Nota van inspraak voorontwerpbestemmingsplan “Wendel-Zuid, Gilze” Ontvankelijkheid van inspraakreacties Het voorontwerpbestemmingsplan is bekend gemaakt in het Weekblad van 15 september 2010. Het plan heeft ter visie gelegen vanaf donderdag 16 september 2010 tot en met woensdag 27 oktober 2010. Inspraakreacties dienen binnen deze gestelde termijn van 6 weken te zijn ontvangen, te zijn ondertekend en voldoende te zijn beargumenteerd. In het kader van het wettelijk vooroverleg zijn het ministerie van VROM, ministerie van Defensie, provincie Noord-Brabant en het waterschap benaderd voor het geven van een inspraakreactie, waarvan 3 instanties hebben gereageerd. In totaal zijn er 6 externe inspraakreacties ontvangen, waarvan inspraakreactie buiten de inspraakperiode is ontvangen. Kort en zakelijk samengevat houden de inspraakreacties het volgende in: 1. Ministerie van VROM Rijnstraat 8 2515 XPMC Den Haag Ontvangen: 25 oktober 2010 reactie 2. Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520 4801 DZ Breda Ontvangen: 12 november 2010
1. Het voorontwerpbestemmingsplan “Wendel-Zuid, Gilze” (H: 36198) geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB.
1. Ter kennisname. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 1. De inspreker heeft als beleid dat nieuwe ontwikkelingen waterneutraal moeten worden uitgevoerd, waarbij zoveel mogelijk moet worden gestreefd naar het behoud of herstel van de natuurlijke waterhuishoudkundige situatie. Het toekomstige watersysteem moet hierbij voldoen aan de beleidsregel hydraulische randvoorwaarden van het waterschap (vastgesteld 1 mei 2009). Op basis van de waterparagraaf voldoet het plan niet aan de hydraulische randvoorwaarden. Voor de berekening van de retentiecapaciteit zijn de verkeerde randvoorwaarden gebruikt. De inspreker verzoekt om de berekening aan te passen. 2. Het is onduidelijk waar in het plangebied ruimte is gereserveerd voor een infiltratie/retentievoorziening. De groenstrook in het zuiden van het plangebied lijkt hiervoor niet geschikt omdat het 1,3 hoger ligt dan het noordelijk deel. De realisering van een retentie aan de noordkant is in dit geval logischer. De inspreker verzoekt om een ruimte voor water te reserveren. 3. De inspreker geeft aan dat het rapport “Toelichting Watertoets, Wendel-Zuid te Gilze” onvoldoende informatie en onderbouwing bevat, met name het onderzoek naar de grondwaterstanden en bodemeigenschappen. Inspreker verzoekt om een beter onderbouwing te geven van de te verwachten grondwaterstanden en –stromingen. Daarnaast verzoekt de inspreker aan te geven welke keuzes er worden
1
reactie
3. Provincie Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC ‘s-Hertogenbosch Ontvangen: 24 november 2010
gemaakt ten aanzien van het hemelwatersysteem en waarop deze keuzes zijn gebaseerd. 4. De inspreker verzoekt in de waterparagraaf aandacht te schenken aan het gebruik van milieuvriendelijke bouwmaterialen en het achterwege laten van uitlogende bouwmaterialen. Deze stoffen kunnen zich ophopen in het water(bodem)systeem en hebben hierdoor een zeer nadelige invloed op de water(bodem)kwaliteit en ecologie. De brief van de inspreker is ontvangen buiten de inspraakperiode. Omdat de inspreker een instantie is die in het kader van het wettelijk vooroverleg belanghebbend is, zullen de inspraakreacties worden behandeld. 1. Voor de berekening van de retentiecapaciteit dienen de randvoorwaarden worden gehanteerd van het waterschap vastgesteld op 1 mei 2009 in de beleidsregel hydraulische randvoorwaarden van het waterschap. De inspraakreactie geeft aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 2. Het hoogteverschil in het plangebied is inderdaad een probleem. Er dient nader onderzocht te worden welk deel aan de noordkant het meest geschikt is voor de realisering van een infiltratie-/retentievoorziening. De inspraakreactie geeft aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 3. Het rapport “Toelichting Watertoets, Wendel-Zuid te Gilze” is niet volledig en dient te worden aangevuld met een uitgebreidere onderbouwing van de te verwachten grondwaterstanden en –stromingen. Hierbij zijn meetgegevens over een langere tijdsperiode gewenst. Daarnaast dient te worden aangegeven welke keuzes er worden gemaakt ten aanzien van het hemelwatersysteem en waarop deze keuzes zijn gebaseerd. De inspraakreactie geeft aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 4. In de waterparagraaf is onvoldoende aandacht geschonken aan het gebruik van milieuvriendelijke bouwmaterialen en het achterwege laten van uitlogende bouwmaterialen. Deze twee onderdelen moeten voldoende worden belicht in de waterparagraaf. De inspraakreactie geeft aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 1. Het plangebied behoort grotendeels tot gebied met de aanduiding ‘zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling’. Een bestemmingsplan, gelegen in een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, kan voorzien in een stedelijke ontwikkeling mits de toelichting daaromtrent een verantwoording bevat. Artikel 3.3 van de Verordening ruimte bepaalt dat de plantoelichting een verantwoording dient te bevatten, waaruit blijkt dat er financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde vorm van stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied van een van de kernen van de gemeente te situeren, in het bijzonder door middel van inbreiden, herstructureren, intensiveren, meervoudig ruimtegebruik of enige andere vorm van zorgvuldig ruimtegebruik. Voorts bepaalt artikel 3.3. dat een bestemmingsplan gelegen in een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling ertoe strekt dat: a. de stedelijke ontwikkeling aansluit bij bestaand stedelijk gebied of plaatsvindt in een nieuw cluster van stedelijke bebouwing;
2
reactie
b. bij de stedenbouwkundige en landschappelijke inrichting van de stedelijke ontwikkeling rekening wordt gehouden met de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en structuren in het gebied zelf en in de naaste omgeving, waaronder mede begrepen de ontwikkeling van een groene geleding ten behoeve van ecologische en landschappelijke verbindingen. De inspreker geeft aan dat in de plantoelichting deze verantwoording ontbreekt en dat wordt verwezen naar oud provinciaal beleid. Inspreker verzoekt de plantoelichting aan te passen. 2. Voor stedelijke ontwikkelingen die plaatsvinden in de ‘zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling’ geldt, in vervolg op de zogenoemde ‘rood met groen regeling’ een kwaliteitsverbetering van het landschap zoals die is opgenomen in artikel 2.2. van de Verordening ruimte: Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied, bevat een verantwoording van de wijze waarop financieel, juridisch en feitelijk is verzekerd dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft. Deze verbetering past binnen de hoofdlijnen van de door de gemeente voorgenomen ontwikkeling van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft en is onderwerp van regionale afstemming in het regionaal ruimtelijk overleg bedoeld in artikel 12.4, waaronder mede begrepen de planologische voorbereiding van landschapsontwikkeling. Indien een kwaliteitsverbetering niet is verzekerd, wordt het bestemmingsplan slechts vastgesteld indien een passende financiële bijdrage in een landschapsfonds is verzekerd en wordt over de werking van dat fonds regelmatig verslag gedaan in het regionaal ruimtelijk overleg. De inspreker geeft aan dat dit onderdeel nog niet is verantwoord in het onderhavige plan en zal daarin nadrukkelijk een vertaling moeten krijgen. De brief van de inspreker is ontvangen buiten de inspraakperiode. Omdat de inspreker een instantie is die in het kader van het wettelijk vooroverleg belanghebbend is, zullen de inspraakreacties worden behandeld. Inmiddels is de Verordening ruimte in werking getreden en ook alweer gewijzigd. 1. De toelichting moet een verantwoording bevatten waaruit blijkt dat er financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde vorm van stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied van een van de kernen van de gemeente te situeren, in het bijzonder door middel van inbreiden, herstructureren, intensiveren, meervoudig ruimtegebruik of enige andere vorm van zorgvuldig ruimtegebruik. De stedelijke ontwikkeling dient tevens aan te sluiten bij bestaand stedelijk gebied of plaats te vinden in een nieuw cluster van stedelijke bebouwing én bij de stedenbouwkundige en landschappelijke inrichting van de stedelijke ontwikkeling moet rekening worden gehouden met de
3
4. Fam. Timmermans Spoelstraat 3 5126 PD Gilze Ontvangen: 07 oktober 2010 reactie
5. de heer P. Aarts Wendel 6 5126 CT Gilze Ontvangen: 14 oktober 2010 reactie
aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en structuren in het gebied zelf en in de naaste omgeving. Een en ander wordt aangepast in de toelichting. De inspraakreactie geeft aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 2. De toelichting moet een verantwoording bevatten van de wijze waarop financieel, juridisch en feitelijk is verzekerd dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft. Een en ander wordt aangepast in de toelichting. De inspraakreactie geeft aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. Wat dient de afstand te zijn van nieuwbouwwoningen tot de bestaande agrarische bedrijven (intensieve veehouderij) welke in de omgeving zijn gevestigd? Dit, naar aanleiding van de discussie die op 19 maart 2010 is gevoerd bij de Provinciale Staten van Brabant. In deze discussie is er gesproken over een afstand van 500 meter van melkgeitenhouderijen tot de bebouwde kom dan wel wooneenheden en -ruimtes waar meerdere mensen samen verblijven. De afstand van bedrijfshinder is per bedrijf rondom het plangebied van “Wendel-Zuid, Gilze” bepaald. Bij het bepalen van afstanden is rekening gehouden met de bestaande milieuvergunning. In de milieuvergunning van de inspreker zijn meerdere bestaande geurgevoelige objecten opgenomen die op een kleinere afstand liggen ten opzichte van zijn bedrijf dan de geurgevoelige objecten van het plangebied “Wendel-Zuid, Gilze”. In het Geurhinderonderzoek 'Plangebied Wendel-Zuid te Gilze' van 12 oktober 2011 is ook het bedrijf van Timmermans meegenomen. Uit het onderzoek is gebleken dat de geurcirkel van het bedrijf geen invloed heeft op het plangebied. De inspraakreactie geeft aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. Principeverzoek voor het realiseren van 11 grondgebonden woningen op de percelen Wendel 6 (7 woningen) en Valenbraak 19 (4 woningen) naar aanleiding van de mededeling “Eventuele verzoeken tot particuliere woningbouw kunnen daarbij, mits planologisch aanvaardbaar en stedenbouwkundig inpasbaar, meegenomen worden met de planherziening” uit de startnotitie Wendel-Zuid van februari 2010.
Het verkavelingsplan van het principeverzoek komt niet overeen met de randvoorwaarden van het masterplan Wendel-Zuid. De hoofdopzet van het masterplan is het realiseren van compacte stedelijke uitbreiding die de landschappelijke kwaliteiten van het gebied benadrukt en zelfs versterkt. De belangrijkste landschappelijke kwaliteit die wordt versterkt is het realiseren van een ‘groene lob’. Een groene lob is een groene insteek van het landschap in
4
6. de heer P.F. Kettner Wendel 9 5126 CT Gilze Ontvangen: 25 oktober 2010
het stedelijk gebied, zoals ook bij de Versterstraat in Gilze aanwezig is. De groene lob kenmerkt zicht door riante kavels met her en der verspreid enkele bouwwerken. Het bebouwingspercentage is laag. Het principeverzoek stelt voor om de groene lob te verdichten met woningbouw waardoor riante landschapstuinen worden omgevormd tot standaard woningbouwkavels. Dit komt de landschappelijke kwaliteiten van het gebied niet ten goede. Daarnaast zal de bestaande groenstructuur aan de westzijde verloren gaan. Dit karakteristieke lijnvormige groenelement zorgt voor een duidelijke scheiding tussen stedelijk en landschappelijk gebied. Met het verdwijnen van deze begrenzing wordt de scheiding landschappelijk-stedelijk gelegd bij de Molenstraat, waardoor de groene lob compleet is verdwenen. Het principeverzoek is landschappelijk en stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. In 2011 is door de heer Aarts een nieuw principeverzoek ingediend. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 13 december 2011 besloten hieraan geen medewerking te verlenen, maar heeft de heer Aarts een alternatief voorgesteld voor de bouw van één grondgebonden woning. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. De heer Kettner is het aanspreekpunt van een groep omwoners (23 insprekers) die gezamenlijk een brief met inspraakreacties hebben ondertekend. 1. Te verwachten overaanbod aan woningen. Inspreker geeft aan dat in de gemeentelijke woningbouwplanning staat dat tot 2015 circa 432 woningen in de kern Gilze dienen te worden gerealiseerd. Daarnaast wordt er een overzicht gegeven van woningen die te koop en te huur worden aangeboden op website Funda.nl en Jaap.nl. Tevens geeft inspreker aan welke maatregelen Woonstichting Leystromen treft om hun woningvoorraad gezond te houden. De inspreker geeft aan dat door de economische crisis er een overaanbod is in omliggende gemeenten wat extra druk uitoefent op het woningaanbod in Gilze. De inspreker geeft aan dat de behoefte aan nieuwe woningen is gebaseerd op demografische ontwikkelingen en economische verwachtingen van voor de economische crisis. De inspreker geeft aan dat de behoefte aan woningen in Gilze in relatie tot de woningbouwplanning op diverse locaties, zowel in- als uitbreiding en zowel voor als na 2014, het niet noodzakelijk maken om woningbouw mogelijk te maken in Wendel-Zuid. 2. Te verwachten capaciteitsproblemen met het verkeer voor de ontsluiting van het plangebied Wendel-Zuid. De inspreker geeft aan dat er een toename van verkeer zal plaatsvinden voornamelijk op de Akkerstraat, die niet berekend is op het huidige verkeersaanbod. Ook zal de door de gemeente gewenste zuidelijke aansluiting op de Langenbergseweg niet binnen afzienbare tijd worden gerealiseerd. Naar verwachting zal de ontwikkeling van Wendel-Zuid leiden tot het creëren van een onbedoelde rondweg voor sluipverkeer afkomstig van en naar de woningen in het gebied gelegen tussen de Hengelstraat, Molenstraat en Alphenseweg richting of vanaf Tilburg en de A-58. Hierdoor ontstaat een onevenredige druk op de capaciteit van de Akkerstraat. 3. Te verwachten capaciteitsproblemen met het rioolstelsel. De inspreker geeft aan dat het huidige rioolstelsel in de Wendel niet voldoet aan de gestelde eisen en dat veroorzaakt regelmatig grote overlast en
5
4.
5.
6. reactie
1.
2.
3.
onhygiënische omstandigheden. Aansluiting van het hoger gelegen Wendel-Zuid op dit problematische stelsel, zal de overlast en onhygiënische omstandigheden alleen nog maar doen toenemen. Te verwachten afbreuk aan groenvoorziening. De inspreker geeft aan dat in het gemeentelijk groenstructuurplan staat dat voor eventuele uitbreiding van de kern Gilze de overgang van oude naar nieuwe bebouwing gepaard moet gaan met “groene wiggen”. Deze maatregelen wordt onvoldoende herkend in de ontwikkeling van het plangebied Wendel-Zuid. Ondanks dat er is sprake van zoveel mogelijk behoud van bestaande groenwallen , o.a. de bomenrij aan de westzijde van het gebied en bestaande beken, is er nauwelijks sprake van formele bescherming van de bestaande groenstructuur. De gemeente geeft in de startnotitie aan dat het behoud belangrijk is, maar komt niet met concrete plannen en/of maatregelen om de huidige groenstructuur te behouden. Te verwachten afbreuk aan ecologie. De gemeente heeft het convenant Countdown 2010 ondertekend, wat inhoudt dat zij zich verplicht om de biodiversiteit tenminste te handhaven maar liefst te versterken. De inspreker geeft aan dat de gemeente niet heeft aangegeven op welke wijze zij de verloren biotoop elders gaat herstellen, terwijl dit juist een van de doelstellingen is van Countdown 2010. De ecologie en biodiversiteit in dit gebied en in de hele gemeente loopt derhalve het gevaar concreet achteruit te gaan. Te verwachten verloren gaan van een van de weinige zandwegen. De inspreker geeft aan dat door de ontwikkeling van Wendel-Zuid de Veldstraat als een van de 2 zandstraten in de gemeente verloren zal gaan. De gemeentelijke woningbouwplanning is een afgeleide van de provinciale bevolkings- en woningbehoeftenprognose. De provincie stelt het aantal woningen voor een periode van 10 jaar per gemeente vast dat mag worden gerealiseerd. De prognose in de provinciale bevolkings- en woningbehoeftenprognose van Noord-Brabant (verschenen begin 2012) geeft aan dat, in tegenstelling tot de omliggende gemeenten, Gilze en Rijen geen krimp kent tot 2050. Het gemeentelijk beleid is vertaald in de Woonvisie 2011-2021 en de woningbouwplanning welke halfjaarlijks via voortgangsrapportages wordt verantwoord. De verdeling van het aantal woningen per locatie en kern wordt bepaald door de raad.Tot slot is Wendel-Zuid een reservelocatie die inzetbaar kan worden gemaakt indien blijkt dat overige projecten in de woningbouwplanning stagneren of vervallen. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. De Akkerstraat (tussen de Veldstraat en de Aalstraat) is ruim 6 meter breed en heeft daarmee voldoende capaciteit om het extra verkeer van en naar Wendel-Zuid te kunnen verwerken. De wegen in en rondom Wendel-Zuid vormen een woongebied waar verkeer gebruik van kan maken. Of dit zal leiden tot sluipverkeer is niet in te schatten. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. In het plangebied Wendel-Zuid zal een gescheiden riool systeem worden aangelegd met enerzijds afvalwater
6
7. Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten Ontvangen: 28 oktober 2010
en anderzijds hemelwater. Alleen het afvalwater zal worden aangesloten op het huidige rioolstelsel in de Wendel. Het hemelwater zal in het plangebied Wendel-Zuid worden geïnfiltreerd. De toename van de hoeveelheid afvalwater is hierdoor te verwaarlozen ten opzichte van de hoeveelheid hemelwater in het huidige rioolstelsel in de Wendel. Daarnaast zal nog worden onderzocht of er in het plangebied Wendel-Zuid voorzieningen kunnen worden aangelegd om wateroverlast in de Wendel en omstreken tegen te gaan. Denk hierbij aan extra waterberging. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 4. In het gemeentelijk groenstructuurplan is ter plaatse van de locatie Wendel-Zuid alleen de toekomstige bebouwing en een bestaande wandelroute aangeduid. Echter in het gemeentelijk structuurplan Gilze is Wendel-Zuid aangemerkt als toekomstig woningbouwproject en staat beschreven dat de groenstructuur in het gebied hoofdzakelijk wordt gevormd door lijnvormige elementen langs de percelen aan de westzijde. In de startnotitie staat dat deze houtwallen/erfbeplanting bestaan uit rijen bomen met ondergroei. Het behoud van de bomen aan de westzijde is zeer belangrijk. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 5. De gemeente Gilze en Rijen heeft de Countdown 2010 verklaring ondertekend en spant zich op de volgende onderdelen in. In het bijzonder wil de gemeente: o aandacht voor biodiversiteit stimuleren; o mogelijkheden voor samenwerking met andere organisaties zoeken; o een werkgroep oprichten die zich in de gemeente bezig zal houden met biodiversiteit; o een gemeentelijk actieprogramma biodiversiteit opstellen; o streven naar een budget voor de komende jaren om de maatregelen uit het actieprogramma mee uit te kunnen voeren. Volgens de verklaring Countdown 2010 zijn wij niet verplicht om aan te geven hoe een verloren biotoop dient te worden hersteld, maar zullen we de mogelijkheden daartoe wel onderzoeken. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 6. Ter kennisname. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. Met het oprichten van de 51 nieuwe woningen ontstaan er ook geurgevoelige objecten in het kader van de Wet Geurhinder en veehouderij (Wgv). Door deze geurgevoelige objecten worden de ontwikkelingsmogelijkheden van de heer Van den Brand, Rielsebaan 14 te Gilze, beperkt. Uit de geurberekening van het bedrijf blijkt dat de woningen ten zuidoosten van het plangebied liggen binnen de 3-Odour contour. De inspreker verzoekt om het bestemmingsplan aan te passen zodat er geen woningen worden gerealiseerd binnen de contour van het bedrijf. Daarnaast ontbreekt er een motivering in het bestemmingsplan dat er een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is gegarandeerd voor de
7
reactie
8. Natuur- en Landschapsvereniging Gilze en Rijen Langereit 10 5126 NG Gilze Ontvangen: 28 oktober 2010 reactie
woningen. Uit het Geurhinderonderzoek 'Plangebied Wendel-Zuid te Gilze' van 12 oktober 2011 is gebleken dat een gedeelte van de contourlijn met de waarde van 3 Odour, afkomstig van de veehouderij aan de Rielsebaan 14, over het plangebied is gelegen. Dit betekent dat binnen deze contourlijn in beginsel niet gebouwd mag worden. Nu bevinden zich binnen de 3 Odour contour al bestaande geurgevoelige objecten. Dit zijn woningen of bedrijfspanden gelegen aan de Akkerstraat en Veldstraat. Dit zijn objecten welke zijn gelegen binnen de bebouwde kom, waarvoor, op grond van de Wet geurhinder en veehouderij, een geurbelastingsnorm van 3 Odour geldt. De aanwezigheid van deze bestaande objecten leidt er toe dat de veehouderij, in de toekomst, geen grotere geurbelasting dan de huidige mag veroorzaken op deze objecten. De veehouderij zit voor wat betreft geurhinder 'op slot'. De nieuwe voor geur gevoelige objecten binnen het plan Wendel- Zuid hebben dan ook geen invloed op de ontwikkelmogelijkheden voor het agrarische bedrijf aan de Rielsebaan 14 te Gilze. Inmiddels heeft het bedrijf een verzoek ingediend tot medewerking aan aanpassing van het agrarisch bouwblok. De aanpassing vindt plaats in oostelijke richting en heeft qua contourlijn geen negatieve gevolgen voor Wendel-Zuid. Het geuronderzoek laat tevens zien dat de voorgrondbelasting maatgevend is voor de bepaling van de leefkwaliteit. De leefkwaliteit binnen het plangebied is te kwalificeren als redelijk goed tot goed. De inspraakreactie geeft aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan, in die zin dat er een Geurhinderonderzoek is uitgevoerd. 1. De inspreker kan zich niet vinden in de constatering van de quickscan flora & fauna dat er in het plangebied geen steenuil aanwezig is. Uit eigen onderzoek, Werkgroep Uilen, blijkt dat de aanwezigheid van de steenuil en zelfs de kerkuil is bevestigd. 2. De inspreker is het niet eens met de bewering “dat de kans op de aanwezigheid van territoria binnen de invloedsfeer van het plangebied als zeer klein wordt geacht” omdat eigen informatie leidt tot tegenovergestelde conclusie. De inspreker geeft aan dat de uitgevoerde quick-scan ontoereikend is en niet als volwaardig zou mogen worden geaccepteerd in de procedure. De inspreker verzoekt in het plangebied een volwaardig nader onderzoek uit te voeren ten aanzien van de Flora en Fauna en resultaten te delen met inspreker. 1. Tijdens het veldonderzoek in 2006 en in 2010 zijn geen aanwijzingen gevonden dat de steenuil in het plangebied aanwezig was. Geschikte plekken om te broeden ontbraken. De omgevingscheck geeft juridisch gezien voldoende uitsluitsel over de aanwezigheid van nesten van de steenuil. De resultaten van deze check geven geen aanleiding dit nader te onderzoeken. Zie ook onder 2. De inspraakreactie geeft vooralsnog geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan 2. Indien de steenuil in de nabije omgeving van het plangebied voorkomt, zoals wordt gesteld in de zienswijze, zal het plangebied slechts van beperkte betekenis zijn voor de steenuil. De maïsakker, dat een groot deel van
8
9. ir. Th. Dobbelsteen Akkerstraat 1 5126 PJ Gilze Ontvangen: 02 november 2010
reactie
het plangebied uitmaakt, is op voorhand als foerageergebied niet tot zeer matig geschikt. De weide in het noordelijke deel is in principe geschikt foerageergebied. In de omgeving van het plangebied blijft echter indien de steenuil hier ook daadwerkelijk voorkomt- ruimschoots geschikt foerageergebied voorhanden zodat negatieve effecten van de plannen op de steenuil zeer beperkt zijn. Ten zuiden en zuidwesten van de kern van Gilze, buiten de invloedssfeer van de plannen, is ruimschoots zeer geschikte biotoop voor de steenuil aanwezig: boerderijen met kleinschalige elementen en omgeven door graslanden / houtwallen. Voor de kerkuil geldt in dit kader hetzelfde. Ook hiervoor zijn er geen geschikte plekken om te broeden, mogelijk is er wel enige functie als foerageergebied. De plannen hebben doordat ook voor kerkuil voldoende geschikt foerageergebied over blijft geen negatieve invloed op de kerkuil. De inspraakreactie geeft vooralsnog geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan Algemeen stellen we voor het vervolg voor om de inspreker uit te nodigen om de resultaten te bespreken van het onderzoek quickscan flora & fauna zodat informatie kan worden gedeeld, vergeleken en zo nodig bijgesteld. 1. De inspreker constateert dat de verkeersbelasting op de Akkerstraat erg hoog is waardoor er verkeersonveilige situaties kunnen ontstaan. Met de komst van ontwikkeling Wendel-Zuid zal de verkeerbelasting van de Akkerstraat en de verkeersonveiligheid alleen maar toenemen omdat de capaciteit van de Akkerstraat niet hierop is berekend. 2. De inspreker geeft aan dat het hemelwater bij heftige regenbuien onvoldoende kan worden afgevoerd. Ondanks de maatregel om het hemelwater van het plangebied Wendel-Zuid niet af te voeren via het bestaande rioleringstelsel verwacht de inspreker wateroverlast omdat het plangebied hoger ligt dan de Akkerstraat. De inspreker heeft zijn brief met inspraakreactie gedateerd op 26 oktober 2010. Derhalve is de brief ontvangen op 02 november 2010 en is de poststempel gedateerd op 31 oktober 2010. Ondanks dat de inspreker zijn brief te laat heeft verstuurd, nemen wij zijn inspraakreactie mee. 1. De Akkerstraat (tussen de Veldstraat en de Aalstraat) is ruim 6 meter breed en heeft daarmee voldoende capaciteit om het extra verkeer van en naar Wendel-Zuid te kunnen verwerken. Ten behoeve van de verkeersveiligheid worden er verkeersremmende maatregelen getroffen zoals het aanleggen van verkeersdrempels. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan. 2. In het plangebied Wendel-Zuid zal een gescheiden riool systeem worden aangelegd met enerzijds afvalwater en anderzijds hemelwater. Alleen het afvalwater zal worden aangesloten op het huidige rioolstelsel in de Wendel. Het hemelwater zal in het plangebied Wendel-Zuid worden geïnfiltreerd. De toename van de hoeveelheid afvalwater is hierdoor te verwaarlozen ten opzichte van de hoeveelheid hemelwater in het huidige rioolstelsel in de Wendel. Daarnaast zal nog worden onderzocht of er in het plangebied Wendel-Zuid
9
voorzieningen kunnen worden aangelegd om wateroverlast in de Wendel en omstreken tegen te gaan. Denk hierbij aan extra waterberging. De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot een wijziging/aanvulling van het plan.
10