Inhoudsopgave 07.00 170315 Opinierend agendapunt raadsvoorstel Vaststellen rapportage 2e dl verkenningsfase Brede school Winsum.pdf 07.01 170315 Opinierend agendapunt Bijlage 1 Samen naar school in Winsum.pdf 07.02 170315 Bijlage 2 Vragen nav 22 januari bijeenkomst.pdf 07.03 170315 Bijlage 3 Rapportage Grontmij verkeerskundige analyse Brede school Winsum.pdf 07.04 170315 Bijlage 4 Structuurschets Winsum Bredeschool.pdf 07.05 170315 Bijlage 5 Rapportage kwaliteit scholen gemeente Winsum.pdf
p. 2 p. 9 p. 44 p. 54 p. 66 p. 78
Vergadering: Agendanummer: Status: Portefeuillehouder: Behandelend ambtenaar E-mail:
17 maart 2015 7 Opiniërend H. Blok A. Lont, 0595-447709
[email protected] (t.a.v. A. Lont)
Aan de gemeenteraad,
Onderwerp: Eindrapportage 2e deel verkenningsfase brede school Winsum Voorgestelde besluit: 1. de eindrapportage haalbaarheidsverkenning brede school Winsum vast te stellen; 2. de haalbaarheid van een brede school in Winsum nader uit te werken; 3. een bedrag van € 75.000 beschikbaar te stellen en dit bedrag in 5 jaar af te schrijven. De kapitaalslasten worden geëgaliseerd met de reserve onderwijshuisvestingsvoorzieningen. Samenvatting: Op 26 februari 2013 heeft uw raad besloten het Integraal Huisvestingsplan voor alle basisscholen te actualiseren en daarnaast een haalbaarheidsverkenning te starten naar een brede school/ geïntegreerde kindvoorziening in Baflo en Winsum. Bij de vaststelling van het Integraal Huisvesting Plan (IHP) op 11 maart 2014 heeft uw raad besloten om met betrekking tot de haalbaarheid van een brede school in Winsum een nadere verkenning te laten uitvoeren. Het doel van deze verkenning was om meer duidelijkheid te verkrijgen ten aanzien van het draagvlak voor een brede school in Winsum onder betrokkenen, zoals teamleden en (toekomstige) ouders. In goede samenwerking en met ondersteuning van adviesbureau Weusthuis zijn de schoolbesturen en de portefeuillehouder gezamenlijk dit proces gestart. Het onderzoek is nu gereed. Op 22 januari jl. hebben zij uw raad over de resultaten geïnformeerd.
Pagina 1 van 7
Op basis van de vragen en antwoorden en de uitgevoerde onderzoeken trekt de stuurgroep de volgende conclusies: 1. Op de locatie van De Twaalf Hoven is nieuwbouw voor scholen verantwoord mogelijk; 2. Realisatie van nieuwbouw voor de scholen op de locatie De Twaalf Hoven kent een breed draagvlak. Het draagvlak is voldoende breed om de voorbereidingen voor nieuwbouw ter hand te nemen De volgende stap voor een mogelijke realisering van een brede school in Winsum is het opstellen van ontwikkelingsplan. Wij vragen uw raad het benodigde geld voor de nadere uitwerking en het opstellen van een ontwikkelingsplan. Inleiding: De verkenning is uitgevoerd onder leiding van een stuurgroep, bestaande uit de betreffende drie schoolbesturen (Lauwers & Eems, VCPO Noord-Groningen en de Gereformeerde Schoolvereniging Westernieland) en de portefeuillehouder. In de notitie treft u de weergave aan van de acties die de stuurgroep heeft ondernomen. Tevens worden vragen beantwoord, die in bijlage 9 van het Integraal Huisvesting Plan (IHP) zijn opgenomen. Rapportage van het onderzoek In de rapportage is een vergelijking van verschillende modellen opgesteld. Deze is opgenomen omdat in sommige reacties gevraagd is naar een vergelijking van verschillende opties. Daarnaast is tijdens de verkenning in juni het rapport ‘Toekomstscenario scholenspreiding Noord-Groningen II’ van de schoolbesturen VCPO Noord-Groningen en Lauwers & Eems verschenen. Deze twee school besturen hebben gezamenlijk voor de scholen onder hun verantwoordelijkheid in het gehele werkgebied in Noord Groningen toekomst scenario’s verkend. In Toekomstscenario II wordt voor het dorp Winsum de situatie geschetst van twee zelfstandige scholen en een samenwerkingsschool. Hiermee werd de behoefte aan vergelijking van opties versterkt. Hiertoe zijn in dit verslag 7 modellen vergeleken. De rapportage van de stuurgroep was medio december 2014 reeds in concept afgerond toen de betrokken schoolbesturen ‘Toekomstscenario scholenspreiding Noord-Groningen III’ presenteerde. De uitkomsten van dit vervolgscenario (Toekomstscenario III) zijn daarom niet meer binnen de planning van het onderzoek worden meegenomen, maar na lezing van Toekomstscenario III stellen wij vast dat het scenario past binnen de uitkomsten van het onderzoek. In de rapportage is ten slotte de betekenis van de antwoorden op de vragen besproken en zijn de modellen teruggebracht tot 2 varianten. Het rapport wordt afgesloten met het advies van de stuurgroep.
Pagina 2 van 7
Nadere verkenning Op basis van de besluitvorming op 11 maart 2014 heeft de stuurgroep een nadere verkenning laten uitvoeren. In het kader van deze verkenning zijn er gesprekken met de teams en ouders gevoerd en zijn er drie nadere onderzoeken verricht; - Verkeersaspecten (Grontmij) - Ruimtelijke inpassing (Territoria) - Gebouwen onderzoek (BannGreen), In de rapportage vindt een weergave van alle stappen die stuurgroep voor deze verkenning heeft gezet in het onderzoek en de communicatie. Conclusies stuurgroep Op basis van de vragen en antwoorden en de uitgevoerde onderzoeken trekt de stuurgroep de volgende conclusies: - Op de locatie van De Twaalf Hoven is nieuwbouw voor scholen verantwoord mogelijk; - Realisatie van nieuwbouw voor de scholen op de locatie De Twaalf Hoven kent een breed draagvlak. Het draagvlak is voldoende breed om de voorbereidingen voor nieuwbouw ter hand te nemen; Financiële verkenning Bij het IHP is uw raad, als onderdeel van het haalbaarheidsonderzoek aan de hand van een globale financiële verkenning geïnformeerd over de financiële gevolgen. Deze verkenning is gebaseerd op de bij de gemeente bekende gegevens aangevuld met marktconforme kengetallen. Onderliggende veronderstelling was dat vervanging van de bestaande verouderde schoolgebouwen in Winsum noodzakelijk is. Uit een financiële vergelijking tussen gefaseerde nieuwbouw en nieuwbouw in één keer bleek dat dit geen significante verschillen voor de gemeentelijke begroting geeft. In de studie uitgevoerd door BannGreen heeft een nadere verdieping plaatsgevonden naar de bouwtechnische en gebruikskwaliteit van de bestaande schoolgebouwen in Winsum en is gekeken naar de financiële consequenties. De conclusie van BannGreen is dat de bestaande schoolgebouwen bouwtechnisch niet voldoen aan de huidige eisen (bijvoorbeeld frisse school) en voor wat gebruiksmogelijkheden voor het huidige onderwijs betreft beperkte gebruiks- en toekomstwaarde hebben. Investeren in de huidige gebouwen om de levenscyclus te verlengen blijkt bovendien, door de korte looptijd waarop deze investeringen afgeschreven dienen te worden en de te grote gebouwen ten opzichte van de leerlingaantallen waarop deze verbeteringen betrekking hebben, ook financieel weinig aantrekkelijk.
Pagina 3 van 7
Een nieuw gebouw biedt de mogelijkheid de omvang af te stemmen op de huidige en toekomstige krimp situatie. In dat licht betekent de keus dat de Borgschool separaat wil blijven dat de nieuwbouw kleiner van omvang kan worden. Dit betekent een kleinere investering dan in het IHP is voorzien en dien ten gevolge lagere kapitaalslasten. Boekwaarde Een ander aspect dat invloed heeft op de financiële vergelijking, betreft de boekwaarden van de huidige schoolgebouwen. Ten behoeve van een goed financieel inzicht vindt op dit moment een financiële detaillering plaats welke leidt tot een individuele boekwaarde van de bestaande schoolgebouwen. Bij het opstellen van het IHP was enkel de totale som aan boekwaarden bekend en is deze rekenkundig op basis van leerlingaantal toegedeeld. Aardbevingsbestendig Een nieuw aspect betreft verder de ontwikkelingen in het aardbevingendossier. De NAM is begonnen met een inventarisatie van de scholen in het aardbevingen gebied. Onduidelijk is op dit moment welke richtlijnen voor de bestaande schoolgebouwen in Winsum gaan gelden. Het lijkt aannemelijk dat in de bestaande schoolgebouwen forse investeringen gedaan moeten worden om de gebouwen aardbevingsbestendig te maken. Het is de moeite waard te onderzoeken of met het realiseren van nieuwbouw, het achterwege laten van deze investeringen benut kan worden om een gedeelte van de investering te financieren. Kapitaalslasten Verder betreft de te hanteren rente een financiële component die veel invloed op de kapitaalslasten heeft. In de vergelijking in het IHP is gewerkt met een rekenrente van 4%. Duidelijk is dat in de huidige markt een aanmerkelijk lagere projectrente mogelijk is. Daarnaast bestaan er voor bijvoorbeeld de schoolbesturen mogelijkheden om onder gunstige voorwaarden gebruik te maken van het zogenaamde “schatkistbankieren”. Tot slot is met ingang van 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud overgeheveld naar de schoolbesturen. Op zich verandert dit niet de maatschappelijke kosten. Wel vormt een aandachtspunt hoe extra investeringen in kwaliteit die leiden tot lagere beheerlasten gefinancierd worden. Zo is voor de brede school in Baflo/Rasquert met betrokken schoolbesturen afgesproken dat de scholen bereid zijn de te besparen energie- en onderhoudslasten in te brengen om de extra investering geheel of gedeeltelijk te dekken. Ook voor de nieuwbouw in Winsum zal met de betreffende schoolbesturen een dergelijke afspraak gemaakt dienen te worden.
Pagina 4 van 7
Het college stelt voor al deze financiële aspecten die van grote invloed zijn op de haalbaarheid nader te onderzoeken tegelijkertijd met het verfijnen van het inzicht aan de kosten kant met betrekking tot het bouwprogramma, verwerving van de locatie en de infrastructurele kosten. Tevens stellen wij voor de kansen en mogelijkheden van externe financiering te verkennen. Vervolg: De stuurgroep heeft uitgesproken graag de noodzakelijke vervolgstappen te willen zetten. Voor de gemeente betekent dat de werkstructuur met een stuurgroep met de schoolbestuurders onder voorzitterschap van de portefeuillehouder voortgezet wordt en daarmee ook de gemeentelijke regiefunctie voortgezet wordt. Vervolgstappen: Opstellen programma van eisen brede school waarin de dorpse schaal en kleinschaligheid gewaarborgd zijn De haalbaarheid van de locatie De Twaalf Hoven verder uitwerken (financieel, verwerving en ruimtelijk) Bepalen welke scholen en welke functies en welk medegebruik onderdeel van de brede school kunnen zijn (al dan niet in combinatie met handhaven van één of meerdere bestaande scholen) Opstellen ontwikkelingsplan met voorstel voor het realisatietraject Planning Doel is deze stappen na de zomer van 2015 af te ronden en te rapporteren aan de raad. Financiële consequenties Wij stellen voor om voor de uitvoering van de genoemde werkzaamheden een bedrag beschikbaar te stellen van € 75.000. Ten opzichte van de totaal ingeschatte investering voor de scholen van circa 9,4 miljoen bedraagt dit circa 0,8%. Door een schattingswijziging van de in 1996 samengevoegde boekwaarden van alle basisscholen in de gemeente is in het jaar 2014 een extra bedrag afgeschreven. Voor de dekking van deze afschrijvingslasten is de reserve onderwijshuisvestingsvoorzieningen benut. Wij stellen voor om de plankosten te activeren en af te schrijven in 5 jaar. De hieruit voortvloeiende lasten kunnen worden gedekt uit de “onderwijsbegroting”. Hierbinnen is in 2015 ruimte ontstaan doordat veel boekwaarden in 2014 zijn afgewaardeerd. Hierdoor zijn de kapitaallasten veel lager en ontstaat er ruimte om kapitaallasten van nieuwe investeringen te dekken.
Pagina 5 van 7
Zodra tot werkelijke realisatie overgegaan wordt, kunnen nog niet afgeschreven plankosten in het uiteindelijke bouwbudget voor beide bouwplannen worden opgenomen. De ingeschatte kosten zijn als volgt opgebouwd. Voor de vervolgstap voor Winsum bedraagt de inschatting van de kosten voor de werkzaamheden; Procesbegeleiding € 16.500 Opstellen programma van eisen € 15.000 Ruimtelijke uitwerking locatie Twaalf Hoven € 10.000 Verkeerskundige advisering € 5.000 Aanbestedings- en realisatie strategie € 5.000 Advisering grondverwerving € 5.000 Opstellen financieringsmodellen € 6.000 Communicatie € 6.000 Onvoorzien € 6.500 + Totale kosten € 75.000 Advies / Voorstel: Wij adviseren uw raad 1. de concept-eindrapportage haalbaarheidsverkenning brede school Winsum vast te stellen; 2. de haalbaarheid van een brede school in Winsum nader uit te werken; 3. een bedrag van € 75.000 beschikbaar te stellen en dit bedrag in 5 jaar af te schrijven. De kapitaalslasten worden geëgaliseerd met de reserve onderwijshuisvestingsvoorzieningen. Communicatie: Een zorgvuldige communicatie is belangrijk in dit complexe proces. Daarom zal ook voor de komende fase een communicatieplan worden opgesteld. Bijlagen: Rapportage stuurgroep “Samen naar school in Winsum, Verslag 2e deel verkenningsfase brede school Winsum. Vraag en antwoord; van draagvlak richting daadkracht” met bijlagen. Reacties Vraag en antwoord n.a.v. presentatie 22 januari 2015
Burgemeester en wethouders van Winsum, M.A.P. Michels, burgemeester drs. R.J. Bolt, secretaris
Pagina 6 van 7
Agendanummer: Vergadering: De raad van de gemeente Winsum; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in de gemeentewet:
besluit:
1. de concept-eindrapportage haalbaarheidsverkenning brede school Winsum vast te stellen; 2. de haalbaarheid van een brede school in Winsum nader uit te werken; 3. een bedrag van € 75.000 beschikbaar te stellen en dit bedrag in 5 jaar af te schrijven. De kapitaalslasten worden geëgaliseerd met de reserve onderwijshuisvestingsvoorzieningen. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Winsum in zijn openbare vergadering van De raad voornoemd,
voorzitter,
griffier,
Pagina 7 van 7
Samen naar school in Winsum Verslag 2e deel verkenningsfase brede school Winsum
Vraag en antwoord; van draagvlak richting daadkracht
1 december 2014
Inhoudsopgave
1. AANLEIDING ............................................................................................................................................... 3 2. AANPAK ....................................................................................................................................................... 4 3. VRAAG EN ANTWOORD .......................................................................................................................... 6 4. MODELLEN ............................................................................................................................................... 14 5. BETEKENIS............................................................................................................................................... 16 BIJLAGEN .......................................................................................................................................................... 17
2
1. Aanleiding Bij de vaststelling van het Integraal Huisvesting Plan (IHP) op 11 maart 2014 heeft de gemeenteraad besloten om naar de haalbaarheid van een brede school in Winsum een nadere verkenning te laten uitvoeren. Het doel van deze verkenning was om meer duidelijkheid te verkrijgen ten aanzien van het draagvlak voor een brede school in Winsum onder betrokkenen, zoals teamleden en (toekomstige) ouders. Deze verkenning is uitgevoerd onder leiding van een stuurgroep, bestaande uit de betreffende drie schoolbesturen (Lauwers & Eems, VCPO Noord-Groningen en de Gereformeerde Schoolvereniging Westernieland) en de portefeuillehouder. In deze notitie treft u de weergave aan van de acties die de stuurgroep heeft ondernomen. Tevens worden vragen beantwoord, die in bijlage 9 van het Integraal Huisvesting Plan (IHP) zijn opgenomen. In hoofdstuk 4 is een vergelijking van verschillende modellen opgesteld. Deze is opgenomen omdat in sommige reacties gevraagd is naar een vergelijking van verschillende opties. Daarnaast is tijdens de verkenning in juni het rapport ‘Toekomstscenario scholenspreiding Noord-Groningen II’ van de schoolbesturen VCPO Noord-Groningen en Lauwers & Eems verschenen. In Toekomstscenario II wordt voor het dorp Winsum de situatie geschetst van twee zelfstandige scholen en een samenwerkingsschool. Hiermee werd de behoefte aan vergelijking van opties versterkt. Hiertoe zijn in dit verslag 7 modellen vergeleken. Het is de bedoeling van betrokken schoolbesturen dat medio december 2014 ‘Toekomstscenario scholenspreiding Noord-Groningen III’ verschijnt. In hoofdstuk 5, Betekenis, gaat de stuurgroep in op de betekenis van de antwoorden en brengt de modellen terug tot 2 varianten. Hoofdstuk 5 wordt afgesloten met het advies van de stuurgroep. De stuurgroep beschouwt deze notitie als cruciale bouwsteen om de verkenningsfase te kunnen afronden. Winsum, 1 december 2014 Harmannus Blok Wethouder gemeente Winsum Antoinette Heijink - van Rijssel Bestuurder Gereformeerde Schoolvereniging Westernieland Marianne Volp-Kortenhorst Bestuurder Lauwers & Eems Simon van der Wal Bestuurder VCPO Noord-Groningen
3
2. Aanpak Het Integraal Huisvesting Plan bracht een aantal vragen op tafel. Door de stuurgroep zijn deze vragen samengebracht en gecategoriseerd naar gebouw, partijen, sociaal, onderwijskundig, personeel, verkeer en keuzemoment. Per categorie zijn dit de volgende vragen. Gebouw, gebouwen en definities - Wat wordt verstaan onder een brede school en een vensterschool? - Wanneer is er sprake van een brede school of geïntegreerd kindcentrum? - Welke eisen stelt dit aan het gebouw? - Hoe groot wordt het gebouw? - Wordt het niet veel te druk met zoveel leerlingen? - Worden het één of meerdere nieuwe schoolgebouwen? - Kunnen bestaande schoolgebouwen ook opgeknapt worden? - Wat gebeurt er met de bestaande schoolgebouwen wanneer de school verhuisd is? - Waarom nu een brede school terwijl de vensterschool op zijn retour is? Partijen - Welke partijen kunnen en willen participeren in de brede school? Sociale aspecten - Wat betekent de realisatie van een brede school voor de sociale cohesie van het dorp? - Hoe is de kleinschaligheid/geborgenheid, ons kent ons, alle leerkrachten kennen mijn kind, vast te houden? - Wat houdt kleinschaligheid in? - Welke invloed heeft de ontwikkeling van een brede school op de scholen buiten Winsum? Onderwijskundige aspecten - Welke onderwijskundige voordelen heeft een brede school? - Wat betekent een brede school voor mijn kind? Sociaal, cognitief, pedagogisch? - Moeten alle kinderen van 07.00-19.00 uur naar school? - Hoe groot worden de klassen? - Hoe wordt omgegaan met identiteiten van de verschillende scholen? Personele aspecten - Welke personele aspecten vloeien voort uit een brede school (kwalitatief -denk aan verlichting werkdruk-, kwantitatief en diversiteit in banen) Verkeer - Hoe wordt het verkeer afgehandeld, rondom de school en op het schoolterrein? - Zijn er voldoende veilige routes om op school te komen? - Komen er voldoende parkeerplaatsen? Keuzemoment - Op welk moment moeten partijen hun keuze maken om al of niet te participeren? De stuurgroep heeft zich gerealiseerd dat het beantwoorden van “de vraag achter de vraag” vaak nog belangrijker is dan de concreet gestelde vraag en dat dit ook het geval is bij de vraag van de gemeenteraad naar draagvlak. De stuurgroep heeft over deze vragen een gespreksronde op alle basisscholen georganiseerd. Voor deze gespreksronde zijn per school de betreffende schoolteams, MR-leden en belangstellende ouders uitgenodigd. Voorafgaand aan de bijeenkomst zijn via een nieuwsbrief alle ouders geïnformeerd. Tevens is er een e-mail adres geopend waarin ouders de kans hebben gekregen om vragen te stellen of te reageren. Na afloop van de gespreksronde hebben alle ouders een tweede nieuwsbrief ontvangen. In bijlage 1 treft u de beide nieuwsbrieven aan die de gevoerde gesprekken weergeven.
4
Reflectie op de vraagstelling en proces De stuurgroep constateert dat de tijdshorizon waarover bij het bouwen van een nieuw schoolgebouw gesproken wordt, lastig te bevatten is. Gebouwen kennen een levenscyclus (en afschrijvingsperiode) van 30 tot 50 jaar en zelfs langer. In deze planfase komt daar dan de voorbereidingstijd en bouwtijd nog eens bovenop. In een groot aantal gevallen hebben de huidige ouders, tegen de tijd dat de nieuwbouw is gerealiseerd, geen kinderen meer in de basisschoolleeftijd. Ook zal de nieuwbouw nog veel verschillende onderwijsconcepten gaan meemaken met onderwijsopvattingen die we nu nog niet kunnen bedenken. Wie had 30 jaar geleden van internet gehoord en wie had 15 jaar geleden voorspeld dat er nu “Steve Jobs” scholen zouden zijn? De stuurgroep constateert dat de op 10 juni 2014 uitgebrachte rapportage over scholenspreiding door de schoolbesturen van Lauwers & Eems en VCPO Noord-Groningen impact heeft gehad op het proces in Winsum. De laatste bijeenkomst met de Borgschool vond plaats net na het uitbrengen van ‘Toekomstscenario scholenspreiding Noord-Groningen II’ van L&E en VCPO over scholenspreiding en stond vooral in het teken van de in de rapportage voorgestelde samenwerkingsschool met De 9 Wieken en de behoefte van de Borgschool om zelfstandig te blijven. Uitgevoerd nader onderzoek Ten behoeve van een nadere analyse van verkeersaspecten, de ruimtelijke inrichting op de locatie De Twaalf Hoven en de gebruiksmogelijkheden van de bestaande gebouwen, is nader onderzoek verricht door respectievelijk de bureaus Grontmij, Territoria en Bann Green. Deze onderzoeken zijn separaat beschikbaar. Waar deze onderzoeken van belang zijn bij de beantwoording van de vragen worden zij vanzelfsprekend aangehaald.
5
3. Vraag en antwoord De stuurgroep heeft onder andere de input uit de gesprekken op de scholen gebruikt voor het beantwoorden van de gestelde vragen. Waar gebruik gemaakt is van externe bronnen is dit bij het antwoord aangegeven. De stuurgroep constateert dat bij de vragen het gebruik van het woord “school” makkelijk tot verwarring leidt. Waar de één met school bedoelt te duiden op een gebouw wordt door een ander met school de organisatie bedoeld welke les geeft in het gebouw. In dit verslag is getracht zorgvuldig met deze verschillende betekenissen om te gaan. Gebouw, gebouwen en definities Wat wordt verstaan onder de brede school en een vensterschool? Op de website van de Rijksoverheid staat over de brede school het volgende citaat: Wat is een brede school? Een brede school combineert onderwijs met voorzieningen als naschoolse opvang, sport, welzijn of cultuur. Brede scholen zijn er niet alleen voor leerlingen, maar ook voor ouders en de buurt. Netwerk in en om school Een brede school is een netwerk in en om een school. Het kan ook om meerdere scholen gaan. In dat netwerk werkt een school samen met instellingen op het gebied van sport, opvang, cultuur of welzijn. Zo kunt u in of dichtbij een brede school bijvoorbeeld een peuterspeelzaal, bibliotheek of een muziekschool vinden. En u kunt er soms ook terecht voor jeugdgezondheidszorg of huiswerkbegeleiding. In een brede school krijgen kinderen meer kansen om zich te ontwikkelen. Voorzieningen brede school Een brede school biedt voorzieningen waar leerlingen, ouders en een buurt of wijk behoefte aan hebben. Bijvoorbeeld opvoedingscursussen voor ouders of inburgeringscursussen voor buurtbewoners. Daarom is iedere brede school weer anders. Het aanbod van een brede basisschool is anders dan dat van een brede school voor voortgezet onderwijs. Een brede school kan in verschillende gebouwen in de wijk of in de buurt zitten. Daar waar in bovenstaand citaat wijk of buurt staat kan ook dorp gelezen worden. Verder wordt door de Rijksoverheid verwezen naar het handboek “brede school” uit 2007 waarin de volgende definitie wordt gehanteerd: “Een brede school is een samenhangend netwerk van toegankelijke en goede voorzieningen voor kinderen, ouders en buurt, met de school als middelpunt.” Tenslotte betreft de vensterschool een aanduiding waarmee de stad Groningen 16 jaar geleden gestart is en welke nu beschouwd wordt als een voorloper van het huidige concept voor brede scholen. Wanneer is er sprake van een brede school of geïntegreerd kindcentrum? De meest vergaande variant van samenwerking wordt veelal aangeduid als een Integraal Kindcentrum (IKC). In een IKC is sprake van één pedagogische visie, één of meerdere teams en één centrale aansturing. Geconstateerd kan worden dat dé brede school niet bestaat en elke brede school een vorm van lokaal maatwerk betreft. Voor Winsum hebben de drie schoolbestuurders in het document “Samen naar school in Winsum” uitgangspunten geformuleerd. Dit document maakt onderdeel van het IHP uit zoals dat in maart 2014 door de gemeenteraad is vastgesteld. Als belangrijkste doelen zijn hierin geformuleerd de
6
doelgroep van 0 tot 12 jaar en het van 7uur tot 19 uur bieden van onderwijs en aanverwante activiteiten aan de doelgroep onder het motto: “samen waar het kan en apart waar het moet”. Meer informatie hierover is ook in de twee uitgebrachte nieuwsbrieven opgenomen (zie bijlage 1). Welke eisen stelt dit aan het gebouw? Een brede school dient over voldoende ruimte te beschikken om het programma naar behoren te kunnen uitvoeren. Huisvesting van voorzieningen onder één dak in een multifunctionele accommodatie (MFA) is geen vereiste (omgekeerd is een MFA niet per definitie een brede school). Wel is het een vereiste dat de partijen bereid zijn om ruimte beschikbaar te stellen voor gezamenlijk multifunctioneel gebruik. Hoe groot wordt het gebouw? Deze vraag is nu nog niet te beantwoorden. In het IHP is aangegeven dat de ruimtebehoefte van alle 5 scholen in 2019 op basis van 785 kinderen 4.549 m2 bedraagt. In het IHP is de haalbaarheid verkend om alle 5 scholen op één locatie te huisvesten. Geconcludeerd is dat hiervoor op de locatie van De Twaalf Hoven goede kansen bestaan. Hoe dit gebouw of de gebouwen vormgegeven wordt of worden dient nader onderzocht te worden. De ruimtevraag van aanvullende en ondersteunende functies is nog niet bekend. Wordt het niet veel te druk met zoveel leerlingen? In de gespreksronde is dit een terugkerend thema geweest. Op de eerste plaats is het van belang hierbij de aantallen in beeld te hebben. Op basis van de leerlingenprognoses bedraagt het leerlingaantal voor de basisscholen in Winsum 785 in 2019, aflopend naar 644 in 2031. Dit zijn substantieel andere aantallen als de 1.200 tot 1.000 leerlingen die bij sommigen als beeld bestaat. Drukte op en rond een school is een belevingskwestie welke wordt bepaald door de omgangsvormen, de ruimtelijke inrichting van het gebouw en omgeving en het aantal leerlingen. Het aantal leerlingen is hierin het minst bepalend en het aantal van 785-644 is in absolute zin niet bijzonder hoog voor een locatie met meerdere basisscholen. Soms ook is met deze vraag de toekomstige verkeerssituatie bedoeld, hierop wordt bij de vraag over de verkeerssituatie nader ingegaan. Worden het één of meerdere nieuwe schoolgebouwen? Deze keuze voor de locatie De Twaalf Hoven staat nog open, maar roept bij alle betrokkenen veel enthousiasme op. De locatie leent zich goed voor een invulling met meerdere gebouwen die bijvoorbeeld onderling verbonden zijn. Zo kan zowel onderlinge uitwisseling en eigen identiteit optimaal door de gebouwen ondersteund worden en ontstaat maximale flexibiliteit. Ook is het denkbaar specifiek voor onderbouw, middengroep en bovenbouw van een school een eigen gebouw(tje) te realiseren. Door te kiezen voor meerdere kleinere geschakelde gebouwen wordt de eigen identiteit versterkt en kan ook beter (flexibeler) ingespeeld worden op de dalende en fluctuerende leerlingenaantallen; zo kan in de toekomst bijvoorbeeld een geheel gebouw afgestoten of verhuurd worden. Kunnen bestaande schoolgebouwen ook opgeknapt worden? Ja, dat kan. De vraag achter deze vraag is eigenlijk; waarom worden de bestaande schoolgebouwen niet opgeknapt en is dat niet veel eenvoudiger en goedkoper? Hierbij spelen de volgende overwegingen: de bestaande gebouwen dateren uit de jaren 50-60 en 70 van de vorige eeuw. Soms zijn deze scholen extreem “licht” uitgevoerd en specifiek bedoeld om voor een kortere periode de 2e geboortegolf op te vangen. Om deze verouderde schoolgebouwen aan te passen aan de huidige functionele eisen van onderwijs en huidige bouwtechnische eisen zal niet volstaan kunnen worden met klein onderhoud, maar zijn er forse investeringen nodig. Investeringen die een korte afschrijvingsperiode kennen ten opzichte van nieuwbouw (veelal 10-20 jaar t.o.v. 40 jaar) en daarmee qua financiële jaarlasten ongunstig uitpakken. Het door Bann Green uitgevoerde nadere technische onderzoek bevestigd dit beeld. Daar komt bij dat in het IHP geconstateerd is dat door de
7
forse terugloop van leerlingenaantal de in de huidige gebouwen de reeds bestaande overmaat aan ruimte nog eens fors oploopt. Bij verbouwing blijft deze overmaat bestaan. Een overmaat waarvan de kosten in de sfeer van beheer (gas en licht), onderhoud en afschrijving wel doorlopen. Kosten die dus ten laste komen van een steeds kleiner wordende leerlingenpopulatie. Afstoten van een gedeelte van een bestaand schoolgebouw blijkt in de praktijk tot dusver weinig eenvoudig en slechts in zeer beperkte mate deze extra lasten te compenseren. Als alternatief voor opknappen zou kleinere vervangende nieuwbouw op een bestaande schoollocatie als optie overwogen kunnen worden. Om goed in te kunnen spelen op fluctuerende en dalende leerlingaantal is een dergelijke optie kritisch voor wat betreft omvang, toekomstperspectief en flexibiliteit. Bijkomend praktisch probleem betreft het gedurende de bouwperiode (circa 1,5 jaar, oftewel 2 schooljaren) voorzien in tijdelijke huisvesting. Niet alleen brengt dit aanmerkelijke kosten met zich mee, ook brengt elke verhuizing onderwijskundig de nodige last met zich mee. In de analyse van de modellen (Hoofdstuk 4 en in bijlage 2) komen de voor- en nadelen van de verschillende opties terug. Wat gebeurt er met de bestaande schoolgebouwen wanneer de school verhuisd is? Hiervoor zijn nog geen concrete plannen. Voor sommige gebouwen lijkt hergebruik door een nieuwe gebruiker voor de hand te liggen, voor andere plekken is sloop van de huidige school en herontwikkeling aantrekkelijker. Om hier meer zicht op te krijgen is in opdracht van de gemeente door bureau Bann Green een quick scan uitgevoerd naar de huidige gebouwen en de potentiele hergebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden. Deze bevindingen zullen de basis vormen voor een per locatie op te stellen (her)ontwikkelingsplan. Waarom nu een brede school terwijl de vensterschool op zijn retour is? Zoals aangegeven betreft de vensterschool een aanduiding waarmee in de stad Groningen 16 jaar geleden gestart is en welke nu beschouwd wordt als een voorloper van het huidige concept voor brede scholen. Het vensterschoolconcept is in mei 2014 door de gemeente Groningen geëvalueerd. In het betreffende evaluatierapport ‘Nieuwe verhoudingen, nieuwe dynamiek’ wordt geconcludeerd dat het vensterschool-concept zoals dat zestien jaar geleden in Groningen gestalte kreeg in deze tijd niet meer actueel is. Er wordt geconstateerd dat er veel veranderd is in de samenleving en in het lokale en landelijke onderwijs- en jeugdbeleid. Het evaluatierapport doet de aanbeveling om partijen betrokken bij onderwijs en kindgerelateerde voorzieningen, zoals scholen en organisaties voor peuterspeelzaal en opvang, de regierol te geven. De drie schoolbesturen hebben de ambities voor de brede school in Winsum geformuleerd in een kaderstellende notitie. Deze sluit naadloos aan bij de aanbevelingen uit bovengenoemd evaluatierapport om het maximale uit kinderen te halen met goede scholen en organisaties die optimaal samenwerken en te zorgen voor doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen. Tenslotte kan de vraag: Waarom een brede school?, ook opgevat worden als vraag geassocieerd met grootschaligheid en daarmee de maatschappelijke weerstand duiden die bestaat tegen schaalvergrotingstendensen. De stuurgroep wil benadrukken dat bij het invullen van een brede school alle aandacht uit zal gaan naar het behouden van het dorpse- en kleinschalige karakter wat de scholen nu ook uitstralen. In Winsum is tevens het volgende aan de orde: met de fors teruglopende leerlingenaantallen is het de opgave om kwalitatief aantrekkelijk onderwijs te kunnen blijven bieden. In de volgende tabel is de leerling prognose uit het IHP per school in het dorp Winsum, de huidige omvang van de schoolgebouwen en de ruimtebehoefte in 2031, weergegeven.
8
School OBS De 9 Wieken, Winsum OBS De Tiggeldobbe, Winsum GBS De Wierde Winsum CBS De Piramiden, Winsum CBS De Borgschool, Winsum
BVO m2 Huidige gebouw
Leerlingen 2013/2014
Leerlingen 2031/2032
Ruimtebehoefte m2 (2031)
1157
131
93
668
1632 (330 tijdelijk) 1369 (233 tijdelijk) 1145 1149
269
175
1080
197
165
1030
186 90
157 54
790(+200) 272(+200)
Duidelijk is dat de leerlingenaantallen in de komende periode in Winsum fors dalen en in deze situatie is de vraag relevant welke kwaliteit van onderwijs tegen welke kosten gerealiseerd kunnen worden. Hierbij speelt nadrukkelijk de overmaat aan ruimte die er al is en die hard oploopt met het afnemend leerlingaantal en welke in beheer- en onderhoudskosten vanaf 2015 volledig ten laste van de onderwijsbegroting van betreffende schoolbesturen komen. Hier komt bij dat een doelmatige schoolorganisatie veronderstelt minimaal 8 aparte klassen van 25 leerlingen te hebben. In de praktijk wordt een school met dubbele jaargroepen (16 klassen, circa 400 leerlingen) vaak als optimaal beschouwd. Kleinere scholen zijn duur, zowel qua kosten voor huisvesting als voor de exploitatie. In de ‘Toekomstscenario scholenspreiding Noord-Groningen II’ van Van Beekveld en Terpstra over de scholenspreiding is dit uitgewerkt naar consequenties voor een school met 80, 100 en 200 leerlingen; meer informatie hierover is te vinden op de website van L&E en VCPO. Doordat onderwijskosten op verschillende plaatsen (rijk, gemeente en schoolbestuur) gemaakt worden en niet rechtstreeks per kind voor de ouder zichtbaar zijn (laat staan ten laste komen van) is dit een diffuus terrein en is er in zekere mate sprake van “free rider”. Immers de betreffende leerlingen en ouders dragen niet rechtstreeks de lasten. Maar de inzet van gemeenschapsgeld vergt wel uitleg en de structurele inzet van grote sommen gemeenschapsgeld behoeft veel legitimatie. Daarbij constateert de stuurgroep dat het Rijk steeds meer werkt met algemene vergoedingen waarbij zij het aan het lokaal bestuur overlaat om tot onderlinge verdeling te komen. Onderlinge nabijheid van meerdere scholen, zoals in Winsum gerealiseerd kan worden, kan hierop deels een antwoord zijn. Dan kan kleinschaligheid gecombineerd worden met het behalen van schaalvoordelen. Zo bezien kan nieuwe huisvesting op de locatie De Twaalf Hoven ten behoeve van het concept brede school juist voor relatief kleinere bijzondere onderwijs identiteiten betere bestaanskansen bieden; vergelijk het met een speciaalzaak in het winkelcentrum. In ieder geval is het zo dat verschillende gebouwen op één locatie indien gewenst en/of een noodzakelijk goed een schaalvergroting kunnen accommoderen. Partijen Welke partijen kunnen en willen participeren in de brede school? Deze vraag kan nu nog niet beantwoord worden. Duidelijk is dat -vanuit de ambitie om kinderen van 0-12 jaar van 7u tot 19u te kunnen opvangen-, voor- tussen- en naschoolse opvang onderdeel van de brede school zal zijn. De stuurgroep gaat met betrokken partijen verkennende gesprekken voeren. Bij diverse betrokken partijen bestaat de wens om in dit concept mee te werken. Hoe de uitwerking er verder uit kan komen te zien hangt nadrukkelijk samen met de vraag welke scholen aan de brede school deelnemen. De stuurgroep wil op dit punt eerst duidelijkheid creëren om daarna de verdere uitwerking ter hand te kunnen nemen. Sociale aspecten Wat betekent de realisatie van een brede school voor de sociale cohesie van het dorp? De brede school kan nadrukkelijk een functie vervullen voor de sociale cohesie in Winsum. De locatie bij De Twaalf Hoven, nabij het gezondheidscentrum en verpleeghuis De Twaalf Hoven, biedt ruimtelijk aanknopingspunten en stimuleert ontmoetingen. Juist nu ook, door de afname van het
9
leerlingaantal (ontgroening), de functie van de scholen in de wijken voor de sociale cohesie voor veel bewoners wegvallen, biedt deze combinatie van functies nieuwe kansen. Zo ziet het bestuur van De Twaalf Hoven kansen voor combinaties met peuteropvang, de keukenvoorziening en misschien ook een voor zowel De Twaalf Hoven als de scholen functionerend instructiezwembad. De stuurgroep wil graag met betrokkenen bij de uitwerking van de plannen voor de brede school de haalbaarheid van deze en wellicht nog te bedenken combinatiemogelijkheden verder onderzoeken. Waar de huidige scholen een beperkt verzorgingsgebied voor enkel de omliggende (veelal vergrijzende) wijk kennen kan de brede school een functie voor het gehele dorp vervullen. Hoe is de kleinschaligheid/geborgenheid, ons kent ons, alle leerkrachten kennen mijn kind, vast te houden? Wat houdt kleinschaligheid in? Kleinschaligheid als waarde van geborgenheid heeft alles te maken met de school als instelling, het (pedagogische) klimaat en de waarden en normen die de school hanteert. Het gebouw en de inrichting van de omgeving kunnen hierin ondersteunend zijn. Een keuze voor het concept van een brede school en nieuwbouw op de locatie van De Twaalf Hoven betekent niet dat de identiteit van de verschillende scholen verloren gaat (zie ook antwoord op de vraag identiteit). De ruimtelijke- en bouwkundige vormgeving en inrichting staan open en kunnen inspelen op de behoefte om de menselijke maat te bewaren en de eigen identiteit te ondersteunen. Hiervan bestaan goede voorbeelden. De schoolbesturen staan er dan ook voor dat in het ontwerp rekening gehouden wordt met het realiseren van een school met een dorps karakter. Welke invloed heeft de ontwikkeling van een brede school op de scholen buiten Winsum? Het staat ouders vrij de school te kiezen. Uitgangspunt hierbij is eigen kracht en (onderwijs)kwaliteit. Het kan naar de mening van de stuurgroep niet zo zijn dat de kwaliteit van het onderwijs in het ene dorp bewust ingeperkt wordt met als doel om onderwijs elders in stand te houden. Onderwijskundige aspecten Welke onderwijskundige voordelen heeft een brede school? Het Ministerie van Onderwijs stimuleert gemeenten en schoolbesturen om brede scholen te realiseren. Het Ministerie van Onderwijs ziet in brede scholen een mogelijkheid om de ontwikkelingskansen van kinderen te verbeteren en tevens als mogelijkheid om beter onderwijsachterstanden weg te kunnen werken. Voor de onderwijskundige voordelen verwijst de stuurgroep verder naar de aangehaalde rapportage van Van Beekveld en Terpstra en naar de website en publicaties van het ministerie over dit onderwerp. Wat betekent een brede school voor mijn kind? Sociaal, cognitief, pedagogisch? Het Ministerie van Onderwijs verwacht dat een combinatie van peuterspeelzaal en kinderdagverblijf voor 2- tot 4-jarigen, goed onderwijs in de basisschool en buitenschoolse opvang voor 4- tot 12jarigen bijdraagt aan een gunstige sociale ontwikkeling, normbesef en een prettige tijdsbesteding in een veilige omgeving. Moeten alle kinderen van 07.00-19.00 uur naar school? Nee, het gaat om het creëren van mogelijkheden. De ouder(s) en kinderen bepalen zelf waar zij naast onderwijs wel/niet gebruik van maken. Hoe groot worden de klassen? Deze vraag is niet te beantwoorden, net zoals die niet te beantwoorden is in de huidige situatie. De klassengrootte wordt bepaald door elke school op basis van aanmeldingen leerlingen, beschikbare docenten, pedagogische visie en financiële mogelijkheden; dat verandert op zichzelf niet door het concept van een brede school. Hoe wordt omgegaan met identiteiten? De verschillende identiteiten blijven binnen het concept van de brede school in Winsum bestaan.
10
In de gesprekken op de scholen kwam vaak de veronderstelling naar voren dat “5 scholen op één locatie” zal resulteren in 3 scholen of soms ook de veronderstelling dat er 1 school komt. Van deze veronderstellingen neemt de stuurgroep nadrukkelijk afstand. De keuze van scholen om al dan niet samen verder te gaan om zo bijvoorbeeld meer omvang te hebben is een afweging die aan betreffende schoolbesturen (binnen de kaders van de rijksregelgeving) is. Huisvesting is hierin niet leidend en ook het concept van huisvesten van alle 5 scholen op één locatie is hierin niet bepalend. Wel stelt de stuurgroep vast dat nieuwe huisvesting op de locatie De Twaalf Hoven ten behoeve van het concept brede school juist voor bijzondere onderwijs identiteiten optimale bestaanskansen biedt. Personele aspecten Welke personele aspecten vloeien voort uit een brede school (kwalitatief –denk aan verlichting werkdruk-, kwantitatief en diversiteit in banen)? Het concept van een brede school biedt kansen voor onderlinge uitwisseling van personeel. Gespecialiseerde inzet kan eenvoudiger gedeeld en geconsulteerd worden. Ook biedt het concept van een brede school op de locatie De Twaalf Hoven mogelijkheden om op het gebied van beheer en onderhoud (efficiency) winst te boeken welke begrotingsruimte de betreffende scholen kunnen benutten voor andere onderwijsdoeleinden (personeel). Verkeer Hoe wordt het verkeer afgehandeld rondom de school en op het schoolterrein? Bij veel insprekers vormt het verkeer een zorgpunt. Met name de verkeersafwikkeling op de Meeden wordt hierbij als knelpunt ervaren. Om meer inzicht te verkrijgen over de verkeersaspecten heeft de stuurgroep de Grontmij gevraagd naar dit aspect een nadere studie te verrichten. De rapportage van de Grontmij is separaat voor een ieder beschikbaar. De Grontmij adviseert om voor de verkeersafwikkeling een aantal fysieke maatregelen te nemen, zoals afzonderlijke fietsroutes en een veilige aansluiting op de Meeden. Maatregelen die leiden tot een goede verkeerskundige situatie en die bij de verdere planvorming nader uitgewerkt dienen te worden. Onderstaande kaartbeelden komen uit deze rapportage.
Voor de situering van het schoolterrein is op basis van de uitgangspunten van de Grontmij door stedenbouwkundig bureau Territoria een ruimtelijke verkenning opgesteld voor de locatie De Twaalf Hoven. Onderstaande schets komt uit deze verkenning en geeft een beeld van de locatie en de mogelijke inrichting. De invulling en uitwerking staat nog open. De stuurgroep heeft het vertrouwen dat op basis van deze verkenning het goed mogelijk is om, bijvoorbeeld met verschillende gebouwen en diverse schoolpleinen, tot een aantrekkelijke planontwikkeling op de locatie De Twaalf Hoven te komen.
11
Zijn er voldoende veilige routes om op school te komen? De Grontmij heeft een aantal routevoorstellen in hun rapportage gedaan. Bij de uitwerking van de plannen zullen deze voorstellen verder onderzocht en uitgewerkt worden. Soms werd ook met deze vraag geduid op de ruimtelijke spreiding van scholen en was de vraag eigenlijk naar de afstand naar school. Ook deze vraag heeft de Grontmij in de analyse betrokken. Geconstateerd kan worden dat de huidige 5 scholen geen grote ruimtelijke spreiding kennen en allen buiten de nieuwste wijken liggen, waar de meeste leerlingen vandaan komen. De locatie De Twaalf Hoven is centraal gelegen zodat de afstanden tot school voor veel leerlingen nauwelijks veranderd. In onderstaand kaartbeeld uit de rapportage van de Grontmij zijn de afstanden in de huidige situatie en van de locatie De Twaalf Hoven gevisualiseerd.
12
Komen er voldoende parkeerplaatsen? Op de locatie is voldoende ruimte om zowel het parkeren als het halen en brengen te accommoderen zoals uit de rapportage van de Grontmij en de ruimtelijke schets van Territoria blijkt. Keuzemoment Op welk moment moeten partijen hun keuze maken om al of niet te participeren? Dit betreft een procesvraag. Het besluitvormingsproces voor de ontwikkeling en realisatie van een brede school gaat getrapt en gefaseerd. Hoe eerder partijen zich committeren aan de ontwikkeling, des te meer duidelijkheid er gecreëerd wordt en vervolgens ook aanvullende en ondersteunende partijen op basis daarvan duidelijkheid kunnen geven.
13
4. Modellen De stuurgroep heeft de volgende zeven modellen onderscheiden: 1. Voor alle 5 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op de locatie van De Twaalf Hoven 2. Voor 4 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven en 1 bestaande school blijft gehandhaafd 3. Voor 3 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven en 2 bestaande scholen blijven gehandhaafd 4. Voor 3 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven en 2 bestaande scholen worden samen gehandhaafd 5. Voor 2 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven en 3 bestaande scholen blijven gehandhaafd 6. Voor 2 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven, 2 bestaande scholen worden samen gehandhaafd en 1 bestaande school blijft gehandhaafd 7. De bestaande scholen blijven gehandhaafd Bij het handhaven van een bestaande school kan het gaan om daadwerkelijk de school in het bestaande schoolgebouw te handhaven of verhuizen naar een ander bestaand (school)gebouw. Ook is theoretisch vervangende nieuwbouw op dezelfde locatie een denkbare variant. Deze varianten zullen daar waar relevant bij het betreffende model besproken worden. De modellen zijn geanalyseerd op basis van de volgende invalshoeken: a. Onroerend goed Hierbij worden onderscheiden de financiële consequenties voor de langere termijn, de flexibiliteit die gerealiseerd wordt om met het aanbod van ruimte de jaarlijkse fluctuaties in leerlingaantallen te accommoderen en de robuustheid betreft de langere termijn en de effecten van dalende leerlingenaantallen op het functioneren. Onroerend goed kent een lange levensduur en vergt hoge investeringen die over een lange looptijd gefinancierd worden. Dit betreft dan ook met name een lange termijn perspectief. De gemeente is de verantwoordelijke partij als het gaat om de realisatie van het vastgoed. b. Onderwijskundig Hierbij worden onderscheiden de kwaliteit van het onderwijs en de financiële consequenties. Deze invalshoek heeft een overwegend middel lange termijn karakter. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke kwaliteit en de invulling van het onderwijs. c. Maatschappelijk Hierbij wordt een inschatting gegeven van het maatschappelijk draagvlak voor betreffende oplossing. Deze invalshoek heeft een korte termijn karakter. Ouders, grootouders, kinderen, omwonenden etc. zijn hierbij de belangrijkste partijen voor het realiseren van draagvlak. De stuurgroep realiseert zich dat de bespreking van de modellen voor een deel subjectief is. Tegelijkertijd betreft het wel de waardering van de geconstrueerde modellen. De waarde van deze modellen is dat zij het mogelijk maakt ze ten opzichte van elkaar te wegen. De modellen zijn op basis van deze invalshoeken geanalyseerd, de complete matrix treft u aan in bijlage 2. De stuurgroep heeft uitvoerig overwogen wat de betekenis en mogelijkheden zijn van de door de schoolbesturen ingebrachte variant van een samenwerkingsschool aan de westzijde van het dorp (model 4). Hierbij heeft zij ook betrokken de uitkomsten van het gebouwenonderzoek zoals dit
14
inmiddels door Bann Green uitgevoerd is. Uit deze rapportage blijkt dat aan de westzijde van het dorp bouwtechnisch het schoolgebouw van De 9 Wieken zich het beste leent om voor nog een (beperkte) periode in gebruik te blijven als school. Dit gebouw is daarom potentieel geschikt om onderdak te bieden aan de samenwerkingsschool. De vraag is vervolgens met welke omvang van een samenwerkingsschool rekening gehouden dient te worden. Ten aanzien hiervan bestaat grote onzekerheid. De samenwerkingsschool zou bestaan uit de Borgschool en De 9 Wieken. Onduidelijk is op dit moment hoe de beide scholen hierin staan en welk onderwijssysteem deze nieuwe school zal krijgen; daarmee is de eigen aantrekkende werking onzeker. Gaan we uit van in gebruik name van de samenwerkingsschool in schooljaar 2018/2019 (gelijk met de ingebruikname van de nieuwbouw op De Twaalf Hoven) en tellen we theoretisch de leerlingaantallen van beide scholen bij elkaar, op basis van de voorspellingen van het planningsverband, zoals die ook in het gemeentelijk IHP zijn gehanteerd, dan gaat het om 178 leerlingen in 2018/2019 aflopend naar 147 in 2031. Tegelijkertijd is het de vraag wat de aantrekkende werking van de nieuwe school op de locatie De Twaalf Hoven zal zijn. De Scholenbouwmeester hanteert voor aantrekkende werking van een nieuw schoolgebouw cijfers van 20-25%; ofwel meer dan 1/5 deel van de leerlingenpopulatie verliest een bestaande school aan een school in nieuwbouw in de directe nabijheid. Gelet op de in dit geval zeer korte loopafstand zal terdege met dit effect rekening gehouden dienen te worden. In dit scenario zou de school uitkomen op een start van 142 leerlingen in 2018 en aflopen naar 118 in 2031. Op basis van de huidige normen heeft het gebouw van De 9 Wieken een theoretische capaciteit van 189 leerlingen. De stuurgroep constateert dat daarmee met een samenwerkingsschool op deze locatie het huidige probleem van te grote schoolgebouwen, waarvan het onderhoud door te weinig leerlingen moet worden opgebracht, blijft bestaan (bezetting start in 2018 op circa 75% capaciteit en loopt terug naar 62% in 2031). Tegelijkertijd dient rekening gehouden te worden met een mogelijke extra toestroom van leerlingen naar de nieuwbouw, die daar tot ruimtegebrek en dus druk om in (tijdelijke) uitbreiding te voorzien kan leiden. Tenslotte resteert de vraag of de omvang van een samenwerkingsschool voldoende duurzaam onderwijskundig toekomstperspectief biedt. Hierbij speelt voor de ouders van de Borgschool, die kleinschaligheid voorop hebben staan, of deze omvang aantrekkelijk is. Bekend is verder dat het onderwijsteam van De 9 Wieken een uitgesproken voorkeur heeft om samen met de Tiggeldobbe naar de nieuwbouw te gaan.
15
5. Betekenis Conclusies Op basis van hiervoor benoemde de vragen en antwoorden, de analyse van de modellen en het uitgevoerde onderzoek trekt de stuurgroep de volgende conclusies: - Op de locatie van De Twaalf Hoven is nieuwbouw voor scholen verantwoord mogelijk; - Realisatie van nieuwbouw voor de scholen op de locatie De Twaalf Hoven kent een breed draagvlak. Het draagvlak is voldoende breed om de voorbereidingen voor nieuwbouw ter hand te nemen; Draagvlak De stuurgroep constateert dat er bij de drie scholen aan de oostzijde van Winsum (Tiggeldobbe, Piramiden en De Wierde) een zeer groot draagvlak is om zich op de locatie De Twaalf Hoven te vestigen. Ook bij de scholen aan de westzijde (Borgschool en De 9 Wieken) ziet de stuurgroep dat er een groot draagvlak is maar dat er met name bij de Borgschool ook nog bedenkingen zijn. Daar waar getwijfeld wordt richten de vragen zich op de behoefte om een zelfstandige school te willen blijven en bestaat er de vrees dat verhuizen naar de locatie van De Twaalf Hoven het opgeven van de eigenheid betekent. De stuurgroep is van mening dat dit punt de realisatie van nieuwbouw op de locatie De Twaalf Hoven niet in de weg hoeft te staan. Parallel traject De komende tijd zal door de schoolbesturen L&E en VCPO met de scholen hierover het gesprek worden gevoerd in het kader van het Toekomstscenario van L&E en VCPO. Het uitbrengen van dit advies van de stuurgroep loopt parallel aan het proces van L&E en VCPO om te komen tot een Toekomstscenario III. De stuurgroep heeft overwogen of het wenselijk zou zijn om met haar advies aan de gemeenteraad te wachten totdat de besluitvorming van beide scholen zou zijn doorlopen, maar heeft gemeend dat dit niet wenselijk is. Voor een zinvolle besluitvorming door betrokken schoolbesturen over het Toekomstscenario III zijn ook de mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot de huisvesting van essentieel belang. In toekomstscenario II hebben de schoolbesturen L&E en VCPO de mogelijkheid ingebracht van een samenwerkingsschool aan de westzijde van Winsum (model 4). De stuurgroep heeft uitvoerig overwogen wat de betekenis en mogelijkheden zijn van deze door de schoolbesturen ingebrachte variant. Hierbij heeft zij ook betrokken de uitkomsten van het gebouwenonderzoek zoals deze inmiddels door Bann Green uitgevoerd is. Uit deze rapportage blijkt dat aan de westzijde van het dorp bouwtechnisch het schoolgebouw van De 9 Wieken zich het beste leent om voor nog een (beperkte) periode in gebruik te blijven als school. Conclusies Voor de scholen in Winsum beschouwt de stuurgroep 2 varianten als meest realistisch: - Alle basisscholen en aanvullende kindvoorzieningen op de locatie van De Twaalf Hoven; of hier dan een samenwerkingsschool onderdak vindt en/of dat de Borgschool als zelfstandige entiteit hier zijn plek vindt is een onderwerp van nadere afweging van de schoolbesturen L&E en VCPO. - Nieuwbouw voor drie scholen en aanvullende kindvoorzieningen op de locatie De Twaalf Hoven in combinatie met een (samenwerkings)school aan de westzijde van Winsum, waarbij gezien het uitgevoerde gebouwenonderzoek de locatie De 9 Wieken als locatie het meest voor de hand ligt. Op basis van bovenstaande concludeert de stuurgroep dat er voldoende basis is voor de realisatie van een brede school op de locatie De Twaalf Hoven en adviseert de stuurgroep de raad de voorbereidingen voor nieuwbouw op de Locatie De Twaalf Hoven verder ter hand te nemen.
16
Bijlagen Bijlage 1: Nieuwsbrieven
17
18
19
20
21
22
23
24
Model 1 Voor alle 5 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op de locatie van De Twaalf Hoven Korte toelichting op model Dit betreft het model waarvoor de gemeenteraad gevraagd heeft het draagvlak te onderzoeken; nieuwbouw voor alle basisscholen in Winsum op de locatie De Twaalf Hoven. De leerlingaantallen hierbij zijn 785 in 2019, aflopend naar 644 in 2031 (bron IHP 2013).
b. Onderwijskundig
a. Onroerend goed
Toelichting
Vergelijkbaar met / zie ook
Deze variant is ten behoeve van het IHP globaal financieel doorgerekend en vergt een investering in de orde van € 9.4 miljoen. Doordat alle 5 scholen hier een plek bij elkaar hebben is de flexibiliteit om in te spelen op fluctuaties in leerlingaantallen groot. Bij een goed uitgewerkt ontwerp kunnen klaslokalen desgewenst het ene jaar functioneren voor de ene school en het volgende jaar voor de andere school. Voor de langere termijn speelt bij dit model de vraag hoe om te gaan met de terugloop van leerlingaantallen. Het is weinig aantrekkelijk om bij de start met te kleine schoolgebouwen te beginnen. In het IHP is als benadering gekozen om bij de start te bouwen voor de dan aanwezige leerlingaantallen en op termijn gebouwdelen af te stoten. Ook dit vergt al bij het ontwerp aandacht voor deze flexibiliteit. Bij deze variant is geen sprake van tijdelijke huisvesting. Na realisatie van de nieuwbouw komen alle bestaande schoolgebouwen vrij. Plannen voor hergebruik en herontwikkeling dienen ontwikkeld te worden. Voor sommige locaties kan herontwikkeling een verbetering van de bestaande situatie betekenen. In het IHP is een conservatieve inschatting gemaakt van de financiële opbrengst. Dit model biedt optimale kansen om het concept van een brede school te realiseren. Onderlinge nabijheid betekent veel mogelijkheden voor onderlinge ontmoeting, uitwisseling en delen van kennis. In de gespreksronde is gebleken dat deze kansen breed gedeeld worden. De belangrijkste min die onderwijskundig bij dit model geplaatst wordt betreffen de schaalgrootte en geborgenheid. De stuurgroep constateert dat deze beoordeling met name samenhangt doordat in de beeldvorming het realiseren van nieuwbouw op deze locatie gecombineerd wordt met het samenvoegen van scholen. De bezwaren die er zijn, zijn primair gericht tegen het samenvoegen van scholen. De stuurgroep is van opvatting dat deze gevolgtrekking de beoordeling vertroebelt. Op zichzelf is het goed voorstelbaar dat 5 scholen met ieder een eigen identiteit en onderwijsprofiel op de locatie De Twaalf Hoven gehuisvest worden. De afweging of deze 5 scholen ieder afzonderlijk voldoende bestaansrecht hebben is een andere. Daarmee kan geconstateerd worden dat dit model de ruimte biedt om, op een moment dat het onderwijs dat past, samenvoegingen van scholen en zelfs ook omgekeerd (afscheiding ten behoeve van nieuwe/bijzondere onderwijsconcepten) ruimtelijk te accommoderen zonder dat er fysiek ingrijpende maatregelen nodig zijn.
25
Waardering De stuurgroep komt tot de conclusie dat vanuit onroerend goed gezamenlijke nieuwbouw voor de 5 scholen op de locatie De Twaalf Hoven een goede robuuste oplossing is en waardeert dit model bijzonder positief. De stuurgroep komt tot de conclusie dat gezamenlijke nieuwbouw voor de 5 scholen op de locatie De Twaalf Hoven onderwijskundig een aantrekkelijk model is .
c. Maatschappelijk
De stuurgroep constateert dat de maatschappelijke reacties op dit model overwegend positief zijn. Bij veel inwoners, ouders en onderwijsteams kan dit model rekenen op ondersteuning en is er een gevoel van ‘vanzelfsprekendheid’. Ook de soms geringe opkomst bij de op de scholen georganiseerde gesprekken interpreteert de stuurgroep als ondersteuning voor dit model. Het meest genoemde zorgpunt betreft het verkeer. Veilige routes naar school zijn prioriteit één. Zoals aangegeven heeft de stuurgroep de Grontmij een nadere analyse laten uitvoeren. De conclusie van deze rapportage is dat de locatie De Twaalf goede mogelijkheden biedt voor het realiseren van veilige routes en halen en brengen. Met name bij de Borgschool bestaat bij een aantal ouders (en een deel van de leerkrachten) een sterke behoefte om de situatie te behouden zoals die nu is. Een andere locatie, een nieuw gebouw en/of samenvoeging met een andere school worden negatief beoordeelt. Het model van 5 scholen op locatie De Twaalf Hoven voldoet niet aan de wens van de Borgschool om in het huidige gebouw als school te blijven. Bij De 9 Wieken speelt dit in veel beperktere mate; wel bestaat ook hier bij sommige de wens het huidige kleinschalige te behouden en de angst dat die in dit model verloren gaat. De wens om de schaal en geborgenheid te behouden is naar het oordeel van de stuurgroep een begrijpelijke en kan voor de ruimtelijke vormgeving bij dit model een belangrijke randvoorwaarde vormen. Ook hier wordt in de meningsvorming soms de samenvoeging van scholen gekoppeld aan het ruimtelijk model. Zoals eerder aangegeven is het vanuit dit model niet noodzakelijk besluitvorming over al dan niet samenvoegen van scholen te nemen. De stuurgroep komt tot de conclusie dat de hierboven aangehaalde kanttekeningen beperkt zijn en het maatschappelijk draagvlak voor gezamenlijke nieuwbouw voor de 5 scholen op de locatie De Twaalf Hoven groot tot zeer groot is. Bij een klein deel van de achterbannen die zich veel laten horen scoort het model minder omdat niet het bestaande schoolgebouw (Borgschool) als school gehandhaafd wordt.
26
De stuurgroep constateert een groot maatschappelijk draagvlak in combinatie met een relatief klein maar expliciet tegengeluid.
Model 2 Voor 4 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven en 1 bestaande school blijft gehandhaafd
a. Onroerend goed
Korte toelichting op model Dit model gaat er van uit dat 1 bestaande school niet aansluit op de locatie De Twaalf Hoven. Theoretisch zijn er in dit model allerlei invullingen denkbaar welke school op een aparte locatie blijft functioneren. Gelet op de maatschappelijke reacties heeft de stuurgroep in dit model de aanname gedaan dat het de Borgschool betreft die separaat doorgaat.
Toelichting
Vergelijkbaar met / zie ook
Waardering
Doordat de Borgschool een klein aantal leerlingen betreft heeft dit model een ondergeschikte invloed op de onroerend goed exploitatie op de locatie De Twaalf Hoven en blijven de overwegingen uit model 1 voor de locatie De Twaalf Hoven gelijk.
De stuurgroep komt tot de conclusie dat dit model voor de locatie De Twaalf Hoven niet wezenlijk anders is dan model 1. Voor de huisvesting van de Borgschool is dit model problematisch. De stuurgroep acht het meest realistisch dat de school in een bestaand pand ondergebracht zal worden. Zij verwacht dat de maatschappelijke kosten hiervan gelijk of beperkt hoger zullen zijn dan van model 1. Ook acht de stuurgroep het model 2 minder robuust als het gaat om het opvangen van leerlingendaling.
Gelet op de huisvestingsproblematiek voor de bestaande school waardeert de stuurgroep dit model iets minder hoog dan model 1.
Wel is het model onderscheidend op de exploitatie van het schoolgebouw voor de separate Borgschool. Hierbij zijn de leerlingaantallen van belang. Het IHP gaat voor de Borgschool uit van een leerlingaantal van 90 in 2013 aflopend tot 54 in 2031. Onzeker is welk aantal leerlingen de Borgschool in dit model daadwerkelijk zal realiseren. De voorziene terugloop en deze onzekerheid vormen voor de onroerend goed exploitatie een complicerende factor. De vraag is welke huisvestingsoplossing hiervoor denkbaar is. Alle huidige schoolgebouwen in Winsum hebben een omvang van 2 maal de benodigde omvang in 2013 en meer. Exploiteren in een huidig schoolgebouw zonder aanpassingen is dan ook niet realistisch. Denkbare opties zijn: delen schoolgebouw met andere gebruiker, kleinere nieuwbouw en gebruik ander kleiner bestaand gebouw. De bestaande schoolgebouwen lenen zich niet goed voor het verhuren van een gedeelte. Het realiseren van nieuwbouw verondersteld een robuust toekomstbeeld van het voortzetten van deze school. Gezien alle schaalvergrotingstendensen en de voorziene terugloop tot 53 leerlingen is hierin voorzichtigheid geboden. Blijft als enig realistische optie over het onderbrengen van de school in een bestaand kleiner gebouw. De stuurgroep heeft hierbij niet direct een beeld voor ogen, maar kan zich voorstellen dat vrijkomende ruimten in bijvoorbeeld de Blauwe Schuit hiertoe ingezet kunnen worden. Bij elke locatie zal afgewogen dienen te worden of het onderbrengen van een school mogelijk is; denk hierbij aan verkeer, geluidszonering e.d. In alle oplossingen zal voor het gymnastiek onderwijs gebruik gemaakt moeten worden van een gymlokaal welke elders is gelegen.
27
b. Onderwijskundig
De vraag naar de onderwijskundige voor- en nadelen van dit model spitst zich toe op de vraag naar de consequenties van de separaat gelokaliseerde Borgschool. De voordelen zouden moeten liggen in aspecten van “splendid isolation”. De stuurgroep constateert dat onderwijskundig dit echter op wat langere termijn geen eigen specifieke voordelen heeft. Als belangrijk nadeel van dit model kan gelden de afstand tussen school en gymlokaal en de daarmee gemoeid zijnde reistijden die ten koste gaan van netto lestijd. Ook voor andere voorzieningen als voor- en naschoolse opvang e.d. is men aangewezen op voorzieningen elders.
c. Maatschappelijk
Omdat dit model grotendeels overeenkomt met model 1 verwacht de stuurgroep dat de maatschappelijke reacties op dit model overwegend positief zijn. Het “verlies” van de Borgschool voor de locatie De Twaalf Hoven lijkt voor het maatschappelijk draagvlak slechts van ondergeschikte betekenis.
28
De stuurgroep komt tot de conclusie dat het separaat onderbrengen van de Borgschool onderwijskundig een onaantrekkelijk model is. Voor de locatie De Twaalf Hoven heeft het model 2 verder dezelfde consequenties als model 1. Ten aanzien van de Borgschool is het goed te realiseren dat de maatschappelijke reacties vanuit de Borgschool sterk gericht zijn om ongewijzigd voort te bestaan. Model 2 is hierin niet onderscheidend ten opzichte van model 1. In beide modellen kan de school zelfstandig voortbestaan, maar op een andere locatie in respectievelijk nieuwbouw dan wel een bestaand pand.
Onderwijskundig scoort dit model minder dan model 1.
Met het tegemoet komen aan de wensen van een kleine groep die zich duidelijk heeft laten horen zal het maatschappelijk draagvlak voor dit model groot zijn.
Model 3 Voor 3 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven en 2 bestaande scholen blijven gehandhaafd Korte toelichting op model Dit model gaat er van uit dat 2 bestaande scholen niet aansluiten op de locatie De Twaalf Hoven. Theoretisch zijn er in dit model allerlei invullingen denkbaar welke scholen op een aparte locatie blijven functioneren. Gelet op de maatschappelijke reacties en het scholenspreidingsplan heeft de stuurgroep in dit model de aanname gedaan dat het de Borgschool en de 9 Wieken betreft die separaat doorgaan. De Borgschool en de 9 Wieken hebben gezamenlijk nu in 2013 een behoorlijk aantal leerlingen. In 2031 is het leerlingaantal met circa 1/3 deel afgenomen (221 in 2013, 147 in 2031).
b. Onderwij skundig
a. Onroerend goed
Toelichting
Vergelijkbaar met / zie ook
Dit model is met name onderscheidend op de exploitatie van het gebouw voor de separaat doorgaande scholen. Voor de locatie De Twaalf Hoven speelt een enigszins afnemend (financieel) draagvlak en ook het omgaan met fluctuaties in leerlingenaantallen. Het is in dit model goed voorstelbaar dat afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen er bijvoorbeeld een veel grotere toestroom van leerlingaantallen komt dan op basis van de huidige verdeling tussen de scholen rekenkundig verwacht wordt waarmee elders schoolruimten leeg komen en hier in extra ruimten voorzien moet worden. De leerlingaantallen van De Borgschool en de 9 Wieken kunnen ongeveer in alle bestaande scholen geaccommodeerd worden. In dit model is dan sprake van twee scholen die één gebouw delen. In praktische zin zullen aanpassingen van een verouderd schoolgebouw aan de huidige tijd gepleegd moeten worden. Zou vanuit een spreidingsperspectief er een voorkeur bestaan om aan de westzijde van het dorp een schoolgebouw te vinden dan komt het gebouw van De 9 Wieken in beeld. Een kostenverhogend aspect is dan dat tijdens de bouwkundige aanpassing er voor de functionerende school een tijdelijke voorziening getroffen dient te worden. Mogelijk kan na de nieuwbouw op De Hoven tijdelijk één van de vrijkomende scholen in het kader van de nieuwbouw hiervoor benut worden. Hoewel de twee scholen samen een wat grotere leerling populatie hebben, blijft er een behoorlijke overcapaciteit en is het in dit model lastig om met het onroerend goed in te spelen op tijdelijke fluctuaties. Ook zijn de mogelijkheden beperkt om met het onroerend goed om te gaan met de structureel dalende leerlingaantallen en de daardoor extra vrijkomende ruimten. In alle oplossingen zal voor het gymnastiek onderwijs gebruik gemaakt moeten worden van een gymlokaal welke elders is gelegen. De vraag naar wat de onderwijskundige voor- en nadelen van dit model zijn betreft zowel de situatie voor de nieuwbouw op de locatie De Twaalf Hoven als op de situatie voor de separate twee scholen. Voor de locatie De Twaalf Hoven heeft dit model als nadeel dat hoewel de omvang theoretisch geringer wordt in de praktijk de nieuwbouw hier wel een fors aantrekkende werking kan hebben waarmee de school vanaf de start in de praktijk te klein gebouwd blijkt te zijn. De beide scholen die samen onder één dak komen hebben ieder een
29
Waardering De stuurgroep komt tot de conclusie dat in dit model zowel op de locatie De Twaalf Hoven als op de andere locatie, de exploitatie van onroerend goed minder eenvoudig is. Ook is het model niet robuust als het gaat om het opvangen van leerlingendaling.
De stuurgroep komt tot de conclusie dat het separaat onderbrengen van twee scholen onder
kleine omvang met de bijbehorende nadelen.
c. Maatschapp elijk
De stuurgroep constateert dat met dit model geen onderwijskundige voordelen gerealiseerd worden. Naast de beperkte mogelijkheden door de kleinere omvang voor de andere twee scholen kan hiervoor verder als nadelen worden genoemd de noodzaak om bij gebruik van locatie 9 Wieken twee keer te verhuizen en de afstand tussen school en gymlokaal en de daarmee gemoeid zijnde reistijden die ten koste gaan van netto lestijd. De stuurgroep constateert dat het maatschappelijk draagvlak voor dit model moeilijk is in te schatten. Het model lijkt een tegemoetkoming richting geluiden om kleinschaligheid te bewaren. Of daarmee het maatschappelijk draagvlak daadwerkelijk is toegenomen is de vraag.
30
één dak onderwijskundig een onaantrekkelijk model is zowel voor de betreffende twee scholen als voor de scholen op de locatie De Twaalf Hoven. De stuurgroep schat het ‘verlies’ aan draagvlak bij de 9 Wieken groter in dan de bij de Borgschool behaalde ‘winst’.
Model 4 Voor 3 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven en 2 bestaande scholen worden samen gehandhaafd
Vergelijkbaar met / zie ook
Waardering
a. Onroerend goed
Voor het onroerend goed gedraagt dit model zich in principe niet anders dan het voorgaande model 3. Doordat er sprake is van een samenwerkingsschool en daarmee dus sprake is van één leerlingpopulatie in plaats van twee zouden fluctuaties in leerlingaantallen relatief gezien beperkter zijn en daarmee dus minder lastig om met het onroerend goed mee om te gaan.
Model 3
Gelijk aan model 3
Onderwijskundig blijven voor het gedeelte op de locatie De Twaalf Hoven de bij model 3 genoemde afwegingen ongewijzigd. De samenwerkingsschool zou in dit model een toegevoegde waarde aan het onderwijsaanbod kunnen betekenen. Hoewel dit model wel in het spreidingsrapport is aangedragen is in deze rapportage deze meerwaarde niet uitgewerkt. Het is de vraag of de te realiseren onderwijskundige meerwaarde in dit model voldoende is om leerlingen op een locatie in een ouder schoolgebouw in de nabijheid van nieuwbouw vast te houden. Hierbij heeft de school immers als ‘nadeel’ te compenseren dat op deze locatie geen gymnastiekzaal is en geen andere voor- en naschoolse opvang aangeboden kan worden.
Model 3
Gelijk aan model 3
Model 2 en 3
Onduidelijk is of dit model tegemoet komt aan de maatschappelijke tegengeluiden.
c. Maatscha ppelijk
Toelichting
b. Onderwijskundig
Korte toelichting op model Dit model betreft het model dat in het scholenspreidingsvoorstel van Lauwers en Eems en VCPO genoemd is. In dit model wordt een samenwerkingsschool gevormd gebaseerd op de Borgschool en de 9 Wieken naast de nieuwbouw voor de overige 3 scholen op de locatie De Twaalf Hoven.
De stuurgroep komt tot de conclusie dat het concept van een samenwerkingsschool zich leent voor verdieping en potentieel een meerwaarde in het onderwijs aanbod in Winsum kan betekenen. De keuze voor een aparte locatie lijkt de samenwerkingsschool echter geen optimale uitgangspositie te bieden. De stuurgroep constateert dat het maatschappelijke draagvlak ook voor dit model moeilijk is in te schatten. Het model lijkt een tegemoetkoming richting geluiden om kleinschaligheid te bewaren. Tegelijkertijd wordt met het concept van een samenwerkingsschool ook afscheid genomen van de scholen met de kleinste omvang. Of daarmee het maatschappelijk draagvlak daadwerkelijk is toegenomen is de vraag.
31
Model 5 Voor 2 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd op De Twaalf Hoven en 3 bestaande scholen blijven gehandhaafd
Toelichting
Vergelijkbaar met / zie ook
Waardering
a. Onroerend goed
In dit model hou je op de locatie De Twaalf Hoven eigenlijk enkel De Tiggeldobbe en De Piramiden over. Voor de exploitatie van een gebouw voor de 2 bestaande scholen aan de westzijde van het dorp is dit model gelijk aan model 3. Voor de exploitatie voor De Wierde zal op langere termijn de vraag komen hoe het gebouw aangepast kan worden aan de dan geldende eisen. Mogelijk kan De Wierde bij een vergaande verbouwing tijdelijk in een na de nieuwbouw vrijgekomen bestaand schoolgebouw onderdak vinden. Voor het overige gelden de argumenten die bij model 3 genoemd zijn.
Model 3
Doordat in dit model de leerlingaantallen over 4 locaties verdeeld worden is het lastiger om met het onroerend goed fluctuaties in leerlingaantallen om te gaan.
b. Onderwijskun dig
Onderwijskundig geldt in dit model grotendeels hetzelfde als in de voorgaande modellen 3 en 4. Met dien verstande dat de vraag die bij deze twee voorgaande modellen bestaat, of door de geringere omvang van de leerlingenpopulatie op de locatie De Twaalf Hoven de te behalen voordelen daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden, in dit model eigenlijk negatief beantwoord is.
Model 3 en 4
De stuurgroep komt tot de conclusie dat dit model onderwijskundig weinig aantrekkelijk is
c. Maatschapp elijk
Korte toelichting op model Dit model kan gezien worden als een scenario waarin twee bestaande scholen apart blijven (a la model 3) en ook de Wierde op de huidige plek gehandhaafd blijft.
Omdat met dit model eigenlijk afscheid genomen wordt van het concept van een brede school, verwacht de stuurgroep dat bij werkelijkheid worden van dit model dit door velen gevoeld zal worden als ‘gemiste kans’ .
Model 2 en 3
De stuurgroep verwacht een gering maatschappelijk draagvlak
32
Model 6 Voor 2 scholen wordt een nieuw gebouw gerealiseerd d op De Twaalf Hoven, 2 bestaande scholen worden samen gehandhaafd en 1 bestaande scholen blijft gehandhaafd
Toelichting
Vergelijkbaar met / zie ook
Waardering
a. Onroerend goed
Voor het onroerend goed is dit model niet wezenlijk anders dan het voorgaande model 5 met ten aanzien van de samenwerkingsschool en de kanttekeningen die bij model 4 gemaakt zijn.
Model 4 en 5
Dit model scoort marginaal beter dan 4 en 5.
b. Onderwijskun dig
Onderwijskundig is dit model niet wezenlijk anders dan het voorgaande model 5 ten aanzien van de samenwerkingsschool en de kanttekeningen die bij model 4 gemaakt zijn. Daarmee scoort dit model marginaal beter.
Model 4 en 5
Dit model scoort marginaal beter dan 4 en 5.
c. Maatscha ppelijk
Korte toelichting op model Dit model kan gezien worden als een scenario waarin een samenwerkingsschool en de Wierde niet op de locatie De Twaalf Hoven komen.
De stuurgroep verwacht dat maatschappelijk draagvlak voor dit model eveneens gering zal zijn.
Model 5
Zie model 5..
Vergelijkbaar met / zie ook
Waardering
Model 7 De bestaande scholen blijven gehandhaafd Korte toelichting op model Dit model betreft het voortzetten van de huidige situatie.
Toelichting
33
a. Onroerend goed b. Onderwij skundig c. Maatschapp elijk
Voor het onroerend goed is dit een model waarin per huidige school afgewogen zal moeten worden of verbouw dan wel sloop en nieuwbouw gewenst is. In ieder geval zal er in dit model veel aandacht uit dienen te gaan naar tijdelijke voorzieningen tijdens (ver)bouw. Geredeneerd vanuit exploitatietermijnen van het onroerend goed (30 tot 50 jaar) is dit een riskant model. Geen van de scholen heeft een omvang die blijvend voldoet aan de ideeën die er nu zijn over een doelmatige schoolexploitatie (8 klassen van 25 leerlingen) laat staan mogelijke verdergaande schaalvergrotingstendensen in de toekomst. Voor het onroerend goed zal de oplossing die in dit model gezocht dient te worden liggen in het beperken van de exploitatietermijn. In de praktijk komt dit neer op het fors beperken van de investeringen; oftewel het bestaande onderhouden maar niet ingrijpend veranderen of verbeteren. Naast de onderwijskundige kanttekeningen die bij de voorgaande modellen gemaakt zijn zal het in dit model niet goed mogelijk zijn de gebouwen aan te passen aan de huidige en toekomstige onderwijseisen.
Dit model scoort slecht
De stuurgroep verwacht dat maatschappelijk draagvlak voor dit model uiterst laag zal zijn en ziet dit meer als een ‘doem scenario’.
Slechtste waardering.
34
Dit model scoort het slechtst van alle modellen en.
35
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
Vragen en antwoorden informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015 1. Onderdeel Ruimtelijke Inpassing Vraag 1.1: De landelijke normen voor parkeerplaatsen zijn te krap voor het landelijke gebied. De parkeerplaatsen zijn dus waarschijnlijk te krap berekend voor Winsum. Kan daar wat aan gedaan worden? Antwoord: De landelijke parkeernorm voor parkeerplaatsen betreft een richtlijn. Wegbeheerders zoals gemeenten kunnen daar beargumenteerd van afwijken. De beschikbare ruimte bij de Brede School is voldoende voor het realiseren van het benodigd aantal parkeer- en kiss&ride vakken. De afmetingen van de parkeervakken en het exacte aantal betreft een punt van uitwerking en zal met alle betrokken verder wordt ingevuld. Zie daarnaast ook antwoord 1.10 en 1.11.
Vraag 1.2: De school zit nu dicht tegen De Twaalf Hoven aan. Mogen de kinderen ook op het terrein van De Twaalf Hoven komen? Is dit al met de directie van De Twaalf Hoven besproken? Antwoord: Gebruik maken van elkaars voorzieningen en dubbelgebruik van de ruimte vormen een belangrijk ingrediënt in de voorkeurskeuze voor De Twaalf Hoven. Ruimtelijk en functioneel worden er veel kansen gezien in de combinatie / interactie tussen de twee functies. De structuurschets geeft hier een beeld van (dubbelgebruik parkeervoorzieningen / infrastructuur / park) en in het proces totstandkoming van de structuurschets heeft een eerste afstemming met De Twaalf Hoven en de scholen plaatsgevonden. Beide zijn enthousiast en zien de meerwaarde. Wat niet wegneemt dat er nog veel praktische en organisatorische zaken nader moeten worden uitgewerkt. Vraag 1.3: Hoe verhoudt de nieuwe school zich tot de gebiedsvisie Oost? Antwoord: De gebiedsvisie Oost bestaat uit een raamwerk met een aantal ‘kamers’ waarbinnen bestaande of nieuwe functies een plek krijgen. In oost-westelijke richting lopen de belangrijkste langzaam-verkeersverbindingen, waarbij, naast de bestaande routes langs Lombok, Trekweg en het station een extra route langs De Twaalf Hoven wordt gecreëerd richting de ijsbaan, zodat een directe zichtrelatie met het buitengebied kan N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 1 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
worden gerealiseerd. Hiervoor wordt in de visie de nu groene en dichte dorpsrand in noord-zuidelijke richting meer opengemaakt. Daarmee wordt het voormalige AZC terrein onderdeel van het uitloopgebied / groene scheg. Met betrekking tot het terrein van de Twaalf Hoven wordt ingezet op het behoud van de parkachtige sfeer en meer open relatie met de omgeving. Zoals de structuurschets laat zien kan de nieuwe school zich prima in deze parkachtige sfeer voegen. Vraag 1.4: Wordt er straks verbinding gemaakt met het buitengebied, bijvoorbeeld voor natuureducatie? En zo ja, hoe? Antwoord: In ruimtelijke zin wordt in de structuurschets ingezet op het versterken van deze relatie door middel van het versterken van de padenstructuur en het zicht tussen buitengebied en de school. Hiermee wordt de drempel verlaagd kennis te maken met de kwaliteiten in het buitengebied. Dat geld ook voor het onderwijs. Al is dit natuurlijke een onderwijsgelegenheid: het is een fantastisch idee en biedt zeker kansen! Vraag 1.5: Past de parkachtige uitstraling bij de uitstraling van het Hogeland? Is toch een heel ander beeld? Antwoord: Het landschap van het Hogeland wordt gekenmerkt door grootschalige openheid, reliëf (natuurlijke laagten en kwelderwallen) en karakteristieke waterlopen, wierden en wierdendorpen met kleinschalige en besloten ruimten. De wierden van Winsum / Obergum zijn intussen onderdeel van het stedelijk weefsel en hebben weinig relatie meer met het landschap. Het terrein van de Twaalf Hoven ligt op de overgang tussen het binnendorpse en het buitengebied. Letterlijk dezelfde openheid terugbrengen kan door de functies in en het gebruik van het gebied niet. Daarbij past de openheid niet bij de gewenste kleinschaligheid en ‘thuisgevoel’ dat de scholen ambiëren, of waar kinderen zich in uitgedaagd voelen buiten te spelen. Daarom is in de structuurschets gekozen voor een open parkachtige setting met reliëf als overgang naar het landschap van het Hogeland. Vraag 1.6: Kan de natuur goed bereikbaar gemaakt worden voor educatieve doeleinden? Antwoord: Zie antwoord op vraag 1.4 Vraag 1.7: Moet het één gebouw worden of mogen er meerdere gebouwen komen? Antwoord: Het staat nog niet vast of het één gebouw wordt of meerdere (gekoppelde) gebouwen. Dit hangt onder andere af van de wijze waarop de scholen willen samenwerken, de financiën en de ontwerpkeuzen. Wel is duidelijk dat een parkachtige setting zoals die op De Twaalf Hoven, vraagt om een juiste
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 2 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
stedenbouwkundige inpassing en een juiste architectuurvorm om het parkgevoel te versterken. Dit kan op meerder manieren en is onderdeel van het vervolgproces. Vraag 1.8: Is er ook naar andere locaties gekeken? Antwoord: In het kader van integraal huisvestingsplan is dat vorig jaar in de raad is vastgesteld is gekeken naar alle mogelijke locaties in het dorp. Twee locaties zijn verder bekeken, de locatie van de Borgschool en de locatie van de Twaalf Hoven. De raad heeft vervolgens vorig jaar besloten het draagvlak om de scholen te huisvesten op de locatie van de Twaalf Hoven nader te onderzoeken. Vraag 1.9: Zijn er ook kansen om de nieuwe parkeervoorziening van De Twaalf Hoven / Gezondheidscentrum te combineren met de ijsbaan? Antwoord: Een interessante gedachte, zeker gezien de Netlaan vaak vol staat wanneer de ijsbaan open is. Dubbelgebruik is (zie ook antwoord op vraag 1.2) wenselijk en deze gedachte is zeker de moeite waard te bestuderen in het vervolgtraject. Vraag 1.10: Hoeveel kiss and ride plekken komen er? Is 10 plekken wel genoeg? Antwoord: Het exacte aantal kiss&ride plekken vormt onderdeel van de vervolgstudie. Het exacte aantal is afhankelijk van een aantal factoren, zoals o.a. het aantal scholen, de aanvangstijden van alle scholen, de loopafstanden tot aan de lokalen et cetera. De verkeersstructuur op het terrein is zo opgesteld dat er voldoende ruimte is om kiss&ride plekken te realiseren, het exacte aantal is echter onderdeel in het vervolg van de studie. Uiteraard zullen alle partijen hier bij worden betrokken. Zie daarnaast ook antwoord 1.1 en 1.11. Vraag 1.11: Zijn er genoeg parkeerplekken voor ouders? Voor het personeel? Antwoord: Ja. Het terrein biedt voldoende ruimte voor het realiseren van parkeerplekken voor personeel en ouders. In overleg met alle betrokken partijen zal in het vervolg van de studie het exacte aantal benodigde parkeerplaatsen bepaald worden. Zie daarnaast ook antwoord 1.1 en 1.10
2. Onderdeel Verkeer Vraag 2.1: Wordt er een fietspad over het Winsumerdiep gemaakt? Antwoord:
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 3 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
Op dit moment zijn er drie fietsverbindingen over het Winsumerdiep. Dit zijn “De Ploeg”, “De Jeneverbrug” en “De Boog”. Vanuit de wijken De Brake I en II zal De Ploeg dé fietsverbinding naar de Brede School zijn. Vanuit Obergum zal dit zowel De Ploeg als De Boog zijn. Een alternatief voor Obergum is via de Jeneverbrug. Dit is echter een Hoogholtje en daarmee tegelijk geen (dagelijks) alternatief als fietsverbinding op een schoolroute. Een fietsverbinding over het Winsumerdiep net ten westen van de spoorbrug (in het verlengde van de bevoorradingsweg van de Aldi) zou een extra alternatief voor Obergum kunnen zijn, daarbij aansluitend op de fietsverbinding over de Munsterweg. In de volgende onderzoeksfase zal deze suggestie als te onderzoeken optie mee worden genomen. Vraag 2.2: Het verkeer van De Wierde komt van een andere plek, wordt hierdoor de Borgweg drukker? Antwoord: Huidig verkeer van en naar De Wierde maakt gebruik van De Meeden als toegangsroute. Vanuit noordelijk en oostelijke richting (provinciale wegen N361 en N996) zal dit ook in de nieuwe situatie het geval zijn. Vanuit zuidelijke richting (provinciale weg N361) is de verwachting dat dit eveneens het geval zal zijn. De Borgweg is vanuit deze richting wel een alternatief, maar circa 700 m langer. Vraag 2.3: Is er nagedacht over de onbewaakte spoorwegovergang? Antwoord: De onbewaakte overweg (bij de Zijlvesterweg) is, tezamen met enkele andere overwegen, onderdeel van gesprek tussen de gemeente en Prorail (vanuit een ander project). De uitkomsten van dit overleg zijn nog onbekend. Vraag 2.4: De Trekweg is een dilemma. Willen jullie hier naar kijken? Antwoord: Het wegprofiel van de Trekweg is, naast de wegprofielen van de overig toeleidende wegen, onderdeel in het vervolg van de studie. Het klopt dat het wegprofiel van de Trekweg extra aandacht verdiend. De mogelijkheid voor een fietsroute loopt via de Munsterweg en staat los van de Trekweg. Vraag 2.5: Is er nagedacht over het vrachtverkeer over Lombok en het parkeren van vrachtwagens (bevoorrading De Twaalf Hoven)? Antwoord: De route van zwaar verkeer van en naar De Twaalf Hoven maakt onderdeel uit van de studie voor de ontsluiting van het terrein van De Twaalf Hoven zelf. In principe staat dit los van De Brede School. Er wordt in dat kader gekeken naar een mogelijke route via De Meeden, vanuit zuidelijke richting. Ook voor parkeren wordt gekeken
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 4 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
naar een concentratie van parkeren aan de zuidzijde van het perceel van De Twaalf Hoven. Vraag 2.6: Hoe wordt het verkeer naar de boerderijen opgelost? Antwoord: Voor de studie naar deze brede school wordt o.a. gekeken naar de inrichting van Lombok. Het verkeer van en naar de brede school maakt over iets meer dan 100 m gebruik van deze weg. Bij de inrichtingsvoorstellen wordt rekening gehouden met overige verkeer op de weg, waaronder het verkeer naar de boerderijen. Vraag 2.7: Waarom is de Onderdendamsterweg niet meegenomen? Antwoord: Deze weg is recentelijk heringericht (vanuit het project Onderdendamsterweg). De gemeente is bezig met een evaluatie van de herinrichting van deze weg. Fietsroutes en verkeersveiligheid is onderdeel van deze evaluatie. Zodra deze evaluatie is afgerond, zullen de resultaten worden meegenomen in de vervolgstudie van De Brede School. Vraag 2.8: Er komt veel fietsverkeer langs de Aldi. Is daar aan de veiligheid gedacht? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 2.7. Zie daarnaast vraag 2.1. Voor het vervolg van de studie zal worden nagedacht over een mogelijke fietsverbinding en fietsbrug (al dan niet gekoppeld aan de huidige spoorbrug) over de verbindingsweg langs de Aldi. Vraag 2.9: Kinderen van De Wierde worden i.v.m. de afstand vaak met de auto gebracht. Is hier rekening mee gehouden? Antwoord: De parkeerbehoefte van De Wierde ligt inderdaad hoger. In de totaalcapaciteit voor parkeren is / wordt dit meegenomen. Zie ook antwoord op vraag 1.1 / 1.10 / 1.11. Vraag 2.10: Komen er ook schoolzones? Antwoord: Zoals in de presentatie aangegeven is er een schoolzone gedacht tussen grofweg De Meeden – Lombok – Hamrik. Vraag 2.11: Worden de kruisingen veiliger gemaakt? Antwoord:
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 5 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
In de vervolgstudie worden betreffende bestaande wegprofielen en –kruisingen onderzocht, mede op verkeersveiligheid. Er worden dan tevens inrichtingsvoorstellen gedaan. Vraag 2.12: Wat voor functie krijgt De Meeden? Antwoord: Op dit moment heeft De Meeden de verkeersfunctie Erftoegangsweg (30 km/uur). Vanuit het project Brede School wordt geen andere verkeersfunctie voor De Meeden voorgesteld. Vraag 2.13: Komt er meer landbouwverkeer naar De Meeden in relatie tot het verkeer op de Onderdendamsterweg? Antwoord: Met betrekking tot de realisatie van een Brede School op de locatie van De Twaalf Hoven wordt niet voorzien in extra landbouwverkeer over De Meeden. Het aandeel landbouwverkeer over De Meeden is relatief laag. Bij de inrichtingsvoorstellen in de volgende fase wordt expliciet per weg gekeken naar alle typen verkeer (auto, fiets, zwaar, landbouw et cetera). Vraag 2.14: Het plaatje (in de presentatie) gaat over inrichting van de wegen rondom de school. De effecten voor de verkeersstromen gaan echter verder. Is daar ook naar gekeken? Antwoord: Voor effecten m.b.t. de verkeersstromen is gekeken naar de gehele kern Winsum en vergeleken met de huidige situatie. Met name de kruising provinciale weg N361 – De Meeden is van belang voor de bereikbaarheid van De Brede School. Deze kruising wordt, los van De Brede School, heringericht in het kader van de opwaardering van de N361. Bij de vergelijking met de huidige situatie dient verder bedacht te worden dat ook in de huidige situatie drie van de vier scholen ontsloten zijn via de Meeden. Vraag 2.15: De bevoorrading van De Twaalf Hoven gaat grotendeels via Lombok. Is dat straks ook nog het geval? Antwoord: Voor De Twaalf Hoven wordt eveneens naar een (nieuwe) verkeersstructuur gekeken. Dit staat los van de brede school. Een optie is om de route naar het hoofdgebouw via zuidelijke richting (vanaf De Meeden) vorm te geven, mede voor bevoorrading. In het vervolgtraject zal hierover verder geïnformeerd worden. Zie ook antwoord 2.5. Vraag 2.16: Waarom is Kiss&Ride niet via De Meeden mogelijk? Antwoord:
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 6 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
De Meeden heeft een ontsluitend karakter voor de wijken Potmaar en Ripperda. Een Kiss&Ride strook op De Meeden conflicteert hier enigszins mee. Daarnaast zorgt een Kiss&Ride strook op deze locatie voor veel oversteekbewegingen, een relatief lange loopafstand, geen zicht (vanuit de auto) op de ingang van de school / het schoolplein en langere parkeertijden. Ook zorgt zij voor extra conflicten met het fietsverkeer (wat gebundeld wordt aan de westzijde van de brede school). Vraag 2.17: Wordt er ook gekeken naar De Ploeg? Antwoord: Vanuit de brede school is gekeken naar de kruising De Ploeg – De Meeden – Trekweg. Er is niet expliciet gekeken naar het wegprofiel van De Ploeg (binnen De Brake I). In de volgende onderzoeksfase zal dit punt worden meegenomen. Vraag 2.16: Via de Munsterweg wordt veel gefietst richting het station (via de appelboomgaard). Wordt er ook naar deze route gekeken? Antwoord: Vanuit de richting van het station gaat de ‘hoofdroute’ naar de brede school via de Hamrik en een huidig (smal) fietspad. Het fietspad zal geschikt moeten worden gemaakt (met name verbreden). De route via de Munsterweg is vooral bedoeld als parallelle route naast de Trekweg. Er wordt vanuit dit project niet gekeken naar een fietsroute via de Appelboomgaard. Vraag 2.17: Krijgt fietsveiligheid voldoende aandacht? Antwoord: Ja. Verkeersveiligheid is een randvoorwaarde voor het bepalen en inrichten van de fietsroutes, kruisingen etc. In de komende fase waarin inrichtingsplannen gemaakt zullen worden, is zij één van de belangrijkste prioriteiten.
3. Onderdeel Gebouw Vraag 3.1: Wat zijn de investeringslasten van nieuwbouw? Antwoord: De investeringslasten zijn onderzocht in het kader van het integraal huisvestingsplan dat vorig jaar in de raad is vastgesteld. De uiteindelijke investeringslasten zijn afhankelijk van de keuzes verder in het proces. Dit onderwerp was geen onderdeel van dit deelonderzoek. Vraag 3.2: Wat zijn de kosten van nieuwbouw? Antwoord:
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 7 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
De kosten zijn op basis van kengetallen onderzocht in het kader van het integraal huisvestingsplan dat vorig jaar in de raad is vastgesteld. De uiteindelijke kosten zijn afhankelijk van de keuzes verder in het proces. Dit onderwerp was geen onderdeel van dit deelonderzoek. Vraag 3.3: Hoe houd je een kleine schaal? Antwoord: Door een juiste architectuur en door laagbouw toe te passen. Door een ruimtelijke parkachtige setting te realiseren. En, niet gebouw gerelateerd maar wellicht wel het belangrijkste, door het onderwijs op de scholen in te richten op de dorpse schaal.
4. Onderdeel Overige Vraag 4.1: Hoe gaat de besluitvorming binnen schoolbesturen? Antwoord: Binnen iedere school bestuur is de besluitvorming anders geregeld. Dat is afhankelijk van de gekozen organisatiestructuur zoals vereniging of stichting. Hoe de besturen van de scholen tot besluitvorming over deze brede school en daaraan verbonden keuzes maken, is aan de schoolbesturen zelf. Vraag 4.2: Is er al besloten dat de nieuwe school wordt gebouwd? Antwoord: Nee. In opdracht van de gemeenteraad is nu het draagvlak voor een brede school onderzocht. Indien de gemeenteraad de conclusie van de stuurgroep dat er voldoende draagvlak is overneemt, zal de gemeenteraad besluiten een vervolgstap te zetten en een ontwikkelingsplan laten opstellen. Hierin worden aspecten als programma, locatie en financiën verder uitgewerkt. Als alle benodigde informatie beschikbaar is dan neemt de raad een besluit om de school te realiseren. Dat is mogelijk eind 2015 of begin 2016. Vraag 4.3: Is de discussie in Garnwerd van invloed op een brede school in Winsum? Antwoord: De opgave van de scholen in Winsum staat op zichzelf en een keuze daarin is niet afhankelijk van de problematiek in Garnwerd. Overigens is het zo dat ouders de vrijheid hebben hun kinderen naar een school van hun keuze te brengen. Hierin is kwaliteit een belangrijke factor. Met de ontwikkeling van een brede school in Winsum wordt een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs gegeven. Hier kan een aantrekkende werking vanuit gaan. De stuurgroep is van opvatting dat het niet wenselijk is deze kwaliteitsimpuls voor het onderwijs in Winsum vanuit een dergelijk perspectief in te perken.
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 8 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
Vraag 4.4: Steeds werd gesproken van 10 jaar en het voordeel is uitgezet voor 20 jaar. Waarom is hiervoor gekozen? Antwoord: De vraagstelling doelt op de verschillende tijdshorizon die gebruikt is in het IHP en in het gebouwenonderzoek van Banngreen. Bij dit soort lange termijn berekeningen wordt naarmate de tijdshorizon verder weg ligt de onzekerheid groter (denk bijvoorbeeld aan de prijsontwikkeling van energie). Banngreen heeft bij het gebouwenonderzoek een verdieping gemaakt naar de effecten voor de komende 10 jaar. Vraag 4.5: Wat is het voordeel van nieuwbouw voor een periode van 10 jaar? Antwoord: Circa 8 ton in de exploitatie. Dat is standaard nieuwbouw volgens de huidige bouwregelgeving voor energie, duurzaamheid, flexibiliteit en onderhoud tegenover de bestaande situatie. Als er wordt gekozen voor extra investeringen op het gebied van energieneutraal bouwen dan is de energiebesparing groter. Maar je zult naar mate het gebouw energetisch hoogwaardiger is steeds meer moeten investeren om nog extra energie te besparen. Door extra te investeren kunnen de lasten verder naar beneden worden gebracht. Vraag 4.6: Worden er afspraken gemaakt over het financiële voordeel? Antwoord: In het vervolg van het proces zullen afspraken gemaakt kunnen worden over een verdeelsleutel van kosten en opbrengsten voor onder meer duurzaamheidsmaatregelen. Overigens is het zo dat een verdeelsleutel niets aan de einduitkomsten verandert en alle betrokken partijen werken met maatschappelijk geld; hetgeen de noodzaak om zorgvuldig met dit geld om te gaan alleen maar groter maakt. Vraag 4.7: Welke scholen komen er in het gebouw? Antwoord: Op dit moment wordt uitgegaan van vier scholen. Een definitieve keuze zal in een vervolgfase in overleg met de schoolbesturen gemaakt worden. Vraag 4.8: Wat is het effect van de komst van de brede school op de scholen in de omliggende dorpen? Antwoord: De rekenscenario’s die zijn gehanteerd gaan uit van de getallen zoals die in het IHP zijn gebruikt. Ouders hebben de vrijheid hun kinderen naar een school van hun keuze te brengen. Hierin is kwaliteit een belangrijke factor. Met de ontwikkeling van
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 9 van 10
Onderzoek haalbaarheid en draagvlak | 5 scholen op 1 locatie
een brede school in Winsum wordt een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs in Winsum gegeven. Hier kan een aantrekkende werking vanuit gaan. De stuurgroep is van opvatting dat het niet wenselijk is deze kwaliteitsimpuls voor het onderwijs in Winsum vanuit een dergelijk perspectief in te perken. Vraag 4.9: Waarom wordt er maar op één plek nieuw gebouwd in het dorp? Antwoord: Nieuwbouw voor scholen betreft een lange termijn investering (40 tot 60 jaar). Vanuit opstalexploitatie en leegstandsrisicobeheersing heeft één locatie veel voordelen en bied eenvoudigere mogelijkheden flexibel in te spelen op veranderende leerlingaantallen tussen scholen onderling. In het kader van integraal huisvestingsplan welke vorig jaar in de raad is vastgesteld is vervolgens gekeken naar alle mogelijke locaties in het dorp. Twee locaties zijn verder bekeken, de locatie van de Borgschool en de locatie van de Twaalf Hoven. In opdracht van de gemeenteraad is nu het draagvlak voor een brede school onderzocht.
N.a.v. informatieve raadsbijeenkomst 22 januari 2015
Pagina 10 van 10
Verkeerskundige analyse Brede School Winsum Quickscan naar verkeerskundige gevolgen bij realisatie van een Brede School op de locatie van De Twaalf Hoven
Definitief
Opdrachtgever: Gemeente Winsum Postbus 10 9950 AA WINSUM
Grontmij Nederland B.V. Groningen, 2 december 2014
GM-0148320, revisie
Verantwoording
Titel
:
Verkeerskundige analyse Brede School Winsum
Subtitel
:
Quickscan naar verkeerskundige gevolgen bij realisatie van een Brede School op de locatie van De Twaalf Hoven
Projectnummer
:
338167
Referentienummer
:
GM-0148320
Revisie
:
Datum
:
2 december 2014
Auteur(s)
:
ing. B. Geerdes
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
ing. H. Hoekstra
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
ing. J. Groebe
Grontmij Nederland B.V. Rozenburglaan 11 9727 DL Groningen Postbus 7057 9701 JB Groningen T +31 88 811 66 00 www.grontmij.nl
GM-0148320, revisie Pagina 2 van 12
Inhoudsopgave
1
Inleiding ......................................................................................................................... 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Inventarisatie ................................................................................................................. 5 Reisgedrag kinderen basisschool (juni 2004) ............................................................... 5 Aandeel forenzen gemeente Winsum (2011) ............................................................... 6 CROW publicatie 317: Kencijfers parkeren en Verkeersgeneratie (okt. 2012) ............ 6 Verkeersonderzoek gemeente Winsum (maart 2013) .................................................. 7 Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Winsum (januari 2014) ................................... 7 Schouw vervoersstromen De Negen Wieken (juni 2014) ............................................. 8 Mini interview ouders / verkeersexamen basisscholen Winsum (juni 2014) ................ 8 Schouw (potentiële) verkeersroutes Brede School Winsum (juni 2014) ...................... 8 Vervoersstromen De Twaalf Hoven (oktober 2014) ..................................................... 8
3 3.1 3.2 3.3
Advisering ..................................................................................................................... 9 Overzicht aanbevolen maatregelen .............................................................................. 9 Kentallen maatregelen ................................................................................................ 12 Maatregelen te koppelen aan Brede School ............................................................... 12
GM-0148320, revisie Pagina 3 van 12
1
Inleiding
De gemeente Winsum voert onderzoek uit naar de realisatie van een Brede School nabij de locatie van verzorgingshuis De Twaalf Hoven. Zij heeft Grontmij gevraagd een bureaustudie uit te voeren naar de verkeerskundige gevolgen van de realisatie van de Brede School op deze locatie. Voor het bureauonderzoek wordt ervan uitgegaan dat:
1) de Brede School op de westzijde van het terrein van De Twaalf Hoven gesitueerd wordt; 2) dat alle vijf basisscholen in Winsum in de Brede School gehuisvest zullen worden; 3) dat de omvang van de Brede School circa 700 tot 800 leerlingen zal bedragen. Verkeersgegevens over (mogelijke) overige verkeersaantrekkende activiteiten in of nabij de Brede School, zoals naschoolse opvang, kinderdagverblijf, een (nieuwe) opzet van De Twaalf Hoven, of het nabij gelegen gezondheidscentrum worden in dit stadium niet meegenomen. Reden hiervoor is dat deze extra activiteiten op verschillende tijden verkeer genereren met weinig overlap op de schooltijden. Door verspreiding over de dag hebben de extra functies weinig invloed op de verkeerskundige gevolgen.
GM-0148320, revisie Pagina 4 van 12
2
Inventarisatie
Voor deze bureaustudie is gebruik gemaakt van de volgende onderzoeken en gegevens (in volgorde van publicatiedatum oud naar nieuw):
Reisgedrag kinderen basisschool (juni 2004) Aandeel forenzen gemeente Winsum (december 2011) CROW publicatie 317: Verkeersgeneratie (oktober, 2012) Verkeersonderzoek gemeente Winsum (maart 2013) Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Winsum (januari 2014) Schouw vervoersstromen De Negen Wieken (juni 2014) Mini interview ouders verkeersexamen (juni 2014) Schouw (potentiële) verkeersroutes Brede School Winsum (juni 2014) Vervoersstromen De Twaalf Hoven (oktober 2014)
Voor de totstandkoming van het bureauonderzoek heeft overleg plaatsgevonden met bureau Weusthuis, De Twaalf Hoven, bureau Territoria en de gemeente Winsum. 2.1 Reisgedrag kinderen basisschool (juni 2004) In 2004 is door de Fietsersbond onderzoek uitgevoerd naar het reisgedrag van kinderen (en hun ouders) van en naar de basisscholen. Ondanks gedateerdheid van het onderzoek en verschillen tussen scholen onderling (lokale omstandigheden) ligt er een duidelijke relatie tussen afstand en vervoerswijze(n) van en naar de basisschool. Tot 500 m afstand wordt vooral zelfstandig en begeleid gelopen. Tot 2 km afstand wordt vooral zelfstandig en begeleid gefietst naar school. dominante vervoerwijze naar school afstand tot zelfstandig begeleid zelfstandig begeleid school lopen lopen fietsen fietsen < 0,5 km 31% 38% 9% 17% 0,5 – 1,0 km 14% 15% 26% 34% 1,0 – 2,0 km 3% 4% 28% 46% > 2,0 km 1% 2% 29% 21% Tabel 1: percentage kinderen dat meestal op bovenstaande wijze naar school gaat.
met de auto 5% 10% 18% 40%
op andere wijze 0% 0% 1% 8%
GM-0148320, revisie Pagina 5 van 12
Inventarisatie
De realisatie van de Brede School op het terrein van De Twaalf Hoven in Winsum houdt qua vervoerswijze het volgende in:
Obergum/De Brake I en II Ripperda/Potmaar Winsum (zuidwesthoek)
nu vooral fietsend (> 500 m), straks eveneens fietsend (< 1 km) nu vooral lopend (< 500 m), straks deels lopend en fietsend (0,5 – 1 km) nu vooral lopend (< 500 m), straks vooral fietsend (< 1k m)
Afbeelding 1: 500 m (rood) en 1.000 m (blauw) afstand van de vijf huidige basisscholen en toekomstige Brede School.
2.2 Aandeel forenzen gemeente Winsum (2011) Het CBS registreert per woonregio’s in welke plaatsen inwoners werken. Meer dan de helft van alle inwoners in Winsum werkt in de stad Groningen (54%), een kwart van de inwoners werkt in Winsum zelf (27%) en respectievelijk 5% en 4% werkt in Bedum of De Marne. Ongeacht de locatie van de Brede School mag verwacht worden dat minimaal 10% van de ouders hun kinderen met de auto naar school zal brengen (kencijfer Fietsersbond). Dit betekent dat extra aandacht nodig is voor een goede doorstroming, vooral op kruisingsvlakken en op de directe aanrijdroute van en naar de Brede School.
Aandacht is nodig voor de doorstroming (op piekmomenten) van en naar de Brede School. 2.3 CROW publicatie 317: Kencijfers parkeren en Verkeersgeneratie (okt. 2012) Het Kenniscentrum CROW hanteert kencijfers voor parkeren en verkeersgeneratie naar onder andere onderwijsinstellingen. Voor een dorp als Winsum, liggend in een ‘niet stedelijk gebied’ hanteert zij 0,5 tot 1,0 parkeerplaatsen per leslokaal. Voor de Brede School wordt uitgegaan van 28 tot maximaal 36 leslokalen. Dit komt overeen met minimaal 14 tot maximaal 36 parkeerplaatsen.
Het aantal benodigde parkeerplaatsen bedraagt minimaal 14 tot maximaal 36 stuks Het CROW hanteert geen kencijfers voor verkeersgeneratie naar basisscholen en geen kencijfers voor benodigde Kiss & Ride strook. Deze informatie dient vanuit de praktijk verkregen te worden bij de scholen zelf (directeuren, oudercommissie) of door middel van enquêtering onder ouders.
GM-0148320, revisie Pagina 6 van 12
Inventarisatie
2.4 Verkeersonderzoek gemeente Winsum (maart 2013) In het eerste kwartaal van 2013 is een kentekenonderzoek en intensiteitmeting in Winsum gehouden. Hierdoor zijn verkeersroutes en intensiteiten door het dorp (op afgebakende punten) bekend.
De intensiteit op De Meeden bedraagt huidig circa 3.300 motorvoertuigen, ruim binnen de beschikbare capaciteit van de weg.
De weg wordt, naast ontsluiting voor Ripperda/Potmaar, relatief veel gebruikt door intern wijkverkeer (van wijk naar wijk in Winsum). Het aandeel zwaar verkeer op De Meeden bedraagt gemiddeld 1% van het totaal gemotoriseerde verkeer. De piek in belasting (aantal motorvoertuigen) op De Meeden ligt rond 8.15/8.30 uur, rond dezelfde tijd dat de scholen in de ochtend beginnen. 2.5 Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Winsum (januari 2014) In het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Winsum (GVVP Winsum) is het verkeersbeleid van de gemeente voor de komende 10 jaar vastgelegd. Er zijn twee punten specifiek van belang voor de Brede School. In het kader van de HOV-as Winsum (Hoogwaardig Openbaar Vervoer as) wordt mogelijk een nieuwe ontsluiting over het Winsumerdiep aangelegd (tussen de Onderdendamsterweg en de Trekweg). Dit houdt in dat op dat moment, komende vanuit Obergum en De Brake I en II, een extra verbinding voor auto en fiets naar de Brede School wordt gerealiseerd. Dat komt de bereikbaarheid van de Brede School ten goede. Ook zal het verkeer zich beter spreiden waardoor met name de fietsroute over De Ploeg rustiger zal worden. In mindere mate geldt dit ook voor de Onderdendamsterweg.
Realisatie van een extra verbinding over het Winsumerdiep zorgt voor betere bereikbaarheid van de Brede School voor automobilisten en fietsers. Realisatie van een extra verbinding over het Winsumerdiep zorgt voor betere spreiding van het verkeer met minder drukte (voor fietsers) op De Ploeg en de Onderdendamsterweg. Vanuit het GVVP wordt aandacht gevraagd voor uniforme (en daarmee herkenbare) en verkeersveilige inrichting van schoolzones. Ook bij de Brede School zal een uniforme schoolzone moeten worden ingericht, ook op De Meeden.
Het terrein voor en nabij de Brede School wordt als uniforme schoolzone ingericht.
Afbeelding 2: impressie van een uniforme schoolzone
GM-0148320, revisie Pagina 7 van 12
Inventarisatie
2.6 Schouw vervoersstromen De Negen Wieken (juni 2014) Op dinsdag 3 en donderdag 5 juni jongstleden is er een schouw gehouden bij basisschool De Negen Wieken. Het gemiddeld aantal automobilisten dat hun kinderen met de auto naar school kwam brengen was 12 stuks (op een totaal van 140 leerlingen). Het betreft een momentopname.
Circa 10% van de leerlingen op De Negen Wieken wordt op dit moment met de auto van en naar school gebracht. 2.7 Mini interview ouders / verkeersexamen basisscholen Winsum (juni 2014) Op 3 juni jongstleden was het jaarlijkse verkeersexamen voor enkele basisscholen in Winsum. Tijdens het afnemen van het examen is een mini interview gehouden met enkele verkeersouders op de route. Hen is gevraagd welke verkeersproblematiek op de schoolroutes op dit moment wordt ervaren. Over het algemeen worden voor fietsende kinderen geen tot weinig knelpunten ervaren op de schoolroutes. Een uitzondering is de kruising De Ploeg – De Meeden – Trekweg. De snelheid van De Meeden naar de Trekweg wordt als te hoog ervaren. Daarnaast wordt aangegeven dat automobilisten van de Trekweg naar De Poeg ‘gevaarlijk’ de binnenbocht nemen.
Er worden voor fietsende kinderen weinig knelpunten op de huidige schoolroutes ervaren. De kruising De Ploeg – De Meeden – Trekweg wordt als verkeersonveilig ervaren. 2.8 Schouw (potentiële) verkeersroutes Brede School Winsum (juni 2014) Op 3 juni jongsleden is een schouw gehouden langs de meeste directe routes van en naar de Brede School. Er vallen een paar zaken op:
Bij realisatie van een extra verbinding over het Winsumerdiep ligt een (nieuwe) fietsroute via de Munsterweg voor de hand.
De weg Lombok, inclusief kruising met De Meeden, is waarschijnlijk op piekmomenten in
capaciteit relatief beperkt voor verkeer van en naar de Brede School en De Twaalf Hoven. De kruising De Meeden – Trekweg – De Ploeg dient vanuit verkeersveiligheidsoverwegingen technisch aangepast te worden. De kruising De Meeden – Lombok en De Meeden – Hamrik zijn geschikt als begin- en eindpunt van de in te richten schoolzone. De fietsroute via het station is qua route enigszins onduidelijk nabij de Ripperdaheerd. Zij dient te worden geaccentueerd. Een verdeling fiets (westelijk) en auto (oostelijk) van de Brede School zorgt voor minder conflictmomenten tussen beide verkeersmodaliteiten.
2.9 Vervoersstromen De Twaalf Hoven (oktober 2014) Vanuit De Twaalf Hoven is qua vervoersstromen, uitgezonderd personeel en bezoek, aangegeven dat:
Wekelijks circa 20 lichte en zware voertuigen van en naar haar locatie rijden (waaronder Rentex, Deli XL, Van Ganzenwinkel, apotheek, et cetera).
Dagelijks meerdere taxi’s (voor dagbehandeling of overig) naar haar locatie rijden. Voor bezoek en personeel is er een parkeercapaciteit van 140 tot 150 parkeerplaatsen noodzakelijk. Op het terrein van De Twaalf Hoven bedraagt de verdeling circa:
30 parkeerplaatsen aan de noordzijde van haar perceel (route via Lombok). 120 parkeerplaatsen aan de zuidzijde van haar perceel (route via De Meeden).
GM-0148320, revisie Pagina 8 van 12
3
Advisering
3.1 Overzicht aanbevolen maatregelen Op basis van de beschikbare gegevens worden de onderstaande (verkeerskundige) aanbevelingen ten behoeve van realisatie van de Brede School nabij de locatie van De Twaalf Hoven.
1. Aangepaste aanvangstijden, bijvoorbeeld 3 scholen om 8.30 uur en 2 scholen om 8.45 uur, voor spreiding van de verkeers- en kruispuntbelasting.
2. Inrichting officiële schoolzone op De Meeden (tussen kruising met Lombok en Hamrik) en op het terrein van de school zelf.
3. Fietsstromen bundelen vanuit noordelijke, westelijke en zuidelijke richting langs de westzijde van de Brede School.
4. Autostromen bundelen vanuit noordelijke en zuidelijke richting langs de oostzijde van de school.
5. Op elkaar afstemmen van verkeersstromen in het gebied (Brede School, De Twaalf Hoven en Gezondheidscentrum) voor minder potentieel overlast in de omgeving.
6. De grootste verkeersstroom in één richting langs de school (in de ochtend in noordzuidrichting en in de middag in zuid-noordrichting) om dubbele belasting van Lombok en de kruising met De Meeden te voorkomen. Dit wordt gerealiseerd door ter hoogte van de ingang van de Brede School twee deels gescheiden rijbanen zonder keermogelijkheid te realiseren. Aanpassingen op de kruisingen:
7. De Meeden - Trekweg – De Ploeg: loskoppelen van de huidige kruising voor minder conflictmomenten (oostelijk uitbuigen van De Ploeg, mogelijk doorgetrokken tot aan Lombok). Afb. 3: mogelijke variant kruising De Ploeg
8. De Meeden – Lombok:
start/einde van de schoolzone op De Meeden (accentuering van de kruising).
GM-0148320, revisie Pagina 9 van 12
Advisering
9. De Meeden: 10. De Meeden – Hamrik:
verhoogde fietsoversteek op oost–westroute. start/eind van de schoolzone op De Meeden. (accentuering van de kruising).
11. Realiseren van fietsverbinding tussen De Ploeg en Lombok. 12. Aanpassingen op de fietsroute tussen station en Hamrik (logischer routevoering). 13. Verharden en verbreden van twee huidige (onverharde) fietspaden op/langs de Munsterweg (alleen bij realisatie van de HOV-as Winsum).
14. Inrichting van het voorplein bij de Brede School op dusdanige wijze dat keren voor halende en brengende ouders met de auto nagenoeg onmogelijk wordt gemaakt (gescheiden rijbaan). Hierdoor wordt Lombok en de kruising met De Meeden minder belast omdat veruit de grootste verkeersstroom (in de ochtend in zuidelijke richting en in de middag in noordelijke richting) via een doorgaande route langs de Brede School rijdt. Op De Meeden zelf, met uitzondering van de schoolzone en kruising met De Ploeg, hoeven gezien de huidige intensiteit vooralsnog geen extra maatregelen genomen te worden. In de afbeeldingen 4 en 5 zijn alle maatregelen met betrekking tot de auto gevisualiseerd weergegeven. De nummers in de afbeeldingen corresponderen met de nummers van de geadviseerde maatregelen.
GM-0148320, revisie Pagina 10 van 12
Advisering
13
13
11
8
3
12
2
9 10
Afbeelding 4: visualisatie van fietsroutes en -maatregelen van/naar de Brede School (rood is nieuwe infrastructuur)
7
8 14
2
6
4 10
Afbeelding 5: visualisatie van autoroutes en -maatregelen van/naar de Brede School (blauw is nieuwe infrastructuur)
GM-0148320, revisie Pagina 11 van 12
Advisering
3.2 Kentallen maatregelen Voor de beschreven maatregelen is onderstaand, per maatregel, op basis van oppervlakten en kentallen een prijsindicatie gegeven voor de realisatie. De bedragen zijn exclusief btw. Het betreft een prijsindicatie met een marge van 40%. Keuzes voor exacte inrichting zijn nog niet gemaakt. Tevens ontbreekt nog benodigde informatie op en over de betreffende locaties en trajecten. Er is geen prijsindicatie aangegeven wanneer er geen infrastructuur hoeft te worden aangepast, wanneer een bepaalde maatregel reeds onder een andere (samenvallende) maatregelen valt of wanneer een maatregel onderdeel is van de inrichting op het terrein zelf. De berekende maatregelen beperken zich tot de routes van en naar de Brede School over de openbare weg. nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Maatregelen aangepaste aanvangstijden scholen inrichting officiële schoolzone (totempalen, bermpalen, belijning, e.d.) fietsstromen langs westzijde Brede School autostromen langs oostzijde Brede School afstemmen stromen Brede School, De Twaalf Hoven, Gezondheidscentrum verkeersgeleiding langs de school (éénrichting voor grootste verkeerstroom) oostelijk ombuigen kruising De Meeden – Trekweg – De Ploeg (excl. eventueel doortrekken tot aan Lombok) start/einde van de schoolzone verhoogde fietsoversteek op oost – west route start/einde van de schoolzone fietsverbinding De Ploeg – Lombok aanpassingen fietsroute station – Hamrik (bewegwijzering) verharden onverharde fietspaden Munsterweg inrichting voorplein Brede School (geen keermogelijkheid)
prijsindicatie -------------€ 20.000 ----------------------------------------------------€ 30.000 -------------€ 10.000 -------------€ 15.000 € 5.000 € 60.000 --------------
3.3 Maatregelen te koppelen aan Brede School Alle maatregelen in en rondom de schoolzone van de Brede School (maatregelen 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10 en 12) zijn noodzakelijk voor een goede verkeersveilige afwikkeling van de verschillende verkeersstromen. Deze maatregelen zijn direct te koppelen aan de realisatie van de Brede School. De maatregelen 7 en 11 rondom de kruising De Meeden – Trekweg – De Ploeg zijn niet direct te koppelen aan de Brede School. De kruising voldoet ook in de huidige situatie onvoldoende op inrichting waardoor zij voor de huidige schoolroutes reeds door ouders als verkeersonveilig wordt ervaren. Maatregel 13, het verharden van twee onverharde fietspaden op de Munsterweg, hoeft alleen te worden uitgevoerd wanneer, vanuit het project HOV-as Winsum, een wegverbinding wordt gerealiseerd tussen de Onderdendamsterweg en de Trekweg. Voor de overige maatregelen geldt dat er geen sprake is van infrastructurele investeringen.
GM-0148320, revisie Pagina 12 van 12
19-11-2014
Structuurschets ‘Brede school aan de Meeden’ Aanleiding en doel structuurschets De aanleiding voor deze structuurschets vloeit voort uit het haalbaarheidsonderzoek / IHP december 2013, waarin potentiële ontwikkellocaties voor een nieuwe brede school Winsum zijn onderzocht. In deze studie is de locatie ‘12 Hoven’ als één van de geschikte ontwikkellocaties voor Winsum naar voren gekomen. Om meer grip te krijgen op de verkeerskundige gevolgen van een Brede Schoolontwikkeling op deze locatie, is door Grontmij een verkeerskundig bureauonderzoek uitgevoerd. In aanvulling hiervan is aan Territoria gevraagd om de stedenbouwkundige kant van deze verkeerskundige afwikkeling in beeld te brengen en deze te relateren aan de bestaande Gebiedsvisie Winsum Oost en het BKP.
Luchtfoto van Winsum met plangebied in rood
Structuurschets ‘Brede School aan de Meeden’
1
Analyse ruimtelijke kwaliteiten Landschap De locatie bevindt zich aan de rand van het wierdelandschap van het Hogeland. Dit landschap wordt gekenmerkt door grootschalige openheid, wierden en wierdendorpen, reliëf (natuurlijke laagten en kwelderwallen) en karakteristieke waterlopen. De wierden van Winsum / Obergum zijn intussen onderdeel van het stedelijk weefsel en hebben weinig relatie meer met het landschap. Meer herkenbaar is de waterloop van het Winsumerdiep welke Winsum verbindt met het Lauwersmeer en Onderdendam.
Uitsnede Kwaliteitskaart, Provincie Groningen. (de pijl is de ontwikkellocatie)
Vanaf het Winsumerdiep loopt de Potmaar, welke in het verleden borg Tamminga (ook wel Huis Bellingeweer) met deze belangrijke waterweg verbond. Deze lijn is nog duidelijk in het landschap afleesbaar.
Links een uitsnede uit de historische kaart (1812) met daarop in blauw de waterlopen van het Winsumerdiep (oost-west) en de Potmaar (noord-zuid). Rechts het huidige zicht op de Potmaar.
Stedenbouw De oorspronkelijke bebouwing van Winsum is ontstaan op twee wierden, waartussen het Winsumerdiep loopt. De ruimtelijke structuur op de wierden kenmerkt zich door een compacte bebouwingspatroon en een radiale padenstructuur. Bij de latere uitbreidingen is deze opbouw losgelaten. De naoorlogse uitbreidingswijk waarin de locatie zich bevindt is in de jaren tachtig opgespannen tussen het spoor (tot dan toe de oostelijke dorpsrand) richting de industrie aan het Winsumerdiep (steenindustrie) en de Potmaar. Voor de ontsluiting van de wijk zijn de twee historische verbindingswegen: De Trekweg naar Onderdendam en Lombok (toen Munsterweg) aangevuld met een nieuwe verbindingsroute: De Meeden.
Structuurschets ‘Brede School aan de Meeden’
2
De stedenbouwkundige structuur van de woonwijken ten oosten van het spoor hebben geen duidelijke relatie met de oorspronkelijke verkaveling, maar kennen een eigen introverte en kleinschalige structuur met hoven en parkeerkoffers. Langs de Meeden hebben zich meer grootschalige en regionale functies ontwikkeld, waaronder Verpleeghuis De 12 Hoven, het Gezondhiedscentrum en het Chr. Wessel Gansfortcollege. Het terrein van de 12 Hoven is afgegraven terrein van de voormalige steenindustrie waardoor het gebied wat lager gelegen is. Tussen de Trekweg naar Onderdendam en Lombok is een woon-werk gebied gelegen, waarbij het wonen de boventoon heeft.
Stedenbouwkundige structuur van Winsum in 1950 links, anno 2014 rechts incl. planvorming nieuwbouw Winsum Oost (de gele ster = zoekgebied nieuwe brede school)
Binnen het gebied zijn de Lombok, de Trekweg en de Netlaan van betekenis als onderdeel van het recreatieve (fiets-)netwerk richting het landelijk gebied. De samenhangende waterstructuur van het Winsumerdiep is hier onderdeel van. Locatie De locatie van het huidige ‘12 Hoven-terrein’ ligt aan de oostelijke dorpsrand. Met de komst van het nieuwe verpleegtehuis aan de oostzijde en de geplande nieuwbouw van Winsum Oost, ontstaat een meer binnen dorpse setting. De komst van een brede school versterkt dit. In deze context zijn de volgende kenmerken / kwaliteiten van het gebied te benoemen: -
Het gebied sluit aan de historische route van Lombok/Munsterweg Belangrijk uitloopgebied naar oostelijk (recreatief en agrarisch)landschap Brede school als belangrijke functionele en ruimtelijke intermediair tussen dorp en landschap Goede bereikbaarheid Ruime opzet met parkachtige sfeer Fijnmazig netwerk van langzaam verkeersroutes
Structuurschets ‘Brede School aan de Meeden’
3
Oriëntatiekaart. De ster = oude locatie 12 Hoven tevens ontwikkellocatie brede school + in grijs de nieuwbouw van 12 Hoven.
Structuurschets ‘Brede School aan de Meeden’
4
Ruimtelijke kenmerken belangrijkste verbindingen De Meeden heeft een zeer ruim profiel met brede grasbermen waarin aan de westzijde een bomenlaan staat en een wandelpad loopt. Dit pad loopt aan de achterzijde van de naastgelegen woningen en fungeert daardoor ook als ‘achterom’ van deze woningen. Aan de oostzijde is het profiel van de Meeden opener. Hierdoor is er zicht op de achterliggende parkstructuur. Een uitzondering hierop vormt de kruising bij Lombok; hier is het groen zeer dicht, waardoor de achtergelegen functie(s) niet vanaf de weg zichtbaar zijn.
Zicht op de Meeden, met links ter hoogte van 12 Hoven en rechts ter hoogte van het kruispunt met Lombok
De Munsterweg / Lombok flankeert het plangebied aan de noordzijde. Deze historische weg is binnen het stedelijk weefsel lastig als doorgaande route te herkennen: ter hoogte van het plangebied is de weg met asfalt geplaveid zonder stoep en omsloten door groen met een vrij brede watergang aan weerszijde. Ten westen van het plangebied is de weg vormgegeven als een woonontsluitingsweg en in het oostelijk gelegen buitengebied heeft de weg de functie van een fiets- wandelpad en is deze veel smaller en in beton uitgevoerd.
Zicht op Lombok / Munsterweg, met links ter hoogte van 12 Hoven en rechts ter hoogte van het fietspad
Structuurschets ‘Brede School aan de Meeden’
5
Ruimtelijke kenmerken overige verbindingen in de omgeving De Trekweg naar Onderdendam kenmerkt zich in het buitengebied door een relatief smal profiel met aan beide zijde water, iets boven het maaiveld gelegen. De weg heeft aan beide zijden een grasberm (waarvan een deel grastegels) met aan de noordzijde het Winsumerdiep en aan de zuidzijde verkavelingssloten. De weg loopt iets bol waardoor de afwatering via beide watergangen plaatsvindt. In het stedelijke gebied is de zuidelijke sloot bij de Trekweg verdwenen. Hier grenst de weg direct aan de woon-werkerven, welke voor een groot deel zijn afgeschermd met hekken of hagen. De grastegels zijn hier vervangen door asfalt, waardoor het profiel hier breder is. Het profiel wordt hier eenzijdig afgewaterd aan de noordzijde.
Trekweg naar Onderdendam: links het profiel in het stedelijk weefsel / rechts in het landelijk gebied.
De aansluiting met de Meeden en De Ploeg wordt gekenmerkt door een verkeerskundige invulling welke losstaat van de cultuurhistorische structuurlijnen. Het doorgaande karakter van de weg is hier daardoor verdwenen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de historische Trekweg ter hoogte van de brug nauwelijks meer herkenbaar is.
Trekweg naar Onderdendam ter hoogte met de kruising Meeden / De ploeg.
Ook de aansluiting tussen de Ploeg en de Meeden is ruimtelijk zwak. Ondanks de groene ruimte rondom de kruising heeft het groen weinig tot geen gebruikerswaarde.
Structuurschets ‘Brede School aan de Meeden’
6
Zicht op de Meeden komende vanaf De Ploeg, met links en rechts de Trekweg
Onderliggende stukken De bureaustudie verkeerskundig onderzoek Brede School Winsum (okt 2014) benoemt op basis van een bureaustudie verschillende uitgangspunten: -
-
de komst van een Brede School op de 12 Hoven-locatie zal meer fietsverkeer in de wijk opleveren; de realisatie van een extra verbinding over het Winsumerdiep kan deze beter spreiden; verwacht wordt dat ca. 10% van de ouders hun kinderen met de auto zal brengen, wat betekent dat er naast haal- en brengfaciliteiten bij de school ook voldoende aandacht moet zijn voor de verkeersdoorstroming, met name tijdens de pieken de brede school behoeft in totaal een bandbreedte van 14 tot 36 parkeerplaatsen voor het personeel de Hoven heeft 120 parkeerplaatsen nodig aan de Meeden en 30 via Lombok.
De bureaustudie adviseert op ruimtelijk vlak dat: -
de Meeden ter hoogte van de Brede School als herkenbare schoolzone wordt ingericht de fietsstromen worden gebundeld vanuit de noordelijke, westelijke en zuidelijke kant van de Brede School het autoverkeer (halen en brengen van kinderen) los van de Meeden af te wikkelen grootste verkeersstroom via één verkeersrichting langs de school realiseren om overbelasting Lombok te voorkomen kruising De Meeden-Trekweg-De Ploeg meer uit elkaar trekken om aantal conflictmomenten te verminderen oversteekplek voor oost-westfietsers over de Meeden
Structuurschets ‘Brede School aan de Meeden’
7
De gebiedsvisie Winsum Oost (concept 2014) onderscheidt verschillende ruimtelijke uitgangspunten voor de ontwikkeling van het gebied: Ruimtelijke uitgangspunten: - De voormalige AZC-locatie kan ontwikkeld worden om de uitstraling van het gebied te verbeteren. - Het landschap heeft een karakteristieke blokverkaveling, uitgangspunt is deze te gebruiken en te versterken - Oostelijke dorpsrand als één ontwerpopgave, met een zachte overgang naar het landschap (met groene accenten) - De groene oost-west verbindingen zijn belangrijke dragers van de ruimtelijke kwaliteit - De cultuurhistorische waarden in het gebied worden meegenomen in de planvorming (waaronder de joodse begraafplaats). De visie bestaat uit een raamwerk met een aantal ‘kamers’ waarbinnen bestaande of nieuwe functies een plek krijgen. In oost-westelijke richting lopen de belangrijkste langzaam-verkeersverbindingen, waarbij, naast de bestaande routes langs Lombok, Trekweg en het station een extra route langs 12 Hoven wordt gecreëerd richting de ijsbaan, zodat een directe zichtrelatie met het buitengebied kan worden gerealiseerd. Hiervoor wordt in de visie de nu groene en dichte dorpsrand in noord-zuidelijke richting meer opengemaakt, opdat de voormalige AZC terrein onderdeel wordt van het uitloopgebied / groene scheg. Met betrekking tot het 12 Hoventerrein wordt ingezet op het behoud van de parkachtige sfeer en meer open relatie met de omgeving.
visiekaart uit Gebiedsvisie Winsum-oost. Nummer 2 in de kaart is het plangebied van Twaalf Hoven / de Brede School. Nummer 1 = de nieuwe woonwijk in ontwikkeling, 3 = voormalig AZC (Munsterveld) en 4 = de ijsbaan.
Structuurschets ‘Brede School aan de Meeden’
8
In grote lijnen sluit de gebiedsvisie aan op het BKP 12 Hoven(2004) waarbij het accent ligt op: - Het creëren van een groen/blauwe woonbuurt, waarbij verschillende blauw/groene woonmilieus binnen een openbare parkachtige opzet worden georganiseerd; - De hoofdtoegangen aansluiten op hoofdontsluitingswegen: de Meeden en de Oude Munsterweg; - Langzaam verkeersverbindingen zijn gekoppeld aan het groen/blauwe raamwerk en versterken de relatie met het landschap;
Structuurschets uit het BKP 12 Hoven uit 2004, waarbij het AZC nog aanwezig was.
Structuurschets omgeving ‘Brede School aan de Meeden’
9
Conclusie Uit de analyse blijkt dat de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied ligt in de centrale ligging ten opzichte van de woonwijken van Winsum en de goede ontsluiting via de Meeden. Daarnaast lopen er in de omgeving van het plangebied belangrijke historische verbindingen richting het buitengebied. Deze oostwestelijke wegenstructuur (Lombok en Trekweg naar Onderdendam) hebben beide geen eenduidig profiel of groenstructuur, waardoor ze een matige beeldkwaliteit hebben, slecht herkenbaar zijn en daarmee het achterliggende landschap niet optimaal ontsluiten. Verbeterpunten / kansen Brede School aan de Meeden Naar aanleiding van de analyse en onderliggende stukken blijken er kansen liggen om met de komst van de Brede School de infrastructuur en groenstructuur in het gebied te versterken door: - Kindvriendelijke en herkenbare route van en naar de school (fiets+voet), maar ook als signaalwerking voor auto’s - Kiss&ride-zone los van de Meeden - Zicht op schoollocatie vanaf de Meeden (vergroten herkenbaarheid school) - Zichtlijnen tussen Meeden richting het buitengebied (school als intermediair) - Extra recreatieve verbindingen tussen school en buitengebied in een parkachtige setting Verbeterpunten / kansen in omgeving Met de komst van een nieuwe Brede school op de 12 Hoven-locatie ontstaan ook kansen om omliggende aansluitingen te verbeteren: - Historische route langs Trekweg herkenbaarder maken en eenduidiger vormgeven - Meer verblijfskwaliteit ontwikkelen langs de Meeden en aan de kade van het Winsumerdiep - Parkeren zorgfunctie 12 Hoven aan de Meeden (met veilige looproute door het park) - Functionele samenwerking (dubbelgebruik ruimten) tussen 12 Hoven en Brede School
Kansenkaart
Structuurschets omgeving ‘Brede School aan de Meeden’
10
Structuurschets
Structuurschets omgeving ‘Brede School aan de Meeden’
11
Referentiebeelden
parkachtige setting langs de Meeden
Herkenbare elementen langs schoolzone
vrij-liggend pad in het park als alternatief voor de Meeden
kiss&ride in voor de school
openbare plek aan het water ter hoogte van brug naar De Ploeg / versterking route Trekweg
Structuurschets omgeving ‘Brede School aan de Meeden’
12
Wij geloven in duurzaam en comfortabel wonen, werken, leren en leven
R
vo o r e e n d u u r za m e co - c re at i e d o o r kete n i nte g rat i e i n d e b o u w. Kwaliteitsbeoordeling onderwijsgebouwen in Winsum
Kwaliteitscan bestaande onderwijsgebouwen Herbestemming bestaande scholen in Winsum [gr]
BANN-green Participanten Opdrachtgever Gemeente Winsum Hoofdstraat W. 70 9951 AC Winsum T (0595) 44 77 77 E
[email protected] Contactpersoon: dhr. A. Lont
[email protected]
Opdrachtnemer Coöperatie BANN-Green B.A. Friesestraatweg 175C Postbus 2049 9704 CA Groningen T +31 (0)50 57 75 566 F +31 (0)50 57 76 066 I www.bann-green.nl E
[email protected]
Inleiding De gemeente Winsum heeft de BANN green coöperatie gevraagd om een onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van de bestaande schoolgebouwen in het dorp Winsum. BANN green is een samenwerkingsverband van verschillende deskundige bedrijven die ieder met hun kennis en inzicht een bijdrage kan leveren aan de vraag. Ons doel hierbij is om samen de kennis te delen om uiteindelijk tot het beste resultaat te komen voor onze opdrachtgevers. Voor dit project heeft er een samenwerking plaatsgevonden tussen M3-energie, architektenbureau Klamer, Blaauw adviseurs en ingenieurs en Vaecon adviseurs in bouwkosten.
Bij het onderzoek was het doel om een kwaliteitsoordeel toe te kennen aan de gebouwen en zijn onderwijsfunctie. Daarnaast is het de bedoeling geweest om op basis van kengetallen een financieel inzicht te verschaffen over de exploitatie. Daarbij is een periode van 10 jaar in acht genomen en gevraagd wat minimaal nodig is om de onderwijsfunctie te kunnen handhaven. Verder is gevraagd enkele verkenningen te doen voor herbestemming van de gebouwen en de mogelijkheden hiervoor. Hierin heeft geen uitputtend onderzoek plaatsgevonden, maar heeft de beoordeling zich beperkt tot een korte inventarisatie van mogelijkheden.
Inhoud
Inleiding Samenvatting
4
Aanpak
5
Kwaliteitscan – de Tiggeldobbe
7
Kwaliteitscan – de Wierde
8
Kwaliteitscan – de negen Wieken
9
Kwaliteitscan – de Borgschool
10
Kwaliteitscan de Piramiden
11
Analyse van de kwaliteitscans
12
Functiekwaliteit matrix
13
Resultaten functiekwaliteit
14
Analyse van de functiekwaliteit
15
Beschouwing van kosten in relatie tot nieuwbouw
16
Samenvatting Kwaliteit huisvesting onderwijs Om een goede kwaliteit scan te kunnen maken zijn alle onderwijsgebouwen bezocht en zijn de bevindingen per school vastgelegd in een opname- en beoordelingsmodel. Van iedere school is hiervan een aparte bijlage beschikbaar. In dit rapport zijn de resultaten daarvan samengevat op 1 blad per school. De gebouwen komen uit een bouwperiode van ca.1954 tot ca. 1985 en zijn bouwkundig sterk gedateerd. Energetisch zijn alle gebouwen zeer matig en moet er een aanzienlijke kwaliteitsverbetering plaatsvinden om de gebouwen op dat punt weer ‘modern’ te maken. Doordat de gebouwen gedateerd zijn vragen ze veel onderhoud en hebben een relatief hoog energieverbruik ten opzichte van onderwijsgebouwen die na 1990 [vanaf deze periode geeft de bouwregelgeving hogere eisen aan de energiezuinigheid] zijn gebouwd. Dit resulteert in een hoge exploitatielast voor alle scholen per m2 voor energie en onderhoud. De aangegeven exploitatielast per m2 in dit onderzoek is gebaseerd op het in stand houden van de functie voor de komende periode van 10 jaar onderwijs. Indien de bestaande huisvesting voor veel langere termijn als onderwijsgebouw gebruikt moet worden, zal deze exploitatielast een stuk hoger komen te liggen door noodzakelijke vervangingsinvesteringen. In het onderzoek hebben de Tiggeldobbe en de Borgschool ca. een 15-20% hogere exploitatielast ten opzichte van de andere onderwijsgebouwen per m2 vloeroppervlak. Indien naast het aspect van energie en onderhoud ook gekeken wordt naar de duurzaamheidsaspecten milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde, dan scoren de Wierde en de Piramiden als onderwijsgebouw beter dan de andere scholen. Herbestemmingskwaliteit Voor herbestemming als gebouw komen de Tiggeldobbe en de negen Wieken naar voren als aantrekkelijk vanwege de ligging , bereikbaarheid en verbindingen met o.a. zorgfuncties. De Borgschool en de Wierde zijn lastige gebouwen voor herbestemming. De Piramiden is recentelijk voorzien van nieuwe kozijnen en nieuwe verlichting. Dit gebouw kan door enkele maatregelen op bepaalde punten eenvoudig worden verbetert voor o.a. ventilatie. Een combinatie voor onderwijs, wonen en werken of tijdelijk wonen en maatschappelijk gebruik is hier mogelijk Een ander belangrijk aspect voor de aantrekkelijkheid van herbestemming ligt in het feit dat de gemeente duidelijkheid inneemt ten aanzien van een functiewijziging. Veelal zijn dit lastige procedures om bestemmingsplannen te wijzigen, waardoor potentiële koper, ondernemers of ontwikkelaars afhaken.
4
De aanpak Inventarisatie van de bestaande gebouwen en het opstellen van een kwaliteitsscan Om de kwaliteit van de gebouwen vast te stellen heeft er een technische beoordeling plaatsgevonden van de bouwkundige, de constructieve en de installatietechnische staat van werking en onderhoud. Per gebouw is een bijlage beschikbaar waarin uitputtend verschillende onderdelen getoetst zijn. Daarbij heeft op verschillende onderdelen een waardering plaatsgevonden met de keuze van slecht [score 400] tot uitstekend [score 800]. De keuze wordt in de inventarisatiestaat per gebouw ondersteund met een kleur [deze inventarisatiestaten zijn als bijlage beschikbaar]. De kleur rood kenmerkt een slechte kwaliteit en de groene kleur uitstekend. Geel kan als gemiddeld worden aangehouden. In dit rapport zijn de kleuren niet verder weergegeven, dit wordt gebruikt in de afzonderlijke inventarisatielijsten die als eerdergenoemde bijlage beschikbaar zijn. In de grafieken staat de score benoemd. Naast de beoordeling van de technische kwaliteit heeft eveneens een waarde beoordeling plaatsgevonden op basis van 5 duurzaamheidsaspecten voor de gebouwen, te weten: Energie De energetische kwaliteit van het gebouw is getoetst op het bouwkundig en installatietechnisch vlak. Ook is hier een waardering aangegeven van de mogelijkheden om energie te kunnen besparen in de toekomst. Milieu Hier zijn de bestaande materialen op hoofdlijnen getoetst op milieubelasting. Omdat de gebouwen er al langere tijd staan heeft dit waarde indien tot sloop wordt overgegaan. Gezondheid De toetsing is gedaan op luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort. Gebruikskwaliteit De toetsing heeft plaatsgevonden op toegankelijkheid, functionaliteit, technische kwaliteit en sociale veiligheid. Bij het gebruik als onderwijsgebouw. Hierbij kun je denken aan bv. Breedte van verkeerswegen en de verkeerssituatie bij de school, maar ook de kwaliteit van de sanitaire voorzieningen. Toekomstwaarde Deze toetsing heeft te maken met toekomstgerichte voorzieningen die bv. Veranderingen mogelijk maken , flexibiliteit en belevingswaarde zoals attractiviteit van de school aan de binnen- en buitenzijde.
Waardering
score
slecht
400
matig
500
redelijk
600
goed
700
uitstekend
800
De inventarisatie is verwerkt in een rekenmodel en vanuit dit rekenmodel zijn de resultaten zichtbaar gemaakt.
5
De aanpak Exploitatie Voor de exploitatie is gekeken naar het noodzakelijk onderhoud aan de gebouwen gedurende de komende 10 jaar om het gebouw op een verantwoorde wijze ‘in de lucht’ te houden. Bijkomende kosten zijn de energielasten voor de verschillende gebouwen. Dit is als gemiddelde prijs per m2 bepaald en staat in de grafiek weergegeven. In de exploitatieberekening is een gemiddelde rente van 4,5% aangehouden voor de noodzakelijke investeringen en een gemiddelde prijsstijging per jaar van 4% voor gas, 2% voor elektra en 1 tot 2% voor de algemene kosten.
Beoordeling van de gebouwen voor herbestemming Functiekwaliteit De functiekwaliteit is in eerste instantie uitgezet in een beoordelingsmatrix van slecht [--] tot zeer goed [++]. Daarbij vindt de beoordeling plaats vanuit 3 invalshoeken, te weten: Onderwijskwaliteit De onderwijskwaliteit is getoetst op basis van huidige onderwijsnormen. Technische kwaliteit Deze kwaliteit is getoetst aan de moderne maatstaven van bouwbesluitnormen 2003. Daarnaast is de kwaliteit van onderhoud beoordeelt. Herbestemmingskwaliteit De herbestemming is beoordeelt vanuit de optiek van ligging, bereikbaarheid, marktvraag, maatschappelijke veranderingen en gebruiksmogelijkheden zonder daarbij uitputtend onderzoek te hebben verricht met als doel om een andere functie dan onderwijs te kunnen huisvesten. Per onderdeel is dit uitgezet in grafiekvormen om een goed beeld te krijgen hoe de gebouwen ten opzichte van elkaar scoren. 6
Kwaliteitscan – de Tiggeldobbe Energie 800
kwaliteitscan
700 600 Toekomstwaarde
Milieu
500 400
gemiddelde score
Gebruikskwaliteit
exploitatie
Gezondheid
exploitatielast totaal
€ 60.000
€ 500.000 € 450.000 € 400.000 € 350.000 € 300.000 € 250.000 € 200.000 € 150.000 € 100.000 € 50.000 €-
€ 50.000 € 40.000 € 30.000
€ 20.000 € 10.000 €2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
€40,00 vastrecht
€25,00
elektra
€20,00
gas
€15,00
rente
€10,00
afschrijving
€5,00 €2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
gas rente afschrijving
10 jaar
De grafiekscore van de kwaliteit scan verloopt van 400 [slecht] tot 800 [uitstekend]. Een toelichting hierop staat op pagina 5.
€45,00
€30,00
elektra
Toelichting exploitatie per jaar per /m2 vloeroppervlak
€35,00
vastrecht
De grijze lijn in de exploitatiegrafiek zijn de gemiddelde kosten op basis van afschrijvingen, investeringen en energielasten. Dit zijn kosten van de gemiddelde energieverbruiken en noodzakelijk onderhoud voor de komende 10 jaar. De rode lijn is het gemiddelde over deze periode . De staafgrafiek hierboven laat een totaal zien van de diverse kosten over de periode van 10 jaar inclusief indexering van prijsstijgingen. in de linker grafiek zijn de kosten voor het onderhoud niet apart zichtbaar. Dit is verwerkt in de afschrijving en rente. De afschrijving is gebaseerd op de noodzakelijke investeringen voor maximaal 10 jaar en is soms 0, omdat de afschrijving dan hoger is dan de investering. Deze 7 rekenkundige situatie kan een vreemd beeld geven.
Kwaliteitscan – de Wierde Energie 800
kwaliteitscan
700 600 Toekomstwaarde
Milieu
500 400
gemiddelde score
Gebruikskwaliteit
exploitatie
Gezondheid
exploitatielast totaal
€ 50.000 € 45.000 € 40.000 € 35.000 € 30.000 € 25.000 € 20.000 € 15.000 € 10.000 € 5.000 €-
€ 450.000 € 400.000 € 350.000
vastrecht
€ 300.000 € 250.000
elektra
€ 200.000
gas
€ 150.000
rente
€ 100.000
afschrijving
€ 50.000 2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
exploitatie per jaar per /m2 vloeroppervlak € 35,00 vastrecht
€ 25,00
elektra
€ 20,00
gas
€ 15,00
Toelichting
10 jaar
De grafiekscore van de kwaliteit scan verloopt van 400 [slecht] tot 800 [uitstekend]. Een toelichting hierop staat op pagina 5.
€ 40,00
€ 30,00
€-
De grijze lijn in de exploitatiegrafiek zijn de gemiddelde kosten op basis van afschrijvingen, investeringen en energielasten. Dit zijn kosten van de gemiddelde energieverbruiken en noodzakelijk onderhoud voor de komende 10 jaar. De rode lijn is het gemiddelde over deze periode . De staafgrafiek hierboven laat een totaal zien van de diverse kosten over de periode van 10 jaar inclusief indexering van prijsstijgingen.
rente
€ 10,00
afschrijving
€ 5,00 €2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
in de linker grafiek zijn de kosten voor het onderhoud niet apart zichtbaar. Dit is verwerkt in de afschrijving en rente. De afschrijving is gebaseerd op de noodzakelijke investeringen voor maximaal 10 jaar en is soms 0, omdat de afschrijving dan hoger is dan de investering. Deze 8 rekenkundige situatie kan een vreemd beeld geven.
Kwaliteitscan – de negen Wieken Energie 800
kwaliteitscan
700 600 Toekomstwaarde
500
Milieu
400
Gebruikskwaliteit
gemiddelde score
Gezondheid
exploitatielast totaal
exploitatie € 350.000
€ 45.000 € 40.000 € 35.000 € 30.000 € 25.000 € 20.000 € 15.000 € 10.000 € 5.000 €-
€ 300.000 € 250.000
vastrecht
€ 200.000
elektra gas
€ 150.000
rente
€ 100.000
afschrijving
€ 50.000 €-
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Toelichting exploitatie per jaar per /m2 vloeroppervlak
De grafiekscore van de kwaliteit scan verloopt van 400 [slecht] tot 800 [uitstekend]. Een toelichting hierop staat op pagina 5.
€ 40,00 € 35,00 € 30,00
vastrecht
€ 25,00
elektra
€ 20,00
gas
€ 15,00
10 jaar
De grijze lijn in de exploitatiegrafiek zijn de gemiddelde kosten op basis van afschrijvingen, investeringen en energielasten. Dit zijn kosten van de gemiddelde energieverbruiken en noodzakelijk onderhoud voor de komende 10 jaar. De rode lijn is het gemiddelde over deze periode . De staafgrafiek hierboven laat een totaal zien van de diverse kosten over de periode van 10 jaar inclusief indexering van prijsstijgingen.
rente
€ 10,00
afschrijving
€ 5,00 €2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
in de linker grafiek zijn de kosten voor het onderhoud niet apart zichtbaar. Dit is verwerkt in de afschrijving en rente. De afschrijving is gebaseerd op de noodzakelijke investeringen voor maximaal 10 jaar en is soms 0, omdat de afschrijving dan hoger is dan de investering. Deze 9 rekenkundige situatie kan een vreemd beeld geven.
Kwaliteitscan – de Borgschool Energie 800
kwaliteitscan
700 600 Toekomstwaarde
500
Milieu
400
Gebruikskwaliteit
exploitatie
gemiddelde score
Gezondheid
exploitatielast totaal
€ 45.000
€ 400.000
€ 40.000
€ 350.000
€ 35.000
€ 300.000
vastrecht
€ 30.000
€ 250.000
€ 25.000
elektra
€ 200.000
€ 20.000
gas
€ 150.000
€ 15.000
rente
€ 100.000
€ 10.000
afschrijving
€ 50.000
€ 5.000
€-
€2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Toelichting exploitatie per jaar per /m2 vloeroppervlak
De grafiekscore van de kwaliteit scan verloopt van 400 [slecht] tot 800 [uitstekend]. Een toelichting hierop staat op pagina 5.
€ 45,00 € 40,00 € 35,00
vastrecht
€ 30,00 € 25,00
elektra
€ 20,00
gas
€ 15,00
rente
€ 10,00
afschrijving
€ 5,00 €2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
10 jaar
2024
De grijze lijn in de exploitatiegrafiek zijn de gemiddelde kosten op basis van afschrijvingen, investeringen en energielasten. Dit zijn kosten van de gemiddelde energieverbruiken en noodzakelijk onderhoud voor de komende 10 jaar. De rode lijn is het gemiddelde over deze periode . De staafgrafiek hierboven laat een totaal zien van de diverse kosten over de periode van 10 jaar inclusief indexering van prijsstijgingen. in de linker grafiek zijn de kosten voor het onderhoud niet apart zichtbaar. Dit is verwerkt in de afschrijving en rente. De afschrijving is gebaseerd op de noodzakelijke investeringen voor maximaal 10 jaar en is soms 0, omdat de afschrijving dan hoger is dan de investering. Deze 10 rekenkundige situatie kan een vreemd beeld geven.
Kwaliteitscan – de Piramiden Energie 800
kwaliteitscan
700 600 Toekomstwaarde
Milieu
500 400
Gebruikskwaliteit
exploitatie
gemiddelde score
Gezondheid
exploitatielast totaal
€ 40.000
€ 350.000
€ 35.000
€ 300.000
€ 30.000 € 25.000
€ 250.000
vastrecht
€ 200.000
elektra
€ 150.000
gas
€ 20.000 € 15.000
rente
€ 100.000
€ 10.000
afschrijving
€ 50.000
€ 5.000 €-
€2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
10 jaar
Toelichting exploitatie per jaar per /m2 vloeroppervlak
De grafiekscore van de kwaliteit scan verloopt van 400 [slecht] tot 800 [uitstekend]. Een toelichting hierop staat op pagina 5.
€ 40,00 € 35,00 € 30,00
vastrecht
€ 25,00
elektra
€ 20,00
gas
€ 15,00
De grijze lijn in de exploitatiegrafiek zijn de gemiddelde kosten op basis van afschrijvingen, investeringen en energielasten. Dit zijn kosten van de gemiddelde energieverbruiken en noodzakelijk onderhoud voor de komende 10 jaar. De rode lijn is het gemiddelde over deze periode . De staafgrafiek hierboven laat een totaal zien van de diverse kosten over de periode van 10 jaar inclusief indexering van prijsstijgingen.
rente
€ 10,00
afschrijving
€ 5,00 €2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
in de linker grafiek zijn de kosten voor het onderhoud niet apart zichtbaar. Dit is verwerkt in de afschrijving en rente. De afschrijving is gebaseerd op de noodzakelijke investeringen voor maximaal 10 jaar en is soms 0, omdat de afschrijving dan hoger is dan de investering. Deze rekenkundige 11 situatie kan een vreemd beeld geven.
Analyse van de kwaliteitscan Uit de beoordeling en blijkt, dat er sprake is van kleine verschillen onderling tussen de scholen. Op sommige punten scoort de ene school beter in kwaliteit dan de andere school. In principe dateren veel scholen uit dezelfde bouwperiodes en kennen een leeftijd van 30 tot 60 jaar. Naarmate de scholen jonger zijn, is de bouwtechnische kwaliteit iets beter. Echter kan een oudere school weer andere kwaliteiten bezitten die beter scoren. Omdat er steeds sprake is van een beoordeling en weging daarvan kan ook een stand opgemaakt worden welke school gemiddeld als beste uit de bus komt na weging van de 5 onderdelen. De volgorde hierin zal dan als volgt zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
De Wierde De Piramiden De Tiggeldobbe De negen Wieken De Borgschool
In de bijgevoegde grafieken zijn de onderlinge verschillen zichtbaar. Indien er alleen een financiële afweging plaatsvindt over de exploitatie van de school komen de Tiggeldobbe en de Borgschool er als duurste scholen uit. De Wierde en de Piramiden zijn in de exploitatie het goedkoopste per m2.
uitstekend 800
Waardering slecht matig redelijk goed uitstekend
score 400 500 600 700 800
goed 700
redelijk 600
De Tiggeldobbe De Wierde De 9 Wieken De Borgschool
matig 500
De Piramiden
slecht 400
indicatie exploitatie per m2 gebouw € 40,00 € 35,00 € 30,00
Onderhoud MJOP is buiten beschouwing gelaten. Er is geen goed vergelijk te maken omdat de onderhoudskosten voor de scholen gebaseerd zijn op noodzakelijke investeringen voor maximaal 10 jaar.
€ 25,00 € 20,00
€ 15,00
onderhoud
€ 10,00
energie
€ 5,00 €-
12
Functiekwaliteit voor herbestemming
++ + 0 --
de Wierde
de 9 Wieken
de Borgschool
de Piramiden
Onderwijskwaliteit grootte leslokaal overige werkruimten/lln stafruimten buitenruimten algemene ruimtelijke kwaliteit Technische kwaliteit bouwkundig installaties comfortniveau onderhoud energieverbruik Herbestemmingskwaliteit Wonen Werken Maatschappelijk gebruik Onderwijs Zorg
de Tiggeldobbe
Beoordelingsmatrix
++ + 0 + +
-
++ + 0 +
+ -0 0
+ 0 + 0
0 -
0 0 0 + 0
0 0 0 -
0 -
+ 0 + 0 0
+ 0 + + 0
0 -
+ 0 + + +
0 0 0 --
+ 0 0 + 0
beoordeling zeer goed goed gemiddeld matig slecht 13
Functiekwaliteit voor herbestemming Resultaten van de beoordeling Indien de gebouwen op de verschillende kwaliteiten gewogen worden ontstaan er geen enorme verschillen. Veel gebouwen zijn in dezelfde periode gebouwd met vergelijkbare normen en uitgangspunten. Dit resulteert in gemiddelde waarden die sterke overeenkomsten laten zien. Enkele nuanceverschillen zijn er altijd en die geven dan ook de kleine verschillen. Voor de technische kwaliteit zijn er ook enkele verschillen en scoren de Wierde en de Piramiden hoger dan de andere scholen. Dit betekent dat deze scholen minder onderhoud nodig zijn de komende 10 jaar. Deze scholen hebben de laatste jaren al een kwaliteitsverbetering gehad in het onderhoud zoals bv. kozijnvervanging en verbeteringen in het kader van Frisse scholen. Dit is een stimuleringsregeling vanuit de centrale overheid om schoolgebouwen te verbeteren op het gebied van energie en gezondheid. Indien specifiek naar herbestemmingsmogelijkheden wordt gekeken bieden de Tiggeldobbe en de Negen Wieken meer mogelijkheden dan de andere scholen.
functiekwaliteitscore
de Tiggeldobbe
de Wierde
Onderwijskwaliteit
de 9 Wieken Technische kwaliteit
beoordeling technische kwaliteit
de Borgschool
de Piramiden
Herbestemmingskwaliteit
de Tiggeldobbe bouwkundig
buitenruimten
de Wierde
de 9 Wieken de Borgschool de Piramiden overige werkruimten/lln stafruimten algemene ruimtelijke kwaliteit
installaties
de 9 Wieken comfortniveau
de Borgschool onderhoud
de Piramiden energieverbruik
beoordeling herbestemmingskwaliteit
beoordeling onderwijskwaliteit
de Tiggeldobbe grootte leslokaal
de Wierde
de Tiggeldobbe Wonen
de Wierde Werken
de 9 Wieken
de Borgschool
Maatschappelijk gebruik
Onderwijs
de Piramiden Zorg
14
Analyse van de functiekwaliteit voor herbestemming de Tiggeldobbe Ruime locatie waarop een uitgestrekt gebouw is geplaatst. Zou in een herbestemming tot een rondom bebouwd ‘hofje’ omgevormd kunnen worden, met gedeeltelijke sloop van bijruimten en verkeersruimten. De ring van leslokalen kan als ‘unit’ worden herbestemd voor diverse functies (van starterswoning tot zorgappartement, maar ook als bedrijfsunits voor ambachtelijke bedrijven of activiteitenruimten voor zorggerelateerde functies of wijkgebouw). Langs de noordzijde zou een strook nieuwbouw de hof kunnen afmaken (daar staat nu de semipermanente dependance, die niet is meegenomen in de beoordeling). de Wierde Enigszins achteraf in een woonbuurt gelegen school. Vanuit een aanvankelijke centraal gebouw door diversiteit van aanbouwen tot een doolhof vervormd gebouw. Terrein is tamelijk vol bebouwd. De unieke ligging langs de open groene ruimte (de wierde) is nauwelijks benut. Ruimtelijke, functionele en bouwkundige kwaliteit nodigen niet uit tot herbestemming. de negen Wieken Centraal gelegen schoolgebouw met aangrenzend Novo-vestiging. Mogelijke herbestemming in combinatie daarmee is het onderzoeken waard. Gebouw zelf leent zich voor vorm van ‘collectief’ wonen door gebruik making van de centrale ruimte met een kring van meer of minder zelfstandige units. Oppervlakte en hoogte van lokalen nodigen daartoe uit. de Borgschool De uitgestrektheid in combinatie met (zeer) smalle verkeersruimten maken dit gebouw weinig efficiënt. De karakteristieke ‘toren’ is onhandig ontsloten via de teamkamer. Het gebouw staat op een zeer ruime kavel, waardoor sloop en herverkaveling meer dan op andere plaatsen voor de hand lijkt te liggen. Anderzijds voor de bouwperiode wel een karakteristiek gebouw (betonskelet , paddestoelkolom). de Piramiden Binnen een woonbuurt gelegen minder geschikt voor ‘publieke functies’. Ruim terrein met mogelijkheden om combinaties van herbestemming en nieuwbouw mogelijk te maken. Uitstraling met grijze betonsteen is niet hoogwaardig, volume en hoogte in kappen niet voldoende voor een insteekverdieping. De ruime lokalen en centrale hal houden het gebouw goed bruikbaar als onderwijsgebouw in vergelijking tot huidige normen.
15
Beschouwing van kosten in relatie tot nieuwbouw Normberekening nieuwe Brede School versus de bestaande scholen Bestaande situatie Winsum
periode 20 jaar energielasten onderhoudslasten € 641.028 € 293.102 € 528.096 € 206.952 € 411.546 € 270.665 € 380.947 € 308.190 € 406.256 € 200.160
m2 1292 1274 1057 963 1017 5603
De Tiggeldobbe De Wierde De 9 Wieken De Borgschool De Piramiden totaal
nieuwe brede school normberekening
785 leerlingen 4549 m2
energie standaard bouw energiearm gebouw onderhoudsarm gebouw gemiddelde prijsstijging
€ € €
12,00 6,00 10,00
exploitatie energiearm gebouw
€
16,00
normbudget 8.415.650
€
8.415.650
per m2 per m2 per m2 2%
exploitatie per m2 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar 20 totaal
exploitatiewinst
€
€ 1.843.113
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
72.784 74.240 75.724 77.239 78.784 80.359 81.967 83.606 85.278 86.984 88.723 90.498 92.308 94.154 96.037 97.958 99.917 101.915 103.953 106.033 108.153 1.803.829
exploitatie minimaal € 934.131 € 735.048 € 682.210 € 689.137 € 606.416 € 3.646.942
ìnvesteringsnorm € 1.850
per m2
De nevenstaande eenvoudige berekeningswijze laat zien dat er een aanzienlijke exploitatiewinst te behalen valt. De gehanteerde normbedragen komen overeen met de uitgangspunten voor 2014. De exploitatiewinst is gebaseerd op een energiearm gebouw wat bereikt kan worden door een goed ontwerp en de juiste afstemming in het integraal ontwerp tussen bouw en installatietechniek. Niet de bouwregelgeving moet leidend zijn, maar bewuste keuzes die passen bij de behoeftes van de gebruiker. De hiernaast gebaseerde getallen zijn op basis van de uitgangspunten voor de minimale bouwregelgeving waarbij het begrip energiearm gebouw door aanscherping van de energieprestatieregels in 2015 al van toepassing zullen is. Van belang hierin is om zeker ook naar onderhoudsexploitatie te kijken van technische installaties. Dit moet onderdeel zijn van het ontwerpproces.
16