Onderzoek risicobereidheid Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen 15 oktober 2013 Gaston Siegelaer Louana van Dijk © 2013 Towers Watson. All rights reserved.
Disclaimer Deze rapportage is uitsluitend geschreven voor gebruik door Stichting Pensioenfonds Dierenartsen onder de voorwaarden van onze overeenkomst met Stichting Pensioenfonds Dierenartsen. De rapportage is bedoeld om het bestuur van pensioenfonds Dierenartsen te ondersteunen bij de gedachtevorming over het strategisch risicoprofiel van het pensioenfonds. De rapportage is niet bedoeld voor gebruik in een andere context of voor andere doeleinden en wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor dergelijk gebruik. De schriftelijke opmerkingen in deze presentatie moeten worden gezien in samenhang met de ondersteunende en verduidelijkende mondelinge opmerkingen en achtergrond zoals door Towers Watson gegeven, voordat u overgaat tot enige actie of het nemen van beslissingen. REF/LKr/653285/AP130281
Proprietary and Confidential. For Towers Watson and Towers Watson client use only. towerswatson.com
© 2012 Towers Watson. All rights reserved.
Risicohouding
Preferenties t.a.v. solidariteit en collectiviteit Risicodraagvlak Risicohouding Beoordeling risicobereidheid Bijlagen: - Bijlage A: Risicodraagvlak en -houding - Bijlage B: Overige statistieken - Bijlage C: Benchmarkonderzoek
Risicodraagvlak
Verwachtingen ten aanzien van pensioen
Preferenties
Inleiding Deelnemersdemografie
Demografie
Inhoudsopgave
Risicobereidheid 3
Risicohouding
Risicodraagvlak
Preferenties
Risicobereidheid
Deze rapportage behandelt de risicobereidheid van de deelnemers van Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen (SPD). De rapportage is gebaseerd op de uitkomsten van een onderzoek onder 1094 deelnemers. De respons bedraagt 20% van de ca. 5.532 aangeschreven personen. Dit is voldoende voor de statistische representativiteit voor de groep als geheel. De rapportage is bedoeld om het bestuur van SPD te ondersteunen bij de gedachtevorming over het beleggingsbeleid en de financiële opzet van het pensioenfonds. Door dit onderzoek te hebben uitgevoerd heeft het bestuur zich gekweten van zijn taak om de risicobereidheid van deelnemers te betrekken in de besluitvorming ten aanzien van het strategisch risicoprofiel van het pensioenfonds. We vergelijken de uitkomsten van de SPD survey met een door Towers Watson uitgevoerd benchmarkonderzoek onder een representatief panel van de Nederlandse beroepsbevolking, voor zover relevante verschillen zijn geconstateerd. Zie bijlage C voor een nadere toelichting op het benchmarkonderzoek.
Demografie
Inleiding
4
Demografie
Risicobereidheid
Risicobereidheid
Risicodraagvlak
Risicohouding
Risicohouding
Risicodraagvlak
Risicohouding: hoe denken deelnemers zelf over risico? Risicodraagvlak: hoeveel risico kan een deelnemer lopen op basis van zijn objectieve karakteristieken?
Preferenties
Volgens de wetenschappelijke literatuur bestaat risicobereidheid uit een tweetal facetten: risicohouding en risicodraagvlak.
Risicobereidheid
Bijlage A bevat een nadere uiteenzetting.
5
Demografie
Belangrijkste conclusies
Een ALM-analyse op maatmensniveau kan een verdere onderbouwing en verfijning opleveren.
Risicohouding
Er zijn verschillende oplossingsrichtingen:
Risicodraagvlak
Een intensieve communicatie met als doel het inzicht van de deelnemers in hun eigen risicodraagvlak en in de consequenties van het strategisch risicoprofiel op hun pensioen te verbeteren. Een lichte aanpassing van het risicoprofiel door middel van het beperken van neerwaarts risico van het fonds.
Risicobereidheid
Risicobereidheid
Risicohouding
Risicodraagvlak
Preferenties
Zowel het risicodraagvlak als risicohouding van respondenten wijzen in de richting van een bovengemiddeld risiconiveau. Er is een grote voorkeur voor collectieve vaststelling van het risicoprofiel; en men heeft vertrouwen in het pensioenfonds om de goede beslissing te nemen. Er is een grote voorkeur voor het evenredig delen van tekorten en overschotten, met een lichte voorkeur voor het bevoordelen van gepensioneerden. Een kanttekening bij de uitkomsten is dat slapers en jongere leeftijdscohorten ondervertegenwoordigd zijn. Het feitelijk risicoprofiel van het fonds lijkt ietwat hoger dan wat past bij het risicobereidheidsniveau van respondenten. We adviseren het fonds om aandacht te besteden aan dit kleine verschil.
6
Demografie
Deelnemersdemografie
Preferenties
Risicodraagvlak
Risicohouding
Risicobereidheid 7
Demografie
Deelnemersdemografie (1)
Aantal respondenten
739
354
1093
Gemiddelde leeftijd
Man: 52
Man: 69,4
Man: 59
Vrouw: 42,4
Vrouw: 67,5
Vrouw: 44,8
Totaal: 48,7
Totaal: 69,2
Totaal: 55,4
Jongste respondent
24
52
24
Oudste repondent
67
91
67
Bijlage B bevat enkele overige statistieken
Risicobereidheid
In de grafieken op de volgende bladzijden gebruiken we de aanduidingen ‘dlnr’ en ‘gep’. Met ‘dlnr’ worden de actieven en slapers bedoeld. Met ‘gep’ worden de gepensioneerden en ontvangers van nabestaandenpensioen (pensioengerechtigden) bedoeld.
Risicohouding
Totaal
Risicodraagvlak
Pensioengerechtigden
Preferenties
Actieven en slapers
8
Demografie
Deelnemersdemografie (2) Status respondenten
Preferenties
17% 32%
41%
Actief (loondienst & zelfstandig) Slaper 19%
59%
Pensioengerechtigde
Bron: jaarverslag 2012
Risicobereidheid
22%
Risicohouding
Pensioenfondskarakteristieken
In de survey zijn slapers ondervertegenwoordigd. Pensioengerechtigden zijn oververtegenwoordigd.
Risicodraagvlak
9%
Actief (loondienst) Actief (zelfstandig) Slaper Pensioengerechtigde
9
Demografie
Deelnemersdemografie (3) Leeftijd
Preferenties
15% 15% 12%
9% 5%
13% 13%
8%
6%
3%
De leeftijdsgroep boven 55 jaar is oververtegenwoordigd in de survey; de leeftijdsgroep onder de 45 jaar is ondervertegenwoordigd.
0%
20%
10% 5% 0% <25 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70+ Survey
Pensioenfonds
Risicobereidheid
15%
Risicohouding
Leeftijdsverdeling survey versus pensioenfonds
Risicodraagvlak
18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
10
Demografie
Deelnemersdemografie (4) Totaal netto salaris
Preferenties
Meer dan 5001
25%
Tussen 4001 – 5000 euro
14%
Tussen 3001 – 4000 euro
14%
Tussen 2501 - 3000 euro
14% 12%
Tussen 1501 - 2000 euro
11%
Tussen 1001 – 1500 euro
4%
minder dan 1000 euro
5% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Risicohouding
Fulltime netto salaris Meer dan 5001
29%
Tussen 4001 – 5000 euro
18% 19%
Tussen 2501 - 3000 euro
16%
Tussen 2001 – 2500 euro
12%
Tussen 1501 - 2000 euro
4%
Tussen 1001 – 1500 euro
minder dan 1000 euro
Risicobereidheid
Tussen 3001 – 4000 euro
1% 0% 0%
5%
10%
15%
20%
Risicodraagvlak
Tussen 2001 – 2500 euro
25%
30%
35%
11
Demografie
Deelnemersdemografie (5) Totaal pensioen
Preferenties
Meer dan 5001 euro
3%
Tussen 4001 – 5000 euro
13%
Tussen 3001 – 4000 euro
20%
Tussen 2501 – 3000 euro
20% 22%
Tussen 1501 – 2000 euro
13%
Tussen 1001 – 1500 euro
7%
Tussen 501 - 1000 euro
3% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Risicohouding Risicobereidheid
De deelnemers en gepensioneerden hebben voor het merendeel een inkomen boven modaal. Een modaal inkomen van € 32.500 bruto per jaar komt overeen met ongeveer € 1.500 netto per maand.
Risicodraagvlak
Tussen 2001 – 2500 euro
12
Demografie
Verwachtingen t.a.v. pensioen
Preferenties
Risicodraagvlak
Risicohouding
Risicobereidheid 13
Demografie
Verwachtingen t.a.v. pensioen Verwachte pensioenleeftijd
Preferenties
75 of later 73 71
Risicodraagvlak
69 67 65
Risicohouding
63 61 59
55 of eerder 0%
5%
10%
15%
20%
25%
Jongere deelnemers verwachten op latere leeftijd met pensioen te gaan, zo blijkt uit onderliggende data.
30%
35%
Risicobereidheid
57
14
Demografie
Vertrouwen in pensioenfonds Pensioenfonds komt op voor uw belang? Mee eens
8% Meer mee eens, dan mee oneens ?
29% Meer mee oneens, dan mee eens Mee Oneens
Pensioenfonds komt op voor uw belang? (gep) 3%
8%
Mee eens
3%
6%
48%
? Meer mee oneens, dan mee eens
23%
67%
Risicobereidheid
Meer mee eens, dan mee oneens
9%
32%
1%
Risicohouding
Pensioenfonds komt op voor uw belang? (dlnr)
Risicodraagvlak
54%
Het vertrouwen in het pensioenfonds is relatief hoog. De vertrouwensscore in de benchmark is 68%, SPD scoort 83%.
Preferenties
6% 3%
Mee Oneens 15
Demografie
Preferenties t.a.v. solidariteit en collectiviteit
Preferenties
Risicodraagvlak
Risicohouding
Risicobereidheid 16
Demografie
Collectieve risicodeling bij tekorten Verdeling tekorten 6%
Gepensioneerden hoeven niet in te leveren en de werkenden wel
9%
Iedereen moet inleveren, maar de werkenden meer dan de gepensioneerden 27%
Iedereen moet inleveren, maar de gepensioneerden meer dan de werkenden Werkenden hoeven niet in te leveren en de gepensioneerden wel
1% 8%
Verdeling tekorten (gep) 2%
Gepensioneerden hoeven niet in te leveren en de werkenden wel
5%
17% Iedereen moet inleveren, maar de werkenden meer dan de gepensioneerden Iedereen moet evenveel inleveren 49% Iedereen moet inleveren, maar de gepensioneerden meer dan de werkenden Werkenden hoeven niet in te leveren en de gepensioneerden wel
32%
Risicobereidheid
24%
61%
Risicohouding
Verdeling tekorten (dlnr)
Risicodraagvlak
57%
Iedereen moet evenveel inleveren
Er is een sterke voorkeur voor evenredig verdelen van tekorten.
Preferenties
1%
17
Demografie
Collectieve risicodeling bij overschotten
1%
2%
Gepensioneerden krijgen niets extra's en de werkenden wel
10% 16%
Iedereen moet iets extra's krijgen, maar de werkenden meer dan de gepensioneerden
Iedereen moet iets extra's krijgen, maar de gepensioneerden meer dan de werkenden
71%
Werkenden krijgen niets extra's en de gepensioneerden wel
0,4%
2%
Gepensioneerden krijgen niets extra's en de werkenden wel
9%
2% 3% 12%
Iedereen moet iets extra's krijgen, maar de werkenden meer dan de gepensioneerden Iedereen moet evenveel extra krijgen
71%
Iedereen moet iets extra's krijgen, maar de gepensioneerden meer dan de werkenden Werkenden krijgen niets extra's en de gepensioneerden wel
70%
14%
Risicobereidheid
17%
Verdeling overschotten (gep)
Risicohouding
Verdeling overschotten (dlnr)
Risicodraagvlak
Iedereen moet evenveel extra krijgen
Er is een zeer sterke voorkeur voor evenredig verdelen van overschotten, zelfs sterker dan de benchmark (59%).
Preferenties
Verdeling overschotten
18
Demografie
Collectieve risicodeling volgens deelnemers Tekorten t.o.v. overschotten dlnr
Preferenties
6 Voordeel werkenden
Alleen gepensioneerden5 leveren in
0%
0%
0%
1%
0%
Tekort
3%
3%
2%
3
1%
2%
56%
2%
2
0%
10%
10%
4%
1
1%
1%
2%
1%
0%
2
3 Overschot
4
5 Alleen gepensioneerden profiteren
0 0
Alleen 1 werkenden profiteren
Deelnemers hebben een sterke voorkeur voor symmetrische verdeling van tekorten en overschotten (69%), en een lichte voorkeur voor bevoordeling van gepensioneerden (20%).
6
Risicobereidheid
1%
Risicohouding
Alleen werkenden leveren in
4
Risicodraagvlak
Voordeel gepensioneerden
19
Demografie
Collectieve risicodeling volgens gepensioneerden Tekorten t.o.v. overschotten gep
Preferenties
6 Voordeel werkenden
Alleen gepensioneerden5 leveren in
Tekort
1%
1%
3
0%
2%
44%
3%
2
0%
8%
18%
6%
1
2%
3%
8%
3%
2%
1 Alleen werkenden profiteren
2
3 Overschot
4
5 Alleen gepensioneerden profiteren
0 0
Gepensioneerden hebben een sterke voorkeur voor symmetrische verdeling van tekorten en overschotten (54%), met een tamelijk hoge voorkeur voor bevoordeling van gepensioneerden (42%).
6
Risicobereidheid
0%
Risicohouding
Alleen werkenden leveren in
4
Risicodraagvlak
Voordeel gepensioneerden
20
Demografie
Bepalen van collectieve risico Beslissen risico?
27%
48%
Ik wil zelf het risico bepalen
Ik wil dat mijn pensioenfonds voor mij bepaalt. Ik wil mij hier niet mee bezig houden
13% 37%
Ik wil het pensioenfonds mijn mening en die van anderen vraagt en het vervolgens voor iedereen bepaalt 47%
49% Ik wil zelf het risico bepalen
Risicobereidheid
31%
22%
Beslissen risico? (gep)
Risicohouding
Beslissen risico? (dlnr)
Risicodraagvlak
Ik wil het pensioenfonds mijn mening en die van anderen vraagt en het vervolgens voor iedereen bepaalt
Er is een sterke voorkeur voor een collectief bepaald risicoprofiel.
Preferenties
25%
Ik wil dat mijn pensioenfonds voor mij bepaalt. Ik wil mij hier niet mee bezig houden
21
Demografie
Risicodraagvlak
Preferenties
Risicodraagvlak
Risicohouding
Risicobereidheid 22
22%
Mee eens 31% Meer mee eens, dan mee oneens
Meer mee oneens, dan mee eens 9%
22%
Mee Oneens
Mijn SPD pensioen is de belangrijkste bron van inkomen (gep)
14% Mee eens Meer mee eens, dan mee oneens
35%
37%
17% ? Meer mee oneens, dan mee eens 12% 27%
Mee Oneens
14%
12% 3%
Risicobereidheid
29%
Risicohouding
Mijn SPD pensioen is de belangrijkste bron van inkomen na pensionering (dlnr)
Risicodraagvlak
? 16%
Het SPD pensioen is de belangrijkste bron van inkomen voor de meeste deelnemers. Bij gepensioneerden is het belang van het SPD pensioen iets kleiner.
Preferenties
Mijn SPD pensioen is/wordt de belangrijkste bron van inkomen
Demografie
Pensioen SPD als onderdeel van inkomensmiddelen
23
Demografie
Benodigd pensioeninkomen Benodigd netto maandinkomen t.o.v. huidig maandinkomen
Preferenties
0%
4001-5000 7
0%
0%
0%
3%
0%
0%
0%
1%
1%
6%
1%
0%
0%
1%
1%
4%
5%
7%
2501-3000 5
1%
1%
1%
1%
4%
4%
4%
4%
2001-2500 4
1%
0%
1%
2%
3%
3%
2%
3%
1501-2000 3
2%
1%
6%
5%
5%
2%
1%
1%
1001-1500 2
0%
1%
2%
2%
1%
0%
0%
1%
1%
0%
1%
0%
0%
0%
2 1001-1500
3 1501-2000
4 2001-2500
5 2501-3000
7 4001-5000
8 5000+
<1000 1
0 0
1 <1000
Huidig maandinkomen
6 3001-4000
9
Risicobereidheid
3001-4000 6
Risicohouding
Benodigd netto maandinkomen
5000+8
Risicodraagvlak
Benodigd netto maandinkomen
9
24
Demografie
Benodigd pensioeninkomen Benodigd netto maandinkomen t.o.v. leeftijd
Preferenties
0%
0%
0%
0%
1%
1%
1%
4001-5000 7
0%
0%
1%
2%
2%
3%
2%
Benodigd netto maandinkomen
5000+8
0%
0%
1%
1%
2%
4%
6%
4%
0%
2501-3000 5
0%
1%
1%
3%
2%
4%
6%
3%
0%
2001-2500 4
1%
1%
1%
2%
2%
3%
4%
2%
1501-2000 3
2%
3%
3%
4%
2%
4%
2%
2%
1%
2%
2%
1%
1%
1%
1%
0%
0%
1%
0%
1%
0%
0%
0%
2 25-29
3 30-34
4 35-39
5 40-44
7 50-54
8 55-59
9 60-64
1001-1500 2
0,1%
0 0
1 <25
6 45-49 Leeftijd
10 65-69
11 70+
12
Risicobereidheid
<1000 1
Risicohouding
3001-4000 6
Risicodraagvlak
Benodigd netto maandinkomen
9
25
Demografie
Kunnen deelnemers pensioenrisico’s compenseren? Wat als uw pensioen lager uitkomt?
Preferenties
accepteer ik een lager pensioen
54%
werk ik langer door
ga ik extra sparen
Risicodraagvlak
42%
47% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Risicohouding
Actie bij lager pensioen t.o.v leeftijd 70% 60% 50% accepteer ik een lager pensioen 30%
werk ik langer door
20%
ga ik extra sparen
10% 0% 1 <25
2 25-29
3 30-34
4 35-39
5 40-44 Leeftijd
6 45-49
7 50-54
8 55-59
9 60-64
10 65-69
Risicobereidheid
40%
26
Demografie
Kunnen deelnemers pensioenrisico’s compenseren? Wat als uw pensioen lager uitkomt? 9%
Werk ik langer door 20%
9%
Accepteer ik een lager pensioen
17% 8%
Ga ik extra sparen & accepteer ik een lager pensioen Werk ik langer door & accepteer ik een lager pensioen
27%
Ga ik extra sparen, werk ik langer door & accepteer ik een lager pensioen
65 of lager 23%
66
67 12%
8%
68 69
16%
23%
70+
Risicobereidheid
18%
Risicohouding
Leeftijd langer doorwerken
Risicodraagvlak
Ga ik extra sparen & werk ik langer door
11%
Preferenties
Ga ik extra sparen
27
Demografie
Kunnen deelnemers pensioenrisico’s compenseren? Aantal jaar langer werken t.o.v. pensioenleeftijd verwacht
Preferenties
7
6
Risicodraagvlak
4
3
Risicohouding
Aantal jaar langer werken
5
2
1
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
Pensioenleeftijd verwacht
69
70
71
72
73
74
75
76
Risicobereidheid
0
28
Demografie
Kunnen deelnemers pensioenrisico’s compenseren? Extra sparen per maand t.o.v leeftijd
Preferenties
4000
3000
Risicodraagvlak
2500
2000
Risicohouding
Aantal euro extra sparen per maand
3500
1500
1000
500
15
20
25
30
35
40
45 Leeftijd
50
55
60
65
70
Risicobereidheid
0
29
Aantal jaar extra doorwerken 2%
Extra sparen
1% 0 jaar
9%
1 jaar 2 jaar
3 jaar 62%
8%
2%
101-200 euro per maand 201-300 euro per maand
9% 55%
4 jaar 5 jaar 6 jaar of meer
7%
301-400 euro per maand 401-500 euro per maand
8%
500 euro per maand of meer
Gemiddeld 208 euro per maand bijsparen
Risicobereidheid
We hebben de spaarbedragen omgerekend in extra pensioenjaren en opgeteld bij het aantal jaar extra doorwerken. Het totale risicodraagvlak ligt voor de mediane deelnemer tussen de 1 en 2 jaar aan te compenseren pensioenjaren.
Risicohouding
Gemiddeld 0,9 jaar extra doorwerken
1-100 euro per maand
10%
Risicodraagvlak
17%
0 euro per maand
9%
Preferenties
1%
Demografie
Kunnen deelnemers pensioenrisico’s compenseren?
30
Demografie
Kunnen gepensioneerden risico’s opvangen? Pensioen huidig-nodig
Preferenties
40,0% 34,4%
35,0%
31,2%
25,0%
20,0%
Pensioen huidig-nodig
12,4% 10,0%
7,8%
0,0% < €-1500
€-1500 - €-500
€ -500 - € 500
€ 500 - € 1500
Gepensioneerden geven gemiddeld genomen aan dat er enige marge in het pensioeninkomen zit om tegenvallers op te vangen.
> € 1500
Risicobereidheid
5,0%
Risicohouding
14,2%
15,0%
Risicodraagvlak
30,0%
31
Risicohouding
Risicodraagvlak
Preferenties
Risicobereidheid
Het SPD pensioen maakt doorgaans het belangrijkste deel uit van de totale pensioeninkomsten. Dit geeft op zichzelf een relatief geringer risicodraagvlak. De AOW is niet gevoelig voor beleggingsrisico’s, maar is voor SPD deelnemers doorgaans een kleinere bron van pensioeninkomsten. Gelet op het hoge niveau van (verwachte) pensioeninkomens, is er wel redelijke ruimte om tegenvallers op te kunnen vangen. Een groot deel zegt een lager pensioen te accepteren. Een grote groep deelnemers zegt bij te kunnen sparen of langer door te kunnen werken. Een grote groep geeft aan de mogelijke maatregelen te combineren. Hiermee wordt het risicodraagvlak enigszins vergroot. Al met al is er draagvlak voor 1 tot 2 jaar aan te compenseren pensioenjaren. Dit is ongeveer gelijk aan een daling van ca. 10% van het totale pensioen dat niet uit AOW bestaat. Onder gepensioneerden is er een redelijk risicodraagvlak; gemiddeld genomen zit er enige marge in het pensioeninkomen om tegenvallers te kunnen opvangen.
Demografie
Beoordeling van risicodraagvlak
32
Demografie
Risicohouding
Preferenties
Risicodraagvlak
Risicohouding
Risicobereidheid 33
Demografie
Welke afweging maken deelnemers zelf? Risico t.o.v omgeving
21% 33%
veel meer meer minder
41%
veel minder
Risico t.o.v omgeving (gep)
1% 3%
0,6% 5%
meer
41%
19%
veel meer
veel meer meer
34%
evenveel
evenveel
minder
minder
veel minder
42%
veel minder
Risicobereidheid
33%
22%
Risicohouding
Risico t.o.v omgeving (dlnr)
Risicodraagvlak
evenveel
Deelnemers en gepensioneerden zien zichzelf als gemiddelde risiconemers. Ten opzichte van de benchmark nemen ze iets meer risico.
Preferenties
2% 2%
34
Demografie
Welke afweging maken deelnemers?
7% 17% 25%
Keuze 1 Keuze 2
51%
Keuze 4
15%
15%
Keuze 1
Keuze 3
29% 41%
Keuze 4
Ze zijn geneigd iets meer risico te willen nemen indien de afweging in termen van pensioenleeftijd luidt in plaats van hoogte van het pensioen.
Risicobereidheid
Keuze 2
Risicohouding
Keuze uit pensioenleeftijd
Deelnemers kiezen grotendeels voor een gemiddeld tot bovengemiddeld risicoprofiel en scoren daarmee hoger dan de benchmark.
Risicodraagvlak
Keuze 3
Keuze 1 is volledige zekerheid met het minst gunstige gemiddelde. Keuze 4 kent het gunstigste gemiddelde maar is ook met de meeste onzekerheid omgeven.
Preferenties
Risico hoogte pensioen (dlnr)
35
Demografie
Welke afweging maken deelnemers? Afweging tussen zekerheid en risico
Preferenties
5 Liever langer doorwerken
4%
4%
5% Liever lager pensioen
1%
12%
14%
2
4%
29%
6%
1%
1
10%
4%
1%
0%
1
2
3
4
0 0
Keuze hoogte pensioen
5
Risicobereidheid
3
Risicohouding
Keuze leeftijd pensioen
2%
Risicodraagvlak
4
36
7% 19%
Keuze 1 Keuze 2
31%
Keuze 4
Risicohouding
Veel gepensioneerden kiezen voor een gemiddeld tot bovengemiddeld risicoprofiel en scoren daarmee iets hoger dan de benchmark.
Risicodraagvlak
Keuze 3
43%
Keuze 1 is volledige zekerheid met het minst gunstige gemiddelde. Keuze 4 kent het gunstigste gemiddelde maar is ook met de meeste onzekerheid omgeven.
Preferenties
Risico hoogte pensioen (gep)
Demografie
Welke afweging maken gepensioneerden?
Risicobereidheid 37
Risicodraagvlak
Preferenties
Deelnemers kiezen voor een gemiddeld tot bovengemiddeld risiconiveau. Indien de afweging in termen van jaren doorwerken wordt voorgelegd, neigen deelnemers ernaar iets meer risico te nemen. De risicohouding geeft aan dat deelnemers het acceptabel vinden om twee tot vijf jaar langer te moeten werken in geval van tegenvallend pensioen. De gepensioneerden kiezen voor een gemiddeld tot bovengemiddeld risiconiveau.
Demografie
Beoordeling van risicohouding
Risicohouding Risicobereidheid 38
Demografie
Beoordeling risicobereidheid
Preferenties
Risicodraagvlak
Risicohouding
Risicobereidheid 39
Demografie
De score voor risicobereidheid
Deze scores voor risicodraagvlak en risicohouding zijn bepaald op basis van demografische variabelen zoals leeftijd en salaris, en op basis van antwoorden uit de survey.
Aan elk van de variabelen worden gewichten toegekend. Op deze wijze wordt een totaalscore voor risicodraagvlak en een totaalscore voor risicohouding bepaald.
Hoge risicobereidheid
F E D C
Op basis van deze scores voor risicobereidheid zijn alle deelnemers ingedeeld in zes categorieën: Lage A tot en met F. risicobereidheid
B A
Risicobereidheid
We gebruiken 75% van de score voor risicodraagvlak en 25% van de score voor risicohouding om tot een score voor risicobereidheid te komen.
Deelnemers verdeeld naar mate van risicobereidheid
Risicohouding
Risicodraagvlak
In onze methodiek hanteren we relatieve scores om de risicohouding en het risicodraagvlak van een deelnemer te bepalen. Het geeft inzicht in de verdeling van beide aspecten over te onderscheiden groepen.
Preferenties
40
Demografie
Risicobereidheid t.o.v. leeftijd Risicobereidheid t.o.v. leeftijd (dlnr+gep) Gemiddelde risicobereidheid SPD Gemiddelde risicobereidheid Benchmark
6F
0%
0%
1%
1%
1%
1%
1%
0%
0%
1%
1%
1%
2%
3%
3%
2%
3%
4%
3%
2%
3%
3C
1%
2%
1%
2%
3%
4%
5%
5%
5%
4%
2B
1%
1%
1%
2%
2%
4%
6%
6%
5%
5%
0%
0%
0%
1%
8 55-59
9 60-64
10 65-69
11 70+
4D
0%
1A
0 0
1 <25
2 25-29
3 30-34
4 35-39
5 40-44
6 45-49
7 50-54
12
Leeftijd
De respondenten jonger dan 30 jaar en gepensioneerden scoren qua risicobereidheid boven de benchmark. Ten opzichte van de benchmark is de risicobereidheid van alle respondenten iets hoger.
Risicobereidheid
0%
Risicohouding
Risicobereidheid
0%
Risicodraagvlak
5E
0%
Preferenties
7
41
Demografie
Risicobereidheid t.o.v. salaris Risicobereidheid t.o.v. relatief salaris (dlnr)
Preferenties
7 Gemiddelde risicobereidheid SPD Gemiddelde risicobereidheid Benchmark
0%
0%
0%
1%
1%
1%
2%
1%
1%
1%
4D
1%
6%
5%
5%
7%
2%
6%
1%
3C
1%
4%
4%
3%
7%
5%
8%
2B
1%
6%
3%
3%
4%
2%
5%
0%
1 < €-2000
€-2000 -2€-1000
€-1000 3- €-500
€500 6 - €1000
€1000 7- €2000
8 > €2000
1A
0 0
€-5004- €0
€0 5 - €500
Relatief salaris t.o.v. leeftijdsgenoot
Bij deelnemers met een hoger relatief salaris zien we een hoger niveau van risicobereidheid, in lijn met de benchmark.
9
Risicobereidheid
0%
Risicohouding
5E
Risicodraagvlak
Risicobereidheid
6F
42
Risicohouding
Risicodraagvlak
Preferenties
Risicobereidheid
Zowel het risicodraagvlak als risicohouding van respondenten wijzen in de richting van een bovengemiddeld risiconiveau. Bij gepensioneerden ligt de risicobereidheid opvallend hoog. Bij jongere deelnemers is de risicobereidheid fractioneel hoger. Al met al is het niveau van risicobereidheid onder de respondenten bovengemiddeld. Deelnemers vinden tegenvallers die tot gevolg hebben dat men twee tot vijf jaar moet doorwerken acceptabel. Gepensioneerden vinden een behoorlijke daling in pensioeninkomen acceptabel. Er is een grote voorkeur voor collectieve vaststelling van het risicoprofiel; en men heeft vertrouwen in het pensioenfonds om de goede beslissing te nemen. Er is een grote voorkeur voor het evenredig delen van tekorten en overschotten, met een lichte voorkeur voor het bevoordelen van gepensioneerden. Een kanttekening bij de uitkomsten is dat slapers en jongere leeftijdscohorten ondervertegenwoordigd zijn.
Demografie
Beoordeling van risicobereidheid
43
Risicobereidheid
Een intensieve communicatie met als doel het inzicht van de deelnemers in hun eigen risicodraagvlak en in de consequenties van het strategisch risicoprofiel op hun pensioen te verbeteren. Een lichte aanpassing van het risicoprofiel door middel van het beperken van neerwaarts risico van het fonds.
Risicohouding
We adviseren het fonds wel om aandacht te besteden aan dit kleine verschil. Er zijn verschillende oplossingsrichtingen:
Risicodraagvlak
Dit baseren wij op een ruwe vergelijking tussen het beleggingsbeleid in de door ons gehanteerde rekenvoorbeelden voor de surveyvragen en het beleggingsbeleid van pensioenfonds voor dierenartsen. Om nauwkeuriger te toetsen hoe het strategisch risicoprofiel zich verhoudt tot de risicobereidheid van deelnemers, raden we aan om een ALM-analyse op het niveau van maatmensen uit te voeren. Zo wordt de aansluiting gemaakt met de individuele risicobereidheid.
Preferenties
Het feitelijk risicoprofiel van het fonds lijkt ietwat hoger dan wat past bij het risicobereidheidsniveau van respondenten.
Demografie
Conclusies en aanbevelingen
44
Bijlage A Risicodraagvlak en -houding
Risicobereidheid en deelnemerskenmerken De risicobereidheid van een deelnemer bestaat uit twee factoren:
Risicohouding
Risicodraagvlak
Er is een verband tussen deze factoren en de volgende vier kenmerken van een deelnemer: Pensioeninkomen
Human capital
(reeds opgebouwde pensioenrechten)
(salaris)
Demografisch
Governance
(gezondheid, geslacht, leeftijd, gezin, levensstijl etc.)
(tijd, belangstelling, expertise)
Op basis van demografische gegevens van de deelnemers kunnen we een eerste inschatting maken van de mate van risicobereidheid van verschillende soorten deelnemers. Een verdere verfijning en uitdieping is mogelijk door begrip van de arbeidsomgeving van de deelnemers, zoals bedrijfstak en bedrijfscultuur. 46
Risicobereidheid en deelnemerskenmerken Pensioeninkomen
Als je pensioeninkomen grotendeels van AOW afhangt, kun je relatief gezien meer risico dragen in je aanvullend pensioen dan als je aanvullend pensioen voornamelijk in je levensbehoefte voorziet. Voor mensen met een zeer royaal pensioeninkomen ligt het verband weer andersom; die kunnen een daling van hun pensioen goed opvangen omdat ze al geld overhouden of makkelijk hun luxe uitgaven kunnen aanpassen. (reeds opgebouwde pensioenrechten)
Human capital
Je verdiencapaciteit bepaalt hoeveel financiële middelen je opzij kunt zetten voor later. Meestal is werk met een hoger inkomen ook gerelateerd aan meer mogelijkheden om langer door te werken. Hierdoor kun je meer risico dragen in je aanvullend pensioen. (salaris)
47
Risicobereidheid en deelnemerskenmerken Demografisch
Naarmate je ouder bent, heb je minder tijd om tegenvallers op te vangen met compenserende acties, zoals extra bijsparen of je voorbereiden op langer doorwerken. (gezondheid, geslacht, leeftijd, gezin, levensstijl etc.)
Governance
Als je meer kennis van pensioenen en financiële aangelegenheden hebt, kun je beter omgaan met het inschatten van de consequenties van financiële risico’s. Hierdoor kun je objectief gezien meer risico in je aanvullend pensioen dragen. (tijd, belangstelling, expertise)
Er zijn ook verbanden met risicohouding en risicodraagvlak te leggen. Zie hiervoor de volgende sheet.
48
Voorbeelden verbanden (gemiddelden) Risicohouding Vrouwen zijn meer risico avers dan mannen. Mensen met lager inkomen zijn meer risico avers dan mensen met hoog inkomen. De risicohouding stijgt tot ca. 40 jaar (steeds beter bekend met sparen en beleggen), daarna neemt dat weer af tot pensioenleeftijd. Mensen die meer pensioenpremie betalen, zijn meer betrokken bij hun pensioen. Wie meer spaart, is ook bereid meer risico te nemen. Dit komt door de betrokkenheid en door het begrip van de wisselwerking tussen risico en rendement.
Risicodraagvlak Vrouwen kunnen iets minder beleggingsrisico nemen: ze hebben meer kans op een periode zonder pensioenopbouw. Wie veel verdient kan meer risico nemen: die heeft meer inkomen en andere bezittingen om verliezen te compenseren. Tegelijk garandeert de AOW voor degenen met een laag inkomen het grootste deel van hun pensioen. Risicodraagvlak afgezet tegen salaris vormt dus een J-curve. Hoe ouder je bent, hoe minder tijd je hebt om verliezen goed te maken. Er is dus een negatief verband tussen leeftijd en risicodraagvlak.
49
Female Attitude to risk
Ability to take risk
Verschillende onderzoeken wijzen uit dat vrouwen minder risico nemen dan mannen.
•
55 +
54 50 -
49 45 -
44 40 -
39 35 -
34 30 -
29
Age
Male
•
•
25 -
<2 5
Risk tolerance
Voorbeelden geslacht en leeftijd
Attitude to risk
Ability to take risk
•
Dit lijkt niet samen te hangen met de economische omstandigheden, maar eerder met maatschappelijke of genetische verschillen.
Hoe ouder iemand is, hoe meer hij op zeker speelt. Empirisch onderzoek naar de werkelijke beleggingsmix die individuen kiezen, laat dat inderdaad zien.
•
Vrouwen hebben ook een lager risicodraagvlak. Zij hebben vaker een onderbroken carrière en kunnen minder goed tegenvallers opvangen.
Hoeveel risico een deelnemer op basis van zijn profiel het beste zou kunnen lopen, neemt ook af met de leeftijd: er is minder tijd om tegenvallers goed te maken.
•
Jongeren mogen meer risico nemen dan ze doen. Onervarenheid met beleggen maakt ze voorzichtiger.
50
Bijlage B Overige statistieken
Geslacht Geslacht
26% Man Vrouw 74%
Geslacht (dlnr)
Vrouwen zouden ruim 50% van de actieven moeten uitmaken, maar zijn ondervertegenwoordigd in de survey, hetgeen samenhangt met de ondervertegenwoordiging van jongeren, die grotendeels uit vrouwen bestaan. Geslacht (gep) 7%
34% Man
Man
Vrouw
Vrouw
66% 93% 52
Bijlage C Benchmarkonderzoek
Benchmark Towers Watson heeft een panelonderzoek laten uitvoeren onder 2000 werkenden en 500 gepensioneerden. De antwoorden van 1819 werkenden en 482 gepensioneerden zijn als bruikbaar beoordeeld. Deze vormen een representatieve steekproef van de Nederlandse beroepsbevolking resp. gepensioneerden. De antwoorden van dit panelonderzoek hebben we als benchmark gehanteerd. Dat wil zeggen dat we de antwoorden van de PMA survey hebben vergeleken met het panelonderzoek. In geval van opmerkelijke verschillen hebben we deze gemeld in de rapportage. Op de uitkomsten van het panelonderzoek hebben we dezelfde scores en wegingen toegepast om tot een risicobereidheidsscore te komen, als op de survey antwoorden. Op deze manier kunnen we de indeling in risicobereidheidsklasse A tot en met F vergelijken tussen de survey en de benchmark.
54