STAATSCOURANT
Nr. 25756 19 september 2013
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Convenant inzake het beperken van geluidhinder ten gevolge van reclamesleepvliegen 2013 De ondergetekenden, De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden hierna te noemen: De Staatssecretaris, enerzijds; en Aerial Media, gevestigd te Teuge. Aero Service b.v., gevestigd te Oostwold Scheemda, AS&S Airservices, gevestigd te Bussum, CNE Air, gevestigd te Roosendaal, Luchtvaartbedrijf Ben-Air, gevestigd te Hilversum, Sand Air, gevestigd te Rotterdam, Sky Services Netherlands, gevestigd te Teuge, Special Air Services, gevestigd te Teuge, Zeppeling Air Services, gevestigd te Teuge, allen in deze vertegenwoordigd door de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid Netherlands Association of Commercial Aviation (NACA), statutair gevestigd te Amsterdam, met adres Duinweg 8b, 1789 AS Huisduinen, in deze vertegenwoordigd door de voorzitter de heer H.J. Vonk, wonende te Hillegom, en de penningmeester de heer B.W. Schrijver, wonende te Amersfoort, hetgeen blijkt uit de aan dit convenant gehechte machtigingen, en R&V Aero Beheer b.v., gevestigd te Hoogeveen, vertegenwoordigd door de heer D. de Ruiter, en middels de aan dit convenant gehechte verklaring aangevend het convenant te respecten, hierna te noemen: reclamesleepvliegbedrijven, anderzijds; gezamenlijk te noemen: ‘partijen’. Overwegende dat: – de Tweede Kamer in het Algemeen Overleg van 19 december 2012 de regering heeft verzocht het zondagsverbod op reclamesleepvluchten op te heffen; – de regering heeft ingestemd met dit verzoek en het zondagsverbod op reclamesleepvluchten niet langer in de regelgeving heeft opgenomen; – de uitvoering van reclamesleepvluchten hoofdzakelijk gereguleerd wordt door de Regeling slepen en reclameslepen; – het wenselijk is aanvullend op de Regeling slepen en reclamesleepvliegen afspraken te maken ten aanzien van de uitvoering van reclamesleepvluchten om de geluidhinder ten gevolge van reclamesleepvluchten zo veel mogelijk te beperken en met name onaanvaardbare geluidhinder op de zondag te voorkomen; – partijen van mening zijn dat in het kader van verminderde regeldruk en de eigen verantwoordelijkheid van de reclamesleepbedrijven een convenant het juiste middel is om deze aanvullende afspraken in op te nemen, Komen het volgende overeen:
1
Staatscourant 2013 nr. 25756
19 september 2013
Paragraaf 1. Doel en uitgangspunten Dit convenant heeft tot doel binnen het kader van de geldende wet- en regelgeving de geluidhinder ten gevolge van reclamesleepvliegen zo veel mogelijk te beperken door middel van afspraken inzake gebruiksmaatregelen. Dit convenant heeft tevens ten doel te voorkomen dat de toepassing van de Regeling slepen en reclamesleepvliegen leidt tot een onaanvaardbare toename van de geluidhinder op de zondag.
Paragraaf 2. Zorgplicht De reclamesleepvliegbedrijven verplichten zich om iedere reclamesleepvlucht zodanig uit te voeren dat er zo weinig mogelijk geluidhinder wordt veroorzaakt.
Paragraaf 3. Afspraken reclamesleepvliegbedrijven De reclamesleepvliegbedrijven verplichten zich ertoe: 1. de zondagsrust te respecteren en om deze reden enkel reclamesleepvluchten uit te voeren boven gemeenten die op basis van artikel 3 van de Winkeltijdenwet de opening van winkels in hun gemeente op zondag toestaan; 2. geen reclamesleepvluchten uit te voeren boven geluidgevoelige evenementen, met dien verstande dat geen reclamesleepvluchten worden uitgevoerd boven een cirkel, waarvan het middelpunt het evenement is en waarvan de straal 1 nautische mijl meet; 3. ter beperking van de geluidhinder bij de uitvoering van een reclamesleepvlucht niet steil klimmend of dalend te vliegen.
Paragraaf 4. Toetreding 1. Dit convenant staat open voor toetreding. 2. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit het convenant voortvloeien zonder voorbehoud te aanvaarden. 3. Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan partijen. Zodra alle partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding ontvangt de toetredende partij de status van partij bij het convenant en gelden voor die partij de voor haar uit het convenant voortvloeiende rechten en plichten. 4. Het verzoek tot toetreding en de instemming worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht. 5. Van de toetreding wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Paragraaf 5. Geschilbeslechting Ingeval van een geschil in verband met dit convenant, waaronder tevens begrepen de interpretatie en uitvoering van het convenant, streven partijen er naar om het geschil in onderling overleg in der minne te schikken. Van een geschil is sprake zodra ten minste een van de partijen dat stelt.
Paragraaf 6. Wijzigingsregeling 1. Elke partij kan de wederpartijen schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de instemming van alle partijen. 2. De wijziging en de instemming worden als bijlage aan het convenant gehecht. 3. De zakelijke inhoud van de wijziging wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Paragraaf 7. Opzeggingsregeling 1. Elke partij kan dit convenant te allen tijde schriftelijk opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden. Met instemming van alle partijen kan deze termijn worden verkort dan wel verlengd. 2. Wanneer een partij het convenant opzegt, eindigt het convenant voor alle partijen, tenzij deze partijen anders besluiten.
Paragraaf 8. Toepasselijk recht Op dit convenant is Nederlands recht van toepassing.
2
Staatscourant 2013 nr. 25756
19 september 2013
Paragraaf 9. Inwerkingtreding Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag waarop de Regeling slepen en reclamesleepvliegen in werking treedt en wordt voor onbepaalde duur aangegaan. Dit convenant wordt in de Staatscourant geplaatst. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld Netherlands Association of Commercial Aviation, H. Vonk, voorzitter B.W. Schrijver, penningmeester
3
Staatscourant 2013 nr. 25756
19 september 2013
TOELICHTING Tot op heden werd het reclamesleepvliegen hoofdzakelijk gereguleerd door de Regeling slepen en de Regeling reclamesleepvliegen waarin gebruiksvoorschriften waren opgenomen voor de uitvoering van reclamesleepvluchten. In de Regeling reclamesleepvliegen waren ook enkele verboden opgenomen waaronder het verbod om een reclamesleepvlucht uit te voeren op de zondag. Tevens bevatte de regeling verboden omtrent het vliegen boven Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam op gezette tijden, omtrent de duur van een vlucht en omtrent het vliegen in gesloten verband en omtrent de minimumvlieghoogte. In aanvulling op deze normen hadden de reclamesleepvliegbedrijven in het Convenant inzake het terugdringen van geluidhinder ten gevolge reclamesleepvliegen zichzelf bepaalde hinderbeperkende maatregelen opgelegd. Naast een algemene gedragscode ten aanzien van hinderbeperking hadden de bedrijven zich ertoe verplicht geen gebruik te maken van bepaalde lawaaiige vliegtuigen, de minimumvlieghoogte tot 350 meter van de kust te respecteren, boven heel Nederland slechts op gezette tijden te vliegen, niet te vliegen boven geluidsgevoelige evenementen en een passend vluchtprofiel te gebruiken. Het convenant is de afgelopen jaren goed nageleefd en het aantal klachten over de hinder is zeer beperkt gebleken. Het verbod om op zondag te vliegen bleek in de praktijk een ongewenste beperking te zijn voor de reclamesleepvliegbedrijven in de uitoefening van hun bedrijf. Voor een effectieve bedrijfsvoering is het van belang dat zij mogen vliegen op momenten dat zij met hun boodschap grote groepen mensen kunnen bereiken, bijvoorbeeld gedurende evenementen die in de buitenlucht plaatsvinden. Het blijkt dat steeds meer evenementen op de zondag plaatsvinden en dat de reclamesleepbedrijven door het zondagsverbod aanzienlijke inkomsten mislopen. Op 19 december 2012 constateerde de Tweede Kamer dat een zondagsverbod op reclamesleepvluchten niet van deze tijd is en riep de regering het zondagsverbod op reclamesleepvluchten op te heffen. Tegen de achtergrond van de regeling, de convenantafspraken en het verzoek van de Tweede Kamer heeft overleg plaatsgevonden tussen de Staatssecretaris van van Infrastructuur en Milieu en reclamesleepvliegbedrijven. Er is gekeken of het uitvoeren van reclamesleepvluchten op zondag weer mogelijk kon worden gemaakt. Tegelijkertijd is samen met de ondernemers ook bekeken op welke wijze eventuele geluidhinder voor de omgeving zoveel mogelijk kan worden beperkt. Mede vanwege het economische belang dat de reclamesleepbranche bij het schrappen van het zondagsverbod heeft, heeft de Staatssecretaris het verzoek van de Tweede Kamer ingewilligd. Het feit dat steeds meer activiteiten die vroeger verboden waren op de zondag nu wel worden toegestaan, speelt hierbij ook een rol. De verruiming van de Winkeltijdenwet en de uitbreiding van de bevoegdheden van gemeenten ten aanzien van de zondagsopening van de winkels is hier een voorbeeld van. Het verbod is uit de regelgeving geschrapt en de Regeling slepen en reclamesleepvliegen is vastgesteld. Ter beperking van de geluidhinder is een aantal gebruiksbeperkingen die tot op heden in het convenant stonden in de regeling opgenomen. Hierdoor kunnen deze beperkingen worden gehandhaafd. Het gaat hierbij om het verbod op het gebruik van de lawaaiige vliegtuigen, de minimumvlieghoogte tot 350 meter van de kust te respecteren, en het gebod boven heel Nederland slechts op gezette tijden te vliegen. Daarnaast is het van groot belang dat eventuele geluidhinder door het reclamesleepvliegen en met name de geluidhinder op de zondag zoveel mogelijk gemitigeerd wordt. Dit is vooral van belang in die gebieden waar de zondagsrust van groot belang wordt geacht. Om deze reden is besloten een nieuw convenant te sluiten, waarin aanvullende afspraken omtrent hinderbeperkende maatregelen worden opgenomen. Het convenant geeft de reclamesleepbedrijven de mogelijkheid hun eigen verantwoordelijkheid op dit gebied in te vullen. Het convenant is onder meer ondertekend door de Netherlands Association of Commercial Aviation (NACA). De verplichtingen uit het convenant gelden echter voor de individuele bedrijven. Het zijn ook de individuele bedrijven die via NACA moeten instemmen met uitbreiding of wijzigingen van het convenant. Indien er gerede vermoedens bestaan dat de afspraken uit het convenant niet worden nageleefd of dat er desondanks een onaanvaardbare toename van de geluidhinder op zondag plaatsvindt, zal worden bezien of het convenant moet worden aangepast of dat het noodzakelijk is het zondagsverbod wederom in de regelgeving te verankeren. In paragaaf 1 van het convenant worden zowel het beperken van de geluidhinder in het algemeen als het voorkomen van onaanvaardbare geluidhinder op de zondag als doelen van het convenant genoemd. De kernbepaling van het convenant is paragraaf 2. Deze bevat de zorgplicht van de reclamesleepvliegbedrijven om iedere reclamesleepvlucht zodanig uit te voeren dat er zo weinig mogelijk geluidhinder wordt veroorzaakt.
4
Staatscourant 2013 nr. 25756
19 september 2013
Daarnaast zijn drie specifieke verplichtingen van de reclamesleepbedrijven opgenomen in paragaaf 3. De plicht om niet boven geluidsgevoelige evenementen te vliegen en de plicht om een passend vluchtprofiel aan te houden, zijn overgenomen uit het oude convenant. Nieuw is de plicht om de zondagsrust te respecteren en enkel een reclamesleepvlucht uit voeren boven gemeenten die op basis van artikel 3 van de Winkeltijdenwet de opening van winkels in hun gemeente op zondag toestaan. Boven gemeenten die expliciet zondagsopening uitsluiten zal dus niet worden gecirkeld. Het overvliegen naar elders gelegen doelgebied blijft toegestaan. Ook hierbij geldt de plicht dat de hinder zo veel mogelijk moet worden beperkt. Het is aan de reclamevliegbedrijven zelf om na te gaan welke gemeenten de opening van de winkels toestaan en welke gemeenten niet. Het streven is om het convenant voor de gehele branche te laten gelden. Vandaar dat in paragraaf 4 nadrukkelijk de mogelijkheid wordt geboden om toe te treden tot het convenant. De melding hiervan wordt aan partijen gedaan en alle reclamesleepbedrijven moeten ermee instemmen. Hetzelfde geldt voor het wijzigen van het convenant. Om ‘free-rider’ gedrag te voorkomen wordt tevens in paragraaf 7 afgesproken dat bij opzegging door één van de partijen de andere partijen nadrukkelijk moeten aangeven of het convenant geldig blijft.
5
Staatscourant 2013 nr. 25756
19 september 2013