Reactie op toegezonden technische vragen gemeenteraad m.b.t. begroting 2016 t.b.v. “tafeltjessessie” 22 oktober 2016.
Vraag 1 (SP)
Vraag 2 (SP)
Pagina in begroti ng (PDF) Pagina 6
Welk programma / beleidsveld / onderwerp ?
Vraag
antwoord
Algemeen/ Breda in cijfers
Waarom staan tussen de kengetallen wel het aantal uitkeringsgerechtigden en niet het aantal banen (in FTE's) in Breda?
In de kengetallen is een selectie opgenomen van gemeentelijke kengetallen. In de digitale versie van de begroting is een link opgenomen naar Breda in cijfers. Hierin staat informatie op diverse niveau`s.
Pagina 6
Algemeen/ Breda in cijfers
Hoe heeft het totaal aantal banen (in FTE's) zich ontwikkeld de afgelopen jaren?
Zie afbeelding hieronder. Betreft banen in aantallen, niet fte’s. Cijfers 2015 zijn vanaf november beschikbaar. Banen Breda Groei
West-Brab Groei Banen Breda Groei West-Brabant Groei
2013
2014
103.439 105.202 102.395 101.170
2010
2011
99.455
1,7%
2012
-2,7%
-1,2%
-1,7%
332.475 337.388 329.830 325.713 321.365 1,5%
-2,2%
-1,2%
-1,3%
Vraag 3 (SP)
Pagina 6
Algemeen/ Breda in cijfers
Wat waren de kengetallen in voorgaande jaren? Waarom is dit niet meer weergegeven zoals dat in eerdere jaren wel het geval was?
In de digitale versie van de begroting is een link opgenomen naar Breda in cijfers. Hierin staat informatie op diverse niveau`s
Vraag 4 (D66)
Pagina 6
Algemeen/ Breda in cijfers
Op Breda in cijfers zijn de cijfers meerjarig raadpleegbaar. Kunt u ook een meerjaren doorkijk geven voor de andere cijfers? (uitgaven, reserves, voorzieningen en schuld)
De uitgaven van reserves en voorzieningen zijn opgenomen in de cijfers van de begroting. Vanaf 2017 zal er naar alle waarschijnlijkheid een plicht zijn om een geprognosticeerde balans in de begroting op te nemen.
Vraag 5 (SP)
Pagina 15
Ambities / Inleiding
Wat is de daling van de budgetten op het sociaal domein uitgesplitst per decentralisatie?
In de tabel hieronder zijn de voorlopig bekende budgetten uitgesplitst per decentralisatie, waarbij de cijfers gebaseerd zijn op de gegevens uit de septembercirculaire 2015. Over BUIG wordt u nog separaat geïnformeerd.
Wmo nieuwe taken Wmo beschermd wonen Jeugd Re-integratie WSW Totaal
Vraag 6 (SP)
Pagina 16
Ambities / speerpunten
Wat is de ambitie voor het creëeren van werkgelegenheid? Hoeveel banen moeten erbij komen? Hoeveel daarvan zijn beschutte werkplekken?
2015 € 24.510.698 € 28.444.655 € 39.127.948 € 5.915.509 € 27.535.120 € 125.533.930
2016 € 22.978.774 € 27.824.502 € 38.904.999 € 6.219.959 € 25.332.976 € 121.261.210
Wmo "oude" taken € 13.409.804 € 12.090.696 Baanafspraak t/m 2016 is de doelstelling in West-Brabant om in 2014 t/m 2016 715 baanafspraken (garantiebanen) in te vullen, waarvan 570 door de marktsector en 145 door de overheid. Deze doelstelling is overgenomen in het beleidskader Participatie. Ter indicatie is in het beleidskader Participatie een vertaling gemaakt naar Breda die uitkomt op 239 (170 markt / 69 overheid) extra banen voor mensen met een beperking in de periode 2014 t/m 2016. Het aantal plaatsen voor beschut werken is gekoppeld aan de uitstroom uit de SW: eenderde van de uitstroom wordt ingevuld door beschut werk. Dit komt in 2016, net als in 2015, neer op een toename van 17 fte beschut werk.
Vraag 7 (SP) Vraag 8 (SP) Vraag 9 (CDA)
Pagina 16
Ambities / speerpunten
Wordt Breda Begroot geëvalueerd en zo ja wanneer?
Naar verwachting is de pilot in april afgerond. De evaluatie volgt hierna.
Pagina 16
Ambities / speerpunten
Wanneer wordt Breda Begroot breder geïmplementeerd?
Pagina 16
Ambities/speerpun ten
’De voorjaarsnota kende voor 2016 en 2017 positieve saldi die voorlopig waren toegevoegd aan
Deze vraag maakt onderdeel uit van de evaluatie; op basis daarvan kan worden beoordeeld of het experiment al dan niet wordt voortgezet; of dat gebeurt in andere wijken dan wel in de stad. Het oorspronkelijke bedrag was € 3,15 miljoen. Het gehele bedrag is teruggedraaid.
de algemene reserve. Met het vaststellen van het bestuursakkoord is deze toevoeging teruggedraaid tot een bedrag van totaal € 3,15 miljoen.`’ Wat was het oorspronkelijke bedrag? Vraag 10 (SP)
Pagina 17
Ambities / speerpunten
Bij de speerpunten: is het de duurzaamheidsvisie het zelfde als de in het verleden aangekondigde milieuvisie?
Ja, betreft hetzelfde. De Duurzaamheidsvisie wordt Q1 2016 opgeleverd.
Vraag 11 (SP)
Pagina 17
Ambities / Impulsen
De gevraagde cijfers zijn op deze korte termijn niet beschikbaar, maar kunnen worden nagezonden.
Vraag 12 (SP)
Pagina 17
Ambities / Impulsen
Wat zijn de gevolgen van de OZB-verlaging voor de woningcorporaties? Hoeveel levert hen dit op ten opzichte van de vorige begroting? Zijn er afspraken met de woningcorporaties gemaakt over de inzet van de vrijgevallen middelen die anders aan OZBuitgegeven zouden worden? Zo ja, wat zijn die?
Vraag 13 (VVD)
Pagina 18
Er heeft een begrotingsdoorlichting plaatsgevonden waaruit is gekomen welke budgetten geoptimaliseerd kunnen worden, zodat structurele onderuitnutting achterwege blijft. Welke budgetten betreft dit?
Het onderzoek Begrotingsdoorlichting laat zien dat, ondanks de gerealiseerde taakstellingen en opgeloste knelpunten in de periode 2011-2014 ter grootte totaal ca. € 45 miljoen structureel, de jaarrekeningresultaten gemiddeld een positief beeld laten zien. Daarbij zijn de geformuleerde doelen en resultaten grotendeels gerealiseerd. De oorzaken van de positieve resultaten hebben overwegend een incidenteel karakter op budgetregelniveau en zijn daarom ook niet eenvoudig te corrigeren op individuele budgetten. Wel kan gesteld worden dat over de jaren heen ca. de helft van de onderuitnutting is toe te schrijven aan voordelen op de algemene middelen en centrale stelposten. Denk hierbij o.a. aan gemeentefondsuitkering, stelpost kapitaallasten, resultaat Servicebedrijf en treasuryresultaat. De andere helft vindt zijn oorzaak in per saldo meer mee- als tegenvallers in de productensfeer. Het college heeft gemeend dat hierdoor een structurele verlaging van € 1,0 miljoen op het totaal van de
Afgesproken is dat vrijvallende middelen zoveel mogelijk worden ingezet t.b.v. de sociale (lees: goedkope en betaalbare) voorraad
beschikbare budgetten mogelijk is zonder dat de realisatie van de geformuleerde doelen en resultaten hierdoor in de problemen komt. Vraag 14 (D66)
Pagina 18
Ambities / Impulsen
Vraag 15 (SP)
Pagina 21
Financiën / Inleiding
Vraag 16 (VVD)
Pagina 21/22
Ontwikkeling meerjarenbeleid/ Autonome ontwikkelingen lastendruk/OZB
Vraag 17 (CDA)
`Pagina 22
Financiën/IKB
Worden de kosten voor de nieuwe im-directeur Bredaas Musuem opgevangen binnen de eigen begroting van de instelling? Is er aan te geven wat er of hoofdlijnen anders was geweest indien wel een financiële doorvertaling van het bestuursakkoord had plaatsgevonden? Waarom is de versteviging van het weerstandsvermogen vervallen? Wat is een optimaal weerstandsvermogen voor de huidige risicopositie? Bij de VJN was voor 2017 rekening gehouden met versterking van het weerstandsvermogen. Met afspraken uit het BA is deze versterking komen te vervallen. Waarom al in 2016 geen versterking? Hoe is dit i.r.t. BA waar 2017 staat?
Ja, de kosten van de directeur a.i. worden gedekt vanuit de exploitatiebegroting van het Breda’s Museum.
Eenmalige onttrekking uit algemene reserves voor IKB. Dit vloeit voort uit de afgesloten cao. Het is een eenmalige last die de gemeente neemt. Voor welke jaren is dit nu dan afgedekt. (is het geen structurele structurele arbeidsvoorwaarde).
De wijziging van de regelgeving zorgt voor een verandering van het systeem van toerekening van de kosten (met name vakantierechten) in het boekjaar . In 2016 moet hierover een eenmalige afrekening plaatsvinden, omdat de nieuwe methodiek in 2017 wordt ingevoerd. Hiervoor is nu een stelpost voor opgenomen als indicatief bedrag.
Wordt er nu eenmalig 2,6 miljoen uitgegeven aan registratie van het individuele keuzebudget ?
Financieel heeft de doorwerking op veel plaatsen effect. Op hoofdlijnen aangeven wat de doorvertaling voor effect heeft is dus niet snel aan te geven. Binnenkort zal echter de begrotingswijziging hiervan beschikbaar komen. Daarmee wordt de financiële doorvertaling zichtbaar. De versterking in 2017 was gerelateerd aan de voorgenomen verhoging van de OZB in 2017. Door het vervallen van de stijging van de ozb komt ook de daaraan gekoppelde versteviging te vervallen. Het optimale weerstandsvermogen is > 0. Dan is er namelijk voldoende buffer om de risico’s volledig mee af te dekken. De andere versterkingen van 2016 en 2017 die zijn vervallen zijn een direct gevolg van de keuzes uit het bestuursakkoord.
Neen, het betreft geen registratie maar invulling. Op basis van de uitwerking van de IKB zal een nadere onderbouwing worden gemaakt. De gegevens zijn nu nog niet voorhanden.
Kan dit bedrag nader onderbouwd en uitgesplitst worden ? Vraag 18 (VVD)
Pagina 22
Ontwikkeling meerjarenbeeld
Wat houdt de autonome ontwikkeling van het weerstandsvermogen in? Wat is het verschil met de eerder in dit staatje genoemde vrijval versterking weerstandsvermogen?
Vraag 19 (PvdA)
Pagina 23
Financiën / Weerstandsvermo gen en risico’s
Er vindt in 2015 een toevoeging van 2,1 miljoen plaats. Hoe zit dit precies ?
Vraag 20 (PvdA)
Pagina 23/24
Financiën / Weerstandsvermo gen en risico’s
Vraag 21 (SP)
Pagina 23
Financiën / Weerstandsvermo gen en risico’s
Er behoeft per jaar 8 ton minder te worden onttrokken aan de ATEA reserve. Betekent dit dat het noodzakelijke niveau van ombuigingen ook 8 ton per jaar minder is; oftewel: is dit effect structureel ? Atea: hoeveel medewerkers zijn er die uitbetaald worden op basis van minimum jeugdloon?
Vraag 22 (VVD)
Pagina 23
Weerstandsvermo gen
Vraag 23 (SP)
Pagina 24
Financiën / Weerstandsvermo gen en risico’s
Voor het jaar 2015 graag een onderbouwing van de posten algemene reserve concern, zodanig dat de mutaties in deze posten salderen tot opgenomen bedragen. Hoe verhoudt het groeiende meerjarenperspectief en het weerstandsvermogen zich tot een over de gehele linie krimpende
Het betreft hier zowel autonome ontwikkelingen als vrijval versterking weerstandsvermogen. Dit zijn twee afzonderlijke onderwerpen. De autonome ontwikkelingen worden met name veroorzaakt door bijstellingen van woningaantallen en dividend. De vrijval versterking weerstandsvermogen heeft betrekking op de in het vorige coalitieakkoord opgenomen storting in 2017 van de hogere ozbopbrengst die in dat jaar zou worden gerealiseerd. Met het nieuwe bestuursakkoord ‘Focus op vooruitgang’ is de ozb-stijging komen te vervallen. De storting is hiermee komen te vervallen maar was niet in het bestuursakkoord verwerkt. Dit betreft een storting ad € 3,4 mln. van de niet langer benodigde toevoeging t.b.v. de voorziening achterstallig onderhoud (overeenkomstig besluitvorming bij jaarrekening 2014) en een onttrekking t.b.v. Via Breda van € 1,3 mln. wegens het zich voordoen van een risico. Neen. De toevoeging van € 0,8 miljoen is voor de jaren 2016 t/m 2018. De noodzakelijke ombuigingen blijven hiermee volledig intact.
Er zijn 28 medewerkers 23 jaar en jonger in de SW die worden uitbetaald op basis van minimum jeugdloon.
Zie het antwoord op vraag 13. De overige posten betreffen de resultaatbestemming van 2014 en de rentetoevoeging aan de algemene reserve.
Het meerjarenperspectief laat een positief saldo zien wat feitelijk los staat van de (krimpende) omvang van de begroting. Ook het groeiende weerstandsvermogen staat hier los van. De krimpende omvang zal zeker de uitkomst van kengetallen beïnvloeden echter de impact
begroting? Wat doet dit met de financiële kengetallen?
hiervan is divers en afhankelijk van het soort kengetal wat wordt gecalculeerd.
Vraag 24 (CDA)
Pagina 24
Financiën / Weerstandsvermo gen en risico’s
Onder ontwikkeling risico’s en weerstandsvermogen staat. De uitkeringen in het gemeentefonds zijn altijd voorzichtig in de ramingen mee genomen. Nu wordt dit los gelaten. Kun u in mlj. aangeven hoeveel negatief of positief effect dit geeft op de meerjaren ramingen.
Het effect is positief maar behelst geen miljoenen maar eerder enkele tonnen. Dit fluctueerde ook enigszins over de jaren heen afhankelijk van de hoogte van de raming van het gemeentefondsaccres.
Vraag 25 (SP)
Pagina 26
Financiën / totaal overzicht van baten en lasten
De totale begroting krimpt tot aan 2019 met ca. 70 mln. euro. Hoeveel hiervan komt door bezuinigingen vanuit het Rijk via bijvoorbeeld het gemeentefonds?
De uitkering uit het gemeentefonds daalt tussen 2016 en 2019 met ca. € 3 miljoen. In 2016 begrote lasten Wijkontwikkeling € 5.694.000 en eenmalig begrote lasten Pilot ID Lab en studentenwerkplaats 3D € 180.000. Begrote lasten Wijkontwikkeling 2017: € 485.000. Het betreft eenmalige middelen voor uitvoering/afronding van een aantal projecten voortkomend uit programma Wijkontwikkeling welke in 2017 aflopen. Daling van 2017 naar 2018 € 25 mln Vrijwillige zorg, middels het uitgangspunt, waar het kan. Dit betreft Maatwerk dienstverlening jongeren. Breda koopt namens regio West-Brabant Oost de jeugdzorg in. In begroting is t/m 2017 de verwachte inkoop van de regio opgenomen. Aan de batenkant staan hier één op één opbrengsten vanuit de regio tegenover. Contract met de regiogemeenten en de contracten met zorgaanbieders zijn voor 3 jaar (tot 1-1-2018), vandaar de daling vanaf 2018. De daling wordt dus slechts voor een gering deel veroorzaakt door maatregelen van het Rijk.
Vraag 26 (CDA)
Pagina 30 ev.
Vitaal en sociaal Breda
Doelstellingen zijn niet concreet. Hoe gaat men effecten meten, Hoe bepaalt men of de gelden doelmatig zijn besteed? Wat is een kwalitatieve en kwantitatieve business case?
Voor zover wij weten wordt er niet gesproken over een kwalitatieve of kwantitatieve businesscase. Graag dus de vraag verduidelijken.
Vraag 27 (SP) Vraag 28 (SP)
Pagina 31
Vitaal en sociaal Breda / Externe ontwikkelingen Vitaal en sociaal Breda / Externe ontwikkelingen
Wat is de exacte terugloop van bedragen vanuit het Rijk op het sociale domein? In hoeverre is in deze gehele begroting rekening gehouden met een toename van het aantal vluchtelingen en statushouders?
Zie antwoord vraag 5
Vraag 29 (SP)
Pagina 31
Vitaal en sociaal Breda / Externe ontwikkelingen
Wat gaat een toename van vluchtelingen en statushouders volgens de huidige prognoses naar verwachting voor (financiële) gevolgen hebben?
Pagina 31
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
„We gaan de preventieve hulp door het CJG beter positioneren ten opzichte van andere toegangen in de zorg en ten opzichte van de zorgaanbieders.” Wordt hiermee bedoelt dat geprobeerd wordt als eerste ingang het CJG voor (hulp)vragen te laten fungeren in plaats dat direct naar andere (duurdere) jeugdzorgaanbieders? Of ten opzichte van zorg voor elkaar, wijkteams e.d.? Of allebei?
Wij zijn op dit moment in gesprek met maatschappelijke organisaties om een beeld te krijgen van de extra druk die er op sociaalmaatschappelijke voorzieningen voorzieningen komt als gevolg van de groei van het aantal statushouders. Primair gaat het dan niet om de vraag waar extra geld bij moet, maar aan welke knoppen gedraaid moet worden om de ondersteuning toekomstproof te maken. Een financiële doorvertaling, zo die nu al mogelijk is, volgt uit deze analyse. In de eerste plaats zijn we al aan de slag met de doorontwikkeling van het CJG. Door de nieuwe taken die zij dit jaar gekregen hebben zijn de preventieve taken wat in het nauw gekomen. Door een ander aanpak binnen het CJG willen we bewerkstelligen dat er weer meer ruimte komt voor de preventieve taken. Met meer preventie kan meer voorkomen worden dat kinderen uit huis geplaatst worden. In de meeste gevallen is dat beter voor de kinderen. Uithuisplaatsing dient alleen ingezet te worden als de veiligheid van het kind in gevaar is. Daarnaast is men binnen de staf Brede Sociale Domein bezig met de ontwikkeling van één centrale toegang.
Vraag 30 (CDA)
Pagina 31
De exacte taakstelling voor huisvesting van statushouders in 2016 is nog niet bekend. Er is bij het opstellen van de begroting rekening gehouden met een taakstelling van 400 plaatsten. Daarnaast is rekening gehouden het met invullen van het restant van de taakstelling uit 2015 (307 plaatsen). Er is verder (nog) niet specifiek rekening gehouden (financieel) met een mogelijke toename van arbeidsmigranten en vluchtelingen. Zie ook: https://www.coa.nl/sites/www.coa.nl/files/paginas/media/bestanden/taakstelli ng_gemeenten_1-10-2015.pdf
Aan het thema opgroeien hangt één product: “jeugdhulp”. Daaraan zijn ook alle middelen gekoppeld. Waar zitten dan de middelen voor zoiets als JOGG? Met opgroeien zijn ook WMO middelen gemoeid. (zie risico’s: maatwerkvoorziening begeleiding WMO); zijn die middelen dan niet afgesplitst van de wmo middelen? Is het niet beter dat te doen om meer inzicht te geven ? De Boschpoort telt nu al 200 asielzoekers met verblijfsstatus. In hoeverre wordt/is in de begroting op diverse onderdelen rekening gehouden met mogelijke toename kosten zorg, onderwijs, dienstverlening voor asielzoekers?
De middelen voor JOGG vallen onder het thema 1.3 “Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet” product “Volksgezondheid”. Er zijn geen Wmo middelen gemoeid met opgroeien, de middelen voor opgroeien zijn opgenomen onder het thema 1.3 “Vrijwillige zorg waar het kan, professioneel waar het moet” en dan onder het product “Maatwerk dienstverlening jongeren”.
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
Hoeveel is er begroot voor het Jeugdsportfonds ? En hoeveel was dat in 2015?
Pagina 31
Vitaal en sociaal Breda /
Vraag 35 (D66)
Pagina 32
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
Hoeveel is er begroot voor de Vangnetregeling? En hoeveel was dat in 2015? Hoeveel is er daarvan uitgegeven? Kunt u ook absolute cijfers aanleveren over het aantal kinderen/jongeren i.p.v. percentages
Jeugdsportfonds begroot 2016: € 280.000 (via een budgetoverhevelingsverzoek bij de Jaarrekening 2015 kan hier nog € 68.500 bij komen). Jeugdsportfonds begroot 2015: € 392.500 Er wordt in de tekst nergens gesproken over een vangnetregeling, dus graag de vraag verduidelijken
Vraag 36 (PvdA)
Pagina 32
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
Vraag 31 (PvdA)
Pagina 31 (en 45)
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
Vraag 32 (D66)
Pagina 31 e.a..
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
Vraag 33 (SP)
Pagina 31
Vraag 34 (SP)
Wat is het verband tussen de uitdaging het percentage ouders dat zich geschikt vindt om hun kinderen op te voeden en (de meting) het aantal ouders dat een
Zie vraag 9.
Onduidelijk op welk percentage precies gedoeld wordt. Er wordt aangegeven dat het streven bestaat uit het creëren van een stijging van bepaalde positieve effecten en een daling van bepaalde negatieve effecten. Het lijkt ons in algemene zin onwenselijk om hier absolute cijfers aan te koppelen (voor zover dat überhaupt mogelijk zou kunnen zijn). Wanneer het gaat om sociaal gedrag, is het zelden mogelijk een 1 dimensionale vergelijking te maken. Er kunnen ouders zijn die het CJG nog steeds niet kennen ook al zijn ze overal op de scholen in de stad aanwezig. Tevens komt het voor dat (vooral hoger opgeleide) ouders niet graag naar buiten komen met hun vraag en het liever zelf
Vraag 37 (PvdA)
Pagina 32
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
Vraag 38 (Br. 97)
Pagina 32
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
beroep doet op CJG? Zouden alle anderen zich geschikt vinden en mensen die beroep doen op CJG (voor grote EN KLEINE vragen) niet ?
oplossen. Het is niet mogelijk “hard” te stellen dat ouders die niet bij het CJG komen meer geschikt zijn als ouders die dat wel doen. Indien we het CJG nog meer op de kaart zetten, zal het gebruik ervan in eerste instantie waarschijnlijk toenemen. Nadat deze initiële toename zou een beeld moeten ontstaan van de omvang en aard van het contact met het CJG (kleine hulpvragen vs. grote problemen). Hieruit is het mogelijk een beeld te vormen omtrent de richting van de ontwikkeling. Bij voorbeeld een negatieve verschuiving richting steeds meer beroep op het CJG en meer grote problemen, of juist meer kleine hulpvragen en minder grote problemen.
Cijfers JOGG: de daling naar een nieuw percentage wordt vermeld. Welk oud percentage was wanneer aan de orde ? JOGG : de percentages die worden genoemd: zijn dit gerealiseerde % ?
De percentages in de begroting zijn de nieuwe percentages, de in de onderstaande tabel genoemde percentages zijn de oude (2013).
De percentages die opgenomen zijn in de begroting zijn de streefwaarden voor 2016 tot en met 2018. Onderstaand de realisatie in 2013. De cijfers uit 2013 zijn de meest recente. De monitor wordt 1x per 5 jaar uitgevoerd conform eerder gemaakte afspraken met de GGD. In 2018 is er weer een meting.
Zoja, wat waren dan de streefpercentages ? Zo nee : wat waren de percentages 20142015? De percentages die in de begroting vermeld staan, zijn de ambities voor JOGG voor de komende 3 jaar (dus voor 2018). De huidige percentages komen uit de gezondheidsmonitor 0-11 jaar en gezondheidsmonitor 12- 18 jaar die eens per 5 jaar door de GGD uitgevoerd worden. Er zijn geen gegevens beschikbaar om jaarlijks nieuwe cijfers over overgewicht en eet en drinkgedrag van kinderen/jeugd te kunnen laten zien. De percentages geven een representatief beeld van de hoeveelheid kinderen met overgewicht in Breda en in de wijken Geeren en Hoge vucht. Er zijn geen absolute aantallen bekend, omdat de percentages uit een steekproef onder kinderen voort komen. Wel kan een schatting gedaan worden wanneer met deze percentages doorgerekend wordt met het daadwerkelijk aantal kinderen dat in Breda en/of in de wijken woont. Uit de gezondheidsmonitor kinderen 0-11, uit 2013: Breda totaal Heeft overgewicht (inclusief obesitas) Heeft ernstig overgewicht (obesitas) Kind eet dagelijks groente Kind eet dagelijks fruit Kind beweegt 7 uur of meer per week Hoge Vucht – De Geeren Heeft overgewicht (inclusief obesitas)
10.6% 3% 75,4 % 84,2% 77.1% 24.6%
Heeft ernstig overgewicht (obesitas) Kind eet dagelijks groente Kind eet dagelijks fruit Kind beweegt 7 uur of meer per week Heuvel Heeft overgewicht (inclusief obesitas) Heeft ernstig overgewicht (obesitas) Kind eet dagelijks groente Kind eet dagelijks fruit Kind beweegt 7 uur of meer per week
6% 74.6 % 80.9% 77.1%
12.3% 1.6% 79.2 % 87% 88.4%
Uit de gezondheidsmonitor 12-18 uit 2011: Breda totaal Overgewicht in Breda (incl. obesitas) Ernstig overgewicht in Breda (obesitas)
Vraag 39 (SP)
Vraag 40 (SP)
Pagina 32
Pagina 33
Vitaal en sociaal Breda / thema opgroeien
Vitaal en sociaal Breda / Vrijw. zorg waar het kan, professioneel waar het moet.
11% 2%
Welke concrete ambitie heeft het college om het enorme verschil in overgewicht bij kinderen in achterstandswijken zoals Geeren aan te pakken? Welke percentage is acceptabel?
Is er een bovengrens aan welk percentage zorggeld uitgegeven wordt aan innovatieve nieuwe concepten? Zo ja, hoe hoog is dat?
Met JOGG zetten we gericht in op de aanpak van overgewicht samen met de GGD en het CJG. De aanpak van overgewicht vergt een lange adem. Met de JOGGaanpak willen we kinderen en jongeren bewust maken van een gezonde leefstijl. Een bewustwording van en verandering naar een gezondere leefstijl kost tijd. Een zichtbaar resultaat in een afname van overgewicht is pas op langere termijn te verwachten. We streven er de gezondheidsverschillen tussen de verschillende wijken, zoveel mogelijk terug te dringen. Huidige percentage overgewicht in Breda: 10,6% gemiddeld. In de wijken Hoge Vucht – De Geeren bedraagt dit 24,6% (ter referentie in Heuvel bedraagt dit 12,3%). Concrete ambitie: 8% of minder Breda breed, minder verschil tussen de wijken onderling. 7 Nee er is geen bovengrens. Juist in dit jaar van veranderingen ontstaan nieuwe concepten en manieren van werken. Op dit moment is er alleen een apart budget voor zorg- en innovatie van € 200.000 bij het product Maatwerk Wmo. Daarnaast is het
Vraag 41 (SP)
Pagina 33
Vitaal en sociaal Breda / Vrijw. zorg waar het kan, professioneel waar het moet.
Hoe wordt de effectiviteit van nieuwe innovatieve concepten in de zorg gemonitord? Welke concrete doelen worden er aan gesteld?
Vraag 42 (SP)
Pagina 34
Vitaal en sociaal Breda / Vrijw. zorg waar het kan, professioneel waar het moet.
Hoeveel extra woningen moeten er beschikbaar komen of blijven voor ouderen die langer zelfstandig moeten blijven wonen vanwege regeringsbeleid?
onderdeel van het contract vanuit de Wmo omdat het voor aanbieders een manier kan zijn om het resultaat te bereiken. Immers we werken nu met een vaste prijs per 4 weken voor bijvoorbeeld hv en begeleiding. Bij de inspiratietafel is het wel een vast agendapunt. Bij de nieuwe bekostigingssystematiek is dit wel opnieuw een thema waar mogelijk apart geld aan wordt gekoppeld. Voor jeugd en Beschermd wonen is er geen apart budget benoemd. Innovatieve concepten monitoren wij via de monitor sociaal domein. Hierbinnen kunnen verschuivingen in de verschillende vorm van zorg en welzijn zichtbaar worden. Ook ontstaan innovaties door verbindingen binnen de nog op te richten community of practice en de proeftuinen van de Crosse Care aanvraag(indien deze wordt gehonoreerd). Deze volgen wij vervolgens. De Raad is hierover tijdens een bijeenkomst bij Avans Hogeschool op 5 oktober geïnformeerd. Er zijn met de partners een aantal speerpunten geformuleerd zoals preventie, laaggeletterdheid, eenzaamheid, samenredzaamheid en langer thuis wonen. Door partijen te verbinden en nieuwe crossovers tussen sectoren tot stand te laten komen ontstaat innovatie. De beoogde resultaten volgen uit de innovatiedynamiek en zijn vooraf niet te concretiseren. Het op een innovatie manier monitoren is ook een van de onderwerpen waarover wij met partners in gesprek gaan. Op de eerste plaats hebben wij geen volledig zicht op het aantal woningen in de particuliere sector dat levensloopgeschikt is. Dat zicht is er wel op de corporatiewoningen; de corporaties hebben de afgelopen jaren een groot deel van hun bezit geschikt gemaakt. vanwege demografische ontwikkelingen en vanwege het beleid ten aanzien van het scheiden van wonen en zorg zullen meer oudere mensen zelfstandig blijven wonen. onze inschatting is dat we op termijn 1500 extra woningen nodig hebben die hiervoor geschikt zijn. Dat hoeven niet allemaal nieuw te bouwen woningen zijn; maar kunnen ook woningen zijn die geschikt gemaakt zijn. Bij dit aantal merken we op dat een deel van de woningen die primair geschikt zijn voor mensen > 55 jaar, nu wordt bewoond door anderen. Als deze woningen op die manier bezet blijven wordt de behoefte aan uitbreiding groter.
Vraag 43 (SP)
Pagina 35
Vitaal en sociaal Breda / bestrijding armoede
Hoeveel is er in totaal begroot aan armoedebestrijding? En hoeveel was dit in 2015? Hoeveel is hiervan uitgegeven?
Zie pagina 39./ 1.4 bestrijding armoede. 2016 Lasten: 9.717 Baten: 2.803 2015 Lasten:10.464 Baten: 2.598
Vraag 44 (SP)
Pagina 35
Vitaal en sociaal Breda / bestrijding armoede
Waarom zijn gelet op het economisch herstel de ambities op het gebied van armoedebestrijding en armoede onder kinderen niet hoger dan “niet meer dan in 2013 ?
Vraag 45 (SP)
Pagina 34/35
Vitaal en sociaal Breda / bestrijding armoede
Onder thema 1.4: bestrijding armoede staat onder ‘wat willen we bereiken’ niets opgenomen over jeugdarmoede. Dit terwijl er vervolgens wel staat: “Het aantal kinderen in een armoedesituatie is niet hoger dan in 2013.” Wat zijn de actuele cijfers? Kan hieruit afgeleid worden dat het hetzelfde is gebleven? Zo ja, zou dan niet onder ‘wat willen we bereiken’ opgenomen moeten worden dat we minder kinderen in de armoede willen? Mede nu de jeugd als speerpunt staat aangegeven.
De verwachting is dat in 2015 nagenoeg het gehele budget wordt uitgegeven, m.u.v. een bedrag van € 0,25 miljoen BredasePlus, die een doorloop heeft naar 2016. Het betreft hier een van de indicatoren zoals opgenomen in de “Bespreeknotitie De BredasPlus (blz. 14)”. Deze notitie wordt op dit moment geëvalueerd en de indicatoren, waaronder deze, zullen indien nodig worden geactualiseerd. De aantallen uit 2013: 3.755 kinderen. In 2014 waren er 3.580 kinderen in armoede. Dit is het ook het aantal per 1-1-2015 (is stand ultimo 2014). Aantallen over 2015 nog niet bekend. Zie ook bij vraag 46. Hier ligt relatie met vraag 46. Er is een lichte daling te zien: Eind 2013 Eind 2014 0-3 jaar 715 655 4-17 jaar 3.040 2.925
%% -8.4% -3,8%
Vraag 46 (PvdA)
Pagina 35
Vitaal en sociaal Breda / bestrijding armoede
Waarom wordt hier uitgegaan van aantallen in 2013 ? Wat zijn de betreffende cijfers in 2013 ?
Vraag 47 (D66)
Pagina 35
Vitaal en sociaal Breda / leefbaarheid in wijken en dorpen
Wordt de betrokkenheid gemeten in absolute aantallen? Zijn er over die betrokkenheid al cijfers bekend en kunt u deze aan ons doen toekomen?
Vraag 48 (SP)
Pagina 37
Vitaal en sociaal Breda / opvang
Is er bij de maatschappelijke opvang rekening gehouden met de mogelijke toename van het aantal uitgeprocedeerden? Wat zijn hiervan de mogelijke consequenties?
Het betreft hier een van de indicatoren zoals opgenomen in de “Bespreeknotitie De BredasePlus (blz. 14)”. Deze notitie wordt op dit moment geëvalueerd en de indicatoren, waaronder deze, zullen indien nodig worden geactualiseerd. De aantallen uit 2013: 3.755 kinderen. In 2014 waren er 3.580 kinderen in armoede. Dit is het ook het aantal per 1-1-2015 (is stand ultimo 2014). Aantallen over 2015 nog niet bekend. Zie ook bij vraag 44 en 45. De betrokkenheid wordt deels in percentages gemeten en deels in absolute aantallen. In de tweejaarlijkse Gemeente BeleidsMonitor wordt gemeten: "het percentage Bredanaars dat actief is om de buurt te verbeteren". In 2009 en 2011 was dit 18% en in 2013 20%. De cijfers voor 2015 zijn nog niet bekend. In het kader van het project Opgeruimd Breda worden absolute aantallen wijkdeals, opgeruimde Bredanaars en klassedeals bijgehouden. in bijgevoegde figuur zijn de aantallen tot en met januari 2015 opgenomen
Hiermee is niet specifiek rekening gehouden. SMO meldt dat tot nu alle uitgeprocedeerde asielzoekers die de dag en nachtopvang aangeboden hebben gekregen maar ervoor gekozen hebben om hiervan geen gebruik te maken (volgens SMO drie personen gedurende 2015). Deze ervaring noodzaakt niet om rekening te houden
met meer aanbod. Maar, als de uitgeprocedeerde asielzoekers gebruik wil maken van het aanbod van Centraal Onthaal tot plaatsing op de dag en nachtopvang zullen wij deze altijd opvangen Vraag 49 (SP)
Pagina 37
Vitaal en sociaal Breda / opvang
Is er voorzien in een zorgverzekering voor dak- en thuislozen? Zo nee, op welke wijze ontvangen zij dan medische zorg?
Dak- en thuislozen, die in een woonvoorziening wonen zijn verzekerd en hebben toegang tot sociaalmedische zorg. Dak- en thuislozen buiten de opvang zijn vaak onverzekerd en hebben slecht toegang tot zorg. Sinds april 2015 is er voor deze groep door de GGD een sociaal-medisch spreekuur gestart. Een verpleegkundige houdt spreekuur, bezoekt de mensen op straat en biedt hen begeleiding naar de huisarts.
Vraag 50 (pvda)
Pagina 37
Vitaal en sociaal Breda / opvang
Wat is de uitdaging maatwerkvoorzieningen Kwetsbare groepen voor 2016 ?
2016 starten we transformatie beschermd wonen waarmee we het volgende willen bereiken. - we richten de begeleiding beschermd wonen zo in dat elke cliënt begeleiding op maat krijgt waarbij we nadrukkelijk kijken naar een combinatie van voorzieningen die indien nodig afkomstig kunnen zijn uit verschillende domeinen (Wmo, voorliggende voorzieningen, participatiewet, Zvw e.d.) - we bewerkstelligen dat mensen met psychiatrische kwetsbaarheid zodanig vroegtijdig passende begeleiding en zorg krijgen, dat minder mensen gebruik hoeven te maken van de maatwerkvoorzieningen beschermd wonen; - we bewerkstelligen dat cliënten beschermd wonen, meer dan onder de AWBZ, in staat worden gesteld zelfstandig te wonen.
Vraag 51 (SP)
Pagina 39
Vitaal en sociaal Breda / kosten van het programma
Wat is de verklaring voor de afname met ca. 750k bij "1.4 bestrijding armoede"? Zijn dit de zogenaamde Klijnsma-gelden?
De € 7,5 ton betreft afname van de lasten. Dit zijn vooral middelen die in 2015 eenmalig beschikbaar waren. Een bedrag van circa € 4 ton betreft Klijnsmagelden die zijn overgeheveld vanuit 2014 en een bedrag van € 4 ton betreft middelen voor een tijdelijk ondersteuningsfonds voor woonlasten.
Vraag 52 (PvdA)
Pagina 39
Vitaal en sociaal Breda / kosten van het programma
Vraag 53 (VVD)
Pagina 39
Vraag 54 (SP)
Pagina 39
Vitaal en sociaal Breda / kosten van het programma
Vraag 55 (SP)
Pagina 39
Vitaal en sociaal Breda /
Vanwaar de verwachte vermindering van lasten leefbaarheid van 2016 naar 2017 ? Hoe komt het dat de baten op inkomensverwerving zo teruggelopen zijn ?
Hoeveel geld (inclusief Klijnsmagelden) is er in 2015 niet uitgegeven aan armoedebestrijding, wat wel begroot was? Wat is er met dit geld gebeurd? Hoeveel mensen leven er in Breda onder de armoedegrens uitgesplitst naar wijk? Hoeveel was dat in 2015?
I.v.m. eenmalige middelen Wijkontwikkeling. In 2016 begrote lasten Wijkontwikkeling € 5.694.000 en eenmalig begrote lasten Pilot ID Lab en studentenwerkplaats 3D € 180.000. Begrote lasten Wijkontwikkeling 2017: € 485.000 Hier wordt bedoeld de vergelijking jaarrekening 2014/ begroting 2015. Het grootste verschil wordt veroorzaakt door het onderdeel SW (Sociale werkvoorziening). In 2014 betreft dit de SW subsidie plus de verdiende commerciële inkomsten, in 2015 inkomsten exclusief SW subsidie. Naar verwachting wordt er van de Klijnsmagelden € 250.000 niet uitgegeven in 2015 omdat een aantal projecten een doorloop hebben naar 2016. Daarom zal een voorstel worden gedaan om deze middelen over te hevelen naar 2016.
Aantal huishouden tot 110% van het sociaal minimum naar wijk, Breda 2015 WIJKLABEL Totaal 00 Breda centrum 1.098 01 Breda noord 2.108 02 Breda oost 942 03 Breda zuid-oost 381 04 Breda zuid 152 05 Breda west 2.034 06 Breda noord-west 1.155 07 Bavel 110 08 Ulvenhout 68 09 Prinsenbeek 119 10 Teteringen 116 Totaal Breda 8.283 Bron armoedebestand ONT/BBO/O&I
Vraag 56 (SP)
Pagina 39
Vitaal en sociaal Breda / kosten van het programma
Wat is de verklaring voor de afname met ca. 6 mln. bij "1.3 vrijwillige zorg..."?
De toelichting op pagina 40 als verklaring voor de afname bij 1.3 vrijwillige zorg is beperkt. Voor een volledige verklaring van de verschillen ten opzichte van 2015 zie het overzicht bij het antwoord van pagina 5.
Vraag 57 (D66)
Pagina 39
Vitaal en sociaal Breda / kosten van het programma
Wat moeten wij ons voorstellen bij inkomensverwerving? Wegen de kosten van het verwerven van inkomen op tegen de lasten?
Het geheel aan activiteiten gericht op het bereiken van het onderstaande maatschappelijke effect: “Alle Bredanaars werken naar vermogen in een reguliere baan. Bredanaars met een gemeentelijke uitkering, voor wie (regulier) werken (nog) niet mogelijk is, doen mee naar vermogen. Zij werken aan hun ontwikkeling en leveren een (maatschappelijke) bijdrage aan Breda. Alle Bredanaars, met werk of een uitkering, regelen hun eigen financiën”.
Vraag 58 (D66)
Pagina 39/40
Vitaal en sociaal Breda / kosten van het programma
In 2015 begroot € 10.111. Periode 2016 begroot € 9.717. U stelt: vermindering als gevolg van vervallen eenmalige middelen. Betekent dit dat armoedebeleid Breda geleid wordt door pragmatisme en niet door reële inzichten in de problematiek?
Concreet, zie pagina 32. bij thema 1.2 Inkomensverwerving bij de volgende kopjes: Wat willen we bereiken Wat gaan we er voor doen Wat is de uitdaging De volgende producten vallen onder dit thema: -Participatie -Re-integratie -Re-integratie publieke taken (ATEA) -SW -BUIG Nee dat betekent dit zeer zeker niet. De eenmalige middelen in dit geval betreffen restantmiddelen Klijnsmagelden uit 2014 van projecten die een doorloop hadden naar 2015. Daarnaast is in de Voorjaarsnota 2015 eenmalig een bedrag van € 400.000 beschikbaar gesteld voor een tijdelijk ondersteuningsfonds voor woonlasten voor de periode 1 juli 2015 – 1 juli 2016 (‘experiment’). Het
tijdelijk ondersteuningsfonds zal na de looptijd worden geëvalueerd.
Vraag 59 (Gr.L)
Pagina 39/40
Vitaal en sociaal Breda / kosten van het programma
Vraag 60 (SP)
Pagina 44
Vitaal en sociaal Breda / risico’s
Op pagina 39 en 40 wordt voor een aantal maatschappelijke zaken, oa armoedebestrijding, sport, leefbaarheid in wijken en dorpen, vrijwillige zorg etc, voor 2016 minder `geraamd (lasten) dan in 2015. Wat gaat dit concreet voor inwoners betekenen ? Koopt de Gemeente Breda zorg of andere diensten in bij organisaties waarin medewerkers/bestuurders niet voldoen aan de Wet normering topinkomens (Wnt)? Zo ja, welke organisaties zijn dit?
In zijn algemeenheid geldt dat als er minder middelen beschikbaar worden gesteld moeten er keuzes worden gemaakt. Dit geldt voor alle gemeentelijke beleidsterreinen, dus ook voor het armoedebeleid. Voor wat betreft armoedebestrijding zie ook beantwoording vraag 58. Het heeft geen consequenties voor inwoners. Klijnsmagelden blijven namelijk structureel beschikbaar en tijdelijk ondersteuningsfonds zal na looptijd worden geëvalueerd.
De mogelijkheden om hier invloed op te hebben zijn beperkt, maar er worden controles uitgevoerd. Als voorbeeld: Bij inkoop van jeugdhulp is voor de grootste zorgaanbieders expliciet in de laatst beschikbare (en van controleverklaring voorziene) jaarrekening nagekeken of de bestuurders van de betreffende zorgaanbieder een honorarium ontvingen dat onder de in de Wet Normering Topinkomens (WNT) benoemde norm ligt. Alle bestuurders van deze zorgaanbieders gold dat dit het geval was. De gemeente heeft overigens geen of nauwelijks mogelijkheden om eisen te stellen aan de inkomens van bestuurders van zorgaanbieders. De minister van BZ heeft in beantwoording van kamervragen (Beantwoording Kamervragen 2014Z14693, 29 oktober 2014, 2014-0000545104) het volgende aangegeven: Sinds 1 april 2013 geldt de Aanbestedingswet 2012 voor alle aanbestedingen door (semi) publieke instellingen in Nederland. Deze wet is dan ook van
Vraag 61 (SP)
Pagina 44
Vitaal en sociaal Breda / risico’s
Heeft de Gemeente Breda een subsidierelatie met organisaties waarin medewerkers/bestuurders niet voldoen aan de Wet normering topinkomens (Wnt)? Zo ja, welke organisaties zijn dit?
Vraag 62 (D66)
Pagina 44
Vitaal en sociaal Breda / risico’s
U schrijft: Mensen vroegen in 2014 PGB aan, kregen budget toegewezen, maar maakten er in 2015 geen gebruik van. Vraag: hoe kan dat? Is/was indicatie niet juist? Of is hier sprake van frauduleus gedrag?
belang bij aanbestedingen in het kader van de Wmo. Met deze wet zijn Europese richtlijnen voor aanbesteding geïmplementeerd. Op grond van de Aanbestedingswet moeten eisen, voorwaarden en criteria die in het kader van een aanbesteding worden gesteld in een redelijke verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. Dit wordt wel het proportionaliteitsbeginsel genoemd. Het stellen van salariseisen als zodanig lijkt hier niet aan te voldoen. De rechter heeft zich over deze vraag nog niet uitgelaten. Overigens is het wel van belang te onderstrepen, dat op de aanbieders van voorzieningen in het kader van de Wmo die onder de WNT vallen het bezoldigingsmaximum van de WNT, respectievelijk de lagere bezoldigingsmaxima van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector onverkort van toepassing zijn. Uit de jaarlijkse verantwoordingen van de subsidieontvangers blijkt dat dit niet het geval is. Voor wat betreft subsidiëring (op grond van de Algemene wet bestuursrecht) geldt dat er weinig tot geen mogelijkheden zijn om eisen te stellen. In dit kader heeft de rechter al wel een uitspraak gedaan (Uitspraak 201311157/1/A2, Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 25 juni 2014) die impliceert dat de overheid ook hier zeer terughoudend mee om dient te gaan. Zie de tekst: mensen hebben al in 2014 een indicatie aangevraagd omdat de toekomst onzeker was. Dit heeft mogelijk een dip veroorzaakt in het eerste kwartaal 2015. We zien dat diverse PGB-houders dit jaar (nog) geen gebruik maken van hun budget. De drempel om zorg aan te vragen is hoger geworden. Er zijn dus verschillende redenen mogelijk. Dus; nee, de indicatiestelling was juist, maar deze is nog niet ‘verzilverd’, dat is geen frauduleus gedrag.
Vraag 63 (PvdA)
Pagina 47
Ondernemend Breda / stimuleren ec. ontwikkeling in Breda
Hoe voer je een economische barometer uit ?
De Economische Barometer Breda (EBB) is al bijna 15 jaar een belangrijk instrument om de Bredase economie in kaart te brengen. De barometer is ontwikkeld in een samenwerking tussen drie partners uit de stad: Avans Hogeschool, Rabobank Breda en de gemeente Breda. Jaarlijks worden de verwachte ontwikkelingen gepresenteerd en op gecommuniceerd met de stad, waaronder een jaarlijkse presentatie-avond en een flyer met de belangrijkste bevindingen Naast een aantal vaste onderdelen wordt ook jaarlijks aandacht besteed aan een thema-onderzoek. De projectorganisatie bestaat uit een project- en een stuurgroep, waarin elk van de drie partners vertegenwoordigd zijn. Ter illustratie is de meest recente flyer bijgevoegd.
Vraag 64 (SP)
Pagina 48 (is mi 44 ??)
Vitaal en sociaal Breda / risico’s
Hoeveel meer dan begroot krijgt de Gemeente Breda aan geld voor de bijstand? Wat doet dit met het aanvankelijke tekort van 12 mln. op de BUIG-gelden?
Zie vraag 65.
Vraag 65 (SP)
Pagina 44
Vitaal en sociaal Breda / risico’s
Wat betekent de meest recente herberekening van het macrobudget BUIG-gelden voor de korting die Breda op BUIG voor de kiezen krijgt ? Welk bedrag aan korting blijft voor de komende jaren over ?
Het definitieve budget BUIG 2015 voor Breda is nog niet bekend. Naar verwachting wordt dit eind oktober definitief vastgesteld. (Op macroniveau is dit budget al wel definitief vastgesteld, dit is € 83,2 miljoen hoger dan het voorlopig macrobudget 2015). Wel is het voorlopige budget 2016 voor Breda vastgesteld. Een verhoging van € 3,8 miljoen tov. het voorlopige budget 2015. Omdat de beschikking 2016 pas eind oktober komt is een herberekening voor de komende jaren nog niet mogelijk. (Een specifieke bijlage voor Breda maakt
nml. onderdeel uit van deze beschikking).
Vraag 66 (SP)
Pagina 44
Vitaal en sociaal Breda / risico’s
Wat betekent het nieuwe budget voor BUIG zoals voor de te nemen maatregelen zoals die door wethouder participatie eerder dit jaar aan de raad zijn gepresenteerd? Kunnen die nu veel humaner en nog realistischer geformuleerd worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaan die maatregelen er dan nu uit zien?
De nieuwe budgetten zijn nog niet (definitief) bekend. Pas eind oktober wordt budget 2015 definitief vastgesteld en dan wordt ook de beschikking voor budget 2016 verwacht (met daarin een specifieke bijlage voor Breda). Daarom op dit moment nog niets te zeggen over consequenties voor maatregelen zoals die eerder dit jaar aan de raad zijn gepresenteerd. Zodra de informatie beschikbaar is zal de raad door de wethouder worden geïnformeerd over totaalpakket BUIG (budgetten (meerjarig), (effect) maatregelen, bestandsanalyse etc.). (E.e.a. cf. toezegging in commissie Economie 19 oktober jl.)
Vraag 67 (CDA)
Pagina 47
Ondernemend Breda / stimuleren ec. ontwikkeling in Breda
"Wat gaan we er voor doen ?": "We nemen barrieres om vanuit huis te werken voor kleine ondernemers en ZZP'ers weg" Welke barrieres zijn dat en wat zijn de maatregelen?
We hebben net een inventarisatie afgerond naar de vraag en het aanbod van kleinschalige bedrijfsruimte. Daarin is ook in kaart gebracht hoeveel starters vanuit huis beginnen (83%) en in welke sectoren dat is. Op basis van dit onderzoek wordt gekeken of er een mismatch is in vraag en aanbod en of de gemeente hier een rol in moet spelen (bijvoorbeeld door uitbreiding van het aantal startersruimtes bij Incubator Breda.) In sommige gevallen wordt het werken vanuit huis niet toegestaan of geeft dit ongewenste effecten. Ook hierbij hanteren we de ‘ja, mits’-houding en nemen we barrières weg.
Vraag 68 (PvdA)
Pagina 48
Ondernemend Breda / stimuleren ec. ontwikkeling in Breda
Uitdagingen : Uitkeringsgerechtigden. Hoort deze niet in het eerste programma ?
Deze staat ook opgenomen onder Thema 1 product wet BUIG. Is hier eveneens opgenomen omdat een stijging of daling van het aantal uitkeringsgerechtigden iets toevoegt aan het beeld over economische ontwikkelingen, werkgelegenheid, etc.
Vraag 69 (SP)
Pagina 49
Ondernemend Breda/ Dynamische stad
Wil de naam 'Stedelijk Museum' zeggen dat het toekomstige museum ook qua organisatievorm onderdeel is van de gemeente en niet een op afstand geplaatste instelling zoals dat nu bijvoorbeeld bij MOTI het geval is?
Neen, dit is niet het geval. Zowel in de oorspronkelijke opdracht zoals verwoord in het startdocument van maart 2015, als in het aangenomen bestuursakkoord wordt uitgegaan van verzelfstandiging van het museum. Verzelfstandiging van Breda’s Museum is al langere tijd een wens van de raad. De titel “Nieuw Stedelijk Museum” is vooralsnog een werktitel.
Vraag 70 (VVD)
Pagina 49
Ondernemend Breda/ Dynamische stad
Wanneer rond het College Factor C af?
Vraag 71 (SP)
Pagina 51
Ondernemend Breda/ Kosten programma
Hoe is de daling van ca. 4 mln. bij "2.3 Onderwijs" te verklaren?
Vraag 72 (VVD)
Pagina 51
Ondernemend Breda/ Kosten programma
Kunt u de bedragen van dynamische stad, grote projecten en stimuleren economische ontwikkeling een slag dieper specifieren? Waar wordt dit geldt aan uitgegeven?
Er wordt momenteel gewerkt aan de actualisatie van Factor C. In het kader van de actualisatie is een community CultuurBreda (on- en offline) gebouwd waarmee richting gegeven wordt aan Cultuur in Breda. Het veld wordt dus nauw betrokken bij dit proces. De gemeente onderzoekt op welke wijze er recht kan worden gedaan aan de opbrengst uit de community zowel beleidsmatig als financieel. De daling op 2.3 onderwijs ten opzichte van 2015 is 0,4 miljoen. Deze daling wordt veroorzaakt door onder andere daling van het uurtarief, taakstelling subsidie en het wegvallen van de eenmalige bijdrage aan jeugdgezondheidszorg. Zie tabel hieronder:
Kenmerk2
Kenmerk3
21000 - Dynamische stad 21100 - Cultureel erfgoed 21200 - Cultuurpresentatie
INKOMSTEN Begroting 2016
23.606.688
426.131
1.664.385
258.490
18.204.203
31.741
21300 - Musea
2.391.200
21400 - Breda`s museum
1.235.900
21500 - Media 22000 - Grote projecten in de stad
UITGAVEN Begroting 2016
135.900
111.000 4.223.070
2.590.278
22100 - Via Breda 24000 - Stimuleren economische ontwikkeling in Breda
Vraag 73 (D66)
Pagina 52
Ondernemend Breda/ Kosten programma
Vraag 74 (PvdA) Vraag 75 (PvdA)
Pagina 52
Ondernemend Breda/ Kosten programma Ondernemend Breda/ Kosten programma
Vraag 76
Pagina 53
Pagina 53
Ondernemend Breda/ Kosten programma
4.223.070
2.590.278
10.254.611
5.254.845
24100 - Economische zaken
3.541.213
631.000
24200 - Grondexploitatie ten behoeve van bedrijfsterreinen
5.725.141
4.623.845
24300 - Evenementen
874.250
24400 - ESC Europese betrekkingen/ subsidies en citymarketing
114.007
Onderwijs : Kunt u de koppeling tussen lasten inzake onderwijsbeleid, taakstelling innovatief subsidiebeleid en eenmalige middelen jeugdgezondheidszorg nader toelichten? De algemene reserve Via Breda muteert maar blijft op 0 staan. Hoe zit dat ? Graag toelichting op post “Voorziening ECO-cultuur”.
Er is hier geen sprake van een koppeling van lasten maar een opsomming van de relevante afwijkingen in cijfers ten opzichte van vorig begrotingsjaar.
Wanneer kunnen we de eerste evaluatie van de toeristenbelasting verwachten
In de meerjarenuitvoeringsovereenkomst Toeristisch Fonds Breda 2013 t/m 2017 is opgenomen dat de gemeente op 1 januari 2017 het initiatief zal nemen tot een gedegen inhoudelijke evaluatie. Uiterlijk 1 maart 2017 zal dan een besluit worden genomen of er wel of
De algemene reserve is opgenomen in programma 5. Daar staat toegelicht dat deze reserve ook mutaties kent op andere programma's. Deze voorziening heeft tot doel de meerjarige onderhoudskosten van het cultuurgebouw Speelhuislaan 171 (Electron) te egaliseren. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag gestort uit de begroting van cultuur.
geen nieuwe meerjarenuitvoeringsovereenkomst voor de periode van 2018-2021 wordt aangegaan. Vraag 77 (SP)
Pagina 55 -
Ondernemend Breda/ Risico’s
Hoe hoog is het risico van de Mezz ingeschat indien deze niet wordt verbouwd en de gevolgen die dat volgens de Mezz heeft zoals teruglopende bezoekersaantallen?
Dit kan momenteel nog niet worden ingeschat. Er is een meerjarenvisie en een uitgewerkt plan voor de verbouwing van Mezz opgevraagd. Deze stukken zijn nog niet door Mezz aan het college aangeboden. Zodra deze plannen zijn ontvangen worden deze aan de raad aangeboden.
Vraag 78 (VVD)
Pagina 55
Ondernemend Breda/ Risico’s
Wat zijn uw plannen met MEZZ en wat zou dit voor de gemeentelijke begroting gaan beteken?
Zie vorig antwoord.
Vraag 79 (VVD)
Pagina 55
Ondernemend Breda/ Risico’s
Vraag 80 (PvdA)
Pagina 57
Duurzaam Wonen in Breda / Onze ambitie
Vraag 81 (SP)
Pagina 57 -
Duurzaam Wonen in Breda / Externe ontwikkelingen
Vraag 82 (SP)
Pagina 58 -
Duurzaam Wonen in Breda / Wonen in Breda
U spreekt over wegvallen subsidies van derden. De Provincie heeft echter een fors bedrag aan cultuurgeld beschikbaar. Wat doet u om delen van dat geld naar Breda te sluizen? Breda wil compact….zijn. Wordt hier bedoeld : we ontwikkelen Breda volgens het concept Compacte Stad ? Wat zijn de gevolgen van de toename van het aantal statushouders op de woningmarkt? Wat zijn hiervan de kosten en wie draait hier voor op?
Wat is de ambitie op het transformeren van leegstand vastgoed? Hoeveel vierkante meter zal getransformeerd
Op dit moment zijn er binnen het budget voor cultuur middelen voor het programma van activiteiten van Mezz maar niet voor een aanpassing van het pand. We zijn in gesprek met Mezz. Er is aan hen gevraagd om een meerjarenvisie en daaraan gekoppeld een marktonderzoek aan te leveren. Lobbywerk en contacten leggen.
Ja, zie structuurvisie Breda 2030
We constateren een toenemende druk op de goedkope en betaalbare voorraad. We hebben een Taskforce geformeerd om tot uitbreiding en betaalbaarheid van de sociale voorraad te komen. De kosten zijn op dit moment moeilijk in te schatten. Wel is het zo dat de kosten voor huisvesting statushouders bij de corporaties en het Rijk liggen (huurtoeslag). Leegstand is niet wenselijk. Wij faciliteren initiatieven in leegstaand vastgoed die passend zijn binnen beleid. Als een initiatief wordt ontvangen, wordt middels de intakeprocedure een
worden?
Vraag 83 (SP)
Pagina 58 -
Duurzaam Wonen in Breda / Wonen in Breda
Hoeveel sociale huurwoningen staan er voor 2016 op de rol om verkocht te worden? Wat zouden de financiële gevolgen voor de woningcorporaties zijn indien hiervan wordt afgezien?
Vraag 84 (PvdA) Vraag 85 (PvdA)
Pagina 58
Duurzaam Wonen in Breda / Wonen in Breda Duurzaam Wonen in Breda / Wonen in Breda
Welke cijfers worden gehanteerd in de tabel voor de jaren 2017 t/m 2020 ? Wat wordt bedoeld met “betere ruimtelijke procedures ?”
Vraag 86 (D66)
Pagina 59
Visie op leegstand : Per wanneer kan de Raad de visie op leegstand tegemoet zien?
Vraag 87 (D66)
Pagina 59
Duurzaam Wonen in Breda / verdeling beschikbare ruimte Duurzaam Wonen in Breda / verdeling beschikbare ruimte
Pagina 58
Studentenhuisvesting. Hoe ver overstijgt het aanbod de vraag aan studentenwoningen?
integrale afweging gemaakt of het initiatief past binnen het geldende beleid. Bij een positieve beoordeling wordt vervolgens aangeven op welke wijze het initiatief kan worden gefaciliteerd. Voor 2016 worden er circa 80 woningen door de corporaties verkocht. Dit zijn overigens niet alleen sociale huurwoningen, maar ook vrije sector woningen. We zien dat de verkoop vaak wordt benut voor betaling van de verhuurdersheffing. Geen verkoop betekent verminderde inkomsten van circa € 8,5 miljoen. Dit is onderwerp van gesprek met de Alliantie en vanuit de gemeente is de inzet erop gericht is zo veel mogelijk woningen beschikbaar te houden en te stellen voor de doelgroep sociale huur. Dat betekent eveneens dat de inzet erop gericht is de sloop van deze woningen zo veel mogelijk te beperken. Ook voor de jaren 2017 t/m 2020 wordt uitgegaan van een netto toevoeging van 812 wonen (woningbouwafspraken). Eenvoudigere en betere ruimtelijke procedures doordat aan de voorkant initiatieven breder worden beoordeeld en aan de voorkant beter op elkaar worden afgestemd. Dit maakt dat het voor de aanvrager en initiatiefnemer eenvoudiger wordt. In 2016. In het Bestuursakkoord staat wat onze ambitie is.
In de huidige plancapaciteit voor studenteneenheden zijn ruim voldoende woningen (1.600 eenheden) opgenomen om te voldoen aan de resterende opgave voor deze doelgroep (1.170 eenheden). In het najaar wordt de opgave voor studentenhuisvesting herzien. Gezien het feit dat de huidige plancapaciteit voor studentenhuisvesting aanzienlijk ruimer is dan de nog resterende opgave en de opgave in het najaar herzien wordt, is het wenselijk terughoudend te zijn in het
Vraag 88 (SP)
Pagina 59 -
Duurzaam Wonen in Breda / verdeling beschikbare ruimte
Hoe groot is de doorstroom van studenten uit (illegale) kamerbewoning naar studenteneenheden? Hoeveel eengezinswoningen zijn hierdoor inmiddels vrijgekomen?
faciliteren van nieuwe initiatieven op het gebied van studentenhuisvesting en in te zetten op daadwerkelijke realisatie van plannen. Vooral de sloop van tijdelijke eenheden van de corporaties zorgt voor doorstroming. In het afgelopen jaar zijn er aan de Lage Kant nieuwe Inslag en de locatie Heuvel/F2 circa 300 woningen onttrokken. Deze werden anti kraak aan studenten/ jongeren aangeboden. Er resteert de komende jaren nog circa 425 woningen met tijdelijke verhuur (Heuvel/ F1 en AchterDeLangeStallen). De handhaving van kamerbewoning betreft een beperkt aantal panden. Veelal is sprake van verkleining van het aantal kamers (van 5 a 6 naar 3 kamers). Lange procedures zorgen ervoor dat de doorstroming nog langzaam op gang komt. Bij de actualisatie van het actieplan studentenhuisvesting zal een overzicht worden geleverd.
Vraag 89 (VVD)
Pagina 60
Duurzaam Wonen in Breda / verdeling beschikbare ruimte
Hoeveel studentenwoningen zitten momenteel in de harde plancapaciteit? Er staat dat er dit najaar in overleg wordt getreden om de opgave van het aantal studentenwoningen te herijken. Tevens staat er dat het aantal geplande woningen de behoefte overstijgt. Deze twee zinnen lijken elkaar tegen te spreken Hoe groot is de behoefte (bij benadering)?
Zie vraag 59.
Vraag 90 (PvdA)
Pagina 60
Duurzaam Wonen in Breda / grote woonprojecten in de stad
Welke doelen worden precies bedoeld als wordt gesproken over : “Bijsturen van ontwikkelingen die niet aansluiten bij de maatschappelijke doelen ”
Zie vraag 59.
Kwantitatieve opgave wonen Kwalitatieve opgave wonen
Vraag 91 (PvdA)
Pagina 62
Duurzaam wonen in Breda / kosten van dit programma
Vraag 92 (SP)
Pagina 63
Duurzaam wonen in Breda / kosten van dit programma
Vraag 93 (PvdA)
Pagina 65
1
Duurzaam wonen in Breda / kosten van dit
Doelstellingen (indicatoren) Faciliteren plancapaciteit voor circa 7.954 woningen in de periode 1-7-2015 tot 1-1-2025 (op grond van de regionale afspraken 2014 ). In algemene zin is sprake van een kwalitatieve mismatch in vraag en aanbod van plannen en moet gewerkt worden aan het ombuigen van deze plannen. In de periode 2014-2018 1.300 wooneenheden voor studenten. Tot 2020 realiseren van 840 nieuwe huisvestingsplaatsen voor arbeidsmigranten en het legaliseren van 840 plaatsen; De realisatie van circa 350 kavels in de periode 2014-2020 ten behoeve van collectief en particulier opdrachtgeverschap; Transformatie van kantoren, winkels en maatschappelijk vastgoed naar wonen; De huisvesting van statushouders; Een voldoende groot woningaanbod in de sociale huursector voor de doelgroep van beleid1. De druk ligt met name op de goedkope (tot. € 403,06) en betaalbare woningvoorraad (van € 403,06 tot € 618,24); Stimuleren van de particuliere huurvoorraad; Zorg dragen voor voldoende geschikte woningen voor ouderen en mensen met een beperking.
Wat zijn de stortingen en onttrekkingen reserves en moeten we onder “totaal reserves” verstaan: het totaalsaldo van onttrekkingen en stortingen ? Onder kopje 3.1 wordt gesteld dat de kosten voor het klimaatprogramma 0,2 mil. minder waren dan begroot. Wat is hier de oorzaak van en lopen we op schema met het behalen van onze klimaatdoelen?
Investeringen: Welke vergunningsgebieden worden ingevoerd ?
Op blz 186 van de begroting is de specificatie opgenomen van de onttrekkingen en stortingen in de reserves. Het onderdeel totaal reserves is inderdaad het totaalsaldo van de onttrekkingen en stortingen.
De lasten zijn in 2016 0,2 mln lager dan in 2015. In 2015 is begroot dat de opbrengsten van de windmolens Hazeldonk voor 2014 en 2015 in 2015 via revolverende projecten uitgegeven zullen worden. Ja, volgens de laatste inzichten lopen we op schema met het halen van onze klimaatdoelen. Waarbij de gemeente afhankelijk blijft van forse investeringen van derden in Breda. In de evaluatie over 2015 zal hier nader op in worden gegaan. Er worden momenteel gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van Belcrum, Drie hoefijzers Noord, Drie Hoefijzers Zuid en Wilhelminapark. Of
De doelgroep van beleid bestaat uit de primaire doelgroep plus de secundaire doelgroep. De primaire doelgroep is de doelgroep die op grond van jaarinkomen en vermogen in aanmerking komt voor huurtoeslag. De secundaire doelgroep zijn de huishoudens die niet tot de primaire doelgroep behoren en een belastbaar inkomen hebben tot € 34.911,-.
programma
daar daadwerkelijk ook vergunningparkeren wordt ingevoerd is afhankelijk van de uitslag van nog te houden enquêtes. Ja er worden BOA’s ingehuurd. Het totale structurele inhuurbudget voor BOA’s is € 255.000. Daarnaast is voor € 220.000,- inhuurkracht op projectbasis ingezet ten behoeve van het Donkere dagen offensief.
Vraag 94 (SP)
Pagina 69 -
Basis op orde in Breda / Veilig Breda
Worden er particuliere beveiligers ingezet door de gemeente voor BOA's-taken? Zo ja, hoeveel en wat kost dit?
Vraag 95 (SP)
Pagina 69 ?? (vindplaa ts vraag onbeken d)
Basis op orde in Breda / Veilig Breda
- In 2016 en 2017 wordt in totaal een miljoen euro meer gereserveerd voor toezicht en handhaving. Expliciet staat vermeld dat dit de gemeente in staat moet stellen te voldoen aan haar wettelijke taken en verantwoordelijkheden; mede in aanloop naar de nieuwe omgevingswet van 2018. De afdeling toezicht en handhaving handhaaft niet louter in het kader van de omgevingswet. Worden deze middelen alleen in het kader van de nieuwe omgevingswet ingezet? Zo nee, hoe gaan deze middelen besteed worden? Krijgt de afdeling toezicht en handhaving ook op andere terreinen de broodnodige extra slagkracht?
De extra impuls wordt niet (expliciet) ingezet voor de aankomende Omgevingswet, maar voor het wegwerken van werkvoorraad rondom het project BAG, handhavingsverzoeken en (strafrechtelijke) fraudeonderzoeken, (meer) buurtgericht werken, (meer) toezicht en handhaving in het buitengebied, controle op gescheiden afvalinzameling en het door ontwikkelen van de competenties van de medewerkers T&H.
U heeft aangegeven cameratoezicht in het Valkenbergpark te steunen? Waar zijn de kosten van dit toezicht opgenomen? Is Topdienstverlening nog een apart onderdeel van het programma en waar zijn de
De burgemeester heeft over dit onderwerp op 17 september jl. de raad schriftelijk geïnformeerd. Daaruit evt. voortvloeiende kosten zijn bij het opstellen van deze begroting (nog) niet betrokken.
Vraag 96 (VVD)
Pagina 69
Basis op orde in Breda / Veilig Breda
Vraag 97 (CDA)
Pagina 70
Basis op orde / Dienstverlening
Méér informatie hierover ontvangt u in ons Jaarprogramma 2016 dat wij naar verwachting u eind december zullen aanbieden.
De activiteiten die we ontplooien in het kader van het project Top Dienstverlening vindt u terug in programma 4, met name onder thema 4.2
financiën verantwoord ? Wat zijn de meerjaren investeringen en baten in de aanpassing van de dienstverlening (kwalitatieve en kwantitatieve business case?)
Vraag 98 (VVD)
Pagina 70
Basis op orde / Dienstverlening
Vraag 99 (VVD)
Pagina 70
Basis op orde / Dienstverlening
Op wat voor manieren gaat u de bereikbaarheid van de gemeente vergroten? Bijvoorbeeld door aan te sluiten bij de app Beter Buiten en daar daadwerkelijk opvolging op te geven? Of bij melden van onveilige situaties op gebied van infrastructuur, de melder ook terugkoppeling te geven over al dan niet uitgevoerde maatregelen? Kortom, hoe gaat u het de burger zo makkelijk mogelijk maken om in contact te treden met de gemeente en hoe gaat u hen, indien van toepassing, ook informeren over de opvolging? Welke rol speelt de nieuwe website hierbij? Wat is de gemiddelde doorlooptijd van een vergunning aanvraag? Hoeveel procent wordt binnen de gestelde termijn (zonder uitstel) afgerond? Hoeveel vergunningen worden binnen twee weken afgerond en hoeveel duurt langer dan 16
Dienstverlening en voor een enkel onderdeel onder thema 4.5 Open Overheid. Top Dienstverlening is geen apart onderdeel van het programma. Vandaar dat de betreffende financiën niet apart worden verantwoord. De kosten van het project Top Dienstverlening zijn verrekend in de reguliere bedrijfsvoering. De baten zullen na het doorlichten en verbeteren van de klantketen bekend zijn en verrekend worden. Voor iedere klantketen geldt een kwalitatieve opbrengst (toename klanttevredenheid en medewerkerstevredenheid) en een kwantitatieve opbrengst (stuurinformatie en mogelijke bijdrage aan de financiële taakstelling op bedrijfsvoering). In 2016 wordt u hierover nader geïnformeerd.
Er zijn vele typen vergunningen. Als voorbeeld geven we hier de cijfers van een reguliere Omgevingsvergunning: Daarvan is de netto doorlooptijd gemiddeld van januari tot september 4,7 weken. En 97% wordt tijdig afgerond. Maar er zijn ook andere typen vergunningen en aanvragen. Deze aanvragen staan nu voor het eerst
Vraag 100 (D66)
Pagina 76
Basis op orde / kosten van het programma
Vraag 101 (SP)
Pagina 77 -
Basis op orde / kosten van het programma
Vraag 102 (SP)
Pagina 77
Basis op orde / kosten van het programma
weken
in een begroting in één programma vermeld. Er wordt in de begroting een start gemaakt om de meetmethodiek van aanvragen over processen heen gemeentebreed te doorontwikkelen. Een en ander in afstemming met de werkgroep cyclische processen.
De onttrekking aan de reserve groenfonds is exact gelijk aan het saldo van deze reserve (475.000). Waar is deze onttrekking voor gebruikt? Was het benodigd bedrag (toevallig) exact gelijk aan deze onttrekking, of is men tot de conclusie gekomen dat de reserve kon vrijvallen? Waarom is de voorziening voor onderhoud gebouwen welzijn van 189k naar 0 gegaan?
De reserve groenfonds wordt gevuld met bijdragen door het toestaan van bebouwing in het buitengebied. Deze gelden moeten worden besteed aan groenprojecten in het buitengebied. Het programma voorziet in een volledige uitnutting van de beschikbare middelen. De daadwerkelijke besteding is afhankelijk van de voortgang van de projecten. Bij onderbesteding schuiven de middelen door naar het volgende jaar.
Hoe is het gesteld met de onderhoud van de wegen en de hieraan verbonden risico ’s. Hoeveel wegen op A niveau, Hoeveel wegen op B niveau en op C niveau ?
De voorziening ‘onderhoud gebouwen Welzijn’ daalt naar nul omdat de onttrekkingen die gedaan worden voor uit te voeren werkzaamheden, groter zijn dan de begrote dotaties. Ieder jaar wordt overigens de toereikendheid van de voorzieningen bepaald over een periode van 10 jaar en indien nodig worden de voorzieningen en dotaties aangepast. Door de extra onderhoudsprojecten die sinds 2014 uitgevoerd worden, wordt de toestand van het wegennet in Breda steeds beter. De meest recente inspectie, voorjaar 2014, gaf het volgende beeld: Op A+ of A niveau zit: 73,9%. Het B niveau omvat 7,8 % van de wegen. 3,2% zit op C en 15,1% op D. Dit laatste is de categorie 'achterstallig onderhoud', waarvoor een aparte voorziening met 20 mln is ingesteld, uit te voeren gedurende 8 jaar. In het voorjaar van 2016 zal weer een nieuwe inspectie uitgevoerd worden. De verwachting is dat de categorie D dan significant afgenomen zal zijn. Het risico op calamiteiten neemt hierdoor ook af. NB: het totale areaal aan verharding in Breda is ca. 10 miljoen m2.
Vraag 103 (PvdA)
Pagina 79
Basis op orde / kosten van het programma
Bij investeringen staat dat voor verhardingen nog 500k moet worden gevoteerd. In de toelichting staat dat de gemeenteraad dit bedrag al ter beschikking heeft gesteld. Hoe is dit met elkaar te rijmen ?
Het bedrag was eerder al door de gemeenteraad voorlopig gereserveerd in het MIP (Meerjaren Investeringsprogramma) , in 2 jaarschijven van € 500.000 elk. Omdat dit samen € 1 miljoen is, is de afspraak dat dit nog separaat gevoteerd moet worden. In de raadsvergadering van 24 september 2015 is het bedrag van € 500.000 + € 500.000 gevoteerd voor de revitalisatie/groot onderhoud van de Haagweg/Nieuwe Haagdijk. Hierbij is ook het uitvoeringsplan besproken en akkoord bevonden.
Vraag 104 (VVD)
Pagina 80
Basis op orde / kosten van het programma
In hoeverre is het multifunctioneel gebruik van gemeentelijke accommodaties concurrerend tov Markt en Overheid? Wordt hierbij ook gedacht aan de effecten van vennootschapsbelasting voor de overheid?
Op 10 juli 2014 heeft de gemeenteraad van Breda de economische activiteiten vastgesteld die plaatsvinden e in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25h 5 lid van de Mededingingswet. De Wet Markt en Overheid heeft tot doel een zo gelijk mogelijke concurrentieverhouding tussen overheden en bedrijven te creëren. In dat kader zijn in 2014 alle door de gemeente Breda te leveren goederen en diensten in het kader van de Wet Markt en Overheid beoordeeld. De aard van de activiteit is bepalend voor het antwoord op de vraag of het aanbieden van goederen en diensten concurrerend is met ondernemingen. Met betrekking tot de exploitatie van gemeentelijke binnen- en buitensportaccommodaties en de verhuur en/of ingebruikgeving van maatschappelijk vastgoed is onderbouwd de conclusie getrokken dat deze activiteiten plaatsvinden e in het algemeen belang als bedoeld in artikel 25h 5 lid van de Mededingingswet en dat het om die reden ongewenst is om de integrale kostprijs door te berekenen. Alle activiteiten die de gemeente ontplooid worden bezien in het licht van de vpb-plicht.
Vraag 105 (SP)
Pagina 85 -
Org. en financiën van Breda / toekomstbestendi
Welk percentage van de totale loonkosten wordt uitgegeven aan de inhuur van externen? Hoe
Ten behoeve van de begroting 2016 is een raming gemaakt van de loonkosten voor de personele formatie plus een raming van de kosten inhuur
Vraag 106 (VVD)
Pagina 85
ge organisatie
hoog was dit in voorgaande jaren?
externen. Het budget inhuur externen is 6% van het totaal gecalculeerde bedrag voor formatie en inhuur derden. Hierbij opgemerkt dat in de praktijk het loonbudget voor de personele formatie ook gedeeltelijk wordt aangewend voor de tijdelijke inhuur van externen, o.a. indien er sprake is van vacatures en indien er (rendabele) projecten worden aangezet die niet volledig met eigen personeel kunnen worden uitgevoerd. M.a.w. de feitelijke inhuur van externen is hierdoor hoger. Dit blijkt ook uit de feitelijke inhuur van externen in 2014 (10% incl. ATEA) en in 2015 tot en met periode 9 (14% incl. ATEA). De toename in 2015 ten opzichte van 2014 is vooral te verklaren doordat, na een reeks van jaren met veel bezuinigingen, er meer vacatures ontstaan die tijdelijk worden ingevuld door externe inhuur. Dit om de bestuurlijk geformuleerde doelen en resultaten te kunnen blijven realiseren. Door de in het bestuursakkoord en begroting geformuleerde ambitie van een flexibele organisatie zal het beleid omtrent formatie en externe inhuur ook de komende tijd aandacht krijgen.
Org. en financiën van Breda / toekomstbestendi ge organisatie
Waar zijn de gemeentelijke business- informatie-, en technische principes vinden? Waar is de gemeentelijke informatie-, en technische architectuur vinden? Hoeveel software applicaties heeft de gemeente Breda totaal in gebruik? Hoeveel van die applicaties hebben dezelfde of vergelijkbare functionaliteit Hoeveel applicaties zijn maatwerk? Hoe is het contractmanagement op die contracten geborgd? OP welke manier is ICT in de
Gemeente Breda volgt voor de business-, informatie, en technische principes en architectuur de landelijke standaarden en richtlijnen van VNG/KING. Dit uitgangspunt is vastgelegd in een omslag dd. 2 oktober 2010, en wordt sindsdien toegepast. De architectuur is in diverse documenten en systemen vastgelegd, zoals in de richtlijnen voor aanbestedingen van applicaties en in architectuurtools zoals BizzDesign en de softwarecatalogus van KING. Het aantal software applicaties dat gemeente Breda in gebruik heeft is ongeveer 750 (Dit is inclusief meerdere modules en versies van één applicatie). Dit varieert van fotobewerkingsprogramma’s, label printer software en beheertooltjes tot zware ondersteuningsapplicaties in bijvoorbeeld het sociale domein. We hanteren een beleid van applicatie-
governance structuur van de organisatie opgenomen Hoever is de gemeente gevorderd met het rijks digitaliseringsprogramma (i-
rationalisatie, waardoor we voor primaire functionaliteiten 1 pakket in huis willen hebben. Hier wordt middels bijvoorbeeld de softwarecatalogus van KING op gestuurd. Voor ondersteunende functionaliteit zoals bijvoorbeeld viewers bestaat her en der overlap, hier is kwantitatief geen informatie over aanwezig. Of een applicatie maatwerk is wordt niet geregistreerd, noch dat iets geheel voor Breda is gebouwd noch dat er voor gemeente Breda (kleine) aanpassingen zijn doorgevoerd. Het beleid is “commercial off the shelf”, wat inhoudt dat we waar mogelijk beproefde software inzetten. De CIO-rol is belegd bij directeur SB, hij is ook verantwoordelijk voor de overkoepelende richtlijnen, de architectuur en voor de technische ondersteuning. Van iedere applicatie is een applicatie-eigenaar bekend die verantwoordelijk is voor de contracten en de governance van zijn applicatie. Er wordt veel samengewerkt met andere gemeenten op dit gebied; landelijk via VNG/KING, met de B5 met name op strategisch/taktisch gebied en operationeel is recent een intensieve samenwerking gestart met Drimmelen en Geertruidenberg.
Vraag 107 (VVD)
Pagina 87
Organisatie en Financiën van Breda
Waardoor wordt de fluctuatie in lasten in de komende jaren verklaard? Van 7,8 naar 2,3 naar 6,9 naar 8,7?
Vraag 108 (PvdA)
Pagina 89
Org. en financiën van Breda
Waar is de 1 mln onttrekking centrale personeelsvoorziening voor ?
Gemeente Breda loopt goed in de pas bij de implementatie van het rijksdigitaliseringsprogramma, zoals ook blijkt uit waarstaatjegemeente.nl en iNUPmonitors. Dit wordt met name veroorzaakt door het product stelposten. Hierop zijn divers onderdelen opgenomen die op het moment van opstellen van de begroting nog niet toegewezen kunnen worden aan programma’s/thema’s. Dit is bedoeld voor WW en wachtgelduitkeringen aan voormalige personeelsleden.
Vraag 109 (VVD)
Pagina 89
Org. en financiën van Breda
Er wordt 500.000 gereserveerd voor een nieuwe website. Uit welk jaar dateert de huidige website? Waarom wordt deze vervangen? Wat heeft de huidige website gekost?
De huidige website is begin 2011 in de lucht gegaan. De site kostte €425.000,00. Dit bedrag betreft naast de ontwikkeling van de breda.nl en subsites o.a. ook de kosten van de begeleiding van de technische functionaliteiten, migratie van onderdelen van de oude site Breda.nl en 15 subsites. Eind van dit jaar komt een update van het systeem waarin de site is gebouwd. Een bestaande versie van Drupal is niet ‘up te daten’ naar een hogere versie. Een hogere versie van Drupal is te vergelijken met een ander systeem. De update brengt daarom dusdanige consequenties met zich mee dat op termijn een aantal functies niet meer gegarandeerd kunnen worden. De overgang naar een hogere versie gaat gemoeid met veel inspanningen en kosten, als ware het een migratie waarbij vormgeving opnieuw wordt gebouwd, data, koppelingen opnieuw worden geïmporteerd. Afgewogen moet worden of het gerechtvaardigd is om dat nog in de huidige site te investeren, mede in relatie tot de ontwikkelingen in de maatschappij en technologie of dat het beter is deze investering te doen in een up to date online instrumentarium. Het maatschappelijk speelveld verandert. De behoeften om te participeren en te co-creëren krijgen daarin steeds meer een plek. Het gaat dus niet alleen meer om puur zenden en ontvangen. Ook het gebruik van online kanalen neemt toe net als online gebruik van mobiel apparaten. De wijze waarop de mensen in de maatschappij en stad digitaal hun informatie zoeken, verandert erg snel. Hetzelfde geldt voor de techniek en de communicatieinstrumenten die daar bij horen. Een onlinestrategie die nu in ontwikkeling is, wijst op een vraag naar meer geïntegreerde aanpak van digitale communicatiemogelijkheden. Deze is gebaseerd op analyse, onderzoek, enquêtes en gesprekken met stakeholders. Op basis van de
online strategie zal binnenkort helder worden wat dat betekent voor de huidige site (doorontwikkelen of vernieuwen).
Vraag 110 (Breda 97)
Pagina 101
Paragrafen / risicomanagement en weerstandsvermo gen
Risico Ateagroep voor 2016 ingeschat op 9,6 miljoen. Inschatting in voorgaande jaren was substantieel hoger.(begroting 2015 : 18 miljoen) Kan hier een verklaring voor worden gegeven ?
Vraag 111 (PvdA)
Pagina 102
Paragrafen / risicomanagement en weerstandsvermo gen
Is er al zicht op verlenging externe contacten servicebedrijf ?
Vraag 112 (D66)
Pagina 103
Paragrafen / risicomanagement en weerstandsvermo gen
Heeft u als College een termijn in gedachte waarbinnen de risico’s van de Verbonden Partijen in kaart gebracht moeten zijn of zijn daarover afspraken met Verbonden Partijen gemaakt? Zo ja, kunt u die termijnen aan de raad doen toekomen?
Vraag 113 (VVD)
Pagina 103
Paragrafen / risicomanagement en weerstandsvermo gen
Financiële positie culturele instellingen staan onder druk. Wordt van organisaties ook gevraagd zelf bij te dragen aan de verbetering van de fin. Positie? Hoe doet u dat, wat doen instellingen zelf om derde geldstromen aan te boren.
In de begroting 2015 bedroegen de risico’s inderdaad nog € 18,0 miljoen. Dit risico omvatte zowel de BUIG(€ 6,0 miljoen), als de ‘pure’ ATEA-risico’s (€ 12,0 miljoen). Omdat de risico’s rondom BUIG steeds prominenter werden, zijn deze onder een afzonderlijk kopje geplaatst. Dit is in vergelijkende cijfers ook aangepast. De verdere daling van € 12,0 miljoen naar € 9,6 miljoen is te verklaren door genomen maatregelen, betere inzichten en geleden schades. Momenteel liggen er vanuit de gemeente offertes bij de 2 grootste klanten. Bij één klant heeft er al een contractverlenging plaatsgevonden voor één jaar. Andere klant beslist dit jaar nog over verlenging. Momenteel zijn wij de enige leverancier waar een offerte bij opgevraagd is. Overigens lopen er ondertussen gesprekken met 2 gemeenten om diensten te gaan verlenen op ICT gebied. Daarmee wordt het genoemde risico mogelijk afgedekt. Het laatste jaar is er intensief contact geweest met verbonden partijen over onder andere het risicomanagement. De verwachting is dat veel verbonden partijen bij de jaarrekening 2015 hierover zullen rapporteren en dat alle verbonden partijen de risico’s in 2016 in kaart gebracht zullen hebben.
Culturele instellingen zijn altijd bezig met het verbeteren van hun financiële positie middels fondsen/sponsorwerving en vergroten publieksbereik. Als gemeente vragen wij de gesubsidieerde instellingen zich als cultureel ondernemer op te stellen en zoveel mogelijk middelen van derden te verwerven.
Vraag 114(S P)
Pagina 105 -
Paragrafen / risicomanagement en weerstandsvermo gen
Hoe ontwikkelen de financiële kengetallen (netto schuld, solvabilteit, weerstandcapaciteit, etc.) zich er vanuit gaande dat de begroting tot aan 2019 met ca. 70 miljoen krimpt?
De impact is nagenoeg nihil. Alleen bij het kengetal netto-schuldquote kan een dalende begrotingsomvang van invloed zijn. Dit effect is nu overigens niet aan te geven.
Vraag 115 (D66)
Pagina 106
Paragrafen / risicomanagement en weerstandsvermo gen
Kunt u aangeven hoe de solvabiliteitspositie zich ontwikkelt, door de solvabiliteit in 1 of 2 cijfers achter de komma weer te geven
Neen, dit door het ontbreken van de meerjarenprognose van de balans (zie antwoord vraag 4 dat deze waarschijnlijk vanaf 2017 verplicht wordt).
Vraag 116 (VVD)
Pagina 106
Paragrafen / risicomanagement en weerstandsvermo gen
Solvabiliteit. Wat is uw visie op het gebied van solvabiliteit? Wat is in uw beleving een optimaal percentage?
Vraag 117 (VVD)
Pagina 119 e.v.
Paragrafen / verbonden partijen
Wat zijn de gevolgen van de vpb voor overheidsbedrijven voor alle verbonden partijen? Kunt u dit per organisatie duiden?
Vraag 118 (D66)
Pagina 121
Paragrafen / verbonden partijen
GR schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten: De geraamde exploitatie van het programma stijgt licht. Wat is daar reden van?
Cijfers achter de komma is een verfijning van de huidige wijze van presenteren maar heeft geen invloed op het gepresenteerde beeld Vanaf de begroting 2016 is het wettelijke verplicht een aantal kerngetallen in de begroting op te nemen. Waaronder solvabiliteit, Deze kengetallen moeten in samenhang worden bekeken en een oordeel over één kengetal daardoor geen totaalbeeld geeft. Er zijn inmiddels afspraken gemaakt met de werkgroep cyclische producten om voorstellen te doen over normering van de kengetallen en de beoordelingswijze van het totaal. De diverse verbonden partijen zullen in meer of mindere mate gevolgen van de VPB ondervinden. Momenteel is nog niet aan te geven per verbonden partij wat de impact is. Overigens zullen de verbonden partijen zelf de impact aan moeten geven. Het totaal aantal leerlingen in de regio West-Brabant is in het afgelopen jaar licht gestegen. Hierdoor heeft enige extra personele inzet plaats gevonden. Het aandeel leerplichtige leerlingen dat afkomstig is van de regiogemeenten neemt licht af, terwijl het aantal leerplichtigen in Breda juist licht toeneemt. Het gevolg hiervan is dat Breda naar rato een iets hogere
bijdrage aan het RBL betaalt dan de bijdragen die de regiogemeenten betalen. Vraag 119 (SP) Vraag 120 (Breda 97)
Pagina 123
Paragrafen / verbonden partijen
Waarom zijn bij diverse verbonden partijen geen risico's benoemd? Waarom keert Brabant Water geen dividend uit ?
Dat kan komen doordat de partijen ze niet hebben opgegeven of niet onderkennen.
Pagina 126
Paragrafen / verbonden partijen
Vraag 121 (SP)
Pagina 134
Paragrafen / verbonden partijen
Hoe worden de risico's ingeschat voor de RAV Brabant MiddenWest-Noord door het ontbreken van een CAO en het aflopen van de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) eind 2017?
Vraag 122 (CDA)
Pagina 141
Paragrafen / verbonden partijen
Waarom is de omschrijving van de grootste risico's voor de GR OMWB gewijzigd? (begroting 2015 vergeleken met begroting 2016).
Dit is zo aangeleverd door de OMWB. De wijziging lijkt meer van tekstuele aard dan van materiele aard.
Vraag 123 (Breda 97)
Pagina 141
Paragrafen / verbonden partijen
Veiligheidshuis : Grootste risico’s : stagnerende bijdragen. Zijn er partijen die hun bijdrage niet betalen ?
Het Veiligheidshuis krijgt een structurele rijkssubsidie via centrumgemeente Tilburg van de Veiligheidsregio. Daarnaast ontvangt het een subsidie van alle elf deelnemende gemeenten en een bijdrage van de deelnemende organisaties op basis van het aantal bezette werkplekken per organisatie.
Dat is de keuze van Brabant Water. Brabant Water wil eerst een uitspraak over de overdrachtswaarde TWM (Tilburgse Watermaatschappij) Dit kan een aanzienlijk effect hebben op de reservepositie van Brabant Water. Op de specifiek door u aangedragen punten leiden is er geen sprake van risico’s die leiden tot een verhoogde risicopositie voor Breda. De ontwikkelingen in deze blijven nauwlettend gevolgd worden.
Het is zo dat een aantal organisaties na de economische crisis heeft besloten om geen werkplekken meer te bezetten in het Veiligheidshuis. Andere organisaties zijn echter meer werkplekken gaan afnemen, waardoor de inkomsten van de deelnemende organisaties op peil zijn gebleven.
Vraag 124 (SP)
Vraag 125 (SP)
Pagina 143
Pagina 143
Paragrafen / treasury
Paragrafen / treasury
Vraag 126 (CDA)
Pagina 144
Paragrafen / bedrijfsvoering
Vraag 127 (D66)
Pagina 147
Paragrafen / rechtmatigheid
Waarom wordt bij de renterisiconorm uitgegaan van een stijgende begrotingsomvang van 625 mln. (2016) naar 645 mln. (2020) terwijl deze juist afneemt met ca. 70 mln. euro?
Wat heeft dit verschil van 90 mln. op de getallen van renterisiconorm, te maken met de aflossing op de netto vaste schuld en de ruimte onder de risiconorm?
“2 miljoen om uitgangspunten voor nieuwe flexibele organisatie waar te maken. Waar gaat die 2 miljoen nu precies naar toe ? Kunt u aangeven hoe u de rechtmatigheid van versterkte subsidies wil gaan controleren? Vind daarover controle van de jaarrekening en begroting plaats?
Het betreft ramingen. De meerjarenraming t.b.v. de renterisiconorm is een zeer globale raming (jaarlijks vijf miljoen erbij). Tot 2016 werden er geen meerjaren gegevens opgenomen in de begroting. Voor komende jaren zullen de cijfers op elkaar worden afgestemd. Materieel gezien maakt e.e.a. niets uit. Zie de toelichting op pagina 143. Indien de ramingen ook uitkomen zullen alle kengetallen waarin de begrotingsomvang in de noemer staat dus hoger worden. Daarom worden kengetallen niet als absolute waarheid gezien maar altijd in samenhang met elkaar bezien. Met betrekking tot de renterisiconorm maakt het niets uit. Zie ook de toelichting op pagina 143. Er is enorm veel ruimte onder de norm zodat overschrijding niet zal gebeuren. Het bedrag is onder andere bedoeld om een impuls te geven aan de ontwikkelingen in het kader van de Digitiale gemeente en de Digitale stad Conform de ASV zijn er richtlijnen die wij hanteren. ASV. Artikel 7.1/7.2/7.3 - Bij subsidies van minder dan € 5.000 hoeft in principe geen verantwoording afgelegd te worden. Deze worden steekproefsgewijs gecheckt door de accounthouders; - Bij subsidies tussen de € 5.000 en € 50.000 moet een inhoudelijk verslag van de activiteiten en een financieel verslag (jaarverslag en jaarrekening) door de gesubsidieerden worden opgestuurd waaruit ook de rechtmatigheid blijkt. - Bij subsidies boven de € 50.000 moeten de organisaties niet alleen een inhoudelijk en financieel verslag (jaarverslag en jaarrekening), maar ook een accountantsverklaring waaruit de rechtmatige
besteding van de middelen blijkt opsturen.
Vraag 128 (SP)
Pagina 165
Bijlagen overzicht baten en lasten
Budget maatwerk WMO blijft teruglopen na 2017: waar heeft dat mee te maken? Begrote lasten WMO met 5,2 miljoen bijgesteld (van 2015 naar 2016) , Wordt dit gecompenseerd? Zoja waar ?
Vraag 129 (CDA)
Pagina 165
Bijlagen overzicht baten en lasten
De raming is aangepast op de uitkering van het Rijk voor de nieuwe WMO-taken, die neerwaarts is bijgesteld door de invoering van een objectief verdeelmodel met ingang van 2016. In totaal zijn de begrote lasten van dit thema met € 5,2 miljoen gedaald. Lezen wij het goed dat u de raming van de lasten evenveel laat dalen als de neerwaartse bijstelling door de invoering van het objectief verdeelmodel? Zijn er bijzondere maatregelen nodig om deze lasten te verminderen of wordt het een technische bijstelling omdat we in 2015 (minstens) zoveel lijken over te houden op de WMO? In dit sociale domein lijken de uitgaven exact even hoog begroot als de inkomsten. Klopt dit? Zo ja, hoe kan dit? Hebben we nog geen zicht op hoe de uitgaven zich in de praktijk ontwikkelen? Delen we alles uit?
Het budget maatwerk Wmo blijft ook na 2017 teruglopen, omdat de uitkering van het Rijk voor de nieuwe Wmo taken ook na 2017 blijft dalen. De bijstelling van de lasten wordt niet elders gecompenseerd, kan vooralsnog worden opgevangen met de beschikbare middelen. In 2015 wordt er een positief resultaat verwacht bij de Wmo nieuwe taken, zoals is gemeld bij de tweede bestuursrapportage. Zoals aangegeven bij vraag 56 is de aanpassing van de lasten niet alleen het gevolg van de invoering van het objectief verdeelmodel. De raming van de lasten is inderdaad aangepast aan de neerwaartse bijstelling van de door het Rijk verstrekte uitkeringen. Hiervoor zijn geen bijzondere maatregelen nodig, omdat er in 2015 een positief resultaat is bij met name de Wmo begeleiding zoals is gemeld bij de tweede bestuursrapportage. Het is inderdaad zo dat er op dit moment nog geen volledig zicht is op de uitgaven, onder meer omdat de zorgaanbieders met vertraging declareren. In ieder geval is wel met grote zekerheid vast te stellen dat we bij de Wmo nieuwe taken een positief resultaat zullen halen. Er is de keuze gemaakt om de lasten voor 2016 in overeenstemming te houden met de door het Rijk ter beschikking gestelde middelen. Samen met partners zoals Breda Actief zetten we in op vrijwilligerswerk. Met de Vrijwilligersacademy worden trainingen ontwikkeld. Daarnaast is jong geleerd oud gedaan, met het Maatschappelijk Betrokken Onderwijs zetten we in op jongeren.
Er wordt gesproken over eigentijds vrijwilligersbeleid, waardoor meer mensen vrijwilliger zullen worden. Een belangrijke doelstelling. Kunt u aangeven wat de veranderingen in het vrijwilligersbeleid zijn die zullen leiden tot meer vrijwilligers? Vraag 130 (D66)
Pagina 179
Bijlagen : duurzaam wonen in Breda
Er wordt aangegeven met onorthodoxe maatregelen te komen. Kunt u een aantal voorbeelden opsommen?
Vraag 131 (Breda 97)
Pagina 197
Bijlagen : Financiën algemeen
Lasten afvalservice stijgen met 3,6 miljoen t.o.v. begroting 2015. Opbrengsten stijgen met 1 miljoen. Waarom stijgen de lasten zo hard ?
In het kader van de Taskforce Betaalbaarheid en Beschikbaarheid willen we op onorthodoxe wijze tot verruiming van de voorraad komen. Gedacht kan worden aan tijdelijke huisvesting in containerwoningen/units, transformeren van leegstand (zorg/commercieel) vastgoed, toepassen modulaire bouw, opnieuw inzetten te koop staande woningen voor verhuur en tenslotte woningdeling. In de (exploitatie)lasten is in 2016, naast de meerkosten van de transitie zoals kapitaallasten, externe inhuur, communicatie (bij elkaar 1,1 mln) tevens de activiteit inzameling kunststof verpakkingen en drankkartons verwerkt. Dit veroorzaakt een lasten en baten toename van 1,0 mln. Ook is de stijging van de stortkosten agv de invoering van de stortbelasting verwerkt in 2016 (0,8 mln) en is de raming van stortkosten huishoudelijk restafval verhoogd agv een te lage raming (0,4 mln). In 2015 is de kostenstijging eenmalig afgedekt uit de reserve Afvalservice, dit is middels een begrotingswijziging verwerkt gedurende het jaar.
Vraag 132 (D66)
Pagina 201
Bijlagen : Financiën algemeen
In onder meer de bijeenkomst cyclische produkten werd duidelijk dat de gevolgen van de septembercirculaire nog niet in alle financiële overzichten van de begroting zijn verwerkt. Kunt u aangeven waar dit het geval is en wat de impact daarvan is op de financiële overzichten?
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 133 (D66)
Zijn er richtlijnen binnen de gemeente Breda voor externe inhuur ? Kan de raad hierover beschikken ?
Vraag 134 (D66)
Pagina 79 en 203
Basis op orde / kosten van het programma
In dit overzicht staat een bedrag van 5,4 mln geraamd voor de afvalstoffen transitie. In de bijeenkomst afgelopen week is gesproken over een totale investering van 8 miljoen de komende jaren Hoe verhouden deze bedragen zich met elkaar?
Vraag 135 (CDA)
Pagina 203
Duurzaam wonen Breda
In het investeringsoverzicht staat voor afval Transitie 5.409 mlj. Eerst was er geraamd 2,5 mlj uit de reserves. Ik kan deze verandering begrijpen. Kunt u aangeven hoeveel euro’s deze investering druk op de afvalstoffen heffing en in hoeveel jaar deze investering dan terug vloeit?
Algemeen
Kunt u aangeven in een kalender wanneer aan de raad wordt gerapporteerd op de
Vraag 136 (VVD)
Er zijn concernbrede richtlijnen. Is er intern binnen eigen organisatie personeel beschikbaar en competent? Kan via (bestand) ATEA adequaat personeel beschikbaar geleverd worden? Biedt de regionale samenwerking een oplossing voor het capaciteitsvraagstuk? Indien eerste 3 stappen geen oplossing bieden dan: Worden externe partijen ingeschakeld (uitzendkrachten, payrollers, bureau’s, etc.). Hiervoor zijn ook diverse mantelcontracten gesloten.
De totale investering van € 8 miljoen is gespreid over twee jaren: Voor 2016 staat er een investering gepland van € 5,4 miljoen, voor 2017 staat er in het investeringsplan nog een bedrag gepland van € 2,6 miljoen. Samen dus € 8 miljoen.
De eenmalige impuls (gedekt uit de reserves) van 2016 vloeit in 2017 weer terug. Hier tegenover staan in 2017 minder kosten als gevolg van de halvering van het storttarief restafval. Kortom de transitie is een voor de heffing een neutraal verlopend proces, gefinancierd uit lager wordende verwerkingskosten (lager tarief restafval) en minder inzet van man/machine. In het verleden werd er uit de reserve onttrokken om tekorten af te dekken. De reserve is mede hierdoor niet meer toereikend om het eenmalige tekort op te vangen in 2016, vandaar de financiering uit de algemene middelen.
Dit betreft geen technische vraag
Vraag 137 (CDA)
??
Sociale werkvoorziening
verschillende onderdelen waarvan u aangeeft dat de raad rapportages ontvangt? • Wat is een 4*4 diagnose”? • Kunt u bij de ontwikkeling van de baten sinds de jaarrekening 2014 van de sociale werkvoorziening toelichten?
Inmiddels heet 4x4 diagnose “praktijkdiagnose”. Betreft vier weken leerwerken gedurende vier dagen per week tijdens welke de kandidaten geobserveerd worden op met name werknemersvaardigheden. Aan het einde van de praktijkdiagnose vindt schriftelijke rapportage plaats alsmede mondelinge overdracht aan de re-integratiecoach. Het is dus een van de reintegratiemiddelen die ingezet wordt. Hierbij een specificatie: Jaarrekening 2014 Participatie 82 Reintegratie 7.086 Reintegratie (Atea) 169 Sociale werkvoorziening 44.777 Wet BUIG 67.805 119.919
Vraag 138 (CDA)
??
Bestrijding Armoede
„Door het vervallen van eenmalige middelen 2015 zijn de ramingen voor Bijzondere bijstand en Schuldhulpverlening naar beneden bijgesteld.” In de Bredase Plus werd uitgegaan van structureel 1,1 miljoen meer voor armoedebestrijding in 2015 en verder dan in 2013. Kunt u deze vervallen eenmalige middelen nader toelichten en uitsplitsen? Hoe komt het dat als de middelen vervallen ook de uitgaven vervallen? Wat betekent dit voor mensen in bijstand en schulden?
Begroting 2015 0 69 403 13.642 59.923 74.037
Zie ook de beantwoording van vraag 58. De eenmalige middelen in dit geval betreffen restantmiddelen Klijnsmagelden uit 2014 van projecten die een doorloop hadden naar 2015. Daarnaast is in de Voorjaarsnota 2015 eenmalig een bedrag van € 400.000 beschikbaar gesteld voor een tijdelijk ondersteuningsfonds voor woonlasten voor de periode 1 juli 2015 – 1 juli 2016 (‘experiment’). Het tijdelijk ondersteuningsfonds zal na de looptijd worden geëvalueerd. In de begroting 2016 is bij het product bijzondere bijstand, vooralsnog geen rekening gehouden met extra uitgaven agv. statushouders. In zijn algemeenheid geldt dat als er minder middelen
Door afschaffen wsw en verkorten ww verwachten, en statushouders verwacht het college meer mensen in de bijstand. Kunt u toelichten waarom er in 2016 dan toch ruim 7,5 ton minder aan uitgaven begroot aan armoedebestrijding (4 ton schuldhulpverlening en 3,5 ton bijzondere bijstand) dan in 2015? Vraag 139 (CDA)
??
Inburgering / participatie
Er wordt alleen in 2016 4 ton begroot voor huisvesting statushouders. Kunt u meer inzicht geven in de soort kosten die gemaakt worden en waarom die alleen in 2016 worden begroot?
Vraag 140 (CDA)
??
Stimuleren Economie
Vraag 141 (CDA)
??
Dynamische stad
2.1 Stimuleren Economie, product 2: we zien wel de ambities terugkomen, maar de middelen gaan met 5 ton achteruit. Waar wordt minder geld aan uitgegeven? Per 1/1/2017 moet het nieuwe Bredase museum van start. We zien geen (eenmalige) verbouw/verhuis- en andere frictiekosten. Zijn die vergeten? We zien ook geen stijging van baten en/of vermindering van kosten in de meerjarenprognose voor erfgoed en de musea. Het was toch de bedoeling meer bezoekers te trekken ? Waarom
beschikbaar worden gesteld moeten er keuzes worden gemaakt. Dit geldt voor alle gemeentelijke beleidsterreinen, dus ook voor het armoedebeleid. Zie ook beantwoording vraag 51. De € 7,5 ton betreft afname van de lasten. Dit zijn vooral middelen die in 2015 eenmalig beschikbaar waren. Een bedrag van circa € 4 ton betreft Klijnsmagelden die zijn overgeheveld vanuit 2014 en een bedrag van € 4 ton betreft middelen voor een tijdelijk ondersteuningsfonds voor woonlasten. Het betreft in deze geen euro’s maar opvangplaatsen. De exacte taakstelling voor huisvesting van statushouders in 2016 is nog niet bekend. Er is bij het opstellen van de begroting rekening gehouden met een taakstelling van 400 plaatsten. Daarnaast is rekening gehouden het met invullen van het restant van de taakstelling uit 2015 (307 plaatsen). Er is verder (nog) niet specifiek rekening gehouden (financieel) met een mogelijke toename van arbeidsmigranten en vluchtelingen. Verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de eenmalige budgetoverhevelingen van 2014 naar 2015 voor in totaal € 575.000.
In het bestuursakkoord is aangegeven dat op basis van de notitie “contouren voor een nieuw stedelijk museum in Breda” in januari 2016 een museale visie wordt opgeleverd, inclusief voorstellen voor de transitieperiode op weg naar een nieuw stedelijk museum, dat op 1 januari 2017 moet functioneren. Als randvoorwaarde is hierbij meegegeven dat uitgegaan wordt van de huidige financiële bijdragen aan de exploitatie van de bestaande musea (Breda’s Museum en MOTI). Hierbij wordt uitgegaan dat het nieuwe museum daarnaast eigen verdiensten en
vertaalt zich dat niet door in het meerjarenperspectief ?
financiering vanuit andere bronnen dan de gemeente genereert. Daarbij worden uiteraard de entreegelden van de bezoekers betrokken. Aan deze museale visie wordt nu gewerkt. Aan de hand van de museale visie wordt nadere uitwerking gegeven aan de organisatie, programmering, financieringsmodel en huisvestingsconcept. Het is vooruitlopend op de presentatie van de museale visie niet mogelijk een goede raming te maken van de eventuele verbouw/verhuis- en andere frictiekosten. Uitgangspunt daarbij is dat deze kosten niet ten laste komen van de exploitatiebegroting van het nieuwe museum.
Vraag 142 (CDA)
??
Wonen in Breda
Hoe denkt het college de uitbreiding aan de sociale huurwoningen, mede door onorthodoxe methoden, te realiseren zonder substantiële uitbreiding van het budget?
We proberen samen met corporaties en marktpartijen tot een uitbreiding van sociale huurwoningen te komen. Op dit moment is de planvoorbereiding van sociale huurwoningen door een marktpartij in Prinsenbeek. Ook in de studentenmarkt zien we dat marktpartijen een actieve rol innemen.
Vraag 143 (CDA)
??
Sport
Extra investering in sport van € 1,5 mlj. Op andere plaatsen in de begroting zien we de lasten voor sport dalen. Hoe is te verklaren ?
De € 1,5 miljoen heeft betrekking op een extra investering in sport. De begrote lasten zijn in de exploitatie verwerkt. In de exploitatie zitten de kapitaallasten van de investering verwerkt. De investering zelf komt in de activa terug en niet in de exploitatie. De lasten zoals opgenomen bij het product sportaccommodaties (hfdst. 4.4) hebben betrekking op uitgaven voor groot onderhoud aan sportaccommodaties. Deze zijn op begrotingsbasis gelijk gebleven, maar zijn iets lager dan de uitgaven in 2014. De extra investeringen in sportaccommodaties in 2017 en 2018 zijn geen onderhoudsuitgaven maar investeringen. Dat zijn twee verschillende onderwerpen.