikkelingen en het gevoerde beleid aan de orde gesteld. Elke school heeft daarnaast een eigen MR. Bij de vergaderingen van de MR is de schooldirecteur aanwezig. Kernactiviteiten Missie / visie Inleiding In de komende jaren zal het accent liggen op het vorm geven van een samenleving waarin sociale cohesie, volwaardige maatschappelijke participatie en een optimale ontwikkeling van talenten nodig zijn om te kunnen concurreren in de wereldeconomie. Hierbij zullen het opnieuw verankeren van waarden en normen en een heroriëntatie op de multiculturele samenleving een rol spelen. Onderwijsinstituten worden aangesproken op hun rol in het tot stand komen van een algemene verhoging van het onderwijspeil. Daarbij gaat het niet alleen om kennisontwikkeling maar ook om kennistoepassing. Deze strategische visie dient als actueel voor de inrichting van de OSG, waarbij nieuwe landelijke voorschriften en tendensen een herijking van de onderwijskundige visie van 2007 wenselijk maakt. OSG Hengelo heeft daarnaast gekozen voor een gezamenlijke slogan: kleur je toekomst! Elke school wordt gesymboliseerd door een eigen kleur. Een eigen kleur, omdat elke school anders is. OSG Hengelo heeft een eigen missie en visie in ontwikkeling. Dat is een gezamenlijke inspanning van de scholen en van het bestuursbureau. Daarnaast hebben de scholen een eigen document. De collectieve ambitie heeft een aantal van dezelfde waarden als de OSG missie en visie. De pedagogische identiteit Ook in de toekomst blijft het organisatiemodel van de OSG vestigingen met een eigen pedagogisch-didactisch profiel en werkwijze. Dit om zo aan leerlingen die opleiding en die werkwijze te kunnen bieden die het beste passen bij het niveau en de manier van leren van de desbetreffende leerlingen. In algemene zin gelden voor alle vestigingen de kenmerken van het openbaar onderwijs als basis voor de cultuur in de vestiging. Hiervoor gelden de volgende indicatoren: ≠ algemene toegankelijkheid; ≠ pluriformiteit wordt actief nagestreefd; ≠ openbaarheid over doelstellingen, organisatie, verdeling van verantwoordelijkheden, algemene informatie en algemene rapportages; ≠ het vormgeven van de voorbeeldfunctie door te laten zien dat een openbare school een gemeenschapsvoorziening is.
3
De vestigingen concretiseren als volgt de eigen pedagogische identiteit: a. Bataafs Lyceum: "Ambitieus en Uitdagend" Ambitieus Het Bataafs Lyceum is een kleinschalige school die streeft naar kwalitatief hoogstaand onderwijs voor elke leerling. Wij hanteren alleen onderwijsconcepten die hun waarde hebben bewezen. Onze leerlingen worden serieus genomen en krijgen veel gelegenheid om mee te beslissen. Ze hebben recht op de beste docenten die worden getoetst aan ons schoolprofiel. Speerpunten zijn onze Masterclass, Gymnasium en HaCo programma (Havisten Competent). Daarnaast kenmerkt de school zich door bijzondere aandacht voor de bètavakken, voor het vak filosofie en voor burgerschapsvorming. De school combineert een uitdagende aanpak met goede faciliteiten zoals smartboards in elk lokaal, Wifi, een mediatheek, studie- en practicumruimtes, een collegezaal en sportzalen. Het Bataafs Lyceum streeft ook naar een brede culturele en intellectuele vorming van haar leerlingen. Tijdens de schoolcarrière krijgen de leerlingen een steeds grotere mate van verantwoordelijkheid en vrijheid, waarmee de zelfstandigheid en het gevoel voor verantwoordelijkheid worden gestimuleerd en ontwikkeld. De school heeft bewezen de leerlingen een goede aansluiting te leveren voor Hoger Beroeps Onderwijs en Wetenschappelijk Onderwijs. De persoonlijke begeleiding van de leerling staat voorop en het onderwijs is gericht op de ontwikkeling die het best aansluit bij de mogelijkheden van de leerling. Op het Bataafs Lyceum zorgt niet alleen de docent voor kennis, structuur en inspiratie, ook ambitieuze ouderejaars leerlingen doen dat in het peer support programma. Zo ondersteunt een peer-leader de mentor en leerlingen tijdens de introductieweek en bij evenementen door het jaar heen. De peer-tutoren zijn actief in de ondersteuning van leerlingen met betrekking tot het leerproces. Uitdagend Het Bataafs lyceum is inventief als het gaat om uitdagende werkvormen. De school neemt actief deel aan landelijke projecten en is actief op cultureel en maatschappelijk gebied. Het Bataafs Lyceum is een school met maatschappelijk engagement; actief burgerschap en sociale integratie krijgen ruim de aandacht. De school participeert heel actief in debatwedstrijden, is elk jaar succesvol vertegenwoordigd in het Model European Parliament, en neemt deel aan congressen, evenementen en internationale uitwisselingsprojecten. De verschillende talensecties bieden de leerlingen de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen door het aanbieden van verdiepingsprogramma’s. Hierdoor kunnen de leerlingen internationaal erkende diploma’s behalen die toegang geven tot buitenlandse vervolgopleidingen. Sinds vele jaren is het Bataafs Lyceum een succesvolle Universumschool, waardoor wij een verdiepend aanbod binnen de exacte vakken kunnen aanbieden. Het Bataafs Lyceum werkt samen met een reeks instellingen en bedrijven uit de regio. Door deze samenwerkingsactiviteiten kunnen wij de leerlingen een moderne en uitdagende leeromgeving aanbieden. Daarnaast stimuleren wij de leerlingen gedurende alle leerjaren om deel te nemen aan wedstrijden en olympiades. Sinds 2010 mogen wij ons, als een van de eerste scholen in Nederland, een Olympiadeschool noemen. 4
Faciliterend en vol vertrouwen Het Bataafs Lyceum is een school waar leerlingen serieus worden genomen, wij zijn faciliterend en vol vertrouwen. De leerlingen op het Bataafs Lyceum worden gezien als partners van docenten en overig personeel. Samen geven we vorm aan de school en aan het onderwijs. In alle voor hen relevante commissies op school hebben een of meerdere leerlingen zitting. Leerlingen zijn geen nummer. Hun persoonlijke ontwikkeling wordt serieus genomen in zorg, begeleiding en mentoraat. Ook ons peer support programma sluit hier naadloos bij aan. Leerlingen krijgen veel ruimte en gelegenheid tot zelfstandigheid en het nemen van verantwoordelijkheid binnen school. De Bataafse Leerlingenraad wordt actief betrokken bij beleidsvorming en de Bataafse leerling-vereniging krijgt alle ruimte zelfstandig feesten en activiteiten te organiseren. Betrokkenheid van leerlingen in deze verenigingen leidt tot een grotere betrokkenheid bij de school, maar is ook een voorbereiding op taken in de maatschappij na afronding van het voortgezet onderwijs. Onze onderbouw De overgang naar het voortgezet onderwijs en de snelle ontwikkeling van kinderen tussen 12 en 14 jaar maken het in veel gevallen moeilijk om direct tot een definitieve keuze voor een bepaald schooltype te komen. Op het Bataafs Lyceum zorgen wij ervoor dat leerlingen uiterlijk aan het einde van het tweede schooljaar op hun juiste niveau ingeschaald worden. De nieuwe leerlingen kunnen instromen in een havo/atheneum dakpanklas of in een atheneum- dan wel gymnasiumklas of in de Masterclass. Voor de havo, atheneum en gymnasium leerlingen zijn in de eerste twee leerjaren twee lesuren per week gereserveerd voor Stromenland, hierbij ligt de nadruk op verdieping en verbreding van kennis en vaardigheden in vakoverstijgende projecten. De opzet van Stromenland biedt ook een eerste stap in de richting van de vakkenpakketkeuze die de leerlingen in de derde klas moeten maken. Voor de havo leerlingen is er vanaf klas 3 een speciaal vak: HACO (Havisten Competent). Het HACO-programma bestaat uit meerdere programmalijnen die ten doel hebben de specifieke talenten en kwaliteiten van Havo leerlingen maximaal tot ontwikkeling te laten komen en waardoor de leerlingen optimaal voorbereid worden op het Hoger Beroeps Onderwijs. In het schooljaar 2009-2010 is het Bataafs Lyceum gestart met een Masterclass voor VWO-leerlingen. In deze Masterclass volgen meerbegaafde leerlingen een speciaal ontwikkeld lesprogramma. Dit programma richt zich op de gelijkwaardige ontwikkeling van zowel de cognitieve als de sociaalemotionele competenties van de leerlingen. Het reguliere onderwijsaanbod wordt compacter aangeboden waardoor er ruimte ontstaat voor verbreding en verdieping. In deze zogenoemde projecturen wordt vakoverstijgend gewerkt waarbij de leerlingen dagelijks tijdens een blokuur in groepsverband aan hun project werken. Zo kunnen leerlingen met verschillende vormen van begaafdheid veel van elkaar leren en zich verder ontwikkelen. De projecten uit de Masterclass zijn speciaal ontwikkeld vanuit deze visie.
5
b. ’t Genseler, school voor praktijkonderwijs: Collectieve ambitie De collectieve ambitie van t Genseler, is uitgewerkt in zes thema s. Hieronder staan ze cursief gedrukt. Elk schooljaar wordt één onderwerp geactualiseerd. Rondom dat onderwerp, vinden studiemiddagen plaats, zijn er werkgroepen actief en zijn er specifieke scholingsmogelijkheden. We willen een school zijn die: - oog heeft voor kwaliteiten en mogelijkheden van elke leerling; - ouders/verzorgers erkent in hun primaire opvoedingsverantwoordelijkheid en kennis van hun kind; - in de begeleiding van de leerling het team als meest belangrijke instrument ziet; - het onderwijs afstemt op de kansen en mogelijkheden van elke leerling op weg naar werk; - in de omgang met elkaar en de omgeving respect toont in woord en gedrag; - naar de veranderende maatschappij gericht is. De leerling Aan ons de opdracht om samen met de leerling op zoek te gaan naar zijn talenten en capaciteiten. We ontmoeten een leerling voor wie het leren niet altijd vanzelfsprekend is. Kenmerkend voor het denken van deze jongeren is, dat het vooral gericht is op het concrete en het praktische. Het denken is sterk gebonden aan het hier en nu, aan het waarneembare. Leerlingen kunnen een onrealistisch zelfbeeld hebben en kunnen positieve gebeurtenissen soms niet lang vasthouden. Doordat ze tegen hun grenzen aanlopen kan er sprake zijn van minder zelfvertrouwen en een negatieve zelfwaardering. Voorwaarde om tot ontwikkeling te komen is het gevoel er te mogen zijn en zich veilig te voelen. Respect voor en naar elkaar is daartoe een voorwaarde. We veronderstellen een ontwikkeling van de leerling, waarbij hij uiteindelijk zelf keuzes gaat maken en zichzelf hiervoor ook verantwoordelijk voelt. Daarbij spelen naast ouders en personeel van de school ook medeleerlingen een rol. We willen de kennis, ervaring en sociale competenties van oudere leerlingen gebruiken en deze inzetten ten behoeve van jongere leerlingen, het zogenaamde “tutor” leren. Leerlingen leren aan en van elkaar. De ouders Wij erkennen de ouders in hun deskundigheid. Vanaf de aanmelding trekken wij met elkaar op. Hun kind/onze leerling is daarbij ons gezamenlijk uitgangspunt. Samenwerking is daarom voorwaarde voor een optimaal verloop van dit proces. Wij proberen ouders zo goed mogelijk van informatie te voorzien. Dit veronderstelt een intensief en op maat gesneden contact. We spelen in op de wensen van leerlingen en ouders, gericht op samenwerking en afstemming. Van belang is de “taal” van de ouders te spreken en te begrijpen, rekening houdend met ieders cultuur en achtergrond. We willen ouders actief betrekken en aan de school binden door ze nadrukkelijk uit te nodigen. Het team Het team van de school bestaat uit medewerkers met verschillende opleidingsachtergrond, deskundigheid en ervaring. 6
De medewerkers zijn gekwalificeerd voor de taken waarvoor ze ingezet worden. Permanente educatie (in de breedste zin van het woord), is van wezenlijk belang binnen onze school om de deskundigheid te vergroten. Onze school kent generalisten en specialisten. We streven naar de eindverantwoordelijkheid van een specialist in ieder vakgebied. Een positief leef- en werkklimaat binnen de school begint bij de medewerkers. Zij gaan op respectvolle wijze met elkaar om en vervullen hiermee een voorbeeldfunctie voor leerlingen. De benadering van leerlingen heeft een coachend karakter en is oplossingsgericht van aard. Het is aan de schoolleiding de verschillende kwaliteiten te erkennen, deze zo optimaal mogelijk in te zetten, ze verder te ontwikkelen en het personeel te motiveren en kansen te geven zich te scholen. Binnen deze processen wordt rekening gehouden met de belastbaarheid van de individuele medewerkers. Als professional willen we recht doen aan en gebruik maken van elkaars kwaliteiten en verschillen. Als lerende organisatie durven we ons kwetsbaar op te stellen. Als collega’s vullen we elkaar aan, zowel wat betreft leeftijd en ervaring als vaardigheden. Onderwijskundige uitgangspunten Aan ons de opdracht maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te herkennen en daar ons onderwijs op af te stemmen. We streven naar uitdagend onderwijs waar jongeren tot initiatief komen, zelfstandig opereren en minder afhankelijk van hulp worden. De leerling is in toenemende mate verantwoordelijk voor het eigen leer- en ontwikkelingsproces. Ons onderwijsaanbod richt zich op de sociale, emotionele, creatieve en verstandelijke ontwikkeling. We stellen ons programma voortdurend bij aan nieuwe ontwikkelingen. Dit veronderstelt afstemming, zodat in het aanbod samenhang gerealiseerd wordt. Samenhang tussen theorie en praktijk, alsook met betrekking tot zorg, arbeidsvoorbereiding en arbeidstoeleiding. Stage speelt daarin een nadrukkelijke rol. Wij werken vanuit de interesse en motivatie van de leerling. In dit proces speelt de mentor een belangrijke rol. Hij is de spil binnen het gehele onderwijsproces rondom de leerling. Hij coacht, informeert, initieert en organiseert volgens de principes van het oplossingsgericht werken. We zijn een school in beweging. c. Het Montessori College Twente Het Montessori College Twente is een overzichtelijke school waar leerlingbegeleiding bestaat uit woorden en daden. Een groeiende vitale school met een duidelijke visie op onderwijs. Uitgangspunt vormt de persoonlijke ontwikkeling van elke individuele leerling. Onze 5 kernwaarden: Ambitieus… we stellen hoge eisen aan ons onderwijs en aan onze leerlingen. We zoeken samen de uitdaging: zowel inhoudelijk als procesmatig. We nemen de leerling serieus, werken vanuit vertrouwen en geven elkaar de ruimte. We erkennen de autonomie van de leerling en realiseren ons dat de leerling op weg is naar volwassenheid. De medewerkers spelen binnen onze school een belangrijke rol in het begeleiden naar deze volwassenheid. Daarbij (h)erkennen we de verschillen tussen leerlingen en houden daar rekening mee: diversiteit mag en wordt gestimuleerd, hierin zit voor ons en voor de leerling de uitdaging. We streven er naar de huidige hoge doorstroom van leerlingen uit 4 mavo naar 4 havo verder uit te bouwen. 7
Betrokken… naast het gezin, de familie en de omgeving, is de school mede vormend voor de leerling. Daar hoort een actieve houding van de school bij. De mentor vervult hierin een zeer belangrijke rol. Ouders kunnen er op vertrouwen dat de school hun kind enerzijds uitdaagt tot het leveren van optimale prestaties, in overeenstemming met hun capaciteiten, en anderzijds een veilige leeromgeving creëert. Daarnaast hechten wij als school ook waarde aan de mening en houding van de ouder èn de leerling. Door middel van ouderplatforms, ouderavonden, klankbordgroepen, mentoravonden en individueel contact onderhouden we de band die nodig is om samen de ontwikkeling van de leerling centraal te stellen. Creatief… het Montessori College Twente heeft meer te bieden dan alleen “school”: keuzeactiviteiten, meerdaagse vakoverstijgende projecten, schoolen studiereizen, culturele avonden, sportdagen, projectdagen, de leerlingenraad, de MAC (Montessori Activiteiten Commissie), de razende reporters en de tweejaarlijkse musicalproductie zijn enkele van de, voor ons, vanzelfsprekendheden omdat we aandacht willen hebben voor de totale ontwikkeling van de leerling. Het Montessori studiehuis kenmerkt zich in de bovenbouw door een organisatie en benadering, waarin de leerling in toenemende mate invloed krijgt op zijn onderwijsleerproces. De leerling wordt gestimuleerd het enthousiasme in het leren vast te houden en zijn eigen competenties, talenten en vaardigheden te ontwikkelen en te benutten. Naast de aandacht voor de leerling als student is er ook aandacht voor de leerling als opgroeiend mens. Kleinschaligheid blijft binnen onze school behouden door te werken in units met een vast team van docenten, waarin leerlingen gekend, herkend en begeleid worden. Wij bieden leerlingen individuele ontwikkelingsmogelijkheden in een krachtige en inspirerende leeromgeving. Dynamisch… het Montessori College Twente is een school volop in beweging. We hebben ons onderwijs vormgegeven vanuit het concept van Maria Montessori. Zij ging uit van het vermogen van kinderen om zichzelf te ontwikkelen. Het centrale begrip is ‘help mij het zelf te doen’. In de steeds verder digitaliserende en individualiserende maatschappij vraagt dit van ons de verbinding te maken. Leer mij het samen zelf te doen! Eigen-wijs… is denken in kansen en mogelijkheden en werken vanuit vertrouwen en respect. We zijn de enige school voor Voortgezet Montessori onderwijs in Twente. Bij ons hebben leerlingen veel te kiezen. De leerling mag keuzes maken in tempo, leerstof en verwerking. Daarbij is het van belang dat de leerling reflecteert op de gemaakte keuzes. Leren is een proces dat succesvolle en minder succesvolle momenten kent: daar zijn wij ons van bewust. Samen zijn we oplossingsgericht, laagdrempelig en werken in een goede sfeer met elkaar. Ook van ‘fouten’ leert de leerling. d. Het Gilde College Profiel, kenmerk en visie Profiel Het Gilde College is een school voor vmbo die nadrukkelijk de aansluiting met het ROC zoekt. De school biedt alle leerwegen aan in de sectoren techniek, economie en zorg en welzijn. De lessen worden gegeven in één gebouw met goede voorzieningen voor de leerlingen, bijvoorbeeld: veel computers, moderne praktijklokalen met
8
werkplekken, eigen sportzalen, ruime kantine. De klassen zijn in de regel niet groter dan 24 leerlingen. Het Gilde College richt zich met name op een goed pedagogisch klimaat als basis voor praktisch leren in toenemende zelfstandigheid. Het schooljaar van de brugklasser begint met kennismakingsdagen in Markelo. De eerste weken wordt extra veel aandacht gegeven aan ’leren leren’, nodig om het thuiswerkvrij onderwijs goed gestalte te geven. Het Gilde College heeft een intensieve leerlingbegeleiding. De kleinschaligheid maakt dit ook mogelijk. De mentor in de onderbouw heeft zijn leerlingen vaak wel vijf keer per week in de les en is zo een vrijwel altijd aanwezig aanspreekpunt. In de bovenbouw is het contact nog frequenter. Keuzebegeleiding krijgt veel aandacht, in de onderbouw o.a. door wekelijks twee lesuren praktische sectororiëntatie. Het Gilde College wil het planmatig werken van de leerlingen stimuleren, onder andere door (week)planners in de onderbouw, studieplanners in de bovenbouw en een jaarrooster waarin de grote lijn is weergegeven. Er wordt gestreefd naar een afwisseling in werkvormen: instructie, zelfstandig werken en studeren in de stiltemomenten, samenwerken in projecten, groepswerk om te leren met en van elkaar, excursies en natuurlijk het gebruik van ict. De bovenbouw verzorgt de praktijklessen dikwijls in een werkplekkenstructuur. Het onderwijs is modulair ingericht. In de verschillende sectoren zijn niveauverschillen mogelijk. Schoolkenmerken - Sfeer in school Onze leerlingen vragen om zorg en begeleiding. Dat kan niet zonder een sterke gerichtheid van het personeel op de leerling. Er wordt een duidelijke structuur geboden naast persoonlijke aandacht, veiligheid en ondersteuning. Voor de leerling en leerkracht is er een sfeer van wederzijds vertrouwen en respect. - Buiten de lessen Naast de lessen en het leren zijn natuurlijk de sociale contacten in het schoolleven van groot belang. Kinderen groeien ook op in de groep en ook daarin worden zij gevormd. Om contacten mogelijk te maken binnen de school met leerlingen van andere klassen en om kennis te maken met allerlei leuke bezigheden worden veel activiteiten buiten de lessen om georganiseerd (zoals introductiedagen voor het eerste en het derde leerjaar, sporttoernooien, schoolfeesten, buitenlandse reizen, etc.). - Talentontwikkeling Naast het bovenstaande zijn wij van mening dat een leerling meer talenten kent dan enkel het cognitieve. Daarom hebben we keuzeactiviteiten gericht op het ontdekken en het ontwikkelen van talenten. Ervaren dat je ook op andere gebieden kunt excelleren ondersteunt het dagelijkse leren. Visie - Communicatie Het Gilde College is een kleinschalige school, die uitnodigt tot binnenkomen; een school waarin iedereen elkaar kent en ziet. Het is een school met een eigen gezicht, een rijke geschiedenis en een kansrijke toekomst. Het is een school met een heldere structuur en een open communicatie. 9
- Betrokkenheid Respect voor elkaar en voor onze omgeving staan hoog in ons vaandel. Meewerken aan de toekomst van onze leerlingen doen we samen. Optimale begeleiding is werk van ons allemaal, opdat de leerling zijn talenten maximaal benutten kan. Meesters in onderwijs willen we zijn en blijven door voortdurende ontwikkeling en scholing van pedagogiek en didactiek. - Vertrouwde omgeving Medewerkers van het Gilde College werken samen aan de ontwikkeling van de leerling. Dat moet plaatsvinden in een vertrouwde leeromgeving, waar leerlingen zich thuis voelen. Aspecten als veiligheid, aandacht, structuur en kleinschaligheid spelen hierbij een grote rol. Elke leerling heeft een mentor die de schakel wil zijn tussen thuis en school, en bij wie de leerling terecht kan. - Dynamiek Het Gilde College is een school in de maatschappij en is actief in relaties daar waar het de toekomst van de leerlingen ten goede komt. Het Gilde College onderhoudt goede relaties met de toeleverende en de afnemende scholen daar waar het gaat om een warme overdracht. Ook onderhoudt het Gilde College een netwerk met bedrijven, instellingen ten einde de praktijk en de actieve school optimaal te kunnen vormgeven. Het Gilde College biedt veel ruimte voor de betrokkenheid van de ouders. - GildeStijl Het Gilde College biedt uitdagend en inspirerend onderwijs met een diversiteit in didactische werkvormen, waardoor het actieve leren wordt gestimuleerd en het blikveld verruimd. De verzameling van gastheerschap, pedagogische en didactische werkvormen is herkenbaar als GildeStijl.
10
3. Algemene uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2013 - 2017 In de uitwerking van de meerjarenbegroting 2013 - 2017 is uitgegaan van ongewijzigd beleid van de overheid ter zake de brinnummers. Algemeen De bekostiging van het voortgezet onderwijs is gebaseerd op een normstelsel waarbij het leerlingenaantal op teldatum 1 oktober van belang is. In onderstaande tabel zijn de leerlingaantallen op de voor de meerjarenbegroting 2013 2017 van belang zijnde teldata weergegeven.
Leerlingen prognose
2012-2013 2013-2014 2014-2015 2015-2016 2017-2018 2018-2019
Bataafs Lyceum
632
764
923
1064
1248
1258
Montessori College Twente
1277
1167
1080
1099
1145
1120
Gilde College
308
305
306
312
318
313
ROC - VAVO
33
33
33
33
33
33
De Arcade
12
12
12
12
12
12
Totaal 20CS
2246
2265
2338
2504
2740
2720
’t Genseler 23EJ
225
225
225
225
225
225
Totaal
2471
2490
2563
2729
2965
2945
11
De Begroting Stichting OSG Hengelo (20CS + 23EJ) wordt gevormd door de optelling van de volgende begrotingen: ≠ 20CS: - Algemeen (personeelsbegroting) (01) - Bataafs Lyceum (02) - Bestuurskantoor (03) - Montessori College Twente (04) - Gilde College (05) ≠ 23EJ: -‘t Genseler (06) Baten In de meerjarenbegroting voor de kalenderjaren 2013 - 2017 is rekening gehouden met de lumpsumvergoeding zoals die door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wordt vastgesteld. Zo zal de vergoeding voor het kalenderjaar 2013 gebaseerd worden op het leerlingenaantal per 1 oktober 2012. Per kalenderjaar wordt op basis van het leerlingenaantal op 1 oktober aan het jaar voorafgaand de materiële en personele bekostiging vastgesteld in de lumpsumvergoeding. Personele baten en lasten De personele lasten en baten worden begroot in de begroting Algemeen (01) De formatie van het Onderwijzend Personeel (OP) wordt begroot per schooljaar op basis van het aantal geprognosticeerde klassen, met een opslag voor taken e.d. voor de docenten. Hierbij wordt rekening gehouden met regelingen, zoals BAPO, ADV, ouderschapsverlof etc. De formatie, die resteert/overblijft van Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) en directie wordt verrekend met de formatie OP. In het voorlopig formatieplan wordt een voorstel gedaan voor de verdeling van Formatie Taak Eenheden (fte’s) per school. In goed overleg in het managementteam worden de budgetten in fte’s in september voor het lopende schooljaar vastgesteld. Voor het opstellen van de kalenderjaarbegrotingen wordt vervolgens de formatie in Formatie Taak Eenheden (fte) omgezet in de benodigde fte’s per kalenderjaar. Voor het kalenderjaar 2013 wordt 7/12 deel genomen van het schooljaar 20122013 en 5/12 deel genomen van het schooljaar 2013-2014. Met behulp van de SGPL (School Gemiddelde Personeelslast) worden de personele uitgaven per kalenderjaar berekend. De School Gemiddelde Personeelslast wordt jaarlijks geprognosticeerd voor het Onderwijzend Personeel (vast en tijdelijk) (OP), het Onderwijs Ondersteunend Personeel (vast en tijdelijk) (OOP) en voor de directie. De Stichting OSG Hengelo is aangesloten bij het risicofonds. Materiële Instandhouding De materiële lasten en baten worden begroot in de begrotingen van de scholen en de begroting van het Bestuurskantoor (01-05) De materiële bekostiging is eveneens gebaseerd op kalenderjaren, die gebaseerd is op het aantal leerlingen per school op 1 oktober in het voorafgaande jaar. Andere baten worden gegenereerd uit de ouderbijdragen, projecten en andere subsidies.
12
De raming voor materiële lasten per school is, daar waar mogelijk, gebaseerd op lopende contracten. Waar bekend is rekening gehouden met aangekondigde prijsstijgingen. Alle overige ramingen zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Opmerking: De begroting van ’t Genseler wordt op dezelfde wijze opgesteld, met dien verstande dat de begroting de personele en de materiële begroting bevat. In de begroting wordt een post opgenomen als bijdrage van ’t Genseler voor de bestuurskosten ( in 2013 € 87.750) De aanpassingen aan het gebouw van de Heester (2012) is indertijd niet opgenomen in de begroting van 2012, maar inmiddels wel uitgevoerd. 4. Onderwijs, beheer en organisatie Algemeen Vanaf 1 augustus 2008 zijn de rechten en plichten t.a.v. het openbaar voortgezet onderwijs in Hengelo door de gemeente Hengelo overgedragen aan het bestuur van de Stichting OSG Hengelo. De scholen werken waar mogelijk samen. Beleid wordt vastgesteld voor de gehele organisatie. Het ICT-beleid, centrale inkoop, taakbeleid en beloningsbeleid zijn hier voorbeelden van. De Stichting OSG Hengelo streeft naar een zo compleet mogelijk onderwijsaanbod in het voortgezet onderwijs, van Praktijkonderwijs tot en met Gymnasium. Personeel Binnen het kader van de ARBO regels is er met de Human Capital Care een contract “ Samen werken aan gezond werken” afgesloten toegesneden op de gewenste situatie. Accenten hierbij liggen op preventieve aanpak van ziekteverzuim en de bedrijfshulpverlening. Het terugdringen van het ziekteverzuim blijft een speerpunt in het personeelsbeleid. Ingeval van ziekte hebben case-managers o.a. de beschikking over digitale ondersteuning m.b.t. het opstellen van een plan van aanpak en het opstellen van re-integratiedossiers. Voornoemd beleid is met name gericht op het tijdig en zorgvuldig re-integreren van onze medewerkers, met als bijkomend effect een daling van het verzuimpercentage. Een daling van het ziekteverzuim zal leiden tot een kleiner aantal claims richting het Risicofonds, hetgeen betekent geen malusvergoeding van het Risicofonds aan het eind van het boekjaar. Huisvesting De gebouwen zijn door de gemeente Hengelo in juridisch eigendom overgedragen aan de Stichting OSG Hengelo. Gelet op het leerlingenaantal zal in de komende jaren moeten worden bezien of de huidige locaties voldoende zijn. Samenwerking Twickel/Grundel en Gilde College in VMBO Medaillon Gezamenlijke missie: een krachtig VMBO De nieuwe locatie op het Medaillon in Hengelo biedt een unieke kans om een krachtig VMBO tot stand te brengen, met een sterke positie in de regio. Op deze manier is het VMBO in staat voor leerlingen een breed aanbod met veel keuzemogelijkheden mogelijk te maken.
13
Het bedrijfsleven in de omgeving van Hengelo geeft aan behoefte te hebben aan verbinding met het VMBO. Vanuit één positie is het eenvoudiger aansluiting te vinden op het bedrijfsleven. Toekomstbestendige oplossing Gezamenlijke nieuwbouw biedt de scholen de mogelijkheid om tot een haalbaar plan te komen. Door de massa is de continuïteit van het VMBO in Hengelo gewaarborgd. Afspraken over aanbod, opvangen van groei/ krimp en afstemming met bedrijfsleven is beter te organiseren. Financieel is het onderwijs gunstiger te organiseren, waardoor de beschikbare middelen zo optimaal mogelijk voor het onderwijs kunnen worden ingezet. In de huisvesting is gekozen voor een model van ‘twee onder één kap’. Los van mogelijke inhoudelijke (financiële) voordelen, brengt dit kostenvoordelen met zich mee ten aanzien van de logistiek (bijvoorbeeld minder vluchtroutes door combinatie, combinatie met de lift) en de gebouwtechniek (één grotere installatie in plaats van twee losse).
ICT
De ICT-afdeling heeft afgelopen jaar veel veranderingen doorgevoerd (o.a. aanpassing infrastructuur, mailomgeving, vervanging van 267 werkplekken). Ook voor de komende jaar/jaren staan er de nodige projecten op de agenda. Windows 8 zal uitgebreid getest gaan worden en is het streven eind van het jaar de eerste testsystemen beschikbaar te hebben. Daarnaast is de pilot voor I-Pads verlengd. Verder wordt op dit moment Office 365 voor het onderwijs geïnstalleerd. Hierdoor krijgen alle leerlingen een eigen mailaccount, waardoor makkelijker en sneller gecommuniceerd kan worden met docenten en leerlingen onderling. Ook kan er dan worden samen gewerkt in documenten en agenda’s kunnen worden gedeeld. Kort gezegd OSG gaat in de cloud. Naar aanleiding van de verhoogde uitval van de beamers van de SMARTboards in de lokalen, worden deze na een periode van 5 jaar vervangen. We vervangen op korte termijn 36 beamers. Er zijn voorbereidingen gestart om de administratieve handelingen te bundelen in Magister. Dit heeft tot voordeel dat iedere gebruiker straks in alle systemen op dezelfde manier geregistreerd staat: een ieder heeft straks één inlogaccount en één wachtwoord, waarmee hij of zij op alle applicaties kan inloggen. Administratief levert dit veel voordelen op, omdat alle gegevens automatisch in alle software wordt bijgewerkt.
Financiën Meerjarenbegroting 14
Bij het opstellen van de materiële begroting 2013 – 2017 zijn de schooldirecteuren inhoudelijk betrokken geweest. Deze werkwijze doet recht aan de wijze waarop de lumpsumfinanciering bedoeld is: directeuren krijgen op deze manier meer mogelijkheden om de beschikbare schoolbudgetten te monitoren. Bij het opstellen van de personele begroting wordt gebruik gemaakt van het voorlopig formatieplan per schooljaar. In goed overleg tussen de schooldirecteuren wordt de formatie per schooljaar vastgesteld op basis van het aantal leerlingen per schooljaar (gecorrigeerd op het werkelijk aantal leerlingen per schooljaar). Voor de meerjarenbegroting worden de getallen omgezet naar het kalenderjaar. In de begroting is rekening gehouden met een investering in de nieuwbouw van het Gilde College in 2015 (€ 775.000) en een extra investering in de inrichting van de nieuwbouw (€ 35.000). In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met extra investeringen voor de toekomstige, noodzakelijke aanpassingen van ’t Genseler. De meerjarenbegroting bevat verder een investeringsbegroting (blz 16), een verloop van het te verwachten eigen vermogen (algemene reserves en bestemmingsreserves) (blz. 17) en de te verwachten kasstroomoverzichten (blz 6). Het te verwachten verloop van de voorzieningen personeel en de voorziening onderhoud staan eveneens aangegeven. De financiële kengetallen staan vermeld op blz. 3 en 4. Op basis van de begrotingen en de jaarrekeningen van de afgelopen jaren, is de verwachting dat de verschillen tussen de begrote tekorten/overschotten en de realisatie over de komende jaren klein zullen zijn. (in 2011 was het verschil tussen begroting en gerealiseerde exploitatie € 89.873 op een totale begroting van € 21.053.604).
Planning & Control Door een sterk verbeterde planning & control-cyclus, zoals blijkt uit onderstaande grafieken, zijn we in staat de realisatie adequaat te monitoren.
15
In september 2011 is de OSG Hengelo overgegaan op digitale factuurverwerking. Digitale verwerking van facturen is minder arbeidsintensief en veel efficiënter dan de handmatige verwerking. De kans op fouten is aanzienlijk minder en de volledigheid van de facturen (inclusief de audittrail) is beter gewaarborgd. De accountant heeft daarbij geconstateerd dat het stelsel van beheersmaatregelen in en rondom de diverse applicaties, zoals van toepassing op het proces van goedkeuring digitale facturen in hoofdlijnen voldoet. Ook is er ten aanzien van het proces Planning & Control vanaf 2011 nadere invulling gegeven aan het rapporteren in de vorm van de EFJ-rapportage aan management, bestuur en aan de Raad van Toezicht. Hierbij worden zowel de cijfers van de staat van baten en lasten alsook de balanscijfers gepresenteerd. In de toekomst zullen we bij de rapportering van de balans de vergelijkende cijfers per 31 december van het jaar daarvoor opnemen.
16
In 2012 zal tevens nadere invulling gegeven worden aan het risicomanagement en op basis van de resultaten van dit onderzoek zal een verder implementatie van het risicomanagement in de Planning en Control cyclus plaats gaan vinden. De processen ’Inkopen’, ‘Opbrengst leerlingen’, ’Personeel’ en ‘Treasury’ voldoen aan de eisen om de beheersdoelstellingen met een redelijke mate van zekerheid te waarborgen. Toekomstperspectief Er zijn verschillende oorzaken te noemen waarbij de (meerjaren)begroting in de toekomst onder druk zal komen te staan. In dit kader zijn de volgende interne en externe ontwikkelingen te melden: - bezuinigingen van overheidswege op passend onderwijs; - de extra kosten die gemaakt moet worden om te (blijven) voldoen aan de eisen m.b.t. functiemix; - ontoereikende vergoeding ten behoeve van onderhoud en fysieke omstandigheden; - inkorting salarisschalen; - geen toereikende aanpassingen van de gemiddelde personeelslast (GPL). 5. Risicoanalyse In het kader van verregaande professionalisering van het risicomanagement is in 2010 de vraag neergelegd bij de VOS/ABB een risicoanalyse uit te voeren. De resultaten van dit onderzoek waren enigszins teleurstellend. Aan de hand van gesprekken met de leden van het Management Team is deze risicoanalyse bijgesteld en aangepast aan de gegevens, die nu bekend zijn in 2012. Een nieuwe risicoanalyse zal uitgevoerd worden door Deloitte. Bij dit onderzoek zal ook de Raad van Toezicht betrokken worden. Onderstaande analyse zal dan ook zo snel mogelijk worden vervangen door de resultaten van het onderzoek van Deloitte. Risicofactoren In dit hoofdstuk wordt ingezoomd op de specifieke risicofactoren die uit de gesprekken en de documentanalyse naar boven zijn gekomen. In dit hoofdstuk wordt naar generieke aandachtsgebieden gekeken en er wordt gekeken in hoeverre deze aandachtsgebieden van toepassing zijn op OSG Hengelo. 5.1. Kwaliteit onderwijs § Op onderwijskundig gebied wordt het beleid van OSG Hengelo gekenmerkt door: een goed pedagogisch en didactisch basisklimaat, met aandacht voor verschillende leerstijlen en individuele ontwikkeling van de leerlingen; § een breed onderwijsprogramma, met praktijkschool, vmbo, havo, vwo en gymnasium; § een innovatief onderwijsprogramma, met verschillende stromen (onder meer exact, creatief) in de onderbouw, masterclasses atheneum en gymnasium, een Universumschool (exacte vakken), thuiswerkvrij onderwijs. OSG Hengelo kiest voor een openbare scholengemeenschap met scholen met een eigen pedagogisch-didactisch profiel. Het onderwijs is gericht op de individuele capaciteiten en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen om hen voor te bereiden op hun rol in de maatschappij.
17
De grote variatie in onderwijsaanbod stelt hoge eisen aan het beleidsmatig vermogen van de organisatie om het onderwijs aan te passen aan de veranderende maatschappij, met behoud van de variatie en de ontplooiingsmogelijkheden van de leerlingen en zeker ook de kwaliteit van alle programma's. Door samenwerkingsverbanden in de regio met schoolbesturen, gemeentes, ROC, hogescholen, universiteit, bedrijfsleven en instellingen wordt actief omgegaan met vragen over de vormgeving van passend onderwijs en onderwijskundig maatwerk. Kans- en impactbepalinq In onderstaand overzicht zijn de besproken deelgebieden met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs vermeld. De kans score geeft de waarschijnlijkheid aan dat een bepaald risico plaats kan vinden. De impactscore geeft aan in hoeverre er beleid is gevormd om de invloed van een risico op te vangen c.q. te beperken. Een score 'laag' betekent in dit geval dat er beleid ontwikkeld is. Kwaliteit onderwijs - Kwaliteit van het onderwijskundig beleid - Ruimte voor onderwijskundige vernieuwingen - Leerlingenzorg en begeleiding
Laag GE/GC/BL/MC BL/GE/MC/GC BL/GE/MC/GC
Kans score Gemiddeld
Impactscore Hoog Laag Laag Laag
BL: Bataafs Lyceum GE: 't Genseler MC: Montessori College Twente GC: Gilde College Uit de interviews met de schooldirecteuren en de leden van het bestuursbureau is naar voren gekomen dat, zowel de kans als de impact van de aandachtsgebieden kwaliteit van het onderwijs en ruimte voor onderwijskundige vernieuwing over het algemeen laag worden ingeschat. Uit de rapporten van de Onderwijsinspectie blijkt dat alle scholen die onder het bestuur van OSG Hengelo vallen, het vertrouwen van de inspectie genieten. Alle scholen vallen onder het basistoezicht van de inspectie. De laatste toezichtrapporten dateren van 20 september 2012 (rapportage ’t Genseler), 9 oktober 2012 (rapportage Bataafs Lyceum) en 17 januari 2013 (concept rapportage Montessori College Twente). 5.2. Organisatie De stichting OSG Hengelo heeft 2 brinnummers en 4 locaties. ≠ Bataafs Lyceum HAVO, Atheneum en Gymnasium ≠ Praktijkonderwijs ’t Genseler school voor Praktijkonderwijs ≠ Gilde College VMBO (TL, KBL en BBL) ≠ Montessori College Twente MAVO, HAVO, Atheneum, Gymnasium en TTO. Alle vestigingen worden ondersteund vanuit het bestuursbureau. De vier vestigingen worden beschouwd als zelfstandige scholen binnen een netwerkorganisatie. De vestigingen worden ieder afzonderlijk geleid door een directeur. Het bestuur van OSG Hengelo wordt gevormd door een Algemeen Directeur/Bestuurder, het bevoegd gezag en het toezichthoudend orgaan, de
18
Raad van Toezicht. OSG Hengelo hanteert qua besturingsfilosofie het Policy Governance model van John Carver. In deze besturingsfilosofie hebben de bestuurders en toezichthouders een taak die zij namens de "eigenaren" van de organisatie uitvoeren. De "eigenaren" zijn de belanghebbenden uit de samenleving die de organisatie in het leven heeft geroepen of waaraan de organisatie zijn bestaansrecht ontleent. Deze taak onderscheidt zich duidelijk van die van het management. Het bestuur doet uitspraken over de te bereiken resultaten, over de ruimte die het management krijgt en over de informatievoorziening. Voor het overige blijft het "op afstand" en bestuurt het op hoofdlijnen. Het Policy Governance model zorgt voor een bestuur optreden dat krachtig, direct en gezaghebbend is, waardoor het de verantwoordelijkheid tegenover de "eigenaren" beter waar kan maken. Aspecten van organisatorische aard die wij hebben beoordeeld zijn: § Planning en Control cyclus; § Administratieve Organisatie en Interne Controle; § Managementstatuut; § Handboek Governance. De Planning en Control cyclus functioneert goed, men is gestart met het invoeren van een beleidsrijkere Planning en Control waardoor nog beter op de veranderde eisen op het gebied van risicomanagement en verantwoording kan worden ingespeeld. Een zeer belangrijk onderdeel van risicomanagement is de integrale meerjarenbegroting, dit is de begroting inclusief het verloop van het eigen vermogen, de voorzieningen, de investeringen en het onderhoud. OSG Hengelo maakt gebruik van een Excel-spreadsheet. De mogelijkheden voor een integrale meerjarenbegroting zijn voldoende benut. Het model is zowel op hoofdlijnen als op detailniveau te raadplegen waardoor het de mogelijkheden biedt om dieper op incidenten en afwijkingen in te zoomen. Bevoegdheden, verplichtingen en administratieve procedures zijn beschreven, up to date en worden regelmatig geactualiseerd. Vanuit de Policy Governance gedachte van Carver zijn de bevoegdheden van de directeuren goed en duidelijk omschreven in afzonderlijke managementcontracten. Er is inzicht, in het kader van deze analyse, in alle managementcontracten die gesloten zijn met de directeuren. Op financieel gebied wordt er gebruik gemaakt van het informatiesysteem AFAS. Dit systeem is zodanig geïmplementeerd, dat ook de directeuren de beschikking hebben over een online dashboard, waarop ze de financiële situatie, de uitputting van budgetten en de stand van de crediteuren kunnen volgen. De Planning en Control cyclus voorziet in een aantal managementrapportages ten behoeve van de Raad van Toezicht. De rapportage die in dit onderzoek is meegenomen toont een sterke focus op lokale, maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen, en een minder sterke op de financiële aspecten van de onderwerpen. Daarnaast worden inmiddels financiële kwartaalrapportages aangeleverd, opgesteld naar het model van de jaarrekening. Deze rapportage wordt telkens voorzien van een leeswijzer. Kans- en impactbepalinq
19
Hieronder treft u het overzicht van de organisatorische gebieden die zijn belicht. Organisatie
Impactscore
Kans score
- Kwaliteit en deskundigheid stafbureau inclusief Bestuurder - Kwaliteit en deskundigheid school- en afdelingsleiders - Vertaling van beleidsplannen - Begroting- en budgetteringscyclus - Sturingsinformatie managementrapportages - Managementstatuut - Administratieve Organisatie en Interne Controle
Laag BL/GE/MC/GC GE/MC/GC/BL BL/GE/MC/GC BL/GE/MC/GC
Gemiddeld
Laag Laag Laag Laag BL/GE/MC/GC
BL/GE/MC/GC BL/GE/MC/GC
Hoog
Laag Laag Laag
BL: Bataafs Lyceum GE: 't Genseler MC: Montessori College Twente GC: Gilde College Op de meeste onderdelen is het oordeel van de schooldirecties over de kans laag. De impact wordt eveneens meestal als laag beoordeeld door het stafbureau. Afwijkende kans score wordt aangetroffen binnen de volgende aandachtsgebieden: §
§
Kwaliteit en deskundigheid schoolleiding. Op de vraag of de schoolleiders zich voldoende toegerust voelen op de aan hen toebedeelde taken, gaven de directies de kans score laag. De vraag in hoeverre de beleidskeuzes tot uiting komen in een meerjarige begroting wordt als laag bestempeld. Deze score is niet verrassend gezien de nauwkeurigheid van de meerjarenramingen, die op bestuursbureau-niveau worden opgesteld.
De onderdelen kwaliteit en deskundigheid school- en afdelingsleiders, begrotings- en budgetteringscyclus en sturingsinformatie managementrapportages resulteren door de combinatie kans en impact in een gemiddeld risico. Op het gebied van de integratie van beleid en financiën in de managementrapportages kan een verbeterstap worden gemaakt om ook in de toekomst aan strengere eisen te kunnen voldoen. 5.3. Personeel Het personeelsbeleid van OSG Hengelo is gericht op de individuele leerkracht en de inzetbaarheid van kwaliteiten binnen de teams. OSG Hengelo hecht grote waarde aan zowel het welzijn van de leerkracht als de professionele ontwikkeling van de leerkracht en de teams. Op nieuwe ontwikkelingen op personeelsgebied anticipeert OSG Hengelo vanuit een beleidsmatige gedachte. Er is nagedacht over de integratie van de functiemix in het functiebouwwerk. Alle scholen beschikken over hetzelfde functiebouwwerk. Uit de gesprekken met de locatiedirecteuren en het stafbureau is naar voren gekomen dat er wel een differentiëring qua gebruik is van dit bouwwerk. Zo heeft het Montessori College Twente de functionaliteiten binnen dit systeem meer uitgediept dan de overige scholen. Kans- en impactbepalinq De volgende onderdelen zijn besproken bij de bepaling van de kans en de impact binnen het aandachtsgebied personeel:
20
Personeel - Leeftijdsopbouw personeelsbestand - Ziekteverzuim -
Procedures ontslag en arbeidsongeschiktheid Invoering actieplan ‘school aan zet’ Kwaliteit en deskundigheid personeel (intern) personeelsverloop Inzicht in ontwikkeling GPL OCW
Kans score Laag GE/MC/BL GE/GC GE/MC MC/BL/GC GE/BL/GC MC/GE BL/GE/MC/GC
Gemiddeld
BL/GC GE MC GE
Impactscore Hoog GC BL/MC
BL
Hoog Gemiddeld Laag Laag Laag Laag Laag
BL: Bataafs Lyceum GE: 't Genseler MC: Montessori College Twente GC: Gilde College Het onderwerp leeftijdsopbouw scoort hoog als gevolg van een combinatie van een hoge kans en een hoge impactbepaling bij het Gilde College. Overige onderwerpen die opvallen qua score zijn actieplan ‘school aan zet’ en ziekteverzuim en in iets lichtere mate kwaliteit personeel. 5.4. Leerlingen De prognose van het aantal leerlingen wordt door OSG Hengelo gemaakt op basis van historische en statistische gegevens en met informatie van het primair onderwijs. Uit de gesprekken met het stafbureau is naar voren gekomen dat men een goed beeld heeft van de te verwachten leerlingenstroom. Periodiek worden de prognoses getoetst aan de werkelijke instroom en worden eventuele discrepanties onderzocht. Een groot deel van de leerlingen komt uit Hengelo en directe omgeving. De instroom uit het primair onderwijs is redelijk constant. De vmbo-vestiging heeft een laag aantal leerlingen, dat op dit moment echter gestaag groeit. Het praktijkonderwijs gaat goed en kan verzekerd zijn van een stabiele instroom. Het Bataafs Lyceum geniet van een goede aantrekkingskracht in de regio. Deze aantrekkingskracht heeft tot gevolg dat de komende jaren het leerlingaantal zal stijgen. De aanmelding aan het Montessori College is in 2011-2012 sterk gedaald. In het afgelopen schooljaar heeft zich een goed herstel afgetekend van de aanmelding op deze vestiging. De concurrentie in het voedingsgebied van OSG Hengelo is redelijk groot. Met name van de kant van de Carmel-scholen wordt op schoolniveau druk ervaren.
Kans- en impactbepaling De volgende onderdelen zijn besproken bij de bepaling van de kans en de impact binnen het gebied van de leerlingenpopulatie:
21
Leerlingen - Demografische kenmerken van de omgeving - Fluctuatie leerlingaantallen - Concurrentiepositie en imago van de school - Incidentele / tijdelijke regelingen OCW
Kans score Gemiddeld BL/MC/GC BL/GC
Laag GE GE GE/MC/GC/BL GE/MC/GE/BL
Impactscore Hoog MC
Hoog Hoog Laag Laag
BL: Bataafs Lyceum GE: 't Genseler MC: Montessori College Twente GC: Gilde College Op basis van de interviews wordt vastgesteld dat het risico op fluctuatie van de leerlingaantallen en de concurrentiepositie als hoog wordt beschouwd. Met name de fluctuaties hebben een hoge kans en impact score. Uit de interviews is gebleken dat de organisatie zich hier bewust van is. 5.5. Huisvesting Ten behoeve van spreiding van kosten wordt jaarlijks een dotatie aan de voorziening onderhoud gedaan. De voorziening is ingesteld ter dekking van de in het meerjarenonderhoudsplan opgenomen onderhoudswerkzaamheden. De staat van de gebouwen van de locaties is verschillend, evenals de ruimtebehoefte. Voor het Gilde College is momenteel een situatie ontstaan waarbij de bezettingsgraad en de uitstraling van het gebouw een risico vormt. Het Gilde College is echter al geruime tijd in afwachting van nieuwbouw, waardoor er begrijpelijk minder wordt geïnvesteerd in de huidige huisvesting. Het Montessori College Twente en het Bataafs Lyceum zijn in staat de leerlingen aantallen in de komende jaren in haar eigen huisvesting op te vangen. Plannen om in samenwerking met het Carmel College een nieuwe vestiging voor vmbo (Gilde College) te bouwen zijn in een verder gevorderde fase van ontwikkeling, maar deze fase kent nog een aantal cruciale onzekerheden.
Kans- en impactbepalinq De volgende onderdelen zijn besproken bij de bepaling van de kans en de impact op het gebied van onderwijs:
22
Gebouwen en activa Laag -
Meerjarenonderhoudsplan (MOP) Dislocaties en/of leegstand Toekomstige investeringen (MIP) Gebouwencapaciteit (m2) Aanpassing onderwijskundige eisen
- Energieverbruik
Kans score Gemiddeld
Impactscore Hoog Laag
GE /BL/MC/GC
Hoog
BL/ MC/GC
GC GE/GC GE
GE/MC
GE/GC GC
Hoog
BL/GE/MC BL/MC BL/MC BL
Gemiddeld Laag Hoog
BL: Bataafs Lyceum GE: 't Genseler MC: Montessori College Twente GC: Gilde College De impact van de ontwikkelingen wordt hoog ingeschat. Op een aantal onderdelen is sprake van een hoge kans en impactscore.
23
6. Vermogenspositie 6.1. Eigen vermogen Het eigen vermogen heeft twee functies: 1. een financieringsfunctie voor het financieren van investeringen; 2. een bufferfunctie voor het opvangen van risico's. De kengetallen die toepasbaar zijn op de vermogenspositie zijn het weerstandsvermogen, de liquiditeit, de rentabiliteit en de solvabiliteit. De kengetallen zijn zowel in absolute als relatieve zin te gebruiken, namelijk als signaleringsgrens en als ervaringswaarde of normgetal. De signaleringswaarde van het weerstandsvermogen wordt voor het voortgezet onderwijs bepaald op een ondergrens van 10% en een bovengrens van 40% van de totale baten (= inclusief financiële baten). 6.2. Financieringsfunctie Het eigen vermogen dient conform de huidige maatstaven groot genoeg te zijn om de huidige bezittingen te vervangen. Deze vervangingswaarde is opgebouwd uit de boekwaarde van de materiële vaste activa en de daarbij behorende spaarliquiditeit. In aansluiting op de cijfers uit het VO-onderzoek van de Inspectie en het rapport van de Commissie Don geven wij de volgende invulling aan de financieringsfunctie: De vervangingswaarde van de materiële vaste activa (exclusief gebouwen en terreinen) wordt geschat op basis van de hoogte van de jaarlijkse baten (exclusief buitengewone baten). Hiervoor is landelijk een percentage vastgesteld van 35%. De totale vervangingswaarde van de materiële vaste activa hoeft niet te worden meegenomen bij de bepaling van het benodigd eigen vermogen, omdat investeringen kunnen worden gespreid. Bij optimale spreiding, wanneer er sprake is van een "ideaal complex", is tenminste 50% van de vervangingswaarde van de materiële vaste activa benodigd.
6.3. Bufferfunctie De bufferfunctie van het eigen vermogen is nodig om risico's op te vangen. De vereiste hoogte van de buffer hangt af van het specifieke risicoprofiel, waaraan deze analyse ten grondslag ligt, en de omvang van het bestuur. Gemiddeld wordt uitgegaan van een percentage van 6%, waarbij niet alle risico's zich gelijktijdig zullen voordoen. Een opstelsom van de risicomarges leidt tot een overschatting van de het totale risico. Daarbij is het van belang dat het niveau van de bedrijfsvoering van de instelling als "voldoende" kan worden gekwalificeerd.
6.4. Benodigd vermogen OSG Hengelo De Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie Don) heeft eind 2009 haar bevindingen en aanbevelingen rondom de kapitalisatie en vermogenspositie van onderwijsinstellingen gepresenteerd. Het begrip weerstandsvermogen is na dit rapport aan slijtage onderhevig. De commissie past een aantal redeneringen toe die voor de onderwijssector redelijk nieuw 24
zijn. De aanbevelingen die hier uit voort komen zullen in de praktijk eerst nog getoetst worden alvorens men de aanbevelingen het geheel dan wel gedeeltelijk van de commissie overneemt. Wij hebben gemeend de aanbevelingen van de Commissie Don in dit rapport mee te nemen om een beeld te geven wat de consequenties hiervan zijn voor het OSG Hengelo. In de volgende paragrafen gaan wij eerst in op de huidige beoordelingssystematiek van de vermogenspositie en vervolgens om de zienswijze van de Commissie Don. 6.4.1. Benodigd vermogen aan de hand van het risicoprofiel Het weerstandsvermogen van OSG Hengelo per ultimo 2011 is 31%, en ligt onder de door de Inspectie gehanteerde signaleringsgrens van 40%. Uit onderhavig onderzoek naar de financiële positie van OSG Hengelo concluderen wij dat het benodigde weerstandsvermogen tussen de 18% en 28% ligt. Dit betekent een eigen vermogen binnen een bandbreedte van € 3.400.000 tot € 5.300.000, gemiddeld € 4.400.000 bij een weerstandsvermogen van 23%. Op grond van het risicoprofiel is een weerstandvermogen van 18% het uiterste minimum. Wij concluderen dat de Stichting OSG Hengelo haar financieel management dusdanig op orde heeft, dat in de meerjarenbegroting 2010-2014 ruimte is om extra investeringen te doen ten laste van het eigen vermogen. Wij adviseren u deze risicoanalyse jaarlijks te herhalen. Door veranderende omstandigheden kan het nodig zijn het benodigde eigen vermogen naar boven bij te stellen of dat er meer ruimte ontstaat om additionele investeringen te doen.
6.4.2. Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen De Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen voorgezeten door prof. dr. Henk Don vermijdt de vaststelling van een norm voor de hoogte van het eigen vermogen en geeft slechts signaleringsgrenzen aan. De overwegingen om dat te doen zijn de volgende: § niet het eigen vermogen en het daarmee samenhangende kengetal weerstandsvermogen zijn bepalend voor de berekening van de positie van een schoolinstelling; § belangrijker is de bepaling van de totale kapitaalsbehoefte: het Totaal Vermogen; § door de totale kapitaalsbehoefte te delen door de totale baten ontstaat de kapitalisatiefactor (TV/TB); § de kapitalisatiefactor is te hanteren als signaal of kapitaal efficiënt wordt benut; § de bovengrens van de factor wordt ingesteld op 35%; § de kapitalisatiefactor is toepasbaar op schoolbesturen die geen economisch eigendom hebben over gebouwen en terreinen; bij uitkomen boven de signaleringsgrens is mogelijk sprake van inefficiënte benutting van kapitaal, zodat er ruimte is om meer kapitaal in te zetten; § financiering van dit extra kapitaal zou meer met vreemd vermogen kunnen gebeuren; § in hoeverre daarvoor ruimte is wordt bepaald door de solvabiliteit en de rentabiliteit. 25
De Commissie introduceert met bovenstaande een set kengetallen voor vermogensbeheer en budgetbeheer. Het vermogensbeheer omvat de verantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling om de totale kapitaalbehoefte te financieren. Het budgetbeheer omvat de verantwoordelijkheid ten aanzien van de capaciteit om tegenvallers op te vangen. De theorie van de kapitalisatiefactor is niet van vandaag op morgen te integreren in het financieel management van onderwijsinstellingen, volgens de Commissie. Het financieel management zal zeker een flinke kwaliteitsimpuls moeten krijgen. De meerjarenbegroting zal een goed onderdeel moeten worden van dat management. De kapitalisatiefactor zal een ontwikkeling doormaken van theoretisch kengetal tot praktisch hanteerbaar kengetal. Kijken we toch even naar de Commissie Don, dan ontstaat een ander beeld. De Commissie Don gaat uit van een bovengrens van 35% voor de som van de vervangingswaarde van de materiële vaste activa (exclusief gebouwen en terreinen) en de buffer-liquiditeit (5 à 6% van de totale baten). Dit percentage (35%) heeft een signalerende betekenis, juist wanneer het in samenhang wordt gezien met een transactieliquiditeit (current ratio) van 1 en een solvabiliteit van 20% en een rentabiliteit >0%. Toegepast op OSG Hengelo betekent dit een kapitalisatiefactor van 44%, een liquiditeit van 3,13, een solvabiliteit van 71% en een rentabiliteit >0. De Commissie Don doet dan wel geen uitspraken over de hoogte van het eigen vermogen, maar we kunnen de uitgangspunten van de Commissie wel gebruiken in een berekening daarvan. Het resultaat van deze berekening is een benodigd eigen vermogen van € 2.900.000 (nu beschikbaar € 6.500.000) met een weerstandsvermogen van 16% (nu beschikbaar 36%). Resulteert in een vermogens surplus van € 3.600.000.
26
7. Managementsamenvatting De risicoanalyse die is uitgevoerd en waarvan hier het rapport ligt, is het resultaat van een documentenanalyse en een kans- en impactbepaling in 2010. Het rapport is geactualiseerd in 2012 aan de hand van de huidige gegevens. Vanuit de documenten zijn de vermogenspositie en de kwantificeerbare risico's onderzocht en beoordeeld. De niet-kwantificeerbare risico's zijn door middel van een kans- en impactbepaling vertaald in een risicoprofiel. De termen kwantificeerbare en nietkwantificeerbare risico's worden in hoofdstuk 3 nader toegelicht. De kans en de impactbepaling zijn tot stand gekomen tijdens twee groep interviews met enerzijds de locatiedirecteuren voor de kansbepaling en anderzijds het stafbureau voor de impactbepaling. De risico's met betrekking tot de bedrijfsvoering waaraan een onderwijsinstelling blootstaat zijn te verdelen in vijf generieke aandachtsgebieden: 1. Leerlingen; 2. Kwaliteit van het onderwijs; 3. Personeel; 4. Organisatie; 5. Gebouwen en activa. Samenvatting: 1. Een positief afwijkende score in de aandachtsgebieden kwaliteit onderwijs en organisatie; 2. Een gemiddelde score in de aandachtsgebieden leerlingen en personeel; 3. Een negatief afwijkende score in het aandachtsgebied gebouwen en activa;
7.1
Kwaliteit onderwijs Ik concludeer dat er binnen het aandachtsgebied kwaliteit onderwijs over het algemeen sprake is van lage kans- en impactscores. Een uitzondering hierop is het Montessori College Twente. Op dit moment wordt dit onderzocht en bijgestuurd.
7.2
Organisatie Op organisatorisch gebied heeft OSG Hengelo haar zaken goed op orde. Er zijn op elk gebied duidelijke procedures omschreven. De besturingsfilosofie van John Carver speelt hier naar onze mening een belangrijke rol in. Het financieel management is van ruim voldoende niveau. De belangrijkste elementen van de Planning en Control, de meerjarenbegroting en de managementrapportages zijn op orde. Er wordt doorgewerkt aan een meer beleidsmatige invulling van de begroting. De management rapportage richting Raad van Toezicht wordt op dit moment verbeterd. Er dient meer gebruik gemaakt te worden door de schooldirecties van de managementinformatie op Profit Web.
27
7.3
Personeel De kans en impactscores kwalificeren de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand als een hoog risico. Ook het ziekteverzuim op het Bataafs Lyceum en het Gilde College geven een hoge risicoscore weer. De cijfers worden geanalyseerd en het beleid wordt aangescherpt om verbeteringen te kunnen realiseren. Het gebied van de functiemix wordt ingevuld. Er zijn geen lopende procedures omtrent ontslag of arbeidsongeschiktheid en de kwaliteit en deskundigheid van het personeel wordt over het algemeen als een laag risico aangemerkt.
7.4
Leerlingen De leerlingenprognoses geven per school een ander beeld. Overall gezien stellen wij dat drie van de vier scholen het qua instroom goed doen en dat een school meer moeite heeft wat een gemiddelde score tot gevolg heeft. De Praktijkschool 't Genseler heeft te maken met een redelijk stabiele instroom van leerlingen. De instroom op het Gilde College stijgt langzaam. Waar 't Genseler weinig tot geen last heeft van concurrentie heeft het Gilde College daar meer last van wat extra aandacht behoeft. Het Montessori College Twente is de laatste jaren fors gegroeid. De toevoeging van de bovenbouw heeft hieraan bijgedragen. De aanmelding is in 2011-2012 gestagneerd. In het schooljaar 2012-2013 heeft zich dit weer redelijk hersteld. Het Bataafs Lyceum is een nieuwe weg ingeslagen en profileert zich nu als Lyceum waar men ook in havo voorziet. De voortzetting van de masterclasses werkt zeer goed uit. De verwachting is dat de aanmelding in de komende jaren groter wordt dan de prognoses aangeven. Toch geven onverwachte fluctuaties in de aanmelding en de concurrentiepositie van het Bataafs Lyceum en het Montessori College Twente reden tot zorg.
7.5
Huisvesting Uit de gegevens komt naar voren dat op het gebied van huisvesting er zich een laag risico voordoet. Een uitzondering hierop is de onzekerheden op het gebied van de huisvesting van het Gilde College. De onderdelen binnen deze categorie worden zowel door de locatiedirecteuren als door het stafbureau als laag tot gemiddeld aangemerkt (over- en/of onder dimensionering van de gebouwen, aanpassing aan onderwijskundige eisen en het energieverbruik). Hetgeen dat procedureel beheerst kan worden door het stafbureau wordt met een lage impact aangemerkt, daarbij valt te denken aan meerjarenonderhoudsplanningen (MOP) en meerjareninvesteringsplanningen (MIP) . Het MOP zal in 2013 – 2014 worden herzien. Het MIP zal meer aandacht dienen te krijgen op de scholen.
28
7.6
Vermogenspositie Wij komen tot de conclusie dat het risicoprofiel van OSG Hengelo laag tot gemiddeld is. Dit correspondeert met een weerstandsvermogen van 18 en 28%. Afhankelijk van maximale inzet van middelen dan wel maximale zekerheid ten behoeve van de continuïteit kan elke gewenst percentage binnen deze bandbreedte als streefwaarde worden genomen. Het risicomanagement van OSG Hengelo beoordelen wij als positief. Wij komen tot deze conclusie op basis van de bestudering van de documentatie en de gesprekken, in de context van de huidige ontwikkelingen op het gebied van financieel management in het Voortgezet Onderwijs.
7.7
Aanbevelingen Het advies is, dat de OSG Hengelo in eerste instantie niet lager gaat dan 25%. Een eventuele afbouw van de huidige 31% naar 25% weerstandvermogen is al redelijk groot. Ten aanzien van mogelijke bestedingsdoelen wordt de Stichting OSG Hengelo geadviseerd te onderzoeken in welke mate middelen kunnen worden aangewend ter beperking van de risico's op het gebied van gebouwen en activa. In het verlengende van eerder genoemde conclusies raden wij OSG Hengelo aan door te gaan op de huidige weg met de versterking van de (openbare) identiteit van de scholen en met de professionalisering van het financieel management.
29
Kwaliteitsverb. onderwijs is aangepast in prestatiebox De inkomsten zijn aangepast
Kwaliteitsverbetering onderwijs / prestatiebox
ESF
Leerplusarrangement
Vevo-project
Projecten
Ouderbijdragen /excursies
Dotatie ADV-spaarverlof
Dotatie uitgestelde BAPO
Dotatie jubileumgratificaties
Detachering uit
312101
312203
312209
321201
322101
3.5.5
412102
412103
412104
412304
De verwachting is dat er meer gebruik gemaakt wordt van detachering 'uit'.
De uitgaven worden aangepast op de dan bekende gegevens over ADV-sparen, spaar-BAPO en jubileum voorzieningen.
De inkomsten en uitgaven van de ouderbijdragen zijn op elkaar afgestemd. De bedragen zijn aangepast aan de bedragen in de nieuwe afspraken t.a.v. de ouderbijdrage.
'projecten', deze post is moeilijk te begroten.
Vevo- projecten lopen af na 2012
Nieuwe regeling Min OC&W
ESF-inkomsten vallen na 2013 weg Inkomsten in 2013 zijn van een aflopend project van ’t Genseler
verschil in inkomsten CFI, veroorzaakt door groter aantal leerlingen
3.1.1
Begrotingspost
8. Verschillen verschuivingen van posten in de begroting 2013 t.o.v. de posten in begroting 2012
Werving en selectie personeel
Kosten nascholing
Bijdrage Arcade
Afschrijving overige jaren
Schoonmaakkosten
Heffingen
412408
412501
412701
422403
4.3.5
4.3.6
investeringen inrichting en verbouwing 't Genseler (in 2014-2015?) extra investeringen nieuwbouw Het Gilde College ( € 600.000) extra investeringen inrichting nieuwbouw Het Gilde College.
* *
investeringen nieuwbouw Het Gilde College 2015 (€ 775.000) investeringen inrichting Het Gilde College ( zie investeringsbegroting)
Er is rekening gehouden in de meerjarenbegroting met:
* * *
Er is geen rekening gehouden in de meerjarenbegroting met:
Vervangingskosten / risicofonds
412407
De heffingen zijn geïndexeerd.
Er is een nieuwe aanbesteding schoonmaak. De verwachting is dat met het contract de kosten hoger worden.
De begroting van de investeringen in 2013 is aangepast, waardoor minder afschrijving.
Het aantal leerlingen op de Arcade is beduidend minder.
Kosten ;lager begroot in 2013 dan in 2012. Er is een vergelijk gemaakt met de werkelijke kosten 2012
De werving van personeel wordt steeds moeilijker. Een gevolg daarvan is dat de kosten van werving en selectie zullen stijgen.
De kosten 2012 zijn niet goed begroot.