FORUM VOOR KATHOLIEK ONDERWIJS JAARGANG 4
>
THEMANUMMER 2
>
SEPTEMBER 2005
reflexief Mediawijs onderwijs! THEMA: KENNISSAMENLEVING
PAGINA 4
Het verbond tussen kinderen en moderne media PAGINA 9
Bent u wel mediawijs? PAGINA 10
Waarom staat alles aan? PAGINA 14
Wat ze doen is verhalen vertellen PAGINA 18
Ouders willen hun kinderen kunnen volgen PAGINA 20
De kinderconsument: een serieuze doelgroep PAGINA 28
TV-kijken bij ons thuis PAGINA 30
Pleidooi voor visuele geletterdheid
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
TEN GELEIDE
Mediawijs onderwijs! De media vervullen een belangrijke rol in onze samenle-
nis. Heeft het onderwijs mogelijkheden om bij kinderen
ving. In woord, beeld, geschrift en geluid zijn zij alom
mediageletterd te ontwikkelen? Wat moet er op school
aanwezig. Iedereen gebruikt en ondergaat de invloed van
gebeuren om het zo ver te brengen?
de media. Naast gezin, school en leeftijdgenoten zijn de media een invloedrijk opvoedingsmilieu geworden.
Een verkenning levert ons een boeiend, maar ook een enigszins teleurstellend beeld op de praktijk van wat
Hoe invloedrijk? Daarover zijn de meningen verdeeld. Een
‘media-educatie’ of ‘audiovisuele vorming’ is gaan heten:
belangrijke vraag is of jongeren door de bomen het bos
er zijn veel initiatieven met veel verschillende spelers die
nog kunnen zien, weten zij hun weg te vinden in het enor-
tot een versnipperd en – volgens de Raad van Cultuur –
me aanbod en kunnen zij beoordelen welke waarde de
tot een geringe effectiviteit hebben geleid. In het recente
verschillende media hebben? Met andere woorden: zijn zij
advies van de Raad over ‘Mediawijsheid, de ontwikkeling
voldoende mediawijs? Over het algemeen maken deskun-
van nieuw burgerschap’ oordeelt de Raad hard: “Behalve
digen zich daar weinig zorgen om.
door gebrekkige kennisoverdracht, geringe continuïteit en effectiviteit, kenmerkt de praktijk zich ook door het ont-
Volgens hoogleraar communicatiewetenschap Hans
breken van een duidelijke visie op hetgeen wordt onder-
Beentjes (Radboud Universiteit Nijmegen) zijn kinderen
nomen. Dat geldt eveneens voor de rijksoverheid. Deze
dankbare gebruikers van moderne massacommunicatie-
heeft een weifelend beleid gevoerd met betrekking tot
middelen omdat ze naadloos aansluiten bij echte behoef-
media-educatie.” Vervolgens stelt de Raad vast dat het
ten van kinderen. De audiovisuele media zijn voor
begrip ‘media-educatie’ op haar retour is en verkiest de
kinderen echt ‘media’, dat wil zeggen middelen om hun
term ‘mediawijsheid’.
behoeften beter te vervullen. Het afkeuren van het gebruik van audiovisuele media of de inhoud van deze
Alle meningen en de praktijk gewogen is de NKSR pleit-
media kan door kinderen daarom gemakkelijk begrepen
bezorger voor visuele geletterdheid, voor mediawijsheid
worden als een afwijzing van wat zij belangrijk vinden.
of voor media-educatie. Naar eigen smaak kan men kie-
Dit alles laat volgens hem onverlet dat aan het gebruik
zen voor de ene of voor de andere term. De NKSR hoopt
van audiovisuele media ook nadelen kleven.
scholen met dit en het vorige nummer van Reflexief materiaal in handen te geven om een beleid op dit punt
De vraag is welke verantwoordelijkheid het onderwijs
te ontwikkelen.
hier voor zichzelf ziet weggelegd. Het onderwijs sluit nog altijd sterk aan bij ‘geletterdheid’ in de klassieke beteke-
Reflexief
FORUM VOOR KATHOLIEK ONDERWIJS
Reflexief = ‘door reflectie kennend’, synoniem van bespiegelend. Dat laatste is afgeleid van het substantief ‘reflex’ wat ondermeer weerschijn, weerspiegeling, spiegelbeeld betekent. Reflexief is op zoek naar de achtergronden bij actuele ontwikkelingen in onderwijs en samenleving, signaleert trends en tendensen en probeert deze te duiden vanuit een kritische èn katholieke invalshoek. PAGINA 2
DE REDACTIE
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
INHOUD
PA G I N A 1 4
PA G I N A 4
Hans Beentjes
Frank Seller
Voor altijd: het verbond tussen kinderen
Wat ze doen is verhalen vertellen
en moderne media
Interview met docenten van het Alberdingk
Essay
Thijmcollege
PA G I N A 9
PA G I N A 1 8
Wijnand van Velzen
Nico Foppen
Bent u wel mediawijs?
Ouders en leraren willen kinderen kunnen volgen
Column
Interview met directeur en ouders van basisschool ‘De Merwijck’
PA G I N A 10
Frank Seller
PA G I N A 2 0
Waarom staat alles aan?
Liesbeth Hop
Interview met docenten van de Katholieke
De kinderconsument op school
Scholengemeenschap Etten-Leur
Mediavaardig en reclamewijs met Reclamerakkers
PA G I N A 2 3
Overzicht websites
PA G I N A 2 4
Media-educatie in de bibliotheek Welke projecten biedt de openbare bibliotheek?
PA G I N A 2 6
Wilbert van Walstijn Reclamelessen voor de basisschool Interview met leerlingen van basisschool De Grondtoon
PA G I N A 2 8
Nico Foppen TV-kijken bij ons thuis Interview met Jeany Duif, projectmanager Teleac
PA G I N A 3 0
Wilbert van Walstijn Pleidooi voor visuele geletterdheid Besluit
PAGINA 3
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
Voor altijd:
het verbond tussen kinderen en moderne media HANS BEENTJES
Kinderen zijn dankbare gebruikers van moderne massacommunicatiemiddelen. Ze houden van televisie; ze houden van
Hoogleraar Communicatie-
games; ze houden van internet; en ze houden van hun mobiele telefoon. Veel commentatoren, ouders en leerkrachten
wetenschap
zien de media als een instantie die van buitenaf interfereert met de ontwikkeling van kinderen. Men veronderstelt
Radboud Universiteit Nijmegen
dat kinderen zich beter zouden ontplooien zonder audiovisuele media. De liefde voor audiovisuele media verklaren zij uit gemakzucht en hedonisme. Daarbij miskennen zij dat deze media naadloos aansluiten bij echte behoeften van kinderen. De audiovisuele media zijn voor kinderen echt ‘media’, dat wil zeggen middelen om hun behoeften beter te vervullen. Het afkeuren van het gebruik van audiovisuele media of de inhoud van deze media kan door kinderen daarom gemakkelijk begrepen worden als een afwijzing van wat zij belangrijk vinden. Dit alles laat onverlet dat aan het gebruik van audiovisuele media ook nadelen kleven. Veel van wat kinderen zien op TV of op internet, kunnen zij niet goed interpreteren. Hoe dienen ouders en leerkrachten zich in dit dilemma op te stellen?
Rol van de media in het leven van kinderen
geïnteresseerd in schoolse kennis. En veel volwassenen
Afgaande op het aantal uren dat kinderen per dag voor
zien een direct verband met het mediagebruik van
diverse beeldschermen doorbrengen spelen audiovisuele
kinderen. Wat kinderen zien, zou direct van invloed zijn op
media een grote rol in het leven van kinderen. De vrije
wat kinderen denken en doen. Van het kijken naar geweld
tijd van de meeste kinderen is grotendeels gewijd aan
zouden zij niet alleen leren hoe en in welke situaties je
audiovisuele media. Alleen al aan televisiekijken besteden
geweld met succes kunt gebruiken maar ook zouden zij in
zij gemiddeld twee uur per dag. Ze kijken voor school,
hun eigen leven gemakkelijker overgaan tot het gebruiken
meteen na school, ’s avonds en in het weekend. Met de
van geweld. Zo zijn er in films en televisieseries veel
komst van computers zijn daar in veel huishoudens
ideeën voor geweldpleging te zien die in principe uitvoer-
games en internet bijgekomen (een goede bron van
baar zijn. In de film Kids (zie www.imdb.com) is te zien
cijfers over de tijdbesteding aan media is het Sociaal en
hoe een jongen een veel grotere jongen tegen de grond
Cultureel Planbureau, www.scp.nl). Vaak wordt het kijken
krijgt door hem met een skateboard van achteren tegen
naar televisie en het online-zijn gecombineerd, hetgeen
het hoofd te slaan. Na het zien van deze scène is het
wordt aangeduid als multi tasking.
skateboard een wapen. Deze informatie hoeft natuurlijk niet te leiden tot geweld, maar als zich ooit een situatie
PAGINA 4
Invloed
voordoet, dan weet men wat te doen. Zonder idee, geen
Ouders en leerkrachten zijn in toenemende mate bezorgd
geweld; en de media zijn een bron van ideeën voor
over de invloed die de media hebben op kinderen.
geweld. Door de seks in de media zouden kinderen niet
Kinderen zijn in de perceptie van veel volwassenen
alleen leren hoe je kunt zoenen en vrijen maar zij zouden
mondiger, agressiever, jonger seksueel actief, en minder
ook opvattingen ontwikkelen over wanneer en met wie
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
seks mag en moet. Zo zouden jongeren onder invloed van alle voorbeelden van wat men in de VS ‘recreational sex’ noemt, luchtiger gaan denken over het aanknopen van seksuele contacten. Door het zien van allerlei vormen van grensoverschrijdend gedrag in programma’s zoals Jackass en Door het lint zouden kinderen geneigd zijn om niet alleen dat gedrag na te doen maar ook om andere vormen van grof gedrag uit te proberen.
Hoewel er ongetwijfeld voorbeelden van een dergelijk rechtstreeks verband bestaan, is het te eenvoudig om uit te gaan van een directe invloed. Een kind wordt zeker beïnvloed door wat het te zien en horen krijgt via de media, maar in hoeverre en in welke mate het beïnvloed wordt, verschilt van kind tot kind. Een belangrijke voorwaarde voor het effect van media-inhouden is dat de mediumgebruiker voor het getoonde voorbeeld openstaat. Daarin verschillen mensen. Mensen die helemaal niet openstaan voor het effect van bijvoorbeeld mediageweld zijn mensen met een stelsel van waarden en normen waarin agressief gedrag geen optie is. Zij hebben als het ware een morele buffer tegen de inhouden die suggereren dat geweld gewoon of acceptabel is. Het is niet uitgesloten dat deze mensen in extreme omstandigheden tot agressief gedrag kunnen overgaan, maar het is onwaarschijnlijk dat het zien van mediageweld daarbij een stimulerende rol speelt. Jonge kinderen moeten hun stelsel van waarden en normen nog helemaal opbouwen; zij hebben nog geen buffer tegen de suggestie dat agressief gedrag een acceptabele manier is om problemen op te lossen of dat seks met mensen die je slechts oppervlakkig kent heel gewoon is.
informatiebron gebruikt. De morele buffer die kinderen in
Jonge kinderen lijken dan ook gevoelig voor voorbeelden
staat moet stellen om afstand te nemen van hetgeen
in de media. Indien kinderen in hun omgeving geen sterke
waarmee zij in de media worden geconfronteerd, wordt
tegenvoorbeelden hebben, kunnen hun opvattingen worden
kortom deels gevormd door diezelfde media-inhouden.
gestuurd door de voorbeelden die zij in de media zien.
Deze formulering laat zien hoe sterk de invloed van media in de ontwikkeling van kinderen kan zijn. De rol van de
Ook jongeren lijken vatbaar voor het voorbeeld dat uit-
media is te vergelijken met die van de leraar die zijn leer-
gaat van audiovisuele media, niet zozeer vanwege gebrek
lingen leert kritiek te hebben op wat de leraar zelf zegt.
aan morele ontwikkeling, hoewel kinderen ook daarin sterk verschillen, maar veeleer omdat jongeren geneigd
De aantrekkingskracht van audiovisuele media
zijn tot overschrijding van normen om te zien wat nog
Kinderen gebruiken audiovisuele media in de eerste
mag en waartoe zij zelf in staat zijn. Daarbij zijn zij op
plaats om naar verhalen te kijken. Het vertellen van
zoek naar informatie en ook de media worden als
verhalen is voor mensen altijd al belangrijk geweest. PAGINA 5
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
De televisie en andere audiovisuele media laat die verha-
gierigheid van kinderen naar ‘later’. Door naar soaps te
len ook nog zien. Daar komt bij dat audiovisuele media en
kijken, krijgen kinderen de mogelijkheid om zich een
de televisie voorop voor kinderen gemakkelijk toegankelijk
beeld te vormen van hoe volwassenen met elkaar
zijn. Bijna elk gezin heeft minstens één televisietoestel en
omgaan (hoe onrealistisch ook), op een manier die in het
een aanzienlijk aantal kinderen heeft zelfs een toestel op
dagelijks leven voor hen niet mogelijk is.
de eigen kamer. Zo ontsluit de televisie een hele wereld
Het mediagebruik van adolescenten sluit aan bij hun
voor kinderen waar ze naar believen aan deel kunnen
behoefte aan sociale contacten met leeftijdsgenoten.
nemen.
Het huidige media-aanbod faciliteert hun sterke gerichtheid op andere jongeren – ook zo’n universele behoefte. Hierin spelen Internet (MSN) en mobiele telefonie een
De aantrekkingskracht van audiovisuele media
grote rol. Behalve een directe lijn met al die belangrijke vrienden en vriendinnen, stellen de schrijfmedia MSN en SMS jongeren ook in staat dingen te zeggen die zij een ander niet in het gezicht durven zeggen. Door deze moderne communicatiemiddelen kunnen jongeren hun sterke gerichtheid op elkaar en de eigen jeugdcultuur botvieren. Omdat kinderen en jongeren in toenemende
Kinderen hebben sterke voorkeuren voor programma’s
mate een commercieel interessante groep zijn geworden,
waar ze naar willen kijken. In de ogen van veel volwas-
wordt de jeugdcultuur met inzet van veel middelen
senen zijn dit nou juist niet zulke leuke programma’s.
uitgebouwd door commerciële ondernemingen die voort-
Een gewelddadige tekenfilmserie als Pokemon is daarvan
durend op zoek zijn naar manieren om kinderen en
een goed voorbeeld. Waarom kijken kinderen hier zo
jongeren te bereiken. Daardoor is het aanbod voor kinde-
graag naar? Om dit te begrijpen, moet men beseffen dat
ren en jongeren veel interessanter dan vroeger. Voor
jonge kinderen weinig invloed op de wereld om hen heen
ouders en leerkrachten is in de jeugdcultuur een zeer
hebben. Volwassenen hebben het voor het zeggen en hun
bescheiden rol gereserveerd. De komst van de moderne
daden zijn kinderen niet altijd duidelijk. Terwijl jij als kind
media heeft het jongeren gemakkelijker gemaakt zich
net fijn de hele legokist hebt leeggegooid om het grootste
bijna exclusief in hun eigen cultuur op te houden.
huis te bouwen dat ooit gebouwd is, komt vader binnen en zegt boos dat je dat meteen weer op moet ruimen
Nadelen
omdat “het zondag is en we naar oma gaan”. Of je komt
Dit alles maakt het begrijpelijk dat kinderen audiovisuele
hongerig van het buitenspelen thuis en vraagt om een
media zo aantrekkelijk vinden. Hoewel de meeste ouders
boterham, en je moeder reageert met: “we gaan toch
graag tegemoet komen aan behoeftes van hun kinderen,
zeker zo eten, het is al half 6!”. Dit soort gebeurtenissen,
zeker als ze zien dat die kinderen er veel plezier aan
waarin het kind overgeleverd lijkt te zijn aan de grillen
beleven, hebben veel opvoeders toch bezwaren. Welke
van volwassenen geven voeding aan het fantaseren over
nadelen kleven er nu eigenlijk aan het gebruik van audio-
een bedreigende wereld waarin je als kind sterk bent en
visuele media?
de bedreiging of onzekerheid de baas bent. Veel televisie-
PAGINA 6
programma’s met geweld geven een kind die mogelijk-
In de eerste plaats is dat de hoeveelheid TIJD die er in
heid, mits het goed afloopt met de persoon met wie het
gaat zitten. Alle tijd die kinderen voor beeldschermen
kind zich identificeert.
doorbrengen kunnen ze niet iets anders doen, zoals
Het kijken naar soaps, ook een genre waarover niet alle
buitenspelen, bewegen, eigen fantasiespel, gezelschap-
opvoeders enthousiast zijn, komt tegemoet aan een
spelen, lezen, en andere activiteiten die ook waardevol
andere echte interesse van kinderen, namelijk de nieuws-
zijn, maar minder goed aansluiten bij de behoeften die
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
kinderen voelen. Het gebruik van audiovisuele media zoals
De kritiek richt zich met name op het medium televisie
de meeste kinderen dat doen, biedt beperkte afwisseling.
omdat dit zo alomtegenwoordig is. De critici vinden dat
Het aanbod is wel gevarieerd maar de meeste kinderen
bepaalde films en programma’s verboden of achter een
maken een beperkte selectie van greatest hits. Bij kinderen
decoder gestopt zouden moeten worden, omdat zij ervan
die heel veel tijd besteden aan meer van hetzelfde kan
overtuigd zijn dat het zien van verwerpelijk beeldmate-
men zich afvragen of zij zich wel voldoende ontwikkelen.
riaal kan leiden tot allerlei nare effecten voor individu en
Daarnaast kleeft een nadeel aan de I N HO U D van wat
samenleving. Daarbij worden steevast verkeerde waarden
kinderen zien. Ouders vinden lang niet alles geschikt en
en normen genoemd, maar ook verkeerde opvattingen
naarmate kinderen ouder worden, wordt hun controle
over de werkelijkheid en de gevolgen daarvan zoals
beperkter. Veel ouders weten eigenlijk niet goed wat hun
agressief gedrag en zwangere tienermeisjes. Voor deze
kinderen zien en welke sites zij bezoeken, maar ze vrezen
redeneertrant bestaat in het Engels een compacte uitdruk-
de gevolgen. Onderzoek naar effecten van het televisie
king: ‘Trash in, trash out’, rotzooi op televisie leidt tot
kijken wijst er inderdaad op dat de opvattingen en het
rotzooi in de samenleving.
gedrag van kinderen kunnen worden beïnvloed door hetgeen zij in de media zien. Om ouders te helpen bij het
Dit standpunt heeft echter twee bezwaren. Ten eerste
bepalen van wat hun kinderen mogen zien, is er sinds
miskent men hier dat deze inhouden op de een of andere
enkele jaren de Kijkwijzer (zie www.kijkwijzer.nl).
wijze aansluiten bij echte behoeften van kinderen en
De Kijkwijzer is in het leven geroepen om ouders te
jongeren. Verbanning van programma’s zou neerkomen
wijzen op mogelijke schadelijkheid van programma’s op
op een weigering zich in kinderen en jongeren te
hun kinderen en bedient zich van pictogrammen die een
verdiepen. Ten tweede ziet men over het hoofd dat met
leeftijdscategorie aanduiden en de aanwezigheid van
name verwerpelijke programma’s de communicatie
angstige beelden (spin), geweld (vuistje), grof taalgebruik
tussen mensen kunnen bevorderen. Hoewel ik de sterke
(schreeuwend persoontje), seks (voetjes), discriminatie
gevoelens van afkeer die bepaalde films en televisie-
(groepje waarbij er een uitgezonderd is) en het overmatig
programma’s bij kijkers kunnen oproepen niet wil kleine-
gebruik van drugs of alcoholgebruik (injectiespuit).
ren, kan de televisie de communicatie tussen mensen
Daarnaast zijn er systemen om het aanbod van internet-
verduidelijken. Dat noem ik de verduidelijkingsfunctie van
sites te beperken. De Kijkwijzer en internetfilters worden
de televisie. Daarmee bedoel ik dat het televisieaanbod
door de meeste ouders gewaardeerd, maar deze syste-
en discussies daarover gebruikt worden om duidelijk te
men leiden natuurlijk niet tot een verminderde aantrek-
maken hoe men over algemenere zaken denkt en welke
kingskracht van de audiovisuele media.
waarden men aanhangt. Een oordeel over het drankmisbruik van jongeren in het
Sinds de komst van de televisie en andere audiovisuele
televisieprogramma Door het lint is ook een algemene
media is er veel kritiek geweest op de inhoud van televi-
uitspraak over liederlijkheid. Afkeuring van het program-
sieprogramma’s, films en nu ook internetsites. Recentelijk
ma Boven de 18 is ook een algemene uitspraak over de
is die kritiek opnieuw geformuleerd in verband met de
intimiteit van seksuele handelingen. Kritiek op de wijze
Kijkwijzer. In het voorjaar van 2004 heeft de Kijkwijzer er
waarop in Jerry Springer mensen voor schut worden
in deze discussie van langs gekregen, omdat program-
gezet, laat ook zien hoe je vindt dat je met mensen hoort
ma’s en films een verkeerde leeftijdsaanduiding zouden
om te gaan. De televisie is heel geschikt om aan anderen
krijgen. Verontruste ouders, politici en columnisten von-
duidelijk te maken hoe je over dingen denkt, ook in de
den elkaar in het idee dat seks en geweld van de televisie
communicatie tussen ouders en hun opgroeiende kinde-
zouden moeten of op z’n minst achter een decoder.
ren, omdat televisieprogramma’s door veel verschillende
En dan eigenlijk meteen ook maar elk ander verwerpelijk
mensen gezien worden. Uitspraken over liederlijkheid en
gedrag zoals je wel in reality-programma’s en soaps ziet.
softporno zou men ook wel los van de televisie kunnen PAGINA 7
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
formuleren, maar de verwijzing naar bekende program-
wat kinderen zo na aan het hart ligt, hoewel ze ook de
ma’s maakt de uitspraken voor meer mensen begrijpelijk.
nadelen zien. Dat is zeker een verantwoordelijkheid van de ouders maar, gezien de omvang en complexiteit van
De verduidelijkingsfunctie gaat nog een stap verder.
de taak, ligt hier ook een taak voor het onderwijs.
Ons oordeel over televisieprogramma’s maakt niet alleen
Veel leerkrachten hebben die taak al aanvaard. Omdat
aan anderen duidelijk hoe we over dingen denken maar
heel veel initiatieven lokaal en niet gedocumenteerd zijn
ook aan onszelf. De voorbeelden van intermenselijk
kan ik geen overzicht geven, maar de volgende drie typen
verkeer die wij op televisie zien, kunnen wij gebruiken als
initiatieven lijken mij belangrijk genoeg om op voort te
gereedschap bij het vormen en toetsen van onze opvat-
bouwen.
tingen over menselijk gedrag in het algemeen. Daarom zou het dan ook jammer zijn als de verwerpelijke
1
Tijd >
programma’s achter een decoder zouden verdwijnen.
verdwijnen ze niet, maar de mogelijkheid om ze in het
2
Inhoud >
openbaar (denk ook aan familiekring of op school)
>
Door de moderne media wordt het voor kinderen gemak-
Verduidelijking van opinies, gevoelens en waarden (levensbeschouwing, klassengesprekken)
Mediawijs
de toename van moderne media zwaarder geworden.
Bron van thema’s en voorbeelden (vakken en projecten)
bespreekbaar te maken verdwijnt wel.
De opvoedingstaak van ouders en leerkrachten is door
Kinderen op school al hun schoolwerk laten doen (huiswerkklas)
Door dergelijke inhouden niet openlijk op TV te laten zien
3
Media-educatie >
Bewust en kritisch omgaan met media (maatschappijleer).
kelijker zich op leeftijdgenoten te richten; ze worden geconfronteerd met inhouden die opvoeders schadelijk
Het eerste type initiatief is belangrijk omdat veel kinderen
achten; en ze nemen een voorbeeld aan gedrag, vaak uit-
zich thuis niet kunnen losmaken van hun moderne media.
gevoerd door aantrekkelijke rolmodellen, waar opvoeders
Het tweede omdat daarin wordt aangesloten bij wat
bezwaren tegen hebben. Bovendien, omdat kinderen een
kinderen bezighoudt. En het derde omdat kinderen en
kapitaalkrachtige doelgroep zijn geworden, zijn er veel
volwassenen zich op basis van de media een beeld van
marktpartijen die proberen in te spelen op wat kinderen
de werkelijkheid vormen. Vermelding verdient tenslotte
graag willen zien, zodat het verbond tussen kinderen en
de recente suggestie van de Raad voor Cultuur om in het
media nog hechter zal worden.
onderwijs zogenaamde mediacoaches aan te stellen die tot taak krijgen de ontwikkeling van media-educatie te
Met de huidige beschikbaarheid van audiovisuele media
stimuleren (www.cultuur.nl).
is het heel moeilijk geworden om kinderen weg te houden van bepaalde media-inhouden. Bovendien, zoals ik hierboven heb betoogd, zou dat ook ingaan tegen wat kinderen als hun eigen behoeften beschouwen. En tenslotte zou men op die manier het gesprek over moeilijke thema’s die in de audiovisuele media worden aangeroerd onmogelijk maken. De enige optie is dat kinderen leren om zelfstandig en kritisch om te gaan met audiovisuele media. Daarvoor is het nodig dat ouders en leerkrachten zich verdiepen in PAGINA 8
> W W W. I M D B . C O M > W W W. K I J K W I J Z E R . N L > W W W. C U LT U U R . N L
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
Bent u wel mediawijs? WIJNAND VAN VELZEN
De Raad van Cultuur geeft in haar onlangs uitgebrachte advies ‘Mediawijsheid. De ont-
Docent Visual Literacy,
wikkeling van nieuw burgerschap’ aan dat burgers in dit land maatschappelijk buiten-
Media Academie,
gesloten raken als ze niet ‘mediawijs’ zijn of worden. Men moet zich betekenisvol in een
opleidingsinstituut voor
met media doordrenkte omgeving kunnen bewegen. Schijnbaar kunnen we dat niet.
Radio, TV & Multimedia
Het laatste is ten dele waar. Mediawijs zijn we zeer, alleen vaak niet bewust. We lezen beeldcodes met hetzelfde gemak als andere dragers van informatie. Het probleem zit hem in het benoemen en analyseren van de inhoud gerelateerd aan de vorm, de stijl, het genre, de grammatica of de beeldmetafoor (semiotiek). In het dagelijks verkeer is het kennen van de code, de taal, essentieel voor de effectiviteit van communicatie. Multi mediale computers, die tekst, beeld en geluid parallel kunnen weergeven zijn al reeds lange tijd op de markt. TV, video en dvd zijn gemeengoed. Toch, in de beleving van mensen, is het talent van lezen en schrijven verbonden met tekst. Het onderwijs leert kinderen van jongs af tekst te coderen en te decoderen. Discussies over eventuele kwalijke invloeden van beelddragers zijn nog steeds aan de orde. De Raad voor Cultuur heeft hier een punt. Het is tijd voor een nieuw perspectief. Niet langer discussiëren, niet wachten op incidentele leuke projecten, maar structureel onderwijs op het vakgebied van Visuele Geletterdheid.
Wanneer je aan iemand ernstig vraagt bent u visueel geletterd, wordt er meestal gegrinnikt. Niet omdat de vraag zo geestig is, maar omdat men eigenlijk niet weet wat het begrip betekent. Visuele geletterdheid heeft te maken met de vaardigheid om te lezen en te schrijven in alle visuele codes. Visuele codes appelleren aan gelaagde beelden uit het referentiekader van de mens. Visuele codes zijn dus beeld, tekst en audio. Het leren lezen en schrijven van tekst is een langdurig intensief karwei. Dat is voor het lezen en schrijven van beeld niet anders. Toch beperken we ons, als het gaat om multimediaal gereedschap, zoals computers, vaak tot vaardigheidstraining van software, interfaces en bedieningstechnische aspecten: ‘het digitale rijbewijs’. Het gaat al lang niet meer om de spullen; het gaat om content. Maar om visuele content te kunnen lezen is bewust begrip van de code noodzakelijk.
Beeldtaal omvat een samenstel van complexe codes waarvan de inhoud diverse beeldlagen, audiolagen en tekstlagen parallel kan bevatten. Die code is heel cultuurgevoelig en is ‘levend’, net als de tekstcode. Dynamisch ook, zeker als in de samenleving nog andere culturen de code beïnvloeden. Daarmee is de visuele code zeer verwant aan andere codes zoals tekst. Onderwijs in visuele geletterdheid hoort daarom bij voorkeur bij hetzelfde vakgebied als taalverwerving van audio en tekst. Dus niet de docent informatica, niet de docent CKV, maar leg de primaire verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van visuele geletterdheid bij de docent taalverwerving. Daar hoort het thuis. En zoek het dan niet alleen in het draaien van leuke media-projecten, maar onderzoek, beschrijf, toets, innoveer, en onderwijs in wat misschien wel een letterkunde der Nederlandse Visuele Taal mag worden genoemd.
PAGINA 9
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
Waarom staat alles aan? FRANK SELLER Aan de telefoon vertelt Sjaak Jansen enthousiast over de De Katholieke Scholengemeenschap Etten-Leur (KSE) geeft docenten ruimte hun onder-
ervaringen van het eerste halfjaar. Door de leerlingen van
wijs te variëren en af te stemmen op leerlingen van nu. Dat geeft docenten ook de
havo-4, vwo-4 en vwo-5 werd binnen de lessen voor
gelegenheid te experimenteren en zich nieuw repertoire en nieuwe technologische
culturele kunstzinnige vorming (ckv1) gewerkt aan het
mogelijkheden eigen te maken. Zo is de KSE sinds het begin van het schooljaar
maken van video-filmpjes binnen het bovenschoolse
2004/2005 Cultuurprofielschool. Daarvoor heeft een groep docenten, bestaande uit
project Xposure. “Dat bleek een enorme hit binnen deze
Sjaak Jansen, Michiel Eikenaar en Kees Gobbens, een breed plan gemaakt, waarbinnen
leerjaren. De leerlingen hebben tijdens de workshops van
ook een eerste opzet is gegeven voor de vormgeving van het vak audiovisueel/media-
Xposure ontzettend veel opgestoken en bleken die kennis
educatie. Er is een programma ontworpen waarbij in alle leerjaren klassen één of
te kunnen doorgeven aan de leden van hun teams. Op de
twee periodes binnen een regulier vak een afwijkend programma doen. Dus worden de
dag van de deadline waren er door onze leerlingen meer
lessen door meer mensen gegeven; Kees Lauwens, Pieter de Jong, Richard Rokx en
dan 30 filmpjes gemaakt. Daarvan waren er 25 on line te
Theo Hoebink namen elk ook een aantal lessen voor hun rekening.
zien en daarvan is een selectie van 10 films ingestuurd ter jurering. Tijdens een schitterend Award-feest in Tilburg, in O13, won één van onze vwo-4-teams de eerste prijs.
Definitie
Reken maar dat dat leerlingen een kick geeft. En ons als
Behalve dat de KSE enthousiaste docenten met innovatieve
begeleiders ook natuurlijk. Maar zo’n deadline ervaar je
ideeën moest hebben, waren er ook andere criteria waar-
als docent ook als zwaar. Leerlingen werken aan de
aan de school moest voldoen om cultuurprofielschool te
afronding van hun filmproject, maar intussen zijn de
kunnen worden. De school moest kunnen beschikken over
reguliere lessen al weer bezig. Dat betekent dat, terwijl je
voldoende geschikte pc’s met randapparatuur, een geschikt
met heel andere lessen bezig bent, leerlingen voort-
lokaal netwerk en een adequate ict-ondersteuning en een
durend nog vragen komen stellen, advies komen halen
breedbandige internetverbinding onder meer geschikt
over hun filmproject. En voor het antwoord op die vragen,
voor video conferencing. Beeldcultuur, televisie, video,
het coachen van groepen, het gebruik van montagerecor-
internet zijn immers voor leerlingen zo vanzelfsprekend.
ders heb je ook na schooltijd nog veel tijd nodig.” Om een idee te krijgen hoe media-educatie in een door-
Binnen de KSE is met onderzoek aangetoond dat eigen
lopende leerlijn vorm krijgt, spreek ik met Sjaak Jansen af
leerlingen gemiddeld 3 uur televisie kijken en vaak
dat ik op een ochtend een aantal lessen kom volgen en
nog veel langer achter de computer zitten. De officiële
vanuit die ervaringen met hem wil doorpraten.
definitie die binnen het project gehanteerd wordt voor
PAGINA 10
media-educatie luidt daarom: media-educatie is een
Liever herrie dan rust
middel om inzicht te krijgen in informatiearchitectuur om
Ik woon in een 2-gymnasiumklas de tweede les bij die
daar vervolgens kritisch mee om te gaan. Dat betekent
Sjaak Jansen geeft in deze periode. In plaats van de
dus dat leerlingen leren onder meer kritisch naar media
normale wekelijkse les tekenen wordt er gewerkt aan de
te kijken, leren keuzes van programmamakers te herken-
(media-educatie)-opdracht Een vreemde gebeurtenis in de
nen, effecten van camerastandpunten, licht, locatie
klas. Dat betekent dat leerlingen aan het eind van de les-
kunnen onderkennen, informatie leren beoordelen op
senserie in hun groep een beeldverhaal hebben gemaakt.
relevantie. Eén van de middelen daarbij is het zelf leren
Dat beeldverhaal wordt in PowerPoint gepresenteerd en
maken van onderdelen van programma’s, omdat juist
de foto’s van het beeldverhaal kunnen door de leerlingen
daarmee de diverse lagen van een mediaproduct worden
in Photoshop naar believen worden bewerkt.
verkend.
Als huiswerkopdracht voor deze les hebben de leerlingen
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
Storyboard van Colinda, Brenda en Sabrina van de Katholieke scheolengemeenscahp Etten-Leur.
PAGINA 11
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
allemaal een eerste idee voor hun beeldverhaal uitgewerkt
die films geïdentificeerd als romantische films. Intussen
in een story board, een soort kort stripverhaal. Deze idee-
zijn de jongens in hun groepjes afgeleid; ze bekijken
en worden later in de les uitgewisseld, maar Sjaak begint
elkaars schetsen voor het story board en vullen tekstbal-
met een klassengesprek over hoe de leerlingen nu naar
lonnen verder in. Dus gaat Sjaak over naar bespreking
een videofilm kijken, waarom ze beelden onthouden,
daarvan. Hij maakt een korte ronde langs alle leerlingen
welke films ze kijken en met wie en wanneer. Kortom, een
en vraagt hen hun beeldverhaal te vertellen.
rondje bewustwording. Geen van de zeventien leerlingen kan de laatstgeziene film echt noemen. Ja, ze kijken wel
Verhalen en beelden
veel, al heeft 40% geen tv op de eigen kamer, maar dan
Elke groep moet straks één van de verhalen uit de groep
kijken ze samen. Eén van de jongens zegt niet te weten of
in foto’s gaan omzetten. Volgende keer al krijgt elke
die laatste film, die hij eergisteren keek, nu een dvd van
groep daarvoor een digitaal fototoestel en een statief om
de videotheek was of een film van het open net; het was
aan het werk te gaan en dan moeten ze bovendien ook
wel een spannende film, dat wel. Huiswerk maken met
allemaal de rekwisieten bij zich hebben. Maar eerst de
MTV aan of met een tekenfilmzender doen ze allemaal
verhalen zelf. De eerste twee verhaaltjes laat Sjaak rustig
wel. Zo’n tekenfilmserie Sponge Bob zeggen ze grappig
vertellen. Bij de derde komt-ie echt in actie. Hij vergelijkt
te vinden. Op de vraag van Sjaak wat er dan precies
de beelden en hun volgorde met een en-toen-en-toen-
grappig aan is, komt het onverwachte antwoord dat
verhaal. Hoe voorkom je dat iets saai wordt of er saai uit
Sponge Bob filmpjes dom zijn. “Ja,” zegt een leerling,
ziet. Je moet laten zien waar het om gaat. Dat kan door
“onder het kijken naar zo’n tekenfilm kun je dus ook even
dingen uit te vergroten. “Als je een boef wilt laten dreigen
iets anders doen. Even msn’en of zo, of een spelletje.
met een mes, dan laat je wel eerst de hele situatie zien
De computer staat toch aan. Sjaak vraagt langs zijn neus
met alle mensen, maar als het mes in beeld gaat komen,
weg waarom. “Ik heb liever herrie dan rust. Alles staat
als je daar de aandacht op wilt vestigen, hoe doe je dat
aan. Als het stil is, vind ik dat niet prettig.”
dan?” Ook uit de andere stripverhalen pikt Sjaak meteen een paar situaties waar overgangen tussen veraf en dichtbij een belangrijk effect is. De aandacht van de leerlingen
Media-educatie is een middel om inzicht te krijgen in informatiearchitectuur om daar
is duidelijk groot; ze zien dat ze dat straks niet moeten onderschatten.
Dan is er aansluitend meteen een verhaal over bloed, en over hoe je afwasbaar bloed maakt. Niet met verf natuur-
vervolgens kritisch mee om te gaan.
lijk, want dat kun je niet afwassen. De leerlingen knikken. Bloed is zeker voor de jongens geen probleem; in al hun verhalen komt het voor. Eén van de jongens heeft een verhaal dat hij graag in zijn
PAGINA 12
Op een gesprek over msn-taal en turbotaal en over hoe
groep wil laten uitvoeren. Hij heeft het al goed in beelden
lang ze msn’en gaan deze gymnasiumleerlingen niet echt
neergezet. Maar het is geen eenvoudig verhaal; er komt
in. Ze houden naar mijn gevoel voor elkaar de schijn op
een tijdbom aan te pas en die moet straks door het raam
dat ze er maar weinig mee bezig zijn.
worden gegooid. De tijdbom kun je suggereren met
Samen tv-kijken met hun ouders komt ook niet echt veel
een wekker. Maar uit het raam gooien, hoe breng je dat
voor. Alleen Amanda, één van de meisjes, zegt regelmatig
nu in beeld? De jongens beseffen dat ze er geen ruit voor
samen met haar moeder naar films te kijken, gezellig
mogen doorgooien. Maar hoe breng je dan wel de
’s middags samen op de bank. Sjaak wil weten naar welke
suggestie aan? Handig geeft Sjaak een paar suggesties
films en na enige spraakverwarring over en weer worden
zonder ze het voor te zeggen. De jongens uit de groep
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
buigen zich nu allemaal over de tekeningen op dat ene
beelden, zoveel gebeurtenissen worden samengevat en
Storyboard van leerlingen van
story board. De keus is wel gemaakt op die manier.
gecomprimeerd weergegeven. Daarom is verwondering
de Katholieke scheolengemeen-
Als de bel gaat noteren alle leerlingen keurig in hun
een belangrijk element in het onderwijs. Het is zaak ver-
scahp Etten-Leur.
agenda dat volgende week het gedetailleerde story board
wondering in te bouwen, vragen te stellen aan kinderen.
af moet zijn en dat ze spulletjes mee moeten nemen.
Het zelf laten maken van een filmpje levert zulke goede momenten op, waar je zulke vragen kunt stellen.
Betekenis geven
Sjaak Jansen laat me daarna vol trots een videofilm zien
Het uur erna zitten we in één van de werklokalen tijdens
die een groepje leerlingen gemaakt heeft voor en over de
een zelfwerkzaamheidsuur. Er komen groepjes leerlingen
Open Dag van de KSE. “Niet alleen de beelden zijn goed”,
binnen om hun opdracht af te maken. Soms moeten ze
zegt hij, “maar ook het ritme van de beelden en de
even op gang gebracht worden, omdat ze een technische
muziek eronder. Of eigenlijk andersom: bij elke scène is
vaardigheid niet onder de knie hebben. Soms vragen ze
passende muziek gekozen en er is gemonteerd op het
een tussentijds advies. Intussen bekijken wij een aantal
ritme van die muziek. De kunstvakken, tekenen, muziek
van de Xposure-filmpjes via internet en praten we over
en audiovisueel, die we alle hebben, zijn hier in combi-
de doelen die je met het onderwijs in de kunstvakken
natie gebruikt. En dat vind ik heel mooi om te zien.”
kunt realiseren. Het is belangrijk dat je in de lessen bezig
We lopen samen het totale activiteitenplan voor alle leer-
bent met ‘leren kijken’; als je er in slaagt dat leerlingen
jaren eens na. Leerlingen leren inderdaad diverse lagen
betekenissen kunnen geven aan wat ze zien, dan is dat
van de beeldcultuur kennen, juist door er mee te werken.
een verrijking van hun persoon. Maar echt leren kijken is
En het gesprek met de docent is impuls voor de nodige
minder eenvoudig geworden. Er is een overdaad aan
reflectie. PAGINA 13
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
“Film maken is een prachtig middel om beeldtaal te verkennen. Voor leerlingen is het ook erg spannend. Het gaat voorbij aan de degelijke en dagelijkse saaiheid van lezen en opschrijven. Het is spannend omdat de leerlingen niet weten of er op het beeld komt wat ze willen laten zien.”
Wat ze doen is verhalen ver FRANK SELLER
PAGINA 14
Aan het woord is Franka Stas, docent aan het Alberdingk
Inpassen in een leerlijn
Thijm College in Hilversum, kortweg het ATC.
In vakken als levensbeschouwing en maatschappijleer
Van huis uit is ze docente lichamelijke opvoeding en zo is
wordt natuurlijk aandacht besteed aan media-educatie en
ze haar loopbaan bij het ATC begonnen. Maar nu heeft ze
media-informatie. Bij de thema’s die je daar met jonge
lessen culturele en kunstzinnige vorming (CKV) in haar
mensen bespreekt, worden videoprogramma’s uit het
takenpakket. Ze is gevraagd daarin de lessen audiovisuele
open-net gebruikt en worden standpunten vanuit diverse
vorming te geven in vwo-4 aan leerlingen met een maat-
optieken besproken. Of leerlingen alleen dáárdoor echt
schappij-profiel. In die lessen maakt ze videofilms met
leren een kritische kijker te zijn, is de vraag. En of ze daar-
leerlingen of liever: ze laat leerlingen met videocamera
door beter of anders met ‘beeldtaal’ leren omgaan, weet
spelen en werken. Nu, in het videotijdperk, is dat goed te
Franka Stas niet. De verschuiving van woord naar beeld
doen. “Als er nog met super-8 film gewerkt zou worden,
die in het dagelijks leven en in onze maatschappij als
dan zou ze er niet aan beginnen”, zegt Franka. Haar ruim
geheel zichtbaar is, blijft in scholen daarbij wat achter. In
twintig jaar ervaring als lid van een filmclub heeft haar
de gangbare schoolpraktijk wordt video gebruikt als een
geleerd wat leuk is, wat kan en wat niet kan. “Leuk vind ik
educatief middel; bijvoorbeeld om situaties in een brede
dat je van een hobby op deze manier een onderdeel van
context te zetten.
je onderwijspraktijk kunt maken. Maar ik heb er eerst wel
“Bij ons op het ATC passen mijn filmlessen in de leerlijn
lang over nagedacht, voor ik ja zei. Ik heb aan diverse
van de beeldende vakken. In het vierde leerjaar zijn er
mensen raad gevraagd, zoals aan Co Vleeshouwer van de
zowel blokuren beeldend als blokuren film. Ook in CKV-1
Stichting Beeldende Amateurkunst die ik goed ken.
wordt aandacht besteed aan film. De vakgenoten uit de
Ik zou het verkeerd vinden als leerlingen van mij alleen
sectie zijn nu bezig een leerlijn te maken, waarin ook
een soort hobby zouden leren; het gaat om veel meer.
activiteiten of projecten voor onderbouwklassen een
Film is dóen, je kiest een invalshoek en daarna kijk je
plaats krijgen. Zo hebben we voor mavo-3 het tweedaags
terug om er achter te komen of het beeld laat zien wat je
project ‘Making Movies’ met steun van het Nederlands
wil overbrengen. Het dwingt je kritisch te zijn.”
Instituut voor Filmeducatie (NIF). In twee dagen maken
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
rtellen
leerlingen samen met professionals een film. ”Binnen de
In de activiteiten die binnen de leerlijn worden ontwik-
school gebéurt er iets door een dergelijk project.
keld, wordt samengewerkt met de Hogeschool voor de
Het prikkelt collega’s en sommigen raken enthousiast.
Kunsten in Utrecht (HKU). Er wordt binnen CKV-3 een
Ze willen een volgende keer meedoen of meedoen met
keuzeprogramma ontwikkeld voor een nieuwe richting:
een soortgelijk project. Ook ontstaan er spontane
Kunst, Media en Technologie (KMT). Vanaf het nieuwe
gesprekken over film, over beeldtaal, over wat het met
schooljaar 2005/2006 wordt gestart met een pilot van een
leerlingen doet. Het geeft leerlingen een enorme kick om
tweejarig curriculum voor leerlingen van vwo-5.
zelf een speelfilm te maken en ze ervaren dat er meer
“Het ontwikkelen van een totaalprogramma, dus van
manieren van leren zijn.” Zelf heeft Franka dit project ook
lessen, projecten en activiteiten, is een werk van lange
gebruikt om van te leren. In de ‘making of ....’–reportage
adem én je moet dat doen in teamverband. Je hebt
die ze heeft gemaakt van die twee dagen wordt goed
collega’s nodig; bij KMT en film werk ik samen met mijn
zichtbaar dat er bij een dergelijke activiteit heel andere
collega Jeroen Huizing. Hij heeft naast Nederlands ook
kwaliteiten van leerlingen gevraagd worden. “Dé manier
Film- en Theaterwetenschappen gestudeerd. We vullen
om klasgenoten beter te leren kennen.”
elkaar goed aan. Het is voor ons heel stimulerend met Paul van de Wildenberg van de HKU te overleggen over hoe we dit nieuwe vak gestalte geven.” Daarnaast maakt het ATC deel uit van het netwerk van cultuurprofielscholen. “Bijeenkomsten van dat netwerk leveren altijd iets op. Een idee waar je wat aan hebt voor de grote lijn. En soms een ideetje waar je in de les van morgen wat aan hebt.”
Herrie en rust in de school “Ik ben in het begin van een project altijd wat terughoudend”, zegt Franka. “Als leerlingen zelf een camera in handen hebben en hun eerste opnames gaan maken, kun je er donder op zeggen dat ze ook even een actiescène doen. Ik vraag de roostermaker daarom ook liever blokuren aan het eind van de dag. Dan is er even wat meer ruimte in de school en is de eventuele overlast voor andere lessen niet zo groot.” Maar eerst wat mogen spelen en wat aanrommelen is wel belangrijk, legt Franka me uit. Er zijn natuurlijk veel dingen die je leerlingen kunt uitleggen en die je kunt laten zien. Zoals het effect van een camerastandpunt, het verschil tussen een close up en een totaal en wat een camerabeweging met het beeld doet. Veel leerlingen ‘zien’ het pas echt als ze de opnames die ze zelf gemaakt hebben terug zien en het effect heel anders is geworden dan ze voor ogen hadden. Dat blijkt bijvoorbeeld ook bij een dialoog. “De cameramicrofoon neemt weliswaar PAGINA 15
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
taat is niet zo maar een fase van het werk. Ze moeten serieus kijken naar hun werkstuk en proberen te zien wat ze kunnen verbeteren en vooral welke sterke punten ze kunnen uitbouwen. Eén van mijn stelregels is dat het STORY B OA R D zó moet zijn getekend dat een ander het
kan filmen.” Thuis bereiden leerlingen een aantal zaken voor en werken ze plannen uit. Dat ervaren ze niet als een ‘normale’ geluid op, maar gesproken woord is nauwelijks verstaan-
huiswerkverplichting, maar als noodzaak om kwaliteit te
baar als je geen externe microfoon gebruikt. Ik kies er
leveren. De nabesprekingen van de werkstukken en de
voor het gesproken woord ondergeschikt te maken aan
tussenproducten doet Franka in klassikaal verband. Na de
het beeld. De beelden moeten het verhaal vertellen, niet
presentatie ontwikkelt zich meestal in onderlinge dialoog
de zinnetjes van de acteurs. Dat spelen met de camera is
van de leerlingen een gesprek over de kwaliteiten en hoe
een verkenning van dit soort dingen en leerlingen leren
die zichtbaar gemaakt kunnen worden. “Bij de achter-
snel. Wel is het vaak zo dat leerlingen even de macht van
volgingsscènes bijvoorbeeld richt zich het gesprek op
het medium willen proeven, even stoer moeten doen of
manieren waarop je de camera als instrument kunt
heel maf. Met de camera in de hand een interview doen
gebruiken. De cameravoering moet het spannend maken
met een medeleerling en dan shockerende vragen stellen,
en niet het pief-paf-poef spélen. Leerlingen hebben het
een rondje onderbroekenlol. In die beginfase zie je al dat
dan over effecten van het filmen van (mee)rennende
jongens en meisjes verschillend reageren. Jongens zijn
voeten met een meebewegende camera in een bureau-
meer gericht op uiterlijk en uiterlijkheden, meisjes zoeken
stoel of een winkelwagentje. In groepswerk gaat het om
een mening. Ik laat ze als een van de eerste opdrachten
kritisch overwegen wat functioneel is en hoe elementen
een verhaaltje maken rond een voorwerp op een gekozen
kunnen worden uitvergroot én hoe je dat bereikt. Mijn rol
locatie in het gebouw. In het STORY B OA R D (de eerste
is het coachen van de groepen, het ordenen van het pro-
stap in het ontwerpproces), dat ze moeten tekenen,
ces, het zorgen voor de structuur. Belangrijk daarbij is dat
passen ze toe wat ze in de eerste lessen geleerd hebben.
leerlingen zich niet verliezen in het eindeloos veranderen
Welk kader en welk standpunt kies je voor wélk shot,
van hun verhaal. Op een gegeven moment moet een
welke beweging maakt de camera en hoe voorkom je dat
keuze gemaakt worden en dan pas kunnen ze zich bezig
de overgang tussen de verschillende shots ‘springt’?
gaan houden met de eigenlijke opdracht: hoe ga je je ver-
De jongens willen meestal een achtervolgingsfilm maken
haal verbeelden? Welke shots brengen dat verhaal over?”
met veel actie, terwijl de meisjes meer geneigd zijn om
Filmprojecten als deze zijn niet alleen van belang voor de
‘drama’ over te brengen.”
leerlingen, maar ook voor de collega’s zegt Franka: “Door onze activiteiten raken meer collega’s betrokken
Samenwerkende leerlingen
bij de media- en CKV-projecten. Ze zien daarbij effecten
De leerlingen moeten samenwerken en het is echt
van beeldtaal en hoe leerlingen daarmee omgaan.
groepswerk waarmee ze bezig zijn. Iedere leerling kan
Tegelijk zien ze ook andere kwaliteiten van leerlingen.”
andere competenties inbrengen en het is goed om daar
PAGINA 16
ruimte voor te laten en er rekening mee te houden.
Structuur
“Natuurlijk denken ze samen na over wat ze gaan doen,
Het Alberdingk Thijm College heeft om mee te kunnen
maar dat betekent niet dat ze allemaal hetzelfde doen.
doen als cultuurprofielschool een projectplan gemaakt.
Ze moeten gebruik maken van elkaars talenten en dat is
Dat plan moet nu in de praktijk worden vertaald in
mooi om te zien gebeuren. Het bespreken van een resul-
activiteiten die samen een leerlijn structuur geven. In het
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
onderling overleg van de cultuurprofielscholen worden daarvoor veel ideeën uitgewisseld. En ook is het van belang met partners van buiten de school samen te werken. Voor een aantal leerlingen zijn die projecten wel een soort buitenlesachtige zaken, maar in de praktijk blijkt
KFA Filmbeschouwing organiseert cursus:
dat het ze wel prikkelt en inspireert. Binnen het ATC is dat een ondersteuning van de plaats die de muzische vakken hebben; er komen meer en andere mogelijkheden voor
Het Filmgesprek
©
leerlingen. Zo is er voorafgaand aan het KMT-project, waarmee nu wordt gestart, vorig schooljaar al een project geweest met de HKU. Studenten van de opleiding Music
Het Filmgesprek© is een intensieve training van zeven zaterdagen met een
Technology introduceerden de ‘Muziekwerkplaats’.
stevige theoretische basis voor mensen die professioneel groepswerk doen
Tijdens de muzieklessen konden leerlingen met hulp van
met (jong) volwassenen vanuit een spirituele invalshoek.
computersoftware hun eigen popmuziek componeren. De studenten organiseerden en begeleidden de lessen-
De cursus start in het najaar in Amsterdam.
reeks en de docente muziek deed zo de praktijkervaring
Cursusdata zijn:
op om er in andere klassen mee te werken.
26 november, 3 en 17 december 2005 en 21 januari, 4, 11 en 18 maart 2006.
Dit soort projecten levert werkstukken op die kunnen
Het cursusgeld bedraagt € 1000,- inclusief lesmateriaal en lunches.
gelden als praktische opdracht of die een aanzet zijn tot een profielwerkstuk. Volgend schooljaar start in het kader
Tijdens de training Het Filmgesprek© komen verschillende aspecten aan bod:
van het cultuurprofiel een project W E B D E S I G N , ook in
>
Je volgt hoe het is professioneel bezig te zijn met groepswerk.
samenwerking met studenten van de HKU.
>
Je geniet van 16 mm films met én levensbeschouwelijke diepgang
programma willen toevoegen,” zegt Franka. “Met leer-
>
Je leert films beschouwen vanuit een spirituele invalshoek.
lingen naar het IDFA (Internationaal Documentaire
>
Je leert een filmgesprek opzetten en begeleiden voor groepen
én een artistieke kwaliteit.
“Ik zou best graag ook wat andere activiteiten aan het
Festival Amsterdam) gaan bijvoorbeeld. Niet alleen om
van 8 tot 20 personen
films te zien en te analyseren, maar ook om de verbin-
De cursus laat je kennis maken met een praktijk en theorie van filmbeschou-
ding te kunnen leggen met onderwerpen die bij levens-
wing, ontleend aan de ideeën van psycholoog Carl Gustav Jung (1865 – 1961).
beschouwing en maatschappijleer aan de orde komen. Maar dan wil ik wel mijn eigen keuze kunnen maken uit
De aanmelding dient vergezeld te gaan van CV en motivatie.
het (scholieren)programma. Ook het Nederlands Instituut
Meer informatie en aanmelding via www.kfa-filmbeschouwing.nl.
voor Filmeducatie heeft een mooi educatief programma tijdens het Nederlands Filmfestival in Utrecht, waar we elementen van inpassen in ons programma. Alles bij elkaar kan er, samen met de beeldende vakken, een programma ontstaan waarin leerlingen mediatoepassingen en mediagebruik echt kunnen ervaren. Het is aan docenten om leerlingen te laten zien hoe het werkt en hen te leren daarin keuzes te maken.”
> W W W. K L G . N L > W W W. F I L M E D U C AT I E . N L
> W W W. K FA - F I L M B E S C H O U W I N G . N L PAGINA 17
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
Ouders en leraren willen NICO FOPPEN
I N T E R N E TTE N ,
CHATT E N ,
MSN’ E N , kinderen zijn er heel bedreven in. Ouders en leraren kunnen over het algemeen
best redelijk met al deze nieuwe mogelijkheden overweg, maar lopen technisch toch achter. Dit creëert voor hen een
Nico Foppen is als beleids-
onzekerheid in de opvoeding die zij aan hun kinderen willen geven. Op alle andere terreinen is het immers zo dat zij
adviseur werkzaam bij de
een kennis- en ervaringsvoorsprong hebben en daardoor ook in staat zijn om kinderen te begeleiden, te beschermen,
Nederlandse Katholieke
te waarschuwen en regels te stellen. Maar bij het gebruik van de zogenaamde NIEUW E M EDI A is het de omgekeerde
vereniging van Ouders (NKO)
wereld, het kind heeft een kennis- en ervaringsvoorsprong en weet daarom informatie te vinden en contacten te leggen waar zijn ouders en leraren geen zicht op hebben.
Opvoeders weten echter maar al te goed dat dit risico’s met zich meebrengt. Hun grote angst is daarom dat hun kinderen hierdoor in de problemen komen, zonder dat zij dat weten of hen kunnen helpen. Ouders en leraren worstelen daarom met de vraag hoe zij hun kinderen zo goed mogelijk kunnen blijven volgen en hoe zij O N L I N E dezelfde begeleidende, beschermende en gezaghebbende opvoeder kunnen blijven die zij O F F L I N E ook zijn. Het zijn vragen waarop ouders en scholen gezamenlijk, als partners, naar antwoorden zoeken. Een voorbeeld hiervan is de RK-basisschool ‘De Merwijck’ in Kessel waar de Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders (NKO) afgelopen juni haar thema-avond ‘Kind en Media’ heeft verzorgd.
Aanleiding
ouders als leerlingen (vanaf groep 6) moet worden
“Er zijn maar weinig organisaties die over het onderwerp
getekend. Het verbaasde hem daarom dan ook niet dat
‘kind en media’ ouderavonden verzorgen waarin ook
uit een enquête van de oudervereniging bleek dat ouders
specifiek een relatie met de school wordt gelegd”, zegt
het liefst een ouderavond wilden over nieuwe media in
Jan Hocks, directeur van De Merwijck. “We hebben
relatie met de school.
behoorlijk moeten zoeken om er een paar te vinden en
PAGINA 18
vonden dat het aanbod van de NKO het meest aansloot
Dilemma’s
bij onze behoefte”. Geregeld bezoekt hij de vergaderingen
Edwin Rombouts, voorzitter van de oudervereniging, en
van de oudervereniging en weet dus heel goed dat het
Henriëtte van Schaffelaar, bestuurslid, lichten verder toe
onderwerp erg onder de ouders van zijn school leeft.
waarom. Edwin: “Kinderen lopen hun ouders in sneltrein-
Enkele jaren geleden, toen de kinderen van De Merwijck
vaart voorbij en veel ouders vragen zich daarom angstig
allemaal een eigen e-mailadres kregen, zijn er wat proble-
af waarmee hun kind bezig is. Die ouders hebben daar,
men geweest. Kinderen gaven wachtwoorden en andere
naar hun gevoel, onvoldoende zicht op en hebben
gevoelige informatie aan elkaar door. Dat gaf soms
daardoor meer oog voor het gevaar dan voor het nut van
aanleiding tot vervelende pesterijen met als gevolg dat er
al die nieuwe techniek. Maar zelfs als ze het technisch
zelfs ouders naar de school kwamen om te melden dat ze
allemaal wel goed kunnen volgen, zien ze zichzelf met
niet meer in hun eigen PC konden. Sindsdien hanteert
moeilijke opvoedingsvragen geconfronteerd. Vragen
de school een internet- en e-mailprotocol dat zowel door
zoals: mag mijn kind een eigen TV op zijn kamer, wanneer
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
kinderen kunnen volgen krijgt mijn kind een mobiel, hoe lang mag mijn kind per
Voor de meeste ouders waren echter vooral de groepsop-
dag internetten en moet ik agressieve computerspelletjes
drachten een ‘eye-opener’. Die nodigden hen nadrukkelijk
Voor meer informatie
goedvinden?” Henriëtte: “Sommige ouders hebben hier-
uit om goed over hun eigen opvoedingsstijl en hun eigen
over de thema-avonden
door de neiging om, gedreven door hun eigen onzeker-
mening na te denken en die opvattingen bovendien aan
‘Je kind en nieuwe
heid, op de rem te gaan staan en hun kinderen sterk in
de mening van anderen te spiegelen. Het antwoord op de
media’ en ‘Je kind en
hun mogelijkheden te beperken. En dat is jammer, want
hamvraag ‘Wat is normaal?’ kwam op deze wijze als het
TV’, kunt u contact
de nieuwe media bieden kinderen ook veel kansen. Denk
ware spelenderwijs aan bod. Wel moet mij van het hart
opnemen met de NKO
alleen maar eens aan al de informatie die je op het inter-
dat juist door de aandacht voor de vele positieve kanten
T 070-3282882
net kunt vinden voor een werkstuk of spreekbeurt. Als je
van de nieuwe media – denk aan het contacten leggen
E
[email protected]
steeds alles verbiedt, doe je je kind dus beslist tekort.”
met leeftijdgenoten, het vinden van informatie en het kritisch met elkaar vergelijken van sites en andere informa-
Normaal?
tiebronnen - er een aantal ouders nog meer aan zichzelf is
Edwin: “Dat weten en voelen de meeste ouders ook wel.
gaan twijfelen”. Edwin: “Die ouders hadden gehoopt dat
Maar juist daarom willen zij zo graag weten wat ‘normaal’
de ouderavond hen argumenten zou bieden om het
is. Dat het internet tegenwoordig vanzelfsprekend is,
gedrag van hun kind nog meer te begrenzen, maar als je
begrijpen ze wel, maar hoe lang mag een kind achter de PC,
ook moet nadenken over de positieve kanten van de
een uur, twee uur? En wat als je als ouder na een uur vindt
nieuwe media vervagen deze argumenten natuurlijk juist.”
dat het zo wel genoeg is en je kind moppert dat zijn vriendje er van zijn ouders drie uur op mag, of dat het op school
Verdieping
soms wel twee uur achter de PC zit?” Henriëtte: “Ouders
Henriëtte: “Dat de thema-avond goed is geweest voor de
zitten hier echt mee. Er zijn zelfs ouders die het liefst zouden
onderlinge discussie en afstemming is ook mij na afloop
willen dat er een deskundige of instantie is die hen pasklare
wel gebleken. Dagen later hadden de ouders het er nog
adviezen zou kunnen geven in de trant van: ‘Als je kind acht
met elkaar over en ik heb zelfs gemerkt dat ze er met hun
jaar is, mag het niet langer dan een half uur achter de PC’.
buren en familieleden over hebben gepraat. Wel hebben
Maar ja, tijdens de thema-avond is ons wel duidelijk gewor-
we behoefte aan een vervolg. We denken dan, bijvoor-
den dat dergelijke eenvoudige oplossingen er niet zijn.
beeld, aan een voorziening voor ouders die technisch erg
Het maakt immer nogal een verschil of je kind, bijvoorbeeld,
achterlopen, zoals een aparte informatieavond of een cur-
een uur achter de PC zit voor het uitwerken van een werk-
sus, maar ook aan een verdiepingsavond voor ouders die
stuk of om een spelletje te doen.”
verder willen praten over de opvoedingsvraagstukken. Tot slot is er nog een technische wens: kan er niet een
Eye-opener
instrument worden gemaakt die ouders en leerkrachten in
Jan: “Wat dat betreft heeft de ouderavond veel bij ons
staat stelt de handelingen van hun kinderen op de PC
losgemaakt. De NKO thema-avond heeft een leuke opzet.
gedurende een bepaalde periode te achterhalen? Dit zou
Een korte inleiding waarin de opvoedingsvragen helder
ouders en leerkrachten in staat stellen om te zien wat hun
worden neergezet en waarin ouders feitelijke informatie
kinderen precies op de PC hebben gedaan. Misschien dat
krijgen over, bijvoorbeeld, het gemiddeld kijkgedrag van
de NKO en NKSR ons daarbij kunnen helpen?”
kinderen en over het aantal geweldscènes waarmee een kind jaarlijks via de TV en PC wordt geconfronteerd.
> W W W. N K O . N L PAGINA 19
REFLEXIEF
>
APRIL 2005
>
NUMMER 1
De kinderconsumen M E D I AVA A R D I G E N R E C L A M E W I J S M E T R E K L A M E R A K K E R S
LIESBETH HOP
Kinderen worden tegenwoordig door het bedrijfsleven
einde bij hen de kennis en het bewustzijn over de werking
beschouwd als een serieuze doelgroep. Het aantal
van media en marketingcommunicatie in al zijn vormen,
commerciële boodschappen gericht op kinderen is in de
te vergroten, zodat zij zich kunnen ontwikkelen tot bewuste
laatste jaren enorm toegenomen en dat terwijl kinderen
en kritische kinderconsumenten.’
pas op hun twaalfde over de kennis en vaardigheden van een volwaardige consument beschikken. Is het niet
Maar een andere doelstelling van de Stichting is ook
verstandig om het onderwerp ‘media en reclame’ toe te
‘Het verankeren van de kennis en expertise van Reklame
voegen aan het curriculum van onze basisscholen?
Rakkers in het Nederlandse basisonderwijs’. Nu bevat het curriculum van basisscholen al wel een kerndoel
Discussie in Nederland
(nummer 35) waarin staat dat kinderen moeten worden
In Nederland is een hernieuwde discussie ontstaan over
voorbereid op een aantal rollen in de maatschappij,
kinderen en reclame. Agnes Kant van de SP heeft in april
waaronder die van verkeersdeelnemer en consument.
2003 in een motie gepleit voor een reclamevrij jeugdblok
Het bleek alleen in de praktijk dat nog niet veel scholen
voor de publieke omroepen. Medy van der Laan, staats-
het tweede deel van dit kerndoel goed vormgeven.
secretaris van het ministerie van Cultuur, heeft daarop in
Ook niet zo gek, want er bleek nog geen kwalitatief goed
november 2003 en in februari 2005 een reactie geschre-
materiaal te zijn. Stichting Reklame Rakkers heeft daarom
ven, waarin zij de motie niet steunt en aangeeft dat zij
het ontwikkelen van goed, interactief lesmateriaal voor
meer heil ziet in het aanscherpen van de Reclamecode
de groepen 4 tot en met 8 als eerste prioriteit gesteld.
en in het ontwikkelen van vernieuwde educatiemiddelen
Het lesmateriaal is sinds de NOT 2005 in januari voor alle
voor kinderen van de basisschool. Onlangs is in het
basisscholen gratis beschikbaar en via de website te
media-akkoord over de publieke omroep voorgesteld om
bestellen of te downloaden.
toch een reclamevrij jeugdblok in te voeren, dwars tegen
Liesbeth Hop is beleidsdirecteur
het eerdere beleid in. Het argument van de staatssecreta-
Commerciële vaardigheden van kinderen
Kinderen en Commercie bij
ris is dat zij ouders de keuze wil bieden om hun kinderen
Voorafgaand aan de ontwikkeling van het lesmateriaal
Stichting De Kinderconsument,
naar reclamevrije televisie te laten kijken. Zij vermeldt
heeft Reklame Rakkers, in samenwerking met de
een onafhankelijke organisatie
niet welke positieve resultaten zij daarvan verwacht en
Universiteit van Amsterdam, uitgebreid onderzoek
die kinderen een stem geeft in
baseert dit voorstel niet op onderzoek. Haar voorstel heeft
gedaan naar het niveau van commerciële vaardigheden
de huidige commerciële infor-
de discussie in Nederland opnieuw gevoed. In september
van kinderen van verschillende leeftijden. Daaruit bleek
matiemaatschappij. Daarnaast
buigt de Tweede Kamer zich over dit voorstel.
bijvoorbeeld dat kinderen pas vanaf hun negende levens-
is Liesbeth initiator en woord-
jaar goed in staat zijn reclame in al zijn vormen te herken-
voerster van Stichting Reklame
Nationaal educatief programma
nen. Televisiereclame bleek gemakkelijker te herkennen
Rakkers. Zij is moeder van
De politieke en maatschappelijke discussie was voor een
dan reclame in gedrukte media. Ook bleek dat kinderen
2 zoons, Nick en Abel van
groot aantal organisaties voldoende aanleiding om in
onder de acht reclame slechts herkennen aan de zoge-
respectievelijk 11 en 10 jaar
april 2004 het kenniscentrum Stichting Reklame Rakkers
naamde ‘perceptuele eigenschappen’: kleur, geluid, de
oud. Voor meer informatie of
op te richten. In de grondbeginselen van de Stichting
manier van praten, korte duur en het vaste tijdstip van
een uitnodiging voor het congres
staat als belangrijkste doelstelling omschreven:
uitzenden. Het bleek ook dat hoe bekender het merk in de
kunt u mailen naar
‘Het ontwikkelen van educatieve middelen voor gebruik
reclame, hoe eerder deze jonge kinderen de boodschap
[email protected].
door kinderen tot 12 jaar, hun ouders en leerkrachten ten
als reclame herkennen. Pas vanaf hun negende jaar
PAGINA 20
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
nt op school herkennen kinderen reclame ook aan de ‘inhoudelijke eigenschappen’, denk daarbij aan de verkoopintentie, de verleiding en overtuiging van de inhoud.
Het onderzoek ging ook in op het begrip van reclame. Wie maakt en betaalt reclame eigenlijk en wat wil iemand daar mee bereiken? Pas wanneer kinderen goed inzicht hebben in de afzender van een boodschap, kunnen zij ook pas de verschillende intenties doorzien. Dat blijkt in de praktijk nog heel moeilijk voor kinderen. Pas op hun elfde of twaalfde jaar zou je kunnen zeggen dat zij daar voldoende inzicht in hebben. Het blijkt zelfs dat het verschijnsel ‘bedrijf’ niet door alle kinderen wordt begrepen. Wat is dat eigenlijk precies? Wat zijn de doelstellingen van een ‘bedrijf’?
Tenslotte heeft Stichting Reklame Rakkers gekeken naar de kritische attitude van kinderen ten opzichte van commercie. Het blijkt dat jonge kinderen bijna onbeperkt ontvankelijk zijn voor commerciële boodschappen. Reclame wordt door de overgrote meerderheid ‘leuk’ en ‘cool’ gevonden. Pas rond hun twaalfde levensjaar begrijpen kinderen dat er ook mensen zijn die een andere mening zouden kunnen hebben over reclame en beginnen zij ook de ‘nadelen’ te zien. Toch moet je ze daar enigszins bij ondersteunen, zij zullen deze niet spontaan uit zichzelf noemen.
Uit dit onderzoek heeft Reklame Rakkers geconcludeerd dat er behoefte bestaat naar materiaal dat ingaat op 4 leergebieden, die leiden naar K E N N I S , BE G RI P en een K R ITIS C H E ATTI T UD E . Het lesmateriaal is dan ook
opgebouwd uit de volgende 4 modules: 1.
Oriëntatie op de commerciële omgeving (inclusief de media) en jezelf als consument.
2. Herkenning van reclame. 3. Begrip van reclame. 4. Kritische attitude ten opzichte van reclame. PAGINA 21
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
Wensen van leerkrachten
ken. Daartoe worden onder andere testen uitgevoerd
Onderzoek onder leerkrachten wees aan dat er behoefte
onder groepen kinderen die wel met het materiaal
was aan een flexibele en kortlopende methode. Elke
hebben gewerkt en kinderen die niet met het materiaal
module bestaat daarom weer uit een aantal opdrachten
hebben gewerkt. De eerste resultaten zijn zeer positief.
waaruit de leerkracht zelf kan kiezen. Op deze manier
Het blijkt dat kinderen die met het materiaal gewerkt
bestaat de mogelijkheid om tussen de 4 en 20 uur aan
hebben een significant beter commercieel bewustzijn
het thema ‘Kinderen, media en reclame’ te besteden,
hebben ontwikkeld. Daarnaast blijkt dat kinderen het
afhankelijk van het eigen schoolprogramma en het
gewoonweg ook heel leuk vinden om onderwijs te krijgen
kennisniveau van de kinderen.
over media en reclame.
Het materiaal is niet opgebouwd uit teksten, maar uit
Deze testen maken deel uit van een uitgebreid onderzoek
activiteiten die de zelfwerkzaamheid van kinderen vergro-
van Stichting Reklame Rakkers, waarvoor het een
ten. Reclame is ten eerste iets dat kinderen zelf moeten
aanzienlijke subsidie heeft gekregen van het Ministerie
ervaren omdat het heel dicht bij de belevingswereld van
van Onderwijs. In september staan bijvoorbeeld ook
kinderen staat en ten tweede was dit weer een voorwaar-
kwalitatieve discussiegroepen met leerkrachten op het
de die de leerkrachten in het onderzoek aan het materiaal
programma, om een nog nauwkeuriger inzicht te krijgen
stelden. Het materiaal is in samenwerking met de pabo
in de behoeften en wensen van leerkrachten op het
Almere ontwikkeld. Zij waren in staat om de activiteiten
gebied van media- en reclameonderwijs. Op donderdag
daadwerkelijk in een praktijksituatie te testen. Het lesma-
13 oktober 2005 organiseert Stichting Reklame Rakkers
teriaal bestaat uiteindelijk uit een docentenhandleiding
een groot congres in het Festige Theater in Amsterdam
die op verzoek van de leerkrachten kort en bondig is
waar ook leerkrachten van harte welkom zijn.
gehouden. Daarnaast heb je de leerlingenmapjes met
De resultaten van alle onderzoeken worden tijdens dit
activiteitenbladen, die wederom op verzoek van de leer-
congres gepresenteerd. In de middag vindt een Lagerhuis-
krachten gemakkelijk te kopiëren zijn. De dvd of video-
discussie plaats met alle aanwezigen.
band bevat een drietal bestaande reclamefilmpjes van niet-commerciële organisaties. Stichting Reklame Rakkers
Los van de toekomstige regelgeving zoals het voor-
heeft ervoor gekozen het totale lesmateriaal commercie-
gestelde kinderreclameverbod op de publieke omroep,
vrij te ontwikkelen. Zo bevat het materiaal geen informa-
is Stichting Reklame Rakkers van mening dat goede
tie over commerciële merken, bedrijven of producten.
media- en reclame-onderwijs nodig is om kinderen voor te bereiden op hun rol als kinderconsument. De stichting
Testen van lesmateriaal
is tegen afscherming van kinderen voor reclame, maar
Sinds het lesmateriaal is geïntroduceerd in januari 2005
pleit juist voor opvoeding en educatie binnen een ethisch
hebben al meer dan 2000 scholen het materiaal besteld.
verantwoorde commerciële omgeving rondom kinderen.
Aangezien de Stichting Reklame Rakkers voor 2005 een streefaantal van 1500 scholen had gesteld, zou je kunnen zeggen dat de belangstelling overdonderend is. Op dit moment worden er verschillende testen gedaan om de werkelijke effectiviteit van het lesmateriaal te onderzoePAGINA 22
> W W W. K I N D E R C O N S U M E N T. N L > W W W. R E K L A M E R A K K E R S . N L > W W W. R E C L A M E C O D E . N L
>
2005 KENNISSAMENLEVING
Websites
THEMANUMMER 2
> w w w . c u l t u u r. n l Raad voor Cultuur, onafhankelijk adviesorgaan van de regering en beide kamers voor cultuurbeleid.
> www.filmeducatie.nl Belangrijkste taken van het Nederlands Instituut voor Filmeducatie zijn de ontwikkeling en coördinatie van educatie over film en andere media in Nederland en het stimuleren van de kennisontwikkeling op dit gebied d.m.v. deskundigheidsbevordering en advies.
> www.imdb.com Internet Movie Database.
> www.its4kids.nl Gezamenlijk initiatief van de stichting De Kinderconsument en Uitgeverij Vives Media bv met als voornaamste doel alle kinderen van Nederland te kunnen informeren over hoe om te gaan als kind binnen de informatiesamenleving van nu.
> www.ivko.nl Individueel Voortgezet Kunstzinnig Onderwijs.
> www.jeudenmedia.nl Expertisecentrum Jeugd & Media NIZW.
> w w w . k f a - f i l m b e s ch o u w i n g . n l KFA Filmbeschouwing promoot speelfilms die én artistieke kwaliteit én levensbeschouwelijke diepgang hebben.
> w w w . k i j k w i j z e r. n l Kijkwijzer informeert ouders tot welke leeftijd films en televisieprogramma’s schadelijk kunnen zijn.
> www.kinderconsument.nl De kinderconsument komt op voor kinderen die met internet bezig zijn en reclames zien.
> www.mediasmart.org.uk Media Smart heeft tot doel met behulp van educatief materiaal kinderen in de leeftijd van 6-11 jaar te ondersteunen om reclameboodschappen begrijpelijk te maken, zodat zij in staat zijn afgewogen keuzes te maken.
> www.nko.nl Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders.
> www.probiblio.nl ProBiblio is een dienstverlenende organisatie die een bijdrage levert aan eigentijds en professioneel bibliotheekwerk (in opdracht van openbare bibliotheken en provinciebesturen in Noord- en Zuid-Holland).
> www.reclamecode.nl De Stichting Reclame Code (SRC) stelt zich ten doel als klachteninstantie snel en doeltreffend te oordelen over reclame-uitingen.
> www.reklamerakk ers.nl Reklame Rakkers heeft tot doel middelen en activiteiten te ontwikkelen die de mediavaardigheid en het commerciële bewustzijn bij kinderen tot en met 12 jaar vergroten.
> www.scp.nl Sociaal- en Cultureel Planbureau.
> www.surfopsafe.nl SurfopSafe is een informatieve site van de overheid, ministerie van Economische Zaken, die u als consument of kleinzakelijke gebruiker informeert over het veilig gebruik van internet.
> w w w . v k a v. n l VKAV, vakvereniging audiovisuele docenten. PAGINA 23
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
Media-educatie in de bibliotheek? Het vakgebied ‘nieuwe media-educatie’ is redelijk
achter de computer zetten. Geef ze een gerichte opdracht,
nieuw en in ontwikkeling. Voor docenten, bibliotheek-
anders zien ze door de bomen het bos niet meer.
medewerkers en ouders is nu de subsite Netkids
De leerlingen moeten nog vaardig worden, en hebben
ontwikkeld, die informatie geeft over nieuwe media-
duidelijke sturing nodig. Alleen zo leren ze kritisch met
educatie. Deze site is een initiatief en onderdeel van de
alle informatie om te gaan. En laten we vooral niet verge-
Virtuele Mediatheek. Er zijn twee algemene rubrieken
ten dat er nog veel meer bronnen zijn, dan alleen dat
‘software en kinderen’ en ‘internet en kinderen’ en
internet! Kwalitatief goede informatie vind je toch vaak in
tevens aparte rubrieken voor docenten, bibliotheek-
boeken en tijdschriften.”
medewerkers en ouders met specifieke informatie. Lessenreeks In Tilburg is bij het deelproject media-educatie gekeken Nieuwe media-educatie
naar de vaardigheden die leerlingen zouden moeten
De definities van media-educatie lopen nogal uiteen. Hoe is het begonnen? Was de
ontwikkelen om met nieuwe media te kunnen omgaan.
eerste leesbevordering ook media-educatie? Of begon het met de bescherming van
Van het opzoeken van bronnen tot het kritisch raadplegen
kinderen tegen de schadelijke invloeden van krant, film en andere media? Het enige dat
daarvan. Er is per vak gekeken hoe oefening van die
vast lijkt te staan is het feit dat media-educatie zich op allerlei manieren ontwikkelt.
vaardigheden daarin verwerkt kan worden. Dat mondde
Media-educatie richt zich op het vergroten van de vaardigheden om met (nieuwe)
uit in een lessenreeks over 15 onderwerpen, waarbij
apparatuur en programmatuur om te gaan, zoals de computer- en internetcursussen.
media-educatie prominent aan bod komt. Deze staan op de cd-rom bij het ‘Praktijkboek Cultuur- en Media-educatie
Media-educatie is ook: het leren selecteren en beoordelen van de gevonden informatie.
voor het voortgezet onderwijs’.
Hoe zoek ik betrouwbare informatie? Wat is waar? Hoe vind ik uit wie de bron van een bepaalde website is? Media-educatie is steeds meer: het kritisch leren kijken.
Teaching the teacher
Hoe manipulatief kunnen media zijn? En wat doen al die beelden en andere indrukken
“In het deelproject Maastricht is gewerkt aan cursussen
met mij, als ik surf?
voor docenten uit de bovenbouw havo/vwo. Mediaeducatie is geen vak op zich, waardoor leerkrachten zich
Materiaal en projecten
er niet verantwoordelijk voor voelen. Er bestaat veel
MEDUC, materiaal voor media-educatie, is het resultaat van ‘3 in 1’, het samenwerkings-
niveauverschil in vaardigheden van docenten als het gaat
project van Cultuur en School en scholen voor voortgezet onderwijs, culturele instel-
om het omgaan met digitale media”, vertelt Angeliek van
lingen en bibliotheken in de drie zuidelijke provincies. De projecten werden door 10
der Zanden. “We zagen dat docenten hun leerlingen de
bibliotheken aangestuurd, met de Provinciale Bibliotheekcentrale Noord-Brabant als
bibliotheek instuurden om daar van alles en nog wat op
centrale coördinator. De neerslag van ‘3 in 1’ is te vinden in het ‘Praktijkboek Cultuur- en
te zoeken, terwijl de leerkrachten zelf eigenlijk wel het een
Media-educatie voor het voortgezet onderwijs’ met de cd-rom MEDUC, in juni 2002
en ander van hun leerlingen konden leren. Daarom is er
verschenen bij Biblion.
voor docenten een cursus ‘CKV en zoekvaardigheden’ opgezet.”
Valkuil Angeliek van der Zanden van de Provinciale Bibliotheekcentrale Noord-Brabant is
Voorbeeldmateriaal voor vakdocenten
projectmanager van ‘3 in 1’: “We hadden naast deelprojecten over leesbevordering en
In Middelburg is materiaal voor het Leerweg
CKV vier deelprojecten over media-educatie. Alle soorten en niveaus die er in het
Ondersteunend Onderwijs ontwikkeld. Angeliek van der
voortgezet onderwijs bestaan komen daarbij aan bod. Wat de grootste valkuil is voor
Zanden: “Dit soort leerlingen heeft een ander eindstation
leerkrachten die media-educatie willen geven? Dat ze leerlingen met een open opdracht
dan bijvoorbeeld havo-leerlingen. Samen met de vak-
PAGINA 24
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
docenten hebben we gekeken hoe media-educatie toch in
gegeven door bibliotheekmedewerkers aan ouders van kinderen in de leeftijd 9 tot 13
de lessen verwerkt kan worden. We hebben voorbeeld-
jaar. Meer informatie is te vinden op de www.Surfopsafe.nl.
materiaal gemaakt, voor themaweken. Bijvoorbeeld het
Edo Postma, coördinator media-educatie bij ProBiblio, heeft een duidelijke mening over
thema ‘fiets’ of ‘voeding’ werd dan gekoppeld aan vaar-
hoe dit soort media-educatie moet worden verzorgd. “De docenten moeten vooral geen
digheden uit de media-educatie.”
duidelijke stelling poneren. Als ze gelijk hun eigen mening geven slaan ouders dicht. Dus niet meteen roepen dat het onzin is om met filters te werken bijvoorbeeld, maar een
Britney Spears in de brugklas
discussie aangaan met ouders die een heilig geloof hebben in het gebruik van filters.
In het deelproject Den Bosch is een internetworkshop
Veel vragen stellen, zoals ‘Waarom gebruik je een filter?’ ’Filters kunnen ook niet
voor de brugklas ontwikkeld. “Wij hadden daarvoor
werken, wat vind je daarvan?’ ‘Wat doet het met je, als je kind geconfronteerd wordt
culturele thema’s bedacht, cultureel met de grote C, zoals
met allerlei sites die je niet geschikt voor hem of haar vindt?’ Alleen zo komt er een
Berlage en Escher. Maar al snel bleek dat dat de leer-
open communicatie op gang. Media-educatie moet niet alleen gaan over vaardigheden,
lingen totaal niet aansprak. Toen hebben we onderwerpen
maar juist over het gevoel erachter: wat doe je met al die informatie en wat doet ‘t met
die wat dichter bij hun belevingswereld liggen gekozen:
jou? Welke rol speel je eigenlijk nog als opvoeder? Daar moet het over gaan.”
Leonardo di Caprio en Britney Spears. Aan de hand van
Het pakket is op te vragen bij het NBLC, dat ook een docententraining verzorgt voor
opdrachten moesten ze op internet allerlei informatie
medewerkers van openbare bibliotheken die de cursus ‘Mijn kind en internet’ gaan
zoeken. Een groot succes.”
geven.
De Webkaarten en de Webjuf
Digitale trapveldjes
De Webkaarten en de Webjuf zijn ontwikkeld door het
Om de ‘digitale kloof’ tussen mensen in achterstandswijken en daarbuiten te verkleinen
NBLC en Biblion. Het draait allemaal om een bak met
heeft de toenmalige minister van Grote Steden- en Integratiebeleid Van Boxtel in 2000
circa tachtig kaarten. Deze kaarten, elk over een onder-
de gemeenten een forse subsidie gegeven ten behoeve van zogenaamde ‘digitale trap-
werp, verwijzen basisschoolleerlingen naar goede en
veldjes’: laagdrempelige plekken in aandachtswijken van grote steden waar inwoners op
veilige websites. Tine de Lange, consulent onderwijs van
een toegankelijke wijze in contact kunnen komen met informatie- en communicatietech-
de Openbare Bibliotheek Amsterdam adviseert school-
nologie (ICT). De gemeenten mogen zelf bepalen hoe ze de trapvelden inrichten.
mediatheken om met de webbrief te werken. Zij is
De meeste trapveldjes draaien nu een jaar. Lia Verheijen van de Bibliotheek Helmond:
enthousiast over de Webkaarten. “Het is een goed opstap-
“De gemeente Helmond heeft gekozen voor 4 trapveldjes waarbij ieder trapveldje zich
je. Het voordeel van het tastbare kaartensysteem is dat
richt op een specifieke doelgroep, zoals kinderen en hun ouders, ouderen, 25-55 jarigen
kinderen nog niet met een zoekmachine hoeven te kun-
en 12-24 jarigen. Wij bieden vrije computerinloop, waarbij mensen gewoon achter de
nen werken. Ook kunnen zij zich zo vast voorbereiden
computer gaan zitten, vaak een cd-rom meenemen, en bijvoorbeeld visitekaartjes gaan
voor ze met de computer aan de slag gaan: dat spaart
maken. Daarnaast bieden we een zeer gewilde workshop internet. Per trapveld staan er
wachttijd bij de computer. De websites waarop naar de
10 computers.”
kaarten verwezen wordt zijn allemaal vooraf beoordeeld en geselecteerd.” “Bij de Webkaarten hoort een webbrief,
Bron: NBLC
de Webjuf. Dit is een vrijwel maandelijks verschijnende papieren brief met tips en adviezen en met een overzicht van nieuwe kwalitatief goede sites.”
Cursus ‘Mijn kind en internet’ ProBiblio heeft in samenwerking met het NBLC een cursus ‘Mijn kind en internet’ ontwikkeld. De cursus wordt
> W W W. S U R F O P S A F E . N L > N E T K I D S . B I B L I OT H E E K . N L PAGINA 25
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
Reclamelessen voo WAT WIL DE ZENDER DAT DE ONTVANGER MET DE BOODSCHAP DOET?
Nederland zit midden in een hittegolf als Gert-Jan van der Horst het lesmateriaal van de Stichting
gebeuren als het gezin in de garage uitstapt…, maar vaak
Reklame Rakkers ter inzage geeft. Op dit warme namiddaguur is de eerste behoefte de dorst te lessen.
weten ze niet dat ‘even Apeldoorn bellen’ verwijst naar
Als Van der Horst vraagt wat ik wil drinken, besluit ik tot ‘gewoon water’. Kennelijk schoot geen
een verzekeringsmaatschappij (dat geldt voor volwasse-
enkele reclame van welke frisdrank dan ook mij te binnen. Toch is ‘reclame’ het centrale onder-
nen ook).
werp waarover gesproken zal worden. Het in frisse kleuren uitgevoerde leerlingenwerkboek blader ik vluchtig door. Het is het werkboek van een leerling uit groep 5b van de basisschool ‘De Grondtoon’ in
Als er voor de kinderen in de reclame geen ‘leuk verhaal-
Veenendaal. De school is testschool voor het lespakket dat Reklame Rakkers pas dit jaar op de markt
tje’ zit, vinden ze reclame al gauw ‘saai’. Is de reclame
heeft gebracht. Met groot succes, want 20% van alle basisscholen is er mee aan de slag!
niet grappig, dan wordt hun geduld danig op de proef
De Stichting is er zelf een beetje beduusd van; zij heeft kennelijk ‘het gat in de markt’ gevonden.
gesteld. Dan willen ze ‘wegzappen’, beamen Jesse, Anne, Eileen en Remco in koor. Zij zijn leerlingen van ‘meester Van der Horst’ en zijn stilletjes aangeschoven aan ons tafeltje. Het reclameproject vinden ze allemaal leuk om aan te werken, vooral op de website je eigen reclame
WILBERT VAN WALSTIJN
Sponsoring
maken was ‘cool’. Veel leuker dan de reclame die ze zelf
Waarom heeft Van der Horst zich bij Reclame Rakkers als
zien op de tv, want die vinden ze meestal ‘saai’ en ‘te
‘testschool’ gemeld? Het is eigenlijk allemaal begonnen
lang duren’. Jesse ziet wel een voordeel in de lessen die
toen het bestuur voor de scholen een protocol vaststelde
hij nu krijgt over reclame: “Het helpt als je later zelf din-
voor sponsoring. Als keerzijde van het toestaan van spon-
gen wil verkopen.” Maar Eileen weet dat reclame ook kan
soring stelde de school zich tot doel te werken aan ‘een
gaan over ‘een goed doel: dan wil je de mensen iets laten
actief bewustzijn rond reclame’. De oproep van Reclame
zien’. “Giro 555 is altijd voor een goed doel”, weet Anne.
Rakkers kwam daarbij goed van pas, want die stichting
Remco is niet voor een verbod op reclame rond kinder-
zocht scholen die hun lespakket wilden uittesten.
programma’s, maar ‘het moet wel kort duren’. Twee minu-
Het is een feit dat kinderen makkelijk beïnvloedbaar zijn
ten vindt hij wel genoeg. “Ja, want reclames over lenen
voor merknamen. Zeer jonge kinderen weten al dat het
en over de landmacht, die zijn saai”, vallen de meisjes
symbool ‘M’ voor McDonald’s staat. Logo’s herkennen
hem bij.
kinderen heel gemakkelijk. Als je dus via sponsoring
PAGINA 26
merknamen binnen je school haalt, moet je tegelijk kinde-
De leefwereld is commercieel
ren leren om te gaan met reclame.
In de lessen gaat het er in feite om leerlingen mediavaar-
Volgens Van der Horst is het toewerken naar ‘een bewust-
dig te maken en commercieel bewustzijn bij te brengen.
zijn rond reclame-uitingen’ het sterke punt van het les-
Thuis en op school is er weinig aandacht om kinderen te
pakket. Kinderen in groep 5 zijn 8 of 9 jaar, maar op die
leren de commerciële wereld waarin ze leven te interpre-
leeftijd zie je al dat ze veel aandacht hebben voor recla-
teren. Toch is de wenselijkheid daarvan onderkend in bij-
me-uitingen, vooral als ze er plezier om hebben. Dat geldt
voorbeeld kerndoel 35: ‘De leerlingen leren zich redzaam
natuurlijk het sterkst bij de reclamefilmpjes op de tv. Het
te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer en
gaat deze kinderen meer om het leuke verhaaltje of de
als consument’. Het lesmateriaal besteedt in een aantal
grappige beelden, dan om de reclameboodschap zelf.
modules aandacht aan verschillende onderwerpen, zoals:
Als goed voorbeeld hiervan noemt Van der Horst de
Wat is reclame en hoe werkt reclame? Wie is de zender?
leeuw op het dak van de auto, die nog even bukt als de
Welke boodschap heeft de zender? Wie is de ontvanger?
auto de garage inrijdt. Kinderen kunnen gedetailleerd het
En het ultieme doel gaat over: wat wil de zender dat de
filmpje navertellen, fantaseren ook over wat er kan
ontvanger met de boodschap doet?
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
or de basisschool Het is één standaard lespakket geschikt voor groep 4, 5 of 6. Het lespakket bestaat uit een docentenhandleiding, een leerlingenmap en een video of dvd. Er is geen opbouw voor behandeling in verschillende groepen. Je kunt natuurlijk wel een volgend jaar zelf verdieping aanbrengen in bepaalde opdrachten die door leerlingen te maken zijn, maar in principe is het lespakket eenmalig. “Leerlingen in groep 5 zijn ontvankelijk voor een lesserie over reclame”, zegt Van der Horst. Het is niet zo dat hij uit een veelheid van aanbod heeft kunnen kiezen. Reclame Rakkers heeft vóórdat het materiaal op de markt werd gebracht eerst zelf een aantal proeflessen gegeven. Er is gewoon heel weinig voor kinderen op dit gebied en daarom voorziet het lespakket in een behoefte.
met media. Dat omvat meer dan alleen reclamebewustzijn. Het omvat bijvoorbeeld ook
Van der Horst wil wel toegegeven dat de invloed van
het gebruik van media. In de hogere klassen is er meer gebruik van Internet. Op ‘De
reclame op kinderen in de basisschool nog niet zo groot
Grondtoon’ is er voor gekozen geen filter te zetten op Internet. Van der Horst vindt dat
kan zijn, eenvoudig omdat ze nog niet volledig tot ‘con-
niet de goede manier om ‘kinderen weerbaar te maken’. Wat wel en niet netjes is, leer je
sument’ zijn uitgegroeid. Een ‘volwassen’ consument ver-
door het bespreekbaar te maken. Van der Horst sluit evenwel niet uit dat mede op basis
toont volgens Patty Valkenburg, die daar op de
van de toets in de toekomst besloten zal worden de lessenserie aan te bieden in groep 6
Univer siteit van Amsterdam onderzoek naar heeft
of 7. De afweging die gemaakt zal worden gaat over de voordelen van vroeg beginnen
gedaan, vier kenmerken. De consument moet in staat zijn
tegen wat meer diepgang op wat oudere leeftijd.
behoeften te uiten. Vervolgens kan de consument actie ondernemen om een behoefte te bevredigen en is hij in
De kinderwens
staat te kiezen. Het laatste kenmerk is dat de consument
We nemen het leerlingenwerkboek wat meer in detail door. Vertrekpunt ligt bij de kinder-
kritisch alternatieven kan vergelijken. De leerlingen uit
wens. Leerlingen wordt gevraagd drie wensen te doen aan ‘de goede fee’. Dat kunnen
groep vijf voldoen stellig aan het eerste kenmerk – het
wensen zijn van materiële aard, maar ook van immateriële aard. Kinderen willen geen
uiten van behoeften –, maar over de drie andere kenmer-
oorlog, geen ziektes of willen gelukkig worden. Er wordt in de les ook geprobeerd
ken valt nog wel wat te leren.
achterliggende gevoelens van wensen naar boven te halen. Een wens kan zijn: ik wil een auto. Soms ligt achter die materiële wens een immateriële: met een auto krijg ik veel
De toets
vriendjes, die met me in de auto mee willen rijden. De bedoeling is dat leerlingen
Volgens Valkenburg vertonen kinderen vanaf ongeveer 12
ontdekken dat reclametechnieken er op uit zijn in te spelen op gevoelens. Als ik een
jaar al deze kenmerken. “Maar”, tekent Van der Horst hier-
Magnum eet, voel ik me lekker of als ik dat spelletje koop, hebben we altijd lol.
bij aan, “dat betekent niet dat je pas in de hoogste groep
Een volgende stap die leerlingen moeten zetten is informatie te verzamelen over wat het
met bewustwording van reclame moet beginnen: dan ben
betekent als je je wens hebt gerealiseerd. Er zitten natuurlijk voordelen aan (door de
je eerder te laat, dan te vroeg”. Hij heeft er voor gekozen
auto kun je je makkelijk verplaatsen), maar er zitten ook nadelen aan (het is duur, het
om vroeg te beginnen in zijn eigen groep 5. De andere
vervuilt de lucht). Als de leerlingen informatie hebben verzameld over hun drie wensen
groep 5 heeft niet met het lespakket gewerkt en daarom
dan moeten ze kiezen, want er mag maar één wens overblijven. Ze gaan de informatie
komt volgende week Reclame Rakkers in beide klassen
vergelijken en tegen elkaar afwegen. Zo leren ze wat kiezen is. “Ja, kiezen, dat is soms
een toets afnemen. Spannend, wat daar uitkomt! In de
best moeilijk”, weten ook Jesse, Anne, Eileen en Remco.
kerndoelen staat dat leerlingen moeten kunnen omgaan
> W W W. R E C L A M E R A K K E R S . N L PAGINA 27
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
TV-kijken bij ons thuis Ouders hebben het tegenwoordig niet gemakkelijk vindt Jeanny Duyf, projectmanager van het Teleacprogramma ‘Bij ons Thuis’. “Het opvoeden van kinderen volgens je eigen waarden en normen wordt steeds lastiger. Vooral via de televisie komt de hele wereld ongevraagd bij je binnen. Ouders hebben moeite om hieraan voldoende tegenwicht te bieden. Vaak gaat het om beelden die, oppervlakkig bekeken, heel onschuldig lijken, maar waar toch signalen vanuit gaan waarmee je als ouder misschien niet zo gelukkig bent. Neem, bijvoorbeeld, MTV, TMF en The Box. Midden op de dag zenden deze omroepen al sterk erotisch getinte programma’s uit. Ik kan me goed voorstellen dat ouders zich ergeren aan het beeld dat hierdoor van vrouwen èn mannen wordt gegeven. Ik bedoel mannen die altijd maar stoer zijn en vrouwen die steeds zin hebben in seks. En de kijkwijzer in je tvgids waarschuwt je hier niet voor.”
NICO FOPPEN
Kijkwijzer
alleen tegen wat voor kinderen in een bepaalde leeftijds-
Sinds enkele jaren moeten omroepen hun programma’s
groep echt niet door de beugel kan, maar laat ‘de goede
verplicht classificeren. Ze gebruiken hiervoor het systeem
smaak’ aan de kijker over.”
van de Kijkwijzer van het Nederlands Instituut voor Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM). Met
Bewustwording
behulp van de Kijkwijzer kunnen ouders in hun tv-gids
“Wanneer wij in ons programma ‘Bij ons Thuis’ aandacht
zien of een televisieprogramma schadelijk kan zijn voor
besteden aan televisiekijken, staan wij juist stil bij die
kinderen. De Kijkwijzer geeft namelijk een leeftijdadvies –
‘goede smaak’. Niet alleen het tegengaan van schokkende
alle leeftijden, 6 jaar, 12 jaar en 16 jaar en ouder - en
beelden is namelijk van belang, maar ook de bewustwor-
waarschuwt met opvallende plaatjes, de zogenaamde pic-
ding van de wijze waarop tv-programma’s en, bijvoor-
togrammen, of een programma fragmenten met geweld,
beeld de rol van de commercie daarin, ouders en
seks, horror, discriminatie, grove taal of drugs en alcohol-
kinderen beïnvloeden. Bijna alle reclame en veel tv-pro-
misbruik bevat.
gramma’s bestaan namelijk alleen vanwege die commercie. Niet dat dat per definitie altijd leidt tot slechte
1 Zie hiervoor www.kijkwijzer.nl
PAGINA 28
Jeanny: “De Kijkwijzer gaat uit van een systeem van zelf-
televisie, maar het is goed om je te realiseren dat bijvoor-
regulering, omroepen classificeren hun programma’s dus
beeld een omroep als Foxkids - waar veel kinderen erg
zelf. Ouders kunnen wel een klacht indienen als ze vinden
graag naar kijken - massaal goedkope, gemakkelijke film-
dat een programma fout is geclassificeerd1. Als de klacht
pjes met veel herhalingsrechten inkoopt en dat het enige
gegrond blijkt, kunnen omroepen forse boetes krijgen.
doel van dit aanbod amusement en hoge kijkcijfers is. En
Een belangrijk aandachtspunt voor ouders is dat de
dat in de reclameblokken vooral wordt ingespeeld op de
Kijkwijzer alleen uitspraken doet over schadelijkheid van
rol van het kind als consument. Reclamemakers weten als
programma’s. Dat wil zeggen dat echt aangetoond moet
geen ander dat kinderen als groep veel geld te besteden
zijn dat kinderen het risico lopen om van bepaalde beel-
hebben en dat zij hun ouders onder druk kunnen zetten
den angstig te worden. De Kijkwijzer waarschuwt dus
om dingen te kopen. Ze spelen daarom in op hun heb-
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
zucht en hun verlangen om er bij te horen. Sommige reclamemakers gaan daarin zelfs zover dat in hun spotjes
Bij ons Thuis
de rollen worden omgedraaid, bijdehante kinderen bepa-
De dagelijkse dilemma’s van het
len in die reclames of er naar een pretpark of een ‘fast-
ouderschap over tv, internet, spel-
foodbedrijf’ wordt gegaan; de ouders volgen daarin
computers, spelen op straat, seks, bij-
lijdzaam de beslissing van hun kind. Ouders zelf zijn
baantjes, snoep, beltegoed,
uiteraard ook een belangrijke doelgroep van reclamema-
enzovoorts. Hoeveel tijd hebben
kers. Ze weten dat ouders hun kinderen niet graag in een
ouders om daar allemaal over na te
uitzonderingspositie plaatsen en proberen ouders dus
denken? En hoe sterk zijn de tegen-
wijs te maken dat bepaalde producten beslist gekocht
krachten van buitenaf? ‘Bij ons Thuis’
moeten worden om hun kinderen op school niet uit de
helpt ouders hun gedachten te vor-
toon te laten vallen. Verder spelen ze in op het verlangen
men over opgroeiende kinderen in
van ouders om met hun kinderen te pronken. Volstrekt
een snel veranderende samenleving.
nutteloze artikelen zoals bijvoorbeeld beha’s voor meisjes
Iedere maandag van 17:10 uur tot
van twee, zijn daarvan een gevolg.”
17:55 uur bij Teleac op Nederland 2.
Handreikingen Onze ervaring is dat ouders vaak het gevoel krijgen dat zij de regie over de mediaopvoeding van hun kind kwijtra-
NKO-nieuwsbrief
ken. Zeker naarmate een kind ouder en mondiger is,
Het artikel ‘TV-kijken bij ons thuis’ is
wordt het voor de ouders steeds moeilijker om nog te
onlangs verschenen in de digitale
volgen, laat staan te bepalen, waar kinderen naar kijken.
nieuwsbrief voor ouders en dona-
En als er thuis niet wordt gekeken, dan zien ze het wel bij
teurs. Informatie over de nieuwsbrief:
een vriendje of vriendinnetje. Een belangrijk doel van ons
www.nko.nl/nieuwsbrieven/nko_
programma is daarom om ouders handreikingen te geven
nieuwsbrief_juli_05.pdf. U vindt daar
om de regie weer in handen te nemen. Niet op een auto-
het laatst verschenen nummer met
ritaire manier van: ‘ik ben hier de baas’, maar wel als
aanmeldstrook. Vijf nummers per jaar
autoriteit. Kinderen moeten ervan op aan kunnen dat hun
kost € 7,50.
ouders hen veiligheid bieden. Ze kunnen namelijk vaak zelf nog onvoldoende beoordelen of iets ‘goed’ of ‘kwaad’ is voor hen. Ouders behoren dus de uiteindelijke beslissingen te nemen. Niet de televisie, maar jij als ouder
weet als geen ander hoe je kind op bepaalde beelden en
voedt je kinderen op. Het is daarom helemaal niet gek dat
impulsen reageert en wat zijn sterke en zwakke kanten
je samen met je kinderen naar bepaalde programma’s
zijn. Het is daarom heel goed mogelijk dat de ene ouder
kijkt en met hen praat over de gevoelens die bepaalde tv-
weloverwogen tot de beslissing komt dat zijn kind van 11
beelden bij jullie oproepen, dat je (toe)zicht probeert te
al naar het Journaal van 8 uur mag kijken, terwijl een
houden op de programma’s waar ze naar kijken en dat je
andere ouder om even doordachte redenen vindt dat zijn
kritisch je tv-gids leest en bewust programma’s uitkiest.
kind van dezelfde leeftijd daar nog niet aan toe is. ‘Bij ons
De vraag naar welke programma’s jouw eigen waarden
Thuis’ kan daarom geen pasklare oplossingen voor de
en normen vertegenwoordigen kan daarbij een nuttige
mediaopvoeding geven, wel handreikingen.
leidraad zijn. Met andere woorden: “Wat vind ik zelf wel of niet acceptabel om naar te kijken?”. “Wat is goed voor mijn kind?”, is een andere vraag die je houvast kan bieden. Het ene kind is immers het andere niet. Jij als ouder
> W W W. N K O . N L > W W W. K I J K W I J Z E R . N L PAGINA 29
REFLEXIEF
>
SEPTEMBER 2005
Tot besluit: pleidooi voor visuele geletterdheid
Mediawijsheid duidt op het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. De koppeling van wijsheid aan burgerschap spreekt aan. Het raakt ook aan de beweegredenen van de NKSR om dit onderwerp centraal te stellen in zijn eigen beleidsplan. Die beweegredenen of optieken waren de volgende: 1. De communicatie via woord, beeld en geluid vereisen
WILBERT VAN WALSTIJN
Sluit het onderwijs nog altijd te veel aan bij de klassieke
in de moderne samenleving een meer geïntegreerde
betekenis van het woord ‘geletterdheid’? Die vraag uit het
benadering in het onderwijs met het oog op het
beleidsplan van de NKSR stond centraal in het vorige themanummer van Reflexief. De beantwoording van deze
democratisch functioneren. 2. Ervaring van zin en betekenis worden in belangrijke
vraag hangt natuurlijk af van waaraan je het wilt afmeten.
mate beïnvloed door het via de media gepresenteer-
De klassieke betekenis van geletterdheid verwijst naar
de beeld en geluid.
woorden, terwijl maatschappelijk gezien geletterdheid
3. De manipuleerbaarheid van de behoeften en de toe-
meer afhankelijk is geworden van de invloed van beeld
gankelijkheid van alle informatie vormt een pedago-
(en geluid). Daarom hebben we in het vorige themanum-
gisch vraagstuk waar het onderwijs mee te maken
mer de meetlat gelegd langs de aandacht in het onder-
heeft.
wijs voor: >
het toenemend belang van de beeldcultuur;
De ‘opbrengst’ vanuit deze drie optieken heeft een rijk-
>
de culturele en spirituele dimensie van visuele
dom opgeleverd waarop scholen zich kunnen oriënteren
geletterdheid;
voor het ontwikkelen van hun visie en beleid. Die zijn
>
de ontwikkeling van een eigen beelddidactiek;
nodig omdat – zoals Hans Beentjes elders in dit nummer
>
de vraagstukken bij media-opvoeding;
opmerkt - kinderen van de moderne media houden. Zij
>
de plaats en ruimte in het curriculum.
‘sluiten naadloos aan bij echte behoeften van kinderen’. Maar dat laat onverlet dat veel van wat wordt aangebo-
De verkenning langs deze vraagstukken leverde ons een
den door de kinderen niet zondermeer goed kan worden
boeiend, maar ook een enigszins teleurstellend beeld op
geïnterpreteerd.
van beleid en praktijk van wat ‘media-educatie’ of ‘audiovisuele vorming’ is gaan heten: er zijn veel initiatieven
Belangstellenden kunnen hopelijk hun voordeel doen met
met veel verschillende spelers die tot een versnipperd en
de artikelen die in twee themanummers zijn opgenomen.
– volgens de Raad van Cultuur – tot een geringe effectivi-
Alles bij elkaar genomen is het een pleidooi geworden
teit hebben geleid. In het recente advies van de Raad
voor V IS UEL E GEL ETTER D H EID , voor M E DI AWI JSHE I D of
over ‘Mediawijsheid, de ontwikkeling van nieuw burger-
voor M ED IA - ED UC ATIE . Naar eigen smaak kan men kiezen
schap’ oordeelt de Raad hard: “Behalve door gebrekkige
voor de ene of voor de andere term.
kennisoverdracht, geringe continuïteit en effectiviteit,
In dit nummer is meer naar de praktijk gekeken, terwijl in
kenmerkt de praktijk zich ook door het ontbreken van een
het aprilnummer de inleidingen zijn opgenomen van de
duidelijke visie op hetgeen wordt ondernomen. Dat geldt
expertmeeting. Ook van de discussie die naar aanleiding
eveneens voor de rijksoverheid. Deze heeft een weifelend
van de voordrachten heeft plaatsgevonden is verslag
beleid gevoerd met betrekking tot media-educatie.”
gedaan. Liefhebbers kunnen dit verslag vinden op de
Vervolgens stelt de Raad vast dat het begrip ‘media-edu-
website: www.nksr.nl, onder: actueel, expertmeeting
catie’ op haar retour is en verkiest de term ‘mediawijs-
onderwijs mediawijs.
heid’ dat als volgt wordt gedefinieerd: PAGINA 30
> W W W. N K S R . N L
THEMANUMMER 2
>
2005 KENNISSAMENLEVING
S P O R E N VA N I N S P I R AT I E
COLOFON
Dit jaar heeft de NKSR, naast zijn jaarbericht op de
Reflexief is een uitgave van de Nederlandse Katholieke Schoolraad, forum voor katholiek
website, een boekje uitgegeven waarmee hij het
onderwijs. Reflexief verschijnt driemaandelijks en wordt gratis toegezonden aan
katholiek onderwijs wil inspireren in zijn dagelijks werk.
schoolbesturen en schoolmanagement, relaties in het onderwijs, de politiek, het maatschappelijk leven en de media. U kunt zich ook abonneren op Reflexief.
Het boekje bevat fragmenten van interviews die in de drie eerste jaargangen van het tijdschrift Reflexief zijn opgenomen. In de interviews praat Bert ten Berge SJ met schoolbestuurders, schoolleiders en docenten over hun inspiratie voor hun dagelijks werk. Die inspiratie putten zij uit de leerlingen, bijzondere momenten op school, hun geloof, het evangelie en uit bijzondere mensen, dichtbij en veraf, in heden
REDACTIE
Bartho Janssen (hoofredacteur) Gerrit-Jan Meulenbeld (eindredacteur) Irma Verbeek (redactieassistent) Thom Geurts Frank Seller Wilbert van Walstijn
en verleden. ILLUSTRATIE
Voor informatie over ons jaarbericht of ons werk
Bert Dekker
verwijzen wij naar www.nksr.nl. VORMGEVING
Ontwerpwerk, Den Haag
DRUK
Drukkerij Berne, Heeswijk
REDACTIEADRES
Stadhouderslaan 9 Postbus 82068 2508 EB Den Haag T 070 356 86 18 F 070 361 60 52 E
[email protected]
H E T G E V O E L DAT J E W I LT D E L E N DE TIEN GEBODEN
worden in de KRO campagne vertaald in
www.nksr.nl
ABONNEMENTENADMINISTRATIE
hedendaagse begrippen of, zoals de KRO ze noemt, ‘beloften’. In
Reflexief kost € 12,50 per jaar, los nummer € 3,75.
de KRO-vertaling ligt de nadruk op de uitdaging die er voor ieder-
Voor informatie en losse nummers: Irma Verbeek,
een van uitgaat. Geen bevel van bovenaf, maar een appèl op
T 070 356 86 18
iedereen, een keuze die je vanuit jezelf doet.
F 070 361 60 52
Gratis setjes posters en een DVD met de filmpjes zijn voor onder-
E
[email protected]
wijs en katechese bij de KRO servicelijn 0900-1304 (10cpm) aan te vragen.
COPYRIGHT
Overname van artikelen of gedeelten daarvan is toegestaan na voorafgaande toestemCopyright KRO 2005 Fotograaf: Daniël Ashes, Amsterdam
ming van de redactie en met bronvermelding. ISSN 1570-2588
PAGINA 31