“OP WEG” Een gastvrije gemeenschap van leerlingen. Beleidsplan Protestantse Wijkgemeente Martinikerk Groningen 2015-2019 Matteüs 28: 18b-20: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ De hoofdtitel van het beleidsplan van de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk 2015-2019 is “OP WEG”. Deze titel verwijst naar de opdracht die Jezus bij zijn Hemelvaart aan zijn leerlingen gegeven heeft. In gehoorzaamheid aan het gebod van Christus willen ook wij op weg gaan om zijn naam bekend te maken. Op weg zijn betekent tegelijkertijd dat de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk geen verzameling van gearriveerde christenen is. In deze wereld gaan we tastend onze weg. Toch volgen we geen doodlopend spoor. We zijn op weg achter Jezus aan, richting de voltooiing van deze wereld. Discipelschap is daarom het centrale thema van dit beleidsplan. Het eerste hoofdstuk portretteert de wijkgemeente. Haar identiteit, organisatorische inbedding en de mensen die op haar betrokken zijn worden geschetst. In het tweede hoofdstuk wordt het thema discipelschap inhoudelijk uitgewerkt. Het derde hoofdstuk beschrijft de relatie tussen “OP WEG” en andere beleidsdocumenten, terwijl het laatste hoofdstuk concrete aanwijzingen biedt voor de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk in de periode 2015-2019. 1. Protestantse Wijkgemeente Martinikerk De Protestantse Wijkgemeente Martinikerk maakt deel uit van de Protestantse Gemeente Groningen. Onze wijkgemeente is in 1984 ontstaan uit een fusie van de hervormde gemeenten die kerkten in de Sionskerk in de Korrewegwijk en de in de Oosterparkwijk. De Protestantse Wijkgemeente Martinikerk wil een orthodoxe gemeente zijn, die schatplichtig is aan de gereformeerde traditie, een missionaire blik heeft en zich verbonden weet met Israël. De gemeente is orthodox in haar beaming van de vroegchristelijke belijdenissen, gereformeerd in haar belijden en in haar liturgie, missionair in haar verlangen om als discipelen van Christus nieuwe discipelen te maken. Binnen de Protestantse Gemeente Groningen is de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk de enige wijkgemeente van orthodoxe, gereformeerde snit. De Algemene Kerkenraad hecht belang aan de eigen identiteit van de wijkgemeente Martinikerk. De wijkgemeente hecht aan goede verhoudingen binnen de Algemene Kerkenraad en stelt zich loyaal op. Zo is er samenwerking gezocht met de Nieuwe Kerk en het Groninger Studentenplatform voor Levensbeschouwing en zijn de maandelijkse psalmenvespers van onze wijkgemeente ondergebracht in het programma ‘Schoonheid met een ziel’. Ook is de vorige predikant van de Martinikerk – ds. J.A. van den Berg – toegetreden tot de redactie van Kerk in Stad. Door haar oorsprong weet de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk zich geroepen om zorg te dragen voor de Korrewegwijk en de Oosterparkwijk. In 1988 werd het missionair-diaconale centrum Het Pand aan de Padangstraat in de Korrewegwijk geopend. In 2014 kreeg Het Pand een nieuwe locatie aan de Madoerastraat in de Korrewegwijk. Het Pand heeft zich ontwikkeld tot een plaats waar diaconaat en evangelisatie hand in hand gaan, en waar regelmatig zondagse vieringen worden
1
gehouden. Voor gemeenteleden van onze wijkgemeente is Het Pand een inspiratieplek en een oefenplaats voor missionair handelen. Rondom Het Pand is een nauwe samenwerking met de Nederlands Gereformeerde Kerk te Groningen (de Tehuisgemeente) ontstaan. Sowieso helpen in Het Pand vrijwilligers uit verschillende Groningse geloofsgemeenschappen mee. Onze wijkgemeente weet zich verbonden met de andere orthodoxe gemeenten in Groningen en de Ommelanden. De uitgesproken signatuur van de wijkgemeente trekt tweemaal per zondag mensen naar de Martinikerk die veelal niet in de Korrewegwijk of in de Oosterparkwijk wonen. Een deel van de gemeenteleden en vaste bezoekers van de kerkdiensten (en andere wijk activiteiten) woont zelfs niet in de stad Groningen. Ook is een gedeelte van de bezoekers en gemeenteleden niet afkomstig uit de Protestantse Kerk in Nederland. Met name in de avonddiensten zijn er verhoudingsgewijs veel bezoekers uit andere gemeenten. Hierdoor bestaat er een groot verschil tussen de ‘geografische wijkgemeente’ (PKN-leden uit de Korrewegwijk en de Oosterparkwijk) en de ‘meelevende wijkgemeente’ (frequente bezoekers en bijdragende leden van de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk). Onze wijkgemeente wil niet alleen verantwoordelijkheid dragen voor de geografische wijkgemeente en de meelevende wijkgemeente. Zij voelt zich eveneens geroepen om present te zijn aan de Grote Markt, in het hart van de stad Groningen. Het besef groeit dat een monumentaal kerkgebouw kansen biedt om cultureel geïnteresseerde zoekers te bereiken. In het voorjaar van 2015 zijn de bezoekers van de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk middels een enquête bevraagd op het karakter van de wijkgemeente en hun plaats daarin. De enquête werd ingevuld door circa 100 mensen. Ruim 30% van de respondenten viel in de leeftijdscategorie 20-30 jaar, ruim 20% behoorde tot de leeftijdscategorie 30-60 jaar, en 45% was ouder dan 60 jaar. Deze leeftijdsopbouw weerspiegelt de leeftijdsopbouw van de totale wijkgemeente redelijk adequaat. Wel moeten uiteraard de kinderen en tieners van de gemeente ook meegerekend worden. Uit het feit dat circa 100 mensen de moeite hebben genomen om de enquête in te vullen spreekt een grote betrokkenheid op de wijkgemeente. 90% van de respondenten heeft bovendien volmondig ‘ja’ gezegd op de vraag ‘Voelt u zich deel van de wijkgemeente?’. Tegelijkertijd hebben veel respondenten expliciet aangegeven dat zij in de gemeente een kloof tussen oudere en jongere leden ervaren. Een 28-jarige respondent sprak bijvoorbeeld van ‘weinig interactie tussen studenten en andere kerkgangers’. Een vier jaar jongere respondent gaf aan zich thuis te voelen ‘hoewel ik vaak wel het idee heb dat er twee gedeeltes zijn in de gemeente. Het oudere en jongere deel’. Toch werd de afstand tussen de verschillende leeftijdsgroepen in de gemeente niet door iedereen als een probleem ervaren. Een 75-jarige respondent maakte bijvoorbeeld de opmerking ‘ik ken niet iedereen maar dat geeft niks’. De ervaren kloof tussen ouderen en jongeren in de gemeente hangt samen met de leeftijdsopbouw, maar wordt versterkt door andere factoren. Veel jonge gemeenteleden zijn in Groningen komen wonen vanwege hun studie. Oudere gemeenteleden zijn vaker afkomstig uit Groningen en hebben minder vaak een hogere opleiding gevolgd. Ruim 60% van de geënquêteerde bezoekers en gemeenteleden is na het jaar 2000 betrokken geraakt bij de wijkgemeente Martinikerk. Ruim 20% is er zelfs in of na het jaar 2010 bij gekomen. Dit betekent dat mensen die al enkele decennia in de gemeente komen heel veel nieuwe gezichten hebben zien komen – en gaan. De Protestantse Wijkgemeente Martinikerk kent bovendien een groeiende groep gemeenteleden die is overgekomen uit andere kerken. De belangrijkste redenen die hiervoor genoemd worden betreffen het orthodoxe 2
karakter van onze wijkgemeente, de klassieke liturgie met kwalitatief hoogwaardige kerkmuziek en aansprekende voorgangers. In het omschrijven van de gemeente betoonden de respondenten zich behoorlijk eensgezind. Bij het beantwoorden van de open vraag met welke woorden zij dit zouden doen, werden de woorden ‘traditioneel’ of ‘klassiek’ 17 keer gebruikt, het woord ‘orthodox’ 14 keer, en het woord ‘behoudend’ 19 keer. 10 respondenten gaven aan dat Gods Woord in de wijkgemeente centraal staat. ‘Open’ en ‘missionair’ werden beiden 11 keer gebruikt, terwijl ook ‘stads(kerk)’ 11 keer werd opgeschreven. Tevens keerden de woorden ‘betrokken’ (17 keer), ‘warm’ (14 keer) en ‘vriendelijk’ of ‘hartelijk’ (samen 11 keer) regelmatig terug. Het orthodoxe karakter van de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk werd bovendien vaak als reden genoemd om naar de Martinikerk te gaan. Een 21-jarige respondent koos voor onze wijkgemeente omdat ‘Jezus Christus wordt verkondigd en beleden zoals de Kerk der eeuwen dat doet, dat is fijn’. Een 73-jarige respondent kwam ‘omdat het een christelijke gemeente is in de Gereformeerde traditie zonder een starre opstelling’. Een respondent van dezelfde leeftijd koos voor de gemeente vanwege de ‘prediking vanuit de Bijbel’. De ‘vaste vormen en een eerbiedige sfeer’ werden genoemd door een 57-jarige respondent, terwijl een 74-jarige respondent sprak van de ‘rijkdom van psalmen en gezangen’, en ‘innige liederen’ waardeerde. Bij het aangeven van positieve én negatieve elementen van onze wijkgemeente Martinikerk brachten de geënquêteerden vaak de prediking en de liturgie naar voren. Daarnaast werden onderlinge contacten regelmatig genoemd. Hieruit blijkt dat voor bezoekers de invulling van de kerkdienst bijzonder belangrijk is. Daarbij hebben velen behoefte aan een hechte gemeenschap. 2. Een uitnodigende gemeenschap van volgelingen van Jezus Christus De Protestantse Wijkgemeente Martinikerk wil een gemeenschap zijn die groeit in het leven met Jezus Christus. Daarbij wordt aangesloten bij de oproep van Jezus om Hem te volgen en zijn leerling te worden. Volgeling en leerling zijn van Jezus Christus betekent op weg zijn achter Hem aan. We willen leren wat het betekent om te leven vanuit de ontdekking dat Hij onze Redder en onze Heer is. Het betekent enerzijds dat we vastheid hebben in de Redder en de Heer van de kerk, die we in de Schriften ontmoeten. Het betekent anderzijds dat we soms tastend onze weg moeten vinden in een snel veranderende wereld. Een gemeenschap van leerlingen Met de keuze voor discipelschap als leidraad voor het beleid willen we elkaar helpen om te groeien in navolging in een veranderende en vaak als seculier ervaren wereld. Het thema slaat een brug tussen de kernactiviteiten van de gemeente en het leven van alledag. Het roept ons enerzijds op om te groeien in de verbondenheid met Christus als de kern van ons geloof, de grond van onze hoop en de bron van onze liefde. Het daagt ons anderzijds uit om dit uit te leven op alle terreinen van ons leven, in onze vriendschappen en gezinnen, in maatschappelijke activiteiten en in onze werkkring. Een uitnodigende gemeenschap Het centraal stellen van discipelschap helpt ook om een brug te slaan tussen twee brandpunten van het gemeente-zijn, die in de ervaring van een aantal gemeenteleden niet voldoende op elkaar betrokken zijn: de viering en vorming van het geloof in kerkdiensten en op kringen, en het missionair gemeente-zijn (dat in de ervaring geconcentreerd is in de activiteiten in en rond Het Pand). De viering en opbouw van het geloof in kerkdiensten en ander gemeentewerk heeft de groei van gemeenteleden als volgelingen van Jezus op het oog, en draagt daarmee bij aan een aanstekelijk, uitnodigend missionair christen-zijn in het dagelijks leven. De activiteiten rondom Het Pand kunnen gezien worden als een praktische concretisering van een missionaire levensstijl die het hele leven 3
smaak geeft. Als gemeenschap van leerlingen zal de gemeente enerzijds blijk moeten geven van een grote mate van gastvrijheid, zodat mensen ongedwongen de betekenis van het Evangelie kunnen proeven. Anderzijds zal het besef ontwikkeld moeten worden dat het Evangelie vraagt om radicale omkeer en navolging. Genade stelt geen enkele voorwaarde maar is ook niet goedkoop. Jezus volgen met gaven en gebreken Het thema discipelschap doorbreekt de verwachting dat de kerk vooral een plaats is voor mensen die een extra steuntje in de rug nodig hebben. Het Evangelie nodigt ons uit Christus ook Heer te laten zijn over de talenten en de rijkdom die God ons gegeven heeft. Het gevaar van het thema discipelschap kan echter zijn dat we de indruk wekken een gemeenschap te willen zijn van ‘superchristenen’ die alles netjes op een rijtje hebben. Het begrip ‘leerling’ benadrukt echter dat het onderscheidende kenmerk in de eerste plaats ligt in de relatie met Christus. Juist gebroken mensen mogen volgeling worden van Jezus. Juist als mensen beschadigd en vastgelopen zijn, kan op een bijzondere manier zichtbaar worden wat het betekent om te leren leven uit genade en geloof. In deze gemeenschap zullen ook mensen die voor het oog geslaagd zijn ruimte ervaren om de barsten en scheuren in hun leven onder ogen te zien. De uitnodiging leerling van Jezus te zijn is een uitnodiging te leven in en ons te laten veranderen door de kracht van de Geest. 3. Samenhang met eerder en ander beleid Het beleidsplan “OP WEG” staat niet op zichzelf, maar is organisch verbonden met eerder en ander beleid van de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk en de Protestantse Gemeente Groningen. Zo borduurt het voort op ‘Kwelderwerken’, het vorige beleidsplan van de wijkgemeente. In ‘Kwelderwerken’ werd landaanwinning door middel van kwelders als beeld gebruikt voor gemeenteopbouw. Met het beeld van vlijtig gegraven greppels en bedachtzaam aangelegde dammetjes die slibafzetting bevorderen werden gemeenteleden opgeroepen om hun gaven en talenten in te zetten voor de opbouw van de gemeente. In het huidige beleidsplan ligt de nadruk meer op de persoonlijke navolging van Jezus Christus en discipelschap als de grondslag van het christelijke leven en het uitgangspunt voor gemeenteactiviteiten. Het beleidsplan “OP WEG” is ook verbonden met de notitie uit 2010 over de kerkdiensten, getiteld ‘Elke dienst missionair’. Deze notitie benadrukt dat iedere kerkdienst uitnodigend zou moeten zijn voor buitenstaanders en licht toe hoe de inrichting van de diensten bij kan dragen aan deze doelstelling. Voor een deel zijn de aanbevelingen uit deze notitie gerealiseerd in de periode 20102015. Uit de in het voorjaar van 2015 gehouden enquête blijken de kerkdiensten bijzonder belangrijk te zijn voor de bezoekers van onze wijkgemeente. Zij stellen hoge kwaliteitseisen aan de invulling van de diensten. Kwalitatief goede kerkdiensten vormen ook een belangrijke randvoorwaarde om zoekers aan te spreken. De komende jaren zal dit thema daarom verder worden uitgewerkt. Inhoudelijk sluit dit beleidsplan nauw aan bij het projectplan ‘Martinikerk als inspiratie- en oefenplaats. Discipel met hart, hoofd en handen’. Dit projectplan vormt de 0.3 fte invulling van de predikantsplaats van maart 2014 – maart 2017, en is een partnerschap van de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk met de IZB – vereniging voor zending in Nederland. Met het vertrek van ds. J.A. van den Berg per 1 juni 2015 is het project onderbroken. Het project wordt in dezelfde of in gewijzigde vorm weer opgestart bij de komst van een nieuwe predikant. De focus van het projectplan ‘Martinikerk als inspiratie- en oefenplaats’ is in essentie dezelfde als die van het onderliggende beleidsplan, maar is nadrukkelijker geschreven voor studenten en jongvolwassenen. Het onderliggende beleidsplan heeft het geheel van de gemeente op het oog. Het missionair-diaconale werk in Het Pand is beschreven in het projectplan ‘Er is meer boven Groningen’. Dit is een gezamenlijk project van de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk en de IZB – vereniging voor zending in Nederland. De vele activiteiten in Het Pand bieden gelovige vrijwilligers de 4
mogelijkheid om handen en voeten te geven aan de navolging van Christus. Zo haakt het beleidsplan “OP WEG” aan bij het missionair–diaconale project dat uitgevoerd wordt in Het Pand. Helaas heeft de Protestantse Gemeente Groningen in haar geheel te maken met krimp, zowel wat ledenaantallen als wat inkomsten betreft. Daarom heeft de Algemene Kerkenraad in het voorjaar van 2015 een concept beleidsplan geschreven met het oog op vernieuwingen en bezuinigingen. De Protestantse Wijkgemeente Martinikerk is gehecht aan haar solidariteit binnen de Protestantse Gemeente Groningen, maar vindt tegelijkertijd dat wijkgemeenten financieel in balans zouden moeten zijn. Dat brengt voor de wijkgemeente Martinikerk een verplichting met zich mee. Alhoewel de inkomsten (zowel uit de actie Kerkbalans als uit collecteopbrengsten) van jaar tot jaar toenemen, is de eigen begroting niet dekkend en komt de wijkgemeente op jaarbasis zo’n € 20.000 tekort. Onze wijkgemeente wil haar begroting binnen vijf jaar dekkend krijgen middels slimmere geldwerving en door te bezuinigen waar mogelijk. Het beleidsplan is aanvullend aan de plaatselijke regeling van de wijkgemeente, waarin o.a. de organisatie van de wijkgemeente is vastgelegd. 4. Oefenruimte voor navolging in de praktijk In het licht van het thema discipelschap willen we in de komende jaren de diensten en andere activiteiten van de wijkgemeente doorlichten en verder ontwikkelen als oefenplaatsen voor navolging. Brengen de kerkdiensten ons hele leven zo bij God dat wij daarna als bemoedigde, veranderde en vernieuwde leerlingen van Christus met God kunnen leven? Zijn het jeugdwerk en het kringwerk plaatsen waar we leren het alledaagse leven in te gaan vanuit de genade en de hoop van het Evangelie? Wordt hier duidelijk wat discipelschap betekent, zonder dat we vervallen in een moraliserende benadering van het christen-zijn? Leren we met elkaar te leven op een manier die nieuwsgierig maakt en aanstekelijk is? Vullen we de meer kerkelijke en evangelisatorische activiteiten zo in dat nieuwsgierige en zoekende gasten zich welkom voel en dat ze tegelijkertijd ontdekken wat het ‘geheel anders’ zijn van deze gemeenschap betekent? In de komende periode verdienen de volgende thema's concreet de aandacht van de kerkenraad en de gemeente: Kerkdiensten 1. De meeste gemeenteleden ervaren de wekelijkse kerkdiensten als het hart van het gemeenteleven. Er is behoefte aan prediking die tegelijkertijd diepgravend en concreet is. De prediking zal enerzijds toegankelijk moeten zijn voor buitenstaanders en anderzijds gemeenteleden concreet moeten helpen in navolging en aanstekelijk christen-zijn in het dagelijks leven. De keuze van gastpredikanten vraagt in dit opzicht ook aandacht. 2. Het is goed als er in de komende tijd aandacht gegeven wordt aan de invulling van de avonddiensten. De betekenis en de aantrekkingskracht van de avonddiensten kunnen vergroot worden wanneer zij niet in grote lijnen de ochtenddiensten herhalen. De psalmenvespers laten zien dat avonddiensten met een duidelijk eigen karakter ook een meer regionale betekenis kunnen krijgen. We denken bijvoorbeeld aan series leerdiensten, die eventueel in samenwerking met andere predikanten uit Stad en Ommelanden verzorgd kunnen worden. Voorstelbaar is een jaarserie over de Apostolische Geloofsbelijdenis of het Onze Vader of over thema's rond discipelschap op de werkplek, in het gezin en in de vriendenkring. 3. Er zal een besluit moeten worden genomen met betrekking tot het al dan niet invoeren van het Nieuwe Liedboek. Indien het Nieuwe Liedboek ingevoerd wordt, moet nagedacht worden over manieren om de gemeente daarmee bekend te maken.
5
Jeugd en jongeren 1. Onze gemeente is een gevarieerde gemeenschap van stadjers en import, studenten en ouderen, met verschillende opleidingen en plaatsen in de maatschappij. Bij elke bezinning op de inhoud van de diensten zal die brede gemeenschap in het oog gehouden moeten worden. In de komende jaren vragen de jongeren die de kindernevendienst en de basiscatechese doorlopen hebben evenwel onze bijzondere aandacht. Zonder te vervallen in specifieke doelgroependiensten, kan nagegaan worden hoe bepaalde diensten zo ingevuld kunnen worden dat de jongeren zich er bijzonder welkom voelen. Dit lijkt het beste gedaan te kunnen worden door een groep ouders, jongeren en jeugdleiders. In de gemeente aanwezige studenten kunnen wellicht dienen als brug- en identificatiefiguren voor deze jongeren. 2. Dankbaar constateren we dat het kinder- en jeugdwerk in onze gemeente de afgelopen jaren versterkt is. Vertegenwoordigers vanuit de kerkenraad zullen in overleg met enkele vertegenwoordigers van omliggende gemeenten na gaan of het mogelijk is het kinder- en jeugdwerk verder te versterken en ook breder dienstbaar te maken door een aantal activiteiten bewust een regionale functie te geven. Omzien naar elkaar 1. De gemeente kent een groot aantal activiteiten waar mensen elkaar ontmoeten en steunen, denk aan kringen en kerkkoor, bezoekwerk, clubs en maaltijden. Verschillende groepen in de gemeente hebben echter weinig contact met elkaar. Dit is deels onvermijdelijk in een grotere stadsgemeente, deels ook jammer omdat relaties tussen verschillende groepen (studenten en ouderen, gezinnen en alleen gaanden) verrijkend kunnen werken en deel uitmaken van het vormen van een geloofsgemeenschap in het versnipperde stadsleven. De kerkenraad zal het aanbod van activiteiten waar gemeenteleden elkaar ontmoeten tegen het licht houden en waar mogelijk zo om vormen dat verschillende groepen makkelijker met elkaar in contact komen. Er zou bijvoorbeeld overwogen kunnen worden om frequenter koffie te drinken na de dienst. 2. De kerkenraad is voornemens zowel de interne als de externe communicatie van onze wijkgemeente te evalueren. Het is verstandig om doel en inhoud van diverse communicatiekanalen, zoals de Nieuwsbrief, Kerkpost, Kerk in Stad en de website, zorgvuldig te formuleren, op elkaar af te stemmen en zo nodig te verbeteren. 3. Meer pastorale aandacht voor homoseksuelen en lesbiennes, aangezien de meest recente cijfers aangeven dat een op de twintig Nederlanders homoseksueel geaard is en wij daar in onze wijkgemeente te weinig oog voor hebben. Vorming en toerusting 1. Omzien naar elkaar krijgt niet uitsluitend gestalte in het huisbezoek, maar ook in het kringwerk (waaronder ook de huwelijkskring, themalunches en gebedskringen) en in andere vormen van ontmoeting tussen gemeenteleden. De kerkenraad gaat het huisbezoek evalueren (in menskracht en prioritering) en het kringwerk nadrukkelijk bevorderen, zeker bij 35-plussers. Ook dient er werk te worden gemaakt van toerusting en bemoediging van kringleiders. Bij die toerusting dient er aandacht te zijn voor de vraag hoe juist kringen de geëigende plaats zijn om te oefenen in concreet, vrijmoedig en kwetsbaar discipelschap. 2. De mogelijkheid om in te vullen als leerdiensten is hierboven al genoemd. De avonddiensten zouden een cruciale rol kunnen spelen in de (regionale) toerusting van gemeenteleden en bezoekers. Wellicht kunnen de avonddiensten ondergebracht worden in het projectplan ‘Martinikerk als inspiratie- en oefenplaats. Discipel met hart, hoofd en handen’, dat in samenwerking met de IZB tot stand is gebracht. 3. De kerkenraad heeft een ouderling die zich specifiek richt op vorming en toerusting, alsmede het beleid van de wijkgemeente. Doordat beleidszaken veel aandacht en tijd kosten, komt de 6
coördinatie van vorming en toerusting in het gedrang. Het verdient aanbeveling iemand uit de gemeente aan te stellen om deze taak op zich te nemen. Missionair kerk-zijn 1. Het missionair kerk-zijn van de wijkgemeente heeft verschillende brandpunten: Het Pand in de wijk, de studentenpopulatie en de betekenis van de Martinikerk als zichtbare 'kathedraal' in het stadscentrum. Het werk in Het Pand en onder studenten heeft vele dwarsverbindingen door de vele studenten die als vrijwilliger in Het Pand werken. De publieke functie van de Martinikerk wordt uitgebuit in de Psalmenvespers en de woensdagvespers voor studenten. Het is op deze terreinen niet nodig nieuw beleid te ontwikkelen. Wel moeten de lopende projecten met zorg in gebed en met concrete steun worden gedragen en met wijs advies begeleid. Met betrekking tot de woensdagvespers in de Martinikerk kan wellicht nog duidelijker gemaakt worden dat niet alleen studenten hier welkom zijn. 2. Vergeleken met het werk in de stad is de betrokkenheid bij kerken in andere landen en bij de internationale geloofsgemeenschap in onze gemeente weinig ontwikkeld. De kerkenraad gaat kijken hoe zending en werelddiaconaat na de terugkeer van de familie van der Louw een structurele plaats en een persoonlijk gezicht in de wijkgemeente kunnen krijgen. 3. Groningen wordt al jarenlang gekenmerkt door een groeiende populatie internationale studenten (op het moment van schrijven elk jaar 3500 studenten voor één of meerdere jaren en 750 studenten voor een kortere periode dan een jaar). Er zijn reeds verschillende groepen en (internationale) gemeenten actief onder deze studenten. Het is de vraag of de wijkgemeente Martinikerk een eigen roeping en eigen gaven heeft om in dit kader in te zetten. De kerkenraad stelt voor te inventariseren wat er al gedaan wordt en vervolgens te besluiten of wij daar iets aan bij kunnen dragen, bijvoorbeeld door het bieden van gastgezinnen, het opzetten van een Engelstalige Bijbelkring of het meehelpen in het internationale studentencafé, waar de Nederlands GereformeerdeTehuisgemeente al bij betrokken is. Het bieden van ondersteuning voor Engelstalige bezoekers van onze kerkdiensten is tevens het overwegen waard. Financiële stromen binnen de wijkgemeente 1. Discipelschap zal concreet moeten zijn zonder wettisch te worden. Daarbij mag in de gemeente de vraag hoe en hoeveel wij bijdragen aan de kerkelijke gemeente en ander kerkelijk werk concreet aan de orde komen, alsmede de vraag welke rol ons geld speelt in onze relatie met God. Het is belangrijk om zichtbaar te maken dat de concrete mogelijkheden voor kerkelijke en missionaire presentie gerelateerd zijn aan de gaven die gemeenteleden aanbieden. Dat vraagt dus om zowel bezinning en toerusting als om heldere communicatie en informatie over behoeften, doelen en geldstromen binnen de gemeente. 2. Het is belangrijk in de komende tijd te doordenken of de geldwerving voor de actie Kerkbalans en de Stichting Wijkfonds Martinikerk slimmer aangepakt kunnen worden. Naast de klassieke methoden kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het introduceren van machtigingskaartjes, draagbare pinautomaten of mobiele applicaties waarvan het gebruik in de kerk (of thuis) regelmatig aangemoedigd wordt. 3. We stellen voor een jaarlijks project te houden voor geldwerving ten behoeve van Het Pand en andere projecten binnen en buiten de gemeente. Dit zou wellicht zo opgezet kunnen worden dat het tegelijkertijd de zichtbaarheid van onze wijkgemeente in de wijk en/of de stad vergroot. Samenwerking 1. Het is van belang in de komende jaren in overleg met enkele voorgangers en vertegenwoordigers van kerkenraden in de regio na te gaan hoe de dienstbaarheid van de Protestantse Wijkgemeente Martinikerk aan de regio versterkt kan worden. Een vruchtbare samenwerking tussen Stad en Ommeland zou kleinere gemeenten in de regio 7
kunnen ondersteunen in activiteiten die zij zelf niet kunnen ondernemen en anderzijds bepaalde activiteiten in de eigen wijkgemeente kunnen versterken. De bovengenoemde overwegingen rond de avonddiensten en het jongerenwerk zijn daar voorbeelden van.
8