remonstrants maandblad jaargang 22 nr. 17 september 2011
Uw rijk kome Jaarprogramma 2011 – 2012
van de redactie
Spiegel naar voren Uw rijk kome is het jaarthema 2011-2012 van de remonstranten. Dit nummer van AdRem introduceert het thema in verschillende artikelen en presenteert de aktiviteiten die dit jaar gaan plaatsvinden. De redactie zet haar vizier in dit nummer dus vooruit en verkent het koninkrijk dat ons is beloofd. Die christelijke toekomst is overigens nogal ongrijpbaar. Zij heeft trekken van een ‘toekomstige aardse werkelijkheid waarvan al sporen te zien zijn, van een bovenaardse schoonheid en van apocalyptische taferelen van een afschuwelijke crisis waarin mensen vermalen worden.’ Verheugt u dus en huiver! Op 1 oktober wordt het nieuwe boek van Koen Holtzapffel gepresenteerd met de titel Alleen de hond leeft in het hier en nu. Martijn Junte ging met de auteur op stap in Rotterdam en verkende met hem enkele dimensies van het toekomstperspectief in het christelijke geloof. Peter Nissen las het essay en schreef er een diepgaande recensie over. Twee artikelen gaan over het geloof in de Eindtijd. Anneke van der Hoog is specialist op het terrein van het esoterische denken. In die kringen wordt het jaar 2012 met spanning tegemoet gezien. In dat jaar komt volgens de Mayakalender namelijk de wereld ten einde. Johannes Magliano Tromp laat zijn licht schijnen over de vraag welk belang apocalyptiek nog heeft voor de moderne gelovige. Van eeuwen her is de overtuiging dat dromen voorspellende
waarde hebben. Volgens de Schriften kunnen dromen boodschappen van God overbrengen. Droomdeskundige Bart Koet spreekt in dit nummer over dromen als spiegel voor de toekomst. ‘In de oudheid wordt aangegeven dat de meest specifieke eigenschap van dromen een spiegel is, die naar voren is opgesteld, ofwel je kijkt in de toekomst. Sinds de tijd van Sigmund Freud ligt het accent op een naar achter gerichte spiegel, die naar binnen en/of naar het verleden is gekeerd. Wat heb je meegemaakt en hoe verwerk je dat. Echter, het gemeenschappelijk in deze is dat de droom een spiegel is en wijsheid bevat. En wijsheid is kennis en inzicht.’ Wat is er nog over van het visioen dat ons tweeduizend jaar geleden is voorgehouden? Hebben wij als mens en als christen daar nog een rol in te spelen? Carla Bierlaagh gaat de redactie van AdRem helaas verlaten. Wij danken haar zeer voor haar inzet, collegialiteit, haar mooie artikelen en haar inspirerende leiding in de periode dat zij hoofdredacteur was.
•
Michel Peters Eindredacteur Bert Dicou, de vaste schrijver van het redactioneel, is op vakantie. Het volgende nummer van AdRem verschijnt op 6 oktober 2011.
in dit nummer onder meer: 3 Agenda
14 ’t Rentmeestertje
4 Op stap met Koen Holtzapffel
15 Miniatuur
6 Alleen de hond leeft in het hier en nu
16 Wat dromen voorspellen
7 Overweging
18 Nationale synode
8 Anneke van der Hoog
18 - 19 In memoriam
12 Apocalyptiek
20 Het gezicht van...
colofon Redactie: Carla Bierlaagh, Sigrid Coenradie, Bert Dicou (hoofdredacteur), Martijn Junte, Michel Peters (eindredacteur), Lilian Roos en Marianne Waling-Huijsen. Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030 2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties): info@ remonstranten.org, of via bovenstaand redactieadres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 30,- euro per jaar voor niet-remonstranten. Advertentiewerving: Eric Zinger, 026 3333181,
[email protected], tarieven op aanvraag verkrijgbaar. Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
agenda
Jaarprogramma 2011 - 2012 Uw rijk kome 1 oktober 2011
februari 2012
Presentatie van het essay Alleen de hond leeft in het hier en nu geschreven door Koen Holtzapffel. Remonstrantse kerk, Museumpark in Rotterdam om 14.00 uur. Opgave:
[email protected]
Verschijning van het boek Heilig. Gewoon nu door Bert Dicou, met bijdragen van Sigrid Coenradie. Gesprekken met kleinschalige, creatieve wereldverbeteraars van nu, en misschien wel de ‘heiligen’ van de toekomst.
2 en 3 oktober 2011 Meezingconcerten LICHT. Karin Bloemen zingt oude, bekende en kerkelijke melodieën uit de succesvolle bundel LICHT van Coot van Doesburgh. En u mag meezingen! Plaats: De Duif aan de Prinsengracht in Amsterdam om 20.15 uur. Bestellen via www.dekleinekomedie.nl.
10 maart 2012 Remonstrantse beraadsdag Uw rijk kome in de Nieuwe Liefde in Amsterdam. Volledige informatie is te vinden op www.remonstranten.org onder de button ‘Uw rijk kome’.
9 oktober 2011 Presentatie van de bundel Coming out churches In welke kerken kunnen homo’s trouwen? Veel interviews met bekende Nederlanders over het homohuwelijk. Kerkdienst in Vrijburg (Amsterdam), Diepenbrockstraat 46, vanaf 9.30 uur.
januari 2012 Verschijning van het boek Het vrije woord door Joost Röselaers en Fernand van Dijk. Met theologen en opiniemakers in gesprek over religie en politiek in deze tijd.
berichten
Remonstranten onderweg De taakgroep Duurzame Ontwikkeling (DUO) organiseert op zaterdag 8 oktober wederom een meditatieve wandeling in het Groene Hart van Holland. DUO organiseert de wandeling in samenwerking met de Gemeente Zwammerdam. De predikanten Marina Slootmans en Reinhold Philipp zullen de wandeling begeleiden met momenten van bezinning. Aanvang 10.30 uur met koffie in het bezoekerscentrum
De Hartloper, Reeuwijkse Houtwal 3 in het Reeuwijkse Hout. De wandeling duurt ongeveer 2 uur en zal worden afgesloten met een gezamenlijke lunch en tenslotte een vesper in de Remonstrantse kerk van Zwammerdam. Kosten ongeveer 6,- euro per deelnemer. Opgave bij taakgroep DUO: Ancel van Royen,
[email protected], 070-3243210. U krijgt na opgave nog nader definitieve informatie.
•
Weekend ‘Freisinnig Berlin’ van 4 - 6 november 2011 Margriet Dijkmans van Gunst uit Amsterdam wil dit najaar samen met Christian Modehn uit Berlijn een vrijzinnig weekend organiseren, waarbij het leuk zou zijn als vrijzinnigen, van alle leeftijden, uit heel Nederland meegaan. Het idee is om op vrijdagavond een ontmoeting te hebben met het Remonstrantenforum uit Berlijn en op zaterdag een vrijzinnige ‘rondtour’ te maken o.l.v. Christian Modehn
met aansluitend een diner. De groep kan voordelig overnachten in het Amstelhouse hostel bij de Arminiusmarkthalle. De kosten voor dit weekend zullen inclusief reis en verblijf rond 250,- euro bedragen, 15 deelnemers kunnen er mee. Mocht je het leuk vinden om mee te gaan, mail haar dan zo spoedig mogelijk want hoe eerder geboekt, hoe voordeliger. Email:
[email protected]
•
jaargang 22 nr. 17 september 2011 3
thema Uw rijk kome
Adrem op s tap met K oe n Holt zapffe l
En dan nu: de toekomst ‘Mooi hè?’, klinkt het. Koen Holtzapffel komt aan fietsen uit de Witte de Withstraat en wijst op de resultaten van de verbouwing van de Remonstrantse Kerk. ‘Kijk’, voegt hij eraan toe, terwijl hij naar boven wijst, ‘Geloof en onderzoek, echt Remonstrants.’ Boven de ingang aan de Westersingel is een engel afgebeeld die geflankeerd wordt door beide begrippen. Ze zullen deze ochtend nog vaker vallen. ‘De resultaten van de restauratie beginnen nu echt zichtbaar te worden’, zegt hij zichtbaar trots en tevreden.
Als zijn fiets is gestald vertrekken we te voet naar de Walhallalaan. Die naam is niet alleen een toespeling op het thema ‘toekomst’ dat zo prominent aan de orde komt in het essay van zijn hand, Alleen de hond leeft in het nu (verschijning 1 oktober). De plek refereert ook aan de stadsvernieuwing in deze Rotterdamse prachtwijk, waaraan een duidelijke toekomstvisie van het Rotterdamse College van B&W en een woningbouwvereniging ten grondslag hebben gelegen. De SS Rotterdam namelijk, die bij de Walhallalaan aan de kade ligt, is een symbool voor de kansen en risico’s die aan de orde zijn als men met het oog op de toekomst te werk gaat. De SS Rotter dam was bedoeld als de kroon op het werk in Katendrecht, zegt Koen. Er zijn allerlei sociale initiatieven en werkgelegenheidsprojecten rond en op het schip. Tegelijk echter liet de financiële uitwerking te wensen over, om het zachtjes uit te drukken. De SS Rotterdam is een miljoenenverslindend en onmogelijk winstgevend te maken project gebleken.
Het NU Dit soort voorbeelden grijpt Holtzapffel aan om te pleiten voor een grotere waardering voor een religieuze toekomstverwachting. Hij gaat in debat met auteurs als Eckhart Tolle. Iemand die een gerichtheid op het NU zaligmakend acht. Deze auteur blijft herhalen dat mensen zich niet op de toekomst horen te richten, in het NU moeten leven. Holtzapffel is hier kritisch over, al is zijn toon zeker niet polemisch. Hij zegt,’Iedereen houdt rekening met wat komen gaat. Iedereen plant, spreekt verwachtingen uit, en houdt rekening met verwikkelin4 adrem remonstrants maandblad
gen die onvoorzien zijn. Dat is ook allemaal nodig.’ In het verlengde van dit alledaagse rekenen met de toekomst ligt de religieuze toekomstverwachting. In het christendom: de notie van een komend koninkrijk, een centraal element in Jezus’ prediking. Tolle mag beweren dat deze toekomstverwachting in Jezus’ prediking een latere toevoeging is van de evangelisten. Holtzapffel vindt dit echter een manier om Jezus te laten buikspreken. Zo maak je van Jezus iemand die precies zegt wat je zelf al vindt. Uiteraard is in de bijbel genoeg te vinden wat een gerichtheid op het NU, op wat er in het heden gebeurt rechtvaardigt, maar dat maakt de toekomst niet minder belangrijk. Geloof en onderzoek, het valt hier, houdt in dat je ook openstaat voor wat niet strookt met je eigen overtuiging.
Welke toekomst? Op dit punt komt dan toch de vraag op of Holtzapffel en Tolle niet twee verschillende talen spreken. Tolles evangelie van het NU is bedoeld voor mensen van deze tijd die in hun dagelijks leven steeds aangesproken worden op hun vermogen om met de toekomst te rekenen. In hun werk, in hun gezin, in hun vriendenkring, in hun vrije tijd, en in hun persoonlijk leven worden ze steeds naar de agenda geduwd om te plannen, te rekenen met risico’s, en af te stemmen met anderen. Is Tolles oproep om in het NU te leven niet juist een gezonde correctie op die dwang? En in hoeverre ligt het religieuze spreken over de toekomst van het christelijk geloof wel in het verlengde van die geagendeerde toekomst van het alledaagse leven?
We zouden haast stil moeten staan om deze vragen goed te bespreken. We waren aan het begin van de wandeling al overeengekomen om allebei goed op de stoplichten te letten omdat je in gesprek zo gemakkelijk gewoon doorloopt. En verdraaid, nu gebeurt het nog ook. Gelukkig is het een rustig stukje op Zuid waar we nu lopen. Bij het volgende voetgangerslicht stoppen we netjes. Holtzapffel gaat niet in op deze suggestie, maar benadrukt nog maar eens wat hij heeft willen zeggen. ‘Ik wil niet betwisten dat een gerichtheid op het NU heilzaam kan zijn of soms nodig. Tegelijk echter mogen we de toekomstige dimensie niet uit het oog verliezen.’ De toekomst in het christelijk geloof is een ongrijpbaar element. Het koninkrijk heeft deels karaktertrekken van een toekomstige aardse werkelijkheid, waarvan tegelijk in het heden al sporen zijn aan te wijzen. Deels heeft het trekken van bovenaardse schoonheid en soms lonken daar al even onverdiende, als prikkelende geneugten. Deels ook zijn het apocalyptische taferelen van een afschuwelijke crisis, waarin mensen vermalen worden. Dit soort beelden zijn soms moeilijk te begrijpen. Ze zijn ook helemaal niet bedoeld om al te gemakkelijk op te vatten. Er zijn teveel voorbeelden van mensen en stromingen die de bijbelse beelden als een blauwdruk gebruikten voor hun eigen aspiraties. Dat liep maar al te vaak verkeerd af. Dat geldt trouwens niet alleen voor religieuze toekomstbeelden. Maar toch, ze zijn onmisbaar.
we een kop koffie drinken, vraag ik hem om te poseren naast de fier wapperende driekleur. Ik fotografeer hem op de rug terwijl hij uitkijkt over de Nieuwe Waterweg. Het was bedoeld als een beeld van de auteur die vanaf het dek van deze oceaanstomer zou uitkijken naar wat komen gaat. Thuis realiseerde ik me dat ik hem op de achterplecht heb gefotografeerd. Kijkt hij wel naar de toekomst? Kijkt hij niet eigenlijk naar wat is geweest? Het toont in de marge de onzekerheid waarmee wij mensen leven, waar het de toekomst betreft. Ook in beelden en metaforen is ze maar moeilijk, en het lijkt wel steeds moeilijker, te vatten. Steeds meer moeten we in ons dagelijks leven rekenen met grootheden die ons denkvermogen en onze zingevingsdraagkracht verre te boven gaan, maar die ons wel direct raken. De bankencrisis, de eurocrisis, onbegrijpelijke daden als die van de hedendaagse Tempelier Anders Breivik, waar gaat het heen? Het essay wijst ons terecht als we menen om die reden de blik van de toekomst af te kunnen wenden, of dat nu naar het NU is of naar het verleden. De toekomst is niet alleen maar een verzameling onzekere factoren. Het is ook, voor wie het zien wil, een ander perspectief. Dan valt te denken aan een aspect dat we tijdens onze wandeling slechts even hebben aangeraakt: de hoop. Wellicht is dat wel de belangrijkste reden om te blijven rekenen met de toekomst, religieus of seculier. Zonder toekomst, geen hoop. Zonder hoop, geen leven.
Hoop Wij zijn haast aan het einde van de wandeling gekomen. Op het zonnedek van de SS Rotterdam, waar
Martijn Junte Predikant gemeente Eindhoven
•
jaargang 22 nr. 17 september 2011 5
boek bespreking
Nu leven me t t oekomst In de levensbeschouwelijke omgang met de toekomst zit momenteel een merkwaardige dubbelheid. Enerzijds hebben religies altijd de neiging gehad het geluk uit te stellen tot een later moment: het hiernamaals, de eeuwige jachtvelden, het koninkrijk van God, de komst van de Messias, het aanbreken van een nieuw tijdperk. Geluk of vervulling is niet iets voor nu en hier, maar iets voor later, ooit. In de geschiedenis van het christendom doken, zoals trouwens ook in andere religieuze tradities, bij tijd en wijle wel eenlingen of groepen op die de beslissende wending naar een toekomst van heil en vervulling nabij achtten: millenniaristen en eindtijddenkers. We maakten het dit jaar nog mee met dominee Harold Camping. Tegenover deze religieuze gerichtheid op de toekomst staat in veel hedendaagse spiritualiteit het hier en nu centraal. In allerlei varianten van feel good spiritualiteit worden we aangespoord om op te houden met na te denken over wat mogelijk komen gaat. Goeroes als Eckhart Tolle houden ons voor te leven in het Nu, liefst met hoofdletter geschreven. Stop de tijd, leef nu. Geluk, harmonie, levensvervulling, welbevinden liggen binnen handbereik, als je het maar echt wilt. Dat is de les van het razend populaire zelfhulpboek The Secret van Rhonda Byrne.
Dubbelheid verkennen Die dubbelheid in de spirituele omgang met heden en toekomst staat centraal in het mooie essay dat Koen Holtzapffel, remonstrants predikant te Rotterdam, heeft geschreven met het oog op het jaarthema Uw rijk kome, waaraan ook dit nummer van AdRem is gewijd. Het essay ligt thematisch in het verlengde van zijn recente Leidse proefschrift, dat gewijd was aan de eschatologie – de reflectie over de ‘laatste dingen’ – in de Nederlandse vrijzinnige theologie van de twintigste eeuw. Het essay bestaat uit drie delen, waarvan de eerste twee de juist genoemde dubbelheid verkennen: enerzijds de concentratie op het ‘nu’ in veel hedendaagse spiritualiteit, anderzijds de fascinatie – ook in vrijzinnige kring – voor fenomenen als de Mayakalender, die de wereld in 2012 zou laten eindigen. Trefzeker beschrijft hij hoe de toekomstdimensie, na een laatste opleving in het utopisme van de jaren zestig en in Jürgen Moltmanns theologie van de hoop, uit het christelijk geloof verdwenen lijkt te zijn. Verlangen naar de toekomst is tot vluchtgedrag verklaard. Zonder moralistisch te worden formuleert Koen Holtzapffel kritische vragen bij dit nieuwe dogma van het hier en nu. God is hier en nu, jazeker, maar is Hij/Zij niet ook belofte en verwachting? Roept Hij/Zij niet juist 6 adrem remonstrants maandblad
in ons het verlangen wakker naar een wereld van vrede en gerechtigheid? En prikkelt Hij/Zij ons daarmee niet ons in te zetten voor die wereld, voor ons en voor anderen, ook dus voor wie na ons komen? Het essay laat ook de verschillende kanten zien van apocalyptiek en profetie en van het christelijk geloof in leven na de dood.
Droom en visioen In het derde deel van het essay komt de menselijke behoefte aan een lonkend perspectief ter sprake, van kinderdroom tot groots visioen. Koen Holtzapffel onderscheidt deze – de droom en het visioen – van het ideaal en de utopie. Idealen en utopieën bedenkt de mens zelf, dromen en visioenen ‘overkomen’ hem; ze worden hem aangereikt. Dat verschil is natuurlijk maar betrekkelijk, want de verwoording van visioenen is toch weer mensenwerk. Maar waar het om gaat, is dat utopieën uitgaan van een totale maakbaarheid van de wereld, terwijl het visioen ook ruimte laat voor ontvankelijkheid. Die behoedt de mens voor de gevaarlijke, totalitaire trekken die utopieën kunnen krijgen. Tegelijk mag het visioen niet tot passief afwachten verleiden. Het vraagt om onze inzet voor de toekomst. De hoop is brandstof voor ons handelen. Het essay is geschreven in de beste traditie van de vrijzinnigheid: erudiet, evenwichtig, belezen (mooi dat nog eens naar de schrijver Belcampo wordt verwezen!), getuigend van openheid naar de hedendaagse cultuur, maar niet schromend ook kritische vragen te stellen bij de tijdgeest. En dat alles zonder overbodig vertoon van geleerdheid, zonder jargon of andere drempels. Het is toegankelijk voor iedereen en leent zich bij uitstek voor bespreking in gemeenteverband. Ik wens dit essay veel lezers toe, want die verdient het.
•
Peter Nissen Hoogleraar cultuurgeschiedenis van de religiositeit aan de Radboud Universiteit Nijmegen en vriend van de Remonstrantse Broederschap Koen Holtzapffel, Alleen de hond leeft in het hier en nu. Essay over de toekomst. Prijs 12,50 euro. Uitgeverij Meinema, Zoetermeer, 2011. ISBN 978-90-211-4313-2.
overweging
Het koninkrijk Gods als oneindig verlangen
‘Want wij geloven in het koninkrijk dat is en komen zal’. Woorden uit onze geloofsbelijdenis. ‘Een proeve van belijden’ die me overigens zeer aanspreekt. Met name omdat deze cirkelt rondom een kernbegrip dat naar mijn mening alles met geloof te maken heeft: het begrip verontrusting. Ons komend jaarthema is ‘Uw rijk kome’. Ik moet onmiddellijk denken aan Reve’s gedicht ‘Graf te Blauwhuis’.
Der Monch am Meer (1808-1810), Caspar David Friedrich
Hij rende weg, maar ontkwam niet, en werd getroffen, en stierf, achttien jaar oud. Een strijdbaar opschrift roept van alles, maar uit het bruin geëmailleerd portret kijkt een bedrukt en stil gezicht. Een kind nog. Dag lieve jongen. Gij, die Koning zijt, dit en dat, wat niet al, ja, ja kom er eens om, Gij weet waarom het is, ik niet. Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat? In de confrontatie met de dood roept Reve God aan. Kom er eens om…met andere woorden: Reve suggereert dat God misschien wel heel onrealistische beloften doet. En dan het ongeduld: komt er nog wat van? Maar klopt het object van ons verlangen eigenlijk wel? Toegegeven, het past niet bij ons om als ds. Harold Camping of zgn. Adventisten de eindtijd te verwachten in dit leven. Maar… wat voor soort toekomstverwachters zijn wij als eigentijdse gelovige Remonstranten? Sinds Nietszches ‘God is dood’-filosofie zijn wij als gelovigen op een ijsschots komen te staan. De ‘dood’ van God heeft een enorme verantwoordelijkheid op onze schouders geplaatst, die waarschijnlijk altijd al de onze is geweest. De spannende vraag is, hoe wij met die verantwoordelijkheid om gaan. Plato zei dat de mens een verlangend wezen is. Zodra we dat verlangen opgeven, fixeren we onszelf, maken we ons gesneden beelden, offeren we onze vrijheid op en doden we alle leven. Het beeld van de mens als verlangend wezen spreekt mij aan. Het gaat hier niet om begeerte naar bezit, of voedsel e.d. Verlangen impliceert iets diepers, iets hogers. Iets dat mij in de ban houdt, een roep die ik volgen moet, omdat het een appèl op mij doet dat ik niet zomaar naast me
neer kan leggen. Verontrusting dus. Een verlangen dat je aanspoort het anders te doen en je eigen leven en dat van een ander in een nieuw licht te zien. Lévinas omschrijft het verlangen als een honger die nooit verdwijnt. Zonder verlangen, zo stelt hij, is een moreel waardig leven niet mogelijk. Eigenlijk moeten wij niet denken in termen van een wereld die ooit voltooid zal zijn. Het leven is nooit af, nooit klaar. Dat Koninkrijk van U… wordt dat nog wat? is een vraag van Reve die weliswaar menselijk is, maar ten diepste dodelijk is. Het object van verlangen zal mij altijd ontsnappen, zal nooit mijn bezit zijn. Dat maakt geloof hachelijk en soms ook pijnlijk. Ten opzichte van het Allerhoogste, God, dient de mens dus een zekere schroom te behouden. Vroeger sprak de gereformeerde dominee in de kerk waarin ik ben opgegroeid over ‘de vreze Gods’. Gaandeweg ben ik gaan verstaan wat hier gezegd wordt. Mozes mocht de Eeuwige niet van aangezicht tot aangezicht zien. Hij zou het niet overleven. Om zicht te houden op je eigen verantwoordelijkheid, kun je de diepte van de dingen dus nooit aanschouwen. Terughoudendheid blijft geboden. Maar geen vrijblijvende terughoudendheid. Juist omdat we verlangende wezens zijn en we nooit samen zullen vallen met God, ontslaat het ons niet van de verantwoordelijkheid te scheppen en te handelen. We moeten wandelen in het licht van het Goede, zonder het Goede te willen bezitten. Ons leven is een altijd voortdurend work in progress. Nee, geloven is bepaald niet gemakkelijk, maar wél spannend!
•
Yvonne Hiemstra Predikant Verenigde Christelijke Gemeente Dokkum jaargang 22 nr. 17 september 2011 7
thema Uw rijk kome
2012
Eerst een grote klap en dan een mooie nieuwe tijd
De familie van der Hoog woont in een oud huis onder aan de dijk langs de Hollandse IJssel, een paar kilometer ten noorden van het dorp Ouderkerk. Ik ben op bezoek bij dochter Anneke (1983), godsdienstfilosofe, en deskundige op het gebied van de esoterische literatuur. Ze bereidt een proefschrift voor waarin het esoterische denken filosofisch en historisch beschreven wordt en tenslotte systematisch wordt vergeleken met het christelijk wereldbeeld. In esoterische kringen is de toekomst van de wereld een hot item op het moment: het is bijna 2012, het jaar waarin volgens de Maya-kalender de huidige wereld ten einde komt. Dat zal gepaard gaan met veel rampspoed, maar daarna vangt een tijdperk aan van harmonie, vrede en geluk. Anneke van der Hoog vertelt mij dat ze wel iedere week naar de boekhandel kan gaan voor nieuw verschenen 2012-boeken. Het wordt een gevaarlijk jaar, maar wie zich een Survivalgids voor 2012 aanschaft, hoeft niet te vrezen. Er is nog tijd om je energieniveau nog even flink te verhogen; mensen met een voldoende hoog energie niveau zullen 2012 wel overleven.
Ondergang Ik vraag haar hoe serieus de ondergang van de wereld genomen wordt in esoterische kringen. ‘Er bestaan verschillende versies van wat er in 2012 zal gebeuren. Maar dat er iets zal gebeuren, dat wordt door iedereen wel aangenomen. In de harde versie vindt de vernietiging van de wereld zoals wij die kennen plaats. De catastrofe zal alleen worden overleefd door degenen die verlicht genoeg zijn. Deze verlichte geesten vormen de basis van een nieuwe mensheid, die op een veel hoger spiritueel niveau zal verkeren dan de mensheid in de vorige periode. In de zachte versie is 2012 eveneens een keerpunt. In dat jaar is er voldoende kritische massa verzameld om de omslag naar een nieuw tijdperk te laten plaatsvinden. Ook in deze versie is er rampspoed voorzien, maar hier hoeven degenen die nog niet verlicht zijn niet te vrezen: ze worden niet vernietigd en zullen in de jaren na 2012 alsnog aan kunnen haken. Dat 2012 een keerpunt in de geschiedenis van de mensheid is, ligt niet aan die mensheid zelf, maar is het gevolg van een zeer bepaalde constellatie van sterren en planeten. Die constellatie is beschreven in genoemde Maya- kalender. Over de precieze datum is nog onenigheid. Het is verstandig zowel op 21 december als op 12 december klaar te zitten. Er verschijnen nu allerlei boeken met gedetailleerd rekenwerk, aangevuld met informatie uit de wereldreligies. Een minderheid meent dat al dit jaar, op 28 oktober, de overgang plaatsvindt. En dan is er nog een berekening die ons enig respijt geeft en het overgangsjaar enkele eeuwen opschuift. Heel algemeen is in de esoterische wereld het gevoel dat wij in een overgangstijd leven. De nu minder gebruikte term ‘new age’ duidt daar ook op. Die nieuwe 8 adrem remonstrants maandblad
tijd begint al, er zijn al allerlei tekenen van. Denk aan de zogeheten ‘nieuwe-tijds kinderen’. Bovendien zijn in hun visie alle gruwelijkheden van de afgelopen eeuw een duidelijk teken dat het oude tijdperk ten einde loopt.’
Uitverkoren Wat vind je zelf van dit denken? ‘Ik ben opgevoed in de bevindelijk gereformeerde geloofsrichting. Sommige dingen herken ik. Dat er een minderheid is van verlichte of bekeerde mensen die een soort spirituele elite vormen komt ook in de bevindelijkheid voor, evenals het eindtijd-denken. Voor bevindelijken zijn er maar weinigen die toegang hebben tot het ware heil, niet alleen degenen buiten hun kerken maar ook de meerderheid van degenen in hun kerken zijn niet uitverkoren. Dat betekent, evenals in de harde versie van het 2012-denken, dat zij het koninkrijk niet zullen binnengaan. Ik heb daar altijd moeite mee gehad. Evenveel moeite heb ik met het elitaire en onbarmhartige karakter van het 2012-denken. Wat is de toekomst voor degenen die niet in staat zijn de spirituele oefeningen uit de survivalgids te volbrengen? Wat is het lot van degenen die nooit zelfs ook maar deze boeken zullen kunnen lezen? Het merendeel van de wereldbevolking dus? Ik heb een paar maanden gewerkt in Tanzania, ik zou me schamen om het daar over deze theorieën te hebben’.
Kritisch Ik begrijp dat je nogal kritisch staat tegenover de esoterie. Wordt het een kritisch proefschrift? ‘Wat ik wil onderzoeken, is hoe de esoterie naar waarheid op zoek is en hoe waarheden gepresenteerd worden. Vanuit de esoterie wordt vaak negatief gereageerd op de waarheidclaims van het christelijk geloof, daartegenover zou het esoterische denken een vrije zoektocht naar waarheid zijn. In werkelijkheid tref je juist in de esoterie vaak sterke waarheidsclaims. Aan de oppervlakte lijkt het heel ongebonden met veel ruimte voor persoonlijke invulling, als je goed kijkt kom je allerlei waarheden tegen die niet ter discussie staan. Wat ook opvalt is dat de aanhangers zich niet altijd realiseren wat de praktische implicaties zijn van de gepropageerde waarheden. Idealiter is er een
jaargang 22 nr. 17 september 2011 9
thema Uw rijk kome
na heel wat inspanningen om innerlijk op een hoger plan te raken, gaf ik er de brui aan.
logisch verband tussen wat je gelooft en wat je doet, maar dat is hier vaak niet zo. Ik wil de esoterische theorieën systematisch doordenken en de praktische consequenties op een rijtje zetten. Daarna wil ik het gesprek openen (niet over hen praten, maar met hen): volgens mij zijn dit jullie waarheden, dit zijn de consequenties, klopt dat? In dat gesprek breng ik dan in hoe er vanuit de christelijke traditie over dezelfde thema’s gesproken wordt’.
Ontwikkeling ‘Dit is een academisch onderzoek, maar mijn onderwerpkeuze heeft alles te maken met hoe ik me ontwikkeld heb. Ik vertelde net al dat ik uit een bevindelijk nest kom en dat ik moeite kreeg met hun geloofsveronderstellingen. Rond mijn 16e las ik alles wat alternatief was: Nietzsche, Jung … Jung raakte me. Thema’s als persoonlijke heelheid, heelheid van het universum, eenheid spraken mij bijzonder aan. De gedachte dat de wereld onderweg is naar een hoger einddoel, de mogelijkheid van vergoddelijking van de mens. Ergens raakte het wel aan het persoonlijk mystiek beleven van de bevindelijkheid. En aangezien de hedendaagse esoterie zich beschouwt als spirituele erfgenaam van Jung, kwam ik ook bij de esoterie terecht. Het was van betrekkelijk korte duur. Na een jaar of vier, op mijn 20e, na heel wat inspanningen om innerlijk op een hoger plan te raken, gaf ik er de brui aan. Ik had erg mijn best gedaan, maar kwam nauwelijks verder en raakte steeds meer gefrustreerd. Bovendien ging de gedachte me steeds meer tegenstaan dat ik wél een verlicht persoon zou worden. Als ik na nog meer jaren oefenen toch dat hogere niveau bereikt zou hebben, zou ik mij op een hoger plan bevinden dan de mensen in mijn omgeving en hun kunnen gaan ‘helpen’. Ik voelde daar al bij voorbaat helemaal niets voor. In mijn eigen leven kon ik nog wel het kwade als leerproces zien, maar ik kreeg het niet voor elkaar om tegen iemand anders te zeggen dat die dat ook zo moet ervaren. Ik geloof dat zelfs helemaal niet meer. Desondanks zie ik in de esoterie nog steeds een eerlijke zoektocht naar waarheid. Ik zie hoeveel mensen er veel voor over hebben. Ik waardeer het dat zij het verlangen naar heelheid en herstel voor onze gebroken wereld serieus nemen en zie 10 adrem remonstrants maandblad
dat zij net zo goed waarden als vergeving en liefde nastreven. Het lijkt me buitengewoon boeiend om met hen het gesprek aan te gaan’.
Relationeel Hoe heeft jouw geloofsdenken zich ontwikkeld? ‘Op mijn 20e kwam ik in contact met christenen die veel minder dan de bevindelijken of de esoterici de nadruk leggen op ervaring en innerlijk beleven. Ik wil de ervaringskant niet loslaten, maar verinnerlijking an sich werkt niet per se goed. Je kunt spirituele oefeningen gaan doen om een goed en liefdevol mens te worden, maar je kunt ook, en misschien is dat werkzamer, bij je zieke buurman de afwas gaan doen. Ik ben veel relationeler gaan denken. Beeld voor het ideale esoterische geloven is de trance, de verlichting. Beeld voor het ideale exoterische geloven is de dans: het dansen met de schepping. Dat bevalt me uiteindelijk een stuk beter. Een voor mij heel sprekend Jezusbeeld is dat van Jezus als ‘Lord of the Dance’. Wat is er vrolijker dan met anderen dansend door het leven te gaan? Met elkaar vreugde en verdriet delen wil ik liever dan onthecht raken. Kort geleden ben ik toegetreden tot een andere kerk, onze plaatselijke PKNgemeente, een afdeling van de Gereformeerde Bond. Ik heb juist, met Pinksteren, belijdenis gedaan’.
Toekomst Hoe kijk je zelf, vanuit jouw geloof, naar de toekomst? ‘Hoop voor de toekomst is voor mij nog steeds hoop op een herstelde wereld. De wereld is goed geschapen en zal uiteindelijk opnieuw een goede wereld worden. Maar het initiatief zal van God komen, ik denk niet dat we zelf in staat zijn om alles goed te maken. Zeker kunnen we dat niet ten aanzien van degenen die nu al het slachtoffer geworden zijn. Maar ook voor hen is er een plaats bij God. In de tussentijd hoeven we niet met de armen over elkaar te zitten. We zijn er tamelijk goed in om de wereld naar de vernieling te helpen en ik ben er niet optimistisch over dat we kunnen herstellen wat we vernield hebben. De esoterie zou zeggen dat het kwaad bij deze wereld hoort, dat goed en kwaad allebei ergens goed voor zijn en dat het erom gaat de tegenstelling innerlijk te overstijgen. Mijn christelijk geloof houdt in dat we het kwade kwaad noemen (ik denk bijvoorbeeld aan de uitbuiting van de derde wereld), serieus nemen en zoveel mogelijk proberen te bestrijden. De bijbelse idee dat God uiteindelijk ingrijpt om te herstellen waar wij falen in dit project, vind ik hoopgevend. Hoe precies, dat weet ik niet, dat God ingrijpt is mij genoeg. Wat mij steeds meer aanspreekt, is de gedachte dat er een oordeel komt. Wij komen er niet uit als we anderen beoordelen, alleen God kan goed en kwaad scheiden als het op mensen persoonlijk aankomt. Ik zie het oordeel overigens niet als een vernietiging van mensen, maar als vernietiging van het kwaad. Wat ik van God weet, zegt mij dat niemand verloren gaat en dat door het oordeel heen, na oordeel en straf, alle mensen op hun plek komen.
•
Bert Dicou Predikant doopsgezinde-remonstrantse gemeente Hoorn
advertentie
TE HUUR SENIOREN APPARTEMENTEN MET EEN VRIJZINNIG RELIGIEUZE UITSTRALING WAAR IEDEREEN WELKOM IS! De Roosebrink te Wageningen De Timanshof te Bennekom De Aleidahof te Bennekom
De Roosebrink
In de complexen heerst een tolerante, vrijzinnig religieuze sfeer, iedereen is er welkom. Alle drie de gebouwen zijn op loopafstand gelegen van het stads- respectievelijk dorpscentrum. De gebouwen liggen tevens gunstig ten opzichte van het openbaar vervoer. Voorzieningen De appartementen zijn aangesloten op een alarmsysteem. Hierdoor kan er 24 uur per dag in geval van nood snel eerste hulp geboden worden. Tevens beschikken de gebouwen over twee liften, een wasserette, fietsenstalling, logeerkamers, recreatieruimte, hobbykamer en een bibliotheek/ vergaderruimte. De bewoners worden vertegenwoordigd door enthousiaste bewonerscommissies.
De Timanshof
Huurprijs De huurprijs varieert van 431,– euro tot 730,– euro. De servicekosten variëren van 72,– euro tot 193,– euro. Bent u geïnteresseerd en 50 jaar of ouder? Maak geheel vrijblijvend een afspraak met Mw. L. Kik of Mw. C. Besselink voor meer informatie en/of een bezichtiging.
De Aleidahof
Seniorenhuisvesting ‘Zuid-Veluwe’ Hof van Sint Pieter 27, 6721 TN Bennekom Telefoon: 0318 – 43 11 34 Internet: www.vrssh-zuidveluwe.nl Email:
[email protected]
jaargang 22 nr. 17 september 2011 11
thema Uw rijk kome
Apocalyptiek voor de hedendaagse gelovige Aan het apocalyptisch wereldbeeld liggen drie basisovertuigingen ten grondslag: dat vroeger alles beter was, en dat het ook nooit meer zal worden zoals het eens was; dat onze wereld eindig is; en dat dat alles deel uitmaakt van Gods vooropgezette plan. Al in de Griekse oudheid leefde breed de gedachte dat de wereld duidelijke sporen van veroudering en slijtage vertoonde. ‘Vroeger’ is de tijd dat normen en waarden nog algemeen in acht werden genomen, dat de kinderen behoorlijk werden opgevoed en tot goede burgers opgroeiden, dat er respect was voor ouderen, dat zaken van godsdienst serieus werden genomen, dat dingen als cultuur en goede manieren in tel waren, dat de jongens in het leger flinke kerels waren, dat de regering uit fat soenlijke mensen bestond – en nu? De mensen weten niet eens meer wat onze normen en waarden zijn, of ze lachen erom; de jongelui groeien op zonder God of gebod, niemand staat meer op voor een oudere, de barbarij viert hoogtij, het leger bestaat uit mietjes wier enige zorg het is geen klappen te krijgen, en de regering bestaat voor-
die ook net zo gemakkelijk en toevallig weer uit elkaar konden vallen; een derde groep hield het erop dat de wereld weliswaar een begin had, maar geen eind; en een vierde dat de achteruitgang in de wereld uiteindelijk zou leiden tot haar ondergang. Die vierde mening hoort ook bij het apocalyptische wereldbeeld. De achteruitgang betreft niet alleen de jeugd van tegenwoordig, maar bijvoorbeeld ook het klimaat. Vroeger had je zomers en winters, daar kon je op rekenen: in februari schaatsen, in juli zwemmen. Dat was duidelijk, en bijna altijd leuk. En nu? Klimaatverandering, broeikasgassen, smeltende polen, stijgende zeespiegel, uitstervende dieren- en plantensoorten; voeg daaraan toe droogte, overbevolking, hongersnoden, kernrampen, vulkaanuitbarstingen en inslaande meteorieten, en het is duidelijk welke kant het op gaat.
De ware apocaly pticus neem t aan dat het n e e rgaande pad van de wereld een stadium is in de weg die God met zijn schepping gaat. namelijk uit corruptelingen die alleen maar hun eigen zakken willen vullen. Als je vervolgens ziet hoe de nieuwe generatie jonge ouders haar kinderen grootbrengt, is er weinig hoop dat een en ander ooit nog goed komt. Spellen kunnen kinderen niet meer, dat wordt ze niet geleerd, en ze groeien op in een wereld waarin drank, drugs en seks op je dertiende tot de gewoonste zaken worden gerekend, en niemand die ze corrigeert. Hoe kunnen die kinderen de leiders worden die een ommekeer ten goede tot stand kunnen brengen? Nee, waarschijnlijk wordt het alleen maar van kwaad tot erger. Over een andere vraag waren de meningen in de oudheid meer verdeeld, als we tenminste mogen afgaan op wat de overgeleverde discussies ons daarover leren. Het betreft de vraag of de wereld zal blijven bestaan. Sommigen meenden dat de wereld er altijd is geweest en altijd zal blijven bestaan; anderen dat de wereld het min of meer toevallige resultaat van samenklonterende atomen was, 12 adrem remonstrants maandblad
Voor een echt apocalyptisch wereldbeeld hoort daar een derde element bij: het plan van God. Al deze neergang, rampspoed en ondergang zijn van tevoren door de Schepper voorzien, en in die zin ook bedoeld. God heeft een goede wereld gemaakt en aan de mens gegeven, die die wereld vervolgens heeft verknoeid. Het is theologisch bijna niet uit te leggen dat God dat heeft geweten en dus ook gewild, maar voor iemand met een apocalyptisch wereldbeeld is het een onopgeefbaar element in zijn of haar geloof. De ware apocalypticus neemt aan dat het neergaande pad van de wereld een stadium is in de weg die God met zijn schepping gaat. Die weg zal uiteindelijk leiden tot het goede dat God voor ons mensen bedoeld heeft. Zeker, die voert langs moeilijke passages en rampzalige episodes, en de intensiteit van de te doorstane ellende zal voorlopig alleen maar toenemen. Dat is meer dan zomaar lastig, misschien is het zelfs een beproeving; maar in ieder geval ligt aan het einde van het smalle en bedreigde pad het land waar alle beloften zullen worden
Illustratie: Gerda Drop
vervuld. De garantie daarvoor wordt gegeven door de goedheid van God. God heeft de wereld uit goedheid geschapen, en dus zal goedheid het einde van zijn schepping zijn. Althans, voor hen die zich op weg naar het einde getrouw aan Gods wil en gebod hebben gehouden. En daarmee raken we aan de kern van het apocalyptisch wereldbeeld. De ultieme motivatie daarvan is het verlangen naar rechtvaardigheid. De goede God wil dat ook mensen goed zijn, voor hem en voor elkaar. Als zij dat zijn, zullen zij een zorgeloos en zinvol leven leiden. De ervaring in het leven in onze wereld druist echter tegen deze belofte in: juist mensen die fatsoenlijk, bescheiden en liefdevol zijn krijgen in onze samenleving de hardste klappen. Voor een succesvol leven lijkt het wel noodzakelijk te zijn dat je hard, gewetenloos en onbarmhartig bent.
gaan, althans voor diegenen die zich schatten in de hemel hebben verzameld.’ Wie het laatst lacht, lacht het best.
‘Ja’, zegt de apocalypticus dan, ‘voor een succesvol leven in deze slechte wereld! Maar wie zich richt op een succesvol leven in deze wereld gokt op het verkeerde paard. Want dit leven gaat voorbij, en deze wereld gaat voorbij, en op een dag zal de rekening worden opgemaakt en zal er betaald worden. Dan zullen de beloften in vervulling
•
Veel hedendaagse gelovigen hebben het geloof in de komst van de Dag van de Heer (dat is die dag van de afrekening) opgegeven. Voor hen hoeft de wereld niet te vergaan, om toch ruimte te zien voor een hiernamaals, waarin eveneens ongestoord geluk en geborgenheid zullen bestaan – dat is trouwens ook al een antiek geloof. Voor nog weer anderen hoeft zelfs dat niet; zij nemen genoegen met momenten van gevuldheid en geluk, die al het andere moeten en kunnen compenseren. Hoewel die laatste optie het geloof in God niet uitsluit, moet gezegd worden dat zo’n geloof ook niet echt nodig is. Deze optie impliceert bovendien een verregaande acceptatie van het onrecht in deze wereld, als van iets dat er nu eenmaal bij hoort. Dat ook God dat onrecht zou accepteren, gaat er in ieder geval bij een apocalypticus niet in. Johannes Magliano Tromp Universitair Hoofddocent voor het Vroege Jodendom aan het Leidse Instituut voor Religieuze Studies
jaargang 22 nr. 17 september 2011 13
’t Rentmeestertje
ROMMELIG LANDSCHAP EN MEER Eén van de redenen voor mij om naar het buitenland op vakantie te gaan is de beleving van een leeg landschap: alléén lucht, wolken, water, rotsen, aarde, planten en dieren, zonder paaltjes, prikkeldraad, asfaltwegen en gebouwen. Géén rommelige bedrijventerreinen met lelijke of overmoderne gebouwen, geen vinexwijken met hun overdaad aan steen en auto, waarvan je oog zo gauw verzadigd is. Op die lege plekken heb ik soms de illusie dat ik de enige ben die deze schoonheid ontdekt en ervaar. Het is een illusie: ook in die andere landen, die meer lege natuur hebben dan ons land, is die lelijke bebouwing er. En: Nederland kent ook andere gebieden. Sinds enige jaren gaan we iedere zomer een paar dagen fietsen in eigen land. Langs lange afstandfietspaden of langs een uitgebreid knooppuntennetwerk van fietspaden waar Nederland mee bezaaid is. Met de knooppunten verlies je snel je topografische kennis van Nederland, je fiets van 38, naar 43 en naar 7,8, en 9. En al die punten voeren je langs bloeiende bermen, wuivende rietvelden, groene
De administratieve dienstverlener voor kerken en instellingen
KKG is de specialist voor het begeleiden van gebouwenvraagstukken
• Het geheel of gedeeltelijk verzorgen van de financiële administratie • Salaris- en / of traktementsberekeningen • Debiteuren- en crediteurenadministratie • Ledenadministratie en geldverwerving • Opmaken en controleren van jaarverslagen • Opstellen accountantsverklaringen • Financiële advisering • Administratieve ondersteuning op locatie • Zorg- en verzuimverzekeringen • Internetboekhouden
Stichting KKG is dé vastgoedspecialist voor kerken en aanverwante organisaties. De stichting werkt zonder winstoogmerk. Werkzaamheden die KKG voor u kan uitvoeren: • Beheer en aan- en verkoop van zowel agrarisch als stedelijk vastgoed • Advisering bij (erf)pachtzaken • Advisering bij ruilverkavelingzaken • Taxaties • Begeleiding bij onteigeningzaken
Een hele zorg minder... Hoofdkantoor KKA/KKG Koningin Wilhelminalaan 23
Postbus 675 • 3800 AR Amersfoort Telefoon (033) 467 10 10
www.kkgkka.nl 14 adrem remonstrants maandblad
weilanden met soms grazende koeien en smikkelende schapen; grappige trekbootjes brengen je naar de overkant van ongekende vaarten en weteringen en als je geluk hebt met het weer ben je omgeven door stapelwolken en fraaie luchten. Als je vervoer beperkt is tot motorische voertuigen zie je veel rommelig landschap in Nederland. Op de fiets en te voet is er gelukkig veel schoonheid te ontdekken. Fride Bonda, taakgroep Duurzame Ontwikkeling 8 oktober organiseert taakgroep DuO een meditatieve wandeling in het groene hart, Het Reeuwijkse Hout. Info bij A.J.A. van Royen,
[email protected], 070-3243210 ’t Rentmeestertje komt uit de koker van de taakgroep Duurzame Ontwikkeling. Voor een nadere uitwerking en toelichting zie de website www.remonstranten.org, onder de buttonbalk ‘Remonstranten geven/DuO’, rechts op de homepage. Contactpersoon: Casper Ebeling Koning, tel. 06 54 95 1911,
[email protected]
De vakantie is voorbij. U kunt weer genieten van het
nieuwe Leeftocht programma! Wilt u meer weten over wat uw leven zin geeft: • goed & kwaad • persoonlijke ontwikkeling • spiritualiteit in leven en werk • uw verhouding tot religie • een gids bij alle veranderingen om u heen • de betekenis die kunst kan hebben • ontmoeting met mensen die ook die interesse hebben? Of gewoon inspiratie op doen? Kijk dan op
www.leeftocht.nl
Beleef ook een fascinerende cursus met een boeiende inleider!
miniatuur
Hilarisch mode woorden b reiden z i ch u it als olie v lekken De Franse uitdrukking les voyages forment la jeunesse (reizen vormen de jeugd) is zonder meer waar, maar onnodig discriminerend. Reizen blijven later net zo leerzaam, misschien nog leerzamer zelfs omdat oudere ogen hebben geleerd goed te kijken en te observeren. Ik ben net terug uit Suriname, een geweldig land met een overweldigende natuur, heel diverse culturen en heel lieve mensen. Als ik uit het vliegtuig stap (met zeven uur vertraging), vraagt mijn Surinaamse schoonzoon: ben je al ontdooid? Dat word ik steeds meer als ik op het houten terras van een Bruynzeel-woning in Paramaribo met vijf jongelui mijn eerste djembé-les krijg. Onze leraar, Boike Tojo, is een bekende danser, drummer en toneelspeler in Suriname. Hij studeerde bedrijfskunde in Nederland, maar keerde uiteindelijk terug naar zijn geboorteland om zich te wijden aan muziekeducatie. Hij werkt onder andere met hele jonge kinderen, kleuters die hij de beginselen van het drummen leert. Je moet het gezien hebben om het te geloven. Drummen is waarschijnlijk een van de meest natuurlijke vormen van muziek maken. Boike is één brok ritme. Dat heeft hij van zijn Afrikaanse voorouders meegekregen, zegt hij. Maar hij gaat ervan uit (ik ben er niet zo zeker van) dat je het drummen kunt leren. Hij werd ambassadeur van de djembé in Suriname. Dat instrument, afkomstig uit Ghana, namen de slaven mee toen ze naar Suriname werden ontvoerd. Van plantage tot plantage communiceerden ze met elkaar door bepaalde ritmes te trommelen. En die ritmes probeert hij ons bij te brengen. De schat. Ik moet zeggen, naarmate je voelt hoe het werkt, begint het ergens op te lijken ook. En wat een wonder als het lukt, met zes djembés tegelijk hetzelfde te trommelen: een openbaring! Verbaasd kijken we elkaar aan. Iemand zegt: ‘dit is hilarisch!’ Wat is dat toch met dat woord dat sinds een poosje in het Nederlands ronddartelt? Het komt, via het Frans, uit het Latijn hilaritas. Het woord bestond allang maar werd weinig gebezigd totdat het een plotselinge opleving kreeg. Modewoorden zijn een eigenzinnig verschijnsel. Je hoort iemand voor het eerst een modewoord zeggen, in de weken daarna kom je het een paar keer tegen, dan lijkt het wel of iedereen het gebruikt en, als laatste bevestiging, zeg je het op een mooie dag onbewust zélf. Modewoorden breiden zich uit als olievlekken. Ooit moet iemand dat in gang hebben gezet. Dus je kunt, als je wilt, een nieuw modewoord in een taal introduceren. Als je goed je oren de kost geeft kun je zelfs een nieuw woord als eerste spotten en helpen verspreiden. Naast hilarisch floreert tegenwoordig het woord bizar, een woord dat via
de Spaanse furie in de Nederlanden terechtkwam, maar weinig meer werd gebruikt. Nu plotseling weer wel. Bizar is iets dat je vroeger vreemd vond. Terwijl ik op mijn djembé trommel realiseer ik me dat beide modewoorden wel eens als tweeling ter wereld hebben kunnen komen. Een soort dubbelverkoop. Want laten we wel wezen: dat ik mij de ritmes van Afrikaanse slaven met moeite eigen probeer te maken op een Bruynzeelterras in Paramaribo is op zijn minst bizar te noemen. Maar dat Boike Tojo in persoon denkt dat ik het ooit zal kunnen, dat is ronduit hilarisch.
•
Christiane Berkvens-Stevelinck Predikant in de remonstrantse gemeenten Rotterdam en Breda
jaargang 22 nr. 17 september 2011 15
thema Uw rijk kome
Wat dromen Naar aanleiding van het Internationaal Droomcongres in Kerkrade (24 - 28 juni) ontmoet ik dr. Bart J. Koet, nieuwtestamenticus, bijbelwetenschapper, bijzonder hoogleraar Vroegchristelijke Letterkunde aan de Universiteit van Tilburg, docent aan de PABO in Leiden en voormalig justitiepastor.
Betekenis van dromen Benieuwd naar de inhoud van het congres, vraag ik me af of er consensus is bereikt over wat dromen betekenen. Koet lacht en geeft aan dat de vraag hem enigszins sprakeloos maakt, maar vervolgt: ‘Ik kan veel over dromen zeggen, maar ik kan echt niet zeggen dat er een consensus bestaat. Zo’n droomcongres is heel interdisciplinair, dus je hebt mensen als breinonderzoekers, neurobiologen, mensen die juist wel of juist niet de REMslaap onderzoeken, en er zijn zelfs theologen. Eigenlijk is vooral duidelijk dat we niet precies weten wat dromen zijn. Dromen roepen altijd andere associaties op en wat de definitie van een droom is, dat blijkt ingewikkeld. Ik vind op zo’n congres de neurobiologische bijdragen erg interessant, maar ook daar blijkt dat consensus ver te zoeken is. Zo zegt de Nederlandse professor Coenen dat dromen geen betekenis hebben. Je droomt en daar blijft het bij. Een Duitse professor daarentegen heeft een (neuro)biologische benadering van dromen en onderzoekt bijvoorbeeld slaapwandelen, maar hij zegt dat hij uiteindelijk wel gelooft dat dromen een betekenis hebben. Zo zie je dat er onder bètawetenschappers geen eenstemmigheid is over dromen. Als theoloog kom ik weer met een volstrekt andere benadering, waarbij ik altijd de pastorale praktijk heb gecombineerd en laten bevruchten met mijn werk als (bijbel)wetenschapper. Ik heb gestudeerd op droomverhalen uit de klassieke oudheid, zoals bij de Romeinen, uit de Bijbel, maar ook uit het Joods rabbijns dromenboek in de Talmoed. Ik heb het daarbij wel eens over het bijbels droomdilemma. Aan de ene kant zie je dat dromen volgens de Schriften boodschappen van God kunnen overbrengen. Aan de andere kant zie je dat dromen volgens de Prediker ontstaan wanneer je te hard hebt gewerkt. Dus je ziet, rondom dromen zit je altijd met dilemma’s’.
Voorspellingen Aha. Kunnen dromen een waarschuwende betekenis hebben? Of zelfs een voorspelling bevatten? Koet lacht opnieuw: ‘In de Talmoed wordt verteld dat een goede (prettige) droom je troost en een slechte (nare) droom je waarschuwt. Ook staat er dat eenzestigste
16 adrem remonstrants maandblad
voorspellen deel van de dromen profetie is, ofwel voorspellend is over gebeurtenissen in de toekomst. In de Islamitische traditie zeggen ze dat ook, maar daar geldt dat voor slechts eenveertigste deel. Als ik praat met mensen over dromen, dan heb je af en toe mensen in zo’n groep die vertellen dat ze een stukje van de toekomst in hun droom gekregen hebben. Hoe dat precies functioneert weet ik niet, ik ben geen psycholoog en geen breinonderzoeker, ik ben een pastor en die luistert. Mensen ervaren hun dromen als iets dat hen over de toekomst vertelt. In onze tijd werken we vooral met definities en met procenten en getallen, ofwel ‘meten is weten’. Echter, dat is niet de enige manier om kennis te verwerven. De Schrift werkt met aanduidingen, die kent geen definities. Als het over wijsheid gaat, worden er vijf of zes verschillende woorden gebruikt. En ook een term als liefde kan niet gemeten worden. Dromen zijn niet
J ij ver t elt o ver je dr o o m maar d e droom z e l f is onb er eikbaar vaag, maar deeltijd- waar. Wij willen het allemaal precies in hokjes kunnen plaatsen, maar dat kan maar gedeeltelijk. Er is verschil tussen een echte droom en mensen die dromen van hun leven. In de gevangenis wordt gedroomd over geld, veel geld. Als je veel geld hebt, kun je vrouwen kopen. Dat lijkt leuk, en mooi. Veel gedetineerden denken dat je gelukkig wordt als je veel geld hebt. Ze gaan absoluut niet werken voor hun geld, waarom zou je dat doen, je krijgt toch te weinig, je kan beter jatten. De film Bijlmer Bajes Blues heb ik mede bedacht. Daarin vertellen gedetineerden over hun dromen die zijn gerealiseerd of ingestort, of… zijn bijgewerkt naar meer realistische varianten om die alsnog te kunnen verwezenlijken.
Spiegel in de toekomst In het Nederlands is het zo geworden dat de droom twee betekenissen heeft. Is de droom nu wat je hebt meegemaakt of zegt het iets over wat nog komen gaat of hoe je erover spreekt? Trouwens de term droom is niet eenduidig. Ook als jij mij je
droom vertelt, is dat nooit de droom die jij precies hebt meegemaakt. Ik heb het dan ook liever over een droomvertelling. Jij vertelt over je droom, maar de droom zelf is onbereikbaar. We gebruiken het woord droom ook voor jouw ideale wens. En die twee hebben ook weer met elkaar te maken. Als jij op de bank ligt en droomt over hoe jij je minnaar gaat versieren, dan helpt dat je minnaar te versieren. Je fantasie (wat ook droom kan betekenen) richt je op de werkelijkheid. In de oudheid wordt aangegeven dat de meest specifieke eigenschap van dromen een spiegel is, die naar voren is opgesteld, ofwel je kijkt in de toekomst. Sinds de tijd van Sigmund Freud ligt het accent op een naar achter gerichte spiegel, die naar binnen en/of naar het verleden is gekeerd. Wat heb je meegemaakt en hoe verwerk je dat. Beide benaderingen hebben gemeenschappelijk dat de droom een spiegel is en wijsheid bevat. En wijsheid is kennis en inzicht.”
Bijbelse dromers Hoe leest u de teksten over voorspellende dromen uit de bijbel? Koet: ‘Binnen de Schriften heb je verschillende verhalen over dromers, zoals Jakob en zijn zoon Jozef. Jozef is de dromer bij uitstek. In Genesis 37-50 droomt Jozef dat de maan en de sterren voor hem buigen, wat geïnterpreteerd wordt als zijn familie die voor hem buigt, waar onherroepelijk ruzie uit voortkomt. Echter, tegen de tijd dat Jozef als onderkoning wordt gekroond, buigt de familie inderdaad voor hem. In de christelijke en joodse traditie wordt het verhaal van Jozef dubbel uitgelegd. Enerzijds wordt Jozef gezien als arrogante kwal, die door het vertellen van dit soort dromen onheil over zichzelf afroept. Als degene die de ellende veroorzaakt. Anderzijds wordt hij afgeschilderd als iemand die voorspellende dromen heeft, dus als kind van God, Gods lieveling. Die dubbele sporen zetten ons aan het denken. Er zijn dus verschillende leesmodellen, die tegenstrijdig zijn, maar ons helpen om genuanceerd over het leven na te denken. Dat is precies datgene waar het om gaat, dat we blijven denken. Daarbij zegt de Talmoed dat de droom zijn interpretatie volgt. De interpretatie is altijd van invloed op je leven. De rabbijnen hebben een principiële voorkeur voor een positieve uitleg van dromen. Daarmee is de keus voor het positieve een model voor levenskunst, voor het omgaan met allerlei problemen in het leven. Daarmee kunnen de lezers van AdRem ook hun voordeel doen.’
•
Lilian Roos Lid van gemeente Amsterdam Vrijburg
jaargang 22 nr. 17 september 2011 17
in memoriam
ds L.H.C. Friederich 1941 – 2011
Op 11 juli j.l. overleed ds L.H.C.Friederich te Oegstgeest. Geboren in het voormalige Nederlands-Indië groeide hij op in Wageningen, waar hij in de vijftiger jaren catechisant was van ds J.v.d.Guchte in Oosterbeek. Over hem placht hij steeds met warmte te spreken. Na de studie in Leiden werd hij predikant in Hilversum en later nog korte tijd in Nieuwkoop. Zijn keuze in 1978 voor het predikantschap in het psychiatrisch ziekenhuis Endegeest in Oegstgeest was een zeer besliste. Zij strookte met eerder gebleken
belangstelling en scholing op pastoraal-psychologisch gebied. Wat hem echter vooral aantrok was de vrijheid om met alle fantasie en creativiteit die in hem waren te kunnen werken met de patiënten van de inrichting. Dat werk heeft vaak iets onvoorspelbaars en vraagt om improvisatie. Die kunst verstond hij. Bert Friederich heeft hier vruchtbaar en goed werk verricht. Toen hij op zestigjarige leeftijd vervroegd moest uittreden was dat een regelrecht gevolg van zijn gezondheidstoestand. Deze wierp reeds vele jaren een slagschaduw over zijn levenspad. Met hulp van de dierbaren om hem heen, heeft hij zich lang staande weten te houden maar het waren vooral zijn sterke levenswil en geestelijke weerbaarheid waarmee hij bewondering en respect afdwong bij allen die zich met hem verbonden bleven voelen. Dat gevoel neemt niets of niemand hun af. Het afscheid in de Leidse Lokhorstkerk op 18 juli onderstreepte op hartverwarmende wijze de betekenis van Bert Friederichs leven en persoon voor een ieder van de talrijke aanwezigen.
•
A.C.J.Jonkers
remonstranten bij voorbereidingen vervolg nationale synode ingekorte verklaring Laten we eerlijk zijn, de verhouding tussen remonstranten en de Nationale Synode is lastig. Vorig jaar heeft de Remonstrantse Broederschap met pijn in het hart moeten besluiten om niet mee te doen. Waarom deden de remonstranten toen niet mee? Een stukje geschiedenis De bekendste Nationale synode, die van 1618-1619 in Dordrecht gehouden, heeft de remonstranten veroordeeld. Zij zochten ruimte voor een geloof waarin iets meer nadruk lag op menselijke verantwoordelijkheid dan de precieze calvinisten voor wenselijk hielden. Remonstranten werden uit de synode gegooid. Hun predikanten werden verbannen uit de Republiek. Voor remonstranten was de Nationale Synode van Dordrecht van 1618-1619 een begin van jarenlange vervolging.
Een nieuwe, nationale synode Een paar jaar geleden startte ds. Gerrit de Fijter een initiatief om als christenen weer bij elkaar te komen in een synode. Remonstranten reageerden direct positief. Remonstranten deden mee aan de voorbereidingen van de Nationale Synode vorige jaar. Maar op het laatst werd duidelijk dat ze niet de gelegenheid kregen hun ambivalentie te laten horen bij wat er toen gebeurd was. Wel stond de website vol van verwijzingen naar die synode van 1618-1619 als feestje van kerkelijke eenheid! Remonstranten haakten uiteinde18 adrem remonstrants maandblad
lijk af. Hoe kun je naar een nieuwe Nationale Synode in Dordrecht gaan die in alles wilde herinneren aan toen, als je niet mocht zeggen, dat je er toen uitgegooid was?
Waarom nu dan wel? Remonstranten hebben vorig jaar een statement gemaakt. Het geluid is toen gehoord. Velen herkenden het en begrepen het. Zelfs de stuurgroep liet bij monde van professor Peels iets horen toen hij sprak over wat er na Dordrecht in 1619 was misgegaan. Remonstranten willen niet op een dogmatische wijze bij het verleden blijven stilstaan. We willen laten zien dat het Christendom een eigentijdse godsdienst is waarin gelijkwaardigheid van mensen ongeacht geslacht, afkomst, godsdienstige overtuiging of seksuele geaardheid vanzelfsprekend is. Geloven nu Remonstranten hopen zo hun eigen accenten mee te kunnen nemen. We willen resultaten van modern onderzoek eerlijk onder ogen zien. We schrikken niet van Darwin of moderne bijbelkritiek. Om dat geluid ook een plek te geven willen remonstranten meedoen en gaan we in op de uitnodiging om de inhoudelijke en organisatorische vormgeving van een nieuwe nationale synode te verkennen.
•
Tjaard Barnard Voorzitter van het Convent van remonstrantse predikanten en Tom Mikkers Algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap
in memoriam
Gerard Christiaan Duinker
1924 – 2011
dom verdieping. Niet iedereen begreep het. De zorg werd uitgesproken dat men ongeschoeid ter kerke zou moeten komen! Maar anderen waardeerden deze nieuwe benadering van het geloof zeer. In Rotterdam, maar ook in andere gemeenten van de Broederschap, heeft Gerard Duinker tot een paar maanden geleden meditaties geleid.
Maatschappelijk betrokken Duinker was een betrokken predikant. Niet alleen in het pastoraat, maar ook op andere manieren was hij er voor de mensen. Zo gaf hij godsdienstles op scholen, voor de NVSH gaf hij seksuele voorlichting. Bij zijn afscheid als dienstdoend predikant in 1988 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Vruchtbaar emeritaat Ook daarna bleef Duinker actief.
Op 11 augustus overleed op 87-jarige leeftijd ds. G.C. Duinker. Hij heeft op veel plaatsen de Broederschap gediend. In 1942 werd hij ingeschreven bij het Seminarium. Voordat hij theologie kon gaan
Hij leidde meditaties, maar ging ook vaak voor als gastpredikant: in Rotterdam en andere gemeenten. Dat hield hij vol tot op hoge leeftijd. Elk jaar weer was hij vereerd dat men aan hem bleef denken. Wanneer hij vrij had, kwam hij naar de Rotterdamse kerk. Hij was heel betrokken bij de gemeente en deed soms mee met een gesprekskring.
studeren moest hij staatsexamen Grieks en Latijn doen. Gerard Duinker was een echte bèta. Ondanks zijn roeping waren talen niet zijn sterkste kant. Na de oorlog ging hij studeren onder G.J. Heering. Tegelijkertijd was hij zeer actief in de VCJC. Daar ontmoette hij Greet Kloeke, met wie hij 59 jaar getrouwd zou zijn en vier dochters zou krijgen. Het proponentsexamen legde hij af in 1951 bij G.J. Sirks. Hij begon in Boskoop en Waddinxveen. Later kwam daar Alphen aan den Rijn bij. Gerard kreeg de kneepjes van het predikantschap onder de knie, al liet hij zich niet door de kerkenraad sturen. Zo was hij niet bereid om als zedenmeester mensen te vermanen, die dat volgens de kerkenraad nodig hadden. Wel zegende hij eens een huwelijk in, midden in de nacht, zonder aanwezigheid van de familie die het niet wilde hebben. In 1957 werd hij opbouwwerker in de nieuwe wijk Hoogvliet. In 1961 volgde Vlaardingen. Van 1964 tot 1988 diende hij de gemeente Rotterdam. Hij zou ook nog tijdelijk werken in Vlaardingen, Sommelsdijk en bij de NPB Oud-Beijerland.
Meditatie In zijn studieverlof in 1981 stortte Gerard Duinker zich op meditatie, spiritualiteit en mystiek. Naar zijn inzicht was er binnen de remonstrantse wereld te weinig aandacht voor de gevoelsmatige kant van het geloven. Het rationele stond te veel op de voorgrond. Vanaf die tijd was Duinker een voorloper door talloze vormen van meditatie een plaats te geven binnen de vrijzinnigheid. Zelf was hij sterk geraakt door Zenmeditatie, die hij op een christelijke manier invulde. Voor hem was er een groot verschil tussen methode en inhoud. Door de methoden van Zen te gebruiken vond het christen-
Laatste preek in Rotterdam In oktober 2010 preekte hij voor het laatst in de Rotterdamse gemeente. Na ongeveer 60 jaar preekwerk sprak hij over de onmogelijkheid van het geloof. Wat weten wij eigenlijk van God? Niemand heeft ooit God gezien. God woont, zoals Paulus het zegt, in een ontoegankelijk licht. Met Gustav Jung: ‘Een mens weet evenveel van God als een mier kan weten van het British Museum in Londen.’ Toch was dit geen reden voor Duinker om het spreken over God te staken. Alleen past ons wel bescheidenheid en eerbied. Is het geheim van het christendom niet dat die volstrekt onkenbare God zich over de wereld ontfermd heeft en ons nabij wil zijn?
‘ ik m o e t wel gel o ven dat G o d bes taat, and e rs w e rk t mij n vad e r voor niks ’ God bestaat Deze preek sloot hij af met een humorvolle en diep gelovige kwinkslag: ‘Toen mijn jongste dochter ongeveer 6 jaar oud was, vroeg iemand haar: “Meisje, Tilleke, geloof jij dat God bestaat?” Toen antwoordde zij: ‘Ik moet wel geloven dat God bestaat, anders werkt mijn vader voor niks.’ Ik geloof, gemeente, dat ik niet voor niets heb gewerkt, want God gebruikt ook feilbare mensen soms in zijn dienst. Uiteindelijk is alles genade. Amen.’
•
Tjaard Barnard Predikant in de gemeente Rotterdam jaargang 22 nr. 17 september 2011 19
het gezicht van...
Rolf
Harkes Voorzitter van Arminius, net getrouwd, aan het promoveren, vol plannen voor activiteiten.
Studie? Ik ben in Deventer opgegroeid, en op de middelbare school kon ik niet kiezen tussen wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie, vakken waar ik allemaal goed in was. Ik ben toen in Twente biomedische technologie gaan studeren. Tijdens mijn bachelor ben ik biomedische werktuigbouw en in mijn masters nanobiofysica gaan doen. Werken aan protheses, voor onder meer revalidatie vond ik minder boeiend. Nu ben ik OIO (onderzoeker in opleiding) in Leiden, vakgroep biofysica. Dit moet over 3 jaar uitmonden in een promotie. En dan? Geen idee.
Vroeger? Mijn ouders waren gereformeerd en hervormd, en bij de totstandkoming van de PKN zijn ze heel even bij de remonstranten gaan kerken. Ik ben daar ‘blijven hangen’. Na een jaar catechisatie ben ik ook naar Arminius gegaan. In Enschede heb ik ook een tijdje deel uitgemaakt van een reformatorische studentenkring: een vaste groep, die heel gedegen te werk ging met het bijbelonderzoek, wekelijks een avond van 18 – 24 uur. Dat schiep een band, en ik mis die bijbelstudie ook wel. In Arminius zien we elkaar zo’n vier keer per jaar, heel gezellig maar natuurlijk een hele andere vorm van groep-zijn. Nu, in mijn gemeente Den Haag, zit ik in een kring van 20 – 40 jaar, die eens per maand samenkomt. De leeftijdsspreiding is daarmee groot, en er is maar weinig tijd voor discussie want we zien elkaar telkens maar drie uur. Dat is jammer.
groepje mensen die elkaar ergens zijn tegengekomen. Zij zochten naar een manier van samenkomen, naar iemand die het wilde leiden en zijn zo een gemeente geworden. Heel belangrijk dat zo’n jongerengemeente er is, een organisatie die landelijke activiteiten organiseert voor jongere remonstranten, tot 35 jaar. We hebben nu redelijk wat leden, vrienden en belangstellenden! Het is niet gemakkelijk jongeren te interesseren voor een jongerengemeente: in veel gemeenten zijn geen jongeren, dus is er geen stimulans, veel jongeren gaan ’s zondags sporten of hebben er nu geen tijd voor. Wij zien Arminius echt als aanvulling op de eigen gemeente.
Wat doen jullie? Zes jaarlijkse activiteiten, waaronder het juni-weekend, op de Hoorneboeg, met een thema, een kerkdienst, en als er ‘gegadigden’ zijn een doop, bevestiging of een huwelijk. Verder het kerstdiner, voor huidige en oud-Arminianen en natuurlijk de jongerendag, een activiteit waar we veel reclame voor maken via pamfletten en posters. De vorige keer waren daar dertig mensen, waar we tevreden mee zijn. Verder incidentele activiteiten zoals een kloosterweekend in een katholiek klooster. Op je 35ste jaar eindigt het lidmaatschap van Arminius. Dat is voor iedereen duidelijk, dus daar zijn nooit problemen over. Degenen die afscheid nemen vragen we het juni-weekend te organiseren. Je verliest zo steeds contacten, maar die zie je later weer terug. Gelukkig is de doorstroming langzamer dan in studentengemeenten!
•
Arminius? Ik ben nu voorzitter van Arminius, en Froukje, met wie ik heel kort geleden ben getrouwd, is secretaris. Arminius is ontstaan rond 1994 uit een 20 adrem remonstrants maandblad
Carla Bierlaagh Redactielid AdRem