Rondje klooster
lespakket Kunst (algemeen) Cultuur van de kerk
Inhoudsopgave
pagina 3
Inleiding Werkbladen op school:
5
Introductie
8
Webquest: het Catharijneconvent in Utrecht
11
Praktijkopdracht
Kijkwijzer:
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
17
Rondje Klooster
27
Woordenlijst
2
Rondje klooster
Inleiding Wat bezielt mannen en vrouwen die alles opgeven en binnen de dikke muren van een klooster gaan wonen? Het lespakket Rondje klooster laat leerlingen kennismaken met de geschiedenis van het kloosterleven, het dagelijks leven in een klooster, de rol van het geloof en de (functie van) kunstvoorwerpen in het klooster en de kerk. Ook de (bouw)geschiedenis van het middeleeuwse klooster Catharijneconvent komt aan bod. Het project sluit nauw aan bij het Kunst (algemeen)-subdomein Cultuur van de kerk. Bovendien is het geschikt voor de vakken Godsdienst en Levensbeschouwing, CKV en Geschiedenis.
Leerdoelen
• • • • •
Het lespakket Rondje klooster laat leerlingen kennismaken met: de rol van het christelijk geloof in de Middeleeuwen aspecten van middeleeuwse kunst en cultuur in aansluiting op het thema Cultuur van de kerk de belevingswereld van de middeleeuwse mens en de kloosterling in het bijzonder de Johannieter Orde en de (bouw)geschiedenis van hun Utrechtse Catharijneconvent middeleeuwse bronnen Om de doelstellingen te bereiken, is gebruik gemaakt van zowel cognitieve als affectieve vragen.
Introductie In de introductieles komt het ontstaan van de eerste kloosters aan de orde, samen met de dagindeling en het dagelijks leven. Leerlingen zijn na afloop vertrouwd met het thema kloosters. Om hun kennis te verdiepen, kunt u de leerlingen de webquest laten uitvoeren. Hierin komen ze aan de hand van internet meer te weten over een specifieke orde: de Johannieter Orde die ooit het Catharijneconvent bewoonde. Bovendien gaan ze op onderzoek in hun eigen omgeving: stonden of staan hier ook kloosters? De webquest is een goede voorbereiding op een bezoek aan Museum Catharijneconvent.
met 7 in de kijkwijzer). Er wordt onder meer aandacht besteed aan het dagelijks leven in een klooster, de rol van het geloof, passiespelen, leven na de dood, de schatkamer in de (klooster)kerk, opdrachtgevers en de functie van kunstwerken. Onderweg wordt de leerlingen gewezen op de kelder, de eetzaal en de gangen van het oude johannieterklooster. De nummers 8 en 9 gaan dieper in op de geschiedenis van de orde en het kloostergebouw. Heeft u weinig tijd, dan kunt u een aantal kunstwerken schrappen. Of u kunt de geschiedenis van de orde en het gebouw (nummer 8 en 9) laten vervallen. Kopieer vóór het museumbezoek de voorkant van dit pakket en de kijkwijzer. Vertel wat er in het museum van de leerlingen wordt verwacht en neem de museumregels door. Bij de Ticketsbalie van het museum kunt u kosteloos potloden en onderleggers lenen.
Let op! Het kan zijn dat een voorwerp tijdelijk uit de opstelling is verwijderd in verband met bijvoorbeeld een restauratie. De medewerkers Educatie kunnen u de meest actuele informatie geven.
Creatieve opdracht De lessenreeks kan op school worden afgesloten met een creatieve verwerkingsopdracht. Leerlingen worden uitgedaagd om een ‘middeleeuws’ beeld van Catharina van Alexandrië te ontwerpen.
Museumbezoek en kijkwijzer Het museumbezoek vormt het tweede deel van het lespakket. Aan de hand van een kijkwijzer bekijken leerlingen altaarstukken, beelden, schilderijen en liturgische voorwerpen (zie de nummers 1 tot en
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
3
Rondje klooster
Achtergrondinformatie Tip! Meer informatie bij het lespakket Rondje klooster vindt u in de volgende museumpublicaties: • Infoblad Woord en Wapen: over de kerstening van Nederland • Infoblad Kloosters en Kruistochten: over de belangrijkste kloosterorden en de kruistochten • Infoblad Kloosters in de Middeleeuwen: over de ontstaansgeschiedenis van kloosters, de verschillende stichters en orden, het dagelijks leven en de dagindeling • Infoblad Monnikenwerk. Het Scriptorium: over het vervaardigen en illustreren van middeleeuwse handschriften • Infoblad Meditatie en Devotie: over de moderne devotie De infobladen (pdf-bestanden) bestelt u gratis via
[email protected].
Wilt u met de school ook de Catharijnekerk bezoeken? Kijk dan op www.dekathedraal.com voor meer informatie en de openingstijden.
De museumregels
1. Jassen en tassen in de garderobe of de bagagekooi. 2. Mobiele telefoons uitzetten. 3. Alleen schrijven met potlood en op een onderlegger. 4. Geen kunstwerken aanraken en niet op vitrines leunen. 5. Andere museumbezoekers geen overlast bezorgen. 6. Niet eten en drinken in het museum. 7. Zorg voor een begeleider op tien leerlingen, die de groep actief begeleidt. 8. De begeleiders zijn verantwoordelijk voor het verloop van het bezoek en het gedrag van de leerlingen. 9. Beschadigingen aan (kunst)voorwerpen worden door de school vergoed.
Praktische informatie Alle praktische informatie om uw bezoek voor te bereiden, vindt u op onze site www.catharijneconvent.nl. Heeft u vragen, suggesties en/of opmerkingen stuur dan een e-mail naar
[email protected].
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
4
Werkblad
Introductie In de Middeleeuwen speelt het geloof een enorm grote rol in het dagelijks leven. Middeleeuwers eren en danken God door te bidden en de kerk te bezoeken. Sommige mensen gaan nog een stap verder: zij gaan het klooster in. Het woord klooster is afgeleid van het Latijnse claustrum en betekent ‘omsloten plaats’. In de Middeleeuwen zijn er in heel Europa kloosters te vinden. Je kunt van Schotland naar Griekenland reizen en overal dezelfde taal, namelijk Latijn, spreken en dezelfde gebouwen aantreffen. In ons land worden vooral in de twaalfde en dertiende eeuw veel nieuwe kloosters gesticht. Omstreeks 1500 staan er hier maar liefst vijfhonderd.
Van kluizenaar tot kloosterling Het begin van het kloosterleven ligt in de derde en vierde eeuw. Een aantal kluizenaars in Egypte en het Midden-Oosten zoekt naar afzondering, bezinning en boetedoening. Om hun leven helemaal aan God te kunnen wijden, keren zij zich af van wereldse en materiële zaken. Sommige kluizenaars verenigen zich in kleine gemeenschappen waar ze samen bidden en werken. Hiermee is de grondslag gelegd voor de kloosters die in de vijfde en zesde eeuw tot ontwikkeling komen. In Nederland worden de eerste kloosters tussen 700 en 1000 gesticht, wanneer ons land tot het christendom wordt bekeerd door monniken uit Engeland en Ierland.
Heilige Antonius Noord-Nederland, ca. 1450 Antonius staat bekend als de vader van het kloosterleven. Hij is een van de eerste christenen die van al zijn bezittingen afstand doet en zich in de eenzaamheid van de Egyptische woestijn terugtrekt om zijn leven aan God te wijden.
Monnik Noord-Nederland?, 1500-1520 Aan zijn uiterlijk is goed te zien dat dit een monnik is. Hij is gehuld in een lang gewaad met daarover een pij met schoudermantel en kap. Zijn haar is tot een smalle rand weggeschoren voor een tonsuur, ook wel monnikskruin genoemd.
De invloed van Benedictus Een belangrijk man in de ontwikkeling van het kloosterleven is Benedictus van Nursia (ca. 485-ca. 560). Hij sticht in 529 in het Italiaanse Monte Casino een klooster. De monniken die hier leven, praten niet alleen over het christelijk geloof, ze willen ook de manier van leven van Christus navolgen. Bidden en mediteren over het leven en lijden van Jezus vormen de kern van hun kloosterleven. In een regel, een soort kloosterhandleiding, stelt Benedictus een aantal voorschriften vast. Om hun nederigheid aan God te laten zien, moeten de kloosterlingen drie geloften afleggen. Ten eerste beloven ze gehoorzaam te zijn aan de abt. De tweede gelofte is armoede. De kloosterlingen doen afstand van al hun bezittingen, zoals geld en meubels. De laatste gelofte is die van kuisheid: seks is niet toegestaan. Bijna alle kloosters in West-Europa gebruiken de leefregel van Benedictus. Nog steeds leggen mensen die in een klooster gaan wonen deze drie geloftes af. Een kloosterdag staat bijna van minuut tot minuut vast. Het is een afwisseling van 8 uur bidden, 8 uur werken en 8 uur slapen. Klokgelui roept de kloosterlingen acht keer per dag – ook ’s nachts – op om naar de kerk te gaan. Daar lezen ze teksten uit de bijbel, zingen ze psalmen en lofliederen op God en bidden ze. De monniken en nonnen bidden voor zichzelf en voor de mensen buiten het klooster. De gebedsdiensten worden getijden genoemd en duren ruim twintig minuten.
Woorden met een * vind je terug in de woordenlijst. Rondje klooster. Kunst (algemeen)
5
Werkblad Introductie en webquest
Verschijning van Maria met kind aan Dominicus Noord-Nederland, begin 16e eeuw De Spaanse kanunnik* Dominicus Guzman (1170-1221) heeft de orde van de dominicanen (predikheren) gesticht. Centraal in deze gemeenschap staan onderwijs en de verkondiging van het geloof. De dominicanen voorzien in hun levensonderhoud door te bedelen.
Brevier van Beatrijs van Assendelft Delft, ca. 1485 Dit brevier is waarschijnlijk gemaakt ter gelegenheid van de intrede van Beatrijs van Assendelft in het klooster Sint-Maria ter Zijl in Haarlem. In het boek staan de gebeden die Beatrijs tijdens het koorgebed moet lezen.
Indeling kloosterdag volgens de regel van Benedictus 01.30-02.00 studie en meditatie 02.00-03.30 kerkdienst: metten 03.30-04.00 slapen 04.00-05.00 kerkdienst: lauden en de mis 05.00-06.00 studie en meditatie 06.00-07.00 kerkdienst: priem 07.00-08.00 werken 08.00-09.30 kerkdienst: terts 09.30-11.30 werken 11.30-12.00 kerkdienst: sext 12.00-13.00 eten 13.00-14.30 slapen 14.30-15.00 kerkdienst: noon 15.00-17.30 werken 17.30-18.00 eten 18.00-19.30 kerkdienst: vesper 19.30-20.00 studie en meditatie 20.00-20.30 kerkdienst: completen 20.30-01.30 slapen
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
Kruisdood van Christus met stigmatisatie van Franciscus Noord-Nederland, eind 15e eeuw Rondom de Italiaan Franciscus van Assisi (1181-1226) vormt zich in de dertiende eeuw de orde der franciscanen. Kenmerkend is hun armoede en nederigheid.
Zelfvoorzienend Als de monniken zelf de oogst moeten binnenhalen, mogen ze niet klagen of chagrijnig zijn. Want het zijn pas monniken als zij leven van het werk van hun handen. Benedictus van Nursia (ca. 485-ca. 560) Hoewel een klooster geheel van de buitenwereld is afgesloten, ontvangen de monniken wel gasten die onderdak, verzorging of eten nodig hebben. Verder hebben de monniken alleen met elkaar te maken en mogen ze het klooster nooit verlaten. Omdat kloosters in principe geen geld van een koning of landheer krijgen, moeten ze zelf voor hun inkomsten zorgen. Er zijn verschillende manieren om aan geld te komen, bijvoorbeeld van de nieuwkomers in het klooster. Meestal komen zij uit welgestelde families. Van hen wordt min of meer verwacht dat ze als ‘bruidsschat’ geld of grond meenemen. Ook edellieden zijn een bron van inkomsten. Ze betalen veel geld om missen te laten lezen door de kloosterlingen en laten zich graag in de kloosterkerk begraven. Zo hopen zij dat hun ziel door de gebeden van de nabije monniken verzekerd is van een plekje in de hemel. De kloosterlingen werken zelf ook hard. Ze brouwen hun eigen bier, telen groenten en fruit, kweken
6
Werkblad Introductie en webquest
Christus aan het kruis Utrecht?, ca. 1540 De opdrachtgevers van dit schilderij zijn Hadewych van Hardenbroeck (links) en Agnes van Ghent (rechts), benedictinessen in de Sint-Stevensabdij te Oudwijk bij Utrecht. Een tekstbord onder het schilderij roept de toeschouwer op om voor hun zielenheil te bidden.
kruiden, maken meubels, slachten vee en houden bijen voor honing en bijenwas voor kaarsen. Ze zijn dus helemaal self-supporting.
Centrum van kunst en wetenschap In de Middeleeuwen zijn kloosters centra van kennis en cultuur. Ze beschikken over eigen scholen waar monniken leren lezen en schrijven. De kloosterlingen brengen veel tijd door in hun bibliotheek, waar ze studeren en in het schrijfatelier, het scriptorium. Daar kopiëren ze de bijbel, boeken voor kerkelijk gebruik, zoals liedbundels, en werken van klassieke – Griekse en Romeinse – schrijvers. In een tijd waarin veel mensen analfabeet zijn, ontwikkelen kloosters zich tot centra van (christelijke) kennis. Het vervaardigen van handschriften is dan ook tot de dertiende eeuw typisch ‘monnikenwerk’.
Kloosterregels
Abdij van Egmond Claes Jacobsz. van der Heck, 1635 De abdij van Egmond is in de Middeleeuwen een van de belangrijkste Benedictijner abdijen in Nederland. Tijdens de Nederlandse Opstand wordt de abdij opgeheven en vertrekken de benedictijner monniken. In 1573 geeft Willem van Oranje het bevel het klooster te verwoesten. Als Claes van der Heck ruim zestig jaar later Egmond schildert, is er weinig meer over van de oude kloostergebouwen. Vermoedelijk gebruikt de schilder oude afbeeldingen. Om het gehele klooster op een schilderij te krijgen, plaatst hij de gebouwen dichter bij elkaar dan ze in werkelijkheid lagen.
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
* Hoewel wijn niet past bij monniken is het vandaag de dag onmogelijk om hen daarvan te overtuigen. Daarom moeten we er in elk geval voor zorgen, dat zij met mate drinken en niet tot zij niet meer kunnen. * De monniken dragen in bed hun kleren en een riem of touw om hun middel. * Heeft een monnik zich misdragen, dan mag hij niet mee-eten. Voor het begin van het gebed werpt hij zich languit op de grond. Hij blijft net zo lang liggen totdat de abt vindt dat hij genoeg boete heeft gedaan. * Een monnik mag niet meer bezitten dan twee habijten, twee onderkleden, een werkschort, stevige en lichte schoenen, een riem, een mes, een naald, een zakdoek en een schrijfplankje. Benedictus van Nursia (ca. 485-ca. 560)
7
Werkblad
Webquest: het Catharijneconvent in Utrecht Na de introductieles(sen) weet je waarom er kloosters zijn gesticht en hoe de kloosterlingen daar samenleven. Om je voor te bereiden op een bezoek aan het middeleeuwse klooster Catharijneconvent in Utrecht maak je deze webquest. Nu is het Catharijneconvent een museum. Van 1529 tot het begin van de zeventiende eeuw wonen hier johannieters. Dit zijn mannelijke kloosterlingen die behoren tot de Johannieter Orde. Deze orde is bijna 1000 jaar geleden gesticht.
Opdracht 1 Bezoek de site www.johanniterorde.nl. Klik door naar De Johanniter Orde in Nederland en vervolgens naar het kopje Historie.
1.1……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
1.1 Waar hield de broederschap zich mee bezig?
……………………………………………………………………........ 1.2 Wat was er zo bijzonder aan de broederschap?
……………………………………………………………………........ Ook de johannieters leggen de drie geloften af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. In eerste instantie volgen ze de regel van Benedictus, die voorschrijft dat kloosterlingen hun klooster niet zomaar mogen verlaten. In de twaalfde eeuw verruilen ze de regel voor die van Augustinus (354-430)*. Augustinus staat kloosterlingen namelijk een grotere bewegingsvrijheid toe.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
1.2……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Uit de regel van Augustinus Probeer niet met opvallende kleding in de smaak te vallen, maar door je levenshouding. Jullie gedrag mag niemand aanstoot geven. Wanneer je een vrouw ziet, blijf haar dan niet uitdagend aankijken. Trouwens wie zijn ogen niet van een vrouw af kan houden en graag haar aandacht trekt, moet niet denken dat anderen dit niet zien.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
1.3……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........
1.3 Wat zou de reden zijn geweest voor de wisseling
van hun leefregel?
……………………………………………………………………........
In de Middeleeuwen bezitten de broeders landerijen, kloosters en ziekenhuizen in heel Europa. Vanaf het begin van de twaalfde eeuw is de Johannieter Orde ook in Utrecht aanwezig. Hun klooster met een kerk en een hospitaal ligt op het huidige Vredenburg. Het ziekenhuis telt 24 bedden en is daarmee het belangrijkste in de stad. Het klooster staat onder bescherming van de heilige Catharina van Alexandrië.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Woorden met een * vind je terug in de woordenlijst. Rondje klooster. Kunst (algemeen)
8
Werkblad Webquest: het Catharijneconvent in Utrecht
Opdracht 2 Ga naar de site www.heiligen.net. Zoek uit waarom de johannieters juist voor Catharina kozen als beschermheilige. ……………………………………………………………………..
De johannieters worden gedwongen te verhuizen naar een klein klooster aan de Lange Nieuwstraat, het huidige Museum Catharijneconvent. De kloosterlingen van de karmelietenorde* die daar al wonen, worden elders in de stad gehuisvest. Het nieuwe klooster bestaat uit anderhalve kloostergang en een halfafgebouwde kerk.
…………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………..
Wanneer keizer Karel V in 1528 de politieke macht van de bisschop* van Utrecht overneemt, heeft dit grote gevolgen voor de johannieters. Hij wil op het strategisch gelegen terrein van de Johannieter Orde namelijk een burcht bouwen.
Hoofd van Johannes de Doper West-Europa, ca. 1430 Het ziekenhuis van de orde in Jeruzalem krijgt als beschermheilige Johannes de Doper. Hij wordt in de Middeleeuwen aangeroepen tegen hoofd- en keelpijnen. De johannieters ontlenen hun naam aan deze heilige. De bijbel vertelt hoe Johannes koning Herodes en zijn vrouw beschuldigde van een incestueus huwelijk. Herodes laat hem gevangennemen en op verzoek van zijn dochter Salome onthoofden. Het complex blijkt te klein voor de johannieters, hun personeel, het hospitaal en het gasthuis. Ze beginnen dan ook meteen met het afbouwen en uitbreiden van het klooster. Omstreeks 1550 is de kerk klaar en ongeveer twintig jaar later volgt de rest van de gebouwen.
Gezicht op het kasteel Vredenburg W. van Swaenenburgh, 1658 Een aantal muurresten van het oude kasteel Vredenburg kun je nog steeds zien: voor Muziekcentrum Vredenburg, tussen winkelcentrum Hoog-Catharijne en het NS-station.
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
9
Werkblad Webquest: het Catharijneconvent in Utrecht
Opdracht 3 Zoek op internet een kaart van de huidige stad Utrecht. Print deze uit en geef er de volgende plekken op aan: - het eerste johannieterklooster op Vredenburg - het Catharijneconvent aan de Lange Nieuwstraat Onderzoek of je nog meer middeleeuwse kloosters en kerken kunt terugvinden in Utrecht. Gebruik hiervoor een zoekmachine, zoals Google en Google Maps of kloosters.startpagina. Let eens op straatnamen, die verwijzen naar kloosterordes of kerken, zoals Nicolaaskerkhof. Omcirkel de plaats van de kloosters en kerken op je plattegrond.
Opdracht 4 Onderzoek nu of er in jouw woonplaats, of in de nabije omgeving, ook kloosters zijn of hebben gestaan. Welke informatie kun je erover vinden? Denk bijvoorbeeld aan: * bijzonderheden over de stichting van het klooster * tot welke orde de kloosterlingen behoren * de bouwgeschiedenis en de bouwstijl * of het klooster nog in gebruik is
4.……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
10
Werkblad
Praktijkopdracht Stel je bent… een middeleeuwse meesterbeeldhouwer. Het is het jaar 1529. Je krijgt van de johannieters van het Catharijneconvent in Utrecht de belangrijke opdracht om een beeld te maken. Zij willen voor hun kerk graag een beeld van de heilige Catharina van Alexandrië.
Onderzoeken Voordat je aan de slag gaat met boomstammen zoek je een aantal dingen uit:
Waarom geeft de orde juist nu deze belangrijke opdracht? ……………………………………………… …………………………………………… ……………………………………………… ………………………………………………… …………………………………………………. ………………………………………………………
Catharina van Alexandrië Meester van Elsloo (Opper-Gelre), ca. 1500
Zo, nu weet je het een en ander over Catharina en over de fascinatie van de johannieters voor deze heilige vrouw. Je kunt bijna aan de slag met het maken van schetsen.
Probeer erachter te komen hoe Catharina wordt afgebeeld in de vijftiende en zestiende eeuw.
Heeft ze bepaalde kleding aan? ……………………………………………………… ……………………………………………………… ………………………………………………………… ……………………………………………………………
Wordt ze omringd door andere personen? …………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
Waarom kiest de orde voor deze heilige?
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
…………………………………………………………………….
……………………………………………………………………
Wat is er bekend over Catharina van Alexandrië?
Welke attributen heeft zij?
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
……………………………………………………………………..
……………………………………………………………………
…………………………………………………………………….
……………………………………………………………………
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
11
Werkblad Praktijkopdracht
Waarschijnlijk krijg je een steeds beter idee hoe je jouw beeld zou kunnen vormgeven. Denk nu eens na over haar houding. Hoe worden heiligen meestal afgebeeld? Is dit zittend of staand? Kijken ze je aan of niet? Hoe groot zouden de beelden zijn?
Aan de slag Ga nu aan de slag! Maak een aantal ontwerpschetsen voor jouw heiligenbeeld. Wanneer je tevreden bent, kun je een schets tot in detail uitwerken. Vergeet niet dat middeleeuwse beelden gepolychromeerd kleurrijk beschilderd - waren. Heb je nog tijd over maak dan in klei een 3d-model. Ben je benieuwd naar onze mening over jouw ‘middeleeuwse’ beeld? Stuur dan een foto naar
[email protected].
Beeldhouwer in zijn atelier, 16de eeuw
Catharina van Alexandrië Utrecht?, Zuid-Nederland?, 1530-1540
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
12
Kijkwijzer
Rondje klooster Om te beginnen Welkom in Museum Catharijneconvent. Dit museum verzamelt kunstwerken en voorwerpen die iets te maken hebben met de geschiedenis van het christendom in Nederland. Deze kijkwijzer neemt je mee door het klooster langs middeleeuwse kunstwerken. In de kaders vind je meer info over de geschiedenis van het gebouw.
Zo kom je aan informatie om de vragen te beantwoorden: • kijken: bestudeer de kunstwerken • lezen: let op de tekstborden bij de kunstwerken en in de vitrines • luisteren: achtergrondinformatie vind je in de multimediatour en via de touchscreens in de museumzalen
6 museumregels 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Berg je jas en tas op in de Garderobe of in de bagagekooi. Zet je mobiele telefoon uit. Je mag niet eten en drinken in het museum. Schijf alleen met potlood en op een onderlegger. Raak geen kunstwerken aan en leun niet op vitrines. Bezorg andere museumbezoekers geen overlast.
De betekenis van de woorden met een * vind je in de woordenlijst achterin deze kijkroute. De plattegrond wijst je de weg door het gebouw en naar de juiste kunstwerken. Hangt een object niet op zaal? Gebruik dan de afbeelding achterin de kijkwijzer.
Woorden met een * vind je terug in de woordenlijst. Rondje klooster. Kunst (algemeen)
13
Kijkwijzer Rondje Klooster Naar de Catharinazaal Haal eerst bij de Tickets-balie een onderlegger en een potlood en een multimediatour voor het beantwoorden van de vragen. Ga door de automatische deuren en loop via de grote trap naar beneden. Je komt in de Catharinazaal.
1. Drama in de kerk Als aanvulling op de diensten werden in of buiten de kerk toneelstukken of passiespelen opgevoerd. Acteurs speelden de lijdensweg van Christus na. Kunstenaars namen motieven uit de toneelstukken over in hun werk.
1.1……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
1.1 Welke scène is hier uitgebeeld?
……………………………………………………………………........ 1.2 Hoe heeft de beeldhouwer deze scène gedramati-
seerd? Bekijk de houding en de gezichtsuitdrukking.
1.3 Wat was de functie van dit beeld in de kerk?
Ga door de deur aan je linkerhand naar de kloostergang. Hier vind je de volgende kunstwerken.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
1.2……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
1.3……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ Christus op de koude steen Oost-Nederland, ca. 1510
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
……………………………………………………………………........
14
Kijkwijzer Rondje Klooster
Naar de Schatkamer
2.1……………………………………………………………..……
Verlaat de Catharinazaal en sla linksaf de Schatkamer in. ……………………………………………………………………........
De kelder van het klooster Je staat nu in de voormalige kelder van het klooster. Hier sloegen de johannieters hun voedsel en brandstof op. Via een grote boog en een portaal rechts achter in de kelder kon het personeel direct naar de keuken toe. Aan het plafond van de koele kelder werd aan grote haken het voedsel bewaard, goed beschermd tegen ongedierte.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
2. Glitter en glans
……………………………………………………………………........
2.1 Deze oude kelder is nu ingericht als schatkamer. Wat
……………………………………………………………………........
is de functie van een schatkamer in (klooster)kerken? ……………………………………………………………………........ 2.2 Loop een rondje door de schatkamer. Beschrijf het
oudste voorwerp dat hier staat. Zeg iets over de vorm, de versiering en de functie.
2.3 Bedenk drie redenen waarom deze belangrijke
kunstschat zo goed bewaard is gebleven.
……………………………………………………………………........
2.2……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
2.3
1.…………………………………………………………………...… ……………………………………………………………………........
2.……………………………………………………………………... ……………………………………………………………………........
3.……………………………………………………………………... ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
15
Kijkwijzer Rondje Klooster 3A. Oog in oog met het Oosten
3.1
Moeder Gods Hodegetria Byzantium, 940-960 Sommige kostbare voorwerpen in een schatkamer zijn afkomstig uit het Byzantijnse Rijk. Na de inname van Constantinopel* door de kruisvaarders* in 1204 kwam een golf van Oosterse kunst naar het Westen. Dit ivoor is een voorbeeld van de voorwerpen die de kruisvaarders tegenkwamen bij de plundering van de schatkamers.
3.1 Maak een schets van het ivoor. 3.2 Geef een korte beschrijving van de voorstelling,
denk bijvoorbeeld aan de houding van Maria, haar kleding en gebaren.
3.3 ‘Hodegetria’ betekent ‘zij die de weg wijst’.
Wat wordt hiermee bedoeld, denk je?
Verlaat de Schatkamer en loop de trap op. Ga door de deur rechts en loop de zaal in met het rode tapijt.
3.2……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
De Refter Deze ruimte werd door de kloosterlingen gebruikt als eetzaal. Hij is tussen 1468 en 1529 door de karmelieten gebouwd. De johannieters aten altijd in stilte, luisterend naar de bijbellezing.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
3.3……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ …………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………........
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
16
Kijkwijzer Rondje Klooster
3B. Maria
3.4 Overeenkomsten: …………………………………………………. ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Verschillen: …………………………………………………............ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
3.5
1.…………………………………………………………………...… ……………………………………………………………………........ Maria met kind Maasgebied, ca. 1275 Vanaf de twaalfde eeuw nemen kunstenaars in het Westen het motief van Moeder Gods Hodegetria over in hun afbeeldingen van Maria. Bekijk het beeld van Maria met kind en vergelijk dit met jouw schets van de ivoor uit Byzantium.
3.4 Beschrijf een aantal overeenkomsten en verschillen
tussen de twee voorstellingen.
……………………………………………………………………........
2.……………………………………………………………………... ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
3.……………………………………………………………………... ……………………………………………………………………........
3.5 Op het tekstbordje wordt het beeld ‘vroeggotisch’
…………………………………………………………………….......
3.6……………………………………………………………..……
genoemd. Lees de tekst en bestudeer het beeld. Noem drie kenmerken van gotische beeldhouwkunst:
3.6 Het beeld is gepolychromeerd. Zoek op wat dit
……………………………………………………………………........
betekent via de touchscreen in deze zaal. ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
17
Kijkwijzer Rondje Klooster
4. Angst voor de dood
4.1……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
4.2……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ Maria met kind in besloten tuin Meester van Delft, ca. 1500 De angst voor de dood was groot in de Middeleeuwen. Mensen geloofden dat na het leven op aarde iedereen door Jezus wordt beoordeeld: misdadigers komen in de hel en personen zonder zonden in de hemel.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
In de hoop om sneller in de hemel te komen, schonken rijke mensen kunstwerken aan kerken en kloosters. Als tegenprestatie baden geestelijken en kloosterlingen voor de schenkers en hun overleden familieleden.
4.3……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Meer informatie over dit schilderij vind je ook via de touchscreens.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
4.1 Wat kun je vertellen over de twee opdrachtgevers
van dit drieluik?
4.2 Wat zou de functie zijn van de twee heiligen
4.4……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........
die achter hen staan? ……………………………………………………………………........
4.3 Waarom kozen de opdrachtgevers voor de
voorstellingen op het middenpaneel?
……………………………………………………………………........
4.4 En waarom lieten zij de bijbelse figuren in
……………………………………………………………………........
4.5……………………………………………………………..……
middeleeuwse kleding en in een middeleeuwse stad afbeelden, denk je?
4.5 Op de lijst stond oorspronkelijk: ‘en mijn enige
……………………………………………………………………........
gezel is mijn pijn’. Deze zin komt uit een klaaglied waarin de dichter aan God vertelt over angst. Hij bekent zijn schuld en vraagt om hulp.
……………………………………………………………………........
Waarom is de zin zo toepasselijk voor dit drieluik?
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Verlaat de Refter via de deur rechts van het grote beeld van Christoffel. Je komt in de kloostergang.
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
……………………………………………………………………........
18
Kijkwijzer Rondje Klooster
5.1……………………………………………………………..……
5. Reizen naar verre oorden Portret van een Jeruzalemvaarder Noord-Nederland, 1551
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
In de Middeleeuwen legden mensen grote afstanden af, bijvoorbeeld om handel te drijven. Bijzondere reizigers waren de pelgrims. Te voet, te paard of met een schip reisden ze naar plaatsen waar heiligen hebben gewoond of zijn gestorven. Pelgrims bezochten daar de belangrijkste kerken en baden voor de genezing van een ziekte of om boete te doen voor hun slechte gedrag.
5.1 Jeruzalem is de belangrijkste pelgrimsplaats voor
christenen. Waarom?
5.2 Aan welke ‘souvenirs’ kun je de Jeruzalemvaarder herkennen?
5.2……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
5.3……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
5.4……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
5.3 Waarom laat hij zich hiermee afbeelden?
……………………………………………………………………........ 5.4 Pelgrims zijn in de Middeleeuwen te herkennen aan
hun kleding. Bekijk dit beeld en beschrijf de outfit.
5.5……………………………………………………………..……
5.5 Bekijk het interview Een hedendaagse pelgrim via de touchscreen. Waarom maakte Stijn Oosterling een pelgrimstocht?
……………………………………………………………………........
5.6 Kun je hem vergelijken met middeleeuwse pelgrims?
……………………………………………………………………........
……………………………………………………………………........
Licht je antwoord toe. ……………………………………………………………………........
5.6……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ Jacobus de Meerdere
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
……………………………………………………………………........
19
Kijkwijzer Rondje Klooster
6. “Volstrekt niets stellen zij boven Christus”
6.1……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
6.2……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
6.3……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ Verschijning van Maria met kind aan Dominicus Noord-Nederland, begin 16e eeuw
6.1 Bekijk dit schilderij. Wat kun je zeggen over
……………………………………………………………………........
6.4……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........
de compositie en de opbouw van het schilderij? ……………………………………………………………………........
6.2 Dominicus staat in een gotische kerk.
Waar kun je dit aan zien?
……………………………………………………………………........
6.3 Wat is het effect van het formaat van dit schilderij?
6.5……………………………………………………………..……
6.4 Lees de wandtekst Nieuwe kloosterorden en de
……………………………………………………………………........
……………………………………………………………………........
tekst bij het schilderij. Wat kom je te weten over de Spaanse kanunnik Dominicus Guzman?
6.5 Het schilderij toont het visioen van Dominicus. Hoe heeft de schilder dat in beeld gebracht?
Om de hoek in de volgende kloostergang vind je een bank met twee touchscreens.
……………………………………………………………………........
6.6……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........
6.6 Bekijk het interview ‘Een hedendaagse kloosterling’
……………………………………………………………………........
……………………………………………………………………........
en beantwoord de volgende vragen. Vertel iets over haar manier van leven.
6.7 Wat vind je zelf? Snap je waarom iemand het
klooster in wil? Motiveer je antwoord.
6.7……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Ga op zoek naar het volgende schilderij: (sla de bladzijde om)
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
……………………………………………………………………........
20
Kijkwijzer Rondje Klooster
7. Naar de hemel of de hel?
7.1……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
7.2
Drieluik met Triomf van de Dood en Laatste Oordeel Hermann Tom Ring, ca. 1550
7.1 Boven op een wolk zit Jezus die het Laatste Oordeel
voltrekt. Leg in eigen woorden uit wat hier gebeurt.
7.2 Maak een compositieschets in het kader hiernaast
en zet daarin een omschrijving van de verschillende groepen mensen die je ziet.
7.3 Er is een figuur op het schilderij die je recht aankijkt.
Op welke manier betrekt hij jou bij de voorstelling?
7.4 Is dit een actueel schilderij, vind jij? Kan het ons nu
nog een les leren en zo ja, welke?
8. Het klooster van de johannieters
7.3……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
In deze kloostergang zijn de karmelieten na twee traveeën en een halfronde uitbouw gestopt met bouwen. Daarna gingen de johannieters verder.
……………………………………………………………………........
Fontein en keuken
……………………………………………………………………........
In de uitbouw stond een fontein, waar de kloosterlingen hun handen konden wassen. Ertegenover lag de keuken. Af en toen hadden de kloosterlingen een weekbeurt, waarin ze maaltijden moesten serveren en schoonmaken.
7.4……………………………………………………………..……
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
21
Kijkwijzer Rondje Klooster
8.1 Loop nog even terug naar de vorige kloostergang.
Beschrijf het beeldhouwwerk onderaan de bogen. Dit zijn kraagstenen.
8.2 Loop door naar de volgende kloostergang.
8.1……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Bekijk ook hier de kraagstenen. Wat valt je op? …………………………………………………………………….......
8.2……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ …………………………………………………………………….......
8.3……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ …………………………………………………………………….......
8.4……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ 8.3 Links na de hellingbaan vind je een stenen trapje naar een klein portaal. Ga naar binnen. Rechts zie je een nis met een muurschildering. Door wie is de schildering aangebracht, een karmeliet of een johannieter? Leg je antwoord uit.
……………………………………………………………………........ …………………………………………………………………….......
Loop de kloostergang uit en ga de hoek om. Ook deze kloostergang hebben de johannieters gebouwd. 8.4 Welke figuren herken je op de kraagstenen?
Ga aan het eind de trap op naar boven, dan rechtsaf en loop deze kloostergang uit.
Het bleekveld Een van de twee ramen aan het einde van deze kloostergang keek uit op het bleekveld. Hier werd de natte was van het hospitaal te drogen gelegd. Door de zon werd het weer mooi wit, gebleekt dus.
Ga aan het einde van deze gang rechtsaf de kleine zaal in. Let op: deze zaal is soms gesloten vanwege de opbouw van een nieuwe tentoonstelling. Loop dan weer terug naar het Museumcafé.
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
Ziekenzaal van het Catharijnegasthuis Anoniem, begin 17de eeuw, Centraal Museum, Utrecht Deze kleine zaal vormde vroeger samen met de grote zaal de dormitorium, de slaapzaal, van de karmelieten. Omdat de johannieters eigen slaapkamers en zelfs hele huizen hadden, gebruikten zij de ruimte als ziekenzaal. In de zestiende eeuw staan er een altaar* en negentien bedden in de zaal. De bedden hebben ieder rode dekens, twee lakens en een kussen, een pispot en een drinkkan. De zieken en gewonden krijgen eten, drinken en medicijnen onder toezicht van de hospitaalmeester. Bron: Visitatieverslag 21 juli 1594
22
Kijkwijzer Rondje Klooster
8.5 Het ziekenhuis besloeg een aardig oppervlak.
Schat in hoeveel vierkante meters de ziekenzaal oorspronkelijk telde (kleine en grote zaal samen).
8.5……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........
8.6 Het oude kloostergebouw is nu in gebruik als
……………………………………………………………………........
……………………………………………………………………........
museum. Wat vind jij? Heeft het klooster een goede bestemming gekregen? Wordt het oude gebouw gerespecteerd? Geef hieronder jouw mening.
……………………………………………………………………........ Je bent nu aan het einde gekomen van deze kijkwijzer door het museum.
……………………………………………………………………........
Heb je nog tijd over dan kun je de Buitenroute volgen.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
8.6……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
9. Buitenroute Rondje klooster
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Hoe groot was het Catharijneconvent eigenlijk? Je hebt het klooster van binnen al gezien, nu gaan we naar buiten.
9.1……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........
Wanneer je het museum uitloopt, ligt het oude kloostergebouw voor je.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
9.1 De grijze poort links gaf in de zeventiende eeuw
toegang tot het ziekenhuis. Past de bouwstijl bij de rest van het klooster? Leg je antwoord uit.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Ga door de stenen poort rechts en loop naar de Kloostertuin.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
23
Kijkwijzer Rondje Klooster
9.2 Teken twee verschillende ramen op de begane
grond na.
9.2
9.3……………………………………………………………..…… Hendrick Barck (1533/34-1602) Omgeving Jan van Scorel, ca. 1561
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
In de Kloostertuin zie je een glazen luchtbrug. Het was waarschijnlijk een grote wens van Hendrick Barck (1533/34-1602), het laatste hoofd van het klooster, om een vierde kloostergang te bouwen om alle gangen met elkaar te verbinden. Pas vier eeuwen later was het zover en bouwde architect Hubert-Jan Henket deze luchtbrug.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
9.3 Wat vind jij van de combinatie van oude
en nieuwe architectuur?
……………………………………………………………………........
Loop het kloostercomplex uit richting de Lange Nieuwstraat en ga rechts naar de kerk.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
De Catharijnekerk heeft nogal wat veranderingen ondergaan. Tijdens de Reformatie* werd het gebouw leeggeroofd.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Interieur van de kerk Vervolgens hebben wij de kerk gezien. Van buiten is het muurwerk en het dak in goede staat, behoorlijk groot en breed, van binnen echter door soldaten tijdens de vele troebelen die hier plaatsvonden, kapot geslagen, verwoest en alle beelden neergehaald en eruit gesmeten. Bovendien heeft de kerk een fraaie, overwelfde kloostergang.
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Bron: Visitatieverslag 21 juli 1594
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
24
Kijkwijzer Rondje Klooster
9.4 Waarom werd de Catharijnekerk aan het eind van de zestiende eeuw (tijdens de Reformatie dus) geplunderd?
9.4……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
9.5……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ 9.5 Geef een beschrijving van de kerk en - wanneer de
deur open is - ook van het interieur. Het ANWB-bord op de gevel kan je nog wat meer informatie geven.
Voeg hiernaast een schets toe van de voorgevel. Ga na het kerkbezoek rechtsaf de Catharijnesteeg in.
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
25
Kijkwijzer Rondje Klooster
9.6 Bekijk je schets van de twee ramen uit de Klooster-
tuin. Vergelijk ze met de kerkramen. Wat valt je op?
9.6……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........
Ga aan het eind rechtsaf. Loop naar huisnummer 61. ……………………………………………………………………........ Hier woonde Hendrick Barck. In zijn huis was een geheime kapel ingericht tijdens de Reformatie*. De johannieters mochten toen geen diensten houden in hun kerk. 9.7 Waarom mochten de johannieters geen missen
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
vieren in hun eigen kerk? ……………………………………………………………………........ Ga naar huisnummer 63. ……………………………………………………………………........ Op deze plek bevond zich de bierbrouwerij van het karmelietenklooster. Helaas is er niets van bewaard gebleven. Tot in de elfde eeuw werd bier alleen in kloosters gebrouwen.
9.8 Welke functie heeft dit pand nu?
……………………………………………………………………........
9.7……………………………………………………………..…… ……………………………………………………………………........
Alle huizen tot aan de eerste hoek waren in bezit van de johannieters. Ze kregen de panden ter compensatie van keizer Karel V omdat de johannieters in 1529 naar het kleine karmelietenklooster moesten verhuizen.
……………………………………………………………………........
Ga de eerste straat rechts: de Zuilenstraat.
……………………………………………………………………........
Ook de panden aan beide kanten van deze straat waren van de johannieters. Stel je eens voor hoe groot het kloostercomplex was!
……………………………………………………………………........
Sla aan het einde van de straat rechtsaf en loop weer naar Museum Catharijneconvent toe.
……………………………………………………………………........
……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
……………………………………………………………………........
9.8……………………………………………………………..……
Dit is het einde van de buitentocht! ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........ ……………………………………………………………………........
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
26
Woordenlijst Altaar: zware stenen of houten tafel op een verhoging, waarvoor de priester* de mis opdraagt. Op het altaar werden het brood en de wijn neergezet. Altaar is een Latijns woord, dat afstamt van altus (‘hoog’) en ara (‘offerplaats’). Augustinus (354-430): bisschop van Hippo (nu in Algerije), later heilig verklaard en de belangrijkste kerkvader. In de Middeleeuwen grepen geleerden vaak op zijn geschriften terug. Bisschop: priester van de hoogste rang, belast met het bestuur van een bisdom.
Regel: voorgeschreven levenswijze van kloosterlingen. Reformatie: kerkhervorming waarbij christenen zich in de zestiende eeuw afscheidden van de rooms-katholieke Kerk. Het doel was het herstel van de oorspronkelijke zuiverheid in leer en gebruiken in de christelijke kerk. Binnen de hervorming ontstonden verscheidene afsplitsingen, zoals de calvinisten, lutheranen en doopsgezinden. Met name Johannes Calvijn heeft veel invloed gehad in Nederland. Traveeën: vlakken die door een gewelf worden overspannen.
Broederschap: kerkelijk goedgekeurde vereniging van leken met een vroom doel. Constantinopel: hoofdstad van het Byzantijnse of Oost-Romeine Rijk. Tegenwoordig heet de stad Istanbul. Convent: kloostergemeenschap. Eucharistie: Het belangrijkste onderdeel van de mis: de heilige maaltijd, waarbij christenen het overlijden van Jezus en zijn opstanding uit de dood herdenken. Heilige Land: het land, Palestina, dat God aan het volk Israël beloofde. Het Heilige Land wordt nu gevormd door het huidige Israël. Het Heilige Land was het oudste doel van de pelgrims met de heilige plaatsen Betlehem, waar Jezus was geboren en Nazareth, waar zijn ouders woonden. De spirituele stad bij uitstek was echter Jeruzalem. Hier werd Jezus na zijn kruisiging begraven en zou hij na drie dagen zijn opgestaan. Op het einde van de geschiedenis zou Jezus in deze stad terugkeren op aarde. Karmelietenorde: bedelorde, genoemd naar de berg Karmel in Israël waar zich in de dertiende eeuw een groep kluizenaars vestigde. Mis: de belangrijkste eredienst in de katholieke kerk waarin de viering van de eucharistie* centraal staat. Orde: vereniging van personen die zich aan een bepaalde regel gebonden heeft. Priester: geestelijke die van de bisschop een priesterwijding heeft ontvangen en op grond daarvan onder andere mag dopen, het brood en de wijn tijdens de mis mag zegenen en uitdelen en een huwelijk mag inzegenen. Reliek: overblijfsel van een heilige, van een voorwerp of kledingstuk dat met hen in contact is geweest of van Christus. Aan relieken worden wonderlijke en beschermende krachten toegekend.
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
Colofon © Museum Catharijneconvent, 2008 Afdeling Onderzoek & Educatie Fotografie: Utrecht, Ruben de Heer; Utrecht, Archeologisch en Bouwhistorisch Centrum; Utrecht, Centraal Museum Vormgeving: Manifesta, Rotterdam
27
De objecten in deze kijkwijzer
Christus op de koude steen, Oost-Nederland, ca. 1510, ABM bs692 Rondje klooster. Kunst (algemeen)
28
Moeder Gods Hodegetria, Byzantium, 940-960, MCC ABM bi751
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
29
Maria met kind, Maasgebied, ca. 1275, ABM bh261
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
30
Drieluik met Maria en kind in besloten tuin Meester van Delft, ca. 1500 RMCC s82a Bruikleen Rijksmuseum Amsterdam
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
31
Portret van een Jeruzalemvaarder Noord-Nederland, 1551 Museum Catharijneconvent, Utrecht, RMCC s85, bruikleen Instituut Collectie Nederland
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
32
Verschijning van Maria met kind aan Dominicus Noord-Nederland, begin 16e eeuw, ABM s71
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
33
Triomf van de Dood en Laatste Oordeel Hermann Tom Ring, ca. 1550-1555 Museum Catharijneconvent, Utrecht, ABM s40
Rondje klooster. Kunst (algemeen)
34