SECTORSTUDIE INSTALLATEURS 2014
77% van installateurs noemt zonneb als meest succesvolle verplichte In de maanden juni en juli onderwierp Bouwunie-Installateurs een groep van 211 installateurs, werkzaam in de branche van sanitaire, verwarmings-, airco- en andere technieken aan een uitgebreide bevraging. Om een neutraal beeld te kunnen vormen op het sectorgerichte ondernemerslandschap, werden er ook nietleden betrokken in deze bevraging.
Het was evident dat we onze vragen vooral richtten op de nieuwe tendensen en de daaraan gekoppelde toekomstverwachtingen van onze technische ondernemers. Anders dan andere jaren hebben we het panel ook naar hun commerciële benadering van de consumentenmarkt gevraagd. De resultaten van deze enquête geven ons de kans om onze dienstverlening en initiatieven op een gerichte manier bij te sturen waar nodig, alsook om de aangebrachte aandachtspunten mee te nemen in de diverse overlegorganen voor de bouwtechnische branche. Welk beeld kunnen we schetsen van de deelnemende installateurs? Aan de hand van persoonlijke vragen kunnen we volgend beeld schetsen van de ondervraagde Vlaamse installatiebedrijven en hun zaakvoerders 1. In de volgende grafiek merken we dat een grote groep van 36% 1 à 4 werknemers telt, gevolgd door de groep van 27% zelfstandigen zonder personeel en 20% die 5 à 9 werknemers telt. Ongeveer 1,5 op 10 bedrijven telt 10 of meer werknemers. (zie grafiek 1) 2. Het gemiddelde bedrijf bestaat ongeveer 27 jaar. Dit kan een zelf opgestart bedrijf zijn uiteraard, maar ook verworven zijn door overname, door opvolging van vader op zoon, enz. Van een echte vergrijzing kunnen we niet spreken want de gemiddelde leeftijd van de zaakvoerder is 46 jaar. Deze zaakvoerder is op zijn beurt gemiddeld reeds 15 jaar de roerganger van het bedrijf. 3. Als we vragen welk diploma de zaakvoerder heeft behaald, dan zien we dat een derde van deze doelgroep uit het
34
BOU WNIE U W S • 10 S E P T E MBE R 2 014
eboiler en warmtepomp hernieuwbare-energie-techniek technisch secundair onderwijs is doorgestroomd naar het zelfstandig statuut, gevolgd door een groep van 24%, die een hogere opleiding van het korte type heeft gevolgd (bijvoorbeeld een A1 of bachelorrichting). Andere gevolgde richtingen zijn het 7de specialisatiejaar (12%), universitaire studies (12%), BSO (9%) of leertijd (5%). Een minderheid van 4% komt uit andere richtingen, vooral uit een andere secundaire opleiding. (zie grafiek 2)
Grafiek 1: Het aantal werknemers binnen het installatiebedrijf 40% 35%
36%
30% 25%
27%
20% 20%
15% 10% 5%
De particuliere renovatiemarkt is de belangrijkste markt voor installateurs Ook voor de installatiesector zijn het harde tijden. De crisis en de afwachtende houding van mogelijke investeerders dragen hierbij uiteraard de grootste verantwoordelijkheid. We peilden daarom naar de op dit moment belangrijkste markt waar onze installateurs in actief zijn. Met kop en schouders steekt de particuliere renovatiemarkt er bovenuit. 95% van de ondervraagden zegt op deze markt actief te zijn, waarbij maar liefst 68% van die groep aangeeft dat dit zelfs hun belangrijkste markt is. Ook bij nieuwbouw blijkt de particuliere markt een belangrijke speler. 82% van de installateurs is op deze markt actief, waaronder 14% van hen aangeeft dat dit hun grootste broodwinning is. (zie tabel 1)
De installateur speelt in op de behoeften van de markt Tot voor de jaren 2000 zag het landschap van de bouwtechnieken er geheel anders uit dan nu. Nieuwe en innoverende technieken, veelal opgelegd door de strengere re-
11%
5%
1%
0% geen werknemers
1 tot 4 5 tot 9 werknemers werknemers
10 tot 19 werknemers
20 tot 50 werknemers
meer dan 50 werknemers
Grafiek 2: Opleidingsniveau van de zaakvoerder andere
4%
Hogere opleiding, lange type
12%
Hogere opleiding, korte type
24%
Leertijd
5%
7de specialisatiejaar
12%
TSO
34%
BSO
9%
0%
5%
Tabel 1
NIEUWBOUW
RENOVATIE
35
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Actief op deze markt
Hoofdmarkt?
Particuliere markt
82%
14%
Projectmarkt
37%
12%
Overheidsmarkt
10%
0,5%
Particuliere markt
95%
68%
Projectmarkt
29%
3%
Overheidsmarkt
13%
1%
BOU WNIE U W S • 10 S E P T E MBE R 2 014
SECTORSTUDIE INSTALLATEURS 2014
van de condensatieketel op gas (resp. 92%), maakt de zonneboiler steeds meer deel uit van de dagelijkse activiteiten (80%), gevolgd door de condensatieketels op mazout, de individuele toestellen en pelletsystemen. De warmtenetten zijn in dit opzicht eerder weggelegd voor enkelingen binnen de branche. (zie grafiek 4) We weten al langer dan vandaag dat “sanitaire werken” voor een zeer groot deel uitmaken van het takenpakket van de installatiebranche. (Zie grafiek 5) We weten inmiddels dat de tak “warmtepompen” (aandeel 67%) al een groot deel uitmaakt van de activiteiten van de installateur. Ongeveer 50% plaatst warmtepompen van het type LL, LW en WP-boilers. Met een aandeel van een 35% ligt er nog een markt open voor de Warmtepomp WW en geothermie. (Zie grafiek 6) Voor de groep van 65% installatiebedrijven die de “gecombineerde toestellen” plaatsen, blijkt de combinatie condensatieketel/ thermische zonnepanelen het populairst, gevolgd door de combitoestellen WP/condensatieketel. De hybridesystemen lijken, met een aandeel van 23%, het minst in het aanbod te passen. (Zie grafiek 7) 2 op de 3 installatiebedrijven, plaatst “ven-
gels en het bewuster worden van de ecologische voetafdruk die milieuonvriendelijke technieken teweeg brengen, hebben de installatiesector op een geheel ander niveau gebracht dan voorheen. Waar de op dat moment voor velen de onbekende condensatietechniek begin jaren 2000 zijn intrede deed binnen het bouwen renovatiegebeuren, zijn we op heden nog meer tussenstadia van innoverende en hoog technische toestanden gepasseerd. Uit andere bevragingen en ervaringen blijkt immers ook dat de installatiesector zichzelf steeds, zonder enige tussenpauze, moet bijscholen en waar nodig zijn activiteiten moet bijstellen op de vraag van de markt en de door de overheid opgelegde milieuregels. Wel, hoe ver staan we nu? Welke installatietechnieken heeft onze ondervraagde installateur inmiddels onder de knie en welke kan hij reeds aan zijn klant aanbieden? Als we de aangeboden technieken globaal bekijken dan merken we dat er sprake is van generalistisch ondernemen. (Zie grafiek 3) Als we dieper ingaan op de verschillende takken dan krijgen we volgende resultaten te zien: Voor het onderdeel “verwarming” (94% aandeel): naast het hoofdaandeel
Grafiek 3: Installatiebranche speelt in op de markt
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Ve
r
rm wa
ing
r
t uim
es
en
s
it an
air
Grafiek 4: Verwarming voor ruimtes of sanitair warm water (94%) Cond. op gas
Ind. toest. op mazout
Zonneboilers
Pelletketels
Cond. op mazout
Pelletkachels
Cond. op mazout
Warmtenetten
92% 80% 68% 68%
40% 19%
6%
13%
Grafiek 5: Sanitair (88%) Sanitaire installaties Badkamerinrichting Ind. installatiewerkzaamheden 85%
79% 33%
Grafiek 6: Warmtepompen (67%)
94% 88%
WP lucht-water
WP water-water
WP-boilers
Geothermie
WP lucht-lucht
67% 65% 65%
54%
51%
42%
36%
33%
28% 22% 17% 14% 6%
wa
rm S
wa
it an
ter
air
et
ec
ie hn
ke
n
Wa
rm
te
m po
pe
Hy
n
bri
de
te sys
Ait
co
n
me
n
io dit
V nin
ti en
ge
lat
uc nl
ie htb
eh
d an
eli
ng Ele
ic ktr
ite
it PV
n -pa
WK
36
ele
n Ke
n
/pf
M
o icr
WK
K D
o om
tic
4%
a An
de
re
BOU WNIE U W S • 10 S E P T E MBE R 2 014
tilatiesystemen”. Binnen deze groep plaatst zelfs iets meer dan de helft het systeem D met warmterecuperatie, op ongeveer gelijke hoogte gevolgd door de het alom bekende systeem C, systeem D en het vraaggestuurd systeem C. (Zie grafiek 8) De laatste groep van activiteiten die we uitlichten, plaatsen we onder de noemer “Di-
Grafiek 7: Hybride systemen 65%
Thermische zonneboiler, warmtepomp en PV-paneel grote winnaars binnen het verplicht aandeel hernieuwbare energie bij nieuwbouwprojecten
Combi van cond/therm. zonnepanelen Combi van cond/WP Combi WP/ventilatie
58% 49% 23%
Grafiek 8: Ventilatiesystemen (65%)
Vent. D met warmterecuperatie
Vanaf dit jaar moeten alle nieuwbouwwoningen een minimum aandeel hernieuwbare energie bevatten. De bouwheer kan hierbij kiezen uit 6 systemen. Indien geen van deze mogelijk is, dan moet hij zijn woning extra energiezuinig maken door het E-peil te verlagen met 10 punten t.o.v. de op dat moment van kracht zijnde eisen. Wat denkt de installateur hierover? We vroegen hem welk systeem het meest succes zal kennen.
Met grote voorsprong komen de thermische zonnepanelen (zonneboilers) (volgens 40% van de ondervraagden) en de warmtepomp (volgens 37% van hen) op de eerste en tweede plaats te staan. 17% van hen denkt dan weer dat de klant in eerste instantie zal kiezen voor zonnepanelen. Als tweede keuze krijgen we de warmtepomp op de eerste plaats en de thermische zonnepanelen op de tweede plaats te zien, gevolgd door de PV-panelen.
Grafiek 10: Verplicht aandeel hernieuwbare energie, wat kiest de klant?
Vent. D Vent. C vraaggestuurd
Vent. C Eerste keuze
40% 54%
48%
47%
Tweede keuze
37% 43%
36%
32%
22% 17%
Grafiek 9: Diversen Airconditioning
WKK en/of micro WKK
Elektriciteit
Domotica
thermische zonnepanelen
PV-panelen
warmtepomp
PV panelen
28% 22% 17%
14% 6%
versen”. Deze vormen nichemarkten binnen onze doelgroep. De taken worden immers ook in grote mate uitgevoerd door anderen die niet onder de doelgroep van deze bevraging vallen en enkel deze activiteiten uitvoeren. Ofwel zijn de installateurs hierin gespecialiseerd, ofwel zorgen deze voor een diversificatie van hun activiteitenpakket. (Zie grafiek 9)
Installatiesector ziet verplicht aandeel hernieuwbare energie als een must voor de toekomst 60 op 100 ondervraagde installateurs vinden de verplichting om te investeren in hernieuwbare energie een goede maatregel. Enerzijds zijn ze positief omdat ze deze technieken als een evident beeld zien voor de toekomst (volgens 30 op 100 installateurs), anderzijds omdat de klant op lange termijn financieel voordeel haalt uit deze techniek (volgens 24 op 100 installateurs) of omdat 37
BOU WNIE U W S • 10 S E P T E MBE R 2 014
dit meer werk oplevert voor de branche (zegt 6 op 100 installateurs). Het derde deel van de ondervraagden dat eerder tegen deze verplichting is, heeft problemen met het dreigend onbetaalbaar worden voor nieuwbouwkandidaten (volgens 32% van de ondervraagden). De andere 8% is gewoon tegen, zonder reden.
SECTORSTUDIE INSTALLATEURS 2014
Binnen het grotere geheel van systemen werkend op hernieuwbare energie, zullen weeral de warmtepomp en de zonneboiler de grootste stijging kennen in het orderboekje van de installateur Verwacht werkvolume bij renovatie en nieuwbouw (indien van toepassing) sterke stijging
stijging
gelijk
daling
sterke daling
Warmtepomp
1%
41%
44%
12%
2%
ventilatie systeem C
2%
7%
54%
28%
9%
ventilatie systeem D
3%
35%
48%
12%
2%
Zonneboiler
3%
34%
47%
14%
2%
PV-panelen
3%
18%
36%
30%
13%
condensatieketel op gas
3%
21%
57%
16%
3%
condensatieketel op mazout
1%
6%
37%
44%
12%
pelletkachel of -ketel
2%
15%
55%
24%
4%
Volgens 42 op de 100 ondervraagden zal de warmtepomp de grootste stijging kennen in het orderboekje, voor de periode van het najaar 2014 en voorjaar 2015. Op de tweede plaats komt het
ventilatiesysteem D volgens 38 op de 100 ondervraagden. 37 op de 100 zegt ons dat de thermische zonnepanelen de grootste stijging zullen kennen in het orderboekje.
Klanten kiezen (vrijwillig) voor energiebesparing, indien er premies en andere voordelen aan vast hangen Uit een eerdere rondvraag bleek dat het wegvallen van verschillende premies m.b.t. energiezuinige investeringen, heeft geleid tot een sterke terugloop op het vlak van verkoop van energiezuinige systemen. Is deze tendens nog steeds voelbaar? Volgens de installatiesector wel. 72 % van de ondervraagden vindt het aanbieden van financiële stimuli noodzakelijk tot absoluut noodzakelijk om de klant te overhalen. 23% vindt het niet echt noodzakelijk maar wel mooi meegenomen om de klant te overtuigen, terwijl een minderheid van 5% dit niet nodig vindt. Vooral de gerichte premies (zegt 50% van hen) en de belastingvoordelen (zegt 40%) hebben het meeste effect op de beslissing. 10% van hen vindt dat een verlaagd btwtarief het beste is om de klant te laten kiezen voor een energiezuinige installatie.
38
BOU WNIE U W S • 10 S E P T E MBE R 2 014
Specialiseren is belangrijker dan alle werk aannemen! In de tijd dat enkel conventionele systemen werden geïnstalleerd bij de particuliere klant, kon deze klant steeds rekenen op de vertrouwde installateur voor “alle” werk. Die tijden blijken voorgoed voorbij De meeste ondervraagde installateurs willen immers niet meer “van alle markten thuis zijn”. Zo wil 67% van hen zich in de toekomst vooral toeleggen op zeer gerichte taken en systemen. De diverse technieken en innovaties evolueren dan ook erg snel waardoor specialisatie, zeker voor kleinere ondernemingen, aangewezen is.
1 op 4 installateurs ondervindt de meeste concurrentie van de doe-het-zelf markt In dit luik gaan we dieper in op het ondernemen en het commerciële luik van het installatiebedrijf. In eerste instantie wilden we weten wie de grootste concurrent is van het erkende installatiebedrijf. Uiteraard komt de grootste (en eerlijkste) concurrentie in eerste instantie van de collega installateur, zegt 71% van de ondervraagden. Op de tweede en eigenlijk eerder onheilspellende plaats komt de doe-het-zelf markt. 24% van de installateurs ondervindt hiervan de meeste concurrentie. Dit wordt volgens hen vooral in de hand gewerkt door de vrije verkoop aan particulieren, door de groothandels. Ook het internet, waar iedereen mits even te Googelen, aan de meest voordelige prijzen zijn slag kan slaan. Uiteraard zijn zwartwerkers nog steeds een grote en ergerlijke bron van concurrentie.
De berekening van de terugverdientijd en de besparing op de energiefactuur doen de klant investeren in energiezuinige systemen Energiezuinige systemen zoals warmtepompen, zonneboilers en dergelijke, zijn in vele gevallen een grote investering voor de klant.
SECTORSTUDIE INSTALLATEURS 2014
Hoe gaan de installateurs hier commercieel mee om? Er zijn immers verschillende methodes om de eindklant over de streep te trekken. We stelden de vraag… “Ik overtuig mijn klant om voor een duurder maar energiezuiniger systeem te kiezen door: • een berekening van de terugverdientijd voor te leggen 52% van de installateurs gebruikt deze techniek • een berekening van de besparing op de energiefactuur voor te leggen 44% • een som van de te verkrijgen premies en andere voordelen voor te leggen 26% • de meerprijs t.o.v. een klassiek systeem te verdedigen” 16% 4% probeert niets want vindt dat de klant zelf moet kiezen.
Mond-tot-mond reclame is de beste reclame! Klantenwerving en klanten binnenhalen gebeurt nog steeds op de oeroude en klassieke manier, namelijk via de bestaande klant. 97% van de installateurs deelt ons mee dat hij op die manier de meeste klanten binnenhaalt. Een eigen website scoort blijkbaar ook goed, want 41% van de deelnemende installateurs zegt op die manier klanten te overtuigen om met hem in zee te gaan. 28% van hen zegt dat de architect ook een belangrijke rol speelt voor de aangroei van zijn klantenportefeuille. Andere kanalen zijn: advertenties in weekbladen (10%), een portaalsite van derden zoals VindUwAannemer.be (6%), door deel te nemen aan beurzen (6%), sponsoring, sociale media, enzovoort.
De vrijwillige erkenning als technicus HE geeft gelijkaardige resultaten als in vorige peilingen, gezien de overheid niet voorziet in stimulansen voor de eindklant Vanaf 2014 kan een technicus hernieuwbare energie zich laten certificeren als specialist ter zake. Hiervoor moet hij eerst een opleiding volgen, waarna hij een examen kan af-
Positief
44%
Redenen
%
Houdt het zwartwerk tegen
37%
Betekent meerwaarde voor het beroep
78%
Creëert een commerciële meerwaarde
42%
Verplicht ons om de knepen van het vak beter onder de knie te krijgen
49%
Negatief
27%
Redenen
%
Reeds voldoende opgeleid
50%
Geen tijd
24%
Te commercieel
31%
Daardoor zla ik duurder zijn dan niet gecertificeerde installateurs
21%
Zal geen succes kennen, indien niet gekoppeld aan premies
36%
leggen om zodoende een officieel certificaat te bekomen. Deze certificering kan hij apart bekomen voor de takken van warmtepompen, thermische zonnepanelen, PV-panelen, biomassaketels en ondiepe geothermische systemen. Uiteraard kost dit de nodige tijd en geld. Door het niet verplichte karakter waren de meningen in vorige peilingen hierover zeer verdeeld. Nu zien we nog steeds een gelijkaardig resultaat. 44% van de installateurs is voor deze erkenning, 27% is tegen en 29% heeft geen mening. Indien de erkenning echter zou gekoppeld zijn aan het verkrijgen van subsidies of andere stimulansen, dan zou de balans ineens overgaan naar 70% positieve meningen! 93% zegt dan zeker te zullen overwegen om een erkenning aan te vragen. De meeste ondervraagden (80%) willen hier tot 300 euro voor investeren. Bouwunie pleit ook voor gematigdheid gezien er binnen de branche al heel wat geld- en tijdverslindende certificeringen bestaan, sedert het ontstaan van het energiezuinige en milieubewust beleid van de overheid… O 40
BOU WNIE U W S • 10 S E P T E MBE R 2 014
Dirk Van De Wynckel, SECRETARIS BOUWUNIE-INSTALLATEURS
[email protected]
Anja Larik, ECONOMISCH ADVISEUR BOUWUNIE