Sterk in ontwikkeling
Informatie over de nieuwe koers
1
2 Annemarie:
’Tjitske helpt me af en toe even om de dingen op een rijtje te zetten‘
Sterk in ontwikkeling
Informatie over de nieuwe koers
INHOUD
Sterk in ontwikkeling 5 Meer zelfredzaamheid 7 Doen waar we goed in zijn 8 welke kant gaan we op:
Cliënten Doen meer zelf 12 Medewerkers Hebben de ruimte 16
Marian: Organisatie Is eenvoudiger 20 Financiën Voorbereid op de toekomst 23 Doelen voor 2013 -2015 25
’Op mijn werk leer ik elke dag weer wat bij‘
Sterk in ontwikkeling Sterk in ontwikkeling: dat is waar we goed in zijn. We moedigen cliënten en medewerkers aan meer uit zichzelf te halen en zich sterk en ambitieus te ontwikkelen. Deze lijn zetten we door in de komende periode, die boeiend en spannend is. Boeiend omdat er veel kansen zijn voor nieuwe ontwikkelingen. Spannend omdat er veel verandert in de zorg – met de nodige onzekerheden. Onze visie is altijd al gestoeld op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Dat verlangt ook de overheid meer en meer. De kosten in de gezondheidszorg zijn vooral door de vergrijzing op termijn niet meer op te brengen. De economische crisis draagt bij aan een versnelde invoering van nieuwe plannen. Wie begeleiding of zorg nodig heeft, doet eerst een beroep op familie, vrienden en vrijwilligers. Professionals zijn aan zet als het eigen netwerk niet langer toereikend is.
Het overheidsbeleid sluit aan bij de maatschappelijke ontwikkeling. Het is wat wij ook al jaren doen: uitgaan van de mogelijkheden en alleen ondersteunen waar dat nodig is. Dit gaan we nog meer doen. Bij minder budget komen andere waarden sterker in beeld. Eigenschappen als vindingrijkheid, creativiteit, initiatief en durf. Die zetten we in om nieuwe vormen van begeleiding en zorg te vinden, die minstens zo goed zijn als we nu bieden. Wij zien mogelijkheden, want we vertrouwen op de kracht van cliënten, familie, vrienden, vrijwilligers, medewerkers en onze samenwerkingspartners. Samen zijn we sterk in ontwikkeling. Ella van Lingen en Hans Voogt, raad van bestuur
5
6
Harm:
’Mooi hè. De zaadjes heb ik zelf nog in de grond gedaan‘
Meer zelfredzaamheid Om begeleiding en zorg te bieden aan mensen die echt niet zonder kunnen, is het nodig anders naar het ‘zorgsysteem’ te kijken. Dat is de kern van het overheidsbeleid dat in 2012 is ingezet. Nederland vergrijst snel en het aantal chronisch zieken neemt toe, waardoor op termijn de mensen en de middelen ontbreken om iedereen professioneel bij te staan. De overheid verwacht van alle burgers meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leefstijl en een grotere zelfredzaamheid. Mensen die ondersteuning nodig hebben, doen eerst een beroep op familie, vrienden en vrijwilligers. Als die het niet (meer) redden, kan om een voorziening worden gevraagd. Gemeenten krijgen geld van de overheid om die hulp en ondersteuning in de eigen omgeving mogelijk te maken. Nu wordt vrijwel alles betaald uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Dat gaat deels naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die wordt uitgevoerd door de gemeenten. Overigens ontvangen gemeenten van de overheid minder geld dan nu via de AWBZ beschikbaar is. Veel mensen met een lage zorgzwaarte krijgen met deze verandering te maken (zie het kader). Gemeenten beoordelen hun aanvragen voor ondersteuning en zoeken professionals voor een passende begeleiding.
Van AWBZ naar Wmo De begeleiding en behandeling van mensen met een beperking wordt nu grotendeels uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) betaald. Zwaardere AWBZ-vormen, zoals ‘wonen’ voor cliënten met de hoge zorgzwaartepakketten (ZZP)* blijven onder de wet- en regelgeving van de AWBZ vallen. De lage ZZP’s**, de extramurale behandeling en de ambulante dienstverlening, krijgen op kortere of langere termijn te maken met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Zorgverzekeringswet. Voor cliënten met een verstandelijke beperking en een ZZP VG 3, wordt de zorgzwaarte bepalend of zij al dan niet naar de Wmo overgaan. Overigens gelden de veranderingen voor nieuwe cliënten. Nieuwe cliënten met lage ZZP’s gaan zelf hun woonruimte huren (of kopen). De extramurale dagbesteding voor volwassenen vervalt per 1 januari 2015. Het is nog niet bekend of de dagbesteding voor kinderen met een verstandelijke beperking van de AWBZ wordt overgeheveld naar de Jeugdwet of naar de Wmo. De (verblijfs)zorg voor jongeren met een verstandelijke beperking die naar verwachting levenslang zijn aangewezen op zorg, blijft onder de AWBZ vallen. * Hoge ZZP’s: VG 4 tot en met 8, LG 2 en LG 4 tot en met 7 ** Lage ZZP’s: VG 1, VG 2 en gedeeltelijk VG 3, LG 1 en 3
7
doen waar we goed in zijn Hart van onze visie Zo zelfstandig mogelijk leven (zelfstandigheid), meedoen in de samenleving (sociale participatie) en je goed voelen (welzijn). Dat zijn pijlers van de kwaliteit van bestaan, die het hart raken van onze visie en die medewerkers in zich dragen. Mensen met een beperking ontdekken hun mogelijkheden, geven vorm aan hun ambitie en kiezen zelf, aangespoord en begeleid door onze medewerkers.
8
Een thuis Deelnemen, erbij horen. Je veilig voelen in je eigen omgeving. Daarbij past een eigen thuis, van waaruit activiteiten ontplooid worden in de directe omgeving of verder weg. Mensen met een beperking beslissen zelf. Waar woon je? Met wie en hoe? We stimuleren hen zelf hun regels te bepalen – binnen maatschappelijk aanvaarde normen. Wij bieden woonruimte aan of cliënten huren (of kopen) zelf.
Onze missie Reinaerde ondersteunt midden in de samenleving mensen met een beperking bij het ontwikkelen van hun eigen kracht. We bieden begeleiding die uitgaat van wat mensen kunnen. Onze ondersteuning varieert van tijdelijke begeleiding tot langdurige zorg en behandeling. We staan mensen bij in iedere levensfase: kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. We stemmen onze begeleiding af op de lokale situatie en werken nauw samen met andere hulpverleners en organisaties. Onze medewerkers hebben veel kennis en kunde van het werken met mensen met een beperking.
9
Johan:
’Woooh, we hebben samen echt lekker gekookt‘
10
Simon:
’Het is hier in het magazijn wel keihard werken hoor‘
doen waar we goed in zijn
Betekenisvol werk
Professioneel, respectvol en ondernemend
Werken en leren maken het leven interessant, belangrijk en kleurrijk. Het geeft structuur aan de dag. Het is belangrijk dat mensen met een beperking werk hebben of een betekenisvolle dagbesteding. Je betekent iets voor een ander en je bent belangrijk. Onze dagbesteding en het activiteitenaanbod stimuleert mensen zich te ontwikkelen en verantwoordelijkheid te dragen.
Onze medewerkers hebben de juiste kennis, houding, ervaring en opleiding om onze afspraken met cliënten, familie en vrijwilligers, gemeenten en andere partners waar te maken. We werken vanuit de kernwaarden professioneel, respectvol en ondernemend. Met de cliënt bespreken we de begeleiding die hem het best past en we bekijken steeds wat mogelijk is.
11
Goed in gesprek Goede zorg begint met een goed gesprek. We beginnen altijd met het maken van afspraken. Wat kan een cliënt zelf? Hoe kan zijn netwerk hem ondersteunen? Wat wil hij leren? En we stimuleren medezeggenschap voor cliënten en hun vertegenwoordigers om ons – en anderen – alert te houden.
Reinaerde ondersteunt midden in de samenleving mensen met een beperking bij het ontwikkelen van hun eigen kracht
cliënten Doen meer zelf Lokaal geregeld
12
Uitgangspunt van de nieuwe regelgeving in de Wmo is dat de ondersteuning van mensen met een laag zorgzwaartepakket lokaal en in samenhang is geregeld. Gemeenten voeren de regie en zoeken passende begeleiding voor inwoners die met een hulpvraag komen. Gemeenten kunnen zorgorganisaties inschakelen en het is aannemelijk dat ze vooral organisaties vragen die sterk lokaal actief zijn en zijn ingebed in de plaatselijke samenleving. Waar gemeenten bij hun keuze op letten is nog niet bepaald. We gaan ervan uit dat gemeenten beoordelen op maatschappelijke verantwoordelijkheid, prijs en wederkerigheid: doen mensen met een beperking mee in de samenleving en zijn de werkzaamheden zinvol voor de gemeenten.
Voorbereid op veranderingen We hebben twee belangrijke uitdagingen. Ten eerste willen we de gevolgen van de veranderingen in de begeleiding van cliënten zo goed mogelijk opvangen. Ten tweede willen we het risico op het wegvallen van arbeidsplaatsen voor medewerkers beperken. Er zijn al bezuinigingen en er komt nog
meer aan. Het is bovendien onduidelijk welke dienstverlening gemeenten van ons verlangen. Om te zijn voorbereid op grote schommelingen in de vraag naar onze diensten, maken we onze organisatie flexibeler. We stoppen met diensten die niet direct zijn gericht op begeleiding en zorg van cliënten.
Variatie per gemeente Gemeenten gaan de ondersteuning van mensen met een beperking op verschillende manieren organiseren. Het is belangrijk dat we actief deelnemen in lokale netwerken en nauw en duurzaam samenwerken met onder meer huisartsen, welzijnsorganisaties, onderwijsinstellingen en ondernemers. Deze samenwerking kan variëren. We gaan ervan uit dat we elkaar langdurig nodig hebben. We zijn bereid het voortouw te nemen of ons aan te sluiten bij andere initiatieven.
Het is belangrijk dat we actief deelnemen in lokale netwerken en nauw samenwerken
13
Marie:
’Ik vind het super om met de kleintjes te knutselen en te puzzelen‘
14
Brigitte:
’Het lukt Raimy en Joran iedere week weer een stukje sneller‘
cliënten Doen meer zelf
Eigen netwerk
Jeugdzorg: krachten bundelen
Meer nog dan voorheen maken cliënten de komende jaren gebruik van hun eigen mogelijkheden en eigen netwerk. Wij ondersteunen hen daarin door een deel van onze taken actief over te dragen aan cliënten, mantelzorgers en vrijwilligers. We zien daarbij kansen om met familie en vrienden de cliënt bij te staan in zijn eigen omgeving.
Een nauwe samenwerking met andere partners in de jeugdzorg – ook juridisch – is essentieel om de begeleiding van kinderen verder te verbeteren. Door deskundigheid te bundelen en samen te werken met anderen, raakt het aanbod niet versnipperd en worden we een aantrekkelijke partner voor gemeenten. Onze medewerkers hebben specifieke kennis van jeugdigen met een beperking. We hebben een klein onderdeel jeugdzorg en we bieden deze expertise graag in een netwerk aan.
Dagbesteding essentieel We zijn goed in zowel dagbesteding als in toeleiding naar werk. De extramurale dagbesteding blijft tot 1 januari 2015 in het AWBZ-pakket en gaat daarna over naar de Wmo. Hoe deze dagbesteding er na die datum precies gaat uitzien is nog onbekend. Gemeenten krijgen te maken met een budgetkorting van tenminste 25 procent. We blijven ons sterk maken voor zinvol werk en een betekenisvolle dagbesteding. Dit is erg belangrijk voor de kwaliteit van bestaan van mensen met een beperking.
Gemeenten krijgen te maken met een budgetkorting van tenminste 25 procent
Organiseren van behandeling Sommige cliënten komen bij de overgang naar de Wmo niet meer in aanmerking voor behandeling. Een deel van deze mensen heeft specialistische hulp van bijvoorbeeld een psycholoog of fysiotherapeut nodig. Wij willen aantrekkelijke nieuwe vormen van dienstverlening hiervoor opzetten door met lokale partners eerstelijns paramedische en psychologische zorg te te organiseren. Zo kunnen mensen ruimer kiezen welke specialistische hulp het best past.
15
medewerkers Hebben de ruimte Meer gevraagd, meer geboden
In gesprek Uit gesprekken die we met medewerkers, cliënten en hun vertegenwoordigers voerden, merkten we dat er grote overeenstemming is over onze toekomstplannen, waarmee we actief inspelen op de veranderingen.
16
De onzekerheid die de stelselwijziging en de bezuinigingen voor cliënten en medewerkers met zich meebrengen, kunnen we niet helemaal wegnemen; wel zorgen we dat we
De medewerkers maken de dienstverlening aan cliënten waar. In de nieuwe situatie wordt intensiever samengewerkt met partners op lokaal niveau en vertegenwoordigen medewerkers onze organisatie vaker dan nu het geval is naar buiten toe. In overleg met andere zorgverleners en mantelzorgers bijvoorbeeld. Er komt meer ruimte om het werk zelf in te vullen. Los van vakkennis, vragen we van medewerkers initiatief en verantwoordelijkheid. We zorgen ervoor dat iedereen zich de competenties eigen kan maken die nodig zijn voor nieuwe taken. Medewerkers ontwikkelen zich tot professionals ‘nieuwe stijl’.
optimaal zijn voorbereid op onze kerntaak:
Duurzame inzet
ondersteuning bieden aan mensen met een
Om medewerkers te ondersteunen in hun soms andere rol en taken, zorgen we voor scholing en aantrekkelijke werkomstandigheden. We kunnen onze dienstverlening alleen waarmaken als de medewerkers zich prettig voelen en goed zijn toegerust. We streven naar een duurzame inzet van onze mensen en continuïteit in de begeleiding van cliënten. Toch kan het zijn dat bij de overgang van AWBZ naar Wmo werkgelegenheid verloren gaat,
beperking.
17 Nana:
’Joost is graag buiten. Hij ziet dingen die mij niet eens opvallen‘
Ans:
18
’Sophie kan zo genieten. Ik heb daar elke dag plezier van‘
medewerkers Hebben de ruimte
als een gemeente besluit vormen van ondersteuning te versoberen of door andere organisaties te laten uitvoeren.
Werkrelaties vernieuwen In de uitvoering van de het werk krijgen de teams meer verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de dienstverlening en de financiën. We werken met concrete verwachtingen over resultaten. We vernieuwen werkrelaties en werkverbanden. Flexibiliteit van zowel medewerkers als organisatie is daarbij noodzakelijk. Als van medewerkers meer wordt gevraagd, mag dat ook worden verwacht van de organisatie. We investeren in innovatieve combinaties van werk die passen bij deze nieuwe manier van werken en die aantrekkelijk zijn voor medewerkers. We willen niet alleen een heel goede dienstverlener zijn, maar ook een heel goede werkgever.
Zelf verantwoordelijk Een nieuwe manier van werken vraagt om een andere manier van leidinggeven. We groeien toe naar een situatie waarin managers eigen verantwoordelijkheid, initiatief en creativiteit
van medewerkers sterker stimuleren. In een open organisatiecultuur is daar ruimte voor. Managers maken afspraken met hun teams over kwaliteitseisen en prestaties. Ze coachen resultaatgericht. Van managers verwachten we ook dat ze actief op zoek gaan naar samenwerkingsverbanden met andere partners om onze dienstverlening optimaal te kunnen blijven uitvoeren.
Los van vakkennis, vragen we van medewerkers initiatief en verantwoordelijkheid
19
Organisatie Is eenvoudiger
20
Werkprocessen vereenvoudigen
Betere informatievoorziening
Om de dienstverlening goed en effectief te kunnen uitvoeren maken we werkprocessen eenvoudiger. Bijvoorbeeld door het aantal formulieren terug te brengen of te digitaliseren. Er komen duidelijker werkafspraken voorzien van heldere kaders. We organiseren dit lokaal en regionaal. Daarnaast komen er aanvullende werkprocessen om goed te kunnen samenwerken met andere organisaties en aan te sluiten op de nieuwe regelgeving. Ook voor ondersteunende processen zoals kwaliteitsbewaking, veiligheid en risicobeheersing passen we gebruiksvriendelijkere systemen toe.
Goede informatie is onmisbaar om cliënten optimaal te kunnen begeleiden. We hebben actuele en betrouwbare informatie nodig. We verbeteren de informatievoorziening en versterken en vernieuwen de ICT-infrastructuur. Samen met Carante Groep en ICT-partner Amerpoort pakken we dit programma stapsgewijs aan.
Ronde venen, stichtse vecht, woerden, montfoort, oudewater
Utrecht
zeist
ijsselstein, lopik
nieuwegein, vianen
woudenberg
houten
De bilt, wijk bij duurstede, Utrechtse heuvelrug, bunnik
Veenendaal, renswoude, rhenen, foodvalley
We willen zo lokaal mogelijk werken
Dichtbij en bekend Ons uitgangspunt is om cliënten bij te staan in hun eigen omgeving met gezichten die bekend zijn. We willen zo lokaal mogelijk werken en organiseren ons in regio’s. Daarmee sluiten we beter aan op de nieuwe situatie, waarbij gemeenten voorzieningen via de Wmo regelen. De verantwoordelijkheden komen lager in de organisatie te liggen en een aantal managementlagen verdwijnt. Ook ondersteunende diensten worden anders georganiseerd. We brengen dagelijkse werkprocessen meer met elkaar in samenhang. Waar nodig voeren we decentrale ondersteuning door; bij risicovolle of noodzakelijke processen zoals de financiële administratie, kiezen wij voor centrale ondersteuning.
Louise:
’Lekker met vrijwilligers en de kinderen naar het park‘
21
Jacqueline: 22
’Alleen aanraken geeft Earvim al een hoop rust‘
financiën Voorbereid op de toekomst Financieel gezond Om cliënten continuïteit en stabiliteit in hun begeleiding te geven, is het nodig om duurzaam financieel gezond te zijn. We verminderen onze indirecte en overheadkosten. Het is niet te voorzien hoeveel diensten we behouden als onderdelen overgaan van de AWBZ naar de Wmo. Afgezien daarvan, hebben we te maken met stevige budgetkortingen. We richten onze organisatie flexibel in, zodat we kunnen inspelen op de hoeveelheid werk.
Verlagen overheadkosten Begin 2013 heben we onderzoek laten doen naar de overheadkosten. Die bleken relatief hoog te zijn. Samen met het feit dat onze organisatie met lagere budgetten te maken krijgt, dwingt ons dat tot directe actie. Binnen twee jaar zijn de overheadkosten teruggebracht naar een niveau onder het gemiddelde.
met de gebouwen af op de nieuwe situatie. De verwachting is dat gemeenten na 1 januari 2015 dagbesteding veelal in eigen locaties zullen laten uitvoeren. In de nieuwe regelgeving worden de vergoedingen voor begeleiding en wonen gescheiden voor mensen met een laag zorgzwaartepakket. We willen ons voor deze cliënten concentreren op de begeleiding. Om die reden gaan we gebouwen van de hand doen en op zoek naar corporaties die de huisvestingstaak op zich nemen. De huidige marktomstandigheden zijn echter moeilijk. Om deze periode te overbruggen richten we tijdelijk een verhuurorganisatie in.
23
Investeren in kennis Komende jaren investeren we in financiële kennis en kunde van onze medewerkers,
Minder vastgoed
omdat we ons meer bewust moeten
We hebben aantrekkelijke woningen, werk- en dagbestedingsruimten voor cliënten. Omdat de regels veranderen, stemmen we onze plannen
zijn van de inkomsten en de uitgaven. Daarnaast gaan we aanbestedingen en contracten voorbereiden.
24
Joke:
’Muziek maakt heel wat los bij Patric‘
Doelen voor 2013-2015 Het jaar 2013 staat in het teken van de noodzakelijke voorbereidingen op de overgang van de AWBZ naar de Wmo. In de jaren 2014-2015 zijn de resultaten van die voorbereiding in de praktijk gebracht. Vanuit vier perspectieven in deze verkorte versie van het strategisch beleidsplan formuleren we de doelen kort en bondig.
1
Cliënten Doen meer zelf Cliënten nemen deel aan de lokale samenleving. Wij ondersteunen hen in het ontwikkelen van hun eigen kracht. We treffen maatregelen en voorbereidingen om de decentralisatie vorm te geven. We hebben in samenwerking met ketenpartners een aantrekkelijk aanbod voor cliënten en gemeenten samengesteld. De kwaliteit van de dienstverlening is verhoogd.
2
Medewerkers Hebben de ruimte
3
Organisatie Is eenvoudiger
4
Financiën Voorbereid op de toekomst
Onze medewerkers zijn goed voorbereid en toegerust op hun nieuwe Wmo-taken. Ze ontwikkelen zich creatief en ondernemend tot professionals ‘nieuwe stijl’. De professionele ondersteuning en zorg voor onze doelgroepen is verstevigd. Medewerkers hebben een grotere eigen betrokkenheid en verantwoordelijkheid bij kwalitatieve en financiële resultaten.
We hebben een nieuwe organisatiestructuur die past bij de strategische doelstellingen. Werkprocessen zijn vereenvoudigd en verbeterd. Gebruiksvriendelijke systemen voor kwaliteit, veiligheid en risicobeheersing zijn beschikbaar. We voeren de verbetering van onze informatievoorziening en de ICT-infrastructuur stapsgewijs uit.
We zijn financieel gezond en sturen op verantwoorde kengetallen. De dienstverlening is zowel in kwaliteit als in prijs aantrekkelijk. Onze gebouwen zijn afgestemd op de nieuwe situatie.
25
Colofon Sterk in ontwikkeling Dit is een verkorte versie van het Strategisch beleidsplan 2013-2015
Redactie en vormgeving BLADEN&CO, Utrecht Fotografie Tjitske Sluis, Inge Hondebrink, Reinaerde Drukwerk Drukkerij Atlas, Soest Juni 2013
Namen van cliënten en medewerkers zijn soms gefingeerd.
Europalaan 310 3526 KS Utrecht
Postbus 3364 3502 GJ Utrecht
27
Pieter:
’Het is fijn om Sjoerd vaak thuis te hebben. We zijn dol op Lego‘
28