UPDATE Nieuwsbrief november 2014 Sneller op de hoogte zijn van het nieuws? Volg ons op Social Media!
Mandema & Partners helpt u graag bij het interpreteren van de actualiteiten die voor u, uw bedrijf en werknemers relevant zijn. Wat betekenen de verschillende marktontwikkelingen voor u, nu en in de toekomst? Hoe kunt u ermee omgaan en waar moet u op anticiperen? Mandema & Partners bespreekt graag de mogelijkheden en oplossingen met u. Voor uw specifieke situatie en op basis van uw wensen. Door verder te kijken, helpen wij u verder te komen. Heeft u vragen over de inhoud van de nieuwsbrief? Bel uw adviseur, rechtstreeks of via onze receptie op 070 - 302 22 22.
Inhoud Overzicht cijfers en sociale premies voor de werkgever 2015 ........................................................................ 2 Vrijstelling verplichtstelling nettopensioen: voor wie en hoe? ........................................................................ 3 WGA- en Ziektewetpremies 2015: verhaal en bezwaar? ............................................................................... 5 Basisverzekeringen voor zorg: ontwikkelingen en nieuwe premies ................................................................. 7 Wetsvoorstel versnelde verhoging AOW-leeftijd ingediend ............................................................................ 9 Buitenlandse conflictsituaties: verzekering en molest ................................................................................. 10
1
|
nieuwsbrief oktober 2014
Overzicht cijfers en sociale premies voor de werkgever 2015 Het minimumloon vanaf januari 2015 was al even bekend, maar nu weten we ook wat het maximum premieloon 2015 zal zijn. Deze gegevens, de sociale premies en de premies Whk hebben we voor u overzichtelijk in kaart gebracht. Cijfers, sociale premies, minimumloon en maximum premieloon 2015 Ouderdomsfonds (AOW)
17,90%
Nabestaandenfonds (Anw)
0,60%
Wet langdurige zorg (Wlz)
9,65%
Sectorfondsen (gemiddelde premie)
2,07%
Algemeen Werkloosheidsfonds
2,22%
Zorgverzekeringswet, inkomensafhankelijke bijdrage
6,95%
Uniforme opslag kinderopvang (Snf/Ufo)
0,50%
Arbeidsongeschiktheidsfonds (WAO, WIA, WAZ, WAZO)
5,25%
Max. dagloon
€ 199,90
Max. premieloon per jaar
€ 51.976
Minimumloon per maand
€ 1.501,80
Minimumloon per jaar
€ 19.463
Werkhervattingskas 2015 Parameters Whk Rekenpremie Whk
1,08%
Gemiddelde loonsom
31.400
Grens kleine/middelgrote werkgever
314.000
Grens middelgrote/grote werkgever Premies Whk
3.140.000 WGA-vast
WGA-flex
Ziektewet
Gemiddeld
0,48%
0,24%
0,35%
Minimaal (kleine werkgever)
0,12%
0,13%
0,08%
Maximaal (grote werkgever)
1,92%
0,96%
1,40%
Meer informatie over deze cijfers vindt u op de websites van de Rijksoverheid en UWV. Heeft u vragen? Voor vragen kunt u contact opnemen met één van onze adviseurs via 070 – 302 22 22. Wij helpen u graag.
>> Terug naar inhoudsopgave
2
|
nieuwsbrief oktober 2014
Vrijstelling verplichtstelling nettopensioen: voor wie en hoe? Het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 is door staatssecretaris Jetta Klijnsma aangepast. Werkgevers kunnen daardoor onder voorwaarden kiezen of zij de nettopensioenregeling laten uitvoeren door een fonds of een verzekeraar. Een werkgever kan op zijn verzoek vrijstelling krijgen van de verplichtstelling voor het nettopensioen. Voor welke werkgevers geldt dit? En welke voorwaarden zijn hieraan verbonden? Vrijstelling verplichtstelling nettopensioen Nettopensioen is de nettolijfrenteconstructie voor inkomens boven € 100.000 die in de tweede pijler wordt uitgevoerd door een pensioenfonds. Door een aanpassing van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 (Vrijstellingsbesluit), kan een werkgever kiezen om het nettopensioen bij een andere pensioenuitvoerder te laten uitvoeren. Voor het deel nettopensioen van de verplichtstelling kan een werkgever dan een vrijstelling worden verleend voor werknemers met een pensioengrondslag boven € 100.000. Voor werkgevers in de marktsector Deze vrijstelling geldt voor werkgevers in de marktsector. Voor overheidswerkgevers is dit anders. Voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) geldt namelijk de Wet privatisering ABP. De Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en het Vrijstellingsbesluit zijn hierdoor niet van toepassing op het ABP. Dit betekent dat een overheidswerkgever in geval van een verplicht gestelde regeling van nettopensioen, niet de keuze heeft deze regeling door een andere pensioenuitvoerder te laten uitvoeren. Valt de regeling van nettopensioen niet onder de verplichtstelling? Dan heeft hij deze keuze wel. In de toekomst ook voor overheidswerkgevers Het kabinet vindt inmiddels dat de afwijkende positie voor overheidswerkgevers onwenselijk is. Het nettopensioen is meer gericht op individuele keuzevrijheid van werkgevers en werknemers. Dit past niet in het systeem van de verplichte afbakening van pensioen (Wet privatisering ABP). Staatssecretaris Jetta Klijnsma vindt het echter belangrijk dat overheidswerkgevers (alleen) op dit punt dezelfde keuzevrijheid krijgen als de werkgevers in de markt. De voorbereidingen voor een tijdelijke voorziening zijn al in gang gezet. Onder welke voorwaarde? Als voorwaarde voor de vrijstelling geldt dat er sprake moet zijn van een gelijkwaardige regeling bij een andere pensioenuitvoerder. Is aan deze voorwaarde voldaan? Dan is het bedrijfstakpensioenfonds (bpf) verplicht om vrijstelling te verlenen. De gelijkwaardigheid wordt beoordeeld door middel van een eenvoudige, kwalitatieve gelijkwaardigheidstoets. Drie vereiste elementen van gelijkwaardigheid De gelijkwaardigheidstoets vergelijkt de regeling van een andere pensioenuitvoerder met de regeling van het bpf. Er moet voldaan zijn aan drie elementen van gelijkwaardigheid:
3
|
nieuwsbrief oktober 2014
____________________________________________________________________________ 1. Minimaal gelijke maximale premie-inleg De maximale premie-inleg bij de andere pensioenuitvoerder moet ten minste even hoog zijn als de maximale premie-inleg in de nettopensioenregeling van het bpf. 2. Minimaal gelijke werkgeversbijdrage Als er sprake is van een werkgeversbijdrage, dan mag deze bij de andere pensioenuitvoerder niet lager zijn dan die in nettopensioenregeling van het bpf. 3. Gelijkwaardige pensioensoorten De pensioensoorten van de andere pensioenuitvoerder moeten aansluiten bij die in de nettopensioenregeling van het bpf, oftewel voorzien in dezelfde penisoensoorten.
____________________________________________________________________________ De wijzigingen worden in het conceptbesluit geformaliseerd in een nieuw artikel 4a: Vrijstelling in geval van nettopensioen (Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000). De voorwaarden van gelijkwaardigheid vindt u in het gewijzigde artikel 7. Meer informatie heirover vindt u op de website van findinet. Heeft u vragen? Voor vragen kunt u rechtstreeks contact opnemen met uw adviseur of met onze receptie via telefoonnummer 070 – 302 22 22. Wij helpen u graag.
>> Terug naar inhoudsopgave
4
|
nieuwsbrief oktober 2014
WGA- en Ziektewetpremies 2015: verhaal en bezwaar? Per 1 januari 2014 is het onderdeel premiedifferentiatie van de Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa) in werking getreden. Hierdoor betaalt u vanaf 2014 ook een gedifferentieerde premie voor zieke of arbeidsongeschikte werknemers met een tijdelijk contract. Medio december 2014 ontvangt u de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) 2015. Een deel hiervan kunt u verhalen. Ook kunt u bezwaar indienen tegen de vastgestelde premie. Dit kan lonend voor u zijn. Wijziging premie Tot en met 2013 betaalde u als werkgever alleen een gedifferentieerde premie WGA voor werknemers met een vast dienstverband (WGA-vast). Vanaf 2014 betaalt u deze premie ook voor zieke of arbeidsongeschikte werknemers met een tijdelijk contract. De gedifferentieerde premie Whk bestaat nu uit 3 delen: premiedeel WGA-vast, premiedeel WGA-flex en premiedeel Ziektewet-flex. Vaststelling premies 2015 De gedifferentieerde premies WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex premies worden elk jaar door UWV berekend en door de Belastingdienst vastgesteld. Hiertoe worden werkgevers ingedeeld in 3 categorieën op basis van de gemiddelde loonsom 2013 (€ 31.400):
kleine werkgevers (minder dan 10x de gemiddelde loonsom) middelgrote werkgevers (tussen de 10x en 100x de gemiddelde loonsom) grote werkgevers (meer dan 100x de gemiddelde loonsom)
De premie die u moet betalen, wordt bepaald door uw bedrijfsomvang en de instroom van uw zieke werknemers in de Ziektewet, WGA-vast (voor vaste werknemers) en WGA-flex (voor flexwerkers). Hierbij kijkt UWV naar de gegevens van 2 jaar eerder. Mogelijkheid van bezwaar In het najaar informeert de Belastingdienst u over uw premie Whk. Kleine werkgevers Zij krijgen een brief met een vaste sectorpremie. Deze premie wordt bepaald door de sector van de kleine werkgever. Deze premie bestaat uit 3 delen: WGA-vast, WGA-flex en ZW. Het is niet mogelijk bezwaar in te dienen tegen de vaste sectorpremie. Middelgrote en grote werkgevers Zij ontvangen een beschikking inclusief specificatie van de berekening van de gedifferentieerde premie. Omdat deze premie vanaf 2014 uit meerdere onderdelen bestaat, kunt u tegen ieder onderdeel daarvan bezwaar indienen bij de Belastingdienst. Dit bezwaar kunt u binnen 6 weken na dagtekening van de beschikking indienen. Controle van uw premie kan veel financieel voordeel opleveren Valt u in de categorie middelgrote of grote werkgever? Dan is het voor u van belang om deze beschikking te (laten) controleren en tijdig bezwaar te maken als de beschikking niet
5
|
nieuwsbrief oktober 2014
juist lijkt te zijn. In de praktijk zijn namelijk fouten geconstateerd bij de vaststelling van de premies. Hierbij kunt u denken aan een onjuiste toerekening uitkeringslasten van (ex)werknemers en fouten door fusies of splitsingen van ondernemingen. Kan de Belastingdienst een premiebeschikking herzien? In september 2013 oordeelde het Gerechtshof Amsterdam dat de wet geen bevoegdheid geeft aan de Belastingdienst om beschikkingen over percentages WGA-premie te herzien. Via een voorstel tot wetswijziging is deze bevoegdheid wel toegekend aan de Belastingdienst. Zij mag in principe maar één keer per jaar een premiebeschikking afgeven en deze alleen na een terecht bezwaar van de werkgever aanpassen. Voorwaarde voor herziening De Belastingdienst heeft de bevoegdheid om de beschikking ten nadele van de werkgever te herzien, als de oorspronkelijke beschikking gebaseerd is op onjuiste of onvolledige gegevens. Voorwaarde is dat deze tekortkoming een gevolg is van een feit dat toerekenbaar is aan de werkgever of dat redelijkerwijs bij hem kenbaar had kunnen zijn. Er kan herzien worden in het voordeel van de werkgever, als er sprake is van een fout van één van de betrokken bestuursorganen (Wet financiering sociale verzekeringen). U mag de helft van de WGA-premies 2015 verhalen Als werkgever mag u maximaal 50% van de premiecomponenten WGA-vast en WGA-flex, verhalen op uw werknemers. Dit is geregeld in artikel 34, lid 2 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wsfv). De Ziektewet-flexpremie mag u niet verhalen. Wilt u dit wel? Dan moet u die inhouden op het nettoloon. Als u de premie niet verhaalt, hoeft u geen loonheffingen te betalen over de niet-verhaalde premie. ________________________________________________________________________ Tip: maak uw beleid omtrent de WGA-premies jaarlijks bekend aan uw werknemers. Het niet verhalen van de premie is een goede secundaire arbeidsvoorwaarde. Wilt u het beleid in de toekomst aanpassen? Meldt u dan jaarlijks dat u dit elk jaar opnieuw kunt bepalen. ________________________________________________________________________ Meer informatie over de gedifferentieerde Whk-premie vindt u direct onder deze link naar de website van de Belastingdienst. Heeft u vragen? Voor vragen over de gedifferentieerde premie Whk, kunt u contact opnemen met één van onze adviseurs via telefoonnummer 070 – 302 22 22.
>> Terug naar inhoudsopgave
6
|
nieuwsbrief oktober 2014
Basisverzekeringen voor zorg: ontwikkelingen en nieuwe premies Bij het afsluiten van uw zorgverzekering hebben u en uw werknemers vaak de keuze uit meerdere typen basisverzekeringen. Inmiddels zijn ook de nieuwe premies bekend gemaakt. Deze premies laten een stijging zien voor alle typen basisverzekeringen. Dit is opmerkelijk omdat zorgverzekeraars hebben gemeld dat zij hun winsten hebben ingezet om de premies laag te houden. Ontwikkelingen in de basisverzekering In principe zijn er twee hoofdvormen van de basisverzekeringen voor zorg:
Restitutiepolis, deze polis geeft recht op vergoeding van (marktconforme) zorgkosten. Naturapolis, deze polis geeft recht op zorg bij gecontracteerde zorgverleners. Neemt u zorg af bij niet-gecontracteerde zorgverleners? Dan volgt geen volledige vergoeding.
Budget naturapolis In de markt zien we dat er variaties op deze hoofdvormen ontstaan, zoals de budget naturapolis. Bij deze polis is het aantal gecontracteerde zorgverleners voor bepaalde behandelingen beperkt, en is de vergoeding bij niet-gecontracteerde zorgverleners verlaagd ten opzichte van de reguliere naturapolis. Bij deze polis speelt de prijs een belangrijke rol bij het selecteren van zorgverleners. Dit kan ertoe leiden dat verzekeraars in een regio beperkt zorg inkopen met alle nadelige gevolgen van dien. De verwachting is dat verzekeraars deze budget naturapolis actief gaan promoten. Budgetpolis De standaard naturapolis moet voorzien in een redelijke vergoeding voor nietgecontracteerde zorg. De minister heeft voorgesteld deze eis te laten vervallen. Daardoor komt er mogelijk een budgetpolis op de markt waarbij deze zorg niet wordt vergoed. Stijgende premies De overheid bepaalt welke zorg in de basisverzekering is opgenomen en berekent op basis daarvan een zogenoemde ‘nominale rekenpremie’. Voor 2015 bedraagt de rekenpremie van de overheid € 1.196. Op basis van deze rekenpremie berekenen de zorgverzekeraars de uiteindelijke premie voor hun verzekerden. Inmiddels zijn de nieuwe premies bekend. Ondanks dat de zorgverzekeraars melden dat zij hun winsten hebben ingezet om de premies laag te houden, hebben zij stijgende premies bekend gemaakt. De winsten van de vier grootste zorgverzekeraars (Achmea, CZ, VGZ, Menzis) en van DSW zijn beoordeeld door Zorgkiezer en het Financieel Dagblad. Deze vijf verzekeraars hebben bijna 2,6 miljard euro winst gemaakt over 2012 en 2013. Dit bedrag wordt bijna geheel ingezet om de premies over 2015 te drukken. De verzekeraars houden dus zelf zo’n 300 miljoen euro over. Meer hierover leest u direct onder deze link naar de website van het Financieel Dagblad. Overzicht van de nieuwe premies Een overzicht van de nieuwe premies voor de basisverzekeringen vindt u direct onder deze link naar onze online nieuwspagina over de zorgverzekering.
7
|
nieuwsbrief oktober 2014
Meer informatie? Wilt u meer informatie of heeft u vragen, dan kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer 070 – 302 22 22. U kunt ook mailen naar
[email protected].
>> Terug naar inhoudsopgave
8
|
nieuwsbrief oktober 2014
Wetsvoorstel versnelde verhoging AOW-leeftijd ingediend In het regeerakkoord was al aangekondigd dat de AOW-leeftijd vanaf 2016 versneld omhoog gaat: naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Er geldt een tijdelijke overbruggingsregeling onder de voorwaarden uit het Sociaal Akkoord voor mensen met een lager inkomen. Medio november is hiervoor een wetsvoorstel ingediend. Overbruggingsregeling De tijdelijke overbruggingsregeling is bedoeld voor mensen die vóór 1 januari 2013 al deelnamen aan een VUT, prepensioen of vergelijkbare regeling. Deze regeling biedt mensen die - in de periode tussen 65 jaar en de verhoogde AOW-leeftijd - geen of te weinig (gezamenlijk) inkomen hebben, ter overbrugging een uitkering op minimumniveau. _________________________________________________________________________ Inkomensgrens alleenstaanden: tot 200% van het wettelijk minimumloon oftewel € 2.971,20 bruto per maand. Inkomensgrens samenwonenden: tot 300% van het wettelijk minimumloon oftewel € 4.456,80 bruto per maand. _________________________________________________________________________ Versnelde verhoging AOW-leeftijd Vanaf 2016 wordt de AOW-leeftijd in stappen van 3 maanden verhoogd. Vanaf 2018 gebeurt dit in stappen van 4 maanden. Daarmee wordt de AOW-leeftijd in 2018 66 jaar en in 2021 67 jaar. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De verhoging vindt plaats volgens onderstaand tijdspad (bron: Rijksoverheid.nl): Jaar
Verhoging
AOW-leeftijd
Betreft personen geboren:
2013
1
65 + 1 mnd
na 31 december 1947 en voor 1 december 1948
2014
1
65 + 2 mnd
na 30 november 1948 en voor 1 november 1949
2015
1
65 + 3 mnd
na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950
2016
3
65 + 6 mnd
na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951
2017
3
65 + 9 mnd
na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952
2018
3
66
na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953
2019
4
66 + 4 mnd
na 31 december 1952 en voor 1 september 1953
2020
4
66 + 8 mnd
na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954
2021
4
67
na 30 april 1954 en voor 1 januari 1955
Meer informatie? Heeft u vragen of wilt u meer weten? Neemt u dan contact op met uw adviseur via telefoonnummer 070 – 302 22 22. Wij helpen u graag. >> Terug naar inhoudsopgave
9
|
nieuwsbrief oktober 2014
Buitenlandse conflictsituaties: verzekering en molest Het is onrustig in de wereld. In steeds meer landen zien we conflictsituaties en zij komen steeds dichterbij. Gaat u op (zaken)reis naar of verricht uw onderneming werkzaamheden in landen waar conflictsituaties zijn of dreigen te ontstaan? Dan komt mogelijk de ‘molestuitsluiting’ in de polisvoorwaarden van de reisverzekering en collectieve ongevallenverzekering in beeld. Wat houdt dit eigenlijk in? Wat is molest? Molest is schade ontstaan in conflictsituaties zoals onlusten en oorlog. De Wet toezicht verzekeringsbedrijf verbiedt dat schadeverzekeraars schaden verzekeren die zijn veroorzaakt door ‘groot molest’, zoals: een gewapend conflict, een burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Naast ‘groot molest’ bestaat ook ‘klein molest’ zoals sabotage, rellen en opstootjes. Verzekeraars mogen zelf bepalen of ‘klein molest’ onder de dekking valt. Het Verbond van Verzekeraars heeft op 2 november 1981, onder nr. 136/1981, een lijst met molestbegrippen gedeponeerd bij de Rechtbank te ’s-Gravenhage. Dit zijn begrippen zoals: gewapend conflict, oproer, binnenlandse onlusten, rellen en dergelijke. Uitsluiting voor molest Veel reisverzekeringen en collectieve ongevallenverzekeringen hebben een uitsluiting voor molest in hun polisvoorwaarden. De verzekering biedt dan geen dekking voor schade als gevolg van molest. Veiligheidsrisico’s en negatief reisadvies Het ministerie van Buitenlandse Zaken geeft op haar website informatie over mogelijke veiligheidsrisico’s van landen: www.rijksoverheid.nl/reisadviezen. Wanneer de veiligheidssituatie in een land verslechtert, kan zij aanraden om niet naar een bepaald gebied te reizen. Een negatief reisadvies is echter niet bindend en heeft geen juridische grondslag. Het staat verzekeraars daarom vrij om wel of geen maatregelen in de dekking van de reisverzekering te treffen. Nu molest meestal al van de dekking is uitgesloten, heeft een negatief reisadvies doorgaans geen effect op de reisverzekering. Molest apart verzekeren Verricht uw onderneming werkzaamheden of maken uw werknemers zakenreizen naar landen waar een potentieel risico speelt? Dan bestaat de mogelijkheid het molestrisico te verzekeren op de reisverzekering of collectieve ongevallenverzekering. Wij adviseren u om vooraf aan een (zaken)reis naar een risicogebied, de polisvoorwaarden van uw verzekeringen goed te controleren. Meer informatie? Heeft u vragen of wilt u meer weten? Neemt u dan contact op met uw adviseur via telefoonnummer 070 – 302 22 22. Wij helpen u graag.
>> Terug naar inhoudsopgave
10
|
nieuwsbrief oktober 2014