J?;eh ]:>t'0gt'al'rll'rla cl"u:\lt't }tot'tet' clah clat je 'Vet'wa~ht hacl. Wat h"\l? De ldhclet'eh 'Vet''Veleh '1.i~h eeh 1eetje. J?;t' l'rloet wat ge1e"\lt'eh sfeet' ol'rlslaat. aahtal
'Voot'clat el" ge1tliet'cl gaat Wot'cleh eh cle Geef '1.e wat te cloeh. Hiet'ohclet' 'Vihcl je eeh
sil'rl]:>eleeh eeh'Vo"\lclige 1"\lHehs]:>elletjes,
hig tot geeh
'Voot'1et'eiclihg
waal"
wei-
'Voot' hoclig is.
In de knoop leggen
(
Materiaal: geen Eén speler is de ontknoper. De rest van de spelers steken hun handen omhoog en lopen naar elkaar toe. De spellers pakken willekeurig twee handen vast, zodat een echte chaos ontstaat. De knoop wordt op één punt door de leiding losgehaald. Opdracht voor de ontkn0per is nu, om zonder de handen los te laten, de knoop te ontwarren. Variaties: Van de groep wordt iemand aangewezen als moordenaar (onbekend bij de ontknoper) Wanneer de moordenaar naar iemand in de knoop knipoogt, mag deze 10 seconden niet bewegen. Dit maakt het extra lastig. Ook kan men proberen uit de knoop te komen zonder dat de ketting van spelers verbroken wordt.
Lijntikkertje
(
Materiaal: geen De spelers stellen zich op en gaan in een rij naast elkaar staan met ongeveer een meter tussenruimte. Iedereen krijgt een nummer. De even nummers draaien zich om. Buiten de rij staan een tikker en een speler. De tikker probeert steeds de speler buiten de rij te tikken, hij/zij mag hierbij tussen de rij door lopen. De speler mag dat niet. Als het hem te heet onder de voeten wordt, zal hij de plaats van een andere speler in de rij moeten innemen door achter een andere speler te gaan staan en hemlhaar een duwtje op de schouders te geven. Zo staat de volgende speler aan de andere kant van de rij. Regels: De speler mag wel aan de uiteinden om de rij heen. Het is voor de kinderen moeilijk om dit spel te snappen vanuit de uitleg, dus gebruik veel voorbeelden. Een tikje op de schouders... en GEEN duw in de rug.
Olifanten
tikspel
Materiaal: geen Eén van de Spelers is tikker (olifant). De overige spelers zijn allemaal beesten uit het bos en gaan als dieren rondlopen. De olifant houdt zich bij de neus vast en steekt de andere arm door dit gevormde kringetje en gaat op deze manier de anderen tikken. Wordt iemand getikt, dan verandert dit dier eveneens in een olifant en gaat helpen tikken. Wie blijft het langst over? Alles
voor kids 6-12
~ 2007 www.ymca.nl
--
-
Spel buiten 21
Detective Materiaal:geen Eén speler (de detective)verlaat de kring.Van de overige spelers ruilentwee spelers een voorwerp,bijvoorbeeldhun trui, brilof schoenen met elkaar. De detective mag vervolgens terugkomen en moet nu raden wat er is veranderd. Hoe lang duurt het voordat de detective het juist heeft?
(
WC-Tikkertje Materiaal:eventueel krijtof linten Baken het speelveld duidelijkaf, eventueel met krijtstrepenof linten. Eén van de spelers is de tikker.Terwijlhij/zijin het gebouw of om de hoek gaat staan, wijst de spelleider een verlosser aan. Hiernamag de tikkerterugkomen.Vervolgensstart de spelleider het spel. De tikkerprobeert alle andere spelers te tikken.Wordteen speler getikt, dan is deze af en gaat hij/zijaan de kant staan. De spelers mogen zich tegen het tikkenverweren door stilte gaan staan en 'WC"te roepen; hun hand houden ze vanaf dan omhoog als de hendel van een stortbak. De verlosser kan andere spelers verlossen uit de WC houding,door de hendel van de stortbak naar beneden te trekken. Vervolgensmaakt de verloste speler een doorspoel geluid en doet hij/zijweer mee met het spel. Welketikker,tiktde meeste spelers in een bepaalde speeltijd? Spelers die aan het eind van de speeltijdals 'WC" in het speelveld staan worden bijde spelers die getiktzijn geteld.
Papier steen
schaar
race
Verdeel de groep in twee ploegen en zet hen elkaan een uiteindevan een lijn.Op een signaal van de leidingbegintvan elke ploeg iemandte lopen in de richtingvan de andere ploeg. Op het moment dat ze elkaar ontmoetenspelen ze Papier steen schaar: Twee spelers staan tegenover elkaar en roepen tegelijk:1-2-3.Op elk getal slaan ze met hun vuist omlaag, de getallen kracht bijzettend.Op 3 maken ze met hun hand een gebaar: Papier -vlakke hand
. . Schaar. -
het V-teken(alleenwijsvinger&middelvingeruitsteken)
Steen een vuist
papier wintvan steen, steen van schaar en schaar van papier. De verliezergaat terug naar zijnploeg, en de winnaar loopt door. Op het momentdat de verliezervan de lijnstapt, mag iemand anders van zijn ploeg beginnen met lopen,om de persoon van de andere ploeg te onderscheppen. Je kunt een punt scoren door over het einde van de lijnbijde andere ploeg binnen te lopen. Kruiwagenrace Materiaal:geen De spelers vormentweetallen, die achter de startlijneen kruiwagenvormen: de ene speler gaat op zijnbuikliggenen steunt op zijn handen en armen, de ander tilthem bijzijn voeten op. Na het startsein racen de kruiwagens naar een afgesproken plek.Welk tweetal wintde race? Variant:het wordt nog moeilijker,maar ook leuker als je op de rug van de ene persoon een beker (eventueel met water) zet. Ideaal bijwarm weer! Alles voor kids 6-12
~ 2007 www.ymca.nl
Spel bulten 22
.Jager en prooi Materiaal:geen Allespelers staan naast elkaar achter een lijnen krijgende naam van een dier. Wanneer de spelleider dan bijvoorbeeld'vos' roept, rennen alle andere dieren zo vlug mogelijknaar de overkant. De vos probeert zoveel dieren te vangen (te tikken).Dan gaat iedereen weer achter de lijnstaan en roept de spelleider een ander dier. Welkdier vangt de meeste prooien? Voorbeelddieren: Vos Kraai Slang Walvis Leeuw Hond Tijger Cavia Olifant Rat
Haan Mier Sprinkhaan Slak Worm
Doorgeefbal
(
(
Materiaal:een bal De spelers gaan zo staan dat een grote bal gemakkelijkdoorgegeven kan worden. De spelleiderdraait zich om en fluitplotseling.De speler die in het bezit is van de bal op het moment van fluiten,valt uit.Wieblijftover? Kokosnootroof Materiaal:een bal In het midden van een kringligteen bal (kokosnoot).Eén van de spelers (de aap) wordt weggestuurd, ondertussen wijstde spelleider een jager aan. De aap komtterug en probeert de kokosnootte pakken, hij/zijweet niet wie de jager is. Zodra de aap de kringbinnenstapt, mag de jager opstaan om hem/haar te tikken.Wiewint,de aap of de jager? Variaties: Meteen schijnbewegingkan de aap uitzoekenwie de jager is. Er zijnveel variaties op dit spel mogelijk:instrumenten/dief/dirigent goud/goudzoekerlindiaan Nummerbal Materiaal:een bal De spelers stellen zich in twee ploegen op, zoals op de tekening. In het middenvan het veld ligteen bal. Elke ploeg geeft zijnspelers nummers, te beginnen bij 1. Nu kan het spel beginnen. De spelleiderroept een nummer, bijvoorbeeld5. De spelers met nummer 5 rennen zo vlug mogelijk naar de bal.Wie als eerste bijde bal is, trapt hem weg. De andere speler moet de bal zo vlugmogelijkgaan halen, want ondertussen kan de andere speler punten scoren. Voorelke keer dat hijvan de middellijnnaar zijneigen ploeg kan lopen, scoort hijeen punt. Pas wanneer de tegenspeler de bal op de middellijnlegt, moet de speler stoppen met lopen. De spelleider roept dan een nieuw nummer.Welkeploeg scoort als eerste 10 punten? Variatie: Bijeen hele grote groep kinderen kunje ze verdelen over meer groepjes. Het is dan wel handig wanneer je dan ook meer spelleiders hebt. Zo komen de kinderenwat vaker aan de beurt. Alles voor kids 6-12
~ 2007 www.ymca.nl
Spel buiten 23
Bal alfabet Materiaal:twee ballen De spelers verdelen zich over twee ploegen. Elkeploeg vormteen kringen heeft een bal. Van elke ploegtikt een speler de bal in de luchten zegt de letter 'a'. De speler linksvan hem tiktde bal weer in de lucht naar de volgende speler en zegt de letter 'b'. De ploeg die het hele alfabet kan aftikkenzonder dat de bal de grond raakt, wint. Variatie: Je kunt het nog moeilijkermaken door bijvoorbeeldnamen, plaatsnamen of voorwerpente laten noemen op alfabetische volgorde.
De ratten en de raven Materiaal:improvisatietalent of een verhaal over ratten en raven Verdeel de groep in tweeën en zet ze in twee rijentegenover elkaar. Op 3 meter afstand van elkaar staan 2 rijenspelers; de ratten en de raven. De spelleidervertelt een verhaal. Noemthij/zijdaarbij de ratten, dan proberen de raven de ratten te tikkenvoordat zijde achterlijnvan het veld bereikt hebben. Ditgeldt ook andersom. Is een rat of een raaf getiktdan mag deze niet langer meedoen. Om het wat mindervoorspelbaar te maken en om een wat langer verhaal te kunnen vertellen, kunnen de ratten ook knaagdieren en de raven vogels genoemd worden.
Denkbeeldig
doorgeefspel
Materiaal:kaartjes met denkbeeldigevoorwerpenvoor de kinderen die niet zelf iets kunnen bedenken. De spelers lopen allemaal rond in het speelveld.Zijhebben een denkbeeldig object bijzich. Bijvoorbeeldeen tennisbal, waar ze mee tegen de muur stuiteren, een kopje koffiewaar ze in roeren en waar ze vervolgens een slokvan nemen, of een kam waarmee ze hun haar kammen. Komenze een andere speler tegen dan demonstreren beide spelers het voorwerp wat ze bijzich hebben en wisselen daarna van voorwerp.Aan het eind van het spel mag iedere speler vertellenwelkvoorwerphij/zijop dat moment denkt te hebben. Voorbeeldenvan voorwerpen: bal pen telefoon boek hamer waaier schaar springtouwlaptop kopje bel spiegel
Op een krant staan
(
Materiaal:een aantal kranten van gelijkformaat Maakgroepjes van maximaalzes spelers. Per groep mogen de spelers op een opengevouwen krant gaan staan. Hiernavouwtde leidingde krant dubbel en mogen ze er weer op gaan staan, etc. Welkgroepje lukthet om op het kleinstestukje krant te gaan staan?
Schreeuwspel Opstelling:intwee partijen,waarvan één partijverdeeld is in zender en ontvanger Materiaal:een aantal boodschappen om door te geven Eén oftwee spelers uit een groepje stellen de zender voor, die een boodschap door wilgeven aan de andere spelers van hetzelfdegroepje. De rest van de spelers staan tussen de zender en ontvanger in en proberen door veel lawaai te maken te verhinderen, dat zij de boodschap kunnen verstaan. Ze dienen dus als een soort stoorzender. Luktdit toch, dan wordter gewisseld. Gebruikvoor dit spel korte boodschappen. Het is in ieder geval een heerlijkspel om eens af te reageren.
Alles voor kids 6-12
~ 2007 www.ymca.nl
Spel buiten 24
Aardappelestafette Materiaal: touw, aardappels en ping pong balletjes. De spelers stellen zich in gelijke groepen op, achter de startlijn. Iedere speler bindt een stuk touw om zijn middel met aan het uiteinde een aardappel die de grond net raakt. Op de startlijn wordt een pingpong balletje gelegd. Na het startsein vertrekken de eerste spelers van elke groep. Met de aardappel stoten ze hun pingpong balietje tot aan de overkant en terug, zodat de volgende spelers kunnen beginnen. Welke groep is het snelst?
Steentjes
0 r?f'
werpen
Materiaal: een grote steen en kleine steentjes (5 stuks per speler), een muur, krijt Teken een lijn op ongeveer 4 meter van een muur. Alle spelers krijgen 5 steentjes. De eerste speler werpt de grote steen tegen de muur. De bedoeling is nu de kleine steentjes zo dicht mogelijk bij de grote steen te gooien. Maar de steentjes moeten wel eerst de muur geraakt hebben. De speler die met zijn steentje het dichtst bij de grote steen ligt, mag alle steentjes oprapen. Vervolgens gooit iedereen opnieuw een steentje. De speler die als eerste al zijn steentjes kwijt is, verliest.
Boompje verwisselen Materiaal: een aantal bomen in een cirkel, eventueel vlaggetjes of lint Zoek in het bos een aantal bomen, die min of meer in een cirkel staan (1 boom minder dan er spelers zijn). Je kunt vlaggetjes of lint aan deze bomen hangen. Zo weet iedereen welke bomen het zijn. De spelers gaan elk bij een boom staan. Eén speler staat in het midden. Op een afgesproken teken wisselt iedereen van boom. De speler in het midden probeert op dat moment een boom te bemachtigen. Lukt dat, dan gaat de speler die op dat moment geen boom heeft, in het midden staan. Als het niet lukt om een boom te bemachtigen, dan blijft hij zelf in het midden staan. Wie hoeft het minst in het midden te staan?
Slingerzak
(
Materiaal: lang touwen zakje zand Maak een zakje zand vast aan een touw. De spelers staan in een kring, met in het midden de spelleider. Hij draait het verzwaarde touw rond en probeert er één van de spelers mee te raken. Die moeten dus goed opletten en telkens over het touw springen. Wie door het touw of het zakje geraakt wordt, valt af. Wie blijft als laatste over?
Frisbeespel Materiaal: frisbee De spelers verdelen zich in twee ploegen en gooien een frisbee van de ene naar de andere ploeg. Kan niemand de frisbee vangen, dan scoort de gooiende ploeg. Welke ploeg scoort als eerste tien punten?
Alles voor kids 6-12
~
Spel buiten 25
2007 www.ymca.nl
--
Tijd rennen Materiaal:stopwatch, potlooden papier. De spelleider schrijftvan iedere speler de naam en het aantal minutenop, dat hijdenkt nodig te hebben om de vooraf afgesproken afstand af te leggen. Om beurten lopen de spelers de afstand. De spelleider neemt de tijdop met de stopwatch. Deze tijdwordtnaast de geschatte tijdgenoteerd. De speler die het dichtst bijzijn geschatte tijdzit, wint. Kaartgooien Materiaal:spel kaarten en krijt Teken met krijt6 cirkelsop de grond,zoals op de tekening. Nugooien de spelers vanaf 3 meter afstand om de beurt een speelkaart naar de cirkels. Noteer de punten van het vak waarin de speelkaart terechtkomt en tel na afloopalle punten op. Wie geen ruzie wil,maakt voorafafspraken over wat je doet als een kaart op een lijnterechtkomt. (
Voor nog meer tips; kijk in de Driehoekreeks boekjes: 10 minutenspelen Vertrouwensspelen Improvisatiespelen Goochelen en black magic Martine K/asens
(
Alles voor kids 6-12
~
Spel buiten 26
2007 www.ymca.nl