NOTULEN / september 2011
Notulen van het verhandelde in de vergadering van Provinciale Staten van Utrecht gehouden op 19 september 2011
Notulen
van het verhandelde in de vergadering van Provinciale Staten van Utrecht gehouden op 19 september 2011
- 19 september 2011, pag. 3 -
ISBN 0920-3370
Bladwijzer op de notulen van Provinciale Staten van Utrecht Vergadering 19 september 2011
Onderwerp
Bladzijde
Nummer
BESTUUR, EUROPA en MIDDELEN Voorstel van Gedeputeerde Staten van 5 juli 2011, dienst/sector BJZ, nummer PS2011BEM07, inzake de bezwaarschriften- en klachtencommissie en administratief beroep (herzienignsregelingen). Daartoe besloten....................................................................
26
PS2011BEM07
Voorstel van Gedeputeerde Staten van 5 juli 2011, dienst/sector BJZ, nummer PS2011BEM08, inzake grenswijziging Stichtse Vecht – Wijdemeren. Daartoe besloten....................................................................
26
PS2011BEM08
Voorstel van Gedeputeerde Staten van 5 september 2011, dienst/sector INF, nummer PS2011BEM09, inzake minder bureaucratie en minder regelgeving door digitale aanbieding van provinciale publicaties. Daartoe besloten....................................................................
26
PS2011BEM09
Voorstel van Gedeputeerde Staten van 16 augustus 2011, . dienst/sector SGU, nummer PS2011BEM10, inzake het communicatieplan Provinciale Staten 2011-2015. Daartoe besloten....................................................................
27
PS2011BEM10
Voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 juli 2011, dienst/sector SGU, nummer PS2011BEM11, inzake het Reglement van Orde Subcommissie voor de jaarrekening provincie Utrecht. Daartoe besloten....................................................................
26
PS2011BEM11
STATEN (provinciale) Onderzoek geloofsbrieven van mevrouw Y. Claus te Amersfoort.
9
Beëdiging van mevrouw Y. Claus te Amersfoort
9
Ingekomen stukken.
9
- 19 september 2011, pag. 5 -
Onderwerp
Bladzijde
Vragenhalfuurtje.
9 - 25
Vaststellen van de notulen en de besluitenlijst van 27 juni 2011.
26
Stemverklaringen.
28
Stemmingen.
28
Voorstel van Gedeputeerde Staten van 5 september 2011, dienst/sector SGU, nummer PS2011PS11, inzake wijziging van het Reglement van Orde van Provinciale Staten. Daartoe besloten . .................................................................
27 - 28
- 19 september 2011, pag. 6 -
Nummer
PS2011PS11
Presentielijst vergadering 19 september 2011 Voorzitter: E.R.M. Balemans, plv voorzitter Griffier: L.C.A.W. Graafhuis
VVD PvdA CDA D66 PVV GroenLinks
mevr. drs. F.M. Alsem, Harmelen dr. F.H. Barneveld Binkhuysen, Soest W.J. Joustra, Langbroek drs. A.H.L. Kocken, Utrecht drs. J.A.J. Konings, Vleuten mr. D.S.L. Tuijnman, Utrecht mevr. drs. A.J. Vlam, Nieuwegein G.H.J. Weierink, Maartensdijk Z. el Yassini, Utrecht mevr. drs. U.P. Blom, Driebergen K.E. Driehuijs, De Meern A. Essousi, Utrecht ing. D. Kiliç, IJsselstein C. de Kruijf, Leusden mevr. P.J. van Viegen MSc, Utrecht mr. E. de Vries, Amersfoort mr. J.M. Buiting, Utrecht mevr. P. Doornenbal-van der Vlist, Lopik G.A. de Kruif RT, Woudenberg mevr. drs. M.W.J. Maasdam-Hoevers, Zeist mevr. H.Nap, Vleuten drs. J.G. Boerkamp, Utrecht ir. N.J.P. Hoefnagels, Bunnik ir. J.P.M. Peters, Bilthoven I.Thonon, Utrecht mevr. drs. J.C.M. Versteeg, Utrecht mevr. E.J. Broere, Soest R.G.J. Dercksen, Bosch en Duin drs. J.G. van Hal Scheffer, Soesterberg ir. H. IJssennagger, Bilthoven ing. H.N. Scherer, Maartensdijk drs. F.H. Bekkers, Utrecht mevr. A.C. Boelhouwer, Wijk bij Duurstede J. Fastl, Utrecht drs. B. Nugteren, Utrecht
SP ChristenUnie SGP 50Plus PvdD
mevr. Y. Claus, Amersfoort ir. ing. Y.S. Lutfula, Utrecht A.M. Meijer, Amersfoort mevr. drs. A.M.C. Mineur, De Bilt mevr. drs. R.K. Dik-Faber, Veenendaal A.J. Schaddelee, Houten W. van Wikselaar, Driebergen mevr. W.M.M. Hoek, Vreeland W. van der Steeg, De Meern
Afwezig: R.C. Robbertsen, commissaris van de Koningin ir. H. Graaff, Amersfoort, CDA mevr. Y. Smit, Maarssen, VVD Leden van Gedeputeerde Staten drs. R.W. Krol, Soest J.W.R van Lunteren, Hoogland mevr. A.M.A. Pennarts-Pouw, Montfoort drs. R.E. de Vries, Hollandsche Rading
- 19 september 2011, pag. 7 -
- 19 september 2011, pag. 8 -
Opening. De VOORZITTER: Staten van Utrecht, ik open uw vergadering. Leden van de Staten, leden van het college, de organisatie, pers en belangstellenden, allen van harte welkom. Afwezig met kennisgeving zijn mevrouw Smit en de heer Graaff. De commissaris van de Koningin is vandaag eveneens afwezig. U zult het vandaag met mij moeten doen als plaatsvervangend voorzitter. Ik hoop op een constructieve bijeenkomst. Vaststellen agenda. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stellen Provinciale Staten de agenda vast. Onderzoek geloofsbrieven. De VOORZITTER: Ik geef het woord aan de voorzitter van de commissie voor de geloofsbrieven, de heer Barneveld Binkhuysen. De heer BARNEVELD BINKHUYSEN (VVD): Mijnheer de Voorzitter! De commissie voor de geloofsbrieven is bijeen geweest en heeft kennis genomen van de bescheiden betreffende mevrouw Claus. De commissie is van mening dat de bevindingen conform de wettelijke bepalingen zijn en dat er geen bezwaren zijn mevrouw Claus toe te laten tot onze Staten. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan verzoek ik de griffier mevrouw Claus binnen te geleiden. Mag ik u allen, voorzover u daartoe in staat bent, verzoeken te gaan staan. Beëdiging van mevrouw Y. Claus. De VOORZITTER: Mevrouw Claus, een heuglijk moment voor u. U heeft aangegeven de belofte af te leggen. Ik zal u de wettelijk voorgeschreven tekst voorlezen. "Ik verklaar dat ik, om tot lid van Provinciale Staten benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt
te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van Provinciale Staten naar eer en geweten zal vervullen." Mevrouw CLAUS: Dat verklaar en beloof ik. De VOORZITTER: Dan mag ik u van harte feliciteren met uw benoeming tot lid van deze Provinciale Staten van Utrecht; de kleinste maar mooiste provincie. Ik wil dat graag vergezeld doen gaan van bloemen. (Applaus) U kunt plaatsnemen op de voor u gereserveerde zetel. Op een later moment vandaag geef ik gelegenheid aan de statenleden u te feliciteren met deze eervolle benoeming. Ingekomen stukken. De VOORZITTER: Er is nog een aantal extra stukken op uw tafels gelegd: een erratum op de notulen, het ontwerpbesluit voor de najaarsnota – dat betreft een extra uitleg over de genoemde getallen –, het vergaderschema voor de komende periode en de vragen ten behoeve van het vragenhalfuurtje. De heer IJSSENAGGER (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Ik wil de reactie van het college op het eerste ingekomen stuk, GrondWaterWoerden, graag in de commissie terugzien. Zonder hoofdelijke stemming besluiten Provinciale Staten overeenkomstig de voorgestelde wijzen van afdoening, met de aantekening dat een afschrift van het antwoord van het college op ingekomen stuk nummer 1 aan de commissie zal worden gestuurd. Vragenhalfuurtje. De VOORZITTER: Als uw voorzitter realiseer ik mij dat wij een vrij beperkte beslissingsagenda hebben. Misschien heeft dat sommige statenleden gestimuleerd tot het indienen van veel vragen. Mevrouw VERSTEEG (D66): Mijnheer de Voorzitter! Een punt van orde. D66 is altijd van mening
- 19 september 2011, pag. 9 -
geweest dat het vragenhalfuurtje bedoeld was voor politiek-actuele vragen. Als ik nu kijk naar de hoeveelheid vragen en naar de soort vragen, dan zit er zeker een aantal goede inhoudelijke vragen bij, maar naar de smaak van onze fractie is het maar de vraag of je dat hier of in de commissie moet behandelen of dat je dat als schriftelijke vragen moet indienen of dat je dat vraagt bij een termijnagenda. Daarnaar kijkend vragen wij ons af of het de bedoeling is dat wij een vragenanderhalfuurtje krijgen. Als dat het geval is en als dat de normale gang van zaken wordt, dan zouden wij daarover graag een besluit zien hoe daarmee om te gaan en wij zouden dan graag zien dat de vragen eerder ingediend worden. Wij vinden dit in elk geval een onwenselijke gang van zaken. Ik zou graag uw reactie daarop willen horen.
kunnen voeren of deze hier wel thuishoren of dat deze op een andere plek gesteld zouden kunnen worden. Het lijkt mij niet verstandig die discussie nu te gaan voeren. Ik zeg u wel toe dat ik nog eens goed zal bekijken hoe wij dat een volgende keer kunnen vormgeven. De heer DE KRUIJF (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! Een korte toevoeging. Het is uiteraard niet de bedoeling dat wij de discussie die wij in de commissie al uitvoerig gehad hebben, hier opnieuw op tafel krijgen. Dat zal ongetwijfeld ook in uw beleving zo zijn.
De VOORZITTER: Ja, inderdaad, maar u kent mij niet als een krampachtig persoon. Ik zal daarom vandaag enige coulance hanteren. Het zal niet mijn bedoeling zijn hier een uur van te maken. De VOORZITTER: Laat ik beginnen met de opmer- Volgens mij, nu iedereen de tekst van de vragen met de uitleg daarbij al op zijn tafel heeft liggen, king dat het niet voor niets een vragenhalfuurtje zou men zich kunnen beperken tot de hoofdlijnen heet. Het is inderdaad vanaf deze kant niet de intentie om van een halfuur een uur c.q. anderhalf van de inleiding. Dan hoeft men niet het hele verhaal voor te lezen. Ik denk dat dat iedereen een uur te maken. Dat gezegd hebbende, wil ik u wel toezeggen eens goed te gaan kijken naar de wijze lief ding waard zal zijn. waarop vragen tot stand komen en, los van de Mevrouw MINEUR (SP): Mijnheer de Voorzitter! inhoud, te kijken of de actualiteit het inderdaad noodzakelijkheid maakt tijdens een statenvergade- Ik zou graag willen dat wij de kwaliteit ook blijven bewaken en dat wij zaken die politieke actualiteit ring daarover het woord te voeren of dat het met hebben, gewoon met die aandacht behandelen die een schriftelijke afdoening kan via de commissie. ze nodig hebben. Mijn toezegging aan u is dat ik daarop zal terugkomen. De VOORZITTER: Vandaar dat ik vandaag in deze vergadering enige coulance zal betrachten, ook De heer DE KRUIJF (PvdA): Mijnheer de Voorzitgelet op de kwaliteit en de inhoud van de vragen. ter! In vervolg hierop: het is zeker niet onze bedoeling hier als standaard een vragenhalfuurtje te Dat laat onverlet dat ik u oproep zo kort mogelijk te zijn. krijgen dat anderhalf uur duurt. Dat is volstrekt Dan geef ik als eerste het woord aan de fractie van helder. Het moet wel actueel blijven Tegelijkertijd de PVV voor het stellen van een viertal vragen. Ik wil ik ervoor pleiten vanmiddag niet al te krampachtig om te gaan met de vragen die er nu liggen. wil het zo doen dat u eerst uw eerste vraag stelt Wat ons betreft kunnen wij er met coulance mee en dat u dan het antwoord van het college krijgt. omgaan qua tijd. Los daarvan kunt u kijken hoe Ik zie namelijk dat er verschillende woordvoerders dit in de toekomst zou moeten, maar voor vanzijn bij het college. middag zou ik willen pleiten voor flexibiliteit en voor ruimte in de discussie. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! De fractie van de PVV heeft al een aantal keDe VOORZITTER: Ik was niet van plan nu al, ren aandacht gevraagd voor het proces dat heeft zonder dat u van tevoren gewaarschuwd bent of geleid tot de aankoop van het nieuwe provinciezonder dat er overleg is geweest, extra beperkinhuis. De onderste steen is wat ons betreft nog niet gen op te leggen. Ik zie ook wel dat er een aantal boven. Er begint wel een beeld te ontstaan hoe vragen gesteld is waarover je de discussie zou hier met belastinggeld is omgegaan en het bericht
- 19 september 2011, pag. 10 -
dit weekend in de krant was wat dat betreft helder. De inrichting, en dan heb ik het alleen over de inrichting, van de kamers van de gedeputeerden kost € 24.000 per kamer. Dat is een jaarsalaris van een verpleegkundige. Tegen degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn, intussen inclusief D66 en GroenLinks – de aanbesteding moet nog worden gegund – kan ik slechts zeggen: "Gaat u zich schamen." Dan de inleiding tot mijn vraag. Drie verdiepingen van het provinciehuis komen leeg te staan. Ook de ABN Amro heeft aangekondigd drie verdiepingen niet te zullen gaan gebruiken. Dat vernamen wij via RTV Utrecht. Dat zijn zes lege verdiepingen in een kantorenmarkt van zeven miljoen vierkante meter aan leegstand. Dat is bijzonder slecht voor de waarde van je vastgoed van een belegging die verleden jaar VVD, CDA en de ChristenUnie de burger heeft opgedrongen. In een van onze eerste serie vragen hebben wij gesuggereerd of het niet verstandig zou zijn organisaties die verbonden zijn aan de provincie, die gesubsidieerd worden door de provincie, onder te brengen in het nieuwe provinciehuis. Doe dat dan snel, want ook die partijen hebben huurverplichtingen, die zij dan weer moeten opzeggen. Ik kan mij werkelijk niet voorstellen dat iemand in dit huis dat een onredelijke suggestie zou vinden. Zo beperk je de financiële schade die de belastingbetaler heeft opgelopen en zal oplopen. "Nee", zei het college van GS in antwoord op onze vragen, "wij zijn actief op zoek naar mogelijkheden tot verhuur." Geen argumentatie. Niets. Waarom makkelijk als het moeilijk kan, is klaarblijkelijk de gedachte. Er zou een lijstje zijn met kandidaathuurders, maar – ik weet daar iets van – lijstjes gaan in makelaarsland van hand tot hand om de klanten tevreden te houden. Het zou mooi zijn als er op dat lijstje van huurders een kandidaat-huurder staat, maar op de markt wordt op dit moment 20% tot 50% huurkortingen gegeven om huurders binnen te halen. Kortom, het is tijd om te handelen en niet langer af te wachten of er extern wellicht een huurder gevonden kan worden. Nu het college van GS zonder opgaaf van redenen ons voorstel afwijst, zijn wij genoodzaakt hier in het vragenhalfuurtje dit nogmaals aan de orde te stellen. Het kan toch niet zo zijn dat wij verdiepingen hebben leegstaan, terwijl verbonden
gesubsidieerde partijen elders huren. Wij willen het college van GS dit voorstel daarom alsnog in overweging geven. Zijn er geen huurders gestrikt per 1 november, ga dan over om partijen die aan ons verbonden zijn over te halen of te bewegen tot het huren in het nieuwe provinciehuis. De heer KROL (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Er zijn een paar dingen gezegd die niet in de vraagstelling staan, maar die wel enige verantwoording vergen, al is het maar omdat anders de behoefte aan misverstand blijft ontstaan. Het gaat om wel of geen leegstand. Zoals u weet, is in het kantoor dat wij gekocht hebben een aantal verdiepingen in gebruik door ABN Amro en heeft ABN Amro de verplichting die ruimtes te huren en daarvoor tien jaar de huur te betalen. Als ABN Amro die ruimte, om wat voor reden dan ook, minder of minder intensief gebruikt, vervalt niet de verplichting om die huur te betalen. Dat is punt één. Dat weet de heer Dercksen ook, want daarover heb ik hem vorige week uitgebreid gesproken. Punt twee. Het is zo dat voor de verdiepingen die wij niet zelf gebruiken in onze huisvestingslasten ook geen rekening met inkomsten is gehouden. Het is van belang dat hier te zeggen, omdat elke keer woorden als 'grote financiële strop' en 'grote financiële schade' worden gehanteerd. Dat snap ik wel als je er op die manier over wenst te spreken, maar dat is feitelijk onjuist. Nogmaals, er is met de door de Staten geaccordeerde hoeveelheid huisvestingslasten rekening gehouden met inkomsten, zoals die komen van ABN Amro; en die zijn er ongeacht de hoeveelheid kamers en ruimtes die men gebruikt. Dat is één. Twee: de huur van ruimtes die wij nog moeten verhuren zou een verlaging van de door de Staten afgesproken huisvestingslasten betekenen. Dus het moet worden omgekeerd. Als er verhuurd wordt, dan is dat mooi en dan levert dat minder gebruik van gemeenschapsgeld op. Ik ben het met de heer Dercksen eens dat dat iets is wat je moet nastreven. Het is zeker geen staaltje van laksheid om daar heel hard aan te werken. Nee, daar werken wij heel hard aan, maar het levert een vermindering van huisvestingslasten op en geen financiële schade voor een project, dat overigens op tijd en binnen het budget loopt. Wij hebben nee gezegd op de vraag om gesubsidi-
- 19 september 2011, pag. 11 -
eerde instellingen te verplichten. Dat was namelijk de vraag van de fractie van de PVV: wilt u gesubsidieerde instellingen verplichten om het provinciehuis te huren? Daarop is het antwoord nee. Dat ontslaat ons overigens niet van de verplichting om verschrikkelijk goed ons best te doen om in een moeizame kantorenmarkt gelieerde instellingen te bewegen naar het provinciehuis te komen. Dat geldt overigens voor alle organisaties die een beetje een goede aanvulling zouden kunnen zijn op ons werk dat wij op die plek doen. Niet ieder bedrijf zal er goed bij passen, maar nogmaals, wij zijn bereid daarvoor heel goed ons best te doen. Ik heb zelf de makelaar daarover gesproken. Men kan zeggen: "Dat neem ik niet al te serieus." Ik neem echter iemand die dat tegen mij zegt, altijd uitermate serieus. Hij zegt: "Wij doen ons uiterste best om te verhuren in deze moeilijke markt." Dat zal best een beetje moeilijk zijn, maar elke huurder die wij binnenhalen voor elk bedrag dat er binnenkomt, is winst ten opzichte van de huisvestingslasten, zoals wij in opdracht hebben meegekregen van u, Staten. Dat is het perspectief. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Ik wil graag nog iets helderder geformuleerd krijgen van de gedeputeerde, namelijk dat hij inderdaad bereid is te pogen gelieerde partijen, verbonden partijen, gesubsidieerde partijen, te bewegen in het provinciehuis te komen. Dat wil ik graag helder beantwoord hebben. Over winsten gesproken: ik heb net even een rekensom gemaakt. Elke laag in het provinciehuis is ongeveer 1000 vierkante meter. Wij hebben er € 2500 per vierkante meter voor betaald. Wij hebben dus een leegstand van € 7.5 miljoen. Bij mij komt dan het woord 'winst' niet erg snel naar voren. De heer KROL (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! De problematiek van de leegstand ontstaat inderdaad op het moment dat je koopt. Die keuze hebben wij met elkaar gemaakt. Wij wisten, toen wij het pand kochten, een bestaand pand, dat het qua omvang iets groter was dan wij op dat moment nodig hadden. De eventuele risico's die wij daarbij lopen, lopen wij vooral op het moment dat wij het pand verkopen. Dat zijn wij de komende jaren echter nog niet van plan. Van de vastgoedmarkt, zoals wij allen weten, zullen wij de komende jaren nog moeten afwachten hoe die
zich ontwikkelt. Of de vastgoedprijzen verhoogd of verlaagd worden, is een risico dat je neemt als je een pand koopt. Dan de echt concrete vraag van de heer Dercksen: zijn wij bereid ons best te doen? Gedeputeerde Staten brengen bij alle instellingen en organisaties waarmee wij in gesprek zijn – ik zal uiteraard geen voorbeelden noemen – de leegstaande verdiepingen in het provinciehuis uitgebreid aan de orde. Wij doen dus ons uiterste best om aan ons gelieerde instellingen of, zogezegd, medeoverheden te bewegen naar het provinciehuis te komen vanuit hetzelfde perspectief als het perspectief van de heer Dercksen, namelijk: hoe meer wij er binnen krijgen, hoe voordeliger het wordt. De heer DRIEHUIJS (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! De PvdA is, zoals u weet, altijd kritisch geweest over de aankoop. Wij vinden het een sympathiek idee van de PVV, maar als wij organisaties gaan verplichten – gedeputeerde Krol nam daar direct al afstand van – dan betekent dat ook dat zij die vierkantemeterprijs moeten kunnen betalen. Welke consequenties heeft dat voor bijvoorbeeld een gesubsidieerde instelling? De VOORZITTER: Volgens mij was dat niet de toezegging van de gedeputeerde. Ik geef de heer Krol een keer gelegenheid daarop te antwoorden. De heer KROL (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Ik heb inderdaad gezegd dat ik het woord 'verplichten', zoals dat in de vragen van de PVV stond, niet wilde overnemen. Wij doen echter ons uiterste best hen te bewegen. Dat doen wij in de volle breedte van het college. Wij gaan er natuurlijk wel van uit dat dit geen consequenties heeft voor het subsidiebedrag dat zij ontvangen. Dat zou in deze tijd een wat wonderlijke beweging zijn. De VOORZITTER: Mijnheer Dercksen, u krijgt de gelegenheid uw vragen te stellen over de Versnellingsagenda. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! In de laatste PS-vergadering van 27 juni jongstleden is unaniem het besluit genomen om de projecten uit de Versnellingagenda te staken en deze pas weer te vervolgen op het moment
- 19 september 2011, pag. 12 -
dat Provinciale Staten goedkeuring daaraan zou hechten. Wij zijn nu een klein kwartaal verder maar wij hebben nog niets gezien. Graag zouden wij dan ook op korte termijn een overzicht krijgen van alle projecten die het betreft, maar ook van de projecten die al in een vergevorderd stadium waren en die zonder financiële schade voor de provincie Utrecht niet meer konden worden bevroren. Wij gaan ervan uit dat er in de afgelopen drie maanden niet een project een point of no return heeft gepasseerd, want dan staat dat haaks op de afspraken die wij op 27 juni hebben gemaakt. De heer VAN LUNTEREN (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Zoals toegezegd, zijn wij binnen de kaders van de Staten gebleven. Daarover moest inderdaad een verhaal nog hier naartoe komen. Dat is vanmorgen bij mijn portefeuilleoverleg geweest. Dat is volgende week in het college en als het in het college is geweest, komt het naar de Staten. Als het dus allemaal een beetje meezit, dan kunt u daarover in de komende statenvergadering komen te spreken en besluiten. De VOORZITTER: Dan geef ik het woord aan de heer Dercksen voor vragen over de ambtsinstructie van de commissaris van de Koningin. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Ik wil dat combineren met vraag 4 van mijn lijstje. De VOORZITTER: Dat is de vraag over de rol van de belastingbetaler en de relatie provincie Utrecht – gemeente Utrecht. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Deze zomer kreeg het college van GS de oorkonde van de 'Coalitie Nu de stad!' voor de beste paragraaf in het coalitieakkoord voor binnenstedelijk bouwen. U bent onze felicitaties nog schuldig. Bij dezen. 'Nu de stad' is een samenwerkingsverband van markt- en overheidspartijen die binnenstedelijk bouwen stimuleren. Een van de deelnemers is, zeg maar een van de juryleden bij de oorkonde, Proper Stok, een vastgoedontwikkelaar. Laat dat jurylid nu net een paar weken later een subsidie krijgen van € 200.000 voor de realisatie van de woningen in de Nieuwe wereld op Kanaleneiland. Dat was dus misschien wel een
heel dure oorkonde. Het is overigens een project dat men samen met de gemeente Utrecht realiseert. De fractie van de PVV, ik wil dat graag nog een keer herhalen, stelde daarover al een keer een vraag: zou het niet beter zijn voor de belastingbetaler als de gemeente Utrecht wat minder GroenLinks-feestjes geeft – Culturele Zondag Groen: laat ik het hier maar direct noemen – en zelf deze € 200.000 voor haar rekening zou nemen? Het antwoord van het college van GS was: "Nee." Gevoel voor humor kan het college van GS derhalve niet worden ontzegd. Er is natuurlijk veel meer aan de hand. Er wordt niet alleen Culturele Zondag Groen georganiseerd, maar ook het aantal frauduleuze projecten in de gemeente Utrecht is intussen niet meer te tellen. Laat ik er een paar noemen: - Jongeren in Actie, waarbij de familie Belhadi geld in eigen zak stak, geregeld op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen door tal van PvdA-bestuurders onderling. Tegen alle regels in. Laat dat nog eens op u inwerken. De politieke elite vliegt de hele wereld over om de morele superioriteit te etaleren, maar hier, in deze stad, wordt op de dag van de verkiezingen illegaal geld uitgedeeld door PvdA-bestuurders, tegen alle regels in. - Dan is er nog € 800.000 verdwenen in de subsidie-industrie aan kansenwijken, krachtwijken, prachtwijken of hoe ze ook heten. Ook daar zijn de regels geschonden, want niemand weet waar het geld echt gebleven is. De VOORZITTER: Mijnheer Dercksen, wilt u uw vraag koppelen aan het beleid van de provincie Utrecht? Wat ik u nu hoor noemen, uiteraard heeft u het recht dat uit te spreken, zijn zaken die de gemeente Utrecht aangaan. Wij zitten hier in het provinciehuis. Dat weet u ongetwijfeld. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Dat is mij niet ontgaan. Ik wilde een aanloopje nemen naar mijn verzoek. Ik heb aangegeven dat wij geld geven aan de gemeente Utrecht. Ik wil voorstellen daarmee op te houden, omdat dat geld in een bodemloze frauduleuze put verdwijnt in de gemeente Utrecht. Ik wil dat graag nog even onderbouwen als u het niet erg vindt. De VOORZITTER: Als u dat heel kort kunt doen, zou ik dat zeer waarderen.
- 19 september 2011, pag. 13 -
De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Dat gaat lukken. Ik wilde nog een aantal voorbeelden geven van mislukte reïntegratiebureaus en fraude bij kunstprojecten. Ik moet echter haast maken, dus ik zal mij beperken. Deze handelswijze wordt geleid door burgemeester Wolfsen, die vervolgens ook toekeek toen er een homostel, een lesbisch stel en ook een Marokkaans gezin uit hun huis werden gejaagd, terwijl de enige echte activiteit die burgemeester Wolfsen erop nahield, het bijwonen van een buurtbarbecue was. Waarom zeg ik dit allemaal? Dan kom ik tot mijn punt. Het college van GS geeft € 200.000 aan een woningproject. € 200.000 voor een project van 1100 woningen met een omvang van meer dan € 100 miljoen. Zonder die € 200.000 was dat project natuurlijk nooit voor elkaar gekomen. De provincie Utrecht laat dus de autobezitter via de motorrijtuigenbelasting opdraaien voor het wanbeleid van de gemeente Utrecht. Dat vinden wij volstrekt onacceptabel. Wij roepen Gedeputeerde Staten dan ook op onmiddellijk alle projecten met de gemeente Utrecht te staken en geen nieuwe projecten meer op te starten, die zouden kunnen leiden tot geld van de provincie naar de gemeente Utrecht, niet voordat er een aantoonbaar einde komt aan het wanbeleid in de stad en tot het moment dat de slechtste burgemeester van Nederland zijn functie heeft neergelegd. Tot slot wil ik dan via u, voorzitter, de commissaris van de Koningin oproepen gebruik te maken van zijn ambtsinstructie. Die biedt namelijk de mogelijkheid oplossingen te zoeken bij conflicten tussen de raad en de burgemeester. Laten wij wel wezen: dat daar een conflict en een verstoorde relatie is, kan niemand meer ontkennen. De VOORZITTER: Ik moet u erop wijzen dat beantwoording plaatsvindt door gedeputeerde Van Lunteren. Als het gaat om de ambtsinstructie dan doet hij dat als de eerste loco-commissaris. Dan weet u in elk geval in formele zin het onderscheid tussen de beantwoording van de vragen.
Het zal echter toch niet zo zijn dat wij niet de kans krijgen daarop kort te reageren? Ik zou dat namelijk buitengewoon op prijs stellen. Als u dat niet toestaat, dan moet u de volgende keer ook niet toestaan dat er dergelijke statements worden afgelegd. De VOORZITTER: Ik sta u voor deze gelegenheid een statement toe. Ik sta echter geen discussie meer toe naar aanleiding van dat statement. Anders komen wij terecht in een semantische discussie over wat goed en wat slecht is en over wie minder en wie meer verantwoordelijk is. Mevrouw VERSTEEG (D66): Mijnheer de Voorzitter! Mag ik nog iets vragen, ook als punt van orde om dit vragenhalfuurtje beter te laten functioneren? Ik zou u graag willen meegeven, nu u toch nog gaat nadenken over de invulling hiervan, dat in artikel 48 bij punt 5 staat: "Na de beantwoording kan de vragensteller over hetzelfde onderwerp nog een of meerdere korte vragen stellen en deze op beknopte wijze toelichten en" – en dan komt het – "kan beraadslaging over de gestelde vragen plaatsvinden". In mijn optiek heeft de heer De Kruijf nu wel de ruimte om dat te doen. Wilt u dat meenemen voor een volgende vergadering, zodat daarover voor altijd duidelijkheid is? Dat is mijn verzoek aan u. Wij verzoeken ook enige coulance te geven. De VOORZITTER: Ik heb gezegd dat ik de ruimte biedt aan de heer De Kruijf om zijn statement af te geven. Ik vind het in deze situatie niet zo heel handig daarop nog een heel uitgebreide discussie te laten volgen, omdat wij dan in een semantische discussie zullen belanden. Ik ben mij er heel goed van bewust dat artikel 48 die ruimte biedt. Als uw voorzitter kan ik met uw goedvinden ook zeggen dat wij het bij het statement van de heer De Kruijf laten. Het is echter ongetwijfeld een aandachtspunt voor volgende keren.
De heer DRIEHUIJS (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! Ik ben blij dat u dat zegt op de vraag van mevrouw Versteeg. Tegen mij zei u net dat ik geen debat met de heer Dercksen mag aangaan. Dat De heer DE KRUIJF (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! Een puntje van orde. U staat de heer Dercksen mag dus wel. toe een compleet politiek statement hier neer te leggen, al is hem dat overigens van harte gegund. De VOORZITTER: Nee, dat ging over de beraad-
- 19 september 2011, pag. 14 -
slagingen, niet over een onderlinge discussie, waarbij je op een gegeven moment gaat afwijken van wat nu precies bedoeld wordt. Het antwoord op de vraag was namelijk al door de gedeputeerde gegeven. De heer DRIEHUIJS (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! Als ik een vraag gehad zou hebben voor de heer Dercksen, had ik die dan mogen stellen of niet? De VOORZITTER: Nee, bij het vragenhalfuurtje stel je normaal gesproken je vragen en, aanvullend, in tweede instantie, aan het college van GS. Die ruimte heb ik gegeven. De heer DRIEHUIJS (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! Ik denk dat wij nog eens goed naar het Reglement van Orde moeten kijken. De VOORZITTER: Nou, dat weet ik niet. Mevrouw DIK (ChristenUnie): Mijnheer de Voorzitter! Is het de bedoeling dat ik nu al een kort statement ga geven? De VOORZITTER: Ja, wat mij betreft wel. Ik vraag ook de heer De Kruijf naar voren te komen. Dan kunnen wij meteen afsluiten voordat de gedeputeerde de beantwoording doet.
leden die even niet helemaal goed omgaan met de brievenbus of een gedeputeerde in Limburg, die heel graag op de achterbank van die auto wil meerijden, ook dan zouden wij zeggen: "Nee, PVV, doet u dat niet, gun ieder zijn eigen verantwoordelijkheid." Dat zijn in mijn voorbeelden de Tweede Kamer of de Staten van Limburg. In het voorbeeld van de heer Dercksen is dat de gemeenteraad van Utrecht. Laat de verantwoordelijkheid daar waar hij thuishoort en bemoei je met de dingen waar jij over gaat. Dat zijn niet de dingen die hier door de heer Dercksen genoemd worden. Mevrouw DIK (ChristenUnie): Mijnheer de Voorzitter! Ik kan mij helemaal aansluiten bij het betoog van de heer De Kruijf. De vraag die bij mijn naar boven komt, is of de PVV de lokale democratie hier wel recht doet. Dat is mijn eerste vraag die ik aan de PVV zou willen stellen. Mijn tweede vraag: ik heb gezien, en dat heeft de heer Dercksen ook uitgesproken, dat de burgemeester van de stad Utrecht gekwalificeerd wordt als de slechtste burgemeester van Nederland. Ik begrijp dat de PVV een onderzoek heeft gedaan naar het functioneren van alle burgemeesters in Nederland. Ik zou graag willen weten wat de inhoud van dat onderzoek is geweest en welke criteria de PVV daarbij heeft gehanteerd.
De heer NUGTEREN (GL): Mijnheer de Voorzitter! Ik sluit hierbij graag aan met een iets ander De heer DE KRUIJF (PvdA): Mijnheer de Voorzitthema. Ik snap dat de PVV de grenzen in het ter! Wat ik zeer wil benadrukken na de toelichting debat wil verkennen en ik wijs ook op het taalgebruik daarbij. Ik vind dat de toon die nu wordt van de heer Dercksen, is dat dit absoluut de verkeerde discussie op het verkeerde podium is. gebezigd, waarbij de suggestie wordt gewekt dat U, voorzitter, hebt er zelf al iets over gezegd. Ik het gemeentebestuur van Utrecht accepteert dat onderschrijf dat werkelijk van harte. Wij hebben er er fraude is in strijd met de waarheid – kijk naar alle begrip voor dat de heer Dercksen ermee komt. de debatten in de gemeenteraad van Utrecht de Wij zijn als partij ooit ook jong geweest en wij laatste tijd –, op de grens ligt van behoorlijk taalhebben ook onze inwerkperiode in deze Staten ge- gebruik dat wij hier dienen te bezigen in het openhad. Dit is echter een verkeerde discussie op het baar bestuur. Ik hoop dat u als voorzitter daarop verkeerde podium. Dus dat moeten wij niet doen. wilt letten. Om aan te geven dat dit niet alleen gekoppeld is aan Utrecht – die suggestie zou misschien gewekt De VOORZITTER: Ik zeg u toe dat ik daar zeker kunnen worden – wil ik nog een paar voorbeelden, op zal letten. in bredere zin geven. Mijnheer Dercksen, er zijn twee vragen aan u geStel dat de PVV zou komen met vragen over steld door mevrouw Dik. Ik geef u gelegenheid die Tweede-Kamerleden, die heel onaardig tegen hun vragen te beantwoorden. echtgenoten zijn, Tweede-Kamerleden die heel onvriendelijk in cafés optreden of Tweede-KamerDe heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzit-
- 19 september 2011, pag. 15 -
ter! In zijn algemeenheid wil ik zeggen dat het onderwerp dat ik hier aankaart, inhoudt dat wij als provincie geld geven aan de gemeente Utrecht. Dat het onderwerp hier niet in de vergadering zou passen, is volstrekt onjuist. Bij alle voorbeelden die de heer De Kruijf noemde, heb ik geen rol gezien voor de provincie Utrecht. Volgens mij worden Kamerleden van de PVV niet door dit huis betaald. Dus, dat is onzin.
teerde Mobiliteit. Wij doen namelijk nogal wat projecten, ook op het gebied van economie overigens, samen met de gemeente Utrecht. Daarin hebben wij vaak heel goede, gelijkgeschakelde belangen. Ik noem als voorbeeld vanuit mijn portefeuille de Noordelijke Randweg Utrecht, waaraan wij meefinancieren. Zo zijn er tal van andere onderwerpen, waarin wij gemeenschappelijke belangen hebben. Ik denk dat die gemeenschappelijke belangen overal netjes getoetst worden; De VOORZITTER: Laten wij ons beperken tot de die worden hier getoetst en daarop kan men mij twee vragen die mevrouw Dik heeft gesteld. Dat bevragen. Dat geldt ook voor mijn collega's hier ging over de lokale democratie en een onderzoek en in een gemeenteraad kan men dingen bevragen naar de burgemeesters in Nederland met de uitdie een gemeente raken. Zo werkt de democratie, gangspunten daarbij. zoals al door een aantal mensen hier is gezegd. Wij leggen verantwoording af voor wat hier geDe heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitbeurt. In de gemeenteraad leggen wethouders en ter! Ons fractiebudget laat het helaas nog niet burgemeesters verantwoording af aan de gemeentoe een burgemeestersonderzoek uit te voeren, teraad. Zo zit het in elkaar. maar iedereen die een beetje heeft opgelet komt Op de vraag of wij gaan stoppen met het geven tot de conclusie dat er een verstoorde relatie is van geld aan Utrecht, zeg ik: "Dat deden wij al met burgemeester Wolfsen. Als mevrouw Dik kan niet, dus dat gaan wij ook niet doen." Als ik de aangeven dat er gemeenten zijn waar het laatste vraag zo zou moeten lezen of wij niet meer gezahalfjaar ook vijf spoeddebatten zijn geweest over menlijk in projecten gaan optreden om belangen het functioneren van de burgemeester, dan hoor ik gelijk te schakelen en om daarmee meer voor dat graag. onze inwoners te kunnen bewerkstelligen – de inwoners van Utrecht zijn namelijk ook de Mevrouw DIK (ChristenUnie): Mijnheer de Vooronze – dan is mijn antwoord nee. Zolang er goede zitter! Ik heb ook de krant gelezen en ik heb ook projecten zijn, dan stappen wij daar nog steeds in, gezien dat er sprake is van een verstoorde relatie. ongeacht kleur en samenstelling van een college. Dat kan ik met de heer Dercksen constateren. Ik vind het echter van een heel andere orde dat hij Dan mijn rol als loco-commissaris. De heer iemand diskwalificeert als"de slechtste burgemees- Dercksen vraagt in te grijpen in een conflict dat ter van Nederland". Dat kan hij gewoon niet hard er zou zijn tussen de raad en zijn burgemeester. maken. Dat is niet aan de orde, want conform artikel 7a, waaraan de heer Dercksen refereert, moet er De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitsprake zijn van een motie van wantrouwen die is ter! Ik heb aangegeven waarop ik dat heb gebaingediend en aangenomen. Dan is er een conflict seerd. Mevrouw Dik geeft mij in elk geval ook niet met de raad en dan wordt de commissaris van de aan dat zij andere cijfers heeft gelezen. Koningin geacht actief op te treden en daarin te handelen als dat personele gevolgen zou hebben. Dat neemt niet weg dat er ook gevraagd wordt als De VOORZITTER: Dan geef ik het woord aan de heer Van Lunteren, zowel in zijn rol als lococommissaris actief een rol te vervullen en gesprekken aan te gaan. Die gesprekken hebben natuurlijk commissaris als in zijn rol als gedeputeerde om de vragen te beantwoorden. Misschien kunt u zelf gewoon plaatsgevonden. Er gebeurt namelijk een aangeven wanneer u in welke rol spreekt. aantal dingen en dan functioneert de commissaris als klankbord. In zoverre hebben die gesprekken De heer VAN LUNTEREN (gedeputeerde): Mijnplaatsgevonden. Er is echter op dit moment geen heer de Voorzitter! Laat ik beginnen als gedepuenkele sprake van een conflict tussen de raad – de teerde Financiën en als belanghebbend gedepuraad moet dan in meerderheid zijn – en de burge-
- 19 september 2011, pag. 16 -
meester. Er is op dit moment in deze Staten dus geen enkele reden om daarover met de commissaris van gedachten te wisselen.
De VOORZITTER: Wij mogen hier geen reclame maken. Dat weet u?
Mevrouw MINEUR (SP): Mijnheer de Voorzitter! Ik noem het als één voorbeeld van meerdere. De VOORZITTER: Dan kom ik bij de vragen van de fractie van de SP. Die hebben betrekking op de Ik zal mijn vragen kort samenvatten. • Welke maximum bedragen heeft het college huisvestingskosten van het college van GS. zichzelf gesteld? • Is er onderscheid tussen de gedeputeerden en de Mevrouw MINEUR (SP): Mijnheer de Voorzitter! commissaris van de Koningin? In het Algemeen Dagblad/Utrechts Nieuwsblad (AD/UN) van zaterdag 17 september lazen wij dat • Wat is de onderbouwing van de cijfers? Zijn er kwantificeerbare eisen vanuit het college? Zijn er het college van plan is per persoon zo'n € 25.000 misschien eisen vanuit de ministerraad? Is er weuit te geven aan de nieuwe werkkamers in het tenschappelijk onderzoek geweest, dat aantoont Fortisgebouw. Als er geen bijzondere afspraken gedat dit van doorslaggevend belang is? maakt zijn voor de commissaris van de Koningin, komt het uit op zo'n € 125.000 aan inrichtingskos- Wij horen graag de antwoorden van het college ten. Ik vraag mij werkelijk af hoe het college denkt van GS. Eventueel dient de fractie van de SP een motie in over een norm van € 6000. dit te kunnen uitleggen aan alle organisaties en inwoners van de provincie Utrecht die te maken De VOORZITTER: Het woord is aan de gedepukrijgen met aangekondigde bezuinigingen. teerde. Ook voor de gedeputeerde geldt dat hij "Het college moet ministers kunnen ontvangen" geen reclame mag maken. heeft het Algemeen Dagblad opgetekend uit de mond van uw woordvoerder. Minister Bleker heeft vaker aan de keukentafel van Nederlandse boeren De heer KROL (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Als je iets aangeboden krijgt, moet je er ook gezeten en blijkbaar wegen hun argumenten erg serieus naar kijken. Dat doe ik graag. zwaar. Ik denk dat gedeputeerde Krol ook beter Ik krijg vragen de fractie van de SP op basis van een keukentafel kan neerzetten dan een tafel een artikel uit het AD/UN. Dat gaat niet altijd over van € 10.000 wil hij het verschil maken voor de hetzelfde als de feiten die wij daarover gecommutoekomst van de natuur in onze provincie. Gedeputeerde De Vries moet zich hard maken voor de niceerd hebben naar de Staten. In de laatste vergadering van de commissie BEM hebben wij uitgerecreatiegebieden. Ik denk dat hij het meeste indruk maakt wanneer hij een picknicktafel neerzet. breid gediscussieerd over huisvesting. Wij hebben Gedeputeerde Van Lunteren moet om de tafel met de Staten daar precies verteld wat de bedragen minister Schulz van Haegen om meer openbaar zijn die beschikbaar zijn, zowel voor de verbouwing, voor de aankoop, voor het onderhoud als vervoer te realiseren. De minister is gewend te voor de huisvestingslasten. Ik heb er behoefte aan zitten aan tafels van de cement- en betonlobby. Als de heer Van Lunteren daartegen op wil, kan hij op basis van die feiten met elkaar te discussiëren en niet op basis van een krantenartikel. Op die zich beter laten sponsoren door de meubelinduwijze zal ik trachten de vragen te beantwoorden. strie. Van gedeputeerde Pennarts verwacht ik eigenlijk dat zij zich houdt aan de GroenLinks-norm Ik moet even een paar dingen vooraf zeggen. In van € 5000. Een paar jaar geleden heeft GroenLinks in de Tweede Kamer zich boos gemaakt over wezen zijn deze vragen te vroeg gesteld. Zoals u misschien weet – ook dat heb ik in de com'the big spenders' in de regering Balkenende en gepleit voor een norm van maximaal € 5000. Het missie BEM uitgebreid verteld – hebben wij een verbaast mij dat mevrouw Pennarts die norm niet aanbesteding gedaan voor het verbouwen van het provinciehuis. Er moet nog een aanbesteding heeft voorgesteld aan haar collega's. plaatsvinden voor de inrichting van het provincieIk heb voor het gemak al wat catalogi meegehuis. Dus de werkelijke kosten van de inrichting bracht. Die zal ik zo overhandigen. Zelfs voor zijn op dit moment onbekend. Dat geldt ook voor € 5000 kunnen gewone mensen hun werkkamer de inrichting van de kamers van de gedeputeermet gemak inrichten.
- 19 september 2011, pag. 17 -
den. Wat wij echter wel gedaan hebben, is dat wij een einde gemaakt hebben aan een aantal regelingen, zoals die bestonden in het provinciehuis de afgelopen decennia en die overigens in Den Haag wel gebruikelijk zijn. Bij de provincie Utrecht was het zo, en dat is ook gebruikelijk bij het Rijk, dat gedeputeerden die nieuw begonnen een budget hadden om hun kamers in te richten. Daarvan is de laatste 20, 30, 40 jaar ook vrijmoedig gebruik gemaakt, mag ik wel zeggen, om op die wijze kamers in te richten als er nieuwe gedeputeerden kwamen. En u weet dat nieuwe gedeputeerden er niet altijd elke vier jaar komen; soms zaten zij er maar heel kort. Wij hebben in het begin van deze periode afgesproken dat zo niet meer te doen, maar te zeggen: "Luister eens, je hebt een kamer en die kamer heeft een bepaalde inrichting en met die inrichting moet je het de komende jaren doen." Ik mag u wel meedelen dat dit college van GS dus ook voor zichzelf gekozen heeft niet van die bestaande regeling gebruik te maken, maar gewoon te blijven zitten op de meubels die er zijn.
teerde. Wat er dus gaat veranderen, is dat al die gedeputeerden dezelfde kamer krijgen met dezelfde stoelen en dezelfde tafel en hetzelfde bureau. Wij zijn van plan daar redelijk lang mee te doen. Ik zal geen reclame maken en ik zal niet zwaaien met een catalogus … De VOORZITTER: Voor je het weet krijg je Kamervragen over wat wij hier in de provincie Utrecht doen. Ik kom uit het bedrijfsleven en, zoals u zich kunt voorstellen, is dat voor mij als VVD-er wat lastiger. De heer KROL (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Maar u bent nu voorzitter, mijnheer de voorzitter? De VOORZITTER: Ik probeer op te komen voor de belangen van eenieder.
De heer KROL (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Dat snap ik. Het gaat dus om een gestandaardiseerde kamer, in Voor het nieuwe provinciehuis hebben wij gezegd: plaats van de mogelijkheid van vervanging elke vier "Wij gaan met die nieuwe situatie verder." Dat wil jaar. Wij hebben het dan over de hele kamer; dus alles wat nodig is om die kamer tot een kamer te zeggen: wij richten het hele provinciehuis in een maken. Als je daar lang mee doet en je schrijft het keer nieuw in. Dat doen wij zo duurzaam mogelijk. Wij hebben gezegd dat wij als richtlijn nemen over een heel lange periode af, dan heb je het over een ander bedrag dan het bedrag dat mevrouw de € 20.000 die vroeger in de boeken stond voor een gedeputeerde die nieuw binnenkwam om een Mineur genoemd heeft. Laat er geen misverstand over bestaan, want het kamer in te richten, als maximaal bedrag wat wij zijn natuurlijk de bekende discussies, die op elk nikunnen gebruiken voor de inrichting voor de kamers van de commissaris van de Koningin en de veau, in elk gremium met graagte en met vreugde gedeputeerden. Nogmaals, de aanbesteding daar- worden gevoerd. Wij zijn het er echter mee eens dat je sober en doelmatig met je belastinggeld van moet nog plaatsvinden. moet omgaan. Dat geldt ook in deze provincie Nu lees ik in dezelfde krant dat er een aanbieder Utrecht. Dat betekent dat er ook in de manier was die zei dat hij het voor veel minder kan. Dat stel ik uitermate op prijs, want ik ga ervan uit dat waarop je kamers in het provinciehuis inricht, zowel voor de medewerkers als voor de bestuurders, de betreffende meneer of mevrouw die dit zegt geen sprake mag zijn van overdaad, van onnodige met de aanbesteding meedoet. Dan hebben wij luxe en flauwekulfranje. Daarmee ben ik het eens. aanmerkelijk lagere kosten voor de inrichting van Het is echter soms iets te gemakkelijk om te zegons hele provinciehuis dan wij gedacht hadden. Nogmaals, het gaat om één aanbesteding voor het gen: "Laten wij het nu eens voor een paar duizend euro goedkoper doen." Soms is het zo dat je eerst totale interieur. Wij kiezen dus voor die gestaneen nette aanbesteding doet. Dan wordt het misdaardiseerde oplossing. schien wel een heel stuk minder. Dan zijn wij alElke gedeputeerde heeft een vergaderplek in zijn lemaal blij en gaan wij de Staten vertellen dat het kamer. In mijn geval met acht stoelen. Er staat ietsepietsie minder gaat worden, want wij hebben ook nog een bureau, waar ik ook nog wel eens een mooie aanbesteding gedaan. Vervolgens gaan achter zit. Dat zijn eigenlijk de enige bijzondere wij er heel lang mee doen. Dat is ontzettend duurinrichtingsfeiten van een kamer van een gedepu-
- 19 september 2011, pag. 18 -
zaam. Een standaard inrichting. Niks aan de hand. van mij en van mijn collega's, want er wordt de hele dag door aan die vergadertafel vergaderd, Dan de volgende vraag: wordt er onderscheid geook wel door externen. Er zijn nog nooit klachten maakt tussen de maximumbedragen van de com- gekomen over de inrichting van de kamer. Er wormissaris van de Koningin en de gedeputeerden? den overigens wel complimenten over het uitzicht Nee, wij maken daarin geen onderscheid. Dus ook gemaakt. de commissaris krijgt een vergadertafel waaraan hij mensen kan ontvangen en een bureau waar hij Dan de vraag of mij enig wetenschappelijk onderzoek bekend is, waaruit blijkt dat het hebben achter mag zitten. van luxe inrichting bevorderlijk is voor de kwaliteit Gaat het meubilair en dergelijke lang mee? Is dat van het beleid dan wel de uitkomst van zakelijke wel of niet afgeschreven? Het meubilair is afgeschreven. Dat geldt in elk geval voor mijn eigen onderhandelingen. Daarop is het antwoord ook tafel. Ik heb het nagekeken, want dat vindt u vast nee. Wij zijn niet van mening dat wij de kamer om die reden mooier of minder mooi moeten aankleinteressant. Die is ooit aangeschaft door gedeputeerde Robbertsen, zeventien jaar geleden. Ik denk den. Hier geldt maar één duidelijke opmerking: sober, doelmatig, aanbesteden, gestandaardiseerd dat de tafel niet mee kan, maar wij kijken er wel en, inderdaad, altijd goed kunnen uitleggen in de serieus naar, want – dat is het antwoord – meubilair gaat waar mogelijk lang mee. Dat geldt ook volksvertegenwoordiging. Als wij aanbesteed hebvoor kunst. Ik ben erg verknocht aan het schildeben, kom ik de Staten dat graag vertellen. rijtje op mijn kamer. Ik was van plan dat ook mee De VOORZITTER: Ik ga ervan uit dat dat antwoord te nemen. voor mevrouw Mineur van afdoende aard is. Mevrouw Hoek, u wilt een aanvullende vraag stellen Dan de volgende vraag: welke kwantificeerbare aan de gedeputeerde? eisen stelt het college aan de inrichting van de werkkamers? Moeten de bureaustoelen bijvoorbeeld extra duurzaam zijn? Moeten de tafels extra Mevrouw HOEK (50PLUS): Mijnheer de Voorzitstevig zijn? Indien ja, op een of beide vragen, welk ter! Graag. Heel veel vragen die bij mij opkomen zijn inmiddels beantwoord. De gedeputeerde heeft aspect van het werk van gedeputeerde noodzaakt het over een langere periode, maar waaraan denkt daartoe? hij dan? Is dat een blok van twee periodes of drie Mijn antwoord is, en eigenlijk heb ik dat al geperiodes? Ik bedoel natuurlijk verkiezingsperiodes; geven: Gedeputeerde Staten hebben besloten de kamers gestandaardiseerd in te richten en nieuwe vier, acht of twaalf jaar. Dan een ander aanvullend punt. Ik wil meegegedeputeerden niet langer in de gelegenheid te stellen hun kamer opnieuw in te richten. Dit colven het meubilair dat mee kan naar het nieuwe lege werkt al volgens deze richtlijnen. provinciehuis, inderdaad mee te nemen. De gedeputeerde sprak wel over het meubilair van Dan de vragen 5 en 6, die voortvloeien uit een me- de commissaris, maar ik neem aan dat dat ook dedeling in de krant over de ontvangst van minis- voor de gedeputeerden geldt. Wat gebeurt er met ters. Ik weet niet hoe die zin daarin is gekomen, meubilair dat niet meegaat? Daar ben ik ook wel nieuwsgierig naar. maar wij ontvangen zelden ministers. Ministers bellen meestal op, zoals vanmiddag, en zij zeggen De VOORZITTER: Ik aarzel even, want ik krijg de dan: "Wij kunnen om vijf uur, wilt u wel zo snel neiging te zeggen dat deze vraag ook wel in de mogelijk komen?" Dan racen wij heel hard, keucommissie gesteld had kunnen worden. Dit soort rig binnen de maximumsnelheid uiteraard, naar vragen kan ook nog gesteld worden bij de aanDen Haag. Ministers maken zich namelijk zelden vrij – het is mij de afgelopen vier jaar in elk geval besteding. Ik laat het over aan de gedeputeerde niet overkomen – om op de kamer van de gededaarop te reageren. puteerde te komen. Een andere inrichting zoals in dat kader werd verwacht, is niet noodzakelijk. Wij De heer DE KRUIJF (PvdA): Mijnheer de Voorzitontvangen wel veel mensen aan de vergadertafels ter! Het gaat in de politiek heel erg om, zogezegd,
- 19 september 2011, pag. 19 -
moreel gezag en geloofwaardigheid. Dat geldt voor ambtenaren, maar met name voor politici. Zeker in dit geval speelt dat heel erg, omdat dit college en deze coalitie de Utrechtse samenleving enorm zware bezuinigingen oplegt. Juist dan mag je van de politici van deze Utrechtse samenleving vragen uiterste soberheid te betrachten bij, in dit geval, de inrichting van hun eigen werkkamer. Dat geldt ook voor dienstauto's en eigenlijk geldt het voor alles. Wat hoor ik dan de gedeputeerde zeggen? Dat wellicht als gevolg van de aanbesteding de bedragen ietsepietsie minder zouden kunnen zijn. Als ik het heb over geloofwaardigheid en moreel gezag, dan is dat toch net een ietsepietsie te weinig. Het zegt mij namelijk niet zoveel. Ik wil de gedeputeerde, het hele college en in het bijzonder de D66- en de GroenLinks-gedeputeerden vragen om toch vooral in de uitkomst van de inrichting van die kamers stevig lager te gaan zitten dan dat 'ietsepietsie minder', dat misschien toevalligerwijs uit die aanbesteding naar boven komt. De heer KROL (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! U weet dat voor de economische levensduur, de afschrijving, van meubilair zes jaar wordt gerekend in Nederland. Wij gaan er zeker van uit dat wij er langer dan tien jaar mee kunnen doen. Dan kunt u zelf uitrekenen: als het inderdaad dat bedrag kost, dan ben je ongeveer € 2000 per jaar kwijt. Tegen de heer De Kruijf van de PvdA wil ik zeggen dat dit een lastig punt is. Ik zal de vraag in zorgvuldigheid beantwoorden. Ik vind inderdaad dat bestuurders van elke politieke kleur van onbesproken gedrag moeten zijn en zich in hun gedrag en in hun uitingen als zij met gemeenschapsgeld omgaan uitermate zorgvuldig moeten zijn. Ik ben de langstzittende gedeputeerde van dit college. Ik heb elke samenstelling meegemaakt. Ik vind dat het op z'n minst van gebrek aan historisch besef getuigt dat vanuit uw perspectief deze vraag gesteld wordt. En dan kies ik mijn woorden, omdat dit een openbare vergadering is, waarin met fatsoen met elkaar gesproken wordt, uitermate zorgvuldig. U kunt zich echter voorstellen dat ik u adviseer: zoekt u het nog eens na wie de afgelopen jaren gebruik gemaakt heeft van deze regeling en voor welke bedragen dat gebeurd is. Kijkt u vervolgens eens naar de politieke kleur van dit college en naar de bestuurders die hier zitten. Zij hebben ervoor
gekozen uitermate zorgvuldig en uitermate sober om te gaan met de budgetten, juist omdat wij een voorbeeldfunctie hebben. En dan vind ik het een vervelende vraag. Dan zeg ik het erg netjes. En passant werd ook nog even een aantal andere punten genoemd. Dit college kiest ervoor niet met zes gedeputeerden verder te gaan, maar met vier, omdat zij een voorbeeld hebben: weinig bestuurders, weinig geld. Terecht. Dit college kiest er als enige college in Nederland voor, zoals blijkt uit een onafhankelijk onderzoek van RTL, het met de minste dienstauto's te doen van allemaal en daarmee ook met de laagste kosten. Uw appèl klopt, maar kijkt u ook eens in eigen kring. De heer DE KRUIJF (PvdA): Mijnheer de Voorzitter! De heer Krol reageert heel uitvoerig en gebruikt heel veel woorden. Ik heb nog steeds geen antwoord gekregen op mijn vraag. Mijn verzoek was namelijk heel simpel: om toch vooral de uitkomst van die aanbesteding niet bepalend te laten zijn voor de inrichtingskosten. Kies ook bewust los van de uitkomst van die aanbesteding voor een laag bedrag, waarbij ook meubels die misschien financieel-technisch afgeschreven zijn, nog zeer goed inzetbaar zijn. De heer KROL (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Uiteraard kiezen wij ervoor, vanuit het perspectief dat ik zelf heb aangegeven, dat zo sober mogelijk te doen. Dat betekent ook dat wij dat zo duurzaam mogelijk moeten doen. Dat betekent ook dat wij proberen die kosten zoveel mogelijk in de hand te houden. Dat hele provinciehuis is natuurlijk een verschrikkelijk populair item, maar wij gaan ervan uit dat de inrichting van het provinciehuis op een zo net mogelijke manier gebeurt. Ik heb daarover overigens in de commissie BEM gerapporteerd. Ook schriftelijk rapporteer ik daarover. Ik beantwoord elke keer weer schriftelijke vragen daarover om de Staten daarop goed te laten controleren. Daaruit blijkt dat wij blijven binnen de kaders die de Staten daarvoor gesteld hebben – of u voor of tegen was, is niet meer relevant –, dat wij op tijd en binnen het budget gewoon doen wat wij met u afgesproken hebben. Ik ben het ermee eens dat wij daar waar dat kan, dat zo sober en zo eenvoudig mogelijk doen. Daarvoor is niet altijd de folder die ik net gekregen heb maatgevend, maar de tijd die wij ermee kunnen doen en als wij
- 19 september 2011, pag. 20 -
er langer mee doen, dan is dat misschien vanuit het perspectief van duurzaamheid ook verstandig. Een deel van de meubels wordt opnieuw gebruikt. Dat hebben wij ook met de Staten afgesproken, bijvoorbeeld de stoelen gaan mee, de meubels niet. Wat wij overhouden, zoals dat gebruikelijk is, gaat of naar een opkoper of dat maakt deel uit van de aanbestedingsprocedure. De VOORZITTER: Bij de definitieve aanbestedingen en op het moment dat de contracten gegund worden, zal hiervoor ongetwijfeld nog aandacht worden gevraagd in de commissie BEM. Daar wil ik u te zijner tijd naar terugverwijzen. Mevrouw Mineur, voor u zijn de laatste tien seconden op dit onderwerp. U moet toch tevreden zijn. Mevrouw MINEUR (SP): Mijnheer de Voorzitter! Wij zijn in zoverre tevreden dat het college erkent dat er geen reden is om met zulke belachelijke bedragen te komen. Er zijn geen kwantificeerbare eisen. De ministers stellen geen eisen. Er is geen wetenschappelijk onderzoek bekend, waarmee deze norm verantwoord zou kunnen worden. Ik verwacht dus dat het college mijn motie over de inrichtingskosten gewoon kan overnemen. De gedeputeerde noemt een periode van zes jaar om meubels af te schrijven. Economisch, inderdaad. In elk geval draagt onze motie het college op zich te houden aan de norm van maximaal € 6000 inrichtingskosten per kamer. Ik ben blij te horen dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen de commissaris van de Koningin en de gedeputeerden. Die regel kunnen wij dus rustig laten staan. Motie M1(SP): inrichtingskosten Provinciale Staten van Utrecht, in vergadering bijeen op 19 september 2011; overwegende dat: • er fors bezuinigd wordt op de rijksbijdrage en die bezuinigingen doorwerken naar burgers en organisaties in de provincie Utrecht; • het college van Gedeputeerde Staten kiest voor een sobere overheid die zich richt op kerntaken; • de aankoop en inrichting van het nieuwe provinciehuis al een aanzienlijke toename betekent van
•
het geld dat de provincie aan zichzelf besteedt; er geen aantoonbaar verband is tussen een luxe inrichting en de kwaliteit van het bestuur;
constaterende dat: de fractie van Groenlinks in de Tweede Kamer in 2006 een grens van € 5000 voorstelde, en dat de gemeente Nieuwegein de inrichting van de nieuwe werkkamers voor elkaar heeft gekregen voor € 6000; dragen het college op zich te houden aan een norm van maximaal € 6000 inrichtingskosten per kamer, zowel voor de commissaris van de Koningin als voor de gedeputeerden. En gaan over tot de orde van de dag, De VOORZITTER: De motie is voldoende ondertekend en maakt deel uit van de beraadslging. De motie kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. Op een later tijdstip zullen wij gaan stemmen over de motie. Dan kom ik bij het volgende onderwerp. Vragen over de strippenkaart worden gesteld door de heer Meijer van de fractie van de SP. Hij heeft mij beloofd dat hij heel kort en krachtig zal zijn. De heer MEIJER (SP): Mijnheer de Voorzitter! De strippenkaart wordt afgeschaft per 3 november a.s. als het aan het college en de minister ligt. Het gaat hier niet om nieuwe feiten, het gaat hier wel om de omstandigheid dat er iets gebeurt, waarover wij ons grote zorgen maken en dat iedereen het wel best lijkt te vinden. In de commissie MME is gedebatteerd en er zijn vragen gesteld – daar zijn wij hier inderdaad erg goed in – om aan de bevolking te laten zien hoe serieus wij dat onderwerp nemen. Uiteindelijk is de brief van de minister aan ons doorgestuurd en er is kennelijk niemand die de behoefte heeft hierop te reageren. Dit is zorgelijk, omdat een aantal zaken gewoon nog niet goed op de rit staat. Allereerst is dat de totale tarievenstructuur, zoals die uiteindelijk bij de burger terecht zal komen. De VOORZITTER: Mijnheer Meijer, voordat u een heel betoog houdt, zoals u dat ongetwijfeld ook al in de commissie gehouden heeft, vraag ik u over te gaan naar uw concrete vragen om te voorko-
- 19 september 2011, pag. 21 -
ingegeven door procedurele overwegingen zonder dat inhoudelijk de zorgen worden weggenomen?" Nee, want ik heb hier namelijk uitgebreid met u De heer MEIJER (SP): Mijnheer de Voorzitter! Ik van gedachten gewisseld over de punten die daar dank u voor de ondersteuning om mijn betoog nog in zaten. Dus er wordt niet alleen procedureel voort te zetten in de richting die een korte afronnaar gekeken. Wij hebben vanmorgen zelfs in het ding mogelijk maakt. portefeuilleoverleg nog weer eens gesproken over het Viziriskaartje: hoe moet je daarmee omgaan De VOORZITTER: Dat was niet mijn verzoek. Dat en hoe kun je dat hier in de provincie nog los weet u heel goed. regelen? Laat staan dat er natuurlijk een landelijke pilot voor is geweest. De heer MEIJER (SP): Mijnheer de Voorzitter! Er is "Deelt u de opvatting dat het argument "iedereen een aantal wezenlijke punten, met name ten aandoet het" in onvoldoende mate recht doet aan zien van de reiziger en dergelijke, niet geregeld. de belangen van de reizigers binnen de provincie Wij zitten nu op een punt dat er nog iets gedaan Utrecht?" Nee, want dat is niet het argument. Het kan worden. Als wij wachten tot de volgende argument is dat wij die afspraak hebben gemaakt staten- of commissievergadering is dat zo dicht en dat wij moeten voldoen aan de commissie Kist. bij 3 november dat het ridicuul wordt er op dat Daaraan voldoen wij en dan voeren wij dit door. moment nog aandacht aan te besteden. Dat is de Daarbij hebben wij alle zorgvuldigheid in acht actualiteit van dit moment. De vragen die ik stel, genomen. In heel wat provincies en steden is dit zijn: inmiddels al helemaal ingevoerd en is het allemaal 1. Vindt u werkelijk dat, alles overziend, dit het geruisloos en vlekkeloos verlopen. Dat is ook allegoede moment is om dit te laten passeren? maal gegaan volgens diezelfde toetsing. Wij wor2. Neemt u verantwoordelijkheid voor de effecten den op dit moment – dat heb ik ook al in de comop diverse groepen in de samenleving? missie gezegd – beoordeeld op de OV-chipkaart, Uiteraard ga ik niet alle vragen oplezen, maar ik krijg hoewel wij die hier nog niet eens volledig hebben wel graag een reactie van de gedeputeerde daarop. ingevoerd. De mensen die hem wel hebben, zijn er uitermate tevreden over. De heer VAN LUNTEREN (gedeputeerde): Mijn"Bent u, alles overziend, niet van oordeel dat in heer de Voorzitter! Als de vragen niet worden feite de voortgang van het landelijk project voorop voorgelezen, moet ik ze hier misschien toch hele- gestaan heeft en niet de belangen van de reizigers maal noemen, anders weten de andere mensen in in de provincie Utrecht?" Nee, dat is absoluut de zaal niet, inclusief de verslaglegging, welke vra- niet het geval, zeker niet als u de commissievergen mij gesteld worden. De vragen zijn overigens gadering in ogenschouw neemt, waarin ik u de al een keer in de commissie aan bod geweest, dus antwoorden heel uitgebreid heb gegeven. Ik ben misschien kunnen wij ze snel afdoen. toen klip en klaar geweest over alles wat wij zoal De eerste vraag: "Vindt u het verantwoord een hebben gedaan in dat traject, ook voor wat bedergelijk ingrijpend besluit te nemen zonder dat treft de campagnes en dergelijke die wij hebben de feitelijk door de commissie Kist gehanteerde gevoerd. Als wij dat niet voor ogen zouden hebrekenmethode binnen de provincie Utrecht bekend ben gehad, zou de commissie Kist, en dus ook de is?" Ja, wij hebben daarover op nationaal niveau minister, ons geen toestemming hebben geven de afspraken gemaakt en dat is uitgebreid besproken OV-chipkaart hier in te voeren en het NVB (Natioin de Kamer. Elke provincie heeft zich daaraan te naal vervoersbewijs) in de provincie Utrecht af te houden. Ook wij houden ons daaraan. Het antschaffen. woord op de vraag is dus ja, althans, dat is verantwoord, want dat hebben wij met elkaar hier in dit De VOORZITTER: De antwoorden zijn duidelijk. U land zo afgesproken. krijgt nog kort de gelegenheid voor een reactie. "Erkent u dat uw reacties op bezwaren van het ROCOV (Regionaal Overleg ConsumentenorganiDe heer MEIJER (SP): Mijnheer de Voorzitter! Het saties Openbaar Vervoer) in belangrijke mate zijn was inderdaad niet mijn bedoeling de discussie men dat het inderdaad een vragenanderhalfuurtje gaat worden. Ik zou u zeer erkentelijk zijn.
- 19 september 2011, pag. 22 -
uit de commissie hier te herhalen, maar het punt is dat wij geen andere weg meer kunnen ingaan als wij dit zomaar laten passeren. Er blijft nog een aantal vragen open die de gedeputeerde in beperkte mate heeft beantwoord, net zoals dat het geval was in de commissievergadering. De onduidelijkheden zijn nog zodanig dat ik het toch noodzakelijk vind een motie in te dienen.
teerde dat niet hoeft te doen. Ik zal u niet ontzeggen dat u een korte inleiding zou mogen houden. Mijnheer Meijer, aan u het woord.
Motie M2 (SP): Reizigers belangrijker dan schema's!
De VOORZITTER: Ik zou voor de verslaglegging in elk geval graag dat u de concrete vragen voorleest, zoals die gesteld worden aan de gedeputeerde. Anders gaat de gedeputeerde de vragen voorlezen. Dan heb ik liever dat u als indiener eigenaar blijft van uw eigen intellectuele gedachtespinsels.
Provinciale Staten van Utrecht, in vergadering bijeen op 19 september 2011;
De heer MEIJER (SP): Mijnheer de Voorzitter! Iedereen heeft de vragen kunnen lezen. Ik vind het wat overbodig de vragen woord voor woord voor te lezen.
constaterende dat Gedeputeerde Staten de strippenkaart per 3 november a.s. af wil schaffen;
De heer MEIJER: Mijnheer de Voorzitter! U hebt de leiding. Akkoord. Wat is er aan de hand? Ik zal proberen dat zo kort mogelijk samen te vatten. overwegende Stel u voor: een afvalverwerker kiest een terrein • dat een compleet overzicht van het tarievenhuis in de EHS (Ecologische Hoofdstructuur), zit met ontbreekt; grond die hij kwijt moet, dumpt ze daar zonder • dat onduidelijk is op welk dalkortingsproduct in dat het qua vergunningen goed geregeld is. Dat is de toekomst wordt ingezet; een situatie die in beginsel onaanvaardbaar is. Dat • dat twee kilometertarieven voor twee afzonderis echter datgene wat zich voordoet. Ik ben mij belijke vervoersautoriteiten ongewenst zijn; wust van het feit dat een gemeente een eigen ver• dat de problematiek rondom de kaart voor antwoordelijkheid heeft, maar het is natuurlijk ook visueel gehandicapten en hun begeleiders niet is zo dat in deze provincie alle grond ergens wel bij opgelost; een gemeente hoort en wij hebben als provincie • dat gebruikers van buslijnen financieel tekort iets te maken met milieu en datgene wat er met worden gedaan; de EHS gebeurt. De situatie is zo zorgwekkend, omdat morgen het college van burgemeester en dragen het college van Gedeputeerde Staten op: wethouders van Soest hierover een belangrijk be• de strippenkaart niet per 3 november 2011 af te sluit neemt. Op basis van ambtelijke informatie schaffen; • in overleg te treden met de minister en betrokken van afgelopen vrijdagmiddag kan ik u zeggen dat aan het gemeentebestuur van Soest wordt voorgeorganisaties als het ROCOV teneinde te komen legd om de onderhavige situatie te gedogen. Dat tot een oplossing voor de bestaande problemen, opdat de strippenkaart zo spoedig mogelijk, doch wil zeggen dat aan Smink/Zandink, de storter, is gevraagd: "Hoe lang wilt u dat de gronden daar verantwoord, kan worden afgeschaft. blijven liggen?" Daarbij is opgegeven dat de gronden voor het ene gebied moesten blijven liggen En gaan over tot de orde van de dag. tot medio november en voor het andere gebied De VOORZITTER: De motie is voldoende onderte- tot medio februari. Daarop is het ambtelijk advies geschreven naar het college van burgemeester kend en kan worden vermenigvuldigd en rondgeen wethouders, dat er gehandhaafd wordt vanaf deeld. Op een later tijdstip zal de motie in stemnovember en vanaf februari. Met andere woorden: ming worden gebracht. Dan het laatste onderwerp: Soest en de stortingen de vergunning is niet nodig, de grond is daar weliswaar illegaal neergekwakt, maar mag daar blijven en de afvalverwerkingsproblematiek. Het zou fijn liggen. zijn als u uw vragen voorleest, zodat de gedepu-
- 19 september 2011, pag. 23 -
Dit wat betreft de manier van omgaan met de EHS, waarover wij grote zorgen hebben en waarbij wij wel degelijk een verantwoordelijkheid voor de provincie zien. Ook de veronderstelde schoonheid van de grond is onderwerp van zorg. Het blijkt dat het Servicebureau Gemeenten, namens de gemeente Soest belast met de uitvoering van deze kwestie, zegt dat de grond in orde is op basis van bodemonderzoek dat verricht is op de plek waar de grond vandaan komt en niet op basis van bodemonderzoek dat verricht is op de plek waar de grond nu ligt. Dat zien wij als een tekort. Men zegt daarenboven te handhaven door hier en daar achter een auto van Smink aan te rijden en te kijken of deze daadwerkelijk de grond van de afgraving naar de locatie in Birkhoven brengt.
den zijn afkomstig van de spoorbaan. Er is zeker reden tot grote terughoudendheid hierbij, omdat op andere plaatsen in de provincie is gebleken dat langliggende spoorbanen vaak vervuilde grond te zien geven. Dat geef ik graag als extra aandachtspunt.
De heer DE VRIES (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Ik zie deze vragen in aanvulling op de schriftelijke vragen die de heer Meijer in eerdere instantie heeft gesteld. Ik kan hem meedelen in antwoord op de eerste vraag dat er op 9 september ambtelijk contact is geweest met de gemeente Soest, waarin er een mailbericht is ontvangen. Daarin heeft Soest aangegeven dat een van de depots er geen zes, maar negen maanden zal komen te liggen en dat een en ander hierover door de ambtenaren ook aan Soest is geadviseerd. Wij zijn De VOORZITTER: Kunt u nu komen tot de afrondus, kort gezegd, op de hoogte van de situatie en ding van uw concrete vragen? hoe daarmee in Soest wordt omgegaan. De tweede vraag: zijn wij het er wel of niet mee De heer MEIJER (SP): Mijnheer de Voorzitter! De eens dat er gedoogd moet worden? Ik verwijs dan concrete vragen aan de gedeputeerde zijn: opnieuw naar de beantwoording van de schrifte1. Bent u geïnformeerd over de actuele gang van lijke vragen. Dit is een aangelegenheid van het zaken? 2. Als het Soester college morgen besluit de stortin- college van burgemeester en wethouders van Soest als primair bevoegd gezag. Wij gaan daar gen te gedogen, conform het ambtelijk advies, niet over. Het college van Soest moet die afweging bent u dan van oordeel dat het milieubelang in onze provincie in voldoende mate wordt gediend? maken en daarover een besluit nemen. 3. Bent u voornemens contact op te nemen met het De derde vraag: zijn wij van plan contact op te nemen met Soest? Zoals ik al zei is Soest het beSoester gemeentebestuur teneinde bij te dragen voegd gezag. Alleen als komt vast te staan dat niet tot een strikte handhaving? 4. Realiseert u zich de precedentwerking die uitgaat wordt voldaan aan het bepaalde in de Wet bodemvan een gedoogaanpak terzake? Andere partijen bescherming zullen wij met het college van Soest contact daarover opnemen. Ik kom nog terug op kunnen immers ook straffeloos hopen grond in wat daar precies aan de hand zou kunnen zijn om de EHS dumpen, als handhaving kan worden afgedwongen op een voor de storter aangenaam dat te doen. Bij vraag 4 kom ik wederom terug op het anttijdstip? woord dat het ook hier aan het college van burge5. Kunt u de Staten inzicht geven in de resultaten meester en wethouders van Soest is om antwoord van het bodemonderzoek dat het Servicebureau te geven op die vraag. Gemeenten bij de spoorbaan aan de Barchman De vijfde vraag. Dat is wel belangrijk. Er hebben Wuytierslaan (de opgegeven herkomst van de bodemonderzoeken plaatsgevonden op 14, 20, 27 gronden) heeft laten verrichten en het tijdstip waarop dit bodemonderzoek heeft plaats gehad? en 28 juni 2011. De conclusie van die onderzoeken 6. Bent u bereid tot het doen van bodemonderzoek is dat de partijen van vrijkomende grond op basis van het Besluit bodemkwaliteit voldoen aan de bij de gestorte gronden in Birkhoven, nu is koachtergrondwaarde. De vrijgekomen grond is mulmen vast te staan dat zulk een onderzoek nooit heeft plaatsgehad en het Servicebureau Gemeen- tifunctioneel toepasbaar. In voorkomende gevallen laten wij uitsluitend bij gegronde twijfel een veriten geen sluitend controlesysteem hanteert? ficatieonderzoek uitvoeren bij locaties die onder provinciale bevoegdheid vallen. De ontvangen exNoodzakelijkerwijs nog één opmerking. De gron-
- 19 september 2011, pag. 24 -
terne rapporten geven in dit geval geen aanleiding tot die twijfel. Desgewenst kan de heer Meijer die rapporten inzien bij de desbetreffende afdeling. De laatste vraag: zullen wij nog nader onderzoek instellen? Nee, zoals ik al aangaf geven de resultaten van de onderzoeken over de herkomst van de partijen grond hiertoe geen aanleiding. De VOORZITTER: Kan ik hiermee concluderen dat wij aan het eind zijn gekomen van het vragenhalfuurtje? Ik blijf het proberen, mijnheer Meijer.
overwegende: dat een schoon milieu in de provincie Utrecht slechts dan kan gedijen als er sprake is van waterdichte procedures en strikte handhaving; dragen het college van Gedeputeerde Staten op: aangaande de door Smink/Zandink gestorte gronden zelf zorg te dragen voor een adequaat bodemonderzoek op de betreffende locaties in Birkhoven en de resultaten aan de Staten mede te delen. En gaan over tot de orde van de dag.
De heer MEIJER (SP): Mijnheer de Voorzitter! Ik kan heel kort zijn. Ieder stukje grond in deze provincie valt onder een gemeente. Dat betekent dat wij de portefeuille Milieu wellicht kunnen opheffen. Dat lijkt mij een erg nuttige en voordelige bezigheid en zeker in deze tijd aan te bevelen. U begrijpt uit deze opmerking dat ik van mening ben dat er wel degelijk een verantwoordelijkheid ligt voor de provincie. Die zou kunnen liggen in het beïnvloeden, het contact opnemen, het bewerkstelligen dat de dingen gebeuren. De situatie qua handhaving en bodemonderzoek ter plaatse is naar mijn oordeel door de gedeputeerde iets te licht opgenomen. Het risico is vrij groot dat de grond mogelijk toch van andere locaties komt. Dat behoeft nader onderzoek ter plaatse. Dat wij de resultaten van het onderzoek mogen inzien, stel ik op prijs. De passage hierover verwijder ik daarom uit de motie. Ik dien de volgende moties in: Motie M3 (SP): waterdichte procedure schone grond. Provinciale Staten van Utrecht, in vergadering bijeen op 19 september 2011; gehoord de beantwoording van de gedeputeerde; constaterende: • dat de door Smink/Zandink in Birkhoven gestorte gronden nooit op die locatie aan een bodemonderzoek zijn onderworpen; • dat het Servicebureau Gemeenten zich baseert op onderzoek bij de plek van afgraving en af en toe een auto van Smink/Zandink volgt om te zien of deze de grond daadwerkelijk in Birkhoven stort;
Motie M4 (SP): Nu handhaven! Provinciale Staten van Utrecht, in vergadering bijeen op 19 september 2011; gehoord de beantwoording door de gedeputeerde; constaterende: dat op dinsdag 20 september B&W van Soest een belangrijk besluit nemen inzake de illegale stortingen van Smink/Zandink; overwegende • dat een eventueel gedoogbesluit van het Soester college tot een ongewenste precedentwerking leidt en bedrijven als Smink/Zandink zal stimuleren in strijd met de regelgeving te handelen; • dat de provincie Utrecht een eigen verantwoordelijkheid heeft inzake de naleving van bindende afspraken binnen de Ecologische Hoofdstructuur; dragen het college van Gedeputeerde Staten op: per direct contact op te nemen met het college van B&W van Soest teneinde dit college te overtuigen van de noodzaak een besluit te nemen dat Smink/ Zandink dwingt de gestorte gronden onmiddellijk te verwijderen. En gaan over tot de orde van de dag. De VOORZITTER: De moties zijn voldoende ondertekend en kunnen worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. Op een later tijdstip zal hierover gestemd worden. De heer DE VRIES (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Aanvullend op de opmerking van de
- 19 september 2011, pag. 25 -
heer Meijer: ik denk dat het goed is dat wij vanuit de provincie ons realiseren welke rol wij hebben op het gebied van de milieuhandhaving en welke rol bij de gemeenten ligt. Ik wil de heer Meijer graag uitnodigen een keer langs te komen bij de afdeling om hem te vertellen hoe dat precies in elkaar zit en waar de verschillende bevoegdheden liggen. Ik denk dat er dan wat meer onduidelijkheid weggenomen kan worden ten aanzien van de opmerkingen die hij zojuist maakte. De VOORZITTER: Waarvan akte. De heer MEIJER (SP): Mijnheer de Voorzitter! Uitnodigingen van de gedeputeerde neem ik altijd graag aan. De VOORZITTER: Hiermee zijn wij gekomen aan het einde van dit vragenuurtje. Vaststellen van de notulen van de besluitenlijst van 27 juni 2011. De VOORZITTER: U hebt allen het erratum ontvangen, waarin de woonplaats van mevrouw Nap gewijzigd wordt van Veenendaal in Vleuten.
Mevrouw BOELHOUWER (GroenLinks): Mijnheer de Voorzitter! Na de commissie BEM zijn er nog wat vragen bij ons opgeborreld naar aanleiding van de volgende zin in het voorstel: "Door digitaal beschikbaar stellen van provinciale publicaties te stimuleren en downloaden te vergemakkelijken, is de verwachting dat er nog minder aanvragen komen." Wat GroenLinks betreft is het prima om bureaucratie en regelgeving te verminderen, zolang mensen maar niet ontmoedigd worden om informatie op te vragen en zolang informatie, publicaties en kennis maar goed ontsloten worden. Ik heb nog even contact gehad met de afdeling en dat leerde ons dat het absoluut niet de bedoeling is, ware het al niet dat de overheid verplicht is desgewenst informatie schriftelijk te verstrekken. Wij hebben nog een aanbeveling. Misschien kan de gedeputeerde onze aanbeveling overnemen. Wat ons betreft moet nog duidelijker gemaakt worden waar welke informatie te vinden is; niet alleen op de site, maar ook in andere publicaties van de provincie, en dat die informatie te downloaden is. Volgens mij kan daarin nog wel een verbeterslag gemaakt worden.
Mevrouw HOEK (50PLUS): Mijnheer de Voorzitter! 50Plus vindt het begrijpelijk dat men in deze Statenvoorstel bezwaarschriften- en klachtencom- tijd van bezuinigingen kijkt waar dat kan en het is missie en administratief beroep (herzieningsregeterecht dat men in deze tijd het voornemen heeft ling) publicaties, rapporten et cetera zoveel mogelijk, zo niet volledig digitaal beschikbaar te stellen. De VOORZITTER: Dit is een sterstuk en blijft eens Nog altijd is er in onze samenleving echter zo'n sterstuk. 30% van de mensen die, om welke reden dan ook, nog geen gebruik maken of kunnen maken van Statenvoorstel grenswijziging Stichtse Vecht – Wij- een computer. Vooral de ouderen, in de goede zin demeren. van het woord, zullen niet meer in de gelegenheid zijn informatie op papier aan te vragen. Ook gaat De VOORZITTER: Dit is een sterstuk en blijft eens het college voorbij aan de wettelijke verplichting om burgers informatie op papier te verstrekken sterstuk. als die burgers er zelf om vragen. Zo ook door u Statenvoorstel reglement van orde Subcommissie genoemd in uw voorstel. Punt 4, Kanttekeningen, luidt: "Volledig afschaffen van papieren verspreivoor de Jaarrekening provincie Utrecht. ding kan nog niet. De wet verplicht dat burgers De VOORZITTER: Dit is een sterstuk en blijft een papier van de overheid dienen te ontvangen als ze daarom vragen." Het is nog steeds niet vansterstuk. zelfsprekend dat iedereen over een computer beschikt of kan gebruiken. 50Plus vraagt u dan ook Statenvoorstel minder bureaucratie en minder regelgeving door digitale aanbieding van provinciale deze mogelijkheid open te houden. 50Plus zal een amendement indienen met een tekstvoorstel om publicaties. de mogelijkheid om papieren informatie aan te
- 19 september 2011, pag. 26 -
vragen open te houden. Kan ik het amendement voorlezen? De VOORZITTER: U heeft een aantal vragen gesteld aan het college. Het lijkt mij zinvol dat het college eerst antwoordt en dat u dan bekijkt of het amendement nog noodzakelijk is of niet. De heer DE VRIES (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Wat betreft de aanbeveling van de fractie van GroenLinks heb ik even contact gehad met mijn collega die Communicatie in haar portefeuille heeft. Ik neem de aanbeveling graag over om te kijken of wij nog beter de plekken kunnen aangeven waar schriftelijke dan wel digitale informatie terug te vinden is. De website van de provincie is een instrument dat continu onze aandacht heeft en er wordt continu gekeken hoe wij die kunnen verbeteren. Ook wordt gekeken hoe je dingen naar elkaar kunt laten verwijzen om informatie terug te kunnen vinden. Wat dat betreft lijkt het mij geen enkel probleem om dat op die manier mee te nemen. Ik kan mevrouw Hoek van 50Plus geruststellen. Zoals mevrouw Boelhouwer al zei, hebben wij een verplichting om alle stukken die wij publiceren ook schriftelijk beschikbaar te hebben. Dus wat dat betreft zal de mogelijkheid voor mensen altijd blijven bestaan om ook schriftelijk informatie op te vragen bij de provincie, of dat nu rapporten zijn of stukken die wij hier in deze vergadering gebruiken. Die mogelijkheid blijft. Het enige wat ik met dit voorstel beoog, is de kosten die wij maken op het moment dat men stukken opvraagt, weg te halen, omdat die kosten niet meer opwegen tegen de publicatie zelf. Dat is de doelstelling van dit hele verhaal. Wat dat betreft, hoeft men niet bang te zijn. Alles wat hier in huis besproken wordt en wat gepubliceerd wordt, is ook schriftelijk nog steeds beschikbaar voor diegenen die daaraan behoefte hebben. De VOORZITTER: Mevrouw Hoek, u sprak over een mogelijk amendement dat u wilde indienen. Mag ik aannemen dat dat niet meer noodzakelijk is?
men nog papieren versies kan opvragen. Vandaar dat wij een amendement hebben met een aanvullende tekstregel, waarin staat dat stukken ook op papier aangevraagd kunnen worden. De VOORZITTER: De procedure verandert daardoor echter niet. Mevrouw HOEK (50PLUS): Mijnheer de Voorzitter! Nee, de procedure verandert niet. Is de nieuwe procedure een aanvulling op de oude procedure of zie ik dat verkeerd? De heer DE VRIES (gedeputeerde): Mijnheer de Voorzitter! Het grote verschil is dat het nu gratis is. Daar zal men toch helemaal blij van worden, nietwaar? Hiervoor moest men daarvoor betalen. U kon bijvoorbeeld een abonnement nemen op de commissiestukken en daar betaalde u voor. Dat halen wij er nu vanaf, omdat het aantal mensen dat nog op die manier stukken opvraagt, zienderogen afneemt. Het is veel bewerkelijker om dat nog te verzorgen dan dat wij de stukken gratis aanbieden. U hoeft wat mij betreft het amendement niet in te dienen. De VOORZITTER: Ik heb instemmend geknik gezien, dus ik neem aan dat er geen amendement wordt ingediend op dit punt. Daarmee sluiten wij agendapunt 11 af. Wij zullen er later over stemmen. Statenvoorstel communicatieplan Provinciale Staten 2011-2015. De VOORZITTER: Dit is een sterstuk en het mag een sterstuk blijven. Wij zullen er op een later tijdstip over stemmen. Statenvoorstel Wijziging Reglement van Orde van Provinciale Staten. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Wij ondersteunen het voorstel, maar in de inleiding staat dat wij zouden hebben gepleit voor drie commissieleden per fractie. Dat is niet juist.
De VOORZITTER: U hebt dus gepleit voor de bestaande regeling met twee commissieleden, die Mevrouw HOEK (50PLUS): Mijnheer de Voorzitter! dan in meerdere commissies aanwezig mogen In het voorstel staat niet duidelijk aangegeven dat zijn?
- 19 september 2011, pag. 27 -
De heer NUGTEREN (GL): Mijnheer de Voorzitter! Ik heb ten aanzien van de moties een aantal opmerkingen en een stemverklaring. Ten eerste motie M1 over de inrichtingskosten. Wij kiezen liever voor duurzaam dan voor goedkoop. De heer NUGTEREN (GL): Mijnheer de Voorzitter! Wij zijn er niet van overtuigd dat de bedragen die Ik zou een stemverklaring willen geven. Kan dat hierin genoemd zijn uiteindelijk tot een goedkonu of moet ik dat straks doen? pere oplossing zouden leiden dan het voorstel dat met verve verdedigd is door de gedeputeerde. De VOORZITTER: Stemverklaringen komen straks Motie M2. Wij vinden, als dat aan de orde zou bij agendapunt 14 aan de orde. Ik wil na dit agen- moeten zijn, dat het in de commissie aan de orde dapunt nog wel even schorsen om alle eer te moet zijn. Er is binnenkort een commissievergadegeven aan mevrouw Claus om de felicitaties van u ring. Wat ons betreft wordt het daar nog een keer allen in ontvangst te mogen nemen. op z'n merites bekeken. Wat betreft de moties M3 en M4 sluit ik mij aan Kan ik concluderen dat dit voorstel een sterstuk bij de opmerkingen van de fractievoorzitter van de blijft en op een later moment in stemming kan PvdA. komen? Ja. Dan de wijziging van het Reglement van Orde. GroenLinks is tegen de wijziging, maar gezien de Ik zal dus de vergadering even schorsen. Ik vraag zeer grote meerderheid in deze Staten die voor mevrouw Claus hier naar voren te komen. Dan deze wijziging is, wilden wij daarover geen verder kunnen uw nieuwe collega's u feliciteren, mevrouw debat hebben. Ik wil toch graag aangetekend zien Claus, en alle anderen die zich daartoe geroepen dat wij daartegen zijn. voelen, met uw benoeming tot lid van de Staten. De VOORZITTER: Dan is hiermee agendapunt 14 Schorsing van 15.25 uur tot 15.39 uur. afgesloten. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Ja, twee commissieleden, die in twee commissies aanwezig mogen zijn. Dat is het voorstel en dat is correct.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik kan u een heuglijke mededeling doen: mevrouw Van de Gein is bevallen van een dochter: Jasmijn. Zij is niet hier om de felicitaties in ontvangst te nemen, maar u zult ongetwijfeld uw eigen manier vinden om dat aan haar kenbaar te maken. Stemverklaringen. De heer DERCKSEN (PVV): Mijnheer de Voorzitter! Ik heb een stemverklaring bij motie M1 over de inrichtingskosten. Of dat nu precies € 6000 moet zijn, weten wij niet, maar het signaal dat ervan uitgaat ondersteunen wij wel. Daarom zullen wij voor de motie stemmen.
Stemmingen. Mevrouw MINEUR (SP): Mijnheer de Voorzitter! Mag ik vragen om hoofdelijke stemming bij motie M1? De VOORZITTER: Dat kan. Mag ik daartoe de presentielijst hebben van de Staten? Ik trek een willekeurig nummer. Vanaf dat punt in de lijst gaan wij stemmen. Dat is nummer 4, de heer Bekkers.
Na hoofdelijke stemming verwerpen Provinciale Staten motie M1. Voor de motie hebben gestemd: mevrouw Blom, mevrouw Broere, mevrouw Claus, de heer DerckDe heer DE KRUIJF (PvdA): Mijnheer de Voorzitsen, de heer Driehuijs, de heer Essousi, de heer ter! Het betreft motie M4. Wij hebben eerder al Van Hall Scheffer, mevrouw Hoek, de heer IJssenaangegeven dat dingen het best gaan als elke benagger, de heer Kiliç, de heer De Kruijf (PvdA), de stuurslaag zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. heer Lutfula, de heer Meijer, mevrouw Mineur, de Wij denken dat die verantwoordelijkheid nu in de heer Scherer, de heer Van der Steeg, mevrouw Van eerste plaats ligt bij de gemeente Soest. Wij zullen Viegen en de heer E. de Vries. deze motie niet steunen. Tegen de motie hebben gestemd: de heer Bekkers,
- 19 september 2011, pag. 28 -
mevrouw Boelhouwer, de heer Boerkamp, de heer Buiting, mevrouw Dik, mevrouw Doornenbal, de heer Fastl, de heer Hoefnagels, mevrouw Hoek, de heer Joustra, de heer Kocken, de heer Konings, de heer De Kruif (CDA), mevrouw Maasdam, de heer Nugteren, mevrouw Nap, de heer Peters, de heer Schaddelee, de heer Thonon, de heer Tuijnman, mevrouw Versteeg, mevrouw Vlam, de heer Weierink, de heer Van Wikselaar, de heer El Yassini, de heer Balemans, de heer Barneveld Binkhuysen en mevrouw Alsem. De VOORZITTER: Dan ga ik over naar motie M2, "Reizigers belangrijker dan schema's". Zonder hoofdelijke stemming verwerpen Provinciale Staten M2. Voor de motie heeft gestemd de fractie van de SP. De VOORZITTER: Aan de orde is motie M3, "Waterdichte procedure schone grond". Zonder hoofdelijke stemming verwerpen Provinciale Staten motie M3. Voor de motie hebben gestemd de fracties van de PvdA, PVV, SP, 50Plus en PvdD. De VOORZITTER: Dan stel ik aan de orde M4, "Nu handhaven". Zonder hoofdelijke stemming verwerpen Provinciale Staten motie M4. Voor de motie hebben gestemd de fracties van de SP en de PvdD. De VOORZITTER: Dan komen wij bij de vaststelling van de notulen en de besluitenlijst. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stellen Provinciale Staten de notulen en de besluitenlijst van 27 juni 2011 vast met inachtneming van het erratum op de notulen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluiten Provinciale Staten overeenkomstig het voorstel inzake de bezwaarschriften- en klachtencommissie en administratief beroep (PS2011BEM07). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluiten Provinciale Staten overeenkomstig
het voorstel inzake de grenswijziging Stichtse Vecht – Wijdemeren (PS2011BEM08). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluiten Provinciale Staten overeenkomstig het voorstel inzake het reglement van orde Subcommissie voor de jaarrekening provincie Utrecht (PS2011BEM11). Zonder hoofdelijke stemming besluiten Provinciale Staten overeenkomstig het voorstel inzake minder bureaucratie en minder regelgeving door digitale aanbieding van provinciale publicaties (PS2011BEM09). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluiten Provinciale Staten overeenkomstig het voorstel inzake het communicatieplan Provinciale Staten 2011-2015 (PS2011BEM10). Zonder hoofdelijke stemming besluiten Provinciale Staten overeenkomstig het voorstel inzake de wijziging van het Reglement van Orde van Provinciale Staten, met de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wordt tegengestemd te hebben (PS2011PS11). Sluiting. De VOORZITTER: Daarmee kom ik aan het eind van deze vergadering. Ik dank u voor de vruchtbare wijze van discussie die wij gehad hebben vanmiddag in dit huis. Ik wens u wel thuis en veel succes met uw werkzaamheden in de komende periode. Ik sluit de vergadering.
(Einde van de vergadering om 15.50 uur.)
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Utrecht van 31 oktober 2011. De voorzitter,
De griffier,
- 19 september 2011, pag. 29 -