Schoolgids 2015 - 2016
1 Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
Inleiding: Deze schoolgids is bedoeld om ouders te informeren over het onderwijs, zoals dat verzorgd wordt op 'De Sprong', school voor praktijkonderwijs. 'De Sprong' maakt deel uit van SPON (Specialisten in aangepast onderwijs). Voor ouders, waarvan het kind de school al bezoekt, is dit een hulpmiddel in het contact tussen ouders en school. De schoolgids is ook bedoeld voor ouders die nog een schoolkeuze moeten maken. De schoolgids geeft hen een beeld van de school en kan hen zo helpen een verantwoorde keuze te maken. Daarnaast kan de schoolgids gebruikt worden om diverse instanties, bedrijven, instellingen en belangstellenden te informeren over de werkwijze van de school. De schoolgids geeft naast informatie ook een beeld van de kwaliteit van het onderwijs dat op de SPRONG gegeven wordt. Er wordt vermeld wat de sterke punten zijn van de school, maar ook waaraan de school werkt om de kwaliteit in de toekomst te verbeteren. Vakinhoudelijk wordt, in samenwerking met KPC, gewerkt aan verbetering van de didactiek op het gebied van rekenen, Nederlandse taal en de leerlijnen voor arbeidstoeleiding, om zo een nog betere aansluiting bij de mogelijkheden van de individuele leerling te verkrijgen. Bart van Noordenne (directeur) (juli 2015)
1 Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
Inhoudsopgave:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40.
Inleiding Inhoudsopgave Over de school Werkgebied Het bestuur Schoolgrootte De situering van de school Directie en personeel Samenwerkingsverbanden Waar staat de school voor? De doelstelling Organisatie Het leerlingvolgsysteem ICT De kwaliteit van de school Uitstroom gegevens Contact tussen ouders en school Praktische zaken Ontwikkelingen Organisatie SPON (Stichting Speciaal Onderwijs Drechtsteden e.o.) De SPON–locaties en de Onderwijs Advies Groep Klachtenregeling, klachtencommissie en vertrouwenspersoon Sponsoring Arbo- en veiligheidsbeleid Weeralarm Verzekering Foto's en filmopnamen School Video Interactie Begeleiding (SVIB) Melding verzuim Ongeoorloofd verzuim Leerplichtig Aanvragen extra verlof Roken Passend Onderwijs Wat is zorgplicht Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd? Hoe werkt passend onderwijs? Voor welke leerlingen is er passend onderwijs? Wanneer gaat passend onderwijs van start? Wat is een samenwerkingsverband? Medewerkers 'De Sprong' Adressen
1 2 3 3 3 3 3 3 3 3 5 6 7 8 8 9 10 10 10 11 12 12 13 13 14 14 14 14 15 15 15 15 15 15 15 15 15 16 16 16 17 17
2 Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
1. Over de school: 'De Sprong' is een zelfstandige school voor praktijkonderwijs. Leerlingen die deze school voor voortgezet onderwijs bezoeken zijn niet in staat om een diploma te halen in het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (V.M.B.O.). Het onderwijs is afgestemd op de individuele mogelijkheden van de leerlingen. Het is veelal eindonderwijs, wat betekent dat de leerlingen begeleid worden naar een betaald of onbetaald werk. Gerelateerd aan de uitstroom van de leerlingen verzorgt 'De Sprong' (waar mogelijk) certificering voor groen (bosmaaier), werken in de keuken, verkoop, schoonmaak, vorkheftruck en VCA (VeiligheidsCertificaat). Daarnaast bestaat voor een aantal leerlingen de mogelijkheid om te laten schakelen naar het V.M.B.O. De eisen voor toelating zijn de laatste tijd behoorlijk aangescherpt, waardoor plaatsing lastiger wordt. Mede hierdoor zetten we als school steeds meer in op branchegerichte certificaten.
daar met drie onderbouw -, en drie bovenbouw groepen.
2. Werkgebied: 'De Sprong' is een 'streekschool'. Leerlingen die de school bezoeken komen uit de regio WestAlblasserwaard / Oost-IJsselmonde. Er worden ook leerlingen aangemeld van buiten deze regio.
8. Waar staat de school voor: De school voor praktijkonderwijs wordt bezocht door leerlingen van 12 tot 18 jaar, waarvan vaststaat dat ze zijn aangewezen op een 'praktijkgerichte' opleiding. Deze leerlingen zijn niet in staat om in het V.M.B.O. een diploma te halen en zijn aangewezen op de speciale begeleiding van de school voor praktijkonderwijs. Of een leerling geplaatst wordt, hangt af of de leerling voldoet aan de landelijk vastgestelde criteria om te worden toegelaten tot de school voor praktijkonderwijs. (Wet op het V.O., art. 10g) De criteria zijn: een IQ tussen 55-80 leerachterstand van 3 jaar op twee van de vier leergebieden (begrijpend lezen, technisch lezen, rekenen en spelling).
3. Het bestuur: 'De Sprong' staat onder bestuur van SPON = SPecialisten in aangepast ONderwijs. 'De Sprong' is een samenwerkingsschool (algemeen bijzonder onderwijs). Tot de school worden leerlingen en medewerkers van alle levensovertuigingen toegelaten. 4. Schoolgrootte: 'De Sprong' is een middelgrote school voor praktijkonderwijs te noemen. Per 1 oktober 2014 telde de school ruim 200 leerlingen. In oktober 2015 verwachten wij weer bijna 195 leerlingen. 5. De situering van de school: We zijn een 'professionele' school voor praktijkonderwijs met veel praktijklokalen. De school is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Twee jaar geleden is er een nevenvestiging in ZWIJNDRECHT gestart. Sinds vorig jaar zijn we gehuisvest in het LOKET, Laurensvliet 2R, 3331 HW Zwijndrecht. Daar hebben we o.a. op de vierde verdieping lokalen tot onze beschikking. Daarnaast gaan we gebruik maken van de gymnastieklokalen, verkooplokaal en de keuken. De gemeenteraad heeft ingestemd met de plannen voor aanpassing en verbouwing van een aantal lokalen. Dit schooljaar starten we
6. Directie en personeel: De directeur van de school is dhr. B. van Noordenne. Verder werken op de school 2 zorgcoördinatoren, die belast zijn met de leerlingenzorg en coaching van leerkrachten. Het enthousiaste team bestaat uit deskundige leerkrachten en teamleden met specifieke deskundigheid (zoals bijvoorbeeld op het gebied van autisme). Daarnaast maakt de school gebruik van het stagebureau dat, naast de externe stage, ook de naschoolse begeleiding verzorgt van leerlingen die al van school zijn en werken. 7. Samenwerkingsverbanden: 'De Sprong' maakt deel uit van het regionaal Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Oost-IJsselmonde / West-Alblasserwaard (28.13) en is nauw betrokken bij de onderwijsvernieuwing in het voortgezet onderwijs.
De AT-VO (Advies- en Toewijzingscommissie Voortgezet Onderwijs), is een onafhankelijke commissie en maakt deel uit van het Samenwerkingsverband VO Noordelijke Drechtsteden. De AT-VO heeft een onderzoeksen een adviesfunctie, verzorgt de aanvragen leerwegondersteunend en praktijkonderwijs, kent arrangementen toe en fungeert als toewijzingscommissie voor toelaatbaarheid Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO). Elke leerling met extra ondersteuningsbehoefte verdient aangepast onderwijs, ondersteuning en begeleiding om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. De AT-VO probeert voor elke aangemelde leerling tot een zo passend mogelijk advies te komen. 3
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
De AT-VO ondersteunt en adviseert hierin de scholen voor Voortgezet Onderwijs, die aangesloten zijn bij het samenwerkingsverband VO Noordelijke Drechtsteden. Voor een soepele overgang van het Primair- naar het Voortgezet (Speciaal) Onderwijs wordt intensief samengewerkt met het Samenwerkingsverband Drechtsteden Passend Onderwijs en de daarbij aangesloten scholen. De AT-VO bereidt de aanvraag Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) of Praktijk Onderwijs (PrO) voor, voor de indicatie van de Regionale Verwijzings Commissie (RVC). De onderzoeksfunctie van de AT-VO houdt in het doen van (aanvullend) onderzoek om mede op basis daarvan de meest passende onderwijsplek te bepalen. Vanaf 1 augustus 2014 heeft de AT-VO er taken bij gekregen, zo worden de aanvragen voor een toelaatbaarheidverklaring (TLV) Voortgezet Speciaal Onderwijs voor het Samenwerkingsverband VO Noordelijke Drechtsteden en de aanvragen voor een arrangement binnen het Voortgezet Onderwijs door de AT-VO beoordeeld en indien het dossier voldoet aan de voorwaarden door de AT-VO voorzien van een advies. De directeur van Het Samenwerkingsverband neemt het besluit en kent een TLV toe of wijst deze af. De PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs doet de aanvraag voor de beschikking (brochure over dit traject is aan te vragen). De school voor praktijkonderwijs is veelal eindonderwijs. Dit betekent dat de leerlingen na de schoolperiode gaan werken. De school begeleidt de leerling naar een plaats op de arbeidsmarkt. Dit zijn meestal werkplekken die de volgende kenmerken hebben: ongeschoolde arbeid assisterend niet complex routinematig overzichtelijk. Uit onderzoek is gebleken dat ex-leerlingen vaak de volgende werkzaamheden verrichten: schoonmaakwerkzaamheden en eenvoudige administratieve werkzaamheden, werkzaamheden met betrekking tot voeding, winkel en magazijn, werkzaamheden in de groenvoorziening en in productiebedrijven. Het doel van de school is om leerlingen vaardigheden bij te brengen (praktische, en sociale), die noodzakelijk zijn voor hun
toekomst, zowel wat betreft werken als wonen. Zo zelfstandig mogelijk functioneren in de maatschappij is het doel. De sfeer in de school wordt gekenmerkt door openheid en respect voor elkaar. Zowel voor leerlingen als voor personeelsleden is het belangrijk zich geaccepteerd te voelen.
Een 'samenwerkingsschool' wordt bezocht door mensen met verschillende levensbeschouwingen. Door belangstelling te vragen voor ieders waarden en normen leert men begrip te krijgen voor andere zienswijzen. Doordat omgaan met elkaar 'op een goede manier' heel belangrijk gevonden wordt, krijgen 'sociale vaardigheden’ veel aandacht, waarbij drama en rollenspel een belangrijke rol speelt. Hiernaast wordt er op school een training gegeven voor ‘PAL’ (Peer Assisted Learning), waarbij de leerlingen, die daarvoor in aanmerking komen, getraind worden als tutor, om andere leerlingen in bijvoorbeeld praktijkvakken of zelfstandig reizen te coachen. De leerlingen die deze training met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen hiervoor een certificaat. Rots en Water Training is bedoeld voor jongeren die niet zo goed voor zichzelf op kunnen komen of die juist een ‘te kort lontje’ hebben. Rots staat voor onbuigzaam en jezelf verdedigen en Water voor meegaand en communicatief. In de Rots en Watertraining zitten veel oefeningen uit verdedigingssporten. Hierdoor vinden veel jongeren en kinderen het niet alleen leerzaam maar ook leuk om aan de training mee te doen. Het team zorgt voor een leerklimaat, waarin rust, duidelijkheid, veiligheid en regelmaat centraal staan. Dit is de basis van waaruit het team leerlingen motiveert en stimuleert om optimaal te presteren. Een goede interactie tussen leerkrachten en leerlingen is daarbij van belang voor het leerproces, evenals het contact tussen ouders en school. Veel van onze leerlingen hebben last van faalangst. Vaak ontstaat dit door jarenlange overvraging (te lang, te hoge eisen stellen aan een kind). Bij een 4
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
goede begeleiding wordt de faalangst verminderd en de eigenwaarde en het zelfvertrouwen van de leerling vergroot. Voor het verhogen van het zelfvertrouwen en het zelfbeeld worden sommige leerlingen begeleid in zogenaamde stoeigroepen onder leiding van onze vakdocenten gymnastiek. 9. De doelstelling: De doelstelling van de school is om de leerling te begeleiden naar het moment dat hij/zij de school verlaat met: een betaalde of onbetaalde baan (dag activiteiten centrum) de noodzakelijke vaardigheden om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren in de maatschappij. goed ontwikkelde persoonlijkheid (o.a. meer zelfvertrouwen) Om deze doelstelling te bereiken richt het onderwijs aanbod zich op:
VCA (Veiligheid,gezondheid en milieu Checklist Aannemers) facilitaire dienstverlening Het brede aanbod van praktijkvakken zorgt ervoor dat leerlingen veel ervaring opdoen in verschillende werkzaamheden. De leerling kan zo ook beter een keuze maken in welke sector hij/zij later wil gaan werken. De theorievakken, die op school gegeven worden, zijn ondersteunend aan de praktijkvakken en bevorderen de zelfredzaamheid van de leerling. Voor de vakken taal en rekenen werken we met individuele arrangementen (intens, basis en verdiept) waar de volgende onderdelen aan de orde komen: Nederlandse taal: spreken taal schriftelijk begrijpend lezen woordenschat rekenen en wiskunde: geld rekenen klokkijken meten en wegen Verder komen bij het thematisch werken (ivm wonen, werken, vrije tijd en goed burgerschap) de volgende vakken aan de orde: Engels culturele- en maatschappelijke oriëntatie praktische- en arbeidsoriëntatie, stagebegeleiding zelfzorg seksuele vorming beeldende vorming/creatief
A: Het vergroten van de praktische vaardigheden: Het vergroten van de praktische vaardigheden van de leerling gebeurt door het brede aanbod van praktijkvakken uit de vier sectoren waarin onze leerlingen later hun werk vinden; groen, economie, zorg & welzijn en techniek. De praktijkvakken die op school gegeven worden zijn: houtbewerking tuin, plant- en dierverzorging schoonmaken en wasverzorging koken, catering en huishoudkunde fietstechniek textiele werkvormen klussen in en om het huis tuin, aanleg en onderhoud elektra hobbyvorming, creatief verkoop heftruck rijden reizen met openbaar vervoer
B: Het vergroten van de algemene arbeidsvaardigheden. Met algemene arbeidsvaardigheden wordt bedoeld: de werkhouding, de werkaanpak en de sociale vaardigheden. Bij de werkhouding wordt gekeken naar de motivatie, de inzet, het doorzettingsvermogen en het verantwoordelijkheidsgevoel van de leerling. Bij werkaanpak wordt o.a. gekeken naar de mate van zelfstandigheid, heeft de leerling een structuur bij de werkaanpak (denken, doen, nakijken), toont de leerling initiatief, het gebruik van het materiaal, het tempo en de nauwkeurigheid. Bij sociale vaardigheden wordt gekeken naar de omgangsvormen, de assertiviteit van de leerling, het omgaan met kritiek, het omgaan met emoties, 5
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
samenwerken en de persoonlijke presentatie (houding, uitstraling, verzorging en taalgebruik). Het werken aan deze algemene arbeidsvaardigheden gebeurt vooral bij de praktijkvakken. De leerkracht observeert en beoordeelt de leerling bij zijn werkzaamheden op de bovengenoemde vaardigheden en stelt een individueel ontwikkel plan op (IOP), om bepaalde vaardigheden te verbeteren.
C: Het vergroten van de motorische vaardigheden: Naast het vergroten van de praktische vaardigheden en het vergroten van de algemene arbeidsvaardigheden is het voor de algehele ontwikkeling van de leerling belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan de motorische vaardigheden. Dit gebeurt vooral in het vak 'sport en spel'. Het programma bevat het onderdeel 'stoeigroepen', waarin sociale vaardigheden op een fysieke manier worden geoefend (o.a. afstand bewaren) Vakken als ‘tekenen’ bevorderen de creativiteit van de leerling. Een volgende stap in de geleidelijke overgang van school naar de werksituatie vormt de stage, waarin de praktische vaardigheden en de arbeidsvaardigheden verder geoefend en vergroot worden buiten de school. Leren op locatie (LOLplekken) kan hiervan een onderdeel zijn. Het moment van aanvang van de externe stage heeft te maken met de individuele ontwikkeling van de leerling. Naast dat er gekeken wordt naar de werkhouding, werkaanpak en sociale vaardigheden zijn er nog specifieke stage aandachtspunten. Deze aandachtspunten zijn: kan een leerling hulp vragen zelfstandig reizen hanteren personalia hoe is het instructie begrip omgaan met geld klokkijken telefoneren de motoriek de gezondheid
10. Organisatie de Sprong: De Sprong kent een onderbouw en een bovenbouw. In de onderbouw, die twee jaar (1e en 2e leerjaar) duurt, krijgen de leerlingen het basisprogramma, waarin het brede aanbod van praktijkvakken centraal staat. De praktijkvakken worden gegeven in blokken van een half jaar. Op de locatie Zwijndrecht zijn we dit jaar in de onderbouw begonnen met een pilot PSO (Praktische Sector Oriëntatie), om de leerlingen zo uitgebreid mogelijk kennis te laten maken met de verschillende onderdelen van een bepaalde sector. De vier sectoren zijn: techniek, zorg en welzijn, economie en groen. In enkele gevallen wordt een praktijkvak(ken) gegeven in samenwerking met het VMBO. De Sprong werkt samen met het Wellantcollege (opleiding groen) in Dordrecht, voor de vakgebieden aanleg en onderhoud en dierverzorging. Deze samenwerking noemt men symbiose; leerlingen uit het 2e leerjaar van 'De Sprong' krijgen dan les van ervaren leerkrachten van het Wellantcollege,
LOL (leren op locatie): Na twee jaar onderbouw heeft de leerling kennisgemaakt met praktijkvakken uit de vier sectoren. Die kennismaking levert een eerste keuze op voor een bepaalde sector, die gebaseerd is op voorkeur en het bezitten van bepaalde praktische vaardigheden in die sector. In de bovenbouw is er voor de leerling de gelegenheid zich verder te specialiseren. (bijvoorbeeld in de stage) of op praktijkvakken op locatie (LOL=leren op locatie). Naast de theorievakken die in de onderbouw gegeven worden, is het sociaalvaardigheidsprogramma belangrijk. De leerling leert in deze lessen zichzelf beter kennen en accepteren. Wat zijn je mogelijkheden en beperkingen en hoe ga je daar mee om? Het vergroten van eigenwaarde en zelfvertrouwen staat centraal. Daarnaast leer je beter omgaan met je omgeving. In de onderbouw 6
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
worden leerlingen daarnaast voorbereid op de stage, die in de bovenbouw plaats vindt. In het arbeidsoriëntatie programma maakt de leerling o.a. kennis met beroepen en oefent hij/zij vaardigheden zoals bijvoorbeeld telefoneren, hulp vragen, een kennismakingsgesprek voeren. In de interne stage op school, bij bijvoorbeeld de conciërge, leert een leerling hoe het er aan toegaat op een werkplek. Tevens wordt er aandacht besteed aan de invulling van vrije tijd. Na de onderbouw komt de leerling in de bovenbouw tot hij/zij de school verlaat. Gedurende deze periode blijft de leerling bij dezelfde mentor. Dit heeft als voordeel dat de mentor gedurende de hele bovenbouwperiode een goede relatie met de leerling kan opbouwen en ook op de hoogte is van alle ‘ins en outs’ van de leerling. Dit komt de begeleiding naar stage en werk ten goede. In het rooster is ruimte gereserveerd voor individuele mentorgesprekken. In de bovenbouw is het programma nog meer gericht op werken. De externe stage is het belangrijkste onderdeel van de bovenbouw periode. Leerlingen gaan hun praktische- en sociale vaardigheden vergroten in
een bedrijf. De stage begint met één of twee dagen en wordt langzaam uitgebreid. Verschillende stages zijn mogelijk (oriënterende stage). De stages worden georganiseerd door de school. Elke leerling heeft zijn eigen stagedocent. Het stagekantoor van de Sprong verzorgt de begeleiding van onze leerlingen. Op school zijn er stagebegeleidinglessen, intervisie gesprekken (individuele gesprekken van de stagiair met de stagedocent) en praktijklessen waarvoor de leerling keuzes kan maken, gerelateerd aan zijn/haar stage. In de
arbeidsoriëntatie lessen worden onderwerpen behandeld die te maken hebben met 'gaan werken', zoals bijvoorbeeld het contract, verzekeringen, budgettering. Daarna volgt de plaatsingsstage. Het bedrijf is bereid de leerling in dienst te nemen als werknemer. De school verzorgt zo nodig nog de noodzakelijke keuringen. De school regelt samen met het bestaande netwerk van instanties de plaatsing van de leerling in het bedrijf. De leerling gaat dus van school af als er werk gevonden is, of een plaats voor een zinvolle dagbesteding, rekening houdend met de leerplicht. De school blijft de leerling ook nog volgen als hij/zij al van school is. Deze naschoolse begeleiding blijft aanwezig zolang dat nodig is. Om de twee jaar organiseert het stageteam een terugkomavond voor oud-leerlingen uit een bepaald schooljaar. Voor intensieve begeleiding kan beroep gedaan worden op een jobcoachorganisatie. 11. Het leerlingvolgsysteem: Om leerlingen goed te kunnen begeleiden is er een systeem om de ontwikkeling van de leerling te volgen. Het team (groepsmentoren, zorgcoördinatoren, stagebegeleiders en school maatschappelijk werk) bespreekt de gegevens van de leerling die bekend zijn vanuit het toelatingsdossier, het huisbezoek, de stagerapportage en de klassenobservatie. Met deze gegevens wordt door de mentor een hulpvraag geformuleerd en een ‘Individueel Ontwikkelings Plan’ (IOP) opgesteld. Een onderdeel hiervan is het Ontwikkelingsperpectief (OPP). Dit kijkt naar de ontwikkelings-mogelijkheden van een leerling op lange termijn. Er wordt gekeken naar de doelen aan het einde van de schoolloopbaan, om vervolgens na te gaan wat er nodig is om die doelen te bereiken. Voor de verschillende vakgebieden kan een leerling een ‘basis-, een verdiept-, of een intensief arrangement’ aangeboden worden. Voor elke leerling in het praktijkonderwijs moet binnen 6 weken na inschrijving een OPP worden vastgesteld. Daarnaast is er ook een Verwacht Uitstroom Profiel (VUP). Hierin wordt aangegeven wat de verwachte uitstroom zal worden van de leerling. Te denken valt aan arbeid in een regulier bedrijf, met -, of zonder landelijk erkende certificaten, beschermde arbeid en dagbesteding (al dan niet arbeidsmatig). Na twee jaar (overgang onderbouw naar bovenbouw) wordt aangegeven voor welke sector de uitstroom verwacht wordt. (sector techniek, groen, economie, zorg en welzijn). De leerkracht van de onderbouw gaat op 7
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
huisbezoek als dat nodig is, om de achtergrond van het kind beter te leren kennen en samen met de ouders tot doelstellingen voor een gezamenlijke aanpak te komen. Twee keer per jaar zijn er IOP-gesprekken met leerling en ouders. Indien van toepassing wordt een beoordeling van de stage opgenomen. Daarnaast geeft het IOP inzicht in de nog te ontwikkelen vaardigheden. Het maakt vervolgens de leerling bewust van zijn eigen leerproces, waardoor zijn/haar motivatie wordt vergroot. Eind oktober/begin november wordt een IOP-dag gepland, waarop de individuele hulpvraag met de leerling en de ouders wordt besproken en ondertekend. Gekoppeld aan de IOP-gesprekken vindt een bijstelling/evaluatie van het IOP plaats. 12. ICT: (Informatie- en CommunicatieTechnologie ) ICT is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Op 'De Sprong' speelt ICT een steeds grotere rol. In de klas, bij de zorg en voor de administratie van de leerkracht en directie gebruiken we graag de stimulerende, tijdsbesparende en ondersteunende mogelijkheden die ICT ons biedt. Er zijn in elk lokaal Active Boards geïnstalleerd, die bij de lessen een steeds grotere rol gaan spelen. Hieronder een aantal punten die op gebied van ICT het vermelden waard zijn.
Binnen het beleidsplan ICT van de school dat onderdeel is van het schoolplan is ICT te verdelen in drie onderdelen: 1. Sociaal: Voorbereiden op de samenleving. Computers zijn niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij, wij bereiden onze leerlingen voor op de maatschappij. Hierin past de aandacht voor een veilig gebruik van ICT. 2. Pedagogisch/didactisch: (opvoedkundig/ onderwijskundig) Als medium/middel bij het onderwijzen en leren. ICT sluit goed aan bij de huidige ontwikkelingen binnen de school. Individualisering,onderwijs op maat, zelfstandig werken en samenwerkend leren. Keuzes die gemaakt worden in aanschaf software, gebruik van de computer en inzet van ICT middelen moeten hier in belangrijke mate toe bijdragen. De Active Boards zijn hierbij een geweldige aanvulling. 3. Organisatorisch: 'De Sprong' vindt registratie en toetsing een belangrijk middel om de kwaliteit van het onderwijs te bevorderen. Ook in de gebruikte software is dit een belangrijke factor. Gebruikte software moet de gegevens goed bijhouden. Een analysetool in de gebruikte software is een belangrijk argument tot aanschaf.
- De Website: 'De Sprong' heeft een website (www.sprong.spon.nu) . Hierop wordt de school aan de buitenwereld gepresenteerd. Hier is veel informatie over de school te vinden. - LVS (leerlingvolgsysteem): Om de ontwikkeling van de leerling goed te kunnen volgen maken wij gebruik van een leerlingvolgsysteem. ‘SOM-today’ is het softwareprogramma dat wij gebruiken binnen de school. - Promotie: (methodiek voor praktijkonderwijs) Ook in het lesprogramma van leerlingen is er aandacht voor ICT. Zo leren leerlingen om te gaan met de computer en tablets, maar leren ze ook werken met verschillende softwareprogramma’s. Voorbeelden van vakken waarbij de computer wordt gebruikt zijn: Engels, Verkeer, VCA. Daarnaast wordt er ook getraind met de softwareprogramma’s Word, Excel, Paint ed. - Internet Uiteraard is het internet een veelvuldig gebruikte informatiebron. Leerlingen leren vooral om op efficiënte wijze informatie op te zoeken door middel van het gebruik van internet.
13. De kwaliteit van de school: Het team van de school zorgt voor de kwaliteit van het onderwijs. Daarvoor is het belangrijk dat leerkrachten regelmatig cursussen volgen om hun deskundigheid te vergroten. Zo zijn er binnen het team deskundigen op het gebied van de aanpak van specifieke problematiek (omgaan met bijvoorbeeld autisme). In het belang van de begeleiding van leerlingen naar de arbeidsmarkt volgden leerkrachten een cursus 8
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
'stage coachen'.
We werken met de methode Promotie, lesmateriaal speciaal ontwikkeld voor het praktijkonderwijs. Daarnaast streven we ernaar om naast het basisaanbod leerlingen op maat, naar onderwijsbehoeften te voorzien in materiaal en methoden. Een IOP (Individueel Ontwikkelings Plan) voor elke leerling blijft in ontwikkeling, om aan de individuele leervraag van elke leerling tegemoet te komen. Ook wordt voortdurend kritisch gekeken naar het vakkenpakket/onderwijsaanbod dat de school aanbiedt. Het lesprogramma is kritisch bekeken en er zijn verbeteringen aangebracht. Ons programma voldoet nu eveneens aan de beheersingsdoelen Praktijkonderwijs. Ook de rol van de leerkracht is veranderd. In een programma waar wordt gestreefd naar vergroting van de zelfstandigheid van de leerling is het van belang dat er onderwijsmomenten zijn waar de leerling zijn zelfstandigheid kan oefenen. De rol van de leerkracht verandert hierbij van sturend naar coachend. Een aantal leerkrachten heeft intussen de opleiding Special Educational Needs afgerond, waarbij zij kennis hebben opgedaan van o.a. planmatig en handelingsgericht werken en gedrags- en ontwikkelingsstoornissen bij kinderen. Het team van 'De Sprong' biedt met groot enthousiasme en inzet verantwoord onderwijs aan onze doelgroep. De Inspectie bezoekt regelmatig de school en beoordeelt ons daarop. Om de kwaliteit van de school in kaart te brengen werken wij aan de ontwikkeling van een systeem van kwaliteitszorg. De landelijke ambitie van het praktijkonderwijs is om te behoren tot de beste scholen in het voortgezet onderwijs. In de regio onderhouden wij goede contacten met
andere scholen voor praktijkonderwijs. Elke school voor praktijkonderwijs heeft zijn eigen expertise. De school is nauw betrokken bij landelijk ontwikkelingen m.b.t. het praktijkonderwijs. Daarnaast wordt er samen met andere scholen voor praktijkonderwijs in de regio gewerkt aan het in beeld brengen van de noodzakelijke competenties van leerlingen voor de praktijkvakken. De Sprong is lid van de 'Vereniging Landelijk Werkverband Scholen voor praktijkonderwijs'. De samenwerking met het Voortgezet Onderwijs in de regio resulteert o.a. in een gezamenlijk project; ‘de Rebound’. Een voorziening, waarin leerlingen uit het reguliere voortgezet onderwijs tijdelijk worden opgevangen wanneer ze zijn vastgelopen in de school. De Rebound voorziening heet 'Goal' en is nu nog gevestigd in 'De Loods' op het Sliedrechtse industrieterrein. Ook maken we gebruik van Opnieuw en Co, gevestigd in Papendrecht, waar bovenbouwleerlingen een meer bedrijfsmatige training krijgen gericht op de verkoopbranche.
14. Uitstroom gegevens: Leerlingen van de school gaan werken in het 'vrije' bedrijf, of gaan naar een DAC (Dag Activiteiten Centrum). In het kader van de nieuwe participatiewet ligt er een taak bij de verschillende gemeenten om te zorgen voor een ‘beschermde’ werkplek voor leerlingen die aangewezen zijn op een plaats met meer begeleiding. De school houdt de uitstroomgegevens al jaren bij. In het schooljaar 2014 – 2015 zijn 13 leerlingen gaan werken op een reguliere arbeidsplaats, 6 leerlingen zijn gaan werken met een specifieke financiële ondersteuning, 5 leerlingen zijn ingeschreven bij een ROC/AOC, 13 leerlingen zijn naar een vervolgopleiding gegaan al dan niet gekoppeld aan werk, 2 leerlingen gingen naar de sociale werkplaats, 8 leerlingen naar dagbesteding, voor 1 leerling is nog geen passende omgeving gevonden.
9 Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
15. Contact tussen ouders en school: De betrokkenheid van ouders bij de begeleiding van de school is heel belangrijk. Alleen met goede samenwerking tussen ouders en school kan de school de leerlingen optimaal begeleiden naar een plaats op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. De school organiseert ouderavonden / informatieavonden waarin met ouders gesproken wordt over schoolzaken en onderwerpen die te maken hebben met opvoeden (bijvoorbeeld hoe bevorder je de zelfstandigheid van je kind?) zelfstandig wonen en arbeidstoeleiding. Ouders van leerlingen uit het eerste leerjaar worden op een aparte extra ouderavond door het team geïnformeerd over de werkwijze van de school. Er vinden regelmatig huisbezoeken plaats. Twee keer per jaar is er een dag waarop ouders en leerlingen de resultaten kunnen bespreken met leerkracht en/of de stagebegeleider. Eén keer per jaar is er een IOP-dag, waar het ontwikkelingsplan met de ouders en de leerling wordt besproken. Veel contacten vinden plaats via de telefoon. Het IOP moet op de IOP-dag door zowel de leerling als de ouder ondertekend worden. Ouders kunnen plaats nemen in de Medezeggenschapsraad (MR) In de MR worden zaken besproken die betrekking hebben op de school in het algemeen. De ouderbijdrage is € 100,- per jaar. Dit geld wordt ondermeer ingezet voor allerlei festiviteiten voor de leerlingen. (workshops, sportdagen, toernooien, uitstapjes, excursies, schoolavonden, schoolreizen, schoolkamp, veiligheidsschoenen, werkkleding, examens certificaten e.d.). U ontvangt voor dit bedrag een factuur. U kunt dit bedrag storten op rekeningnummer: NL06RABO0140224408, ten name van “De Sprong Sliedrecht”, o.v.v. ouderbijdrage en de naam van de leerling.
Van 8.30 – 9.00 worden in de bovenbouw individuele mentorgesprekken gepland. - vakanties De vakanties zijn door regio Zuid-Holland Zuid in overleg met Drechtsteden vastgesteld zoals hieronder weergegeven. LET OP !! er kan afgeweken zijn van wat u op internet voor onze regio kunt terugvinden. Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie
ma. 19-10-2015
vr. 23-10-2015
ma. 21-12-2015
vr. 01-01-2016
ma. 22-02-2016
vr. 26-02-2016
Goede Vrijdag 2 e Paasdag
vr. 25-03-2016
ma. 28-03-2016
Meivakantie Zomervakantie
ma. 25-04-2016
ma. 16-05-2016
ma. 11-07-2016
vr. 19-08-2016
ma. 22 augustus 2016 1e schooldag
- absentie De ouders dienen er rekening mee te houden dat er buiten de vakantie regeling geen vrij gegeven kan worden. Let vooral op het vakantierooster, omdat regio Drechtsteden wel eens afwijkt van het landelijke rooster. Ook zijn er verschillen in het rooster voor het primair- en voortgezet onderwijs. Wanneer uw zoon/dochter echter om belangrijke redenen de school niet naar school kan, worden de ouders verzocht mondeling of schriftelijk hiervoor toestemming te vragen bij leden van de schoolleiding; dhr. J. Broekhuizen of dhr. L.v.d.Hel voor de locatie Sliedrecht en voor locatie Zwijndrecht is dat mevr. J. Grootenboer.
16. Praktische zaken: Aan het begin van elk schooljaar verschijnt er voor ouders en leerlingen van 'De Sprong' een informatie boekje waarin informatie staat over: - roosters, schooltijden en activiteiten - de groepsindeling - de schoolbenodigdheden - de schoolregels - het vakantierooster
- bij ziekte De ouders/verzorgers worden verzocht om bij ziekte van hun zoon/dochter of bij bezoek aan dokter e.d. dit vóór 8.30 uur door te geven aan de school. Ook het weer beter melden van de leerling is belangrijk, zodat we weten wanneer we hem/haar weer kunnen verwachten. Leerlingen die stage lopen melden ook het stagebedrijf tijdig hun afwezigheid. De vakleraar 'sport en spel' verwacht van de ouders/verzorgers een briefje wanneer de leerling niet kan mee sporten. Na de les 'sport en spel' wordt door de leerlingen gedoucht. Voor roosters, regels en activiteiten verwijzen wij naar het informatieboekje wat aan het begin van ieder schooljaar verstrekt wordt.
- de schooltijden maandag, woensdag, donderdag: 8.30 – 14.30 uur. dinsdag, vrijdag: 8.30 – 14.00 uur (afwijkende eindtijd bovenbouw Zwijndrecht: woensdag 15.15 uur en donderdag 13.45 uur)
17. Ontwikkelingen: De school is voortdurend bezig om zijn kwaliteit te verbeteren. Dit doen we door kennis op vele gebieden bij te houden en te verbeteren. 10
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
Het team wordt regelmatig bijgeschoold. We zijn op de hoogte van de nieuwste onderwijsontwikkelingen, waaronder lesmateriaal. De directeur participeert in netwerken, waardoor de positie van de school in de regio wordt verstevigd. Wetgeving, maatschappelijke, landelijke en regionale ontwikkelingen worden in de gaten gehouden en gevolgd. Contacten met het bedrijfsleven en instellingen (bijvoorbeeld jeugdhulpverlening) die een rol spelen bij het plaatsen van onze leerlingen worden onderhouden en uitgebreid. De samenwerking met het voortgezet onderwijs in de regio wordt gestimuleerd. Dit alles in het belang van kwaliteit van het onderwijs, die de
Vanuit de visie dat leerlingen beter leren in reële situaties zijn wij steeds op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Het belang van deze maatschappelijke stage, die niet meer verplicht is in het voortgezet onderwijs, blijkt voor onze leerlingen enorm. Onze leerlingen ‘groeien’ omdat ze, als onderbouwleerling, buiten de school stage mogen lopen. De schoolleiding heeft daarom ook besloten, zo lang het betaalbaar blijft, de maatschappelijke stage in de huidige vorm te continueren. Ook het project ‘Peer Assistant Learning’ (PAL) (leerlingen die als tutor/coach andere leerlingen begeleiden en assisteren bij toezicht) wordt hiervoor ingezet. In het komende jaar zal binnen de school extra aandacht zijn voor de didactische ontwikkeling. Na de ontwikkeling van het zorgsysteem is het nu belangrijk om de didactiek te integreren met het zorgsysteem. Het verder ontwikkelen van een IOP (individueel ontwikkel plan) heeft dit jaar prioriteit.
leerlingen ten goede komt. Hierbij wordt ook over de grenzen van het schooltype heen gekeken. “Welk aanbod op welke plaats is voor de hulpvraag van deze leerling het antwoord”, is hierbij de kernvraag. De school biedt veel zorg. Wij hebben bewust gekozen voor deze rol. Vanuit onze visie en missie willen wij de leerlingen optimaal ondersteunen bij hun proces van volwassen worden. Daarbij wordt vaak over de muren van de school heen gekeken en positief kritisch meegedacht over de netwerken rond de school. In het tweede jaar van de onderbouw kennen we Maatschappelijke stage, waarin wij leerlingen willen laten kennismaken met vrijwilligerswerk. Voor 'De Sprong' gaat dit nog verder. Wij willen vanuit de gedachte dat we leerlingen sociale vaardigheden willen aanleren, ze een rol laten spelen in de relatie met de buurt rond de school. In activiteiten, zoals een diner of koffiemiddag voor de buurtbewoners, zijn leerlingen gastheer/vrouw die mensen ontvangen en onderhouden, waardoor ze in reële situatie hun vaardigheden oefenen. Voor de meeste leerlingen vindt dit plaats in een buitenschoolse situatie. Na afloop van deze maatschappelijke stage geven de leerlingen op school een presentatie van hun ervaringen.
18. De organisatie: SPON (SPecialisten in aangepast ONderwijs). Onze school wordt samen met zes andere scholen voor speciaal (basis) onderwijs en de onderwijsadviesgroep beheerd door het bestuur van de ‘Stichting Speciaal Onderwijs Drechtsteden en omstreken’.
De bestuursorganisatie is in de regio bekend onder het beeldmerk Alle locaties onder het bestuur van SPON onderscheiden zich in identiteit als ‘algemeen bijzonder’. Dit betekent dat het onderwijs uitgaat van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen. Ouders, leerlingen en teamleden met verschillende godsdiensten en uiteenlopende levensovertuigingen kunnen elkaar dagelijks in de scholen ontmoeten met respect voor de levens- en maatschappijbeschouwing van de ander. SPON is een professionele organisatie die in staat is vakbekwaam inhoud te geven aan het product ‘Aangepast Onderwijs’, met een open communicatie en heldere structuur. Het onderwijsaanbod op de verschillende locaties wordt afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. Op de scholen moeten ouders, leerlingen en medewerkers zich prettig en veilig voelen. 11
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
SPON Stichting Speciaal Onderwijs Drechtsteden e.o. Postbus 1024 3360 BA Sliedrecht Website: www.spon.nu 19. De SPON–locaties : De Scholen voor Speciaal Basisonderwijs (SBO) Onderwijs aan leerlingen met leer- en ontwikkelingsproblemen - De Steenen Kamer - Zwijndrecht - De Kameleon - Papendrecht Onderwijs voor (Voortgezet) Speciaal Onderwijs Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden (ZML) - Bleyburgh so/vso - Sliedrecht - De Kleine Wereld so/vso - Gorinchem - De Stroom vso – Dordrecht Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden (ZML),Langdurig Zieken (LZ), Onderwijs aan leerlingen met een Lichamelijke en/of Meervoudige beperking (LG/MG) - Kiem – Dordrecht Voortgezet onderwijs School voor Praktijkonderwijs - De Sprong – Sliedrecht/Zwijndrecht Ouders richten een aanmelding voor het cluster III onderwijs aan de Advies- en Toewijzingscommissie Voortgezet Onderwijs (AT-VO) van het samenwerkingsverband met de postcode van het adres van de leerling voor de Indicatiestelling. De school werkt samen met een zestal scholengemeenschappen in het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs. Voor meer informatie over onze locaties zie onze website www.spon.nu 20. Klachtenregeling, klachtencommissie en vertrouwenspersoon: Het kan voorkomen dat een ouder of een leerling, maar ook een personeelslid, stagiair of vrijwilliger een klacht wil indienen. Voor een klacht over de gang van zaken op school is de directeur uw eerste aanspreekpunt. In een gesprek wordt vaak een oplossing gevonden. Komt u niet tot een oplossing dan kan de directeur u verwijzen naar de vertrouwenspersoon van ons bestuur. De vertrouwenspersoon kan u helpen met het formuleren van de klacht en door voorlichting te geven over procedures.
Het bestuur is aangesloten bij een Landelijke Klachtencommissie (LKC). Uw klacht wordt door de vertrouwenspersoon altijd vertrouwelijk behandeld. Wel is het noodzakelijk de persoon die bij uw klacht betrokken is, bijvoorbeeld de leraar of de directeur, om een reactie te vragen en de gelegenheid te geven zijn of haar kant van het verhaal te verwoorden. U krijgt de gelegenheid om uw klacht voor de klachtencommissie toe te lichten. U wordt dan “gehoord”. Bij de behandeling van de klacht kunt u zich laten bijstaan door iemand van uw keuze of bijvoorbeeld door de vertrouwenspersoon. De klachtencommissie zal na bepaalde tijd aangeven of uw klacht gegrond is. Als uw klacht gegrond blijkt, zal de uitspraak van de klachtencommissie vergezeld gaan van een advies aan het bestuur. Hierin worden suggesties gedaan voor een oplossing en/of mogelijkheden om herhaling in de toekomst te voorkomen. Binnen vier weken na de datum van ontvangst van het advies moet het bestuur u melden of het bestuur zich kan vinden in de uitspraak en welke maatregelen het bestuur gaat nemen. De uitspraak van de klachtencommissie is adviserend en niet bindend, zoals dat bij de rechter het geval zou zijn. Een klacht over seksuele intimidatie kan ook door de klachtencommissie behandeld worden. Als het echter om (een vermoeden van) een zedenmisdrijf gaat, begaan door een aan de school verbonden volwassene ten opzichte van een leerling, is het bestuur verplicht na overleg met de vertrouwensinspecteur aangifte te doen bij de politie. Meer gegevens over de contactpersoon van de locatie vindt u verderop in deze schoolgids. Landelijke Klachtencommissie Klachtencommissie VBS Bezuidenhoudseweg 251 2945 AM Den Haag. 070 – 3315252 Vertrouwenspersoon SPON: Mevr. G. Ouwehand -van der Harst 078 – 641 23 12 12
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
Vertrouwensinspecteur: Inspectiekantoor Postbus 2730 3500 GS Utrecht 030-6690600 Klachtenprocedure en klachtenreglement kunnen op verzoek verstrekt worden en zijn op de locatie in te zien. Tevens staat de klachtenregeling op de website van SPON, www.spon.nu
21. Sponsoring: Scholen kunnen zich laten sponsoren. Door sponsoring kunnen scholen financiële speelruimte creëren die zowel ten goede komt aan het onderwijs als allerlei nevenactiviteiten. Met dat sponsorgeld kunnen allerlei extraatjes worden gedaan. SPON staat in basis positief tegenover sponsoring. Omdat wij op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring willen omgaan, moet de sponsoring aan een aantal voorwaarden voldoen. Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. Speciale aandacht richten wij bij sponsoring op het aantrekkelijk maken van een gezonde leefstijl/gedrag bij de leerlingen. Boven genoemde punten vinden hun basis in het convenant sponsoring, dat de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen en een aantal
andere organisaties - waaronder de Consumentenbond hebben ondertekend. Dit convenant kunt u nalezen op www.spon.nu Alle sponsoractiviteiten die de school onderneemt behoeven de goedkeuring van het College van Bestuur en de instemming van de medezeggenschapsraad en worden vastgesteld in overleg met het schoolteam. Ouders die klachten hebben over sponsoring, uitingsvormen van sponsoring en niet akkoord gaan met de wederprestatie die aan de sponsoring verbonden is, kunnen een klacht indienen bij de directeur, bestuur of landelijke klachtencommissie. 22. Arbo- en veiligheidsbeleid: Veilige en gezonde leer- en werkomstandigheden zijn onze zorg, daarom streven wij naar een optimale veiligheidszorg voor medewerkers en leerlingen. Voor zover gevaren onvermijdelijk zijn, richten we ons op een zodanige organisatie en manier van werken dat onaanvaardbare risico’s worden uitgesloten. Bij alle beslissingen en bij de dagelijkse gang van zaken zal daarom de aandacht voor veiligheid en gezondheid een hoge prioriteit hebben. Op grond van wet- en regelgeving is het ook noodzakelijk dat het thema veiligheid beleidsmatig, maar ook praktisch, wordt ingevuld. Voor een goed veiligheidsbeleid bestaat geen algemeen recept. Van belang is dat een veiligheidsbeleid past bij de cultuur van de locatie. Echter, wij zijn van mening, dat het belangrijk is om de kaders binnen onze organisatie vast te stellen met daarin voldoende ruimte om per locatie daarin te bewegen, passend bij de cultuur en specifieke situatie en ruimte voor verscheidenheid. Zo is er een bovenschoolse werkgroep actief met de volgende doelstellingen: Bewaken uitvoering arbobeleid (t.a.v. RI&E, welzijn, sociale veiligheid) Prioriteiten vaststellen Opstellen activiteitenplan Beleidsvoorbereidend werk Delen van kennis Informeren aan derden (College van bestuur, directeur, MR, personeel) Elke locatie binnen SPON heeft een preventiemedewerker. De preventiemedewerker is een personeelslid binnen een locatie die in zijn takenpakket de verantwoordelijkheid heeft voor de zaken die verplicht zijn vanuit de Arbo-wet. 13
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
De preventiemedewerker is betrokken bij het uitvoeren van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en het maken van een plan van aanpak. Hier ligt een nadrukkelijke relatie met het thema veiligheid. De preventiemedewerker is de spin in het web m.b.t. veiligheid binnen de school. Naast preventiemedewerkers op iedere locatie, is er ook op iedere locatie een veiligheidsteam (V-team), met voldoende personen opgeleid als bedrijfshulpverleners, de zogenaamde BHV-ers. Deze BHV-ers hebben een grote rol bij de ontruiming en het geven van eerste hulp bij een ongeval binnen de school. Jaarlijks vindt er bijscholing plaats van de BHV-ers. Binnen onze organisatie worden er jaarlijks op de locatie ontruimingsoefeningen gedaan. De resultaten worden vastgelegd.
24. Verzekering: Alle leerlingen van de school zijn gedurende de schooluren verzekerd tegen ongevallen. Deze verzekering geldt ook voor de leerlingen die stage lopen, op het stageadres en gedurende de reisuren op een stagedag. Daarnaast geldt deze verzekering ook tijdens de schoolreis en het schoolkamp. Wij gaan er vanuit dat ouders/verzorgers een WAverzekering hebben afgesloten voor hun kind. Schade toegebracht door de leerling aan spullen van de school of leerkracht zijn voor rekening van de ouders/verzorgers. Als leerlingen waardevolle voorwerpen mee naar school nemen, is dit voor eigen risico. Ter informatie: juridisch is de school veelal niet aansprakelijk voor schade die door een leerling wordt veroorzaakt. 25. Foto’s/filmopnamen: Tijdens het cursusjaar worden in sommige gevallen foto’s en/of filmopnamen van de leerlingen gemaakt bijvoorbeeld tijdens het schoolreisje, voor de nieuwsbrief en/of de website en voor het maken van onderwijsmateriaal en voor eigen gebruik tijdens ouderavonden. De opnamen en foto’s blijven in bezit van de school en worden niet
In het kader van Sociale veiligheid wordt er één keer per twee jaar een vragenlijst uitgezet onder personeel, ouders en leerlingen. De uitkomst wordt geanalyseerd en kan leiden tot directe maatregelen en/of opname in het veiligheidsactiviteitenplan. Tevens zal de uitkomst meegenomen worden in het jaarverslag. Omdat de MR instemmingsrecht heeft met betrekking tot veiligheid en gezondheid, zal er regelmatig overleg plaatsvinden aangaande dit onderwerp. 23. Weeralarm: Als er een weeralarm afgegeven wordt door het KNMI en de leerlingen zijn op school, dan is het aan ouder(s)/ verzorger(s), of u uw kind eerder wilt komen ophalen. Dit geldt ook voor de leerlingen die door het vervoersbedrijf gebracht en gehaald worden. Mocht het vervoersbedrijf bij een weeralarm besluiten de leerlingen te komen halen, dan zullen alleen die leerlingen meegegeven worden waarvan de ouder of verzorger de school telefonisch bevestigd heeft dat zij hiervan op de hoogte zijn gesteld. De school zal hierin geen actie ondernemen.
uit handen gegeven zonder toestemming van ouder(s) en/of verzorger(s). Wij verzoeken u op het intakeformulier aan te geven of u bezwaar heeft tegen het publiceren van foto’s en filmopnamen van uw kind. Wanneer u hier niet schriftelijk bezwaar tegen maakt, gaan wij er vanuit dat u toestemming geeft. 26. School Video Interactie Begeleiding (SVIB): School Video Interactie Begeleiding is een methode die gericht is op het begeleiden van mensen in hun eigen praktijk. Aan de hand van een microanalyse (beeld voor beeld analyse) wordt onder andere de interactie tussen bijvoorbeeld groepsleiding en leerling intern besproken. Dat maakt de mogelijk- heden van de leerling en de rol van de groepsleiding zichtbaar. Video kan zo een krachtig leermiddel zijn voor professionalisering. Binnen de organisatie wordt de SVIB ingezet. 14
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
27. Melding verzuim: Ouders/verzorgers hebben de plicht om ziekteverzuim van hun kind tijdig, vóór aanvang van de lessen, door te geven aan school (niet via de chauffeur die uw kind vervoert!) en, indien van toepassing aan het stageadres van uw kind. We stellen het zeer op prijs als de leerling ook weer BETER wordt gemeld. 28. Ongeoorloofd verzuim: In geval van ongeoorloofd verzuim wordt contact opgenomen met de ouders/verzorgers en bij herhaling worden deze opgeroepen voor een gesprek op school. De schoolleiding moet een melding doen bij de leerplichtambtenaar zodra uw kind zonder geldige reden meer dan drie achtereenvolgende schooldagen verzuimt. De leerplichtambtenaar onderzoekt de zaak en zoekt samen met u en de school naar een oplossing. Als het nodig is, kan de leerplichtambtenaar in laatste instantie proces verbaal opmaken. 29. Leerplichtig: Vanaf de eerste schooldag van de maand, volgend op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden, is het kind volledig leerplichtig. Dit betekent dat uw kind 5 dagen per week onderwijs dient te volgen. De leerplicht eindigt als uw kind 18 jaar wordt. 30. Aanvragen extra verlof: Voor nadere informatie over extra verlof of het aanvragen van extra verlof kunt u contact opnemen met de directeur. Ook kunt u nadere informatie vinden op www.postbus51.nl onder het thema ‘onderwijs’. 31. Roken en drinken: De SPRONG is een rookvrije school. Dat betekent dat er in de schoolgebouwen en op de schoolterreinen NIET gerookt mag worden. We hebben in gezamenlijkheid besloten dat we een voorbeeld moeten stellen als school als het gaat om gezond gedrag. Zo zijn Energy drinks om gezondheidsreden ook verboden. 32. Passend onderwijs. Passend onderwijs is de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet ‘op’ passend onderwijs.
Scholen werken met elkaar samen in samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. 33. Wat is de zorgplicht? Schoolbesturen hebben vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dat betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die bij hen inschreven staat of zich aanmeldt een passende onderwijsplek krijgt. De school moet zorgvuldig onderzoeken wat uw kind nodig heeft en dit eerst proberen zelf te realiseren. Het schoolbestuur moet daarvoor nagaan wat de ondersteuningsmogelijkheden van de school zijn. Als de school aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school zorgen dat daar ook een passende plek is. Momenteel moet u in zo’n situatie nog vaak zelf naar een nieuwe school zoeken. Met de inwerkingtreding van passend onderwijs heeft de verwijzende school die verantwoordelijkheid. Daarbij is het belangrijk dat de school goed met u overlegt welke school passend is voor uw kind. 34. Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd? Passend onderwijs vervangt het oude systeem van de leerlinggebonden financiering, beter bekend als het rugzakje. Dat is nodig omdat het rugzakje een aantal problemen oplevert. Een van de problemen is dat steeds meer leerlingen, vooral leerlingen met ernstige gedragsproblemen, een indicatie krijgen voor leerlinggebonden financiering. Hierdoor is het systeem steeds duurder geworden. Scholen vinden de indicatiestelling vaak een langdurig en ingewikkeld proces. En vinden het soms lastig om echt ondersteuning op maat te organiseren. Tot slot zijn er in het oude systeem veel kinderen die thuiszitten. Zij zijn bijvoorbeeld van school verwijderd vanwege de problemen die ze hebben, of omdat er geen goede begeleiding voor ze is op school. Het doel van passend onderwijs is om deze problemen op te lossen. 35. Hoe werkt passend onderwijs? Scholen die samenwerken in een samenwerkingsverband krijgen geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Hiervoor wordt het geld gebruikt dat nu in de rugzakjes zit en naar ambulant begeleiders gaat. Maar ook het geld voor ondersteuning op speciale scholen en het speciaal basis en voortgezet onderwijs gaat bij de inwerkingtreding van passend onderwijs naar het samenwerkingsverband. Voor de leerling gebonden financiering (LGF), waarvan de indicatie afloopt na 1 augustus 2014 15
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
verandert er niets tot de einddatum van de indicatie. Voor deze leerlingen is op later tijdstip een aanvraag voor een arrangement mogelijk. Het uitgangspunt van een arrangement is de extra ondersteuning die een leerling nodig heeft. De aanvraag wordt gedaan bij de AT-VO. De samenwerkende scholen maken een plan om ervoor te zorgen dat iedere leerling passend onderwijs krijgt. In het ene samenwerkingsverband zullen scholen dat anders doen dan in het andere samenwerkingsverband. Er zullen dus verschillen zijn tussen regio’s in de manier waarop onderwijs aan leerlingen met extra ondersteuning eruit komt
te zien. De bedoeling is dat de scholen precies kunnen nagaan wat er nodig is voor hun leerlingen zodat ze ondersteuning op maat kunnen organiseren. Nieuw is het ontwikkelingsperspectief. Scholen moeten een ontwikkelingsperspectief opstellen voor leerlingen in het praktijkonderwijs. In het ontwikkelingsperspectief staan de uitstroombestemming en de belemmerende en bevorderende factoren vermeld, die van invloed zijn op het onderwijsproces. 36. Voor welke leerlingen is er passend onderwijs? Passend onderwijs is er voor alle leerlingen in het basis en voortgezet onderwijs, speciaal (voortgezet) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In de praktijk gaat het vooral over leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking of een chronische ziekte. Maar ook voor leerlingen met een gedrags- of leerstoornis is passend onderwijs natuurlijk erg belangrijk. Soms is het bij de start op school al duidelijk dat er extra ondersteuning nodig is, soms blijkt dat pas later. In het oude systeem waren leerlingen onderverdeeld in 4 clusters: cluster 1 voor leerlingen die blind of slechtziend zijn; cluster 2 voor leerlingen die doof of slechthorend zijn of ernstige spraaktaalmoeilijkheden hebben;
cluster 3 voor leerlingen met een verstandelijke beperking, een lichamelijke beperking of een chronische ziekte; cluster 4 voor leerlingen met gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen of een psychiatrisch probleem. Cluster 1 en 2 blijven het onderwijs in een landelijk systeem organiseren. Zij doen dus niet mee met de regionale indeling van samenwerkende scholen in passend onderwijs. Voor alle andere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben geldt wel de systematiek van regionale samenwerkingsverbanden. Het gaat daarbij om leerlingen uit cluster 3 en 4 en om leerlingen die nu geen indicatie krijgen, maar wel extra ondersteuning nodig hebben. Dat zijn bijvoorbeeld kinderen met leerstoornissen zoals dyslexie of dyscalculie. 37. Wanneer gaat passend onderwijs van start? De wetswijziging is goedgekeurd door de Eerste Kamer. In de praktijk verandert er de eerste periode na de wetswijziging nog niet veel. Eigenlijk zijn de schooljaren 2012/2013 en 2013/2014 een soort overgangsjaren. Het rugzakje en de indicatiestelling veranderden deze jaren niet. Scholen gaan aan de slag met het vormen van de samenwerkingsverbanden en het maken van plannen. In schooljaar 2014/2015, veranderde er veel. Schoolbesturen hebben nu zorgplicht en de samenwerkingsverbanden krijgen het geld en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Voor het schooljaar 2014-2015 moest nog steeds een beschikking PrO aangevraagd worden. Deze beschikking geeft de leerling de mogelijkheid om onderwijs te volgen op een school voor praktijkonderwijs. Ook deze aanvraag moet gedaan worden bij de AT-VO van het samenwerkingsverband VO Noordelijke Drechtsteden. 38. Wat is een samenwerkingsverband? Het samenwerkingsverband is de nieuwe vorm waarin scholen gaan samenwerken op het terrein van passend onderwijs. Er bestaan nu ook al samenwerkingsverbanden van scholen, maar deze worden in het nieuwe systeem deels samengevoegd en krijgen er nieuwe taken bij. Er komen in totaal 75 samenwerkingsverbanden voor het primair onderwijs en 76 samenwerkings verbanden voor het voortgezet onderwijs. Het samenwerkingsverband krijgt in de Wet passend onderwijs veel taken. De belangrijkste taak is het maken en uitvoeren van een plan (het ondersteuningsplan) waarin staat op welke manier alle leerlingen een passende plek op een school krijgen. 16
Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs
39. Medewerkers De Sprong: Directeur: Dhr. B. van Noordenne Locatie Elzenhof: Dhr. L. van der Hel (coördinator Elzenhof)
Team StageWerk: Dhr. F. Hakkesteeg (stagecoördinator) Mevr. B. Pons Mevr. N. van Tuijl Dhr. C. Goos Mevr. M. Coerts Mevr. M. Streefkerk (administratie)
Onderbouw:
Mevr. D. de Bruijne Mevr. R. Keller Dhr. L. Coerts (sport en spel) Mevr. C. van ‘t Hoff Bovenbouw:
Mevr. S. Wojcik (Maatsch.Stage) Mevr. D. van Tilburg (bovenbouw/zorg) Dhr. K. Bezemer Dhr. E. Bieren Mevr. M. Streefkerk Locatie Zwijndrecht Mevr. J. Grootenboer (coördinator Zwijndrecht ) Onderbouw:
Dhr. M. Damen Mevr. A. Risseeuw Mevr. J. Aleven Bovenbouw:
Mevr. J. Verbaarendse Mevr. M. Kok (onderbouw/zorgcoördinator) Dhr. M. Gahrmann Mevr. B. Schot Dhr. M. Noorland (bovenbouw/zorgcoördinator) Ondersteunend personeel: Mevr. M. Kooijman (administratie)
Mevr. M. van Es (administratie) Dhr. M. Vogel (conciërge) Dhr. D. van Driel (conciërge) Mevr. M. Viset (Zwijndrecht) Mevr. A. Velthuis (Sliedrecht) Mevr. M. Jongenengel (Zwijndrecht) Mevr. J.Fletcher (Sliedrecht) Vakleerkrachten: Mevr. D. v.d. Pol (didactiek) Mevr. A. Meulblok (keuken/huishouding/tuin) Dhr. A. van der Graaff (sport en spel) Dhr. J van der Linden (lassen/VCA) Dhr. J. de Mik (fietstechniek) Dhr. E. Bieren (hout/alg.techniek) Dhr. K. Bezemer (tuin) Dhr. R. Kilian (keuken/huishouding/maatsch.stage) Dhr. G. den Hartog (verkoop/projecten/vernieuwing/ICT)
Zorg Advies Team: Dhr. E. Jenster (psycholoog) Mevr. J. Grootenboer (zorgcoördinator Zwijndrecht) Dhr. J. Broekhuizen (zorgcoördinator Sliedrecht) Mevr. M. Huisman (schoolarts) Mevr. E.M. van Rooijen (leerplichtambtenaar)
College van Bestuur (CvB): Dhr. J. Bijlstra (voorzitter) Raad van Toezicht: Dhr. N. Heijster (voorzitter) Mevr. C. van Randwijk - Nederlof Dhr. H. Vermeer Dhr. M. Uilhoorn 40. Adressen: 'De Sprong' Elzenhof 124 3363 HE Sliedrecht tel: 0184-430150 'Locatie Zwijndrecht' Laurensvliet 2R 3331 HW Zwijndrecht Tel: 078-6256174 'StageWerk' Kubus 180 3364 DG Sliedrecht tel: 0184- 433005 bestuurssecretariaat: SPON (Stg. Speciaal Onderw. Drechtsteden e.o.) Postbus 1024 3360 BA Sliedrecht tel: 0184-412507 (via Groenendijk Onderw.Adm.) e-mail via:
[email protected] website: www.spon.nu
website van de school: www.sprong.spon.nu
17 Schoolgids 2015 – 2016 “de SPRONG” school voor praktijkonderwijs