Projectplan Pgb-welzijn
+
Projectopdracht Pgb-Welzijn
...een experiment...
Inhoudsopgave
Samenvatting 1.
introductie
2.
probleemstelling
3.
doelgroepdefinitie
4.
hoofddoelstelling en afgeleide doelstellingen
5.
organisatie en randvoorwaarden
6.
vaststelling Pgb-bedrag en de begrenzing daarvan 6.1. 6.2. 6.3
meetmomenten eindrapportage financiering van het experiment Pgb-welzijn
Bijlage 1 Projectopdracht Pgb-welzijn
5 augustus 2009
1
Samenvatting.
Uit landelijke en provinciale onderzoeken, in Friesland o.a. door GGD en Partoer, is gebleken dat een grote groep mensen (waaronder chronisch zieken en gehandicapten) onvoldoende in staat is tot het leggen van contacten en de invulling van (zinvolle) vrije tijdsbesteding. Met het pilotproject Pgb-welzijn beogen wij de mogelijkheden, de positie en de regie van deze mensen in Achtkarspelen te verbeteren en hun participatie te bevorderen. Wij stellen hen in staat om met ondersteuning en inzet van het Pgb-welzijn hieraan invulling te geven. Voor Achtkarspelen betekent de uitvoering van dit project tevens een principiële en belangrijke stap naar een vernieuwde invulling van het welzijnsbeleid. De gemeente heeft, zeker door recente ontwikkelingen op rijksniveau (AWBZ) en de invoering van de Wmo, een belangrijke rol in dit welzijnsbeleid. De pilot is bedoeld om gedurende zo’n 1.5 tot 2 jaar ervaringen op te doen om tot invoering van deze gewijzigde integrale aanpak te komen. Deze ervaringen hebben betrekking op: inzicht in de specifieke behoeften van de doelgroep, uitbreiding van keuzemogelijkheden, aanpassing van het welzijnsaanbod en subsidiebeleid, aanpassing van het zorgproces (integraliteit met welzijn, wonen, minimabeleid, enz), versterken van de samenwerking tussen de partners en de rol van de patiëntenorganisaties. Daarnaast willen we de effecten van dit project bij de doelgroep meten. Het gaat erom deze doelgroep weer perspectief te bieden met betrekking tot hun eigen regie en gevoel voor eigenwaarde. Deze pilot betekent ook een instrument om een verdere invulling te geven aan het Achtkarspelense Wmo-beleid zoals dat in de beleidsnota is aangegeven. Langer wachten met het in gang zetten van dit Pgb-welzijn leidt waarschijnlijk tot een nog grotere kloof tussen groepen burgers. Wij hebben er alle vertrouwen in dat het project een goede kans van slagen heeft, waarbij wij beseffen dat er nog veel hobbels genomen moeten worden. Maar juist hierin zit de uitdaging! De goede samenwerking die we met de betrokken instellingen de afgelopen jaren hebben ontwikkeld geeft eveneens vertrouwen in het slagen van het project. De resultaten van het pilotproject dragen we graag over aan andere gemeenten, instellingen en overige betrokkenen.
2
1. Introductie Op 10 februari 2009 heeft het college van B&W van Achtkarspelen ingestemd met de denkrichting van de Notitie Pgb-welzijn (d.d.14-1-2009). Dit mede op grond van de raadsbrede aanvaarding van de CDA-motie (30-10-2008): “voor senioren die niet kunnen deelnemen aan georganiseerde activiteiten, worden passende initiatieven ontwikkeld die isolement en eenzaamheid tegengaan” Dat wordt nu in dit projectplan voor senioren en anderen, verder uitgewerkt inclusief de financiering. De notitie is als bijlage toegevoegd en daarom worden een aantal onderdelen in dit projectplan verkort weergegeven of wordt verwezen naar de notitie zelf. 2. Probleemstelling Veel mensen worden middels de reguliere zorg en hulpverlening ondersteund in hun dagelijks functioneren. Toch zijn er witte vlekken te constateren en vallen er gaten die wellicht met een goede “ welzijnszorg” opgevangen kunnen worden. Daarbij gaat het om mensen die: • niet of onvoldoende kunnen participeren, • geen of een onvoldoende sociaal netwerk hebben vanwege hun beperking, • een negatief zelfbeeld hebben met negatief gevolg op hun ziekteproces, • daardoor (regelmatig) terugvallen op opname in behandelcentra, • verkeren in een sociaal isolement en eenzaamheid1, • leven in gespannen en uitzichtloze thuissituaties, • te maken hebben met een opeenstapeling van deze omstandigheden. Veel van deze problemen zijn causaal aan elkaar verbonden en maken daardoor de situaties erger en gecompliceerder. Eén van de gevolgen is in ieder geval dat er een extra druk op mantelzorgers ontstaat. 6% van de Nederlanders verkeert in een sociaal isolement2; omgerekend naar Achtkarspelen zouden dat 1688 !!?? inwoners zijn die geen netwerk om zich heen hebben en nauwelijks sociale contacten onderhouden. 3. Doelgroepdefinitie Met bovenstaande is feitelijk al een omschrijving van de doelgroep gegeven, maar we vatten dit nog wat samen. Het gaat bij een Pgb-welzijn primair om mensen die sociaal geïsoleerd en eenzaam zijn, en die onvoldoende regie over hun eigen leven hebben waardoor ze niet goed genoeg kunnen meedoen in de samenleving. 1
Eenzaamheid is van invloed op het geestelijk welbevinden van mensen en kan worden beschouwd als een tekort aan sociale steun. Eenzame mensen lopen het risico om in een sociaal isolement te komen. Hiervan is sprake wanneer het werkelijke sociale netwerk van iemand, wat betreft grootte en kwaliteit, onaanvaardbaar of ongewenst verschilt van de behoeften van de persoon. Aan het isolement kunnen persoonlijke (bijvoorbeeld overlijden partner of de gezondheid) en maatschappelijke (bijvoorbeeld het niet hebben van een baan of verenigingsleven) factoren ten grondslag liggen. De mate van eenzaamheid is bepaald aan de hand van de eenzaamheidsschaal van de Jong - Gierveld. Het blijkt dat in Friesland twee op de vijf (40%) mensen van 19 jaar en ouder eenzaam is. Ruim één derde (34%) voelt zich matig eenzaam, ongeveer 5% voelt zich ernstig eenzaam en bijna 2% voelt zich zeer ernstig eenzaam. In verhouding zijn meer ouderen dan volwassenen eenzaam, dit geldt met name voor mensen van 75 jaar en ouder. Verder neemt het percentage eenzame mensen toe naarmate het opleidingsniveau afneemt. Daarnaast voelen relatief meer ongehuwden, gescheiden mensen en verweduwden zich eenzaam. Ook arbeidsongeschikten/werklozen en niet westerse allochtonen zijn in verhouding vaak eenzaam. Ook voelen mensen met een beperking ten aanzien van mobiliteit, gehoor of gezichtsveld zich vaker matig tot (zeer) ernstig eenzaam dan mensen zonder een beperking. (uit: Inventarisatie aanbod en behoefte preventie in relatie tot de prestatievelden 4 en 6 van de Wmo, blz. 23, uitg. GGD Fryslan en Partoer, december 2008). 2 Uit onderzoek van socioloog Anja Machielse, o.m. gepubliceerd in het Ned.Dagblad d.d. 4-3-2009.
3
Omdat we in onze gemeente de invoering van het Pgb-welzijn in eerste instantie als een experiment willen laten starten en vervolgens bezien hoe we hier verder mee kunnen gaan, beperken we het aantal deelnemers vanuit de doelgroep voorshands op maximaal 50 personen. 4. Hoofddoelstelling en afgeleide doelstellingen In het kader van de Wmo is participatie en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen situatie en die van anderen, een belangrijk doel. In verband daarmee definiëren we voor het Pgbwelzijn als hoofddoelstelling: • de mogelijkheden (regie) van de omschreven doelgroep door de inzet van het Pgbwelzijn te verbeteren om daarmee hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid te bevorderen. Vanuit deze hoofddoelstellingen formuleren we de volgende afgeleide doelen: • gebruik van zorg- en hulpverlening waar mogelijk terug te dringen; • de integrale aanpak van re-integratie, zorg, wonen en welzijn mede vorm te geven door het Pgb-welzijn “in te weven” in de hierop betrekking hebbende processen; • het aanbod van welzijnsinstellingen beter te laten aansluiten bij de behoeften van de doelgroep door deze instellingen nauw bij het project te betrekken en bij het stellen van subsidievoorwaarden hiermee rekening te houden; • kennis en ervaring vanuit dit experiment over te dragen naar derden. 5. Organisatie en randvoorwaarden invoering Pgb-welzijn als experiment Gelet op het feit dat we in eerste instantie een experiment beogen, is het goed om organisatie en randvoorwaarden niet te ingewikkeld en vooral niet bureaucratisch te maken. Dat maakt in ieder geval de slaagkans groter. Het dient vooral een praktische pilot te worden die goede perspectieven biedt voor de doelgroep; met zo mogelijk overdraagbare resultaten. Bij de evaluatie kunnen we dan altijd nog bezien op welke manier verdere voorwaarden etc. ingevoerd moeten worden. Daarom zal tijdens het experiment: • niet gekeken worden naar de hoogte van het inkomen en financieel vermogen bij deze doelgroep; het gaat in deze fase om inzicht te krijgen en ervaring op te doen. Bij de structurele implementatie van het experiment zal over dit aspect wel een politieke uitspraak komen; • inzicht in behoefte en indicatiestelling, ontwikkeling van een begeleidende methodiek, vereenvoudiging van procedures en uittesten in de praktijk van essentieel belang zijn; • een breed signaleringsnetwerk van instellingen ontwikkeld worden, gepaard gaande aan bewustwordingsactiviteiten bij de gehele bevolking; • zoveel mogelijk integrale afstemming met andere beleidsvelden: AWBZ, minimabeleid, WMO, welzijn- sportbeleid ca. plaatsvinden • een begrenzing van het budget Pgb-welzijn (inhoudelijk en financieel) worden aangegeven; • aandacht zijn voor fraudegevoeligheid m.b.t. de besteding van het budget • het effect op de gehele levenssituatie van de doelgroep, de ontwikkeling van hun sociale netwerk en de zorgverlening worden aangegeven. De resultaten van de pilot worden gebruikt ter verbreding en verdieping van het huidige aanbod van welzijn in brede zin. Onderzocht wordt hoe een structurele vertaling van het principe van zelfsturing, keuzevrijheid en een passend aanbod kan plaatsvinden in organisatorische zin. Naast het instrument van Pgb-welzijn zal ook gekeken worden naar het subsidie-instrument in de vorm van het stellen van voorwaarden bij subsidieverlening aan welzijnsinstellingen.
4
De inrichting van de projectorganisatie moet licht en eenvoudig gehouden worden en kan bestaan uit een stuurgroep en een projectgroep met de volgende taken. Een stuurgroep die het project op hoofdlijnen aanstuurt, de procesgang en het tijdpad bewaakt, de kwaliteitsbewaking van het project doet, adviezen geeft over mogelijke wijziging van de doelgroep, de eventuele aanpassing van de criteria voor Pgb-welzijn, bewaking van de financiën doet, en adviseert over de PR. Deelnemers stuurgroep zijn dan: gemeente (projectleiding) en het WMO-platform. De stuurgroep komt eens per 3 maanden bij elkaar. Een projectgroep incl. een projectleider die zorgt voor de realisatie en coördinatie, de afstemming en de samenwerking voor de uitvoering van het project. Deelnemers aan deze projectgroep zijn: gemeentelijke projectleider en betrokken gemeentelijke beleidsmedewerkers, de welzijnsorganisaties en de zorg- en hulpverleners waar een overeenkomst mee gesloten is. De projectgroep vergadert in principe eens per maand. Met betrekking tot de selectie van de doelgroep gelden de volgende zaken. Er worden inwoners van Achtkarspelen gezocht die verkeren in een situatie van sociaal isolement en eenzaamheid zoals is aangegeven in de bovenstaande doelgroepdefinitie. Dat kunnen mensen zijn met (ernstige) cognitieve en/of motorische storingen, functiebeperkingen en ziektebeelden, maar dat is niet noodzakelijkerwijs het geval. Eenzaamheid en sociaal isolement staat voorop. Er dient een “indicatie-protocol” ontwikkeld te worden. De selectie zal plaats vinden in samenwerking met intermediairs. Hierbij denken wij aan: huisartsen, algemeen maatschappelijk werk, thuiszorginstellingen, patiëntenverenigingen, welzijnsinstellingen, het WMO-platform en (kerkelijke) vrijwilligers(organisaties). De gemeente heeft de afgelopen jaren goede contacten met deze instellingen opgebouwd en vaak is er al een subsidierelatie. Op basis van persoonlijke gesprekken worden de wensen van de deelnemers in kaart gebracht. Hierbij kan wellicht de partner of de directe omgeving een zinvolle bijdrage leveren. Het vergt op zichzelf al een zekere deskundigheid van de interviewer om met deze mensen zodanig van gedachten te wisselen, dat zij een wens durven/kunnen formuleren. Uit de evaluatie van het Pgb-welzijnsproject in Almelo is gebleken dat de verstrekking van het PGB-bedrag veel mensen over de streep heeft getrokken om mee te doen in het project en achter de geraniums weg te komen. Immers, als je niets wist te verzinnen, dan ging dat bedrag aan je neus voorbij. Bovendien kreeg men daar het bedrag pas, wanneer de deelnemers hun activiteit hadden opgestart. Een leermoment voor ons dus! Voor een toereikend inzicht in de problematiek en de aanwending van het Pgb-welzijn schatten wij zo’n 20 daartoe opgeleide vrijwilligers nodig te hebben. Dit aantal kan toereikend zijn omdat we in dit project willen uitgaan van maximaal 50 deelnemers die voor een Pgbwelzijn in aanmerking kunnen komen. Bij de evaluatie zal dan blijken hoe dit getal ligt ten opzichte van de totale behoefte in onze gemeente. De projectgroep van de gemeente Achtkarspelen en samenwerkende partners en vrijwilligers rekruteren de doelgroep. Onder meer de volgende zaken zullen eveneens aangepakt en voorbereid dienen te worden: • het ontwerpen van een interviewformulier; daarbij geldt als uitgangspunt dat aan de hand van dit formulier voldoende diepgang kan worden gebracht in de behoeften van de doelgroep; • een formulier als meetinstrument van de effecten van het Pgb-welzijn zodat op een eenvoudige wijze de effecten voor betrokkene(n) zichtbaar zijn ten aanzien van de geïndiceerde problematiek • overleg met participerende instellingen over de uitvoering. De gemeente zal daarin het voortouw nemen en afspraken maken met betrokken instellingen; • selecteren en scholing van vrijwilligers als de interviewers en daartoe beschikbare deskundigen zoeken. 6. Vaststelling Pgb-bedrag en de begrenzing daarvan Op basis van de ervaringen in Almelo stellen we ook hier voor om een maximaal Pgb-bedrag van €. 450,= per persoon per jaar te hanteren. De besteding van dit bedrag is gericht op een 5
structurele verbetering van de vrije tijdsbesteding, het welbevinden van de aanvrager, en/of een eenmalige investeringsbijdrage. Het bedrag dient aangewend te worden voor de bestrijding van sociaal isolement en/of eenzaamheid. Het Pgb-welzijn is ook bedoeld om tot snelle inzet te komen om terugval in gezondheid en “welbevinden” bij de deelnemer te voorkomen. Dit betekent in de praktijk dat binnen een maand na het eerste contact enigerlei vorm van interventie ten aanzien van welzijn in overleg met de deelnemer moet worden ingezet. Het is de bedoeling dat de “consulenten” structurele begeleiding bieden en een vrij mandaat krijgen bij het toekennen van het beschikbare budget Pgb-welzijn, met verantwoording achteraf aan de projectgroep, inclusief de wijze waarop de deelnemer verantwoording aflegt. Procedure nog verder uit te werken. 6.1. Meetmomenten Omdat in dit experiment het effect van welzijn en de verbetering van situaties m.b.t. sociaal isolement en eenzaamheid wordt nagegaan, zullen er minimaal twee meetmomenten plaatsvinden. Eén bij de start van het project en de tweede na de interventie, wanneer Het Pgb-welzijn in gang is gezet. Wij nemen aan dat tussen de meetmomenten een jaar zal verstrijken. Bij de uitwerking van beide meetmomenten proberen we gebruik te maken van elders ontwikkelde instrumenten en de mogelijke inschakeling van HBO-studenten. Uit de notitie Pgb-welzijn en het voorgaande in dit plan, kan een aantal vooronderstellingen (die eveneens een aantal succes- en faalfactoren impliceren) geformuleerd worden welke in de meetmomenten aan de orde komen: • er zijn mensen die niet voor hun eigen welzijn kunnen zorgen; • er zijn mensen die niet (kunnen) reageren op de reguliere publiciteit over het aanbod van welzijns- en zorginstellingen; • er zijn mensen die zich niet welbevinden en daartoe geen hulpvraag kunnen formuleren; • de kenmerken zoals hiervoor genoemd, komen vaak voor bij één en dezelfde persoon c.q. gezinssituatie; • deze personen kunnen overal worden gevonden, maar meer in het bijzonder in de groepen inwoners met cognitieve- en/of motorische beperkingen, met chronisch psychiatrische problemen, met psycho-sociale problematiek, bij weduw(naar)schap, alleenstaanden en onvolledige gezinnen; • de deelnemers in de experimenteerperiode hebben, wat globale levensdoelen betreft, dezelfde soorten welzijnsproblemen; • deze welzijnsproblemen, alhoewel van hetzelfde soort, moeten op basis van individueel maatwerk gediagnostiseerd, opgelost en aangepakt worden; • ten behoeve van deze aanpak zijn speciale deskundigheden nodig, waarin het reguliere zorg- en welzijnsaanbod niet voorziet en waartoe dan ook een specifieke methodiek ontwikkeld moet worden; • een aantal van deze welzijnsproblemen zullen heel gewone zaken uit het dagelijks leven blijken te zijn, maar om dat uit te voeren is veel tijd van begeleiders nodig; • het motiveren van vastgelopen mensen om tot definitie van hun wensen te komen en tot hun actie over te gaan, zal een aparte deskundigheid vergen; • met het toenemen van het persoonlijk welbevinden van de deelnemers zal ook hun gezondheidstoestand toenemen, met name zullen zij minder klachten hebben en minder medische consumptie. 6.2. Eindrapportage In de eindrapportage zullen de ervaringen tijdens het experiment worden aangegeven en de volgende aspecten aan de orde komen: • inzicht in de behoefte van de doelgroep aan (complementair) gemeentelijk welzijn; • procesgang, met name ook ten aanzien van de integratie van hulp- en zorgverlening; • knelpunten tijdens het experiment;
6
• • • • • • • • • •
afstemming met AWBZ, WMO, WWB, minimabeleid, sport, educatie, etc; effecten door de inzet van het Pgb-welzijn op eenzaamheid en sociaal isolement, participatie, zorg en medicatie bij de doelgroep; aanbevelingen ten aanzien van een structurele invoering van het Pgb-welzijn; wijziging in het aanbod van welzijnsinstellingen; ervaringen van alle betrokken medewerkers; wijzigingen in de procesgang van hulp, zorg en welzijn; financiering: hoogte individueel Pgb-budget en benodigd totaalbudget; uitgaven en inkomsten ten laste van dit experiment; ervaringen met betrekking tot samenwerking met de projectpartners; de wijze waarop de nazorg in het kader van dit experiment geregeld dient te worden.
6.3. Financiering van het experiment Pgb-welzijn Omdat het hier in feite gaat om een nieuwe vorm van beleid, zullen er, via de gemeenteraad, financiële middelen voor vrijgemaakt moeten worden. Gelet op voorbereiding, uitvoering en nawerk, denken we voor dit project 1.5 tot 2 jaar nodig te hebben. Een eerste inschatting kan zijn dat we uitgaan van zo’n 50 deelnemer met een maximaal pgb van €.450,= per persoon. Dat betekent dus een budget van €. 22.500,=. Ook dient en inschatting gemaakt te worden van de kosten voor personele en materiële inzet. Voorshands gaan we ervan uit dat dit (al of niet via vrijwilligers) neerkomt op een minimum van het aantal jaaruren (1500-1700) van één fte hbo-medewerker voor het geschatte bedrag van zo’n €.60.000,=. Opgeteld is er dus in ieder geval een budget van zo’n €.85.000,= nodig. Een aantal zaken (formulieren, meetinstrumenten e.d.) behoeven niet opnieuw ontwikkeld te worden -dus een besparing van geld- omdat we (op een voor ons aangepaste manier) gebruik kunnen maken van de “toolkit” die hiertoe al door Almelo is ontworpen en uitgeprobeerd. Omdat het voorshands een experiment betreft, zouden de financiën hiertoe uit de éénmalige middelen geput kunnen worden te weten: de reserves van Wmo, volksgezondheid en welzijn. Wellicht dat er aanvullende financiering (bijv. het Sociaal investeringsfonds (SIF) mogelijk is via een provinciale subsidie of andere fondsen.
De begroting zou er dan alsvolg uit kunnen zien: Omschrijving-uitgaven Pgb-welzijn: 50 deelnemers x €. 450,= Projectleiding en projectmedewerking vanuit de gemeente Werving, inzet en scholing van vrijwilligers Inzet welzijnsorganisaties tbv. professionele begeleiding Projectontwikkeling, formulieren, instrumenten, evaluatie en nawerk Onvoorzienen kosten en diversen Totaal
€. €. €. €. €. €. €.
Omschrijving-inkomsten Onttrekking reserve Wmo Onttrekking reserve Volksgezondheid Onttrekking reserve Welzijn Bijdrage SIF en/of andere fondsen Totaal
bedrag €. 28.000,00 €. 28.000,00 €. 29.000,00 p.m. €. 85.000,00
7
bedrag 22.500,00 15.000,00 10.000,00 15.000,00 10.000,00 12.500,00 85.000,00
Bijlage 1
Voorbeelden van producten Pgb-welzijn o.b.v. ervaringen in Almelo • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Begeleiding en vervoerskosten bij bezoek aan theater, film, wandelen, fietsen, winkelen, etc. Begeleiding bij oriëntatie vooraf met betrekking tot te bezoeken activiteit Voorlezen en (aangepaste) spelvormen Cursus op maat in kleine groepen, aangepast cursusmateriaal Computercursus, afgestemd op cognitieve en motorische stoornissen (reuma) Begeleiding o.a. blinden en slechtzienden bij vissen, aangepaste vishengel Kosten oppashulp om in een rustige omgeving bezoek te kunnen ontvangen Begeleiding bij gezamenlijk tuinonderhoud, aangepast (tuin)gereedschap voor klussen Aangepaste paardrijlessen, Individuele begeleiding bij zwemmen Hulp bij beheer administratie Kosten muziekdocent thuis, die op de handicap afgestemde mogelijkheden, les geeft Schilderen thuis, in klein groepsverband, plus aangepast materiaal Ondersteuning bij het organiseren van exposeren eigen kunst Ondersteuning bij seksualiteit, plus hulpmiddelen Voor afasiepatiënten (CVA): mapje met foto’s van familie en bekenden (communicatie) Aangepaste hulpmiddelen die buiten de WVG vallen Zangtherapie van zanglerares of muziektherapeute Inschakeling buddy’s en maatje-achtige aandacht Begeleiding bij het maken van foto’s en inplakken van foto’s (ordenen) Begeleiding bij uitwisselen, met derden, van foto’s en verhalen
==============================
8
Projectopdracht Pgb-Welzijn
Opdrachtgever Opdrachtnemer Projectleider
PROJECTOPDRACHT Pgb-welzijn Gemeenteraad College-afd.samenleving Ko Serier
Versienummer Datum Rapp.freqentie Rapp.vorm
1 3-8-2009 Per half jaar Tussentijds en eindrapportage
Projectdoel Doelgroep: mensen die sociaal geïsoleerd en eenzaam zijn, en die onvoldoende regie over hun eigen leven hebben waardoor ze niet goed genoeg kunnen meedoen in de samenleving. In het kader van de Wmo is participatie en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen situatie en die van anderen, een belangrijk doel. In verband daarmee definiëren we voor het Pgb-welzijn als hoofddoelstelling: • de mogelijkheden (regie) van de omschreven doelgroep door de inzet van het Pgb-welzijn te verbeteren om daarmee hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid te bevorderen. Vanuit deze hoofddoelstellingen formuleren we de volgende afgeleide doelen: • gebruik van zorg- en hulpverlening waar mogelijk terug te dringen; • de integrale aanpak van re-integratie, zorg, wonen en welzijn mede vorm te geven door het Pgbwelzijn “in te weven” in de hierop betrekking hebbende processen; • het aanbod van welzijnsinstellingen beter te laten aansluiten bij de behoeften van de doelgroep door deze instellingen nauw bij het project te betrekken en bij het stellen van subsidievoorwaarden hiermee rekening te houden; • kennis en ervaring vanuit dit experiment over te dragen naar derden. Projectresultaat Meetmomenten Omdat in dit experiment het effect van welzijn en de verbetering van situaties m.b.t. sociaal isolement en eenzaamheid wordt nagegaan, zullen er minimaal twee meetmomenten plaatsvinden. Eén bij de start van het project en de tweede na de interventie, wanneer het Pgb-welzijn in gang is gezet. Wij nemen aan dat tussen de meetmomenten een jaar zal verstrijken. Bij de uitwerking van beide meetmomenten proberen we gebruik te maken van elders ontwikkelde instrumenten en de mogelijke inschakeling van HBO-studenten. Uit de notitie Pgb-welzijn en het voorgaande in dit plan, kan een aantal vooronderstellingen (die eveneens een aantal succes- en faalfactoren impliceren) geformuleerd worden welke in de meetmomenten aan de orde komen: • er zijn mensen die niet voor hun eigen welzijn kunnen zorgen; • er zijn mensen die niet (kunnen) reageren op de reguliere publiciteit over het aanbod van welzijns- en zorginstellingen; • er zijn mensen die zich niet welbevinden en daartoe geen hulpvraag kunnen formuleren; • de kenmerken zoals hiervoor genoemd, komen vaak voor bij één en dezelfde persoon c.q. gezinssituatie; • deze personen kunnen overal worden gevonden, maar meer in het bijzonder in de groepen inwoners met cognitieve- en/of motorische beperkingen, met chronisch psychiatrische problemen, met psycho-sociale problematiek, bij weduw(naar)schap, alleenstaanden en onvolledige gezinnen; • de deelnemers in de experimenteerperiode hebben, wat globale levensdoelen betreft, dezelfde soorten welzijnsproblemen; • deze welzijnsproblemen, alhoewel van hetzelfde soort, moeten op basis van individueel maatwerk gediagnostiseerd, opgelost en aangepakt worden; • ten behoeve van deze aanpak zijn speciale deskundigheden nodig, waarin het reguliere zorg- en welzijnsaanbod niet voorziet en waartoe dan ook een specifieke methodiek ontwikkeld moet worden; • een aantal van deze welzijnsproblemen zullen heel gewone zaken uit het dagelijks leven blijken te zijn, maar om dat uit te voeren is veel tijd van begeleiders nodig; • het motiveren van vastgelopen mensen om tot definitie van hun wensen te komen en tot hun actie over te gaan, zal een aparte deskundigheid vergen;
9
•
met het toenemen van het persoonlijk welbevinden van de deelnemers zal ook hun gezondheidstoestand toenemen, met name zullen zij minder klachten hebben en minder medische consumptie. Eindrapportage In de eindrapportage zullen de ervaringen tijdens het experiment worden aangegeven en de volgende aspecten aan de orde komen: • inzicht in de behoefte van de doelgroep aan (complementair) gemeentelijk welzijn; • procesgang, met name ook ten aanzien van de integratie van hulp- en zorgverlening; • knelpunten tijdens het experiment; • afstemming met AWBZ, WMO, WWB, minimabeleid, sport, educatie, etc; • effecten door de inzet van het Pgb-welzijn op eenzaamheid en sociaal isolement, participatie, zorg en medicatie bij de doelgroep; • aanbevelingen ten aanzien van een structurele invoering van het Pgb-welzijn; • wijziging in het aanbod van welzijnsinstellingen; • ervaringen van alle betrokken medewerkers; • wijzigingen in de procesgang van hulp, zorg en welzijn; • financiering: hoogte individueel Pgb-budget en benodigd totaalbudget; • uitgaven en inkomsten ten laste van dit experiment; • ervaringen met betrekking tot samenwerking met de projectpartners; • de wijze waarop de nazorg in het kader van dit experiment geregeld dient te worden. Afbakening Een integrale aanpak van re-integratie, zorg, wonen en welzijn willen we mede vormgeven door het Pgbwelzijn “in te weven” in de hierop betrekking hebbende processen. Op die wijze van een Pgb-welzijn passend zijn in een individueel trajectplan, dan wel onderdeel uitmaken van een zorg- en hulpverleningstraject dat al in gang gezet is. Randvoorwaarden Omdat we in onze gemeente de invoering van het Pgb-welzijn in eerste instantie als een experiment willen laten starten en vervolgens bezien hoe we hier verder mee kunnen gaan, beperken we het aantal deelnemers vanuit de doelgroep voorshands op maximaal 50 personen. Gelet op het feit dat we in eerste instantie een experiment beogen, is het goed om organisatie en randvoorwaarden niet te ingewikkeld en vooral niet bureaucratisch te maken. Dat maakt in ieder geval de slaagkans groter. Het dient vooral een praktische pilot te worden die goede perspectieven biedt voor de doelgroep; met zo mogelijk overdraagbare resultaten. Bij de evaluatie kunnen we dan altijd nog bezien op welke manier verdere voorwaarden etc. ingevoerd moeten worden.
Aanpak/werkwijze/opzet/fasering Tijdens het experiment zal: • niet gekeken worden naar de hoogte van het inkomen en financieel vermogen bij deze doelgroep; het gaat in deze fase om inzicht te krijgen en ervaring op te doen. Bij de structurele implementatie van het experiment zal over dit aspect wel een politieke uitspraak komen; • inzicht in behoefte en indicatiestelling, ontwikkeling van een begeleidende methodiek, vereenvoudiging van procedures en uittesten in de praktijk van essentieel belang zijn; • een breed signaleringsnetwerk van instellingen ontwikkeld worden, gepaard gaande aan bewustwordingsactiviteiten bij de gehele bevolking; • zoveel mogelijk integrale afstemming met andere beleidsvelden: AWBZ, minimabeleid, WMO, welzijn- sportbeleid ca. plaatsvinden • een begrenzing van het budget Pgb-welzijn (inhoudelijk en financieel) worden aangegeven; • aandacht zijn voor fraudegevoeligheid m.b.t. de besteding van het budget • het effect op de gehele levenssituatie van de doelgroep, de ontwikkeling van hun sociale netwerk en de zorgverlening worden aangegeven. De resultaten van de pilot worden gebruikt ter verbreding en verdieping van het huidige aanbod van welzijn in brede zin. Onderzocht wordt hoe een structurele vertaling van het principe van zelfsturing, keuzevrijheid en een passend aanbod kan plaatsvinden in organisatorische zin. Naast het instrument van Pgb-welzijn zal ook gekeken worden naar het subsidie-instrument in de vorm van het stellen van voorwaarden bij subsidieverlening aan welzijnsinstellingen.
10
Projectbeheersing: Tijdsplanning Omdat het hier in feite gaat om een nieuwe vorm van beleid, zullen er, via de gemeenteraad, financiële middelen voor vrijgemaakt moeten worden. Gelet op voorbereiding, uitvoering en nawerk, denken we voor dit project 1.5 tot 2 jaar nodig te hebben. Projectbeheersing: Geld en mensuren Financiering van het experiment Pgb-welzijn Een eerste inschatting kan zijn dat we uitgaan van zo’n 50 deelnemer met een maximaal pgb van €.450,= per persoon. Dat betekent dus een budget van €. 22.500,=. Ook dient en inschatting gemaakt te worden van de kosten voor personele en materiële inzet. Voorshands gaan we ervan uit dat dit (al of niet via vrijwilligers) neerkomt op een minimum van het aantal jaaruren (1500-1700) van één fte hbo-medewerker alsmede onderstaande overige kosten voor het geschatte bedrag van zo’n €.62.500,=. Opgeteld is er dus in ieder geval een budget van zo’n €.85.000,= nodig. Een aantal zaken (formulieren, meetinstrumenten e.d.) behoeven niet opnieuw ontwikkeld te worden dus een besparing van geld- omdat we (op een voor ons aangepaste manier) gebruik kunnen maken van de “toolkit” die hiertoe al door Almelo is ontworpen en uitgeprobeerd. Omdat het voorshands een experiment betreft, zouden de financiën hiertoe uit de éénmalige middelen geput kunnen worden te weten: de reserves van Wmo, volksgezondheid en welzijn. Wellicht dat er aanvullende financiering (bijv. het Sociaal investeringsfonds (SIF) mogelijk is via een provinciale subsidie of andere fondsen. De begroting zou er dan alsvolg uit kunnen zien: Omschrijving-uitgaven bedrag Pgb-welzijn: 50 deelnemers x €. 450,= €. 22.500,00 Projectleiding en projectmedewerking vanuit de gemeente €. 15.000,00 Werving, inzet en scholing van vrijwilligers €. 10.000,00 Inzet welzijnsorganisaties tbv. professionele begeleiding €. 15.000,00 Projectontwikkeling, formulieren, instrumenten, evaluatie en nawerk €. 10.000,00 Onvoorzienen kosten en diversen €. 12.500,00 Totaal €. 85.000,00 Omschrijving-inkomsten Onttrekking reserve Wmo Onttrekking reserve Volksgezondheid Onttrekking reserve Welzijn Bijdrage SIF en/of andere fondsen Totaal
bedrag €. 28.000,00 €. 28.000,00 €. 29.000,00 p.m. €. 85.000,00
Communicatie De interne communicatie verloopt via de onderstaande projectorganisatie en vandaaruit naar College en Raad. Daarnaast wordt voortdurend gecomuniceerd en kortgesloten met de betrokken instellingen en eventuele medefinanciers. Gelet op het experimentele karakter en breder (welzijns)belang zullen de eindresultaten (mede i.h.k.v. de Wmo-ontwikkelingen) via betrokken koepelorganisaties c.s. provinciaal en landelijk bekend gemaakt worden. Organisatie De inrichting van de projectorganisatie moet licht en eenvoudig gehouden worden en kan bestaan uit een stuurgroep en een projectgroep met de volgende taken. Een stuurgroep die het project op hoofdlijnen aanstuurt, de procesgang en het tijdpad bewaakt, de kwaliteitsbewaking van het project doet, adviezen geeft over mogelijke wijziging van de doelgroep, de eventuele aanpassing van de criteria voor Pgb-welzijn, bewaking van de financiën doet, en adviseert over de PR. Deelnemers stuurgroep zijn dan: gemeente (projectleiding) en het WMO-platform. De stuurgroep komt eens per 3 maanden bij elkaar. Een projectgroep incl. een projectleider die zorgt voor de realisatie en coördinatie, de afstemming en de samenwerking voor de uitvoering van het project. Deelnemers aan deze projectgroep zijn: gemeentelijke projectleider en betrokken gemeentelijke beleidsmedewerkers, de welzijnsorganisaties en de zorg- en hulpverleners waar een overeenkomst mee gesloten is. De projectgroep vergadert in principe eens per maand.
11